Aan : Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam,
Betreft: Verzoek om bij de ontwikkelingen van het openbaar vervoer in al haar onderdelen uit te gaan van realistische prognoses. Geacht Bestuur, Met dit adres verzoekt ondergetekende het Bestuur van de Stadsregio haar kostbare struisvogelpolitiek ten aanzien van de Amsterdamse vervoerprognoses te beëindigen en bij de ontwikkelingen van het openbaar vervoer in al haar onderdelen uit te gaan van realistische prognoses en de daarbij en bij de structuur van de stad passende investeringen. In 1991 besloot de Gemeenteraad van Amsterdam: "de Noord-Zuidlijn is, gezien de taakstelling voor het openbaar vervoer en gezien de berekende vervoerwaarde, gewenst" en "de Noord-Zuidlijn dient een regionale functie te krijgen".
Nadat de Gemeenteraad in oktober 2002 het zogenaamde 'go-besluit' had genomen zijn op basis van deze prognoses een reeks van besluiten genomen. De subsidie-aanvraag, het projekt op zich, de berekeningen voor de kosten en de opbrengsten, de breedte, lengte en vloerhoogte van het materieel, het ontvlechten, de gewenste uitbreiding naar Amstelveen, de gevolgen voor het overige net enz. enz. zijn allen gebaseerd op en gemotiveerd met dezelfde misleidende prognoses. Het begon direct na het 'go-besluit' met de eis dat de wagenbreedte drie meter moest worden. Als, was het motief, de Noord-Zuidlijn wordt doorgetrokken naar Schiphol wordt de bezetting te groot voor 90 meter lange treinen van 2,65 meter breed. Uiteindelijk is vanwege de 'benodigde' lengte, de 'benodigde' breedte, de 'benodigde vloerhoogte en het 'benodigde' voedingsysteem geconcludeerd dat de lijn tot de agglomeratie beperkt zal moeten blijven. De 'rode draad' in alles is het streven het oude Stadsspoorplan verder uit te voeren en volgens de bestaande eigen hobbynormen. De misleidende prognoses dienden en dienen slechts de eigen wensen, niet de verbetering van het openbaar vervoer. Op die prognoses wordt hier onder nader ingegaan. |
Klik hier voor de volledige grafiek. | Voor een grotere versie van de rechtergrafiek, klik hier. |
In de linker grafiek worden de resultaten van het GVB van 1983 - 1993 weergegeven. Het GVB publiceert sinds 1998 geen gegevens meer per techniek. | De rechter grafiek vindt u op pagina 354 van het rapport van de Enquêtecommissie Noord/Zuidlijn. De uitkomsten van 2009 zijn kortgeleden verschenen en gelijk aan 2008. |
In de periode 1983 - 2009 is er nauwelijks sprake van groei van het totaal aantal instappers. Het sprongetje wat rond 1990 wordt gemaakt is het gevolg van de vergroting van het vervoergebied. De lijnen 5 en 51 namen een aanzienlijk deel van de passagiers van de streeklijnen over. De komst van de zogenaamde Ringlijn, 50, is in het totaal niet terug te vinden. Dat betrof een wijziging van het net binnen het vervoergebied. Met het bestaand openbaar vervoernet is het bezoek aan de binnenstad alleen maar gegroeid. De Amsterdamse economie presteert voortdurend beter dan het landelijke gemiddelde. Het net kent nog steeds geen knelpunten die niet 'traditioneel' zijn op te lossen. Gaat dat veranderen? In de laatste 30 jaar is het inwoneraantal en het aantal arbeidsplaatsen nauwelijks veranderd. De inwoners zijn zich meer gaan spreiden en arbeidsplaatsen zijn meer naar de rand getrokken. Er zijn geen geplande of denkbare ontwikkelingen die schaalvergroting binnen het vervoernet rechtvaardigen. Cityvorming in de Binnenstad, een van de uitgangspunten van het Stadsspoorplan, is afgezworen. | |
Maar om te kunnen voldoen aan het 'wens/noodzaak'-besluit uit 1991 zijn vervoercijfers geproduceerd die aan die wens voldeden en de noodzaak creëerden. In 1995 werd door de gemeente Amsterdam een prognose gepresenteerd langs de bovenste lijn in de rechter grafiek: Het aantal instappers zou per dag van 850.000 naar 1,3 miljoen groeien in de periode 1993 - 2005. | |
Met vriendelijke groet,
Dick van der Horst, (digitaal aangeboden) Hier vindt u meer beschouwingen en bijdragen van ondergetekende. dickvanderhorst@xs4all.nl |