Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
1
DEFINITIEF
Vergadering
Openbare vergadering van de raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten
Vergaderdatum
13 januari 2010 van 09.00 tot 12.45 uur en van 13.45 tot 16.00 uur in zaal 0239 van
het stadhuis
Verslag vastgesteld op
3 februari 2010
Voorzitter
: de heer Van Drooge (CDA)
Portefeuillehouder:
de heer Gerson
Commissiegriffier:
mevrouw Coppen
Verslaglegging:
de heer Bollinger (Notuleerservice Nederland)
Aanwezige commissieleden
: de heer Bakker (SP), de heer Beishuizen (VVD),
mevrouw Bergervoet (PvdA), de heer Flos (VVD), mevrouw Hauet (PvdA), de heer
Manuel (D66), de heer Molenaar (GL), mevrouw Netjes (CDA), mevrouw Van Pinxteren
(GL), de heer Sancisi (D66)
Afwezige commissieleden
: de heer Mahdi (PvdA), mevrouw Van der Werf (CDA)
Overige aanwezigen:
de heren Kempers, Akkies, Witte, Garritsen, Van Motman
en mevrouw Zwaan (DIVV), de heer Van Eerden (Stadsregisseur), de heer Waling en de
heer Beffers (AMSYS), de heer Schouten (CoFin), de heer Klandermans (DW), de heer
Steenwinkel (Westerpark), mevrouw Ceha (Oost-Watergraafsmeer), de heer Van der
Moolen (CFV), de heer Das (IVV), de heer Schreuders (SAC), mevrouw van Sluys, de
heer Van Buuren
Algemeen
1.
Opening
De
VOORZITTER
opent de vergadering om 9.00 uur en heet de aanwezigen
welkom.
2.
Mededelingen
De
VOORZITTER
deelt mee dat vanavond de enquêtecommissie over de
Noord/Zuidlijn vergadert. Het aanleveren van de stukken was laat, waarvoor excuses,
zodat de risico’s van het boren de volgende keer worden behandeld. Het werkbezoek aan
de Amstelveenlijn vindt op 20 januari 2010 plaats. Spreker inventariseert dat in ieder
geval drie commissieleden mee kunnen.
Wethouder
GERSON
geeft aan dat over het strooizout verwarring in de pers is
ontstaan. In het weekeinde was het spannend maar uiteindelijk is het goed gekomen. De
veiligheidsteams houden het in de gaten en men is op orde. Bij de stukken ter
kennisname zit de Voortgangsrapportage en risicoanalyse renovatie Metro Oostlijn, ook
over de aanbestedingsprocedure vluchtmaatregelen. De onderhandelingen daarover zijn
met goed gevolg afgerond, zodat het projectrisico van 10,7 miljoen naar 8,8 miljoen euro

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
2
is gedaald.
Mevrouw
NETJES
vraagt waarom verontrustende berichten over het voorradige
strooizout zijn ontstaan. Hoe is het probleem zo snel verholpen?
Wethouder
GERSON
antwoordt dat er niet voldoende zout was om het hele
weekeinde door te strooien, maar gelukkig sneeuwde het niet op zaterdag en zondag.
Toen was er voldoende materiaal, zodat een extra waarschuwing niet nodig was.
3.
Vaststellen agenda
Akkoord.
4.
Inspreekhalfuur publiek
Mevrouw
BOERLAGE
gaat namens WOUW dit keer in op de volkshuisvesting,
waar het bouwtempo achterblijft, ook van de seniorenhuisvesting. Zij pleit voor meer
huisvesting voor mensen die zorg behoeven en zelfstandig willen wonen. Zij moeten
zichzelf redden door de bezuinigingen op de AWBZ. Men moet leegstaande kantoren
gereedmaken voor huisvesting van deze groep en ook het liftenprogramma weer instellen.
Er is inventiviteit nodig, ook bij de nieuwe onderhandelingen over het akkoord in maart
2010.
De heer
BAKKER
vraagt of zij pleit voor het herontwikkelen van
kantoorgebouwen, niet alleen voor studenten maar ook voor ouderen.
Mevrouw
BOERLAGE
beaamt dat. Voor studenten wordt van alles gedaan, maar
ook de groep ouderen heeft extra aandacht nodig.
5.
Actualiteiten
Er zijn geen actualiteiten aangemeld.
6.
Conceptverslag van de openbare commissievergadering VV van 9 december
2009
Mevrouw
BERGERVOET
wijst namens mevrouw Hauet op de gedane toezegging
van de wethouder om De Key te houden aan de afspraak om te koop staande panden in
de Pieter Vlamingstraat na een jaar leegstand weer in verhuur te nemen.
De
VOORZITTER
zal het op de toezeggingenlijst plaatsen.
De heer
FLOS
wijst op pagina 2, waar wethouder Gerson een rapportage over de
parkeerinkomsten aankondigt. Spreker heeft gevraagd het stuk meteen te agenderen.
Vandaag staat het niet op de agenda en hopelijk de volgende keer wel.
De
VOORZITTER
leest in de notulen dat de heer Flos het wilde betrekken bij
bespreking in de avondvergadering.
De heer
FLOS
merkt op dat het een ander stuk betreft.
De
VOORZITTER
zal het betreffende stuk op de agenda zetten voor de volgende
keer.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
3
De heer
SANCISI
gaat in op bladzijde 9, waar staat dat hij schriftelijke vragen zou
stellen. Dat is niet het geval, wel zal hij de heer Klandermans zelf aanspreken, vandaag.
Met deze wijzigingen is het verslag vastgesteld.
7.
Openstaande toezeggingen
De
VOORZITTER
geeft aan dat de volgende keer alle openstaande
toezeggingen, schriftelijke vragen en moties worden behandeld.
Mevrouw
BERGERVOET
geeft aan dat nummer 60 niet van mevrouw Hauet kan
komen. Het betreft immers een verkeersaangelegenheid.
De commissie heeft kennisgenomen van de openstaande toezeggingen.
8.
Openstaande schriftelijke vragen
Akkoord.
9.
Rondvraag / TKN
De heer
BAKKER
gaat in op het kabinetstuk ter kennisname, de gegevens over
de verkoop van woningen op Funda. Ook de welbekende heer Bakker geeft elk kwartaal
een rapportage over de verkochte woningen in Amsterdam, per stadsdeel opgesplitst. Dat
geeft een goed beeld van wat er gebeurt.
Het skimmen van parkeerautomaten vindt plaats. Komt het veel voor en welke
maatregelen neemt men ertegen?
Wethouder
GERSON
heeft het antwoord niet paraat. Hij zal het navragen en de
commissie informeren, de volgende keer. Spreker beaamt dat er voldoende andere
bronnen zijn om een goede indruk van de woningmarkt te krijgen. Hij probeert daarom de
kabinetstatus van deze stukken af te halen.
De heer
FLOS
wijst op het bericht in Het Parool van 6 januari 2010, waarin de
wethouder de voorstellen van GroenLinks omarmt om de auto te bannen en de fiets meer
ruimte te geven. Wanneer kan de commissie het stuk verwachten?
Wethouder
GERSON
geeft aan dat er een reactie van het College op de nota is.
De grondgedachte is juist, maar het gaat niet om het omarmen van voorstellen van
GroenLinks. De beleidsaanpassing moet door het volgende College en de volgende Raad
in gang worden gezet. Het stuk kan op 3 februari 2010 in de commissie aan de orde
komen.
De heer
FLOS
vraagt om agendering van punt 8, de brief inzake de
Garageverordening, en de opbrengsten VGS, namelijk punt 9. Wanneer komt de evaluatie
van de 10-centstarieven?
Wethouder
GERSON
antwoordt dat het op 3 februari 2010 kan worden
geagendeerd.
Verkeer, Vervoer en infrastructuur
10.
Meerjarenanalyse 2010-2012

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
4
Presentatie
De heer
VAN EERDEN
(Stadsregisseur) gaat in op de planning van alle
werkzaamheden op de hoofdroutes auto, fiets en openbaar vervoer. Het gaat om de
Westrandweg, Tweede Coentunnel, de Noord/Zuidlijn, de ring in Oud-West en in Zuid-
Oost, de Wibautstraat en rond Schiphol, Amsterdam en Almere (SAA). De
werkzaamheden in het westelijke havengebeid zijn goed afgestemd met de aannemers en
Rijkswaterstaat. Afspraak is dat op de Basisweg altijd twee rijstroken beschikbaar zijn.
Ook zijn er ontwikkelingen rond station Sloterdijk en het op de begane grond brengen van
het busstation. Sail vindt dit jaar tussen Piet Heintunnel en IJtunnel plaats van 19 tot en
met 23 augustus en voor die tijd vindt de metroringlijnafsluiting plaats. In de zomer is de
verkeersdruk 15% minder. De stadsbrug Oosterdokseiland wordt aangelegd, ook vóór
Sail, evenals het inhijsen van de noodschuif in de Oostlijn. De nieuwe Tunnelwet schrijft
nieuwe veiligheidseisen voor, ook voor de IJtunnel en Piet Heintunnel. Ander in het oog
springend werk speelt zich af op het Damrak en Nieuwezijds Voorburgwal/Paleisstraat,
waar de kademuur verankerd moet worden en de rails vervangen. Ook de gasleidingen
worden vervangen. Tussen de Bilderdijkstraat en Eerste Constantijn Huygensstraat blijft
één rijbaan beschikbaar, gedurende twee jaar, en het werk wordt in fases uitgevoerd. In
december 2010 ligt het werk stil in verband met de middenstand. De spoorboog
Overtoom-Stadhouderskade wordt aangepakt.
De ring in Oud-Zuid kan nog niet worden aangepakt. Daarom vindt nu alleen klein
werk plaats door Waternet. De werkzaamheden op de Amstelveenseweg springen ook in
het oog, naast ontwikkelingen op de Zuidas. De Strawinskylaan en de Boelelaan blijven
gevrijwaard van hinder, evenals de Beethovenstraat en Parnassusweg. Voor de
Wibautstraat is een tijdvak aangegeven, waarin het werk mag plaatsvinden. Dat is na de
periode van Sail. Tijdens de werkzaamheden is altijd twee keer een rijstrook beschikbaar.
In Zuid-Oost zijn afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat over werk en verkeersstromen,
spitsstroken op de A1, spoorverdubbeling op de Zuidas en verbreding van de viaducten,
werk op de A2 en ondertunneling van de Gaasperdammerweg. De Gooiseweg moet klaar
zijn voordat de andere werkzaamheden gaan beginnen. Een ander zorgenpunt is de
bereikbaarheid en parkeermogelijkheden voor alle evenementen in Zuid-Oost.
De heer
MOLENAAR
vindt het goed dat degelijke analyses plaatsvinden. Hakt de
stadsregisseur knopen door als er conflicten zijn? Hoe ontwart de heer Van Eerden de
gordiaanse knoop en wat zijn gevolgen voor aanbestedingen en wensen van stadsdelen?
De heer
FLOS
vraagt waar de meeste kiespijn zit.
De heer
VAN EERDEN
hanteert het coördinatiestelsel voor alle diensten,
stadsdelen en particuliere bedrijven die hun werkzaamheden aanmelden bij Bureau
Stadsregie. Die maakt werk met werk. Stadsregie bemiddelt tussen verschillende partijen
en probeert de overlast zoveel mogelijk te beperken. De stadsregisseur is gemandateerd
om knopen door te hakken, met oog voor alle belangen van de partijen, ook de financiële
en politieke.
De heer
MOLENAAR
vraagt of de stadsregisseur er altijd tijdig bij is.
De heer
VAN EERDEN
beaamt dat. De planning vindt drie jaar van tevoren
plaats. Soms lijkt Amsterdam wel één grote bouwput, maar de burgers en bedrijven
vragen zelf ook om herprofilering van hun straat. Vaak zitten verschillende partijen in één
project en als het werk en de afstemming niet lukken, dan schuift de planning soms wel
met een paar jaar door om ander werk niet dwars te zitten. De kiespijn zit vooral in Oud-
Zuid, gezien de complexiteit van de werkzaamheden daar, en in Zuid-Oost rond de
spoorverdubbeling en rijkswegen SAA en de regioregie met Rijkswaterstaat.
Commissie
De heer
FLOS
wijst op het belang van
less is more
: hij juicht minder

