Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Voordracht voor de raadsvergadering van
7 en 8 juli 2010
R
1
Jaar
2010
Afdeling
1
Nummer
294
Publicatiedatum
30 juni 2010
Agendapunt
47
Datum besluit B&W 16 februari 2010
Onderwerp
Tekst wordt gepubliceerd in
Gemeenteblad
Vaststellen van de Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn
Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
Tekst wordt gepubliceerd in
Gemeenteblad
I. in te trekken de Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn,
ruwbouwfase 2008-2010, zoals vastgesteld bij zijn besluit van 29 oktober 2008,
nr. 501 (Gemeenteblad 2008, afd. 3A, nr. 199/501);
II. vast te stellen de volgende
Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. bedrijfsruimte: al dan niet besloten ruimte aan één van de bouwlocaties van de
Noord/Zuidlijn, bestemd voor het verrichten van bedrijfsmatige activiteiten door
personen. Daaronder zijn niet begrepen (verkeers)ruimten als hal en gang, toilet-
en doucheruimte en (berg)ruimten als kelder, berging, zolder en garage;
b. bouwactiviteiten: werkzaamheden voor de aanleg van de Noord/Zuidlijn die
kunnen leiden tot langdurige en aaneengesloten hinder voor de directe
woonomgeving;
c. college: college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;
d. hoofdbewoner: de huurder dan wel eigenaar-bewoner van een zelfstandige
woning op wiens naam het huurcontract is gesteld dan wel wiens naam in de
openbare registers van de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens
als eigenaar-bewoner staat ingeschreven;
e. kamerbewoning: meerdere zelfstandige huishoudens binnen een zelfstandige
woning;
f. ondernemer: de huurder dan wel eigenaar van een zelfstandige bedrijfsruimte,
die in die bedrijfsruimte daadwerkelijk bedrijfsmatige activiteiten verricht ter
uitoefening van zijn beroep of bedrijf en is ingeschreven in het Handelsregister
van de Kamers van Koophandel en Fabrieken;
g. verblijfsruimte: besloten ruimte binnen een woonruimte, bestemd voor het verblijf
van personen. Daaronder zijn niet begrepen (verkeers)ruimten als hal en gang,
toilet- en doucheruimte en (berg)ruimten als kelder, berging, zolder en garage;
pg_0002
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
2
h. VROM-puntenstelsel: door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer VROM, als onderdeel van het Besluit huurprijzen
woonruimte, ontwikkelde waarderingsstelsel voor zelfstandige woonruimte;
i. werktijdenontheffing: ontheffing verleend door of namens het college van
burgemeester en wethouders van Amsterdam om buiten de reguliere werktijden,
van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur-19.00 uur, bouwactiviteiten te
verrichten;
j. zelfstandige woning: woonruimte die een eigen toegang heeft en door een
huishouden kan worden bewoond, zonder dat die daarbij afhankelijk is van
wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij als wezenlijke
voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet. Onder een zelfstandige
woning wordt in deze regeling eveneens begrepen een volledig voor
kamerbewoning bestemde woning.
Artikel 2 Financiële tegemoetkoming
1. Het college kan een lijst met adressen van woningen en bedrijfsruimten
vaststellen waarvan de hoofdbewoner dan wel de ondernemer in aanmerking
komt voor een financiële tegemoetkoming vanwege gederfd woon- respectievelijk
gebruiksgenot waaronder in elk geval wordt begrepen overmatige langdurige
geluidhinder en/of een langdurige slechte bereikbaarheid van woningen en
bedrijfsruimten in de directe nabijheid van een bouwlocatie.
2. Het college kan aanvullende adressen toevoegen aan de adressenlijst als
bedoeld in het eerste lid, indien er werkzaamheden op bouwlocaties plaatsvinden
die langer dan achttien maanden aaneengesloten duren. Het recht op de
financiële tegemoetkoming ontstaat in die gevallen eerst na de periode van twaalf
maanden, te rekenen vanaf de aanvang van de werkzaamheden.
3. Het college bepaalt voorts:
a. de periode waarin sprake is van gederfd woon- respectievelijk gebruiksgenot,
b. de hoogte van de tegemoetkoming, alsmede de ingangsdatum waarop het
recht van de financiële tegemoetkoming ontstaat.
