1
Afsprakendocument Project AMSYS (Amsterdam Metro System)
Stadsregio Amsterdam en Gemeente Amsterdam
ADDENDUM
Versie 6; 11 november 2009
Inhoud
1. Inleiding
2. Integrale investeringsprogramma
3. Dekkingsaanpak
4. Risico’s
5. Financiële stand 1
e
Uitvoeringskrediet
6. Samenvatting afspraken en ondertekening
Bijlagen (beperkt kabinet)
Bijlage 1: Integrale begroting project AMSYS
Bijlage 2: Overzicht kostenverdeling begrotingsposten 1
e
Investeringspakket
Bijlage 3: Berekening bouwrente

2
1. Inleiding
In mei 2008 hebben Stadsregio Amsterdam en gemeente Amsterdam afspraken gemaakt ten
aanzien van de financiering van de kosten van het project AMSYS. Uitgangspunt voor de
afspraken is dat beide partijen hun verantwoordelijkheid nemen en samen optrekken in het
AMSYS-programma. De afspraken zijn vastgelegd in een zgn. Afsprakendocument
1
, en
hebben betrekking op de voorbereidingskosten c.q. aanbestedingskosten (totaal maximaal
€ 25 mln) van:
?
Nieuwe metrovoertuigen voor zowel het bestaande metronet als de Noord/Zuidlijn;
?
Systemen die de treinen veilig, stipt en (mogelijk) automatisch laten rijden;
?
Overige exploitatievoorzieningen.
Het Afsprakendocument beschrijft ook de richting hoe de kapitaallasten van de investeringen
in het AMSYS-programma zouden moeten worden gedekt, en geeft aan dat beide partijen er
naar streven om nadere afspraken te maken, zodat er tijdig (dat wil zeggen voor de gunning
van de eerste grote investering, de metrovoertuigen) duidelijkheid is over de verdeling van de
kosten die samenhangen met het AMSYS-programma. Het voorliggende Addendum voorziet
daarin.
1
Afsprakendocument project AMSYS; Stadsregio Amsterdam en Gemeente Amsterdam; getekend 19 mei 2008

3
2. Integrale investeringsprogramma
Voor het investeringsprogramma AMSYS is een integrale herziene begroting gemaakt. Deze
begroting omvat de navolgende drie groepen van investeringen:
?
Metrovoertuigen en bijbehorende voorzieningen
De eerste groep investeringen omvat 35 nieuwe metrovoertuigen, 23 treinen voor de
bestaande metro (serie M5), en 12 treinen voor de NZL 1
e
fase (serie M6; NZL tot aan
station Zuid; 16x per uur; er wordt voor de NZL-serie een staffel uitgevraagd met een
zekere variatie in het aantal voertuigen), de ombouw van de werkplaats in Diemen,
ombouw en nieuwbouw van de emplacementen Amstel en Isolatorweg, en het
proefrijden en in bedrijfstellen van de NZL.
De ombouw van de werkplaats in Diemen is bedoeld voor zowel de nieuwe langere
voertuigen serie M5 (bestaande metronet) als serie M6 (NZL). De ombouw en de
nieuwbouw van de emplacementen Amstel en Isolatorweg is primair bedoeld voor de
voertuigen serie M5. Ook los van de NZL zijn deze investeringen noodzakelijk om de
voertuigen serie M5 te kunnen opstellen en onderhouden. De M6-voertuigen worden
in de eerste fase van de NZL opgesteld op het emplacement dat de NZL bouwt aan de
noordzijde van de NZL (Nieuwe Leeuwarderweg). De investering in dit emplacement
is geen onderdeel van de AMSYS-begroting maar van de NZL-begroting.
Deze eerste groep van investeringen heeft prioriteit omdat de bestaande metrotreinen
M2/M3 (“de zilvermeeuwen”) sterk verouderd zijn en daarmee niet meer voldoen aan
de hedendaagse eisen. Daarnaast kampt het metronet met een structureel
capaciteitstekort. Ongeacht de nog te maken keuzes bij de andere twee groepen van
investeringen moeten er zo snel mogelijk nieuwe metrovoertuigen komen, en moet de
metrovloot worden uitgebreid, inbegrepen de voorzieningen om de nieuwe treinen te
onderhouden en veilig te stallen. De gunning van de nieuwe metrotreinen is eind
januari 2010 voorzien onder voorbehoud van onderhandelingen tussen Gemeente en
leverancier;
?
