Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en
Monumenten
Raadscommissieverslag,
23 september 2009
VV
1
DEFINITIEF
Vergadering
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en
Monumenten
Vergaderdatum
Woensdag 23 september 2009 van 13.00 tot 17.00 uur en van 19.30 tot 22.30 uur in
zaal 0239 van het stadhuis
Verslag vastgesteld op
14 oktober 2009
Voorzitter
: de heer Van Drooge
Portefeuillehouder:
wethouder Gerson
Commissiegriffier:
mevr. Coppen
Verslaglegging:
de
heren
Van
Reenen
(middag)
en
Seelen
(avond)
(Notuleerservice Nederland)
Aanwezige commissieleden
: de heer Bakker (SP), mevr. Bergervoet (PvdA), de
heer Flos (VVD), mevr. Hauet (PvdA), de heer Manuel (D66), de heer Molenaar (GrLi),
mevr. Van Pinxteren (GrLi), mevr. Van der Werf (CDA)
Afwezige commissieleden
: de heer Beishuizen (VVD), mevr. Netjes (CDA), de
heer Sancisi (D66)
Overige aanwezigen:
de heer Klandermans (Dienst Wonen), de heer Kune
(DIVV), de heer Sluijs (DW), de heer van der Heijden (DW), de heer Putjens, de heer De
Valk, mevr. Wieman, de heer Dijk (PBNZL), de heer Bassant (DIVV), de heer Van Ham
(DIVV), de heer Pistor (std Centrum), De heer Suk (DIVV)
Algemeen
1.
Opening
De
VOORZITTER
opent het openbare deel van de vergadering om 13.35 uur en
heet allen welkom.
2.
Mededelingen
De
VOORZITTER
deelt mee dat mevrouw Netjes en de heer Sancisi zijn
verhinderd.
Mevrouw Michels is bevallen van een dochter die de naam Eva gekregen heeft.
Namens de commissie is een bloemetje gestuurd.
Van een aantal schriftelijke vragen is de datum overschreden. Het onderwerp
komt bij punt 7 aan de orde.
De Hemonystraat is in orde.
De heer
MOLENAAR
geeft aan dat dat niet het geval is met de vrijliggende
fietspaden aan de Marnixstraat.
De
VOORZITTER
deelt mee dat de commissie het rapport van de Ombudsman

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
2
ontvangen heeft over het parkeren van gehandicapten. Het wachten is op een reactie van
het college, waarna het punt op de agenda komt.
Na de commissievergadering vindt om 17.00 uur bij de Dienst IVV aan de Nieuwe
Uilenburgerstraat
de
presentatie
plaats
van
het
definitief
ontwerp
toeristische
voetgangersbewegwijzering. Wethouder Gerson zal een toelichting geven.
Mevrouw
HAUET
vraagt om plaatsing op de toezeggingenlijst van de toezegging
van de wethouder bij tkn-stuk 8,
Afdoening vragen gesteld door mevrouw Hauet op 24 juni
2009
.
Wethouder
GERSON
vraagt, wegens overstelpende drukte, om uitstel van de
bespreking van de voortgangsnotitie van de taxi’s tot november 2009. Spreker stelt voor
om op 14 oktober een stroomschema te laten zien, waarna de commissie in de
daaropvolgende vergadering over de voortgangsnotitie kan spreken.
Bij het Centraal Station (CS) en het Leidseplein is het toezicht op de taxi’s
verscherpt. Het gaat de goede kant op. De wethouder zoekt voor het Leidseplein naar
alternatieven. Hij heeft voor CS diverse suggesties gekregen, onder andere over het
benutten van de achterkant van het station. Zeer binnenkort zal in de Tweede Kamer een
vervolgdebat over de taxiproblematiek plaatsvinden. Spreker dankt de commissieleden
voor hun steun daar voor het Amsterdamse standpunt. De wethouder is druk met de
eigen verordening. Er is weer intensief overleg tot stand gekomen met betrokken partijen
om het taxioverleg Amsterdam weer vlot te trekken. Daarnaast is er intensief overleg met
de politie om het convenant uit te werken in concrete acties. Uit de pers blijkt dat de
gemeente op meer vlakken krachtdadig weet op te treden. De wethouder heeft overleg
met TCA (Taxi Centrale Amsterdam) over het verlengen van vergunningen. Al dat overleg
heeft ertoe geleid dat de notitie wat later klaar zal zijn.
De heer
FLOS
is van mening dat in het Kamerdebat van twee weken geleden de
lobby van de G4 niet goed in de voorstellen van het kabinet zijn verwerkt. Bijna alle
voorstellen gaan uit van een centrale regeling. Het is niet zo dat op gemeenteniveau
vergunningen ingetrokken kunnen worden.
Na het Leidseplein en het CS dienen zich klachten aan van bewoners van de
Diepenbrockstraat, in de omgeving van de RAI, waar ook veelvuldig problemen met taxi’s
zijn die luid toeteren of de weg versperren. Wat kan de gemeente eraan doen?
Er lijkt sprake van een ad-hocbeleid. De wethouder komt nu met een voorstel
naar buiten waarbij taxichauffeurs die al lang over de benodigde vergunningen
beschikken, herexamen moeten doen.
Kan de wethouder met een notitie komen van de plaatsen waar zich de
problemen met taxi’s voordoen? Hoe duidt de wethouder de gevolgen van het
Kamerdebat over taxi’s voor Amsterdam op korte en op de lange termijn? Met welke
aanvullende maatregelen voor de korte en lange termijn denkt de wethouder te komen?
De heer
MOLENAAR
deelt de zorgen van de heer Flos over het taxibeleid in Den
Haag. Spreker sluit aan bij het verzoek om een notitie over de taxiproblematiek in den
brede. De handhaving op het Leidseplein zou gereduceerd zijn tot donderdag, vrijdag en
zaterdag van 23.00 tot 2.00 uur. Dat is onvoldoende. Wat gaat de wethouder extra doen?
Mevrouw
BERGERVOET
geeft aan dat haar fractie de zorgen van de twee
voorgaande sprekers deelt, evenals de wens voor een brede notitie. Het is nodig om zich

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
3
te beraden over wat in en Haag gebeurt.
Wethouder
GERSON
erkent dat het niet om twee plekken in de stad gaat maar
om meerdere. Het probleem bij de RAI is bekend. In de notitie zullen alle bekende
plekken breed in beeld gebracht worden.
De arm van Amsterdam reikt niet zo ver dat er landelijk gebeurt wat de stad wil.
De stand van zaken is dat de chauffeurspas een nationale bevoegdheid blijft, maar allerlei
andere vergunningen niet. De wethouder is ambtelijk in gesprek met het ministerie en
zoekt naar mogelijkheden. Die komen in de notitie uitvoerig aan de orde. Dat geldt ook
voor de te nemen maatregelen.
De politie is op het Leidseplein en bij het CS op vrijdagavond en zaterdagavond
van 23.00 tot 7.00 uur aanwezig, maar niet op donderdag. Donderdag begint ook steeds
meer een uitgaansavond te worden. Het moment nadert om ook op die avond dezelfde
service te bieden. De wethouder heeft afgesproken dat de politie aan het taxidossier blijft
meedoen zolang het nodig is.
De heer
MOLENAAR
vraagt naar eventuele inzet van de ME op het Leidseplein.
Wethouder
GERSON
antwoordt dat dat een zaak van de politie is.
De
VOORZITTER
deelt mee dat de wethouder tijdens de eerstvolgende
vergadering
van
de
commissie
met
een
taxitoelichting
zal
komen.
Voor
de
daaropvolgende vergadering zal de commissie voorzien worden van een uitvoerig stuk.
3.
Vaststelling agenda
Voorafgaand aan het openbare gedeelte vond ’s middags een besloten
vergadering plaats.
De agendapunten 10 en 11 worden gevoegd behandeld.
De agendapunten 12 en 13 worden gevoegd behandeld.
Voorafgaand aan het avonddeel van de vergadering vindt een besloten
vergadering plaats.
De agendapunten 17 en 18 worden gevoegd behandeld.
Tkn-stuk 7,
Brief experimenteerwet differentiatie parkeertarieven
, wordt betrokken
bij agendapunt 23.
4.
Inspreekhalfuur publiek
De
heer
JANSEN
van
Gassan
Diamonds
spreekt
in
over
het
verkeerscirculatieplan. Naar het oordeel van Gassan Diamonds is bij de herinrichting van
het Mr. Visserpleín gestreept en geschrapt in het voorkeursmodel om het toch maar
enigszins te laten slagen. Dat strepen en schrappen heeft er onder meer toe geleid dat
een verbod om linksaf te slaan vanaf de Jodenbreestraat richting Valkenburgerstraat is
ingevoerd. Dat leidt er toe dat meer touringcars dan onnodig door de binnenstad moeten
rijden om bij hun doel te komen: de IJtunnel of het Centraal Station. De touringcars
worden nu gedwongen om te rijden via de Blauwbrug, de Amstel, het Rokin en het
Damrak om op voorgenoemde locaties te kunnen komen. Hierdoor wordt de Rode Loper
extra belast met touringcarbussen.
Gassan Diamonds heeft al van diverse toeristische organisaties brieven