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
5
werkzaamheden toe. Het stuk is een indrukwekkend boekwerk. Wat is de bandbreedte
voor uitloop van werkzaamheden? Wat zijn de bevoegdheden bij herprofilering van
straten? Gaat de stadsregisseur over alle straten die van belang zijn voor de
doorstroming? Over de Wibautas vraagt spreker hoe lang er twee keer een rijstrook
beschikbaar is. Wat zijn de gevolgen ervan?
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt naar het Scheldeplein en de beslissing over het
boren van twee kanten voor de Noord/Zuidlijn. Gooit dat de planning niet in de war?
De heer
VAN EERDEN
geeft aan dat de bandbreedte niet exact is aan te geven.
Voor Sail geldt de datum 19 augustus 2010 en voor de spoorboog Overtoom in relatie tot
de Bilderdijkstraat geldt het principe: pas als het werk af is, mag het volgende project
starten. Daarmee ondervangt men een gedeelte van het onvoorziene uitlopen van werk.
De stadsregisseur is een machtig man. De door hem afgegeven tijdvakken zijn
allesbepalend. Dat gebeurt voortdurend met praten, afstemmen en onderhandelen, met
een dubbele check bij alle betrokken partijen. Formeel is de stadsregisseur bevoegd voor
de hoofdroutes voor auto, openbaar vervoer en fiets. Maar met de stadsdelen kijkt men
ook naar werkzaamheden op het onderliggende wegennet, bijvoorbeeld op de
Muiderstraat. Het werk op de Wibautas moet in oktober 2011 klaar zijn. Het besluit over
tweezijdig boren verstoort andere werkzaamheden, met gevolgen voor de planning op het
Scheldeplein.
Wethouder
GERSON
merkt op dat het belangrijk is zo ver mogelijk vooruit te
kijken en bepaalde risico’s van tevoren in te schatten en uit te sluiten. Zo was het invaren
van de zinksleuf voor de Noord/Zuidlijn gepland vóór Sail, maar vooraf is ingezien dat het
niet haalbaar was. Nu vindt het werk in september 2010 plaats.
De commissie heeft kennisgenomen van de meerjarenanalyse 2010-2012.
11.
Coöperatie Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten
De
VOORZITTER
geeft aan dat een mail met bijlage van de inspreker, de heer
Koerselman namens Parkmobile Benelux bv, is binnengekomen en rondgedeeld.
Inspreker
De heer
KOERSELMAN
spreekt in namens Park Mobile Group, leverancier van
onderdelen voor het parkeren in Amsterdam, met betrekking tot het Servicehuis. Op
verzoek van de gemeente heeft zijn bedrijf een database ontwikkeld, naast de
mogelijkheid van het betalen met mobiele telefoon op straat. De onderneming heeft
daarbij risico’s genomen en contracten afgesloten, ook om de ontwikkelde mogelijkheden
elders te kunnen exploiteren. Spreker is teleurgesteld in de constructie van het
Servicehuis. Hij is buitenspel gezet. De gemeente is een verkeerde weg ingeslagen.
Meerdere malen heeft spreker vragen gesteld en geen antwoord gekregen. De bij deze
vergadering verstuurde documenten zijn onvolledig en bevatten onjuistheden. Daarom
heeft hij een stuk geschreven en opgestuurd naar de commissie. De huidige opzet
functioneert goed en met de coöperatie vormt men een inkoopmonopolist. Dat verlaagt de
complexiteit en verbetert de efficiëntie, zo wordt beweerd, maar dat is niet waar. De
besparing is niet de reden van het Servicehuis. De condities van de huidige leveranciers
worden gehalveerd en dat betekent dat alle providers verliezen zullen gaan leiden. De
enige manier om die verliezen op te vangen is het verhogen van de servicefees, wat
slecht nieuws is voor de burger. Spreker raadt de commissie aan niet in te stemmen met
de oprichting van coöperatieve vereniging Servicehuis.
De heer
MOLENAAR
vraagt meer informatie over zijn positie ten opzichte van de
gemeente. Welke verwachtingen zijn gewekt? Er wordt gesproken over besparingen van
1 of 2 miljoen euro. Kan men meer besparen of wordt het duurder?

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
6
De heer
KOERSELMAN
is de aanbieder van de parkeerrechtendatabase. De
software is vijf jaar geleden ontwikkeld voor alle leveranciers van parkeerrechten, op basis
van mobiele telefoons, parkeerautomaten en -vergunningen. Daarnaast is zijn bedrijf ook
aanbieder van het vergunningssysteem dat door Cition wordt afgenomen, en aanbieder
van het belparkeren. De gewekte verwachtingen maakten forse investeringen
noodzakelijk om ook buiten Amsterdam en Nederland soortgelijke oplossingen aan te
kunnen bieden, gecombineerd met een blijvende relatie met de gemeente. De
kostenbesparingen hangen samen met de software, geëxploiteerd door de RDW voor het
Servicehuis, ongeveer 300.000 euro besparing. Dat wordt verrekend en door middel van
die constructie kunnen de condities van de providers worden gehalveerd.
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt of dit alles in strijd is met Europese en
Nederlandse mededingingsrecht. Is men al een rechtszaak begonnen?
De heer
KOERSELMAN
antwoordt dat hij dat nog niet heeft gedaan. Hij beraadt
zich er nog op.
Mevrouw
NETJES
vraagt naar de gewekte verwachtingen en concrete
toezeggingen.
De heer
KOERSELMAN
geeft aan dat contracten zijn gesloten en zijn afgelopen.
Men verkeert al in een verlenging, wellicht voor het komende jaar, afhankelijk van hoe
snel men een alternatief kan opzetten. Zijn bedrijf heeft echter een software ontwikkelt
beneden de kostprijs, met tonnen aan investering die men nu moet afschrijven. De
verwachting van een langdurige relatie met de gemeente blijkt nu niet bewaarheid.
De heer
FLOS
begrijpt dat het intellectuele eigendom in handen van de gemeente
ligt. Is dat ook zo afgesproken?
De heer
KOERSELMAN
ontkent dat. In de ontwikkelfase heeft de gemeente
gebruikgemaakt van de kennis en inbreng van de provider, en de functionele omschrijving
is een gezamenlijke opgave geweest. De ontwikkeling van de software is een volledige
inspanning van Parkmobile geweest. Daarvoor brengt zijn bedrijf de licentie momenteel in
rekening. De stelling dat de IP in bezit is van de gemeente Amsterdam, is moeilijk te
handhaven. Er wordt 250.000 euro voor gevraagd, terwijl de oplossing 40.000 euro heeft
gekost.
De heer
SANCISI
vraagt of een kostenbesparing zal plaatsvinden. Zijn er voor de
gemeente andere redenen voor het Servicehuis? De voordracht beweert dat de markt
geen interesse heeft, maar de inspreker ontkent dat. Hoe komt dat? Kan zijn bedrijf de
privacy beter beschermen dan als de overheid het met het Servicehuis zelf doet? Hoe kan
het bedrijf dat beweren?
De heer
KOERSELMAN
concludeert uit de stukken dat de gemeente redenen
van efficiëntie heeft. Die ziet spreker zelf niet. Daarnaast is er de verlaging van de
complexiteit, die ook twijfelachtig is. De communicatie met de gemeente is beperkt
geweest, maar er is wel kenbaar gemaakt dat de markt wil werken aan een gezamenlijke
oplossing. De nu gekozen weg is een oplossing met een landelijke database, maar er zijn
alternatieve oplossingen die minder privacygevoelig zijn. De kostenbesparing is te
verwachten als meerdere gemeentes een platform afnemen. Dat kan meer zijn dan de nu
aangegeven 300.000 euro, die volledig is gerelateerd aan de halvering van de condities
van de providers. Dat heeft niets te maken met het creëren van een technische oplossing.
Commissie
De heer
SANCISI
vraagt een toelichting van de wethouder.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
7
De heer
FLOS
vindt het een onvoldragen stuk, omdat deze ondernemer aangeeft
dat hij interesse heeft terwijl in het stuk het tegendeel wordt beweerd. Hij vraagt om uitleg
van de wethouder. Een ander punt van zorg is de privacy. De overheid moet de gegevens
van burgers niet verzamelen.
De heer
SANCISI
vindt dat de overheid niet moet gaan doen wat de markt zelf wil
doen. Ook over de privacy sluit D66 zich aan bij de VVD. Hoe is de communicatie met de
ondernemers verlopen? Zijn er naast de kostenbesparing andere redenen voor het
Servicehuis?
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt of ook is gekeken naar het mededingingsrecht.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
geeft aan dat de reactie van de inspreker hem pas sinds
gisteren bekend is. Het gaat om commerciële belangen die men niet in de openbaarheid
moet bespreken. Daarom stelt spreker voor het stuk aan te houden, met de betrokkene
apart te overleggen en de commissie later nader te informeren.
De heer
FLOS
laat het aan de wethouder over of er een nieuw stuk komt.
De heer
MOLENAAR
vraagt de wethouder het stuk terug te nemen.
Wethouder
GERSON
neemt niets terug, wel zal hij de zaak onderzoeken en met
een antwoord komen.
De heer
MOLENAAR
is blij dat de door de inspreker opgeroepen vragen worden
beantwoord. Kan de wethouder ook de risico’s meenemen?
De
VOORZITTER
constateert dat het onderwerp de volgende keer opnieuw wordt
geagendeerd.
12.
Uitvoeringsbesluit Reconstructie Wibautstraat
De
VOORZITTER
heet ook mevrouw Ceha van Oost-Watergraafsmeer welkom.
Insprekers
De heer
DE WITH
spreekt namens de Fietsersbond en brengt het technische
probleem met een extra rechtsafvak onder de aandacht, ter voorkoming van dodehoek-
en kop-staartongelukken. Nu wordt een minder veilige oplossing voorgelegd. Het biedt de
mogelijkheid van een breder fietspad. De middenberm is op het hele traject 8 m breed,
maar voor 80 m kan er best een afslag van 3 m af. Spreker hoopt dat de commissie het
besluit zal aanpassen.
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt naar de argumenten tegen zijn voorstellen.
De heer
DE WITH
geeft aan dat de verkeerscommissie van het stadsdeel vond
dat zijn voorstel afbreuk aan de middenberm doet, die de drager van de Wibautas wordt
genoemd. De centrale verkeerscommissie is wel akkoord.
Dee heer
MOLENAAR
vraagt of een stoplicht mogelijk is.
De heer
DE WITH
geeft aan dat auto’s voor rechtsaf en rechtdoor dan tegelijk
groen krijgen, en de fietsers niet tegelijkertijd. Dat zorgt voor oponthoud en is niet
praktisch.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
8
De heer
SPAAN
spreekt in namens Wibaut aan de Buurt voor de Buurt en vindt
de uitwerking van de herprofilering slecht. Er is een middenberm van meer dan 8 m en die
gaat af van de stoepen, soms van 12 m naar 5 m. De auto’s komen dichterbij de huizen te
rijden, met meer luchtverontreiniging en geluidsoverlast. Er worden volwassen bomen
gekapt en er komen jonge bomen voor in de plaats, terwijl de normen al worden
overschreden. De omwonenden zijn het niet eens met het ontwerp, zo blijkt uit de vele
opgehaalde handtekeningen. Een 2 m brede middenberm is een betere optie. De
uitvoering vindt in september 2010 plaats en voor die tijd moet men met de buurt in
gesprek gaan. Dat is nog niet gebeurd.
De heer
BAKKER
vraagt namens wie inspreker spreekt. Waar is de stoep 12 m
breed?
De heer
SPAAN
antwoordt dat de stoep bij de Albert Heijn en viskraam 12 m
breed is. Hij woont in de Weesperzijdestrook.
De heer
MOLENAAR
vraagt of geen inspraak of informatieavond heeft
plaatsgevonden.
De heer
SPAAN
antwoordt dat de informatieavond eenrichtingsverkeer was. Er
was geen inspraak. Twaalf jaar geleden is het plan opgesteld. Toen is wel inspraak
geweest,
maar
daarna
zijn
er
nieuwe ontwikkelingen
gekomen,
zoals
het
parkeerprobleem, de Amstelcampus en Parooldriehoek. Er moet nieuwe inspraak komen.
De heer
SANCISI
vraagt hoever het lopen is naar de verplaatste parkeerplaatsen.
De heer
SPAAN
vindt dat niet een probleem, wel dat het een tijdelijke oplossing
is.
Mevrouw
NETJES
leest in het stuk dat op 3 juni 2009 een informatieavond is
georganiseerd.
De heer
SPAAN
merkt op dat het geen inspraak was.
De heer
MASTROGIACOMO
beaamt dat de informatieavond
vooral
eenrichtingsverkeer
was.
Spreker
is
bestuurslid
van
de
buurtvereniging
Weesperzijdestrook. Er is geen inspraak over deze ingrijpende plannen geweest. Het
masterplan is in 1997 wel bediscussieerd met de buurt, maar er is intussen veel
veranderd. Zo hield het plan toen geen rekening met de ingang van de parkeergarages,
bijvoorbeeld bij de Parooldriehoek. Het is de vraag hoe druk de Weesperzijde zal worden.
Het huidige plan wijkt af van de strategienota van Wibaut aan de Amstel, waarin wordt
aangegeven dat de auto’s zover mogelijk van de huizen moeten gaan rijden, terwijl zij in
dit plan juist dichterbij komen. Na dertien jaar moet de buurt opnieuw worden
geraadpleegd over de plannen.
Commissie
De heer
BAKKER
merkt op dat lange tijd zit tussen het masterplan en de
uitvoering. Daarvoor is nieuwe inspraak nodig, al is het goed dat nu eindelijk iets wordt
gedaan aan de Wibautstraat. Na een openplanproces is het plan ten onrechte in de ijskast
gezet. Wat zijn de bezwaren tegen het rechtsaf slaan en de hap uit de middenberm?
De heer
SANCISI
vindt dat men de inspraak beter moet doen. Er had een kaart
bij het plan en de voordracht moeten zitten. Parkeerplaatsen verdwijnen, met structurele
ondergrondse oplossingen die vaak worden uitgesteld. Wat gebeurt er in de tussentijd?
Naast de bewoners zijn er de belangen van de ondernemers, waarmee rekening moet
worden gehouden. Ook een viskraam moet een plek kunnen vinden op de stoep. Ook de
oplossing van rechtsaf slaan moet mogelijk zijn.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
9
Mevrouw
BERGERVOET
sluit zich aan bij de vraag over rechtsaf slaan. Is dat
mogelijk? De inspraak is niet goed verlopen. De bewoners hebben het gevoel dat zij niet
zijn gehoord. Dat is jammer. Als de Raad het plan aanpast, is het de vraag wat de
stadsregisseur ervan zal denken.
De heer
FLOS
wijst op de consequenties van de werkzaamheden. De Raad van
1998-2002 heeft het besluit van het masterplan genomen. De insprekers wezen terecht
op de veranderingen sindsdien. Een informatieavond is volstrekt onvoldoende. Het plan
moet opnieuw de inspraak in. Een 8 m brede groene strook met twee bomenrijen is wel
mooi, maar veroorzaakt negatieve bijeffecten zoals het dichtbij de huizen rijden van
auto’s, de smallere stoepen en de verdwijnende parkeerplekken. Een nieuw voorstel is
nodig. De motie Gazic had als doel het vergroten van de verkeersveiligheid door de
stroken te versmallen. Nu blijkt het verkeersonveiliger. Wat zijn de meerkosten van de
visuele versmalling? Er wordt 200.000 euro bezuinigd op een budget van 15 miljoen euro,
maar uitstel kan meer bezuinigingen opleveren. Men moet het besluit terugnemen en in
de volgende periode na inspraak opnieuw behandelen.
De heer
BAKKER
merkt op dat de VVD toen niet en nog steeds niet enthousiast
over het plan is.
De heer
FLOS
beaamt dat.
De heer
MOLENAAR
is niet voor uitstel. Hij vraagt waarom wel een
informatieavond maar geen inspraak is gehouden. Waarom is niets gedaan met de door
de Raad gevraagde fysieke versmalling?
De heer
FLOS
merkt op dat GroenLinks nu de Wibautstraat wel wil versmallen
ten koste van de verkeersveiligheid.
De heer
MOLENAAR
wacht het antwoord van de wethouder af. Hij vraagt of een
stoplichtoplossing mogelijk is, waarbij de fietsers exclusief groen licht krijgen en pas
daarna de auto’s. Komen er forse bomen terug en kunnen platanen op de metrobuis
worden geplant? Kan de wethouder meer vertellen over een fietspad in twee richtingen in
verband met de stalling?
Mevrouw
NETJES
is ook verrast door de inbreng van de insprekers en hun
redelijke argumenten. Zonder inspraak kan dit plan niet doorgaan. Heeft de wethouder
niet eerder van de bezwaren vernomen?
Beantwoording
Wethouder
GERSON
geeft aan dat het plan in januari 2002 is vastgesteld. Nu is
men acht jaar verder. De inhoudelijke argumenten staan in de voordracht aangegeven. Er
is daarbij sprake van een afweging van belangen. Het plan zit goed in elkaar. Uit inspraak
zal niet veel nieuws komen. Er zal sprake zijn van dezelfde geluiden.
De heer
BAKKER
vraagt of inspraak geen goede zaak is.
Wethouder
GERSON
vindt de argumenten voor het plan overtuigend. Als men op
onderdelen zaken gaat veranderen, gooit men het hele plan weg. Dat betekent weer een
vertraging van jaren. Dezelfde afweging als nu is ook gemaakt in 2002, met alle voor- en
tegenargumenten.
De heer
FLOS
wijst op de veranderingen in samenstelling van de buurt en de
lucht- en parkeerproblematiek die anders is dan in 2002. Dat zijn nieuwe feiten.
Wethouder
GERSON
wijst erop dat in de voordracht vier argumenten tegen het