Veilig, stipt en (mogelijk) automatisch rijden van de treinen
De tweede groep van investeringen omvat de systemen voor treinbeveiliging en –
sturing (“signalling & control”) in de infrastructuur van de bestaande metro, in de
infrastructuur van de Noord/Zuidlijn 1
e
fase (tot aan station Zuid), in de
verkeersleiding, in de metrotreinen, en de aanvullende veiligheidsvoorzieningen voor
(mogelijk) volledig automatisch rijden (“dossier UTO”).
Met het principebesluit van het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio (december 2008),
het gedeeltelijk positieve advies van de Adviescommissie Amsterdam (Gemeenteraad
20 mei 2009), maar zonder expliciete bestuurlijke instemming van de Stadsregio (de
gemeente heeft immers nog geen uitsluitsel willen geven over de acceptatie van de
door de Stadsregio geformuleerde voorwaarden) worden nu alle werkzaamheden
verricht ter voorbereiding van een definitief besluit voor het “dossier UTO” medio
2010. Daarbij worden ook, conform het principebesluit over automatisch rijden
(Gemeenteraad 20 mei 2009), nadere voorstellen betrokken over de wijze waarop
volwaardig menselijk toezicht geregeld wordt. Het dossier UTO kent, anders dan de
andere investeringen, een businesscase met niet alleen kosten maar ook opbrengsten
c.q. besparingen. Bij haar adviesaanvraag (december 2008) heeft de Stadsregio een
voorlopig dekkingsplan gemaakt dat voorziet in volledige dekking van dit dossier.
Voorwaarde daarbij is dat de besparingen op metrobestuurders ook daadwerkelijk

4
gerealiseerd worden. Als eisen of wensen van de Gemeente zouden leiden tot
verslechtering van de initiële businesscase waarop de Stadsregio haar adviesaanvraag
heeft gebaseerd, dan is er een reële grond voor een financiële bijdrage van de
gemeente zelf. Dit zal worden betrokken bij de definitieve businesscase UTO en het
definitieve i.c. go/no go besluit medio 2010.
Gegeven het verschil in fasering tussen beide investeringen, zal de eerste serie nieuwe
voertuigen (serie M5) enkele jaren rijden met oude (bemande) beveiligingssystemen.
Deze worden als tijdelijke oplossing meegeleverd met de nieuwe metrovoertuigen
serie M5;
?
Overige exploitatievoorzieningen Noord/Zuidlijn
De derde groep van investeringen omvat exploitatievoorzieningen die (nog) niet in de
scope van het project Noord/Zuidlijn zitten maar wel nodig zijn voor een werkend
vervoerssysteem. Deze voorzieningen vallen op dit moment nog uiteen in twee
begrotingsposten:
- Reizigers(informatie)voorzieningen zoals chipkaartpoortjes (aanvullende)
camera’s en (aanvullende) informatievoorzieningen;
- Overige aanvullende voorzieningen op de scope van de Noord/Zuidlijn.
Op basis van een nadere uitwerking van nut en noodzaak zal de Gemeente eind 2009
een eenduidig pakket aan aanvullende exploitatievoorzieningen opstellen.
Besluitvorming hierover moet begin 2010 plaatsvinden, om veilig te stellen dat (de
voorbereidingen van) de bewuste voorzieningen nog kunnen worden meegenomen in
het bestek van de afbouw van de NZL.
De herziene begroting van het gehele AMSYS-programma komt uit op een bedrag van
€ 954 mln voor de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2017 (prijspeil 2009;
exclusief bouwrente en exclusief BTW). De integrale begroting is bijgevoegd als bijlage 1
(beperkt kabinet).