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
4
ontvangen dat zij de diamantslijperij niet meer zullen opnemen in het programma als de
bereikbaarheid van Gassan Diamonds in het bijzonder en Amsterdam in het algemeen
erg slecht wordt. Daarom benadrukt inspreker dat de 'linksaffer' vanuit de Jodenbreestraat
richting Valkenburgstraat weer mogelijk moet worden, zowel voor het milieubelang als
voor het economisch belang van de stad.
De heer
FLOS
vraagt aan de wethouder of het door de inspreker genoemde punt
wordt meegenomen in de discussie.
Wethouder
GERSON
geeft aan dat het probleem bekend is en in groter verband
is bekeken. In recent overleg met Gassan Diamonds is geconstateerd dat de aanrijdroute
verbeterd is. Voor bussen die vanaf de Jodenbreestraat linksaf de IJtunnel in willen rijden,
is de in het verkeerscirculatieplan gekozen oplossing niet gunstig, maar in het geheel van
het plan is de oplossing wel goed. Er zijn oplossingen gevonden voor bussen om de stad
uit te komen. Ze hoeven de drukke binnenstad niet in.
5.
Actualiteiten
Er zijn geen actualiteiten aangemeld.
6.
Conceptverslag van de openbare vergadering van de raadscommissie VV van 2
september 2009
Het verslag wordt vastgesteld.
7.
Openstaande toezeggingen
De
VOORZITTER
noemt eerst de schriftelijke vragen waarvan de termijn is
overschreden.
?
Versnelde aanpak blackspots en redroutes in Amsterdam van de heer
Molenaar. Het punt staat geagendeerd voor de commissievergadering
van 14 oktober 2009.
?
De communicatie van het GVB over de introductie van de ov-chipkaart
van de heer Ivens. De heer Kroon van het GVB geeft in het besloten deel
van de vergadering uitleg.
?
Parkeerproblematiek en decentrale parkeerfondsen van de heer Flos.
Wethouder
GERSON
zal de schriftelijke vragen van de heer Ivens over de ov-
chipkaart beantwoorden .
Het antwoord op de vraag van de heer Flos komt zo spoedig mogelijk.
De
VOORZITTER
constateert dat de lijst met openstaande toezeggingen een
update nodig heeft. De commissieleden kunnen voor de volgende vergadering een
bijgewerkte lijst tegemoet zien.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
dringt erop aan om met de uitvoering van de
toezeggingen niet te wachten tot na de opschoning.
Mevrouw
HAUET
vraagt naar het antwoord op haar vraag over daklozenopvang.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
5
Wethouder
GERSON
deelt mee dat de commissie het antwoord binnenkort zal
krijgen.
De heer
MOLENAAR
herinnert de wethouder eraan dat hij tijdens een vorige
commissievergadering beloofd heeft te zullen bekijken of het mogelijk is om een
taxistandplaats ter hoogte van Mariotthotel aan te leggen. Kan deze toezegging op de
toezeggingenlijst komen te staan?
Wethouder
GERSON
deelt mee dat de toezegging is opgenomen in de binnenkort
te verschijnen taxinotitie.
8.
Termijnagenda
De
VOORZITTER
deelt mee dat de verkenningsstudie HOV Zaancorridor en de
informele tussenrapportage AMSYS tijdens de volgende vergadering van de commissie
aan de orde komen wegens te late aanlevering, respectievelijk niet aanleveren.
Mevrouw
HAUET
heeft er moeite mee dat het energiebesparingconvenant pas in
januari of februari 2010 op de agenda komt. Spreekster, die hierover een motie heeft
ingediend, ziet het onderwerp graag in een eerdere vergadering langskomen.
Wethouder
GERSON
geeft aan met de woningbouwcorporaties in onderhandeling
te zijn. Die onderhandelingen zijn niet binnen een maand afgerond. Spreker hoopt er voor
het eind van het jaar wel uit te zijn. De commissie krijgt hierover een tussenrapportage,
als een hulpmiddel voor de begroting.
De
VOORZITTER
belooft de toezegging van de wethouder op de termijnagenda
te zetten.
9.
Rondvraag/Tkn-lijst
De heer
BAKKER
herinnert aan zijn schriftelijke vragen over de voorgenomen
sloop van het Van Eesterenmuseum. Het college is tegen de sloop van het museum en
zal overleg voeren met het stadsdeel om te bezien hoe een maximaal resultaat behaald
kan worden. Hoe staat het ervoor met het overleg?
Wethouder
GERSON
zegt dat andere partijen minder blij waren met het
antwoord. Zeer binnenkort zal de wethouder met het stadsdeel om de tafel zitten. De
vraag is of het gaat om het behoud van het totale complex of van een deel ervan. De
wethouder staat een soortgelijke oplossing voor ogen als destijds met de wijk Jeruzalem.
Het is een extreme inspanning om het complex helemaal zo in stand te houden. Een
gezond compromis moet te bereiken zijn: een gedeelte laten staan, zoals het ontworpen
is, en een deel moderniseren. Het is nodig om hierover intensief te spreken.
De heer
BAKKER
merkt op dat is toegezegd dat met de waarderingskaart in de
hand ook andere elementen meegewogen zouden worden. Spreker dringt erop aan om
die elementen niet te vergeten.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
6
Wethouder
GERSON
geeft aan de woorden van de heer Bakker goed gehoord te
hebben. Hij belooft met het resultaat naar de commissie terug te komen.
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt hoe het ervoor staat met het bedrijfje De taart
van m’n tante. Het is een lakmoesproef om te zien hoe snel de gemeente het oppakt.
Wethouder
GERSON
zegt dat men er na een aantal intensieve gesprekken uit
denkt te zijn. Zodra het helemaal zeker is, zal de wethouder het laten weten.
Mevrouw
BERGERVOET
herinnert aan een actualiteit over dodehoekongevallen
voor het zomerreces. Toen is gesuggereerd dat Amsterdam mee zou doen aan een proef
voor een technische oplossing. Hoe staat het daarmee?
Wethouder
GERSON
deelt mee dat ambtenaren intensief contact hebben met de
groep die zich bezighoudt met de pilot. De wethouder verwacht dat de proef resultaat zal
opleveren.
VOLKSHUISVESTING
10.
Huurexperiment grote woningen
11.
Stand van zaken grote woningen
Insprekers eerste termijn
De
heer
DE
BOER
spreekt
in
namens
de
Stichting
Experimenten
Volkshuisvesting (SEV). De raad heeft besloten om mee te doen met het experiment huur
op maat. Dat experiment wordt door de SEV uitgevoerd en begeleid en uitgevoerd door
18 corporaties in Nederland. Amsterdam kwam er pas later bij. Minister Van der Laan
antwoordde geen principieel bezwaar te hebben tegen meedoen van een grote stad, maar
er zouden onderzoekstechnische redenen kunnen zijn. Spreker plaatst daarbij een aantal
politieke en onderzoekstechnische kanttekeningen.
Mede door de Amsterdamse voornemens heeft de discussie over het experiment
een hoge vlucht genomen. De kans is aanzienlijk dat in door de regering ingestelde
werkgroepen over de woningmarkt huur op maat aan de orde wordt gesteld. De kans dat
de Amsterdamse discussie van invloed zal zijn op de landelijke politiek acht spreker niet
groot. De Huurdersvereniging Amsterdam heeft bedenkingen. Ze zijn begrijpelijk en
terecht. Huur op maat is een instrument om de huurtoeslagtabel te verlengen naar
middeninkomens, maar het is ook mogelijk om die tabel in te korten.
Er zijn ook onderzoekstechnische redenen. Minister Van der Laan heeft
geschreven dat scheefheid als zodanig geen probleem is, maar het is wel evident dat in
Amsterdam het aanbod van grote woningen een groot probleem is dat niet makkelijk kan
worden opgelost. Het is belangrijk dat het experiment dat in Amsterdam is vormgegeven
uit twee deelexperimenten bestaat. Het ene is huren op maat in strikte zin. Daaraan zit
ook een huurverhogingkant. Het is een moeilijk punt. Het gaat hier om een klein en
beheersbaar experiment met zowel marktgerichte waardering als huren op maat en is
daarmee een goed voorstel.
De eerste tussenevaluatie is begonnen en wordt afgerond in januari 2010.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
7
Daaraan doet Amsterdam niet mee. Het is belangrijk dat het experiment plaatsvindt.
Ervaringen in grote steden kunnen nuttig zijn. Utrecht heeft zich ook gemeld als late
deelnemer aan huur op maat. Het gaat om een interessant experiment dat echter zowel
politiek als inhoudelijk en procedureel omgeven met bedenkingen.
In dit geval zijn draagvlak en tempo van groot belang.
De heer
MANUEL
vraagt of de heer De Boer het geen goed idee vindt om het
experiment in Amsterdam te doen.
De heer
DE BOER
zegt het een goed instrument te vinden, maar het is geen huur
op maat-instrument in de strikte zin.
Mevrouw
HAUET
vraagt of de heer De Boer het met haar eens is dat het door de
bijzondere situatie van Amsterdam van belang is dat Amsterdam met het experiment
meedoet om kennis en ervaring op de Amsterdamse markt te verwerven en of de
Amsterdamse ervaring van landelijk belang kan zijn.
De heer
DE BOER
beaamt haar woorden. Hij vindt de proef zeer interessant. De
minister bepaalt in dit geval of er voldoende redenen zijn om het te doen en hij is de
laatste partij die bepaalt of het experiment doorgaat.
De heer
BAKKER
, die stelt dat Amsterdam een unieke woningmarkt heeft, vraagt
wat in dit verband de meerwaarde voor het landelijke beleid is.
De heer
DE BOER
noemt de woningmarkt van Amsterdam bijzonder maar niet
uniek. Er zijn vergelijkbare situaties in Nijmegen, Utrecht en Groningen. In Amsterdam
gaat het om een grotere schaal.
De heer
DE JONG
spreekt in namens Ymere. Inspreken is gewoonlijk gelijk aan
het geven van kritiek. Spreker wil in dit geval steun betuigen aan het voorstel van het
college. Amsterdam heeft een tekort aan grote woningen, vooral voor migrantengezinnen.
Voor een deel is de oplossing te vinden in nieuwbouw. Daarnaast kan herhuisvesting, met
huur op maat, een deel van de oplossing bieden. Er bestaat een verschil met andere
steden. In Almere is ook sprake van huur op maat, maar in Amsterdam wordt met het
experiment de liberalisatiegrens doorbroken.
Het is mogelijk om de huur van grote woningen omlaag te brengen en dat kleine
woningen boven de huurgrens zullen komen. Het leuke van het experiment is dat het een
win-winsituatie oplevert. Bewoners met een laag inkomen kunnen in een grotere woning
trekken en er komen andere woningen voor mensen met een middeninkomen
beschikbaar, boven de liberalisatiegrens. Het experiment duurt een paar jaar. Het gaat om
een beperkt aantal woningen. De kans op falen is beperkt. Misschien geeft het experiment
een antwoord op de problematiek van de woningmarkt. Het zou plezierig zijn als de
commissie het zou willen steunen.
De heer
BAKKER
vraagt hoe lang er al gebrek aan grote woningen is.
De heer
DE JONG
antwoordt dat het probleem al geruime tijd bestaat. Een
oplossing is het meer bouwen van grote woningen. Herstructurering zoals die nu
plaatsvindt, is een druppel op een gloeiende plaat.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
8
De heer
ABRARI
spreekt in namens de Huurdersvereniging Amsterdam (HA).
Spreker betreurt dat er niet langer is doorgepraat over andere varianten van het
experiment.
De HA is voor de gedachte achter huur op maat: mensen met minder inkomen betalen
een lagere huur en mensen met meer inkomen een hogere. In het experiment wordt
echter voorgesteld om het woningwaarderingsstelsel (wws) voor tweehonderd woningen
uit te schakelen en dat vindt de HA principieel onacceptabel.
Het wws biedt nu juist bescherming en zekerheid aan huurders en dat is hard
nodig in een overspannen woningmarkt. Er is kritiek te leveren op het wws, maar het is
beter om het stelsel te verbeteren dan het op dit punt buiten werking te zetten. De HA kan
niet instemmen met een voorstel dat de deur openzet voor aantasting van de
rechtsbescherming van huurders.
De HA is bezig om andere ideeën met de achterban te bespreken. Zij denkt hierbij
onder andere aan het optrekken van de liberalisatiegrens, zodat ook de duurdere huren
aan regels worden gebonden en die huurders rechtsbescherming krijgen. De HA stelt
voor om hiervoor de tijd te nemen en een experiment uit te voeren. De HA vraagt zich af
waarom haar toestemming opeens niet meer noodzakelijk is. Waarom mag dit experiment
geen geld kosten? Kortom: het aantasten van het wws voor dit experiment roept
wantrouwen op van huurders over de bedoelingen van de corporaties en de gemeente.
Spreker roept op om meer tijd te nemen voor een experiment dat hetzelfde kan betekenen
voor grote gezinnen maar dat het wws niet buitenspel zet en dat op een breed draagvlak
kan rekenen.
Mevrouw
HAUET
vraagt wil graag meer weten over het alternatief om invulling te
geven aan huren op maat voor grote gezinnen.
De heer
ABRARI
zegt dat de HA in discussie is met de achterban om te bekijken
hoe het wws te verbeteren is om grote gezinnen te voorzien van betere huisvesting.
De heer
MANUEL
vraagt of de heer Abrari een soort omslagstelsel op het oog
heeft.
De heer
ABRARI
reageert bevestigend.
De heer
VAN HARTEN
spreekt in namens de Amsterdamse Federatie van
Woningcorporaties. De corporaties zijn in gesprek gegaan met de HA en de gemeente.
Dat heeft geleid tot het voorstel dat nu voorligt. Het idee is in de achterban besproken.
Alle corporaties op een na – de Alliantie die al in Amersfoort aan een pilot over huur op
maat meedoet – zien heil in het experiment en willen meedoen. Het aantal grote
woningen is beperkt. Spreker sluit zich aan bij de voorstellen van de wethouder. Die
voorstellen hebben een toegevoegde waarde voor de SEV en de rijksoverheid.
Spreker verwacht dat de corporaties de huurdersvereniging wel wat te bieden
zullen hebben.
De corporaties
willen
hier
de
huidige huurprijzen
loslaten en
marktgerelateerde huurprijzen vaststellen voor geliberaliseerde woningen. De corporaties
willen aan de andere kant geliberaliseerde woningen in het gesubsidieerde segment
brengen. Er is vele maanden over het voorstel gesproken. Er moeten nog wel zaken
worden uitgewerkt. Spreker steekt de hand uit naar de huurdersvereniging. De polarisatie
van een aantal jaren geleden, toen minister Dekker met liberaliseringvoorstellen voor de

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
9
woningmarkt kwam, moet niet terugkomen. Dialoog is beter. Er is in het Amsterdamse
volkshuisvestingsoverleg afgesproken om een Amsterdamse formule te bedenken voor de
toekomst, een stip aan de horizon. Het experiment is geen schot voor de boeg, maar de
weg is altijd vrij om te bekijken hoe er samen uit te komen is.
Spreker stelt voor om nu met het experiment te beginnen en de huurdersvereniging uit te
nodigen om mee te denken.
De heer
BAKKER
vraagt waar het experiment toe moet leiden in de toekomst.
De heer
VAN HARTEN
zegt dat het gaat om hulp aan grote gezinnen en om wat
te doen aan het middensegment, maar het is niet zeker waar men uitkomt. De corporaties
willen zien hoe woningzoekenden op de markt gaan reageren. Ze willen toe naar een
systeem waarbij de huurprijs niet alleen aan een woning gekoppeld wordt. Mensen die
meer verdienen, kunnen een meer marktgerelateerde prijs betalen, terwijl lage
inkomensgroepen meer subsidie kunnen krijgen. De huurdersvereniging, de corporaties
en de gemeente hebben elk hun eigen wensen, maar er is een basis om met elkaar de
toekomst te verkennen.
Commissie eerste termijn
Mevrouw
HAUET
begint haar betoog met de opmerking het jammer te vinden dat
er geen woordvoerders van VVD en CDA aanwezig zijn. Dat er te weinig grote woningen
beschikbaar zijn voor grote gezinnen in de betaalbare huursector is bekend en het wordt
door rapportage bevestigd. Grote woningen zijn slecht over de stad verspreid. Dat is nog
sterker het geval als het gaat om de behoefte aan grote woningen die ook geschikt zijn
voor mensen met een handicap.
Het experiment met huren op maat, waar spreekster in haar motie om had
gevraagd, is erop gericht daarin verandering te brengen. Met de uitwerking van de motie
is ze het niet eens. Het betekent namelijk dat het wws en de daaraan gekoppelde
huurbescherming geheel worden losgelaten, waardoor van prijsopdrijving sprake kan zijn.
Spreekster is er wel voor om in het wws de omgevingsfactor mee te nemen, waardoor een
huurprijsverhogend effect kan ontstaan in gewilde wijken, waar de druk op de
woningmarkt erg groot is. De vastzittende Amsterdamse woningmarkt noopt tot kritisch
bezien van het huidige wws. Het is echter niet wenselijk om het marktmechanisme
ongeremd los te laten op de huurmarkt. Dat opent de weg, net als bij de koopmarkt, voor
het uit de pan rijzen van huurwoningen in populaire buurten, zodat de prijs van de
huurwoning niet meer in verhouding staat tot de waarde van de huurwoning. Het gevolg
zal zijn dat de huurmarkt in die wijken voor de lage en middeninkomens onbereikbaar
wordt. In het licht van het gegeven dat de woningcorporaties de afgesproken aantallen te
realiseren grote woningen niet halen, is een dergelijke overcompensatie voor de
corporaties ook niet redelijk. Mede daardoor bestaat er immers een tekort aan betaalbare
grote huurwoningen. Overigens wordt door experimenten met huren op maat elders in het
land niet aan het wws getornd.
Spreekster is er voor dat, met instandhouding van een aangepast wws, wordt
geëxperimenteerd met een huurprijs die rekening houdt met wat mensen kunnen betalen,
gekoppeld aan hun
woonbehoefte.
Deze
uitgangspunten hanteert de
HA, als
vertegenwoordiger van de huurdersbelangenorganisaties, ook. De HA komt met een
voorstel waarin dat nader wordt uitgewerkt. Het is verstandig om dat alternatief bij het
vervolgoverleg over dit plan te betrekken en op basis daarvan terug te komen met een