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
10
rechtsaf slaan worden genoemd. Men kan 80 m middenberm er afhalen, maar dat tast de
kwaliteit van het plan aan. Wel wil hij een verkeerslichtoplossing bekijken. Spreker heeft
een kaart opgehangen, waaruit blijkt dat alle kruisingen hetzelfde uiterlijk krijgen. Dat
maakt het overzichtelijk voor de gebruikers.
De heer
FLOS
merkt op dat een middenberm van 8 m meer overtuigende
argumenten behoeft dan nu wordt gegeven.
Wethouder
GERSON
is het daarmee niet eens. Er zijn inhoudelijke argumenten,
naast de discussie over de stedenbouwkundige kwaliteit en allure.
Mevrouw
NETJES
onderschrijft de kritiek van de heer Flos over de middenberm.
Wethouder
GERSON
vindt het een goed concept, net zoals specialisten,
bestuurders en een groot deel van de medewerkers aan het open inspraakproces. In het
kader van de stoepen moet men niet vergeten dat de ventwegen verdwijnen. Er ontstaat
daardoor meer ruimte voor de voetgangers, over het algemeen. Zo blijkt ook de invloed
van de weggebruikers op de huizen gelijk of minder groot dan nu. De brede en groene
middenberm werkt een deel van de luchtverontreiniging weg. Per saldo verbetert de
situatie. De nieuwe bomen betekenen inderdaad een overgangsprobleem, maar er komen
er wel twee keer meer bij. Men plant bomen van 5 m hoog. De parkeerplaatsen worden
definitief vervangen en tussentijds is er een tijdelijke oplossing. De motie Gazic wordt in
de voordracht aangehaald, waarbij de onkosten niet het argument vormen maar de
veiligheid wel. Spreker onderkent dat het plan te lang op uitvoering heeft moeten wachten.
Wil men het plan opnieuw op onderdelen aanpassen, dan betekent dat een forse
vertraging.
De heer
MOLENAAR
begrijpt dat het masterplan na inspraak in 2002 is
vastgesteld. Kan op de uitwerking geen nieuwe inspraak plaatsvinden?
Wethouder
GERSON
beaamt dat. Het ging om een openplanproces, met veel
inspraak en inzet van de mensen. Dat is het doorslaggevende argument.
Mevrouw
CEHA
(portefeuillehouder Oost Watergraafsmeer) herinnert aan het
begin van haar aantreden in 2006. Er was geen geld voor het plan gereserveerd, al was
het een besluit van de Raad. Tijdens een fietstocht en uitgebreid debat zijn toen de route
en het plan doorgenomen met alle betrokkenen. Wethouder Herrema heeft toen
aangegeven dat de uitvoering zo spoedig mogelijk moest beginnen en de Raad heeft het
in de begroting opgenomen. Het masterplan is erg precies. Er is besloten niets meer te
wijzigen. Nieuwe inspraak zet alles weer op losse schroeven. Veel mensen en
ondernemers zijn positief over de plannen. Voor het gesuggereerde stoplicht moet een
oplossing voor de fietsers te vinden zijn, waarbij de verkeersveiligheid vooropstaat. Er is
gekozen voor een rechte middenberm met vier rijen bomen, wat zorgt voor het beeld van
een allee. Het stadsdeel wil doorgaan met de uitvoering.
De heer
BAKKER
vindt de situatie nu afschuwelijk, maar het blijft een dilemma
om inspraak niet opnieuw toe te staan. Ook over het rechtsaf slaan wil spreker nog
nadenken. Wellicht volgen er moties van de SP.
De heer
SANCISI
wijst op de veranderingen in de stad sinds 2002. Het was niet
slecht geweest om inspraak in 2006 te laten plaatsvinden. Nu moet men een tussenvorm
van inspraak vinden om kleine aanpassingen mogelijk te maken en naar de buurt te
luisteren.
De heer
FLOS
is niet voor het doorgeleiden naar de Raad. Men moet de inspraak
opnieuw doen. Spreker wil zijn voorstel in stemming laten brengen.
De heer
MOLENAAR
zal dat voorstel niet steunen, gelet op de beantwoording.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
11
Wel moet de wethouder een oplossing met het stoplicht in een brief aan de Raad
uitwerken. Dan hoeft GroenLinks een motie over een vak om rechtsaf te slaan niet te
steunen.
Mevrouw
NETJES
sluit zich aan bij de heer Molenaar. Zij is gerustgesteld door de
woorden van de wethouder in het kader van de overlast van de auto’s op de huizen. Kan
de informatie nog schriftelijk worden toegevoegd? Het CDA komt er in de Raad nog op
terug.
Wethouder
GERSON
zegt toe dat hij naar een oplossing voor het rechtsaf slaan
of stoplicht zal zoeken en toevoegen aan de voordracht.
De
VOORZITTER
merkt op dat aanstaande woensdag de raadsvergadering
plaatsvindt. Wat vindt de commissie van het voorstel van de heer Flos?
Mevrouw
BERGERVOET
steunt het voorstel niet. Het plan moet niet op de lange
baan worden geschoven, al is de gang van zaken vervelend.
De heer
BAKKER
denkt ook dat het onverstandig opnieuw tot uitstel over te
gaan.
De heer
SANCISI
steunt het voorstel van de heer Flos.
Mevrouw
NETJES
steunt het voorstel niet.
De
VOORZITTER
stelt vast dat de commissie het stuk naar de Raad wil
doorgeleiden, met de toezegging van de wethouder.
Hij schorst de vergadering van 11.20 tot 11.25 uur.
13.
Beschikbaar stellen van het eerste Uitvoeringskrediet AMSYS (Amsterdam Metro
System)
Presentatie
De heer
WALING
(AMSYS) gaat vooral in op het onderdeel voertuigen. Er is een
Europese aanbestedingsprocedure gestart die deze maand afloopt. Spreker toont
beelden van de oude en nieuwe voertuigen. Die laatste zijn zesbaks lang en hebben meer
capaciteit, zijn volledig doorloopbaar en vandalismebestendig en voldoen aan de hoogste
eisen voor brandveiligheid. Zij zijn ook al voorbereid op onbemand rijden, mocht dat
besluit in de toekomst worden genomen. Reizigersinformatie is belangrijk, evenals air
conditioning, energie-efficiëntie en led-techniek. De vloer is vlak en rolstoelen en fietsen
kunnen makkelijk mee. De kleuren zijn nog niet definitief bepaald.
De heer
MOLENAAR
vraagt of fietsen mee kunnen.
De heer
WALING
beaamt dat, maar dat is een besluit van de Raad.
Insprekers
De heer
VAN DER HORST
spreekt op persoonlijke titel. Het betreft een eerste
uitvoeringskrediet, dus een soort pre-go-besluit. In het rapport van de enquêtecommissie
staat dat de prognoses veel te hoog zijn, waarmee de basis voor alle uitwerking bij de
Noord/Zuidlijn ontbreekt. Daarom adviseert spreker het besluit te heroverwegen.
Commissie

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
12
De heer
FLOS
wil de discussie over de hoogte en breedte van het materieel niet
opnieuw voeren. Dat is al twee keer gebeurd. Kan de wethouder aangeven waarom dat
niet nodig is? Wat zou de consequentie zijn als de Raad zou kiezen voor smal materieel?
De heer
BAKKER
vraagt de heer Flos waarom die discussie telkens weer oplaait.
Mevrouw
BERGERVOET
is verheugd dat er zo snel mogelijk nieuwe metrostellen
komen. Die zijn hard nodig. De PvdA voelt er niets voor de discussie over het materieel
opnieuw te gaan voeren. Wanneer is de ACAM-rapportage in het kader van de regeling
risicovolle projecten klaar?
De heer
MOLENAAR
merkt op dat het totale krediet 1,3 miljard euro wordt voor
de aanschaf van nieuwe metrostellen, een enorm bedrag. Het is lastig het dossier te
beoordelen, al is het bestuurlijke traject zorgvuldig verlopen. De technische onderbouwing
is echter moeilijk te beoordelen, zo blijkt ook uit de gang van zaken rond de Combino. Zijn
voorzorgsmaatregelen genomen, zodat dergelijke fouten niet meer plaatsvinden? Weet de
Raad nu genoeg om het besluit te nemen of is een second opinion verstandig? De
uitvoeringsrisico’s zijn voor de gemeente, zo staat in de afspraken met de stadsregio. Hoe
groot zijn die risico’s?
De heer
BAKKER
wil de discussie wel openen, daarin gesterkt door de brief van
de ARS. Hun aanbevelingen moet men opvolgen. Hoe denkt de wethouder erover? In
verband met de Combino pleit spreker voor bewezen technieken, breed of smal.
Mevrouw
NETJES
vraagt of het een risicovol project is. Wat zijn de risico’s en
waarborgen? Hoe is de verhouding met de stadsregio, in het kader van de spreiding van
de risico’s? Over het latere besluit rond bestuurderloos rijden vraagt spreekster naar de
kosten ervan.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
beaamt dat het een langdurig proces is, waarbij het gaat om
grote bedragen. De gemeente wil leren van het verleden, ook in dit zorgvuldige proces.
De stadsregio draagt 95% van de kosten, evenals de risico’s. De samenwerking met hen
verloopt zeer efficiënt. Er is een stuurgroep met alle betrokkenen, onder voorzitterschap
van de secretaris van de stadsregio. Voor de gemeente valt het onder de regeling
risicovolle projecten, zodat er per kwartaal wordt gerapporteerd. Het rapport van de ACAM
is bijna klaar en in de volgende kwartaalrapportage wordt erop ingegaan. De omvang van
de risico’s staat in de voordracht: tussen de 5 en 10 miljoen euro voor de gemeente, op
de totale investering van 600 miljoen euro. Mocht in de laatste fase iets misgaan, dan is er
dat risico.
De heer
MOLENAAR
wijst erop dat het gemeentelijke aandeel in de investering
tot 10 miljoen euro bedraagt. Voor de gemeente zijn de uitvoeringsrisico’s. Hoe groot zijn
die?
Wethouder
GERSON
zal het laten toelichten. Voor dit project is een commissie
van externe deskundigen samengesteld, met experts uit Rotterdam en van ProRail. De
commissie stemt volledig in met de gevolgde procedure en strategie. De aanbesteding is
bijna rond, waarbij men dicht bij de directieraming zit. Over het automatisch rijden is een
principebesluit genomen, maar inzicht in de kosten en baten is essentieel, evenals het
toezicht op de perrons. De portefeuillehouder zal de Raad een helder stuk moeten
voorleggen met de nodige varianten. Als de voordelen niet groter zijn dan de nadelen, dan
moet men niet overgaan tot automatisch rijden. Er is sprake van een betreurenswaardig
misverstand rondom de vervoersvraag. De opgestelde prognoses zijn minder dan tien jaar
geleden gedacht, maar die voor de Noord/Zuidlijn zijn daarmee niet gebrekkig. Er zijn tal
van aanwijzingen die erop wijzen dat juist de metro wel aan de verwachtingen voldoet. Zo
overtreft de ringlijn de prognoses, terwijl tram- en buslijnen achterblijven. Dat komt ook