Binnen de gemeentelijke systematiek van uitvoeringskredieten, wordt het AMSYS-
programma opgesplitst in drie onderdelen die overeenkomen met de drie groepen van
investeringen. De afspraken tussen de gemeente en de Stadsregio staan in principe los van de
gemeentelijke systematiek van uitvoeringskredieten. Stadsregio en gemeente hebben
gezamenlijk uitgesproken dat zij overeenstemming wensen te bereiken over de financiering en
bekostiging (dekking) van het gehele investeringspakket AMSYS maar integrale afspraken in
één keer zijn niet haalbaar gebleken. Voor wat betreft de dekking, beperken de afspraken in
dit Addendum zich tot het 1
e
Investeringspakket. Voor wat betreft de wijze van indexatie en
de principes ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor risico’s bestrijken de afspraken in
dit Addendum in principe het gehele investeringsprogramma.

5
3. Dekkingsaanpak
Inleiding
Prioriteit hebben de dekkingsafspraken voor het 1
e
Investeringspakket, bestaande uit de
aanschaf van de metrovoertuigen serie M5/M6, reservedelen daarvoor, de ombouw van de
werkplaats Diemen, sleeplocs, ombouw en nieuwbouw van de emplacementen Isolatorweg en
Amstel, het proefrijden op de NZL en de met dit pakket gemoeide kosten voor voorbereiding,
advies en toezicht (VAT). Voor het 1
e
Uitvoeringskrediet c.q. 1
e
Investeringspakket worden
voor dekking van deze kosten de begrotingsposten als volgt getoetst aan de bestaande
convenanten en subsidieverordeningen:
?
Directe dan wel indirecte (via vervoerder) bekostiging door Stadsregio aan Activa BV.
Bij indirecte bekostiging aan Activa BV neemt de Stadsregio een overeenkomstige
voorwaarde op in de concessie; tegenover deze voorwaarde staat dat Activa BV de
strategische activa tegen kostprijs beschikbaar moet stellen aan de vervoerder;
?
Rechtstreekse bekostiging door Stadsregio aan Gemeente/DIVV;
?
Subsidiëring door Stadsregio en Gemeente volgens het vigerende infrastructuur-
subsidieregime;
?
Bekostiging door vervoerder uit onderhoudsbudget.
Voordat inzicht gegeven kan worden in de dekking voor het hierboven omschreven
investeringspakket, zijn hierbij een aantal nadere uitgangspunten en randvoorwaarden van
belang. Het gaat om:
?
De kosten die direct samenhangen met de bestelling van het nieuwe metromaterieel
worden, conform de afspraken in het Convenant Verzelfstandiging GVB,
(voor)gefinancierd door middel van een lening die door de gemeente Amsterdam
wordt verstrekt en waarvan de kapitaallasten worden betaald door de Stadsregio;
?
Voor investeringen in infrastructuur, verbonden aan de exploitatievoorzieningen
werkplaats Diemen en de emplacementen Amstel en Isolatorweg, kan de Stadsregio
een financiële bijdrage verlenen van maximaal 95% van de subsidiabele kosten. Op dit
moment is er nog geen gedetailleerde uitwerking. Uitgangspunt is een verdeling van
de subsidiabele kosten van 95% (Stadsregio) versus 5% (gemeente). De komende
periode wordt dit verder uitgewerkt. De subsidieregels van de Stadsregio zijn hierbij
leidend.
Aanpak kostenverdeling
Op basis van de analyses die door de gemeente Amsterdam zijn gemaakt (deze zijn nog niet
getoetst door de Stadsregio; getallen zijn derhalve onder voorbehoud), is een overzicht
gemaakt van de kostenverdeling van de begrotingsposten in het 1
e
Investeringspakket. Dat
overzicht is bijgevoegd als bijlage 2 (beperkt kabinet).