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
10
aangepast voorstel.
De heer
MANUEL
vraagt hoe te bepalen is hoeveel mensen kunnen betalen.
Misschien kunnen mensen wel 990 euro betalen.
Mevrouw
HAUET
zegt dat er altijd wel mensen zijn die het willen betalen, maar
als het massaal gaat gebeuren, zullen er niet genoeg woningen beschikbaar zijn voor de
mensen die het niet kunnen betalen. Zo is het op de koopmarkt gegaan. De huurmarkt
moet die kant niet op.
De heer
MANUEL
stelt dat het gaat om een experiment, waarbij het erom gaat te
bekijken wat mensen maximaal willen betalen voor een woning.
Mevrouw
HAUET
zegt niet te willen kijken naar het maximale bedrag dat mensen
willen betalen in populaire buurten. Het gaat erom de woningmarkt te verbeteren. Dan
moet er een experiment gehouden worden dat te verbreden is.
De heer
MANUEL
vraagt naar de criteria die mevrouw Hauet aan een experiment
wil stellen.
Mevrouw
HAUET
wil het wws uitbreiden met een puntenverhogende factor waarin
de populariteit en gewenstheid van de buurt wordt meegewogen. Dan kom je niet
automatisch bij 1000 euro huur per maand uit.
De heer
MANUEL
merkt op dat zijn fractie wel te porren is voor het experiment.
Hij staat positief tegenover de suggestie om elke woning aan de markt over te laten.
Natuurlijk moeten er wel woningen beschikbaar blijven voor mensen met lage inkomens.
Dat kan door de subsidie van de huizen af te halen en over te brengen naar de mensen.
Dat idee ziet hij enigszins terug in het voorliggende voorstel. Hij hoopt dat het experiment
voortgang vindt.
De heer
BAKKER
vraagt of de heer Manuel het voorstel ziet als een opmaat naar
markthuur, terwijl bepaalde groepen die de markthuur niet kunnen betalen door middel
van subsidie beschermd worden.
De heer
MANUEL
zegt die ideeën hier inderdaad een beetje terug te zien.
Mevrouw
HAUET
zegt dat het gaat om het toegankelijk houden van de
huurwoningmarkt. Wie krijgt de bevoegdheid om te beslissen wie waar mag wonen? Wil
de heer Manuel hierin meedenken?
De heer
MANUEL
vindt dat met zijn idee bereikt wordt dat mensen allemaal
kunnen blijven wonen. Het inkomen is de toets voor huursubsidie. Het zorgt ervoor dat de
boel niet op slot komt, wat in andere stelsels wel gebeurt. Flexibilisering met hulp aan de
lage inkomens is nodig.
Mevrouw
HAUET
vindt de ideeën van de heer Manuel utopisch en te optimistisch.
Er is een systeem voor huurbescherming nodig. Dat is nu te krap bemeten, maar het wws
mag niet zomaar losgelaten worden.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
11
De heer
BAKKER
spreekt van een groot probleem. In Amsterdam zijn zo’n 4000
gezinnen, die bestaan uit minstens 5 personen. Het gaat dus om minstens 20.000
personen met een problematische huisvesting.
Het is gelukkig gelukt om de plannen van minister Dekker, de vorige minister van
Volkshuisvesting, te stoppen, maar nu lijkt het plan-Dekker toch weer naar binnen te
glippen. Volkshuisvesting is te belangrijk om aan de markt over te laten, zeker in
Amsterdam waar een grote druk op de woningmarkt bestaat. Ook bij de taxi’s wilde men
een vrije markt, maar dat is nog niet zo’n succes geworden.
Als men een bepaald idee heeft, zoekt men eerst een doelgroep en komt men
met een plan waar eigenlijk niemand tegen kan zijn. Dat lijkt hier te gebeuren. Het gaat
voor de corporaties uiteindelijk om het verhogen van het rendement van het
corporatiebezit. Dat moet niet op deze manier gebeuren. Dan wordt het: vaarwel
Amsterdam, ongedeelde stad.
Spreker heeft bezwaren tegen het voorgestelde huren op maat. De lage middeninkomens
moeten betalen voor anderen. De plannen belemmeren eerder de doorstroming dan dat
ze die bevorderen.
De heer
MANUEL
stelt dat met dit voorstel wordt voorzien in de woonproblemen
van grote gezinnen. Tegelijkertijd wordt een aantal sociale huurwoningen omgezet naar
duurdere markthuur. Het betekent een oplossing voor beide partijen.
De heer
BAKKER
vindt het niet nodig. Voor grote woningen is het ook mogelijk
om een huur te vragen die de lagere inkomens wel kunnen betalen.
De heer
MANUEL
vindt dat het weggeven van zaken niet werkt. Hij vindt dat de
heer Bakker naar een meer realistische politiek toe moet.
De heer
BAKKER
beschouwt deze woorden als een advies van de fractie van
D66.
Mevrouw
HAUET
zegt dat in het wws grote woningen duurder moeten worden en
geliberaliseerd worden. De corporaties kunnen in het wws niet zomaar grote woningen
goedkoop verhuren.
De heer
BAKKER
stelt dat de maximale huur niet het bedrag is dat de
woningcorporaties moeten vragen, maar dat ze mogen vragen. Overigens kan die grens
wel omhoog. Dat is een betere weg dan dit experiment.
De heer
BAKKER
vervolgt zijn betoog. Het voorliggende voorstel is geen
uitwerking van de motie. Het gaat ook om de samenwerking met de huurdersvereniging,
want die is afgehaakt.
De wethouder heeft de huurdersvereniging een brief geschreven. In die brief staat
dat er meer mogelijkheden zijn. Welke andere mogelijkheden zijn er? Met welk voorstel
komt de wethouder?
Beantwoording eerste termijn
Wethouder
GERSON
spreekt van een ingewikkelde kwestie met een ruime
voorgeschiedenis. Het verleden is niet zomaar uit te wissen. Een deel van dat verleden

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
12
heeft te maken met het verzet tegen de plannen van minister Dekker. De diverse partijen
hebben toen posities ingenomen, wat geleid heeft tot een enigszins verstoorde
verhouding. De wethouder doet zijn best om terug te keren tot het poldermodel.
Het gaat hier om een discussievoorstel. Welke variant men tijdens het
vooroverleg ook verzon, er waren steeds blokkades. Dit kan niet doorgaan. Het is niet
productief om hierover jaren in gesprek te blijven zonder dat er iets gebeurt. Er moet iets
gebeuren. De wethouder wilde peilen of er in de commissie een basis is voor een
experiment. De Amsterdamse woningmarkt zit ingewikkeld in elkaar. Iedereen vindt dat er
iets moet gebeuren. Spreker hoopte dat de commissie mee zou willen gaan met het
experiment en nadelige punten voor lief zou willen nemen. Er lijkt enige beweging te
bespeuren bij de huurdersvereniging, maar als die vereniging vindt dat het voorstel te ver
gaat, gaat het niet door. Het gevolg is wel dat grote gezinnen niet geholpen kunnen
worden.
Er zijn inderdaad meer dingen die gedaan kunnen worden, zoals het naar boven
bijstellen van de liberalisatiegrens en het aanpassen van het wws door het locatie-
element op te nemen, maar dat kost wel een jaar of twee. Het is jammer als op deze
manier de kans om te experimenteren niet gegrepen wordt.
De wethouder zegt dat het mogelijk is om nog eens twee maanden te praten. Als
men er in die tijd niet uitkomt, gaat het plan niet door. Dan moet de gemeente de grote
gezinnen eerlijk in de ogen kijken en zeggen dat het niet gebeurt.
Mevrouw
HAUET
vraagt wat de wethouder precies bedoelt. Ziet de wethouder
iets in twee maanden doorpraten? Wil de wethouder ingaan op de door mevrouw Hauet
ingebrachte
nuancering?
Wil
de
wethouder
kijken
naar
de
limitering
van
de
huurprijsverhoging van de kleine woningen? Wil de wethouder bekijken welke
mogelijkheden er zijn om de komende twee maanden door te praten?
Tweede termijn insprekers
De heer
DE JONG
merkt op dat er gevoeligheden liggen, ook bij de HA. Het
experiment staat of valt met de vraag of er iets tegenover het aanbod van de grote
woningen staat. Het plan kan alleen doorgaan als er geld tegenover staat. Als de
gemeente de ruimte geeft om grote woningen goedkoper aan te bieden, moet er ook
ruimte zijn om kleine woningen duurder aan te bieden. Het doel van het experiment is om
op kleine schaal te bekijken of het helpt. Aan het eind treedt de oude situatie weer in
werking.
De heer
MANUEL
vraagt wat de heer De Jong bedoelt met de oude situatie.
De heer
DE JONG
bedoelt dat de oude regels zullen terugkeren als het
experiment stopt.
Mevrouw
HAUET
vindt dat de afspraak om bij kleine woningen tot een huurprijs
van 1000 euro te gaan tot verkeerde praktijken kan leiden.
De heer
DE JONG
stelt dat de corporaties het geld terug moeten verdienen en
dat ze zullen bekijken hoe ze het doen. Ze willen tot een genuanceerde opstelling komen.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
13
De heer
ARBRARI
toont zich bereid om met alle partijen te praten om een manier
te vinden om het wws zo aan te passen dat regulering mogelijk is. Tegelijkertijd is het
nodig om te beseffen dat mensen niet alleen behoefte hebben aan grote woningen maar
ook aan kleine woningen.
Bij veranderen binnen het wws is het mogelijk om er zicht op te houden. Spreker wil wel
praten over het voorstel voor de tweehonderd woningen, maar dan binnen het systeem.
De heer
MANUEL
zegt dat het niet kan binnen het systeem.
De heer
ABRARI
geeft aan te willen nadenken over een manier om het systeem
op de korte termijn te versterken.
Wethouder
GERSON
legt uit dat waarover het nu gaat, buiten het systeem is. Als
de huurdersvereniging binnen het systeem wil blijven, lukt het niet om er op korte termijn
uit te komen. In dat geval trekt de wethouder zijn voorstel in.
De heer
ABRARI
zegt er anders tegenaan te kijken. Hij houdt vol dat er binnen
het systeem mogelijkheden gevonden kunnen worden.
De heer
VAN HARTEN
steunt het idee van de wethouder om er in een beperkte
periode samen uit te komen. Spreker is bereid om te bekijken of er iets te doen is aan het
probleem van de kleine woningen die op de markt komen, maar het moet wel in lijn zijn
met de geschetste contouren. Spreker hoopt dat de huurdersvereniging hierover wil
meedenken. Hij stelt voor om de onmiddellijke doelen te scheiden van de ‘stip aan de
horizon’. Met het experiment kunnen tweehonderd gezinnen geholpen worden. Het
verandert weinig aan de woningmarkt in Amsterdam, omdat het maar om een zeer klein
deel gaat.
Commissie tweede termijn
Mevrouw
HAUET
is
blij
met
het
geluid
van
de
corporaties
en
de
huurdersvereniging, die elkaar willen zoeken en vinden. Spreekster hoopt dat de
wethouder dat geluid ook hoort. Een dergelijk experiment moet een breed draagvlak
hebben. Het is belangrijk om te praten met de huurdersvereniging die vindt dat het
experiment buiten het wws is. Is het niet mogelijk om het experiment zo aan te passen dat
het binnen het systeem valt? Er moet toch uit te komen zijn. Spreekster gaat voor het
experiment maar vraagt om aanpassing waar het gaat om de kleine woningen en de
huurprijsstelling daarvan. Hopelijk gaat de wethouder het gesprek met de betrokken
partijen aan.
De
VOORZITTER
vraagt of mevrouw Hauet aandringt op een aangepast voorstel
van de wethouder voor de komende raadsvergadering.
Mevrouw
HAUET
antwoordt bevestigend.
De heer
MANUEL
spreekt er zijn teleurstelling over uit als het experiment niet zou
doorgaan. De huurdersvereniging doet denken aan het FNV dat de opdracht krijgt om een
alternatief te bedenken voor het verhogen van de AOW-leeftijd. De SP laat de grote
gezinnen in de kou staan.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
14
De heer
BAKKER
vindt dat de nuance in deze woorden zoek is. In het debat
heeft de nuance wel doorgeklonken. De keuze van de SP is duidelijk. De SP wil het
experiment niet. De fractie heeft de motie dan ook niet gesteund.
Dat neemt niet weg dat er wel iets moet veranderen. De wethouder kan doen wat hij in de
brief geschreven heeft. Het is beter om daarop in te zetten dan het experiment uit te
voeren.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
, die wegens omstandigheden niet toegekomen is aan
bestudering van de stukken, belooft de discussie in de fractie te zullen voeren.
Mevrouw
HAUET
doet nogmaals een oproep aan de wethouder om te gaan
praten met de partijen.
De
VOORZITTER
geeft aan dat er een voorstel ligt. De commissie kan het piepen
naar de raad. Het is ook mogelijk dat de wethouder het intrekt.
Mevrouw
HAUET
wil
het
stuk
piepen
naar
de
raad,
zodat
zij
een
aanpassingsvoorstel kan doen.
De heer
MANUEL
vindt een aanpassingsvoorstel in de raad ingewikkeld. Het is
makkelijker om een dergelijk voorstel in de commissie te bespreken.
Beantwoording tweede termijn
Wethouder
GERSON
vindt het beter om op dit moment een stap terug te doen om
straks beter te kunnen springen (Reculer pour mieux sauter) en trekt het voorstel in.
De wethouder gaat wel door met de in de brief genoemde toezeggingen.
De
VOORZITTER
deelt mee dat de wethouder het voorstel van agendapunt 10
heeft ingetrokken en er waarschijnlijk later op terug zal komen.
Agendapunt 11 is voor kennisgeving aangenomen.
12.
Rapportage Bouwen aan de stad 2009
Mevrouw
HAUET
zal schriftelijk vragen indienen.
De
VOORZITTER
deelt mee dat de antwoorden bij de commissie terecht zullen
komen.
De commissie neemt de rapportage voor kennisgeving aan.
13.
Rapportage een-op-eenafspraken corporaties
Mevrouw
HAUET
zal schriftelijk vragen indienen.
De
VOORZITTER
deelt mee dat de antwoorden bij de commissie zullen komen.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
15
De commissie neemt de rapportage voor kennisgeving aan.
14.
Afhandeling raadsadres huurdersvereniging De Pijp
Mevrouw
HAUET
kan begrijpen dat het college nu niet met extra maatregelen
komt, wetende dat er spoedig een regeling voor woningonttrekking op tafel komt die al op
1 januari 2010 in werking moet treden en meer beperkingen zal bevatten in gebieden met
een hoge marktdruk. De aanscherping is toe te juichen, maar spreekster zal het voorstel
wel kritisch bezien, omdat de onderhavige praktijk zeer onwenselijk is. Ze verzoekt de
wethouder om, tot een betere regeling van kracht is, samen met de stadsdelen zeer alert
te zijn.
De formuleringen in de beantwoording zijn wat slordig. Het gaat niet om het
onttrekken van de woningfunctie maar om het ontrekken van woningen aan de sociale
huurvoorraad en om de totale puntentelling.
Wethouder
GERSON
bedankt de commissie voor haar steun. Hij zal overleggen
met de stadsdelen en erop terugkomen bij de commissie.
Spreker bestrijdt dat de formulering slordig is. Als men van twee woningen een
woning maakt, ontrekt men een woning aan de woonvoorraad.
Voor kennisgeving aangenomen.
15.
Afdoening toezegging inzake servicekosten
Mevrouw
HAUET
vestigt de aandacht op punt 10, waar staat dat overwogen kan
worden om artikel 10 aan te passen en een bepaling op te nemen over de hoogte van de
stofferings- en meubileringskosten, oftewel de servicekosten. Dienst Wonen zou daar al
mee bezig zijn. Kan de aanpassing zo spoedig mogelijk geagendeerd worden? Op dit
moment ontbreekt het de dienst namelijk aan een juridisch instrumentarium om tegen de
praktijk van exorbitant hoge servicekosten ter compensatie van de beperking van de te
vragen huurprijzen handhavend op te treden.
Wethouder
GERSON
zegt dat gaat gebeuren wat in laatste alinea staat.
Binnenkort komt hij hierover bij de commissie terug om te laten zien hoe het gaat.
Voor kennisgeving aangenomen.
16.
Bespreking beantwoording schriftelijke vragen raadslid Hauet
Mevrouw
HAUET
vindt dat de beantwoording deels niet klopt en deels onduidelijk
is. Dat de corporaties altijd kijken of iemand al eerder een woning kocht, klopt
aantoonbaar niet. Er zijn woningen verkocht aan mensen die al meerdere woningen