4. Het college kan de hoofdbewoner dan wel de ondernemer van een zelfstandige
woning of bedrijfsruimte die voorkomt op de lijst van woningen met ramen in een
verblijfs- of bedrijfsruimte aan de bouwplaats een financiële tegemoetkoming
toekennen wegens gederfd woon- of gebruiksgenot door de aanleg van de
Noord/Zuidlijn.
5. De financiële tegemoetkoming kan worden toegekend voor de periode waarin
hinder is ondervonden en de hoofdbewoner of ondernemer feitelijk woonachtig is
respectievelijk bedrijfsmatige activiteiten verricht op het aangegeven adres.
6. De duur van de bewoning van de woning dan wel de duur van het gebruik van de
bedrijfsruimte voorafgaande aan de aanvraag is niet relevant voor het al dan niet
verstrekken van een financiële tegemoetkoming.
7. Het college kan afwijken van het bepaalde in lid 3, indien een strikte toepassing
naar zijn oordeel zou leiden tot een onvoldoende vergoeding van het gederfde
woon- respectievelijk gebruiksgenot.
pg_0003
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
3
Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming
1. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op het VROM-puntenstelsel.
2. De werkzaamheden geven recht op een maandelijkse financiële tegemoetkoming
gebaseerd op de tegenwaarde van 25 punten overeenkomstig het VROM-
puntenstelsel indien de woning of de bedrijfsruimte direct aan de bouwplaats is
gelegen.
3. Indien de werkzaamheden gedurende minimaal 6 maanden aaneengesloten
gedurende 24 uur per dag plaatsvinden en daarvoor een werktijdenontheffing is
verleend die ook feitelijk wordt benut, wordt, ingeval sprake is van een woning of
bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, een maandelijkse
financiële tegemoetkoming gebaseerd op de tegenwaarde van 40 punten
overeenkomstig het VROM-puntenstelsel toegekend.
4. De werkzaamheden geven recht op een maandelijkse financiële tegemoetkoming
gebaseerd op de tegenwaarde van 10 punten overeenkomstig het VROM-
puntenstelsel indien de woning of de bedrijfsruimte is gelegen in een zijstraat die
aansluit op de bouwlocaties, met een maximum van 50 meter gemeten vanaf de
gevels die evenwijdig lopen aan de bouwplaats.
5. Het college stelt jaarlijks aan de hand van de daarvoor geldende VROM-tabel de
waarde van één VROM-punt vast en is bevoegd tot het aanpassen van de hoogte
van de maandelijkse financiële tegemoetkoming.
Artikel 4 Aanvraag
1. Het college verleent de financiële tegemoetkoming uitsluitend op aanvraag.
2. De hoofdbewoner of ondernemer maakt gebruik van het “Aanvraagformulier
tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn” en zendt dit volledig ingevuld,
voorzien van de gevraagde bescheiden aan het college.
3. De hoofdbewoner toont aan feitelijk woonachtig te zijn op het aangegeven adres,
ten tijde van de bouwactiviteiten door middel van:
a. het huurcontract dan wel het eigendomsbewijs van de woning;
b. een geldig legitimatiebewijs of een uittreksel uit de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens;;
c. een kopie van een recent bankafschrift, niet ouder dan één maand.
4. De ondernemer toont aan feitelijk bedrijfsmatige activiteiten te verrichten op het
aangegeven adres, ten tijde van de bouwactiviteiten door middel van:
a. het huurcontract dan wel het eigendomsbewijs van de bedrijfsruimte;
b. een recent uittreksel uit het Handelsregister;
c. een geldig legitimatiebewijs;
d. een kopie van een recent bankafschrift, niet ouder dan één maand.
5. De aanvraag dient uiterlijk binnen 6 maanden na afloop van het voorgaande
kalenderjaar te worden ingediend.
6. Bij verhuizing maakt de hoofdbewoner of de ondernemer zo snel mogelijk, doch
uiterlijk op de dag van verhuizing, aan het college kenbaar dat hij of zij met
ingang van de bepaalde datum niet meer woonachtig is respectievelijk
bedrijfsmatige activiteiten verricht op het desbetreffende adres. Het bepaalde in
artikel 6, tweede lid, is bij verhuizing van overeenkomstige toepassing.
pg_0004
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
4
Artikel 5 Weigeringsgronden
Het college kan de aanvraag voor een financiële tegemoetkoming weigeren indien:
a. de aanvrager niet feitelijk woonachtig is geweest of bedrijfsmatige activiteiten
heeft verricht op het aangegeven adres voor (een gedeelte van) de periode
waarvoor de aanvraag wordt gedaan;
b. de hoofdbewoner of ondernemer uit anderen hoofde een financiële
tegemoetkoming geniet met betrekking tot de bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn;
c. de aanvrager niet voldoet aan de in deze regeling gestelde criteria of niet
voorkomt op de lijst met adressen van woningen en bedrijfsruimten waarvan de
hoofdbewoner dan wel de ondernemer in aanmerking komt voor een financiële
tegemoetkoming vanwege gederfd woon- respectievelijk gebruiksgenot.