Bij het overzicht van de kostenverdeling voor het 1
e
Investeringspakket worden de volgende
opmerkingen gemaakt en kanttekeningen geplaatst:

6
1. Het kostenoverzicht is gebaseerd op prijspeil 2009. Onderaan het schema is een post
voor bouwrente toegevoegd (zie voor nadere toelichting de paragraaf hierna over
bouwrente). Indexatie geschiedt volgens IBOI (zie voor nadere toelichting paragraaf
3.3 over indexatie);
2. In het kader van nieuwe concessieafspraken voor de Amsterdamse concessie,
heroverweegt de Stadsregio de bekostigingssystematiek. Dat betekent ondermeer dat
de Stadsregio nadere afwegingen zal maken op welke wijze kosten en kapitaallasten
van investeringen worden vergoed aan de vervoerder en/of Activa BV (directe of
indirecte bekostiging). In het kostenoverzicht in bijlage 2 kunnen daarom nog
verschuivingen plaatsvinden van bedragen tussen de kolommen “Stadsregio” en
“Exploitant” en “Activa BV”. Voor de dekking van de kosten van het AMSYS-project
heeft dit geen effect; het gaat alleen om een verschuiving tussen directe bekostiging
(via kapitaallastenvergoeding) en indirecte bekostiging (via de DRU-vergoeding);
3. De kapitaallasten van de metrovoertuigen serie M5/M6 worden in beginsel
rechtstreeks vergoed door de Stadsregio aan Activa BV;
4. De kapitaallasten van de reservedelen voor de metrovoertuigen worden gezien als
onderhoudskosten. Ze komen ofwel op de balans van Activa BV (onder voorwaarde
van garanties door de exploitant), ofwel op de balans van de vervoerder (GVB
Exploitatie). De reservedelen zijn nu een optie in het contract van de voertuigen.
Gunning van de optie gebeurt niet eerder dan na overleg met de vervoerder en een
expliciete opdracht en dekking;
5. De werkplaats Diemen en de emplacementen Amstel/Isolatorweg vormen een
bijzondere categorie. Beide projecten kennen een infrastructurele component (sporen)
en een exploitatieve component (gebouwen en voorzieningen). Infrastructuur is
eigendom van de gemeente, en hiervoor gelden bij de Stadsregio specifieke
subsidieregels (infrastructuur subsidieverordening). Deze regels zijn leidend bij het
vaststellen van de subsidie. Uitgangspunt van de verordening is dat 95% van de
subsidiabele kosten door de Stadsregio worden betaald. De overige 5% van de
subsidiabele kosten en de niet-subsidiabele kosten zijn voor rekening van de
gemeente. Gebouwen en voorzieningen zijn eigendom van Activa BV. Deze worden
in beginsel uit de exploitatie via het systeem van kapitaallasten gedekt. Voorbeelden
van het onderscheid tussen infrastructuur en exploitatie zijn:
?
Infrastructuur: sporen, wissels, civiele constructies (taluds, dijken,
grondverzet);
?
Exploitatievoorzieningen: gebouwen, personeelsvoorzieningen, magazijnen,
wasvoorzieningen, quick-service, tractie en energie, beveiliging en camera’s,
verlichting, werktuigbouwkundige en elektrische installaties.
Het beginsel voor de kostenverdeling van de investeringen in de werkplaats Diemen
en de emplacementen is als volgt (onder voorbehoud van nuanceringen en
combinaties):
?
Subsidiabele infrastructuur: 95% Stadsregio (waarbij 16% wordt vergoed voor
VAT-kosten); 5% Gemeente;
?
Niet-subsidiabele infrastructuur: 100% Gemeente;

7
?
Exploitatievoorzieningen: 100% Activa BV;
6. De locs voor het wegslepen van defect materieel worden nu niet besteld. Dit is primair
de verantwoordelijkheid van de vervoerder, die deze opdracht eventueel kan delegeren
naar het project AMSYS. De begrotingspost blijft vooralsnog opgenomen in het
project AMSYS;
7. De raming voor het proefrijden met de M6-voertuigen op de NZL is nog globaal. De
Stadsregio reserveert in het voorliggend dossier alleen een bedrag voor het feitelijke
proefbedrijf van de NZL – dat zijn de operationele kosten vooraf aan overdracht aan
de exploitant – en niet voor eventueel (eerder) passagiersvervoer. Er wordt geen
afzonderlijke reservering gemaakt voor het proefrijden met de M5-voertuigen op het
bestaande metronet. Naar verwachting kan dit proefrijden worden gedekt uit het
budget voor het proefrijden op de NZL en/of het budget voor de levering van de
metrovoertuigen.