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
16
bezaten. Er zijn instrumenten om te voorkomen dat dergelijke woningen voor hoge prijzen
worden verhuurd. Spreekster vraagt de wethouder om controlerend en handhavend de
vinger aan de pols te houden.
De heer
BAKKER
vraagt naar de uitkomst van het overleg op 26 augustus 2009.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Hauet.
Het is belangrijk om de zaak scherper te krijgen.
Wethouder
GERSON
is het eens met mevrouw Hauet dat dergelijke verkopen wel
eens voorkomen. In sommige gevallen is het niet verkeerd. Wat is ertegen als ouders een
woning voor hun kind kopen? De corporaties zijn er alert op. Controleren door de Dienst
Wonen is erg moeilijk in dit geval, maar de dienst kan wel overleggen met de corporaties.
De heer
KLANDERMANS
geeft aan dat er overleg in het AVO (Amsterdams
Volkshuisvesting Overleg) heeft plaatsgevonden. De partners hebben in een brief de
afspraken bevestigd.
Mevrouw
HAUET
stelt dat dergelijke verkopen inderdaad aan de orde zijn en dat
de Dienst Wonen wel degelijk handhavend kan optreden.
Wethouder
GERSON
erkent dat mevrouw Hauet in het laatste gelijk heeft.
Voor kennisgeving aangenomen.
17.
Sluiting
De
VOORZITTER
schorst de vergadering om 16.00 uur.
De
VOORZITTER
heropent de vergadering om 20.10 uur.
Verkeer, Vervoer een Infrastructuur
17
Noord/Zuidlijn: afweging vriezen binnen- of buitenzijde station Rokin
18
Noord/Zuidlijn: verwijderen 5000 m³ grond station Rokin
De heer
FLOS
legt de mensen op de publieke tribune uit dat het voor het
verwijderen van de hoeveelheid van 5000 m³ grond beter is om de grond aan de
buitenzijde te injecteren en dan te verwijderen. Dat is jammer, maar het kan niet anders.
De rest van de grond wordt aan de binnenzijde met vrieslansen geïnjecteerd. Hij vraagt
de Bestuursdienst of zij de stukken op dit terrein nog eens wil bekijken, omdat men erg
goed in de materie ingevoerd moet zijn om ze te begrijpen. Hij vraagt op welke manier dit
met de bewoners van het Rokin en de Vijzelgracht is besproken en hij hoopt niet dat zij dit
de dag na de vergadering in de krant moeten lezen. Hij is echter inhoudelijk overtuigd van
de juistheid van de gekozen methode.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
17
Mevrouw
BERGERVOET
merkt op dat van de gekozen variant van de
vriesmethode alleen de voordelen staan genoemd in de voordracht. Van de variant die
niet wordt gekozen, worden alleen de nadelen genoemd. Zo kan er geen integrale
afweging gemaakt worden. Bij punt 18 zit wel een mooi schema met de voor- en nadelen.
Zij wijst erop dat de commissie-Veerman een lichte voorkeur had voor de methode
waarvoor niet is gekozen. Zij vindt de voordracht niet goed omdat er geen goede keuze
gemaakt kan worden. Vriezen aan de binnenzijde heeft als voordeel dat dit minder
overlast geeft voor bewoners en ondernemers. Zij vindt het echter belangrijk dat er
overleg plaatsvindt over de plaatsing van de vriesinstallaties. Zij heeft vernomen dat dit bij
de Vijzelgracht ook is gebeurd en dat in overleg met bewoners ervoor gekozen is de
vriesinstallaties aan het Weteringcircuit te plaatsen. Dit levert minder geluidoverlast op.
Verder wil zij weten welke compensatie bewoners en ondernemers krijgen. Voor het
zomerreces heeft zij de wethouder gevraagd of het mogelijk is ondernemers op het Rokin
financieel tegemoet te komen en ze wil nu weten hoe het daarmee staat. Wat gaat de
gemeente doen om deze ondernemers te compenseren? Spreekster meent dat de
commissie-Veerman een lichte voorkeur had voor bevriezen aan de buitenzijde omdat op
die manier gegarandeerd geen lekkages zouden optreden en zij wil dat de wethouder hier
nog eens op ingaat. Verder vraagt zij of al duidelijkheid bestaat over de mogelijkheid om
de boorrichting te veranderen en, als dat mogelijk is, of de kosten daarvan verdisconteerd
zijn in het bedrag van 3,1 miljard euro.
Zij heeft de indruk dat bij de afweging om de hoeveelheid van 5000 m³ grond af te
voeren via injecteren aan de buitenzijde vooral tijd en geld de doorslag hebben gegeven.
Zij wil weten hoeveel meer overlast dit geeft vergeleken met bevriezen aan de buitenzijde.
Is er inmiddels overleg met de bewoners geweest en wat was daarvan de uitkomst?
Injecteren aan de buitenzijde betekent ook dat de calamiteitenroute verlegd moet worden.
Is daarover met de brandweer overlegd en waarheen wordt ze verlegd?
De heer
BAKKER
vindt het verwarrend dat in de flap sprake is van ‘kennis te
nemen, c.q. de gemeenteraad te adviseren in te stemmen met’. Hij vindt niet dat de
gemeenteraad hiermee moet instemmen en denkt dat het college een bestuurlijk besluit
moet nemen. Het voorstel dient alleen ter kennisname aan de raad te worden voorgelegd,
met daarbij de overwegingen van het college. Agendapunt 18 is ook alleen ter
kennisname, dat is correct.
De heer
FLOS
meent dat de commissie expliciet gevraagd heeft om toestemming
hiervoor te verlenen.
De
VOORZITTER
vindt ook dat de commissie gevraagd heeft om kennis te
nemen van het voorgenomen besluit.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
sluit zich aan bij de heer Bakker. Voordat het college
werkzaamheden hervat, dient het de commissie op de hoogte te stellen. De commissie
kan dan alsnog actie ondernemen als zij dit nodig acht.
De
VOORZITTER
concludeert dat de voordracht aan de raad anders
geformuleerd moet worden.
De heer
BAKKER
neemt aan dat er een verantwoorde keuze is gemaakt, maar
vraagt of het in te stellen projectcommissariaat ook hierbij betrokken is geweest,
aangezien dit een voorkeur had voor een andere variant.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
heeft niets toe te voegen aan de woorden van de
heer Bakker en mevrouw Bergervoet. Zij merkt nog wel op dat de stukken niet erg
duidelijk zijn. Daarnaast vindt zij het vreemd dat het feit dat bij bevriezen aan de
binnenzijde minder diep gevroren hoeft te worden niet het lagere energieverbruik als
voordeel is genoemd. Ze neemt aan dat het voorgestelde besluit, gehoord alle
deskundigen, verantwoord is.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
18
Mevrouw
VAN DER WERF
wil iets meer toelichting over de communicatie met de
bewoners. Het verwijderen van 5000 m³ grond vindt precies plaats op het punt waar het
incident heeft plaatsgevonden. Injecteren aan de buitenzijde leidt tot extra overlast op een
punt waar al veel overlast is geweest. Dit is een uiterst technische zaak waarbij spreekster
zich afvraagt of het projectcommissariaat de gemaakte keuze steunt.
Wethouder
GERSON
kan zich de gevoelens van de commissieleden voorstellen.
Hij heeft de moeilijkheidsgraad van de voorstellen onderschat. Al voor de zomer is er
uitvoerig met de buurtbewoners gesproken. Na twee of drie zittingen zijn zowel bij de
Vijzelgracht als het Rokin de betrokkenen akkoord gegaan met de voorstellen van het
college. Spreker is in de geest van de commissie met het projectcommissariaat aan de
slag gegaan. Het is inmiddels ingesteld en heeft nu twee keer vergaderd. Een van de
leden ervan, de heer Vrijling, heeft inzage gehad in het voorstel. Het projectcommissariaat
gaat in principe akkoord met bevriezing aan de binnenzijde, maar heeft de heer Dijk om
terugvalopties gevraagd als er zich toch nog een tegenvaller aandient. Nog deze week
verwacht spreker nadere informatie en een week later is er een rapport van het
projectcommissariaat. Hij zal dit aan de commissieleden sturen zodat daarna een definitief
besluit kan worden genomen. Hij is het met de heer Bakker eens dat de voordracht ter
kennisname dient te zijn.
De heer
BAKKER
vraagt zich af of het voorstel überhaupt aan de raad moet
worden voorgelegd.
Wethouder
GERSON
beaamt dit. Het college heeft de wens van de commissie
misschien iets te letterlijk geïnterpreteerd. Spreker kan geen antwoord geven op de vraag
over de compensatie. Hij zal hier later op terugkomen. Ook de heer Verdellen zal zich
ermee bezighouden. Men is bezig de laatste hand te leggen aan het rapport over de
boorrichting. Dit zal in week 40 met het projectcommissariaat worden besproken. Spreker
zal zijn uiterste best doen om er een begrijpelijk rapport van te maken. De kosten ervan
vormen onderdeel van de risicoreservering en zullen later echte kosten worden. Hij streeft
ernaar zo min mogelijk kosten te realiseren. De grootste problemen zijn in 2008
opgetreden bij de Vijzelgracht. Toen is tegelijkertijd het werk op het Rokin stilgelegd, waar
ook de droge grond ligt.
De heer
DIJK
gaat in op het verschil tussen de overlast bij bevriezing aan de
buitenzijde en injecteren. Bij bevriezen aan de buitenzijde is een groter werkterrein nodig,
meer fysieke ruimte. Bovendien is het terrein langer benodigd. Bij injecteren is een relatief
kleiner terrein nodig. Dat leidt ertoe dat bevriezen aan de buitenzijde meer overlast met
zich meebrengt. Omdat er bij het verwijderen van 5000 m³ grond door middel van
injecteren slechts een klein terrein nodig is, hoeft de calamiteitenroute niet verlegd te
worden.
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt of bij injecteren de trambaan verwijderd moet
worden.
De heer
DIJK
ontkent dit.
De
VOORZITTER
concludeert dat de commissie kennis heeft genomen van de
voorstellen en dat zij voor de volgende vergadering het definitieve voorstel ontvangt,
nadat het projectcommissariaat er zijn zegje over heeft gedaan.
19
Projectcommissariaat Noord/Zuidlijn: instellingsbesluit en reglement
Commissie
De heer
BAKKER
herhaalt nog eens dat hij niet erg onder de indruk was van het
rapport-Veerman. Het projectcommissariaat is misschien een goed idee, maar hij vraagt