Artikel 6 Betaling
1. De financiële tegemoetkoming wordt per maand berekend en eenmaal per 6
maanden uitgekeerd.
2. Bij de aanvang en het einde van de bouwactiviteiten wordt een gedeelte van de
maand als volledige maand beschouwd.
3. Ten onrechte uitgekeerde tegemoetkomingen kunnen geheel of gedeeltelijk
worden teruggevorderd.
Artikel 7 Tijdelijke gebruiksovereenkomst
De hoofdbewoner of ondernemer die een overeenkomst heeft voor het tijdelijk
gebruik van woon- of bedrijfsruimte, niet zijnde een reguliere huurovereenkomst met
een minimaal redelijke huurprijs, komt niet in aanmerking voor een tegemoetkoming
op grond van deze verordening.
Artikel 8 Hardheidsclausule
Het college kan het bepaalde bij of op grond van deze verordening buiten toepassing
laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van
overwegende aard.
Artikel 9 Intrekking
De Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-
2010 wordt ingetrokken.
Artikel 10 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte in het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 2010.
2. Deze verordening is van kracht tot en met 31 december 2015 van kracht.
pg_0005
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
5
Artikel 11 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening tegemoetkoming
bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn.
Bijlage, behorende bij voordracht nr. <PM> van 2010
Toelichting bij de Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn
1. Algemene toelichting
De aanleg van de metroverbinding Noord/Zuidlijn veroorzaakt hinder voor de
bewoners en ondernemers rond de bouwlocaties. De mate van hinder is (mede)
afhankelijk van de duur en (wisselende) intensiteit van de werkzaamheden. Ondanks
dat het werk vordert, blijkt dat er in 2010 nog altijd bouwactiviteiten zijn waarbij
bijvoorbeeld langdurige ernstige hinder voor de directe woon- en werkomgeving van
de bouwplaatsen zal ontstaan en waarbij (eventueel) buiten de reguliere werktijden
moet worden gewerkt. Deze hinder kan bijvoorbeeld bestaan uit langdurige
overmatige geluidsproductie en een langdurige slechte bereikbaarheid van woningen
in de directe nabijheid van een bouwplaats. Tevens kan worden gesteld dat, in relatie
met het opschuiven van de datum van ingebruikname van de Noord/Zuidlijn naar
2017, de huidige bouwterreinen tot eind 2015 in min of meer ongewijzigde vorm
aanwezig zullen zijn. Daarmee wordt de (bouw)periode van reguliere overlast
overschreden.
Mede naar aanleiding van de raadsvoordrachten met betrekking tot het overnemen
van de adviezen zoals door de Commissie Veerman neergelegd in haar rapport
´Bouwen aan Verbinding´ (juni 2009) zijn de regelingen met betrekking tot de
omgeving langs het tracé Noord/Zuidlijn nader bezien. Naar aanleiding hiervan is
ervoor gekozen om de Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn,
ruwbouwfase 2008-2010, in te trekken en te vervangen door de nieuwe Verordening
tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn.
Eén van de uitkomsten van de raadsadviezen is, dat het wenselijk is om de
tegemoetkomingsregeling ook open te stellen voor ondernemers aan de
bouwplaats(en) van de Noord/Zuidlijn. Ook voor hen geldt dat zij, net als bewoners,
aanzienlijke overlast rond de bouwlocaties kunnen ondervinden. Deze overlast maakt
geen onderscheid tussen de verschillende gebruikers (bewoners en ondernemers)
van verblijfsruimten. Daarbij komt dat er ondernemers zijn die geen beroep kunnen
doen op de door de gemeenteraad vastgestelde Verordening Nadeelcompensatie en
Planschade Noord-Zuidlijn van 20 juli 2000 (nr. 392, Gemeenteblad afd 3, volgnr. 89)
en gewijzigd bij raadsbesluit van 9 mei 2001 (nr. 267, Gemeenteblad 2001, volgnr.