Voorlopige uitkomst kostenverdeling
Met inachtneming van bovenstaande uitgangspunten, kanttekeningen en voorwaarden is de
voorlopige
kostenverdeling voor het 1
e
Investeringspakket AMSYS als volgt (prijspeil 2009;
exclusief bouwrente, exclusief BTW; zie voor uitwerking kabinet bijlage 2):
Voorlopige
kostenverdeling 1
e
Investeringspakket
AMSYS
In € mln, prijspeil
2009; excl. bouwrente;
excl. BTW
Stadsregio (directe of indirecte bekostiging aan ofwel
exploitant/Activa BV ofwel Gemeente)
472,4
Exploitant
21,5
Activa BV (Bekostiging door Exploitant; is voorwaarde
in concessie-overeenkomst; dus indirecte bekostiging
door Stadsregio)
76,3
Gemeente
5,0
Totaal
575,2
Deze voorlopige verdeling voldoet in de huidige fase waarin op korte termijn (januari 2010)
alleen een contractuele verplichting voor de eerste serie metrovoertuigen (serie M5) wordt
aangegaan. Het contract voor de voertuigen is als volgt opgebouwd:
Contract metrovoertuigen *)
Verplichting wordt
aangegaan in
Serie M5 (bestaande metronet)
Januari 2010
Serie M6 NZL (optie)
Uiterlijk 2014
Serie AVL (optie)
Uiterlijk 2014
Reservedelen (optie)
Uiterlijk 2014
De basisorder in het contract omvat de serie M5; alle verdere bestellingen
(NZL, AVL, eventuele autonome groei) zijn opties die uiterlijk in 2014 moeten worden
uitgeoefend.
Voordat vervolginvesteringen worden gedaan in de overige projectonderdelen (waaronder de
werkplaats Diemen (Q4/2010) en de emplacementen (Q3/2011)) zal voor deze deelprojecten
een meer nauwkeurige begroting worden gemaakt. Pas dan kan door de Stadsregio het
definitieve subsidiebedrag worden berekend. Er zit in de huidige fase dus nog een
onzekerheid in de uitkomst van de kostenverdeling.

8
Het 1
e
Uitvoeringskrediet betreft het gehele 1
e
Investeringspakket, en is verder toegelicht in
paragraaf 5.
Bouwrente
De begroting van AMSYS is gebaseerd op prijspeil 2009 en exclusief financieringskosten
(rente). Onder bouwrente wordt verstaan de rente voor de (voor)financiering van de
investeringen, tot het moment (“overdrachtsmoment”) dat deze door de exploitant in
exploitatie wordt genomen. Deze bouwrente kan samen met de investeringen worden
geactiveerd (en dus worden meegenomen in de kapitaallasten van deze strategische activa), of
jaarlijks door de Stadsregio worden vergoed. Bijlage 3 geeft een overzicht van de
berekeningswijze van de bouwrente. Op basis van deze aannamen is de uitkomst van de
berekening als volgt:
Bouwrente 1
e
Investeringspakket AMSYS
In € mln
Voertuigen M5/M6
11,6
Werkplaats Diemen (exploitatiedeel)
1,3
Emplacementen (exploitatiedeel)
1,4
Totaal
14,3
Egalisatiereserve
De egalisatiereserve is een voorziening voor vooruitbetaalde kapitaallasten van rollend
materieel van GVB (metro’s, trams, bussen). Eind 2011 is deze reserve ca € 50 mln. De
voorziening is bedoeld om pieken in de kapitaallasten van het rollend materieel op te vangen.
De Stadsregio overweegt om de egalisatiereserve in de concessieperiode 2012-2017 aan te
wenden. Dit kan betekenen dat de egalisatiereserve aan het einde van de concessieperiode
2012-2017 op nul staat.
Indexatie
Jaarlijkse wordt het nog niet uitgegeven deel van de begroting AMSYS (“cost to complete”)
geïndexeerd met de IBOI (Index Bruto Overheids Investeringen) zoals gepubliceerd door het
Centraal Planbureau. Een begrotingspost c.q. deelproject wordt gegund tegen actueel prijspeil.
Vanaf datum contractgunning van een deelproject zijn er twee mogelijkheden:
?
Er vindt geen verdere indexatie van de bouwsom plaats; het contract/deelproject wordt
uitgevoerd tegen een vaste prijs (tegen dan geldend prijspeil);
?