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
19
zich af waarom de directeur van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht en die van de Dienst
Infrastructuur, Verkeer en Vervoer er lid van zijn. Kan de wethouder dit beargumenteren?
Het aanzoeken van de leden is een zaak voor het college, maar spreker vraagt zich af of
het verstandig is dat iemand de aanbevelingen van zijn eigen rapport bewaakt. Hij wil zich
er niet te veel in het openbaar mee bemoeien.
De heer
FLOS
heeft tijdens de bespreking van het rapport-Veerman al
vraagtekens gezet bij de invulling van het projectcommissariaat. De voorstellen die nu
voorliggen, bevestigen zijn toenmalige reserves. De directeur van de Dienst Infrastructuur,
Verkeer en Vervoer heeft een hiërarchische band met de wethouder en met de
projectdirecteur, maar adviseert nu beiden. Voor de directeur van de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht geldt hetzelfde. Spreker zou graag zien dat het projectcommissariaat
adviezen zou geven over de vergunningverlening. Dit wordt echter uitgesloten omdat de
directeur van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht daarin een zelfstandige bevoegdheid
bezit. Spreker vindt het jammer dat de taakopdracht van het projectcommissariaat wordt
beperkt. De heer Haanen adviseert de wethouder rechtstreeks, maar maakt ook deel uit
van het projectcommissariaat dat de wethouder adviseert. Hij zit in een spagaat. Als
straks de enquêtecommissie voorstellen op dit vlak zal doen, dan is het misschien nodig
om de opzet van het projectcommissariaat opnieuw te bekijken. Wat is de visie van de
wethouder daarop? Het is spreker ook niet duidelijk of het projectcommissariaat adviseert
of besluit. Kan het een besluit tegenhouden? In het reglement staat enerzijds dat het
projectcommissariaat uitsluitend adviezen verstrekt aan het college, maar ook dat het
adviezen geeft aan de directeur. Dit is niet consistent.
Mevrouw
BERGERVOET
wijst erop dat de heer Veerman de uitvoering van zijn
eigen advies moet controleren. In de advieswereld is dit hoogst ongebruikelijk. Hoe denkt
de heer Veerman met dit spanningsveld om te gaan? Wat gebeurt er als de
enquêtecommissie met andere of aanvullende aanbevelingen komt? Zijn er nog andere
kandidaten benaderd? Spreekster is net als de heer Flos niet gelukkig met de drie interne
leden.
Mevrouw
VAN DER WERF
steunt de invoering van het projectcommissariaat. Zij
neemt aan dat het college de geschetste dilemma’s met de leden ervan heeft besproken.
Kan de wethouder daar iets meer over zeggen? De SP heeft eerder over de
zelfbenoeming van de heer Veerman gesproken. Spreekster vindt dit een vergaande
suggestie die geen recht doet aan de werkelijkheid. Bovendien bezit de heer Veerman
zoveel kennis van zaken, dat de commissie zich moet verheugen over het feit dat hij deze
klus op zich wil nemen. Het projectcommissariaat heeft vooral contacten met de
wethouder en spreekster zou het prettig vinden als het projectcommissariaat ook de raad
en de commissie actief over zijn bevindingen informeert.
Wethouder
GERSON
antwoordt dat hij in de flap nadrukkelijk een aantal
spanningsvelden heeft aangegeven. Vooral over de rol van de beide directeuren is
intensief gesproken. Hij heeft zelf het initiatief genomen om de heer Veerman te vragen
en denkt dat de kans dat iemand anders ‘ja’ had gezegd minder dan 50% is. Alleen heel
goede adviseurs zijn bereid om boter bij de vis te doen en hun reputatie te riskeren bij het
uitvoeren van hun advies. De heer Veerman heeft bovendien verklaard het een eer te
vinden om Amsterdam te helpen. Spreker is daarom heel gelukkig met de gekozen
constructie. Datzelfde geldt voor de twee directeuren. In het recente verleden was een
van de problemen bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht dat men de Noord/Zuidlijn niet als
een project van de stad beschouwde, maar zich op de eigen stellingen terugtrok en op
safe speelde. Daardoor stapelden de vertragingen zich op. De heer Veerman heeft erop
aangedrongen dat de beide directeuren in het projectcommissariaat vertegenwoordigd
waren zodat zij zich betrokken konden voelen. De wettelijke taak van Bouw- en
Woningtoezicht wordt echter niet ondergeschikt gemaakt aan het advies van de
commissie-Veerman. Spreker meent dat er sprake is van een ijzersterke combinatie.
De heer
BAKKER
begrijpt het niet helemaal. Bij de problemen op de Vijzelgracht

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
20
was de moeilijkheid juist dat de Dienst Bouw- en Woningtoezicht zich te veel met het
project vereenzelvigde en te weinig de eigen onafhankelijke en toetsende rol vervulde.
Waarom wordt deze dienst nu in het projectcommissariaat geschoven?
Wethouder
GERSON b
enadrukt dat het om het vervolg daarop gaat. Omdat er
een fout was opgetreden, trad verstarring op en wilde men alles dubbelop doen. Het is
juist nodig om een evenwicht te vinden. De commissie-Veerman adviseert het college,
maar is een klankbord voor de directeur en adviseert hem in dat opzicht ook. Spreker zegt
toe belangrijke adviezen aan de commissie door te sturen. Als de commissie er behoefte
aan heeft het projectcommissariaat te spreken, dan kan dat. De heer Veerman heeft een
zware verantwoordelijkheid op zich genomen, maar moet ervan op aan kunnen dat de
directie zijn adviezen overneemt. Het projectcommissariaat adviseert, de directie en het
commissariaat gaan erover in discussie en het college neemt een besluit.
De heer
FLOS
wijst op artikel 3, waarin staat dat het projectcommissariaat de
opdracht heeft om de projectdirecteur en het college met raad en advies bij te staan. In
artikel 6.3 staat echter dat het projectcommissariaat uitsluitend adviezen aan het college
verstrekt. Dit is niet consistent.
Wethouder
GERSON
erkent dat de heer Flos gelijk heeft. Artikel 6.3 moet
aangepast worden. Hij wijst nog op een principieel verschil tussen de beide directeuren en
de heer Haanen. Deze is secretaris en geen stemhebbend lid. Op deze manier hoeft er
geen dubbel werk verzet te worden. Zijn status is echter een heel andere.
De
VOORZITTER
concludeert dat de commissie kennis heeft genomen van het
voorstel.
De heer
BAKKER
is echter niet overtuigd van de wijsheid om de beide
directeuren in het projectcommissariaat op te nemen.
20
Beantwoording vragen mevrouw Van Pinxteren over vervoer gevaarlijke stoffen
per spoor
Inspreekster
Mevrouw
BOERLAGE
noemt dit een belangrijk punt. Er moeten zo min mogelijk
treinen met gevaarlijke stoffen door bevolkingscentra rijden. De precieze route door de
stad is niet van belang, deze transporten moeten verdwijnen. Spreekster heeft begrepen
dat een vervoerder afspraken kan maken met de railbeheerder zonder dat de bevolking
daarop invloed heeft. Zij wil dit veranderen. Ook al is het aantal giftreinen in 2008
verminderd, het zijn er nog steeds te veel. Bovendien kan een vervoerder in de toekomst
besluiten om via Amsterdam te rijden. De gemeente heeft zeggenschap over de haven en
kan gifschepen de toegang ontzeggen. Spreekster pleit voor het nemen van ingrijpende
maatregelen teneinde treinen met gevaarlijke stoffen uit grote bevolkingscentra te weren.
Zij is buitengewoon blij dat mevrouw Van Pinxteren dit onderwerp heeft aangekaart.
Commissie
Mevrouw
VAN PINXTEREN
verduidelijkt nog eens waarom zij in 2008 deze
vragen heeft gesteld. Na een aantal incidenten vroeg zij zichzelf af welke gevaarlijke
stoffen er allemaal per spoor vervoerd werden. Na de ramp met een lpg-trein in Viareggio
heeft zij het college opnieuw naar de stand van zaken gevraagd. Zij acht de antwoorden
van het college op de vragen wat er, wanneer en in welke hoeveelheden door de stad
wordt vervoerd en of dit wenselijk is, niet bevredigend. Zijn de hulpdiensten op de hoogte
van het feit dat er een trein met gevaarlijke stoffen door de stad rijdt? Spreekster vindt het
belangrijk dat deze kennis op één punt geconcentreerd wordt. Uit de voorgelegde stukken
is niet duidelijk dat ProRail weet wanneer en waar welke stoffen door de stad worden