49), omdat zij niet aan één of meer van de daaraan gestelde voorwaarden voldoen.
Deze groep komt door de nieuwe Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten
Noord/Zuidlijn in elk geval in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming voor de
overlast die zij ondervinden van de bouw van de Noord/Zuidlijn.
Voorts bevat de nieuwe verordening een bepaling waarin criteria zijn opgenomen om
nieuwe bouwlocaties aan de adressenlijst toe te voegen. Vereist is dat op een
bouwlocatie ten minste 18 maanden onafgebroken bouwactiviteiten zijn verricht. Het
pg_0006
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
6
recht op de financiële tegemoetkoming ontstaat in dat geval na 12 maanden voor
bewoners en ondernemers in de directe omgeving van die bouwplaats die als gevolg
van die bouwactiviteiten langdurige ernstige hinder ondervinden.
Naast ondernemers is de kring van adressanten uitgebreid met bewoners en
ondernemers die woonachtig respectievelijk feitelijk werkzaam zijn in de zijstraten die
aansluiten op de bouwlocaties. Ook zij ondervinden immers overlast als gevolg van
de werkzaamheden. Daarbij geldt een maximum van 50 meter, gemeten vanaf de
gevels parallel aan de bouwlocaties.
De adressen van de woningen/bedrijfsruimten die hinder ondervinden van de
bouwactiviteiten kunnen per bouwactiviteit en bouwlocatie verschillen. Om als
gemeentebestuur daarop snel en flexibel, met een financiële tegemoetkoming aan de
bewoners en ondernemers die het aangaat te kunnen reageren, is het wenselijk om
een verordening op hoofdlijnen vast te stellen, waarbij het college de ruimte wordt
geboden adequaat te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Deze
verordening voorziet daarin.
Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn in relatie tot de
Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn
Wanneer sprake is van financiële schade als gevolg van de bouwactiviteiten voor de
Noord/Zuidlijn kunnen bewoners en ondernemers een beroep doen op de
Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn. Die verordening
voorziet in financiële tegemoetkomingen in geval van schade door de vaststelling van
het bestemmingsplan Noord-Zuidlijn of de daarmee samenhangende planologische
besluiten (planschade) en winstderving (nadeelcompensatie). De afhandeling van
deze schadeverzoeken verloopt met behulp van een onafhankelijke
Schadecommissie.
De Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn zou ook voor
bewoners kunnen worden ingezet als middel om een verlies van woonkwaliteit te
kapitaliseren. In dat geval zouden de bewoners van de panden rond de bouwplaatsen
aan de huurcommissie kunnen verzoeken om op grond van het VROM-puntenstelsel
een aftrek toe te passen waarna, bij honorering van het verzoek, een huurverlaging
plaats zou vinden. Het daardoor ontstane verlies aan huurinkomsten zou vervolgens
door de eigenaar kunnen worden geclaimd onder de Verordening
Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn.
Die procedure is echter tamelijk omslachtig en tijdrovend en daarom niet aantrekkelijk
voor bewoners en eigenaren. Om die reden had de gemeente Amsterdam naast de
Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn een afzonderlijke
Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010
vastgesteld. Deze tegemoetkomingsregeling was een vereenvoudigde
schaderegeling die voorziet in een directe toekenning door de gemeente van een
financiële tegemoetkoming aan bewoners rond bouwplaatsen die langdurig en
aaneengesloten hinder ondervinden als gevolg van de bouwactiviteiten ten behoeve
van de aanleg van de Noord/Zuidlijn. De Verordening tegemoetkoming
bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn vervangt de Tegemoetkomingsregeling
bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010, zonder dat deze wat betreft
bewoners gewijzigd is.
pg_0007
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
7
Bij toepassing van de Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn
vervalt de mogelijkheid om voor hetzelfde doel een beroep te doen op de
Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn niet. Wanneer de
bewoner of ondernemer echter al een bijdrage in verband met de hinder door
bouwactiviteiten heeft ontvangen, zal deze bijdrage in de eventuele
schadeberekening worden betrokken.
2. Relatie met leefbaarheidsmaatregelen Noord/Zuidlijn en de
Tegemoetkomingsregeling Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010.
De leefbaarheidsmaatregelen van 24 november 2004 blijven onverminderd van
toepassing. De Tegemoetkomingsregeling Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010
en de daarop gebaseerde uitvoeringsregeling komen te vervallen.