Er vindt wél verdere indexatie van de bouwsom plaats; jaarlijks wordt het nog niet
uitgegeven deel van een contract/deelproject geïndexeerd tegen IBOI.
Bijlage 2 (beperkt kabinet) geeft een overzicht van de wijze van indexatie voor het 1
e
Investeringspakket AMSYS. Voor de vervolginvesteringen (het 2
e
en 3
e
pakket) is de aanpak:
?
Signalling/UTO: gezien lange doorlooptijd ook indexatie na gunning (IBOI);
?
Exploitatievoorzieningen NZL: alleen indexatie tot aan moment van gunning (IBOI);
daarna vaste prijs.
De niet uitgegeven VAT-kosten (kosten voor het management van en toezicht op de
deelprojecten) worden steeds geïndexeerd tot aan het moment van oplevering van de
deelprojecten waarop de VAT-kosten betrekking hebben (de VAT-kosten maken geen deel uit
van de gunning van een deelproject, en worden op jaarbasis begroot).

9
4. Risico’s
De gemeente heeft binnen het project AMSYS een bijzondere positie. Zij is via GVB/Activa
BV eigenaar van rollend materieel, en via DIVV eigenaar van de infrastructuur. Daarom is de
gemeente opdrachtgever voor het investeringsprogramma van AMSYS. De Stadsregio heeft
als concessieverlener en subsidieverlener voor het OV weliswaar een beslissende stem bij de
investeringen, maar dat neemt niet weg dat de gemeente als opdrachtgever uitvoeringsrisico’s
loopt. Bij (dreigende) substantiële kostenoverschrijdingen gaan Gemeente en Stadsregio altijd
met elkaar in gesprek. Deze afspraak op hoofdlijn is als volgt verder uitgewerkt:
?
Risico’s in de fasen van voorbereiding
Deze risico’s worden meegewogen bij voorbereidingsbesluiten waarbij beide partijen
kunnen bijsturen of in het uiterste geval een veto uitspreken;
?
Risico’s in de fasen van investeringsbesluiten
Deze risico’s worden meegewogen bij het investeringsbesluit i.c. go/no go besluit
waarbij beide partijen kunnen bijsturen of in het uiterste geval een veto uitspreken;
?
Risico’s in de uitvoeringsfase
Er zijn ook risico’s die de gemeente als opdrachtgevende partij richting industrie en
aannemers (redelijkerwijs) kan beïnvloeden in de uitvoeringsfase (de
uitvoeringsrisico’s). Deze uitvoeringsrisico’s zijn daarom, anders dan de hiervoor
genoemde risico’s die een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn van de Stadsregio
en gemeente, primair de verantwoordelijkheid van de gemeente. Voorbeelden zijn
risico’s ten aanzien van contractvorming en projectbeheersing.
Voor risico’s die niet primair in het beïnvloedingsgebied van het project AMSYS zitten,
bijvoorbeeld verscherpte wetgeving, gaan beide partijen zo vroegtijdig mogelijk met elkaar in
overleg over strategie en keuzes. Partijen gaan in elk geval in overleg over de optie en timing
van de levering van de serie M6-voertuigen aan de NZL.
Beide partijen herbevestigen dat als door onvoorziene extreme omstandigheden de BDU-
financiering zodanig krimpt dat de Stadsregio haar verplichtingen niet meer dreigt te kunnen
nakomen, partijen met elkaar in overleg treden. Mogelijke oplossingen zijn dan
verschuivingen van budgetten of verkoop van strategische activa.
2
Beide partijen herbevestigen het belang van een doelmatige en beheerste projectuitvoering,
ongeacht het geldende subsidieregime en ongeacht de risicodefinities
3
.
In alle gevallen geldt bij (dreigende) geschillen tussen partijen, derhalve ook bij geschillen
over risico’s, de geschillenregeling zoals vastgelegd in het Afsprakendocument
4
. Deze
afspraak voorziet erin dat als partijen een geschil niet kunnen oplossen door bestuurlijk
overleg, al dan niet met bemiddeling van een deskundige, de gemeente accepteert dat (het
Dagelijks Bestuur van) de Stadsregio het uiteindelijke besluit neemt. De consequenties van
een dergelijk besluit zijn in dat geval de verantwoordelijkheid van de Stadsregio.