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
21
vervoerd. Deze informatie lijkt pas achteraf beschikbaar te zijn. Spreekster meent dat de
gemeente zich niet moet neerleggen bij het feit dat gevaarlijke stoffen per trein door
dichtbevolkte gebieden vervoerd worden en vraagt ook haar collega’s zich hierover uit te
spreken.
De heer
BAKKER
erkent dat mensen zich zorgen maken over de vraag wat,
wanneer en waar door de stad vervoerd wordt. Kan de wethouder deze ongerustheid
wegnemen? Hij heeft begrepen dat minister Eurlings het in de toekomst onmogelijk wil
maken dat treinen met gevaarlijke goederen door de stad rijden. Aan deze situatie moet
zo snel mogelijk een eind gemaakt worden. Kan de wethouder de stand van zaken
daarvan geven?
Mevrouw
BERGERVOET
is ook blij dat mevrouw Van Pinxteren dit punt heeft
geagendeerd. Eind 2009 komt er gelukkig een eind aan de ammoniaktransporten. In 2003
is er in Haarlem bijna een ramp met een ammoniaktransport gebeurd. Er worden echter
nog veel meer gevaarlijke stoffen door de stad vervoerd. Dat zou niet langer mogen.
Spreekster vindt dat de gemeente flink moet lobbyen om Zuidoost te ontlasten en om
ervoor te zorgen dat transporten van gevaarlijke stoffen uit dat gebied worden geweerd en
überhaupt uit stedelijke gebieden worden verbannen.
Wethouder
GERSON
stelt vast dat er een aantal terechte opmerkingen is
gemaakt. Hij heeft geconstateerd dat ProRail op elk moment van de dag weet welke
transporten er per trein plaatsvinden. ProRail meldt dit echter niet aan alle
brandweerkorpsen langs de route. In scenario 5 van het Rampenbestrijdingsplan staat dat
de plaatselijke brandweer bij calamiteiten een bepaald nummer van ProRail moet bellen
voor precieze informatie.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
wijst op de laatste pagina van de tweede bijlage.
Daaruit blijkt dat vervoerders van de geplande route mogen afwijken als gevolg van
omleidingen waartoe op het laatste moment is besloten. Zijn die afwijkingen ook bekend?
Wethouder
GERSON
wil dit even navragen, maar denkt dat een machinist zich bij
vertrek bij ProRail moet melden. Hij denkt dat de gemaakte afspraken goed werkbaar zijn.
Omdat de noordtak van de Betuweroute nooit is aangelegd, worden gevaarlijke stoffen
vanuit de Rotterdamse haven via Amsterdam naar Noord-Nederland vervoerd.
Amsterdam heeft voorgesteld om ze via Utrecht en Amersfoort te leiden. De discussie
over de beste route wordt landelijk gevoerd. Een argument daarbij is dat de route via
Amsterdam een omweg betekent. Spreker wijst op een klein succesje met de OV-SAAL,
als gevolg waarvan er meer railverkeer door Diemen zou gaan. ProRail stelde zich daarbij
in eerste instantie op het standpunt dat meer vervoer ook meer vervoer van gevaarlijke
stoffen zou betekenen. De gemeente Diemen en spreker zelf hebben daar fel protest
tegen aangetekend. In de OTB die nu ter visie ligt, staat dat het stand still-principe wordt
gehanteerd: bij meer treinverkeer dient het risico gelijk te blijven. Uiteindelijk moet het
risico sterk verkleind worden omdat de routering wordt veranderd. Het verleggen van
routes waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd van de ene stad naar de andere
levert weinig op. Het is veel beter om het productieproces onder de loep te nemen en te
bekijken of gevaarlijke stoffen überhaupt vervoerd moeten worden. Tot slot merkt spreker
op dat het havenbedrijf van de vervoerder kan eisen dat hij zijn containertreinen zo inricht,
dat een lpg-tank niet naast een tank met andere brandbare stoffen zit. Door een
verstandige samenstelling van treinen kan een groot deel van het risico weggenomen
worden. Dit is iets wat de gemeente zelf kan aanpakken. Daarnaast zal hij, aangespoord
door de commissie, de strijd tegen het vervoer van gevaarlijke stoffen voortzetten.
De
VOORZITTER
stelt vast dat dit punt hiermee is afgehandeld.
21
Reconstructie Rode Loper; nota van uitgangspunten

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
22
Insprekers
De heer
VAN BRUGGEN
vraagt aandacht voor de knip in de Prins Hendrikkade.
In 1997 is het rapport IJ-infrastructuur opgesteld waarin stond dat er een genuanceerde
knip aangebracht moest worden. In 1998 besloot de raad dat er een lus moest worden
aangelegd, onder de voorwaarde dat bestemmingsverkeer voor de voorzijde van het
stationseiland mogelijk moest blijven en de parkeergarages goed bereikbaar zouden
blijven. Ook in een rapport uit 2000 werd benadrukt dat de voorgestelde knip geen
doorgang zou vinden in verband met congestie op de De Ruyterkade. In 2001 is het SPvE
Stationseiland verschenen. Daarin werd een ruimtelijke reservering opgenomen voor een
linksaf’er. Spreker verbaast zich erover dat in de nota van uitgangspunten aan al deze
dingen voorbij is gegaan. Er staat nergens dat er een ruimtelijke reservering is
opgenomen voor de linksaf’er. Hij wil dat nog eens goed wordt nagegaan wat hierover is
besloten, want hij denkt dat eerdere raadsbesluiten verkeerd worden geïnterpreteerd.
De heer
FLOS
vraagt of dit het enige besluit is waardoor de inspreker wordt
getroffen. Is de bereikbaarheid van de parkeergarage bij het Centraal Station ook door
andere besluiten uit de afgelopen jaren negatief beïnvloed?
De heer
VAN BRUGGEN
beaamt dit. Als de onderdoorgang gereed is, kan
autoverkeer van oost naar west niet langer van de Ibisweg gebruikmaken. Er is nog veel
onduidelijkheid over de situatie die dan ontstaat.
De heer
BAKKER
(namens Vereniging Amsterdam City) stelt enkele vragen. Hij
vraagt de commissie via een motie aan het college te vragen actief een oplossing voor de
touringcars op de rode loper te zoeken. Deze oplossing moet zo dicht mogelijk bij de rand
van de binnenstad gezocht worden. De ondernemers aan de kop van het Damrak moeten
bij het vinden van een oplossing betrokken worden. Tot slot vraagt hij de raadsleden zich
niet te laten belemmeren door knippen in bestemmingsplannen, maar het stationseiland
erbij te betrekken. Er wordt voortdurend over de knip in de Prins Hendrikkade gesproken.
Dit is een negen jaar geleden genomen besluit en spreker wil dat alle argumenten voor en
tegen op een rijtje gezet worden en geactualiseerd worden. Hoe is de huidige
verkeersintensiteit vergeleken met toen? Wat is de situatie van de toeleveranciers en het
bestemmingsverkeer? Hoe kunnen automobilisten zo snel mogelijk parkeergarages
bereiken?
De heer
MOLENAAR
vraagt wat volgens de inspreker de meest optimale
oplossing is als besloten wordt de touringcars te verplaatsen.
De heer
BAKKER
kiest dan voor de Prins Hendrikkade, voor het Victoria hotel.
Daar is al een bestaande halteplaats. De Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer schijnt
echter van plan te zijn dat gedeelte van de Prins Hendrikkade uit te graven om meer
water te scheppen. Spreker vindt dat dit stukje stad daardoor verfraaid wordt, maar kiest
er toch voor daar halteplaatsen te creëren. Het is dichtbij de binnenstad en het Centraal
Station en de belanghebbenden zijn er sterk voor.
Mevrouw
VAN DER WERF
wil weten of bussen dan nog vanaf het Damrak linksaf
kunnen slaan.
De heer
BAKKER
vindt dat niet noodzakelijk. Bussen hoeven niet meer de
binnenstad in, maar kunnen via een binnenring de bewuste plek bereiken.
De heer
FRANKFURTHER
(namens Rederij Kooij) spreekt complimenten uit voor
het plan van de ontwerper. Hij wijst op het verdwijnen van vijf touringcarhaltes op het
Damrak en vier op het Rokin. Een derde van de bezoekers voor een rondvaart komt met
een touringcar. De rondvaarten trekken 3 miljoen bezoekers. Spreker trekt een
vergelijking met het verdwijnen van driekwart van alle parkeerplaatsen van de Efteling. Er
zijn zeer grote economische belangen in het geding, vooral voor de Kooij-groep, maar ook