3. Artikelsgewijze toelichting.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen.
In dit artikel worden enkele belangrijke begrippen die ten grondslag liggen aan de
verordening nader uitgelegd.
a. ‘bedrijfsruimte’. In de eerste plaats is nader gedefinieerd wat onder bedrijfsruimte
moet worden verstaan. Bedoeld is de bedrijfsruimte aan te wijzen die direct is
gelegen aan de bouwplaats. Met ‘al dan niet besloten’ is bedoeld dat de
bedrijfsruimte ook een open pui kan zijn. Het maakt niet uit of de ondernemer
gevestigd is op/rond het maaiveld of op een bovengelegen verdieping, mits er
maar daadwerkelijk bedrijfsmatige activiteiten worden verricht (zie hieronder).
De uitgezonderde (verkeers)ruimten zijn identiek aan die van woonruimten, tenzij
deze als bedrijfsruimte zijn aan te merken, zoals met een garage het geval zou
kunnen zijn.
f. ’ondernemer’. De definitie van ondernemer is bewust ruim gehouden, zodat alle
ondernemingsvormen daaronder kunnen worden begrepen. Inschrijving in het
Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken is wel vereist. Door
te eisen dat degene die huurder of eigenaar is van de bedrijfsruimte en in dat
verblijf ook beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten verricht, wordt voorkomen dat
bijvoorbeeld ‘brievenbusondernemingen’ die gevestigd zijn op de adressenlijst
ook aanspraak zouden kunnen maken op deze verordening. Ondernemers die
daarom weliswaar gevestigd zijn op een adres dat op zich onder de regeling zou
vallen, maar daar niet feitelijk werkzaam zijn, komen dus niet voor een financiële
tegemoetkoming vanwege gederfd gebruiksgenot in aanmerking. Zij ondervinden
immers niet daadwerkelijk overlast vanwege de bouwactiviteiten. Het
vorenstaande laat onverlet dat dergelijke ondernemers eventueel wel op andere
wijze schade kunnen leiden door de aanleg van de Noord/Zuidlijn die op enigerlei
wijze voor vergoeding in aanmerking kan komen.
Artikel 2. Financiële tegemoetkoming.
In dit artikel wordt geregeld dat het college van burgemeester en wethouders van
Amsterdam bevoegd is om een adressenlijst van woningen en bedrijfsruimten vast te
stellen waarvan de hoofdbewoners en ondernemers die feitelijk werkzaam zijn op het
opgegeven adres gedurende een bepaalde periode een financiële tegemoetkoming
ontvangen. Kamerbewoners, die samen de voorzieningen in de woning gebruiken,
pg_0008
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
8
worden niet gezien als bewoners van een zelfstandige woning. Bij kamerbewoning is
sprake van meerdere huishoudens binnen een zelfstandige woning. De
tegemoetkoming moet in dat geval door deze huishoudens in onderling overleg
worden verdeeld. Per adres kan slechts één keer een financiële tegemoetkoming
worden ontvangen. Een vergoeding aan iedere kamerbewoner afzonderlijk is dus niet
aan de orde. Datzelfde geldt ook ingeval de hoofdbewoner tevens op hetzelfde adres
als ondernemer actief is. Ook in dat geval kan slechts één keer de tegemoetkoming
worden verstrekt.
Een woning geldt als een zelfstandige woning, als deze voorzien is van een eigen
voordeur en geschikt of bestemd is voor bewoning, zonder daarbij afhankelijk te zijn
van voorzieningen elders.
Artikel 3. Hoogte van de tegemoetkoming.
In dit artikel wordt de hoogte van de tegemoetkoming geregeld en hoe deze wordt
bepaald. Aanvaard is namelijk dat bouwoverlast kan leiden tot een verstoring van het
evenwicht tussen financiële woonlasten en het woongenot. Het verschil met hetgeen
dat overblijft na aantasting van het woongenot ten opzichte van de situatie vóór
aantasting, wordt in het kader van deze verordening aangemerkt als gederfd
woongenot en kan, evenals dat het geval is bij de Verordening Nadeelcompensatie
en Planschade Noord/Zuidlijn, worden aangemerkt als vermogensschade en betreft
daarom een nettocompensatie.
Hoewel aangenomen moet worden dat het gederfde woon- en gebruiksgenot niet
voor alle bewoners respectievelijk ondernemers gelijk is, beoogt deze verordening de
gebruikers van woon- en bedrijfsruimte nadrukkelijk een uniforme, eenvoudige en
(algemeen) aanvaardbare tegemoetkoming te verstrekken voor het gederfde woon-
en gebruiksgenot.