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
13
door de smalle wagens. Voor het succesvolle vervoer moet men wel voldoende capaciteit
regelen. Het rapport van de enquêtecommissie sterkt spreker juist in de overtuiging dat
een goed vervoermiddel meer mensen zal aantrekken. Ook het spoorgebruik op de
Zuidas overtreft alle verwachtingen.
De heer
FLOS
vraagt wat dat voor een scopewijziging van het project betekent.
Wethouder
GERSON
geeft aan dat het afgesproken aanbod binnen de prijs valt.
Als men een ander besluit neemt, is men weer een paar jaar verder. Het grootste
mankement nu is dat men met verschillend materieel rijdt. De Amstelveenlijn kan straks
niet verder dan het Amstelstation rijden. Men moet die fout uit het verleden niet herhalen.
De heer
SCHOUTEN
(Concern Financiën) gaat in op de uitvoeringsrisico’s die bij
de gemeenten liggen. Dat is logisch want de gemeentelijke ambtenaren sluiten de
contracten af. De stadsregio levert de voorzitter van de stuurgroep, maar delegeert de
verantwoordelijkheid naar de lokale ambtenaren. Spreker gaat ervan uit dat het risico nul
is, als de contracten goed in elkaar zitten. Als het ingenieursbureau fouten maakt, is deze
verantwoordelijk.
De heer
MOLENAAR
vraagt of uitvoeringsrisico’s niet nadere inzichten betreffen,
nadat de metro is gaan rijden. Het gaat uitsluitend om de contracten.
De heer
SCHOUTEN
beaamt dat, maar op blunders wordt de gemeente wel
aangesproken. Het gaat erom alle zaken die kunnen worden geregeld, goed te regelen.
De heer
BAKKER
betwijfelt of de keuze voor breed materieel de regionale functie
van de lijn beter mogelijk maakt. Het is duur en men rijdt niet makkelijk verder door,
gezien de voorwaarden van de kruisingen. Ook in Brussel denkt men na over
metroachtige varianten.
Wethouder
GERSON
scheidt twee discussies: die over een kruisingsvrije metro of
niet, naast discussies over de breedte. De Amstelveenlijn wordt relatief gezien duur omdat
die kruisingsvrij wordt gemaakt. De uitbreiding naar de regio hangt samen met de
beslissing of men het kruisingsvrij wil doen. Dat staat los van de breedte.
De
VOORZITTER
concludeert dat het stuk naar de Raad kan.
14.
Herinrichting Leidsebuurt (NvU)
De
VOORZITTER
geeft aan dat zeven insprekers zich hebben aangemeld, die elk
twee minuten spreektijd krijgen.
Insprekers
De heer
DE WITH
(namens de Fietsersbond) heeft complimenten voor het
algemene beeld van het autovrije Leidseplein, maar uit zijn zorgen over de kleine stalling.
Die moet integraal en aantrekkelijk worden ontworpen. Daarop moet niet worden
beknibbeld. Over het schetsontwerp bij de nota van uitgangspunten wil de Fietsersbond
later betrokken worden, mede in verband met slingers in de fietsroute en een rechtsafvak
voor auto’s langs de Stadhouderskade.
De heer
FIKKE
spreekt in namens bewonersvereniging De Hereniging over de
taxipuinhoop op het Leidseplein. Die moet men niet over de schutting verplaatsen naar
het Leidsebosje in het stadsdeel Oud-West. De nader te onderzoeken aspecten zijn
essentieel. Een nieuwe standplaats behoeft per definitie een bufferzone en de na inspraak
aangepaste nota van uitgangspunten Leidsebuurt is helder. Daarin staat dat de huidige
standplaats niet eerder wordt verplaatst, nadat er een nieuwe locatie met buffer is. De nu

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
14
voorgestelde standplaats voldoet niet aan dit criterium. Sluipwachtende taxi’s zullen de
Roemer Visscherstraat en omgeving aandoen voor een wachtplek. De nadelen die wel
gelden voor de bewoners van de PC Hooftstraat gelden voor omwonenden van het
Leidsebosje blijkbaar niet. Er moeten op het Leidsebosje bomen worden weggehaald en
de trambaan moet worden verplaatst. Er is onvoldoende onderzocht welke van de
alternatieven het meest geschikt is.
De heer
VAN DER VEER
spreekt namens TCA. Alle problemen hangen samen
met het teveel aan reizigers en taxi’s, vooral in de late avond en nacht van het weekeinde.
Overdag zijn er geen problemen. Men moet het aanbod van taxi’s en reizigers daarom
stroomlijnen en het gekozen systeem moet de zelfregulatie en rust bevorderen. Lopende
en zoekende reizigers moet men vermijden. Zichtbare taxistandplaatsen op een
strategisch punt en op korte afstand van de Leidsestraat zijn essentieel. Rondrijdende
taxi’s moet men voorkomen. De Stadhouderskade moet vrije doorgang behouden, als
enige aan- en afvoer van taxi’s. De standplaats daar is geen goed idee.
De heer
BAKKER
vraagt naar het alternatieve voorstel van de heer Van der Veer.
De heer
VAN DER VEER
stelt voor de taxi’s te beschouwen als publiek vervoer
en het te tolereren op het plein in twee rijen vanaf de Leidsebrug, vanaf de trambocht
langs het Hirschgebouw.
De
VOORZITTER
heeft begrepen dat inspreker ook nog een ander voorstel heeft,
dat in de schriftelijke informatie is te vinden.
De heer
RONSTAD
spreekt in namens werkgroep Overtoomse Kop en
Vondelbuurt, die zich uitspreekt tegen de standplaats op het Leidsebosje. Het is een
illusie te denken dat het plein aan de voetgangers wordt teruggegeven. De trambanen
blijven gehandhaafd, evenals de bussen, en de fietsers schieten per definitie over het
voetgangersgebied, zonder handhaving. Het plein is nooit van de voetgangers geweest.
Door de standplaats te verplaatsen en het bufferprobleem niet op te lossen wordt het
kernprobleem ook niet opgelost maar verplaatst naar een ander stadsdeel. Spreker
verzoekt de besluitvorming aan te houden en alternatieve oplossingen in het centrum
serieus te onderzoeken. Aanstaande zaterdag zijn de commissie en de wethouder
uitgenodigd om de situatie te bekijken.
De heer
BAKKER
vraagt naar de oplossing.
De heer
RONDSTAD
zal die zaterdag uit de doeken doen. Het gaat om het vele
straatmeubilair, zoals tijdelijke urinoirs, poffertjes- en oliebollenkramen en onooglijke
serres aan de gevels die worden gedoogd. Dat is een historische fout. Spreker heeft er
foto’s van gemaakt. Met een ondergrondse garage voor de fietsers lost men een deel van
het probleem op, naast een goede opruim- en schoonmaakbeurt. De taxi’s moet men
handhaven op het Leidseplein om de klanten voor de deur te kunnen blijven afzetten en
afhalen.
De heer
BARTELDS
spreekt op persoonlijke titel over de praktijk van een grote
verkeers- en milieuchaos in de buurt, nu en in de toekomst. Dagelijks staan er eindeloze
files. Het plan zal de verkeersdruk alleen maar doen toenemen, bijvoorbeeld door de
versmalling van de verkeersroute vanaf het Rijksmuseum, het vervallen van de afslag
naar de parkeergarage Byzantium, de ene ingang naar de buurt op de Constantijn
Huygensstraat en de toevoer van de taxi’s via de smalle Vondelstraat. De gemeente wil
geen onderzoek doen naar de milieubelasting in het gebied, ondanks ontwikkelingen als
de standplaats op het drukke Leidsebosje, de parkeergarage met 550 plaatsen op de kop
van de Overtoom, de taxibuffer en de op dezelfde plaats geplande fietsbrug. Het zal de
verkeerschaos doen toenemen. Men moet rekening houden met alle bewoners van de
stad.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
15
De heer
VAN DER HORST
(op persoonlijke titel) vindt het kwalijk dat zijn e-mail
terzijde is gelegd.
De
VOORZITTER
merkt op dat zijn mail vandaag is rondgedeeld.
De heer
VAN DER HORST
geeft aan dat een voorstelling van zaken werd en
opnieuw wordt gegeven die onzinnig is. Er wordt beweerd dat de rails moeten worden
verlegd omdat de rails anders door de gewenste haltes lopen. Dat is niet waar. De
operatie is slechts bedoeld om daar een taxistandplaats te realiseren. Stadsdeel Centrum
wil daar tientallen miljoenen euro’s in steken. De standplaats komt op het fietspad en niet
op de rails te liggen. Vele betrokkenen en deskundigen zijn tegen de plannen, omdat er
minuten reistijdverlenging wordt gevreesd. De commissie moet de voordracht aanhouden.
De heer
HAGEMAN
(namens Stadsvervoerbelang) heeft een brief verstuurd aan
de commissieleden over een proef voor een tijdelijke inrichting door betonnen platen op
het tramspoor te leggen. Spreker gelooft niet in de aangegeven vier seconden oponthoud.
Trams en bussen staan soms meer dan een minuut stil. De halte is erg smal zodat
reizigers elkaar vaak in de weg staan. Ook ontstaan grotere loopafstanden naar het
Leidseplein en andere tramlijnen. Dit alles is niet ten voordele van voetgangers maar voor
illegale fietsenstallers.
De
VOORZITTER
merkt op dat het een voordracht betreft voor 17 februari 2010.
Hij stelt voor nu alleen de eerste termijn te doen om voldoende tijd over te houden voor
agendapunt 15.
Commissie
De heer
MOLENAAR
vindt het een mooi plan met een enorme verbetering voor
de leefbare binnenstad. GroenLinks gaat akkoord met de taxistandplaats en heeft een
voorkeur voor de wisselstrookbuffer langs de Stadhouderskade, omdat daarmee vrijwel
geen groen verloren gaat. Deze variant fietsenstalling is te klein voor het te verwachten
aanbod.
Bovengrondse
voorzieningen
blijven
nodig,
terwijl
men
ook
een
fietsparkeerverbod wil instellen. In andere steden legt men fietsparkeergarages aan voor
veel minder geld. Waarom? Waarom zijn goede tekeningen en ramingen van de gekozen
variant niet meegeleverd? Gisteren heeft spreker informatie opgevraagd, maar daarin
ontbreekt de raming. DIVV zou die ook niet bezitten. Hoe kunnen de wethouder en
commissie nu een goed oordeel vormen? Spreker vraag om een onderbouwde
kostenvergelijking,
voor
de
volgende
commissievergadering.
Ideaal
zou
een
ondergrondse stalling zijn met een directe toegang tot City, De Balie en
Stadsschouwburg. De stalling moet een citymarketingpunt worden.
De
VOORZITTER
vraagt hem zijn verhaal snel af te ronden.
De heer
MOLENAAR
vraagt om een onderbouwde kostenvergelijking. Men moet
zich niet nu al vastleggen op de kleinste variant. Kan men de grotere variant toevoegen,
met ondergrondse ruimte in de omgeving voor meer dan 2700 fietsen?
Mevrouw
BERGERVOET
heeft aarzelingen bij wat nu voorligt, met name de
effecten voor het openbaar vervoer. Stadsvervoerbelang, stadsregio en Rover hebben
bedenkingen geuit. Het verplaatsen van de taxistandplaats is vorige keer besproken maar
waarom is voor deze optie gekozen? Vorige week was er een inspraakavond in Oud-
West, waarvan nog geen verslag is binnengekomen. Is een alternatieve standplaats op
het Raamplein mogelijk, met een zichtlijn naar de bufferlocatie op de Appeltjesmarkt? Nu
moet er een systeem worden ontworpen om aan te geven wanneer de taxi’s mogen
aanrijden.
De heer
BAKKER
sluit zich aan bij de vraag van de heer Molenaar over
fietsenstalling. Er komt een tekort van vijfhonderd fietsparkeerplaatsen. Dan is een