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
23
voor de stad vanwege de retributie. Hij is blij met de toezeggingen dat er in de nabijheid
van het Damrak acceptabele alternatieven komen. Uit de inspraakprocedure kreeg hij de
indruk dat dit ook voor het Rokin zou gelden. Daarvan is tot nu toe echter geen sprake. In
plaats van vier plekken op de Oude Turfmarkt komt er een tijdelijke parkeerplek op het
Rokin. Niet alleen Rederij Kooij maakt van deze plekken gebruik, maar ook tien hotels en
allerlei bevoorradingsauto’s die zich niet aan de venstertijden houden. Spreker verzoekt
de commissie te bekijken of er op het Rokin twee tijdelijke halteplekken kunnen komen,
exclusief voor touringcars. De rederij wil bijdragen aan een betere handhaving. Langs de
Amstel is nu een halteplek. Is het fysiek mogelijk hier twee plekken van te maken? Op de
langere termijn zal de touringcar misschien uit de binnenstad verdwijnen. Kan er tot die
tijd een overgangsfase worden ingesteld opdat Rederij Kooij zijn bedrijf behoorlijk kan
exploiteren?
De heer
MOLENAAR
vraagt of een parkeerplek op de Prins Hendrikkade ter
hoogte van Barbizon ook acceptabel is.
De heer
FRANKFURTHER
heeft een voorkeur voor de Sint Nicolaaskerk, waar
zestien haltes verdwijnen. Als er alleen maar in- en uitgestapt wordt, kan met minder
plekken worden volstaan.
Mevrouw
JACOBS
(namens de Kamer van Koophandel) juicht de herinrichting
van de rode loper ook toe. Er moet nodig iets aan gebeuren. Haar zorgen verschillen niet
veel van die van de heer Frankfurther. Zij maakt zich zorgen over de knip op de Prins
Hendrikkade en over de vraag of de stad het economisch belang van de touringcar
onderkent en bereid is om volwaardige alternatieven te onderzoeken. Zij vraagt zich ook
af of het verkeer nog wel circuleert als alle andere herinrichtingsprojecten in het centrum
zijn voltooid. Stiekem wordt er stukje bij beetje aan de huidige verkeerscirculatie
geknabbeld. In 1998 heeft de gemeente besloten om een grote stadshartlus te realiseren
waarbij de parkeergarage en de Prins Hendrikkade voor bestemmingsverkeer bereikbaar
moesten blijven. Die voorwaarde impliceert dat een genuanceerde knip in de kade in het
nieuwe herinrichtingsplan redelijk is. De Kamer van Koophandel heeft verkeerstellingen
op het Damrak gehouden. De verkeersintensiteit is zo laag, dat daar een knip
gepermitteerd is. Behoudens bestemmings- en bevoorradingsverkeer kan al het verkeer
via de grote stadshartlus. Spreekster verzoekt de commissie opnieuw kritisch te kijken
naar het besluit van het db om een knip toe te passen. Zij wijst verder op het grote
economische belang van touringcars. Vooral de toeristen die iets meer besteden en van
comfort houden, maken gebruik van dit vervoermiddel. Spreekster roept op om samen
met rederijen en excursiebedrijven naar volwaardige alternatieven te zoeken. Zij is bereid
om te bekijken of op het stationseiland parkeerplekken gerealiseerd kunnen worden. De
Kamer van Koophandel heeft bijna zijn eigen verkeerscirculatieplan gereed en wil
daarmee de commissie informeren over de manier waarop het verkeer kan blijven rijden.
De heer
MOLENAAR
wil weten of de tellingen van de Kamer van Koophandel
uitwijzen dat de meerijvariant een betere optie is dan de aparte autorijstrook en geen
knelpunten oplevert.
Mevrouw
JACOBS
antwoordt dat haar onderzoek zich vooral richtte op het aantal
auto’s op het Damrak om te bekijken of een linksaf’er te billijken is.
De heer
VERHOEVEN
(namens vijf grote toeristische ondernemers op het
Damrak, Tours & Tickets, Limper Excursions, Meyers Rondvaarten, Rederij Lovers en de
Canal Company) benadrukt het belang van bereikbaarheid. Hij hoopt dat de komende
jaren de vijf halteplekken op het Damrak in stand blijven. Hij is benieuwd naar het
passende alternatief. De bedrijven die hij vertegenwoordigt, zijn bereid om mee te
denken. De heer Wildeman, afkomstig uit de hotellerie, heeft een plan geschreven om
een welkomstcentrum op het stationseiland in te richten. De ondernemers zijn geen
voorstander van het volledig uitgraven van het voormalige Prins Hendrikplantsoen en
willen er een welkomstcentrum maken. Het is een alternatief voorstel.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
24
De
VOORZITTER
schorst de vergadering.
De
VOORZITTER
heropent de vergadering.
Commissie
Mevrouw
BERGERVOET
merkt op dat haar partij blij is met de plannen voor de
rode loper. Het is belangrijk dat dit deel van de stad mooi wordt opgeknapt. Er is goed
samengewerkt met stadsdeel Centrum. Zij kan zich vinden in de uitgangspunten van het
collegevoorstel, maar heeft wel een aantal opmerkingen. Toerisme vormt een heel
belangrijke pijler onder de Amsterdamse economie. Daarom moet er een goede oplossing
voor de touringcars komen. De insprekers hebben tal van suggesties gedaan en
spreekster concludeert daaruit dat het mogelijk moet zijn samen tot een mooie oplossing
te komen. Zolang die er niet is, stelt zij als voorwaarde dat de bussen kunnen blijven
stoppen op de huidige plek. Verder prijst zij de vooruitziende blik van de heer Flos die
gezorgd heeft voor een spaarpotje voor de rode loper.
De heer
FLOS
merkt op dat niets zo democratisch is als geld uitgeven aan de
openbare ruimte waar iedereen kan verblijven. Elke cent die wordt uitgegeven aan
kwalitatief hoogstaande en duurzaam ingerichte openbare ruimte, is goed besteed. Hij ziet
uit naar de realisatie van de plannen in 2015. Hij heeft echter ook een belangrijke
kanttekening. Bewoners, fietsers en voetgangers bevinden zich niet onder de insprekers,
maar wel veel ondernemers en ondernemersverenigingen. Zij dreigen een beetje de dupe
te worden van deze plannen. Ook de autobezitter dreigt de grote verliezer te worden van
alle verkeersplannen voor het centrum. De linksaf’er op de Prins Hendrikkade dreigt te
verdwijnen. De Paleisstraat gaat dicht voor auto’s. Er dreigt ook een meerijvariant te
komen voor de trambaan op het Damrak. De afslag naar rechts bij De Bijenkorf dreigt
afgeknepen te worden en op de Vijzelgracht moet de auto van de trambaan
gebruikmaken. Dat betekent extra hinder voor het Hoofdnet Openbaar Vervoer. Ook op
het Mr. Visserplein wordt de auto al afgeknepen. Touringcarbedrijven moeten enorm
omrijden en dat wordt nog erger als de knip op het Damrak in de richting van de Prins
Hendrikkade verdwijnt. Vooral bussen zullen veel meer en langere omrijbewegingen
maken.
De heer
MOLENAAR
vraagt of de heer Flos het fundamenteel oneens is met de
nota van uitgangspunten en het niet eens is met het uitgangspunt dat de voetganger de
belangrijkste verkeersdeelnemer is.
De heer
FLOS
meent dat de voetganger veel meer ruimte krijgt en ruimschoots
aan zijn trekken komt. Hij is het niet met alle voorgestelde maatregelen oneens. Hij merkt
verder op dat ook de Weesperstraat versmald wordt en dat er nog een plan voor een
autoluwe binnenstad in de maak is. Er moeten snel verkiezingen komen, want het gaat
helemaal de verkeerde kant uit.
De heer
BAKKER
wil van de heer Flos weten of hij het eens is met de stelling dat
de beleving van de kwaliteit van de openbare ruimte bepaald wordt door het gebruik dat
ervan wordt gemaakt. Als er minder auto’s en touringcars rijden, wordt de openbare
ruimte als veel prettiger ervaren.
De heer
FLOS
erkent dat een tijdperk zonder gemotoriseerd verkeer ideaal zou
zijn, maar dat er verschillende belangen moeten worden afgewogen. Voetgangers gaan er
sowieso flink op vooruit. Hij wil een aantal aanpassingen voorstellen waardoor de
voetganger en de openbare ruimte nog steeds de grote winnaars zijn van de rode loper.
In dat geval zijn de miljoenen euro’s die er dankzij zijn motie uit 2005 aan besteed
worden, ook goed besteed. Hij vindt net als mevrouw Bergervoet dat de parkeerplaatsen
voor touringcars pas mogen verdwijnen als er een acceptabel alternatief is. Hij wil daartoe
een harde toezegging van de wethouder.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
25
De heer
MOLENAAR
vraagt of de heer Flos in het voorstel iets anders leest dan
waar hij om vraagt.
De heer
FLOS
herhaalt dat hij hecht aan een toezegging van de wethouder
hierover. Hij meent verder dat het altijd de bedoeling is geweest dat er een genuanceerde
linksaf’er voor bestemmingsverkeer zou moeten komen zodat de parkeergarage bij het
Centraal Station bereikbaar blijft. Hij wil van de wethouder weten of en waarom daarvan
afgeweken is. Verder wil hij de garantie dat er tweemaal twee rijbanen achter het Centraal
Station komen. Hij wil dat de wethouder toezegt dat daar niet op beknibbeld wordt als de
binnenstad autoluw wordt. Hij zet ook grote vraagtekens bij het weghalen van de
parkeerafslagstrook bij De Bijenkorf. Het warenhuis is een van de belangrijkste trekkers
van het winkelgebied en haalt een kwart van zijn omzet via klanten die met de auto
komen. Als dit voorstel gehandhaafd blijft, wil hij een amendement indienen. Hij is bereid
om te accepteren dat in de Vijzelstraat auto’s van de trambaan gebruikmaken en de
voetganger meer ruimte krijgt. Hij blijft echter grote moeite houden met de gekozen variant
voor het Damrak. Er rijden heel veel trams en als zij de beschikbare ruimte moeten delen
met auto’s, vreest spreker voor chaotische situaties. De VVD wil niet beknibbelen op de
kwaliteit van het plan. De rode loper moet een soort gouden koord van de binnenstad
worden.
De heer
MOLENAAR
stelt dat de rode loper de komende vijftig jaar een
hoogwaardige entree voor de stad moet worden. Hij is het daarom eens met de nota van
uitgangspunten en hij heeft een uitdrukkelijke voorkeur voor de meerijvariant op het
Damrak. Hij roept de wethouder op om met de bedrijven te overleggen over hun wensen
en alternatieven. Een meerderheid van de deelraad bereidt een amendement voor waarin
zij zich expliciet voor de meerijvariant uitspreekt. Spreker wil de garantie dat het openbaar
vervoer goed kan doorstromen en vraagt de wethouder dit toe te lichten. Het is goed dat
de voetganger de belangrijkste verkeersdeelnemer wordt genoemd. Op de Vijzelgracht
moet daartoe het trottoir veel meer dan 0,5 m verbreed worden. Bovendien wordt
voorgesteld het laden en lossen daar op de stoep te laten plaatsvinden. Ook vrijliggende
fietspaden langs het hoofdnet ziet hij niet terug. Voor de Vijzelstraat moet daarom een
veel duidelijker keuze gemaakt worden. Het aangekondigde onderzoek dient volgens
spreker te resulteren in veel meer ruimte voor de voetganger en een veel betere veiligheid
voor de fietser. Ook op het Rokin wil hij de fietsstrook vervangen door een vrijliggend
fietspad en dit verbreden naar 2 m.
De heer
FLOS
merkt op dat de heer Molenaar op de Vijzelgracht veel extra ruimte
claimt voor fietsers en voetgangers. Hoe wil hij dat combineren?
De heer
MOLENAAR
wijst op het feit dat GroenLinks al in 2004 heeft voorgesteld
om eenrichtingverkeer in de Vijzelstraat in te stellen. In dat plan zouden de stoepen 7 m
breed worden en kan zonder bezwaar op de stoep geladen en gelost worden. Hij roept de
wethouder nogmaals op te kiezen voor de fietser en de voetganger en daar rustig de tijd
voor te nemen.
De heer
FLOS
vraagt of de heer Molenaar benieuwd is naar de mening van de
wethouder over eenrichtingverkeer in de Vijzelstraat.
De heer
MOLENAAR
meent dat in het verkeerskundig onderzoek in het kader
van de autoluwe stad nadrukkelijk de optie om meer ruimte voor fietsers en voetgangers
te scheppen, wordt betrokken en eenrichtingverkeer niet zal uitsluiten. Het wordt tijd om
fundamentelere keuzes te maken dan de afgelopen jaren gemaakt zijn. Het is goed om te
onderzoeken of uitvoering van delen van de rode loper losgekoppeld kan worden van de
uitvoeringsplannen voor de Noord/Zuidlijn. Spreker steunt daarom het voorstel om de knip
in de Prins Hendrikkade eerder aan te brengen. Ook de knip op de Paleisstraat kan
worden uitgevoerd als de stadshartlus gereed is. Op die manier zullen de inwoners van
Amsterdam zien dat de rode loper een toegevoegde waarde heeft voor de ondernemers

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
26
en de openbare ruimte.
De heer
BAKKER
zegt dat in het verleden het verwijderen van reclameborden op
het Damrak moest bijdragen aan de allure van de entree van Amsterdam. Nu ligt er een
groot en alomvattend plan. Uit de inspraakbijdragen blijkt dat alleen de touringcars nog
een probleem vormen, maar er zijn goede suggesties gedaan om dat op te lossen. Als de
Dam en het Rokin niet langer deel zouden uitmaken van het Hoofdnet Auto, dan zouden
er andere keuzes gemaakt kunnen worden. Nu is de volgorde omgekeerd. Spreker vraagt
of het huidige plan nog aangepast kan worden als er gekozen wordt voor het autoluw
maken van de binnenstad. Het lijkt voor de hand te liggen om de uitvoering van de rode
loper te koppelen aan het plan 1012. Is het verband daartussen toevallig of niet?
Koppeling aan de Noord/Zuidlijn is ingewikkelder. Spreker kan zich moeilijk voorstellen
dat de meerijvariant op het Damrak geen vertraging voor het openbaar vervoer oplevert.
Kan de wethouder dit uitleggen? Het zou mooi zijn als het plan voortvarend uitgevoerd
wordt.
Mevrouw
VAN DER WERF
constateert dat het een mooi plan is dat echter wel
een paradox bevat. De stad krijgt zoveel allure, dat hij nog veel meer toeristen zal trekken
die ook met de auto zullen komen. In het plan zullen parkeervakken vervangen worden
door parkeergarages, maar het is niet duidelijk of de vervallen parkeervakken volledig
zullen worden gecompenseerd. Als de Paleisstraat wordt afgesloten en linksaf slaan naar
de Prins Hendrikkade onmogelijk wordt gemaakt, dan wordt het voor automobilisten erg
moeilijk om zonder ver om te rijden het westen van de stad te bereiken. Zowel het CDA
als de VVD pleit voor de linksaf’er. In het plan wordt voorgesteld om het afslagvlak bij de
Bijenkorfgarage op te heffen om meer ruimte voor voetgangers te creëren, maar in de flap
staat dat er een onderzoek komt naar een verkeersveilige oplossing. Spreekster wil zich
samen met de VVD hard maken om de afslagstrook te behouden. Zij vraagt de wethouder
of de tijdelijke oplossing voor de touringcarhaltes die een van de insprekers voorstelde,
het overwegen waard is. En welke visie heeft de gemeente op het touringcarbeleid voor
de komende tien tot vijftien jaar? Kan de wethouder zijn ideeën daarover opschrijven
zodat de ondernemers zich daarop kunnen voorbereiden? Tot slot vraagt zij of bij de
keuze voor de bestrating rekening gehouden kan worden met de hakken van het
winkelende publiek.
Wethouder
GERSON
meent dat er bij het plan voor de rode loper sprake is van
een uniek moment. De samenwerking met het stadsdeel is uitstekend verlopen. Hij
bespeurt ook in de commissie veel enthousiasme en instemming. Er ligt een nota van
uitgangspunten voor waarvan een van de besluitpunten is opdracht te geven tot het
maken van een voorlopig ontwerp. Er moet nog het een en ander worden uitgezocht.
Spreker kan de heer Flos geruststellen, de centrale stad en het stadsdeel willen het geld
voor dit plan blijven reserveren. Hij wil niet te ver vooruitkijken omdat er op het gebied van
verkeer en vervoer heel veel gebeurt. In het verleden is al duidelijk gesteld dat er wel een
knip komt en geen linksaf’er. De situatie voor de linksaf’er is nu gunstiger dan twee jaar
geleden. Ook de Kamer van Koophandel lijkt te suggereren dat de hoeveelheid verkeer
dusdanig is afgenomen, dat de linksaf’er niet langer nodig is. Als de mogelijkheid om
linksaf te slaan verdwijnt, dan kan het verkeer bovendien veel soepeler doorstromen. Dat
is gunstig voor de meerijvariant. Spreker wijst er verder op dat op het Mr. Visserplein de
doorstroming is verbeterd door de nieuwe opzet. Het plein is veel beter geworden. Hij
denkt daarom niet dat de autobezitter de grote verliezer is en misschien zelfs een winnaar
is. Er kan veel soepeler gereden worden dan vroeger. Hij had in eerste instantie ook
twijfels over de meerijvariant. Zijn medewerkers hebben hem echter verzekerd dat dit
geen conflicten oplevert. Pas als er een enorme calamiteit optreedt, komt het verkeer vast
te staan. De meerijvariant is daarom verantwoord. In het voorstel staat echter duidelijk dat
eerst het touringcarprobleem moet zijn opgelost voordat wordt overgegaan tot de
meerijvariant. Spreker is blij met de handreikingen van de insprekers.
De heer
MOLENAAR
wil graag van de wethouder horen dat deze een voorkeur
uitspreekt voor de meerijvariant, maar dat eerst een oplossing voor de touringcars