Om dit te bereiken is aansluiting gezocht bij het waarderingsstelsel voor zelfstandige
woningen, dat door het Ministerie van VROM is opgesteld in het kader van het Besluit
huurprijzen woonruimte.
Binnen dit waarderingsstelsel kan aan de kwaliteit van de woonomgeving maximaal
25 punten worden toegekend. Volgens de handleiding bij het Besluit huurprijzen
woonruimte kan het voorkomen dat als gevolg van hinderlijke situaties niet aan de
(positieve) waardering van de woonomgeving wordt toegekomen. Hoewel de feitelijke
hinder van dag tot dag, per bouwlocatie en zelfs daarbinnen kan verschillen, is voor
deze verordening de hoogte van de tegemoetkoming vastgesteld op het, op grond
van het VROM-puntenstelsel, maximaal mogelijke kwaliteitsverlies.
Naast het (volledige) kwaliteitsverlies kent het VROM-puntenstelsel echter ook nog
een aftrek voor hinderlijke situaties warmee niet op andere wijze in de waardering van
de woonruimte rekening is gehouden. Deze aftrek bedraagt maximaal 40 punten.
Voor de toepassing van deze verordening wordt een tegemoetkoming op basis van
deze 40 punten toegekend indien voor de betreffende bouwfase/bouwlocatie (tevens)
een zogeheten werktijdenontheffing voor het verrichten van werkzaamheden
gedurende 24 uur per dag is afgegeven en deze werkzaamheden ook daadwerkelijk
worden uitgeoefend en deze werkzaamheden minimaal 6 maanden aaneengesloten
duren.
pg_0009
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
9
Mede gelet op de grotere afstand die bestaat tot de daadwerkelijke bouwplaats is de
aftrek van woon- en bedrijfsruimte voor bewoners en ondernemers van de zijstraten
gesteld op 10 punten.
Artikel 4. Aanvraag
De aanvraagprocedure van de vergoeding wordt in dit artikel beschreven. Voor
toekenning van de tegemoetkoming dient de aanvrager gebruik te maken van het
“Aanvraagformulier tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn”, dat door het
college van burgemeester en wethouders met het uitvoeringsbesluit behorende bij
deze verordening wordt vastgesteld. Het aanvraagformulier wordt zoveel als mogelijk
per post toegezonden aan de hoofdbewoners en ondernemers van de adressen zoals
die zijn opgenomen op de adressenlijst.
Bij het aanvraagformulier dient de aanvrager aan te tonen dat hij/zij
woonachtig/werkzaam is (geweest) op het desbetreffende adres ten tijde van de
bouwactiviteiten. Dit kan door de hoofdbewoner worden aangetoond gemaakt door
het overleggen van een kopie van de volgende stukken:
1. als het een huurwoning betreft het huurcontract, dan wel als het een koopwoning
betreft het eigendomsbewijs van de woning;
2. een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
3. een geldig legitimatiebewijs.
In geval van de ondernemer kan het feitelijke gebruik van de bedrijfsruimte
aangetoond worden door het overleggen van een kopie van:
1. het huurcontract of het eigendomsbewijs van de bedrijfsruimte;
2. een recent uittreksel (niet ouder dan 1 maand) uit het Handelsregister;
3. een geldig legitimatiebewijs.
Ten behoeve van de uitbetaling van de financiële tegemoetkoming dient tevens een
kopie van een recent bankafschrift (niet ouder dan 1 maand) overgelegd te worden,
waaruit blijkt dat de huur ook daadwerkelijk wordt afgeschreven.
Twee maal per kalenderjaar wordt de financiële tegemoetkoming uitgekeerd. Een
aanvraag dient uiterlijk binnen 6 maanden na afloop van het voorgaande kalenderjaar
te worden ingediend door de bewoner of ondernemer die meent dat hij voor een
financiële tegemoetkoming in aanmerking komt. Aanvragen kunnen worden
ingediend tot uiterlijk 1 januari 2016. Dit is het einde van de bouwfase. Aanvragen die
na vorenstaande datum worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Uiterlijk 8 weken na de aanvraag ontvangt de aanvrager een beslissing omtrent de
toekenning van de tegemoetkoming. Tegen deze beslissing kan bezwaar worden
gemaakt bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Het besluit
is voorzien van een rechtsmiddelenclausule.