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
16
parkeerverbod niet mogelijk. Hoe denkt de wethouder daarover? Wat is tegen een
tramhalte op het Leidseplein? Dat is alleen maar handig. Een halte is geen obstakel maar
functioneel. Is het alternatief van de inspreker van TCA een werkbare oplossing? Van de
buffer op de Appeltjesmarkt is spreker niet overtuigd.
De heer
SANCISI
pleit voor meerdere taxistandplaatsen rondom het plein. Dat
bevordert de keuzemogelijkheid van de klanten. Door de verplaatsing lost men niet alle
problemen op. De fietsgarage is erg duur. Die moet goed toegankelijk zijn voor iedereen.
De heer
FLOS
heeft gemengde gevoelens over het plan, al is het goed dat de
verkeersfunctie op het plein wordt beperkt. Bezwaarpunten zijn de grote en dure
fietsenstalling, de kritische inspraak en de verplaatsing van ov-haltes en de
taxistandplaats. De overstap wordt minder aantrekkelijk en zal de doorstroming doen
afnemen. Kan de wethouder een toelichting geven op overstappen van tram naar tram, en
van tram naar bus? De taxistandplaats moet bij voorkeur op zichtafstand liggen, de
overlast voor de buurt moet zo minimaal mogelijk zijn en de doorstroming moet
gegarandeerd blijven. De VVD is daarom tegen een standplaats bij het Leidsebosje-oost.
Men moet de alternatieven bij het Hirschgebouw en de variant op het Raamplein
onderzoeken, met een buffer op de Appeltjesmarkt.
De heer
SANCISI
moet helaas weg, zonder het antwoord van de wethouder af te
wachten, waarvoor excuses.
Mevrouw
NETJES
wijst op de chaotische situatie op het plein. Het is goed dat het
wordt aangepakt. Welke garanties zijn er dat de taxichaos wordt opgelost? Wat zijn de
mogelijke consequenties van de kritische houding van het GVB en stadsregio, ook op
financieel gebied? Ook stadsdeel Oud-West heeft bezwaren geuit. Wat gebeurt er na de
fusie? Men moet vooral de urinoirs van het plein wegnemen, of beter handhaven.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
zal schriftelijk antwoord geven op de vragen. Het
taxiprobleem wordt niet opgelost door een andere standplaats te realiseren. Een
oplossing daarvoor ligt op andere gebieden. Het gaat daarbij niet om het verplaatsen van
het probleem, maar om een structurele oplossing te vinden. De wethouder benadert de
herinrichting Leidseplein vanuit stedelijk oogpunt. Het betreft hier geen strijd tussen
standsdelen. Helaas is het plein een dure plek voor een fietsenstalling, die niet goedkoper
zal worden door hem groter te maken. Op het Raamplein komt een grote aanvullende
fietsvoorziening, zodat een taxistandplaats daar wellicht niet handig zal zijn. Dat wordt
nog bekeken. Men wil het plein van obstakels ontdoen, ook van de tramhokjes. Het plan
van de inspreker van TCA om taxi’s beperkt toe te laten ontkracht de kern van het plan.
De echte problemen spelen slechts in de nacht en de buffer wordt nader toegelicht in de
notitie.
De
VOORZITTER
geeft aan dat het onderwerp op 3 februari 2010 opnieuw in de
commissie wordt besproken, met een notitie en schriftelijke beantwoording van de
wethouder.
15.
Advies beëindiging acceptatie NVB (strippenkaart) in bus en tram
De
VOORZITTER
geeft aan dat het raadsadres van de heer Schraven is
rondgedeeld. Het wordt betrokken bij de commissiebehandeling en in de Raad van
aanstaande woensdag.
Insprekers
De heer
HAGEMA
(Stadsvervoerbelang) gaat in op het advies van de RAR. Die

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
17
gaat akkoord met de beëindiging van de strippenkaart, maar men moet wel rekening
houden met de gemaakte opmerkingen. De invoering van de chipkaart betekent een
achteruitgang voor de abonnementsgebruikers, in prijs en reisgemak. In Rotterdam is het
aantal storingen eerst afgenomen maar later toegenomen, evenals het aantal gebruikers
tot 25%. Spreker wil daarom niet van de strippenkaart af.
De heer
MANTJE
(namens commissie Mobiliteit ANBO) geeft het laatste nieuws:
het CSO, de samenwerkende ouderenorganisaties, heeft gezegd dat in Rotterdam de
afschaffing van de strippenkaart niet in februari 2010 moet ingaan, omdat de voorlichting
niet adequaat was. De RAR heeft een advies uitgebracht. De acceptatie van de chipkaart
in de metro wil nog niet zeggen dat eenzelfde acceptatie voor bus en tram zal ontstaan.
Zo moet men in de metro bij het uitstappen door een poortje. De RAR adviseert een
boetebedrag naar rato van de reductieprijs te hanteren, en spreker voegt toe dat de straf
voor het niet uitchecken hooguit de kosten mogen zijn van de langste afstand op de
betreffende lijn. Veel ouderen zijn bang in het gedrang niet te kunnen uitchecken, zodat
de groep van de proef weer terugkeert naar de strippenkaart. Een ruime
aankondigingsperiode van zeker twee maanden is nodig, ingaand na het definitieve
akkoord van de staatssecretaris. Eerst moet duidelijk zijn hoe de overgang voor de
ouderen in Rotterdam uitpakt. De stadsregio moet het verzoek aan de staatssecretaris
nog even opschorten en nieuw advies van de Raad vragen.
Commissie
De heer
FLOS
is voor de chipkaart en steunt het voorstel. Men moet de
strippenkaart kunnen inruilen voor chippen of chipknip.
Mevrouw
BERGERVOET
mist het advies van de RAR bij de stukken. Het betreft
een ja, mits. Het standpunt van de RAR is belangrijk voor de PvdA. Restitutieaanvraag bij
het loket indienen moet mogelijk blijven en het personeel moet de formulieren ook bij zich
dragen. Bij de NS moet men helaas in de rij gaan staan om geld terug te vorderen. Dat
moet voor de chipkaart anders en beter.
De heer
BAKKER
vindt het een verstandige brief van de wethouder, maar op
punt 8 kan het beter. Uit onderzoek van de SP blijkt dat de kosten van reizen met de
chipkaart 5% hoger zijn dan de strippenkaart. Dat is niet de bedoeling. De kilometerprijs
moet daarom niet € 0,10 per km zijn, maar € 0,09. Spreker is benieuwd naar het advies
van de RAR. Men moet de strippenkaart kunnen blijven gebruiken, gezien allerlei andere
bezwaren.
De heer
MOLENAAR
vraagt of het goedkopere ov-enkeltje gelijk kan worden
ingevoerd als het overstappen op de ov-chipkaart.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
dankt voor de lof. Hij zal proberen het advies van de RAR
vanmiddag aan de commissieleden te doen toekomen. De SP heeft een steekproef
gehouden, maar uit de wetenschappelijk verantwoorde steekproef blijkt dat de chipkaart
0,1% goedkoper is. Spreker zal het onderzoek aan de commissie doen toekomen. Het
inwisselen moet zonder problemen kunnen plaatsvinden, maar het GVB is bang voor
misbruik. Het wordt in de brief stevig verwoord, zodat de SRA er in de onderhandelingen
met het GVB extra aandacht aan kan geven. Spreker betwijfelt of het goedkope enkeltje al
per april 2010 kan worden ingevoerd.
De
VOORZITTER
stelt vast dat het stuk naar de Raad kan, waarbij de wethouder
het advies van de RAR vanmiddag zal laten ronddelen.
16.
Motie Ruimte voor emissievrij verkeer

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
18
De heer
MOLENAAR
hoeft het stuk inhoudelijk niet te bespreken, gezien de
reactie van het College.
De commissie heeft kennisgenomen van het stuk.
17.
Rapport gemeentelijke Ombudsman, Stroomlijning klachten openbaar vervoer
De
VOORZITTER
wijst op het verzoek van mevrouw Bergervoet voor uitstel van
behandeling tot 3 februari 2010. Dan kan de ombudsman echter niet aanwezig zijn.
Mevrouw
BERGERVOET
heeft het stuk niet goed kunnen bestuderen.
Het stuk wordt de volgende keer besproken.
18.
Afhandeling motie Bergervoet - Bezoekerspas Sociaal Isolement
Akkoord.
26.
Noord/Zuidlijn: tweezijdig boren
De
VOORZITTER
wijst erop dat er twee stukken zijn die handelen over het
boorproces. Het tweezijdig boren is een technisch stuk en daarnaast is er het stuk over de
risico’s van het boren op verzoek van de enquêtecommissie.
De heer
BAKKER
vindt het verwarrend. Het gaat bij beide om nagezonden
stukken over het boren. Wat is de relatie tussen de twee? Uitstel van behandeling is
gewenst.
Mevrouw
BERGERVOET
ziet een relatie tussen de twee stukken en de
vergadering van vanavond over het rapport van de enquêtecommissie.
De
VOORZITTER
licht toe dat er technische vragen over het tweezijdige boren
zijn gesteld. Dit stuk is het antwoord daarop.
De heer
BAKKER
vindt het meer dan een technische beantwoording. Er wordt
gevraagd definitief in te stemmen met tweezijdig boren.
De heer
FLOS
is het daarmee eens. Het is een belangrijk collegebesluit.
De
VOORZITTER
stelt voor de behandeling uit te stellen tot 3 februari 2010.
De
VOORZITTER
schorst de vergadering van 12.45 tot 13.45 uur.
Volkshuisvesting
De agendapunten 19, 20 en 21 zijn gevoegd behandeld.
De
VOORZITTER
geeft aan dat vandaag de tweede termijn plaatsvindt van de
behandeling van het initiatiefvoorstel van de heer Flos. De insprekers krijgen ieder
1 minuut spreektijd.
19.
Initiatiefvoorstel van het raadslid Flos van 16 september 2009, getiteld: Gevolgen
bovenwettelijke milieueisen aan woningen

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
19
20.
Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Gevolgen bovenwettelijke milieueisen aan
woningen
21.
Toegezegde voorbeelden bij behandeling initiatiefvoorstel van het raadslid Flos
Insprekers
De heer
VAN DER POEL
(namens Milieucentrum Amsterdam) vindt de
verplichting een woning in goede staat van onderhoud te houden of te brengen een goed
idee, inclusief de energieprestaties. Amsterdam heeft de ambitie in 2025 de CO
2
-uitstoot
van de bestaande bouw met 40% te verminderen en tot op heden lijken
stimuleringsinitiatieven, subsidies en energieloketten onvoldoende om de ambities te
bereiken. De complexgewijze aanpak biedt wel een perspectief. Iedereen moet meedoen
en de aanpak van Westerpark is een goed voorbeeld voor de rest van de stad.
De heer
FEDDEMA
(namens bewonerscomité Frederik Hendrikbuurt) vindt dat de
brief van de wethouder misleidend is in de rekenvoorbeelden. De punten 1 tot en met 3
gelden voor glasisolatie, de punten 4 en 5 voor gevelisolatie. Beide eisen worden
opgelegd aan de eigenaren. Als men de rekenvoorbeelden van Bureau Kansma moet
geloven, dan worden de kosten voor energie tot 0 gereduceerd in sommige gevallen. Voor
een van de bewoners bedragen de glaskosten nu 720 euro, maar dat wordt in die
berekeningen slechts 44 euro per jaar.
De heer
SANCISI
vraagt naar meer voorbeelden waaruit blijkt dat de gemaakte
berekeningen niet kloppen.
De heer
FEDDEMA
geeft aan dat vijf rekenvoorbeelden worden gegeven. De
eerste drie hebben betrekking op een terugverdientijd van de investering in dubbel glas,
en de laatste twee op de terugverdientijd van gevelisolatie. Als je de bedragen bij elkaar
optelt wordt een bewoner in het gunstigste geval verplicht 12.971 euro te investeren, en
19.740 euro in het ongunstigste geval. Dat betekent dat de jaarlijkse rekening van
720 euro naar 44 euro per jaar wordt teruggevoerd.
De heer
FLOS
wijst erop dat de heer Steenwinkel beweert dat het stadsdeel
ruimhartig is voor mensen met een laag inkomen, in de vorm van een renteloze lening.
Wat vindt de inspreker van de voorwaarden voor zo’n lening?
De heer
FEDDEMA
antwoordt dat de lening niet van toepassing zal zijn op de
meeste eigenaarbewoners. Die verdienen te veel, gezien de maximuminkomenseis. De
lening geldt slechts als men in zee gaat met het door de gemeente gekozen bureau om
de aanpassingen door te voeren. Men staat met de rug tegen de muur.
De
VOORZITTER
verwelkomt ook de heer Steenwinkel van het stadsdeel.
Commissie
De heer
FLOS
heeft kritiek op de aangeleverde berekeningen en voorbeelden.
Men gaat uit van een afschrijvingstermijn van tien of veertien jaar, maar de eerste jaren
worden de eigenaren op forse extra kosten gejaagd, terwijl men al is verhuisd als men
kan gaan terugverdienen. De eerste tien jaar zijn er dus extra kosten. Een lening krijgt
men niet voor veertien jaar, zodat men een langlopende verplichting moet aangaan, zeker
bij mensen met een tophypotheek en mensen met een relatief laag inkomen. Naast gevel-
en glasisolatie zijn er andere kosten, zoals de notaris- en provisiekosten en kosten voor
de hypotheek en het bouwkundige onderzoek. Welk EPA-advies is gebruikt? Geldt dat
vanaf 1 januari 2010? Hetzelfde geldt voor het maatwerkadvies. De energieprestatie van
een
woning moet
met minimaal
twee
labels
verspringen,
zodat
ook
een
hoogrendementsketel verplicht is. De genoemde kosten zijn gebaseerd op landelijke