2
Convenant Verzelfstandiging GVB; 9 maart 2007. Afsprakendocument AMSYS 19 mei 2009 (paragraaf 3).
3
Afsprakendocument AMSYS 19 mei 2008 (afspraak 4; Doelmatigheid).
4
Afsprakendocument AMSYS 19 mei 2008 (afspraak 6; Geschillen).

10
5. Financiële stand 1
e
Uitvoeringskrediet
De totale kosten van het AMSYS-programma (€ 954 mln; prijspeil 2009; exclusief
bouwrente; exclusief BTW) hebben betrekking op de periode 1 januari 2007 tot en met 31
december 2017. Het programma is nu bijna drie jaar in voorbereiding, en een deel van de
voorbereidingskosten zijn uitgegeven en ook al door de Stadsregio betaald.
In bijlage 1 (beperkt kabinet) is een overzicht bijgevoegd van reeds door de Stadsregio
vergoede bedragen binnen het voorbereidingskrediet. Uit dat overzicht blijkt het volgende:
Financiële stand Voorbereidingskrediet
In € mln
Prijspeil
2009
Vergoede voorbereidingskosten door
Stadsregio 2007/2008
4,4
Toegezegde vergoeding 2009
5,0
Resterende ruimte in Voorbereidingskrediet *)
15,6
Totaal Voorbereidingskrediet
25,0
*) Binnen het Voorbereidingskrediet draagt de gemeente een
risico van € 1,25 mln
Een deel van de voorbereidingskosten (VAT-kosten) in het 1
e
Investeringspakket c.q. 1
e
Uitvoeringskrediet is al gedekt in het Voorbereidingskrediet. Dat betekent dat het 1
e
Uitvoeringskrediet hierop aangepast moet worden. Op basis van het financieel overzicht in
bijlage 1, de berekening van de bouwrente in bijlage 3 en actuele informatie over de
aanbesteding van de metrovoertuigen, is het overzicht van het 1
e
Uitvoeringskrediet als volgt:
Financiële stand 1
e
Uitvoeringskrediet
In € mln
Prijspeil
2009 (ex
BTW)
Begroting 1
e
Investeringspakket
575,2
Saldo aanbestedingsuitkomst en risico’s
metrovoertuigen
- 5,0
Bouwrente 1
e
Investeringspakket
14,3
Tussentelling 1
e
Investeringspakket
584,5
Reeds gedekt in Voorbereidingskrediet
- 14,7
Omvang 1
e
Uitvoeringskrediet
569,8
De omvang van het 1
e
Investeringspakket is € 575 mln. Na correctie voor het saldo van de
aanbestedingsuitkomst van de voertuigen en risicoreservering, bouwrente, en na allocatie van
het gedeelte van het Voorbereidingskrediet dat betrekking heeft op het 1
e
Investeringspakket,
is de omvang van het benodigde 1
e
Uitvoeringskrediet € 570 mln.

11
6. Samenvatting afspraken en ondertekening
Gegeven het voorgaande, maken Stadsregio en Gemeente
kort samengevat
(leidend zijn de
uitgebreide tekst in en de bijlagen bij dit Addendum) de volgende nadere afspraken op het
Afsprakendocument AMSYS van 19 mei 2008:
1) Dekking van het 1
e
Investeringspakket c.q. 1
e
Uitvoeringskrediet
Met inachtneming van de uitgangspunten, kanttekeningen en voorwaarden in
paragraaf 4.1 is de
voorlopige
kostenverdeling voor het 1
e
Investeringspakket AMSYS
als volgt (prijspeil 2009; exclusief BTW en bouwrente):
Voorlopige
kostenverdeling 1
e
Investeringspakket
AMSYS
In € mln, prijspeil
2009; excl. bouwrente;
excl. BTW
Stadsregio (directe of indirecte bekostiging aan ofwel
exploitant/Activa BV ofwel Gemeente)
472,4
Exploitant
21,5
Activa BV (Bekostiging door Exploitant; is voorwaarde
in concessie-overeenkomst; dus indirecte bekostiging
door Stadsregio)
76,3
Gemeente
5,0
Totaal
575,2
Deze voorlopige verdeling voldoet in de huidige fase waarin op korte termijn (januari
2010) alleen een contractuele verplichting voor de eerste serie metrovoertuigen (serie
M5) wordt aangegaan. De definitieve verdeling volgt nadat de investeringen in de
deelprojecten werkplaats Diemen en emplacementen nader zijn uitgewerkt en
uitgesplitst in een exploitatief gedeelte en een infrastructureel gedeelte. Pas dan kan
door de Stadsregio het definitieve subsidiebedrag worden berekend. Er zit in de
huidige fase dus nog een onzekerheid in de uitkomst van de kostenverdeling en er
kunnen verschuivingen plaatsvinden tussen de partijen.