In geval de aanvrager gedurende de bouwactiviteiten verhuist moet hij/zij de datum
van verhuizing zo spoedig mogelijk melden aan het college van burgermeester en
wethouders van Amsterdam (zie bovenstaande adressering).
pg_0010
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
10
Met de datum van verhuizing wordt bedoeld de datum van de overdracht van de
sleutel van de woning. De datum van verhuizing dient uiterlijk te worden doorgegeven
op de dag dat de aanvrager niet meer woonachtig is op het betreffende adres.
Ten aanzien van deze verordening en de daarop gebaseerde financiële
tegemoetkoming geldt tenslotte dat geen gebruik kan worden gemaakt van deze
verordening, als reeds op andere wijze of op basis van een andere regeling een
financiële tegemoetkoming heeft plaatsgevonden in het kader van hinder door de
bouwactiviteiten van de Noord/Zuidlijn.
Artikel 5. Weigeringsgronden
In dit artikel wordt aangegeven wanneer het college niet zal overgaan tot het
toekennen van een financiële tegemoetkoming. Het niet feitelijk woonachtig of
werkzaam zijn op het adres en/of het anderszins genieten van een tegemoetkoming
naar aanleiding van bouwactiviteiten die in het kader van de aanleg van de
Noord/Zuidlijn wordt verstrekt, bijvoorbeeld op basis van de Verordening
Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn.
Artikel 6. Betaling
De tegemoetkoming wordt achteraf twee keer per jaar aan de aanvrager uitgekeerd
vanaf het moment van aanvang van de bouwactiviteiten aan het betreffende deel van
de Noord/Zuidlijn, voor de periode dat de aanvrager daar feitelijk
woonachtig/werkzaam was.
Bij verhuizing van de aanvrager tijdens de bouwactiviteiten geldt dat de
tegemoetkoming aan de aanvrager wordt uitgekeerd naar rato van de periode dat hij
woonachtig/werkzaam is geweest in de woning respectievelijk bedrijfsruimte. De
tegemoetkoming wordt uitgekeerd tot en met de maand waarin de verhuizing
plaatsvindt. Dit geldt eveneens in het geval dat de aanvrager een
woning/bedrijfsruimte als nieuwe bewoner/ondernemer betrekt en vervolgens een
aanvraag indient. Wanneer de verhuizing (sleuteloverdracht) niet op de eerste dag
van de maand plaatsvindt, krijgt de vertrekkende bewoner/ondernemer het volledige
maandbedrag. De komende bewoner/ondernemer die eveneens een beroep doet op
de regeling krijgt eveneens het maandbedrag.
De uitbetaling van de tegemoetkoming vindt plaats zo spoedig mogelijk nadat de
hoogte ervan is vastgesteld. Afhankelijk van de duur van de bouwactiviteiten kan het
college dit bedrag in één keer of in termijnen uitkeren.
Artikel 7. Tijdelijke gebruiksovereenkomst
Dit artikel heeft tot doel bewoners/ondernemers die onder bepaalde voorwaarden en
(vaak) met een bepaald doel een woning/bedrijfsruimte tijdelijk in gebruik hebben
expliciet uit te sluiten van de regeling. Het zal bijvoorbeeld gaan om zogenaamde
anti-kraakwachten. Deze groep tijdelijke gebruikers betaalt geen huur, maar een
gebruiksvergoeding. Deze gebruiksvergoeding ligt ver beneden de reële huurwaarde.
Huurders in het bezit van een tijdelijke huurovereenkomst die wel een reële huur
betalen, bijvoorbeeld werknemers van een buitenlandse organisatie die hier tijdelijk
woonachtig zijn, vallen wel binnen deze regeling.
pg_0011
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
11
Artikel 8. Hardheidsclausule
Er kunnen zich gevallen voordoen waarin strikte toepassing van de verordening een
weigering tot het toekennen van de (gedeeltelijke) financiële tegemoetkoming
inhoudt, hoewel een tegemoetkoming in het specifieke geval wel gerechtvaardigd is.
In dat geval kan het college besluiten om toch een gehele of gedeeltelijke
tegemoetkoming toe te kennen op basis van deze regeling. Aangezien het hierbij
gaat om uitzonderingsgevallen, kan de tegemoetkoming alleen uitgekeerd worden als
kan worden aangetoond dat de desbetreffende hoofdbewoner of ondernemer
langdurig aaneengesloten hinder ondervindt of heeft ondervonden als gevolg van de
bouwactiviteiten voor de Noord/Zuidlijn.