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
20
getallen, terwijl die in Amsterdam 20% hoger zijn dan elders. Een vrije keuze van
aannemer is nodig. In de praktijk moeten eigenaren meer maatregelen nemen dan deze
milieueisen. Het gaat ook om sluitwerk en toegangsdeuren. Er is sprake van onjuiste
berekeningen, zoals de inspreker al aangaf. Een inkomen van meer dan 35.000 euro is
niet exorbitant hoog, terwijl wel sprake is van een lastenverzwaring. Spreker stelt voor de
Vereniging Eigen Huis als vertegenwoordiger namens de eigenaarbewoners te laten
meepraten om te komen tot een convenant, met als randvoorwaarde dat de woonlasten
niet stijgen en verhuurder de afschrijvingen kan terugverdienen. Daarbij kan men
gebruikmaken van de landelijk ontwikkelde instrumenten als het energielabel en
maatwerkadvies. Die partijen moeten ook bepalen wat een redelijke termijn is. Als na een
communicatietraject blijkt dat dit alles niet werkt, kan men overgaan tot een vorm van
handhaving. Men kan daarmee ook een einde aan de rechtsongelijkheid tussen
stadsdelen maken. Spreker denkt zijn voorstel in de Raad in stemming te brengen.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
heeft al duidelijk gemaakt dat zij anders tegen het
voorstel aankijkt dan de heer Flos. Tijdens de looptijd ondervindt men al voordeel op de
energiekosten. Is de heer Flos het daarmee eens? Een geïsoleerd huis is evident meer
waard bij een verkoop. Een convenant wordt al besproken. Hoe kan men de meerwaarde
van een huis gaan verrekenen met de eigenaarbewoners?
De heer
FLOS
wijst erop dat de waardestijging van een huis valt te bezien. Het
energielabel speelt een ondergeschikte rol bij de verkoop van huizen. In het convenant
kan men redelijke voorwaarden afspreken. Nu wordt het door de strot geduwd. Men moet
meer weerstand voorkomen door Eigen Huis te betrekken bij het convenant.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
vraagt of hij bereid is het verschil in waarde van de
woning te verrekenen in het convenant.
De heer
FLOS
beaamt dat het onderdeel zal zijn van de discussie over een
convenant met de Vereniging Eigen Huis.
De heer
SANCISI
merkt op dat de gemeente in 2025 40% reductie van de CO
2
-
uitstoot behaald moet hebben. Men moet mensen niet dwingen, tenzij er urgente redenen
voor zijn. De juridische onderbouwing van de maatregel is ook niet sterk. Men moet de
burgers verleiden tot dezelfde maatregelen en niet dwingen. Advocaten in het veld geven
aan dat het op deze manier niet zal lukken. De gemeente moet goed advies inwinnen.
Dee heer
FLOS
vraagt zijn oordeel over zijn voorstel voor een convenant.
De heer
SANCISI
vindt het een goed idee, maar men moet mensen niet dwingen
eraan mee te werken.
Mevrouw
HAUET
vindt dat eigenaarbewoners en kleine verhuurders niet
onredelijk op kosten mogen worden gejaagd, zeker niet in deze onzekere tijden.
Tegelijkertijd is er de verantwoordelijkheid voor het milieu en voor zuinig gebruik van
energie. Het beleid vergt maatwerk waarbij rekening wordt gehouden met de individuele
draagkracht van de burgers. Een simpele inkomensnorm doet daaraan geen recht.
Mensen die hoge kosten hebben moeten maken, kunnen niet onverwacht worden
aangesproken opnieuw hun maandlasten te verhogen. Die gegevens zijn soms
achterhaald wanneer de arbeidssituatie verandert door ontslag of andere omstandigheden
die tot derving van inkomsten leiden. Het voorstel van Westerpark is niet bevorderlijk voor
de geneigdheid een woning te kopen. Een nieuwe koper kan immers plotseling voor
onvoorziene extra kosten komen te staan in het kader van bovenwettelijke
milieumaatregelen. Bovendien is de uitwerking voor eigenaarbewoners willekeurig en
afhankelijk van of de woning deel uitmaakt van een complexgewijze aanpak, nog los van
de verschillen tussen stadsdelen.
Zoals het nu voorligt, is de PvdA-fractie er niet voor dit beleid over de stad verder
uit te rollen. Spreekster bepleit een nadere studie naar een genuanceerdere aanpak met