2) Bouwrente
De bouwrente voor het 1
e
Investeringspakket kan samen met de investeringen worden
geactiveerd (en dus worden meegenomen in de kapitaallasten van deze strategische
activa), of jaarlijks door de Stadsregio worden vergoed. Op basis van de aannamen in
paragraaf 4.1 en bijlage 3 bedraagt de bouwrente € 14,3 mln.
3) Vervolginvesteringen
Referentie voor dekking van het dossier UTO is de initiële businesscase op basis
waarvan de Stadsregio in december 2008 haar adviesaanvraag heeft opgesteld. Als
eisen of wensen van de Gemeente zouden leiden tot verslechtering van deze initiële
businesscase, dan is er een reële grond voor een financiële bijdrage van de gemeente
zelf in dit dossier. Dit zal worden betrokken bij de definitieve businesscase en het
definitieve i.c. go/no go besluit medio 2010.
Voor de overige exploitatievoorzieningen die nodig zijn voor de NZL als werkend
vervoerssysteem, maar (nog) niet in de bouwscope zitten, maakt de Gemeente een
onderbouwing over nut en noodzaak en legt uit waarom ze niet in de bouwscope van
de NZL zitten. Op basis van deze uitwerking zullen nadere afspraken gemaakt worden
tussen Stadsregio en Gemeente over de kostenverdeling van één eenduidig pakket aan
aanvullende exploitatievoorzieningen voor de NZL. Eind 2009 zal een compleet

12
overzicht beschikbaar zijn. Besluitvorming hierover moet begin 2010 plaatsvinden,
om veilig te stellen dat (de voorbereidingen van) de bewuste voorzieningen nog
kunnen worden meegenomen in het bestek van de afbouw van de NZL. De gemeente
neemt hiertoe het initiatief.
4) Indexatie
Voor het gehele AMSYS-programma geldt dat indexatie van nog niet uitgegeven
kosten gebeurt conform de IBOI-definitie van het CPB. Vanaf het moment van
gunning van een deelproject geldt ofwel een vaste prijs ofwel verdere indexatie, zoals
toegelicht in paragraaf 3 en bijlage 2.
5) Risico’s
De gemeente heeft binnen het project AMSYS een bijzondere positie. Zij is via
GVB/Activa BV eigenaar van rollend materieel, en via DIVV eigenaar van de
infrastructuur. Daarom is de gemeente opdrachtgever voor het investeringsprogramma
van AMSYS. De Stadsregio heeft als concessieverlener en subsidieverlener voor het
OV weliswaar een beslissende stem bij de investeringen, maar dat neemt niet weg dat
de gemeente als opdrachtgever uitvoeringsrisico’s loopt. Dit wordt door de gemeente
onderkend (zie paragraaf 4). Bij (dreigende) substantiële kostenoverschrijdingen dan
wel extreme onvoorziene omstandigheden in het BDU-regime, gaan Gemeente en
Stadsregio altijd met elkaar in gesprek. In alle gevallen geldt bij (dreigende) geschillen
tussen partijen, derhalve ook bij geschillen over risico’s, de geschillenregeling zoals
vastgelegd in het Afsprakendocument van 19 mei 2008.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud te Amsterdam op … november 2009
Stadsregio Amsterdam
Gemeente Amsterdam
H. Luiten
H. Gerson