Artikel 10. Inwerkingtreding
Deze verordening is van kracht vanaf het moment van bekendmaking en werkt terug
tot en met 1 januari 2010. Verder is in dit artikel bepaald dat de verordening eindigt
op 31 december 2015
Artikel 11. Citeertitel
In dit artikel is geregeld hoe deze regeling wordt aangehaald.
Wettelijke grondslag
Artikel 147 van de Gemeentewet.
Bestuurlijke achtergrond
Op 29 oktober 2008 heeft de gemeenteraad de Tegemoetkomingsregeling
bouwacticviteiten Noord/Zuidlijn ruwbouwfase 2008-2010 vastgesteld en het besluit
genomen om de uitvoering van deze regeling met bijbehorend budget aan het
Schadebureau Noord/Zuidlijn over te dragen.
Op 1 juli 2009 heeft de gemeenteraad, conform het voorstel van het College van
B&W, ingestemd met de adviezen uit het rapport van de commissie Veerman. Eén
van deze aanbevelingen was om ruimhartiger te zijn voor de bewoners en
ondernemers wanneer het gaat om financiële tegemoetkoming wegens langdurige
overlast als gevolg van de bouw van de Noord/Zuidlijn.
Reden besluit
Eind 2010 loopt de huidige tegemoetkomingsregeling af. De overlast als gevolg van
de werkzaamheden houdt naar verwachting aan tot en met eind 2015. Daarom wordt
de voorliggende raadsvoordracht Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten ter
besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd. De aanbeveling van de commissie
Veerman om ruimhartiger te zijn voor de bewoners en ondernemers is als volgt
uitgewerkt:
1. De uitkeringsperiode van de tegemoetkomingsregeling wordt verlengd tot en
met 31 december 2015;
2. De groep bewoners rond de bouwlocaties van de diepe stations, die op dit
moment in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming wordt
uitgebreid met ondernemers rond die locaties;
pg_0012
Jaar 2010
Afdeling 1
Nummer 294
Datum 30 juni 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 juli 2010
R
12
3. De huidige bouwlocaties rond de diepe stations wordt uitgebreid met
bouwlocaties waar ook langdurige werkzaamheden (gaan) plaatsvinden,
waaronder:
?
Scheldeplein (startschacht);
?
Zijstraten van de Ferdinand Bolstraat waar nooduitgangen worden
aangelegd, en/of de bodem wordt verstevigd.
4. Het gebied van de huidige bouwlocaties rond de diepe stations wordt vergroot
met adressen van de zijstraten rond die locaties binnen een afstand van 50
meter gemeten uit de hoek van de zijstraten.
Deze Verordening geeft het college van B&W de bevoegdheid om tot en met 31
december 2015 adressen aan te wijzen van bewoners en ondernemers die in
aanmerking komen voor de financiële tegemoetkoming. De inventarisatie van deze
adressen is ter inzage gelegd.
Het college stelt jaarlijks aan de hand van de daarvoor geldende VROM-tabel de
waarde van één VROM-punt vast en is bevoegd tot het aanpassen van de hoogte van
de maandelijkse financiële tegemoetkoming. De hoogte van de financiële vergoeding
verschilt per groep. Groepen 1, 2 en 3 krijgen 25 punten, met uitzondering van enkele
adressen rond de bouwplaats van de startschacht in het natte Damrak. Omdat daar
24 per dag aaneengesloten wordt gewerkt geldt daar het maximale aantal punten
(40). Aan groep 4 worden 10 punten toegekend.
Financiële paragraaf
Toelichting
De geschatte uitgaven bedragen ca. € 1,1 miljoen per jaar, gedurende een periode
van 2010 t/m 2015. De uitgaven worden voorgefinancierd uit het bestaande en
vastgestelde projectbudget die deel uitmaken van de definitieve voorstellen ter
financiering van de € 500 miljoen van Veerman. Deze voorstellen zijn opgenomen in
het vierde kwartaalverslag 2009 van de Dienst Noord/Zuidlijn waarmee op 2 maart
2010 het college van B&W heeft ingestemd en op 1 juli 2010 de commissie VVL.
Geheimhouding
n.v.t.
Stukken
Meegestuurd
n.v.t.
Ter inzage gelegd
adressenlijst
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
h. van velsen, 3449506, h.van.velsen@sbnzlijn.nl
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
H. de Jong, secretaris
L.F. Asscher, waarnemend burgemeester