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
21
mogelijkheden voor maatwerk. In dat verband ziet zij uit naar het convenant
energiebesparing in de particuliere sector bestaande bouw, waarin tevens het AB-team
moet worden opgenomen. Dat hangt samen met de in juni 2009 aangenomen motie. Dat
voorstel, inclusief AB-team, ziet de PvdA graag tegemoet. De notitie over het kader en de
doelstellingen in Westerpark biedt openingen in de gewenste richting, maar er is slechts
weinig zekerheid over de ruimte die aan de woningeigenaren wordt gelaten. Overigens is
het de vraag of bij de eis van bovenwettelijke milieumaatregelen wordt voldaan aan het
noodzakelijkheidsvereiste dat is opgenomen in artikel 13 van de Woningwet. Bij dit project
van complexgewijze aanpak gaat het om stadsdeelbeleid, maar spreekster dringt erop
aan dat daarbij optimaal inhoud wordt gegeven aan het beleidskader van maatwerk en
fasering van de uitvoering door mogelijkheden te bieden voor milieumaatregelen op een
langere termijn, waardoor de getroffenen de tijd hebben voor de ingrepen te sparen of die
pas in hopelijk betere tijden hoeven uit te voeren.
De heer
FLOS
vraagt haar mening over zijn voorstel voor een convenant.
Mevrouw
HAUET
begrijpt dat al wordt gewerkt aan een convenant. De uitwerking
daarvan kan in de commissie worden beoordeeld, ook in het kader van de invulling van de
motie en het draagvlak bij eigenaarbewoners.
De heer
MANUEL
vindt het betoog van mevrouw Hauet genuanceerd, maar het
lijkt alsof zij het stadsdeel de ruimte wil geven die te gebruiken. Wat bedoelt de PvdA?
Mevrouw
NETJES
sluit zich aan bij de vraag aan de PvdA. De mensen moeten
niet voor zulke hoge kosten worden gesteld, maar aan het eind vindt de PvdA dat men
moet kunnen sparen voor de kosten.
Mevrouw
HAUET
begrijpt het geschetste dilemma. Zij is niet enthousiast over het
project, maar kennelijk heeft het stadsdeel de ruimte voor dit beleid. Daarom moet men
zoeken naar draagvlak en knelpunten oplossen. Voordat men het project kan uitrollen
over de hele stad, moet men eerst kijken naar wat in het convenant staat.
De heer
FLOS
is blij dat de PvdA inziet dat deze lijn niet werkt. Wat zegt mevrouw
Hauet tegen de mensen in Westerpark?
Mevrouw
HAUET
denkt dat de getroffenen daar slechts de weg naar de rechter
rest. De centrale stad heeft geen machtsmiddelen om dit soort maatregelen te verbieden.
Men moet met de bewoners tot overeenstemming komen, maar ook met de stadsdelen.
Ongelijkheid tussen stadsdelen is ongewenst.
De heer
FLOS
vindt het een vreemde redenering. De PvdA kan een oproep aan
de wethouder doen om aan Westerpark te vragen de maatregel uit te stellen.
Mevrouw
HAUET
houdt een pleidooi gericht aan de wethouder voor meer
maatwerk en ruimte te bieden voor spreiding over twintig jaar of op een later tijdstip te
investeren. Die mogelijkheid heeft het stadsdeel en men moet er gebruik van maken.
Mevrouw
NETJES
zal de argumenten van de eerste termijn niet herhalen. Zij sluit
zich aan bij de VVD, dat men mensen niet op extra kosten moet jagen. In de brief van
17 december 2009 staat dat men een lening kan afsluiten. Daarbij verandert het
maandbedrag niet, maar in het begin betaalt men alleen maar rente. Investeringen in een
huis krijgt men niet altijd volledig terug bij verkoop. Het voorstel van de VVD is redelijk en
voor alle partijen aanvaardbaar.
De heer
BAKKER
merkt op dat de energiezuinigheid van een woning een
kwaliteit is, net zoals de prijs. Verleiden is echter beter dan dwang. Het idee van de VVD
over een convenant kan spreker niet beoordelen, omdat er nogal wat haken en ogen aan
zitten.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
22
De heer
MANUEL
vraagt of de SP op deze manier niet voor de maatregel is.
De heer
BAKKER
vindt de voorwaarden nu te hard.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
geeft aan dat over de rekensommen overleg is gevoerd met
de firma Vastgoedbelang. De inbreng van de inspreker was in dat verband niet
overtuigend en ook de fracties konden niet aangeven waar de cijfervoorbeelden niet
klopten. D66 denkt het milieuprobleem op basis van vrijwilligheid op te lossen.
De heer
SANCISI
denkt dat de wethouder hem verkeerd heeft begrepen. Men
moet in 2025 de doelstelling behalen door middel van verleiden. Met dwang veroorzaakt
men tegenstand.
Wethouder
GERSON
wijst op het milieuprobleem waarvoor men in Kopenhagen
is bijeengekomen. Vergaande maatregelen zijn noodzakelijk, ook in de woningvoorraad.
Blijkbaar werkt men momenteel niet vrijwillig mee. Moet men dan het jaar 2025
afwachten?
De heer
MANUEL
geeft aan dat nog moet worden geprobeerd de mensen te
verleiden tot maatregelen. De fractie van de PvdA is het niet eens met haar eigen
wethouder.
Wethouder
GERSON
constateert dat D66 meer waarde hecht aan vrijwilligheid
dan de PvdA.
De heer
FLOS
vraagt de wethouder of deze nu al kan concluderen dat het zonder
dwang niet zal lukken.
Wethouder
GERSON
geeft aan dat het voor alle milieumaatregelen geldt. Er zijn
enorme uitdagingen en naast maatregelen bij de mobiliteit is het ook nodig behoorlijke
stappen te zetten met de bestaande voorraad woningen. Het is beter mensen uit zichzelf
in actie te laten komen, maar het gaat ook om een goede mix om de beoogde doelen te
bereiken. Dan moet men alle varianten in ogenschouw nemen. Bij een convenant geldt
een nadeel, namelijk het ontbreken van sancties. Is de VVD bereid over te gaan tot
dwang, mocht blijken dat een convenant onvoldoende teweegbrengt? In de sommen is de
waardestijging van de woning niet opgenomen, maar het speelt zeker een rol. De
vastgoedwaarde wordt vertegenwoordigd door de investeringen die op termijn
verdisconteerd worden. Spreker heeft goed naar de juridische adviseurs geluisterd. Die
zijn overtuigd dat de maatregel doorgang kan vinden. Twee vergelijkbare rechtszaken zijn
al gewonnen.
Commissie
De heer
FLOS
begrijpt dat de wethouder bezig is met een convenant voor de
particuliere sector, terwijl de Vereniging Eigen Huis niet is betrokken. Wel worden nu al
sancties aangekondigd en wordt beweerd dat convenanten niet goed uitwerken. Spreker
wijst erop dat veel van zijn kritiek voortkomt uit Vastgoedbelang.
Mevrouw
HAUET
heeft moeite met de discussie. Het onderwerp is ooit
geagendeerd naar aanleiding van problemen bij de bewoners met dit project van het
stadsdeel. In eerste termijn bleek dat de wethouder er wel achter stond, terwijl een
convenant nog moet worden afgesloten en de motie nog moet worden verwerkt. Deze
complexgewijze aanpak betekent willekeur, waarvan het maar de vraag is of men de
milieuproblematiek hiermee gaat oplossen. Of gaat het om een beleid voor alle woningen
in de bestaande voorraad? Willekeur is ongewenst.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
23
De heer
SANCISI
vindt dat de gemeente de noodzakelijkheid moet onderbouwen
en moet voldoen aan regels van het bestuursrecht, waaronder evenredigheid. Dat is nu
niet het geval. Nader advies van externe juristen is gewenst. Het is verspilde moeite
mensen op deze manier te dwingen tot milieumaatregelen.
Mevrouw
NETJES
vraagt of er een voorstel komt voor een stadsbrede aanpak.
Nu is sprake van willekeur.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
heeft in de eerste termijn al gesproken over het stadsbreed
uitrollen als het hier lukt. Het betreft een proef om te kijken of de maatregel werkt.
Mevrouw
HAUET
wijst erop dat zelfs de corporaties niet voldoen aan wat nu
wordt gevraagd van deze eigenaarbewoners. De wethouder moet eerst afspraken met
alle corporaties gaan maken om binnen een bepaalde termijn de woningen aan te pakken.
Dat vergt enorme investeringen van de corporaties. Investeringen die men nu wel vraagt
van kleine eigenaarbewoners.
Wethouder
GERSON
is het eens met haar. Hij heeft de corporaties er al op
aangesproken. Ook zij moeten hun aandeel leveren. Zijn aarzelingen over een convenant
komen voort uit het feit dat het nu al zo lang duurt iets vrijwilligs in elkaar te zetten. Enige
dwang op de achtergrond is daarbij handig. Zijn de fracties bereid een clausule in het
convenant op te nemen over een stok achter de deur, mocht blijken dat vrijwilligheid niet
goed uitwerkt? Willekeur is uit den boze.
De heer
MANUEL
vraagt of het convenant met de corporaties binnenkort klaar is.
Wethouder
GERSON
antwoordt dat hij harde afspraken met hen wil maken. In
april 2010 kan hij die hopelijk tonen. De juridische positie van de gemeente zal spreker
nog eens bekijken.
De heer
STEENWINKEL
(stadsdeel Westerpark) spreekt alle eigenaren in de
buurt aan, ook de corporaties. Nu gaat het vooral om eigenaarbewoners. De Key is
welwillend en werkt goed mee, en met Ymere verloopt de discussie lastiger. Ook op hen
is artikel 13 van de Woningwet van toepassing.
De heer
MANUEL
vraagt of het klopt dat men daarbij een splitsingsvergunning
aan de corporaties aanbiedt.
De heer
STEENWINKEL
ontkent dat. Corporaties hebben zelf het recht om
woningen te splitsen in het kader van centraalstedelijke afspraken. Ymere heeft nog een
klein deel om te verkopen. De splitsingen in de vierde tranche zijn bedoeld voor
particuliere verhuurders. Daarvan zijn er nu driehonderd verstrekt. Met de corporaties zijn
er voor het stadsdeel geen middelen om een dergelijke deal te sluiten. Een relatie tussen
aannemer en lening is er niet. De lening is verhoogd van 15.000 euro naar 20.000 euro.
Daarbij mag men zelf een aannemer kiezen, als is een collectieve aannemer handig.
Maar dat is geen verplichting. Men kan ook eerst zelf gaan sparen. De afsluitkosten zijn
inderdaad
niet
meegenomen
in
de
voorbeelden,
noch
de
gunstige
financieringsmogelijkheden die hiervoor kunnen gelden, zoals groene hypotheken. In
individuele gevallen zal de berekening dus anders kunnen uitpakken. De hr-ketel is niet
verplicht, maar kan noodzakelijk zijn in verband met de verhoging met twee energielabels.
In het algemeen is een investering in een hr-ketel bijna altijd rendabel. De Raad van State
heeft op 17 december 2009 uitspraak gedaan. De eisen van de bewoners zijn afgewezen
en het stadsdeel is vrij deze te stellen. Met een vastgesteld klimaatbeleid, het activeren
van artikel 13 en een complexgewijze aanpak staat de gemeente sterk. Wel moet men het
per woning volledig uitrekenen. Maatwerk per etage is nodig.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
24
De heer
SANCISI
vraagt of de gewonnen zaken alleen tegen woningcorporaties
waren.
De heer
STEENWINKEL
ontkent dat. Het betreft particuliere eigenaren in het
geval van dakisolatie en dubbel glas. Het betrof dus een lichter programma, maar het
principe van artikel 13 mag worden toegepast. Het gaat nu om vijfduizend woningen,
zodat maatwerk lastig is. Het noodzakelijkheidsbeginsel zorgt ervoor dat men financieel
geen nadeel mag hebben. Het lijkt spreker niet handig ook verhuurders te betrekken bij
een convenant. De minister gaat namelijk over de hoogte van de huur in de sociale
sector. Er spelen ook andere belangen. Wel is Eigen Huis uitgenodigd mee te denken,
met het principe van noodzakelijkheid en artikel 13 in het achterhoofd. Belangrijk is ook
een stok achter de deur te hebben.
De heer
FLOS
wil een conclusie trekken. De wethouder blijft stoïcijns onder de
terechte kritiek en toont weinig compassie. Men zet hoog in en zal zijn gelijk niet halen,
precies zoals bij de milieuzone. In een convenant met de eigenaarbewoners kan men
komen tot de gewenste resultaten.
Wethouder
GERSON
vraagt of de VVD bereid is te bespreken wat er moet
gebeuren als het convenant niet werkt.
De heer
FLOS
stelt voor binnen een bepaalde termijn tot resultaten te komen, op
redelijke voorwaarden. Daarna kan men wellicht dwang toe gaan passen, als blijkt dat het
beleid niet werkt. Eerst is een stevig communicatietraject nodig en daarna kan
handhaving plaatsvinden onder bepaalde voorwaarden. In de Raad moet verder worden
gesproken, ook over zijn voorstel.
Mevrouw
HAUET
wacht het convenant af. Nu is sprake van twee convenanten,
omdat de heer Flos met een nieuw voorstel is gekomen. Wanneer is het al
aangekondigde convenant klaar?
De
VOORZITTER
denkt niet dat het al in de volgende Raad zal voorliggen.
Mevrouw
HAUET
steunt dan het voorstel van de heer Flos, omdat zij ook haar
motie geconcretiseerd wil zien.
De
VOORZITTER
stelt vast dat het stuk naar de Raad kan, waar ook het voorstel
van de heer Flos wordt betrokken.
Wethouder
GERSON
denkt dat het convenant binnen twee maanden klaar zal
zijn. Afstemming over de inhoud van de twee convenanten is noodzakelijk.
De heer
MANUEL
vraagt wat gebeurt met de pilot.
De
VOORZITTER
geeft aan dat het aan het stadsdeel is.
De heer
STEENWINKEL
vindt een convenant niet van belang voor het huidige
voorstel, al zal hij de uitkomst ervan wel afwachten. Tot op heden is spreker niet te
spreken over de houding van Vastgoedbelang en Vereniging Eigen Huis. Als de
welwillendheid groter wordt, is dat beter.
22.
Afhandeling motie 625 inzake short stay in de nieuwbouw
Mevrouw
HAUET
merkt op dat het bezwaar van de motie niet wordt opgeheven,
namelijk dat de formulering in het bestemmingsplan Zeeburgereiland RI-Oost zo zou
kunnen uitpakken dat elke nieuwbouwwoning voor short stay kan worden gebruikt.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
25
Spreekster citeert de laatste alinea van de korte notitie: "Short stay in de nieuwbouw is vrij
van de short-stayvergunning, maar moet passen binnen het bestemmingsplan. Het is de
opsteller van het bestemmingsplan die de overweging maakt of short stay bij nieuwbouw
al dan niet mogelijk wordt." De PvdA vindt dat een ongelimiteerde invulling van
nieuwbouw met short stay via het bestemmingsplan niet mogelijk mag worden. Men moet
regels eenduidig maken.
Wethouder
GERSON
is het daarmee eens, maar het betekent dat men van elk
bestemmingsplan goed de inhoud moet bekijken. Als de PvdA de mogelijkheid van short
stay volledig wil beperken, kan men die wens in het bestemmingsplan laten opnemen.
Mevrouw
HAUET
merkt op dat zoals het nu is geformuleerd er in de nieuwbouw
vrijheid voor short stay is, ongelimiteerd. Men moet een bepaalde verhouding afspreken
voor short stay.
Wethouder
GERSON
herhaalt dat men dat bij de vaststelling van het
bestemmingsplan moet doen. Als men het bij het Zeeburgereiland vergeten is, moet men
het bestemmingsplan op dat onderdeel bijstellen.
Mevrouw
HAUET
begrijpt dat het bestemmingsplan aan het stadsdeel is. In de
kaderstelling moet men echter een maximum voor short stay aangeven, centraal stedelijk.
De
VOORZITTER
stelt de PvdA voor met een initiatiefvoorstel te komen.
Mevrouw
HAUET
zal het in de fractie bespreken.
23.
Tijdelijke verhuur
Inspreker
De heer
VAN PERLO
(namens Huurdersvereniging Amsterdam) onderschrijft een
groot deel van de negen conclusies. De conclusie dat sturing vanuit de overheid
onwenselijk is bij de werving en selectie van kandidaten kan spreker niet onderschrijven.
De voortgangsrapportage jongerenhuisvesting bracht duidelijk in beeld dat de gewenste
bijdrage van tijdelijke verhuur ver achterblijft bij de doelstelling: slechts 230 jongeren
werden op die manier gehuisvest op een doelstelling van 1000. Deze groep verdient meer
aandacht en de conclusie dat de gemeente geen invloed moet hebben op de te
selecteren kandidaten is te kort door de bocht. Op zijn minst moet het aantal te huisvesten
mensen worden geformuleerd. De stadsdelen moeten een verklaring van geen bezwaar
afleggen en erbij controleren of de bewonerscommissie haar adviesrecht conform de
overlegwet heeft kunnen benutten bij het uitvoeren van tijdelijke verhuur. Juist bewoners
kunnen beoordelen of de plannen zover gevorderd zijn dat tijdelijke verhuur een goede
oplossing voor de leefbaarheid van het pand is. Derde punt van de huurdersvereniging is
dat een goed drukmiddel moet worden gecreëerd om de termijn van tijdelijke verhuur te
beperken tot vijf jaar door de huurders te gaan behandelen als reguliere huurders, met
alle rechten erbij, als de termijn wordt overschreden.
De heer
MANUEL
vraagt of de jongeren niet of onvoldoende in aanmerking
komen voor tijdelijke verhuur.
De heer
VAN PERLO
beaamt dat. Studenten worden sneller geselecteerd dan
werkende jongeren. De tijdelijke verhuur voor jongeren blijkt achter te blijven op de
doelstelling, zodat men de corporaties erop moet aanspreken.
Commissie
Mevrouw
HAUET
heeft vragen en kritische opmerkingen. Het lijkt erop dat het in

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
26
gebruik geven ongelimiteerd mag worden toegepast. Dat kan er toe leiden dat woningen
ook bij vage plannen voor sloop of vernieuwbouw langdurig uit de voorraad verdwijnen en
de verhuurders via rechteloze gebruikers hun handen vrij proberen te spelen om welke
plannen dan ook uit te voeren. Zo blijkt De Key woningen in gebruik te geven omdat zij
geen vergunning voor tijdelijke verhuur zal krijgen doordat de plannen voor renovatie nog
te pril zijn en er geen overeenstemming bestaat met de huurders. Dat is onwenselijk. Het
is vreemd dat het in gebruik geven niet aan regels en voorwaarden gebonden is. Een
meldingsplicht is daarbij onontbeerlijk. Tijdelijke verhuur is beter geregeld, maar er zijn
berichten over het de hand lichten met de regelgeving en te weinig handhaving en
controle. Informatie van de Dienst Wonen brengt spreekster tot de conclusie dat
verkeerde toepassing van de regels of het negeren daarvan moeilijk is terug te draaien
omdat de huurders daarvan de dupe worden. Zo worden in Oost kleine woningen als twee
tijdelijke wooneenheden verhuurd aan twee studenten die gezamenlijk meer betalen dan
de woning op mag brengen. De Dienst kon er weinig meer tegen doen dan van de
corporatie een belofte van voortaan betere naleving van de regels verlangen.
De stelling dat de overheid zich niet moet bemoeien met de toewijzing van
tijdelijke woningen, omdat die terechtkomen bij de meest gewenste huurders in buurten
die onder druk staan, kan spreekster niet geheel onderschrijven. Afspraken over het
toewijzen c.q. labelen van woningen voor jongeren zijn tot heden slecht tot vrijwel niet
nagekomen. Ook in het nieuwe plan van aanpak blijft de inzet twijfelachtig. Daarom vindt
de PvdA het nodig dat met inachtneming van de regels inzake de Leegstandwet
afspraken worden gemaakt over aantallen aan jongeren, zijnde niet studenten, toe te
wijzen woningen voor tijdelijke verhuur en dat de corporaties via jaarlijkse rapportages
daarover ter verantwoording worden geroepen.
Spreekster vraagt de wethouder of hij bereid is aan het voorstel van de
huurdersvereniging invulling te geven door voorafgaand aan het verlenen van een
vergunning voor tijdelijke verhuur een verklaring van geen bezwaar van het stadsdeel te
vragen en met de stadsdelen af te spreken dat zij die in ieder geval af laten hangen van of
de bewonerscommissie (indien aanwezig) is geïnformeerd en gebruik heeft kunnen
maken van haar adviesrecht.
De heer
BEISHUIZEN
denkt dat de PvdA veel bureaucratische rompslomp in het
leven roept voor een tijdelijke situatie. Is er ook een financieringsvoorstel voor deze
nieuwe taak van de overheid?
Mevrouw
HAUET
wijst erop dat een wildgroei aan vormen van verhuur dreigt te
ontstaan, zo blijkt ook uit de voorbeelden van het meldpunt ongewenst huurgedrag.
Daaraan moet een halt worden toegeroepen.
De heer
BEISHUIZEN
heeft geen antwoord op zijn vraag gekregen.
Mevrouw
HAUET
ontkent dat het een nieuwe taak voor de overheid betreft.
Woningtoewijzing valt onder de wetgeving die moet worden gehandhaafd.
De heer
BAKKER
wijst op de notitie van de SP over de regulering over het in
gebruik geven, die wordt verspreid onder de raadsleden. Kan de wethouder reageren op
de suggesties van de inspreker? Men moet iets voor jongeren regelen in de tijdelijke
verhuur. De inspraak spreekt de bewering in het stuk tegen, dat uit de evaluatie blijkt dat
tijdelijke woningen wel bij de jongeren terechtkomen. Hoe zit dat? Is nu afgesproken dat
de corporaties het in gebruik geven moeten melden? Houden zij zich eraan?
Mevrouw
VAN PINXTEREN
is het eens met mevrouw Hauet. In de tijdelijke
verhuur vinden zaken plaats die niet de bedoeling zijn geweest. Kan de wethouder ook op
de lijst van het meldpunt ongewenst verhuurgedrag reageren? De notitie bekijkt de zaken
te optimistisch.
De heer
MANUEL
sluit zich aan bij de terechte zorgen van mevrouw Hauet.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
27
De heer
BEISHUIZEN
is benieuwd naar het antwoord van de wethouder, maar er
zijn al regels voor de verhuur en er wordt al gehandhaafd. Voor de tijdelijke verhuur hoeft
men niet extra te gaan toewijzen. De VVD is er niet voor de gemeenterol een bredere
invulling te laten geven.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
heeft de notitie pas gisteren ontvangen. Er zijn vele
verschijningsvormen van tijdelijke verhuur, zoals koopwoningen of sloopwoningen.
Spreker zal een reactie met voorbeelden en aantallen geven en een reactie op de geuite
kritiek en vragen. De Dienst Wonen moet met het meldpunt gaan praten om duidelijkheid
te krijgen over de aantallen om te bepalen of extra regels noodzakelijk zijn of niet.
De heer
BAKKER
vraagt daarbij ook een reactie op de notitie van de SP.
Wethouder
GERSON
zal die ook meenemen.
De
VOORZITTER
constateert dat het stuk voor kennisgeving is aangenomen. Te
zijner tijd komt het onderwerp terug in de commissie.
24.
Presentatie Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting in samenwerking met Dienst
Wonen
De heer
VAN MOOLEN
(CFV) gaat in op het werk van het Centraal Fonds en
landelijke ontwikkelingen rond de corporatiesector, evenals in Amsterdam zelf. De taken
van het fonds als saneringsinstituut betreffen een beperkte signaleringsfunctie tot 2002 en
vanaf dat jaar een volledige adviestaak in het kader van het financieel toezicht,
projectsteun en kennisoverdracht, bijvoorbeeld met de realisatie-index. Het kader is de
Woningwet, Bbsh, BCFV en beleidsregels. De sancties liggen bij het Ministerie van WWI.
De beoordeling van de corporaties heeft betrekking op 2 aspecten, namelijk het
solvabiliteitsoordeel van het afgelopen jaar en het continuïteitsoordeel voor de vooruitblik.
Van de 430 corporaties zijn er 349 beoordeeld met een voldoende continuïteitsoordeel A,
35 kregen een B-oordeel, 45 meer dan voldoende en bij 1 was geen oordeel mogelijk. Bij
de verdiencapaciteit wordt zelden een onderscheid gemaakt tussen het vermogen, de
waarde van het vastgoed en de ontwikkelingen daarin, en de kasstroom. Als het fout gaat
met de kasstroom gaat men failliet. Wel is het zo dat het vermogen en kasstroom twee
kanten van dezelfde medaille moeten zijn. Het CFV kijkt meer naar de waardeontwikkeling
en het WSW kijkt in eerste instantie naar de kasstromen.
De sector is langzaam maar zeker aan het afnemen qua omvang. Het aantal van
2,4 miljoen woningen daalt, ook de komende jaren. De plannen van de corporaties zijn
landelijk erg ambitieus, met een verschuiving naar koop en commercieel. Er is sprake van
een teruggang in vermogenspositie van 30% naar 25%. De combinatie van een dalende
verkoop en het niet kunnen beheersen van de bedrijfslastenstijgingen leidt tot een gevaar
in de nabije toekomst. De noodzaak groeit om zich te bezinnen op de vraag wat echt aan
de hand is op de woningmarkt. Bij de woningproductie in stad en regio valt op dat 2008
een goed topjaar is geweest voor de productie van verhuur. Tegelijkertijd is er een lichte
stijging in de koopsector. De prognoses zijn echter behoorlijk bijgesteld, zodat men ziet
dat het realisme bij corporaties toeneemt. De nieuwbouw voor verhuur zakt met 20% in en
die voor verkoop halveert tussen 2009 en 2013. Uitvoerig aandacht is besteed aan de
bedrijfslasten van de corporaties. In Amsterdam doet men het goed. Uit de realisatie-
index blijkt dat de Amsterdamse corporaties het qua nieuwbouw vrij goed doen, evenals
bij sloop. Bij verkopen scoort Stadgenoot bovengemiddeld goed. Gemiddeld zitten alle
Amsterdamse corporaties boven het landelijk gemiddelde. Het CFV kijkt naar de
continuïteit van de maatschappelijke functies van corporaties, het volkshuisvestelijke
vermogen en het opvangen van risico’s. Spreker laat een voorbeeld zien van een grote
investerende corporatie zoals Ymere, met een vrijwel ongewijzigd solvabiliteitsoordeel,
terwijl het continuïteitsoordeel tussen 2007 en 2008 grote verschillen laat zien. Dat komt

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
28
vooral door de verhoging van de vermogensondergrens. Er zijn meer activiteiten die ook
in aparte rechtspersonen plaatsvinden. Als de ramingen daarvan niet uitkomen, heeft dat
grote impact op de gehele corporatie. Dat schept risico’s. Alle Amsterdamse corporaties
zijn solvabel, terwijl men naar één corporatie kritisch kijkt omdat Stadgenoot activiteiten
ontplooit die buiten de kerntaak leiden tot extra beslag op het vermogen. De ontwikkeling
van de bedrijfslasten en realisatie-index zijn zeer positief, maar men moet goed kijken
naar welke activiteiten men wel of niet aangaat.
De heer
BAKKER
vond het een heldere presentatie. De investeringsruimte bij de
corporaties in Amsterdam lijkt voldoende, indien men verstandig met investeringen
omgaat en vooral blijft letten op de kerntaken.
De heer
VAN DER MOOLEN
geeft hem gelijk, maar de invloed van de
kasstromen op de corporaties hangt samen met het inflatievolgend huurbeleid. De
overheid beperkt daarmee echter de investeringscapaciteit in de toekomst. Tegelijkertijd
zijn er twee andere belangrijke invloeden, namelijk de vennootschapsbelasting en de
Vogelaarheffing. De meeste Amsterdamse corporaties zijn echter netto ontvangers van de
Vogelaarheffing. De vennootschapsbelasting gecombineerd met de aftrekmogelijkheden
leidt tot een nulopbrengst, tegen de verwachting van de minister van Financiën in. In Den
Haag speelt de discussie over de bedrijfslasten, binnen de organisatie zelf en uitgaven in
het kader van de leefbaarheid en de onrendabele top bij nieuwbouw. Daar vraagt spreker
extra aandacht voor in Amsterdam.
Mevrouw
NETJES
vraagt naar de positie van Stadgenoot en Far West. Veel
activiteiten hangen samen met de prachtwijken. Kan daar iets meer over worden verteld?
De heer
VAN DER MOOLEN
vermoedt dat de stijging van de bedrijfslasten bij
Far West vooral te maken heeft de enorme productie in West, naast activiteiten voor de
leefbaarheid. Duidelijk moet zijn of de stijging voortkomt door hoge slarissen of geld voor
de leefbaarheid. Dat laatste heeft de voorkeur.
De heer
SANCISI
begrijpt uit de regioprognoses dat de nieuwbouw eigen verhuur
gedaald is en dat nieuwbouw koop stijgt. Wat is daarvan de reden?
De heer
VAN DER MOOLEN
wijst op de dubbele discussie, namelijk die over
meer koopwoningen te realiseren en de uniformiteit te doorbreken, naast die over het
werkdomein van de corporaties. De factor koop boven de 200.000 euro zal naar
verwachting onder druk komen te staan vanuit Brussel. Die vindt dat de corporaties zich
meer met hun kerntaken moeten bemoeien.
De heer
BAKKER
wijst op het aanbod om de staatjes van andere corporaties te
verschaffen. Hij wil die informatie graag ontvangen.
De
VOORZITTER
begrijpt van de wethouder dat die ervoor zorg zal dragen.
25.
Vaststelling Verordening tot wijziging Subsidieverordening stedelijke vernieuwing
Amsterdam 2006 in verband met indexering premiebedragen en tijdelijke verdubbeling
premies grote woningen
Mevrouw
HAUET
heeft haar motie tijdens de laatste raadsvergadering
teruggetrokken in afwachting van dit voorstel ter verdubbeling van de premies voor grote
woningen. Dit voorstel komt tegemoet aan de intentie van de motie. Spreekster stemt in
met de voordracht.
Wethouder
GERSON
wijst erop dat een onderdeel in artikel 2 lid 3 per 1 januari
2010 in werking treedt. Dat moet tekstueel worden veranderd.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
29
De
VOORZITTER
stelt voor het in het raadsstuk te veranderen.
De commissie stemt in met de voordracht.
De
VOORZITTER
dankt de aanwezigen voor hun bijdrage en sluit de vergadering
om 16.00 uur.
De commissie heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
LIJST TER KENNISNEMING
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
TKN 1
Afdoening raadsadres burger inzake betaald parkeren in Amsterdam
Noord II
TKN 2
Afdoening raadsadres burger inzake betaald parkeren in Amsterdam
Noord III
TKN 3
Rapport gemeentelijke ombudsman, Noord/Zuidlijn deel 3, Afhandeling
gevolgen verzakkingen
TKN 4
Reactie College van B en W op het rapport van de gemeentelijke
ombudsman, deel 3, Afhandeling gevolgen verzakkingen Vijzelgracht
TKN 5
Milieuzone bestelauto’s - intentieverklaring
TKN 6
Voortgangsrapportage en risicoanalyse renovatie Metro Oostlijn, april t/m
september 2009
TKN 7
Wetsvoorstel Tijdelijke experimenteerwet differentiatie van
parkeertarieven
TKN 8
Brief aanvullende vragen inzake Garageverordening
Agenderen voor de volgende vergadering op verzoek van raadslid
Flos
TKN 9
Opbrengstenmonitor VGS
Agenderen voor de volgende vergadering op verzoek van raadslid
Flos
Volkshuisvesting
TKN 10
Raadsadres leefbaarheid Plan van Gool
TKN 11
Stimuleringsbijdrage maatschappelijk vastgoed en studentenhuisvesting
TKN 12
Brief G4 inzake hoorzitting heroverwegingswerkgroep Wonen
TKN 13
Afdoening motie inzake vaststelling van het actieprogramma Amsterdam
Gay Capital 2009-2011 (maak woonruimte voor homoseksuele ouderen)
TKN 14
Brief College aan ombudsman als reactie op rapport Handhaving short
stay
TKN 15
Splitsingsbeleid wijziging 2010
Programma Maatschappelijke Investeringen
TKN 16
Aanvullende toetsingscriteria Programma Maatschappelijke Investeringen
ten behoeve van het verdeelvoorstel 2010
Grotestedenbeleid
TKN 17
Wijkaanpak - Rapportage bewonersparticipatie 2009

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
13 januari 2010
VV
30
Grondzaken
TKN 18
Beantwoording vraag voormalig raadslid Olij inzake het opnemen van
voorwaarden in erfpachtcontracten in verband met het tegengaan van
leegstand
TKN 19
Kabinet
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
TKN 20 Noord/Zuidlijn, Ontwikkeling 500 miljoen euro