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
27
gevonden moet worden.
Wethouder
GERSON
herhaalt het besluit van het college en spreekt zijn voorkeur
uit voor het basismodel Damrak. Pas als het touringcarprobleem is opgelost, kan naar het
gewenste eindbeeld worden toegewerkt. Hij wil het collegebesluit daarom niet
veranderen.
De heer
MOLENAAR
suggereert dat de wethouder gaat uitleggen hoe hij met de
rederijen en touringcarbedrijven tot een oplossing wil komen.
Wethouder
GERSON
herhaalt zijn waardering voor de inbreng van de insprekers.
De genoemde alternatieven moeten nog uitgewerkt worden en het eindbeeld lijkt mogelijk
te zijn.
De heer
FLOS
vraagt of de Paleisstraat ook voor taxi’s wordt afgesloten. Zo ja,
moeten alle taxi’s vanaf het Muntplein dan over de trambaan van het Damrak?
Wethouder
GERSON
kan deze vraag niet meteen beantwoorden. Hij wil het
onderzoek naar de Vijzelstraat afwachten en niet op de uitkomst ervan vooruitlopen. De
lange rijen voor de Bijenkorfgarage kunnen te maken hebben met de manier waarop het
verkeer binnenin verwerkt wordt. In de nota staat daarom dat samen met De Bijenkorf
gekeken zal worden naar een oplossing die veilig en verantwoord is.
Mevrouw
VAN DER WERF
wil weten of daarmee de tekst op pagina 29, waarin
wordt voorgesteld om het afslagvlak naar de Bijenkorfgarage op te heffen, van de baan is.
Wethouder
GERSON
herhaalt dat dit moet leiden tot een verkeersveilige
oplossing.
Mevrouw
VAN DER WERF
benadrukt dat er sprake is van opheffing.
Wethouder
GERSON
legt uit dat dit het gewenste eindbeeld is. Als het niet
verantwoord is, dan gebeurt het niet. Er wordt eerst onderzoek gedaan.
Mevrouw
VAN DER WERF
hoort twee dingen.
Wethouder
GERSON
herhaalt dat, als blijkt dat opheffen onverantwoord is, het
college zich nader zal beraden.
Mevrouw
VAN DER WERF
vindt dit iets anders dan datgene wat in de
uitgangspunten staat. Daarin staat het voorstel om de strook op te heffen. De wethouder
wil eerst onderzoeken hoe de situatie zo veilig mogelijk gemaakt kan worden. Als dat niet
kan, dan wordt de strook opgeheven.
Wethouder
GERSON
houdt vast aan het besluit van het college en wil de tekst
onder c aanhouden. Vanuit het project 1012 ontvangt hij geluiden dat hoe eerder de rode
loper er ligt, hoe beter het is voor de stad. Hij wil echter geen miljoenen euro’s uitgeven
om iets moois aan te leggen, waarna vrachtauto’s het oppervlak stuk rijden. Als de
boorwerkzaamheden voor de Noord/Zuidlijn meevallen, dan is het stuk tot aan de
Vijzelgracht in 2012 klaar. Hij is optimistisch over dit vooruitzicht. Om op de Vijzelgracht
meer ruimte te krijgen, moeten er haltes verplaatst worden naar de brug. Hij wil bekijken
of dit lukt. Er worden alleen parkeervakken in de Beursstraat opgeheven terwijl er in de
Rokingarage 350 plaatsen bijkomen.
Een
VAN HAM
legt uit dat het besluit over het autovrij maken van de Paleisstraat
genomen is bij de herinrichting van de Dam. Op voorspraak van de Vereniging
Amsterdam City en de Kamer van Koophandel is toen besloten om autoverkeer in de
Paleisstraat toe te staan totdat de grote stadshartlus is gerealiseerd. Taxi’s zouden ook

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
28
geweerd worden, maar de taxi’s die over de tramrails van lijn 14 rijden, blijven daar rijden
omdat ze een ontheffing bezitten. Ze kunnen echter alleen vanaf de Nieuwezijds
Voorburgwal in de richting van het Damrak rijden.
De heer
FLOS
merkt op dat taxi’s vanaf het Muntplein in de richting van de
Rozengracht helemaal achter het station langs of via de grachtengordel moeten rijden.
Een
VAN HAM
bevestigt dat dit aspect aan de orde is geweest en heeft geleid tot
het besluit dat toen genomen is. Als de grote stadshartlus klaar is, dan wordt de
Paleisstraat autovrij, met inbegrip van taxi’s vanaf het Damrak naar de Nieuwezijds
Voorburgwal.
Wethouder
GERSON
vult aan dat onderzocht wordt of er op het Rokin of aan de
Amstel plaats is voor een tweede touringcarhalte. Hij is blij dat de betrokken ondernemer
bereid is om samen met de gemeente de handhaving te bekijken. Er mag dan alleen in-
en uitgestapt worden.
De heer
MOLENAAR
zegt dat er op een hoger niveau onderzoek gedaan wordt
naar de verkeerscirculatie. Wordt dat onderzoek eerst afgewacht voordat het ontwerp
voor de Vijzelstraat wordt vastgesteld?
Wethouder
GERSON
denkt dat de consequenties van eenrichtingverkeer duidelijk
bekeken kunnen worden. Dat wordt gedaan.
De heer
FLOS
vraagt zich af of de nota van uitgangspunten niet door de raad
wordt vastgesteld. Is de rode loper ooit in de gemeenteraad behandeld?
Wethouder
GERSON
verduidelijkt dat de nota in de stadsdeelraad wordt
behandeld.
De heer
FLOS
stelt verontwaardigd vast dat het hier om het Hoofdnet Auto gaat.
Hij wil dit in de raad behandelen.
Wethouder
GERSON
meent dat hij zich daarbij neer moet leggen.
De
VOORZITTER
concludeert dat het onderwerp naar de raad wordt gepiept. Het
zal pas in de raad behandeld worden nadat het in de deelraad is vastgesteld. Hij wijst de
VVD en GroenLinks op het feit dat zij geen spreektijd meer hebben en daarom kort en
bondig moeten zijn.
22
Reactie plan van aanpak ombouw Amstelveenlijn
Commissie
Mevrouw
BERGERVOET
wijst op het feit dat de PvdA, GroenLinks en de SP
graag willen dat de Noord/Zuidlijn wordt doorgetrokken naar Amstelveen Westwijk. Er
bestaat echter nog onzekerheid over de kosten en de verdeling ervan. Het ombouwen van
de Amstelveenlijn en het doortrekken van de Noord/Zuidlijn mag er echter niet toe leiden
dat het fijnmazige openbaar vervoer in Buitenveldert en omstreken daarvan de dupe
wordt. In het voorstel staat dat de bevolking daarover zal worden geraadpleegd. Dat is
voor spreekster een sine qua non.
De heer
BAKKER
vindt het heel verstandig dat er een kosten- en batenanalyse
en een risicoanalyse worden gemaakt. De uitkomsten daarvan moeten echter
meegewogen worden bij het besluit. Er is veel geld mee gemoeid waarmee misschien ook
heel veel ander openbaar vervoer kan worden geregeld waardoor de regio nog veel beter

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
29
wordt bediend. De stadsregio wil maximaal 225 miljoen euro uittrekken. Dat betekent dat
er nog 250 miljoen euro gefinancierd moet worden. Hoeveel geld wil Amsterdam
bijdragen? Er wordt geld gevraagd van het MIRT, maar daarin is geen enkele reservering
opgenomen voor dit stuk infrastructuur. Een andere scope kan bovendien andere kosten
tot gevolg hebben. Spreker vindt het daarom nog niet vanzelfsprekend om de gevraagde
ombouw uit te voeren. Hij wil eerst alle consequenties en risico’s die Amsterdam loopt
duidelijk in beeld hebben. Wat is het verband met het dokmodel voor de Zuidas? Wat
gebeurt er als het dok niet doorgaat?
De heer
MOLENAAR
merkt op dat het plan nogal wat losse einden kent. De
kosten
zijn
inmiddels
gestegen
tot
bijna
0,5 miljard
euro,
met
een
grote
onzekerheidsmarge. De stukken zijn erg ingewikkeld. Kan er een uitgebreide presentatie
voor en een werkbezoek van de commissie georganiseerd worden? Hoeveel haast is er
bij het uitbrengen van advies aan de stadsregio? Al in november 2008 is Amsterdam
immers om een reactie gevraagd. De gevolgen van een keuze voor een ondergrondse lijn
of een op palen, zijn voor de vervoerswaarde en voor de bereikbaarheid van Amstelveen
groot. Wil de wethouder het Plaberum loslaten en een sneller planproces realiseren om
op tijd klaar te zijn?
De heer
FLOS
is erg voor het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Amstelveen
Westwijk. Hij is het zeer eens met de verkorting van het tijdpad. Dat zou veel vaker
moeten gebeuren. Hij is tegen versobering en vermindering van de kwaliteit.
De heer
BAKKER
vraagt hoeveel geld de heer Flos ervoor over heeft.
De heer
FLOS
zegt dat in het verkiezingsprogramma van de VVD ongeveer
100 miljoen euro is gereserveerd voor ov-verbindingen.
De heer
BAKKER
wijst erop dat de ombouw meer kost dan 100 miljoen euro.
Wethouder
GERSON
benadrukt dat dit een project van de stadsregio is die ook
de grootste financier is. Amsterdam betaalt maximaal 5%. Als de Amstelveenlijn
beschouwd wordt als een verlenging van de Noord/Zuidlijn, waarvoor spreker dekking
voor 500 miljoen euro moet vinden, dan is het maar de vraag of Amsterdam aan de lijn
mee moet betalen. Voor de kosten kan het tracé in drieën worden gedeeld. Eerst de boog
tot en met het station bij de VU. De lijn zal in elk geval onder de ringweg en de spoorlijn
door moeten lopen. De precieze locatie van de Amstelveenlijn na de bocht hangt af van
het gekozen model voor de Zuidas. In het meest verstrekkende geval kost de boog tot en
met de VU ongeveer 180 miljoen euro. Op dit moment wordt dat bedrag gedekt uit de
opbrengst van de Zuidas. Er zijn echter nog allerlei varianten mogelijk. Spreker vermoedt
dat er over een jaar duidelijkheid over de Zuidas zal bestaan. Het middendeel kost
ongeveer 220 miljoen euro. Ten slotte is er het laatste stuk in Amstelveen. Er is een
variant die eindigt in de Legmeerpolder waar een groot emplacement wordt aangelegd.
Dat is duurder, maar is ook heel nuttig. Op termijn is er aan de noordkant of aan de
zuidkant van de Noord/Zuidlijn een groot emplacement nodig. Zowel Noord als
Amstelveen wil graag het emplacement op zijn grondgebied hebben. Dit is allemaal nog in
studie. Er is haast bij de brief omdat Amsterdam verzuimd heeft om tijdig te reageren op
de eerste haalbaarheidsstudie. De brief is een reactie op het plan van aanpak. De
stadsregio is al met dat plan begonnen, dus er is haast bij. Als de commissie behoefte
heeft aan een nadere toelichting ter plekke, dan kan dat geregeld worden. Spreker is het
eens met de heer Bakker dat de risico’s heel zorgvuldig en gedegen afgewogen moeten
worden. Verder wordt er onderzoek gedaan naar een tweede hov-verbinding tussen
Amsterdam en Amstelveen. Er is geen sprake van vermindering van het aantal buslijnen.
De heer
MOLENAAR
vraagt of de Amsterdamse bijdrage van maximaal 5%
uitkomt op 12 miljoen euro. Komt de wethouder nog terug op de rentabiliteit en de
vervoerswaarde?

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
30
Wethouder
GERSON
beaamt dit. De stadsregio kent geen Plaberum en met een
beetje geluk is de lijn in 2017/2018 klaar. Daarmee worden twee vliegen in een klap
geslagen.
De heer
BAKKER
gaat ervan uit dat de kosten- en batenanalyses en de
risicoanalyses aan de commissie ter hand worden gesteld.
De heer
MOLENAAR
wil graag op werkbezoek.
De
VOORZITTER
concludeert dat de reactie voor kennisgeving wordt
aangenomen. Hij zal een werkbezoek voor nadere uitleg regelen.
Wethouder
GERSON
vult aan dat de gemeente Amstelveen bezig is om de A9 te
ondertunnelen. Er is al een vervoersknooppunt gereserveerd waar de metrolijn de A9
kruist. Vergeleken met enkele jaren geleden is het een heel ander project geworden.
23
Voortgang Uitvoering 3 – Voorrang voor een Gezonde Stad
De
VOORZITTER
deelt mee dat na 22.30 uur insprekers minder tijd krijgen.
Insprekers
Mevrouw
BOERLAGE
(namens Schoon genoeg van vuile lucht) meent dat er te
weinig aandacht is voor bewoners die buiten de ring wonen. Door P+R-garages wordt
autoverkeer
naar
de
rand
van
de
stad
aangetrokken.
Gelukkig
wordt
er
in
Oost/Watergraafsmeer een geschrapt. Het zou veel beter zijn als mensen gestimuleerd
worden om met de trein uit Almere of elders naar de stad te reizen. In de spits is het
openbaar vervoer bovendien erg druk. Het is beter om gratis openbaar vervoer voor
ouderen opnieuw in te voeren. Zij reizen vooral buiten de spits. Daarmee worden
Amsterdammers geholpen en bovendien draagt het bij aan het bestrijden van fijnstof in de
hele stad. Spreekster heeft gelezen dat er geld over is en hij pleit ervoor dit te gebruiken
voor gratis openbaar vervoer voor ouderen. Kan de wethouder onderzoeken of de P+R-
terreinen inclusief de goedkope ov-kaartjes tot in lengte van jaren nodig zijn? Waarom
wordt de milieuzone voor bestelauto’s niet afgeblazen en wordt het geld ervoor niet
besteed aan zaken die wel de gezondheid van de bewoners van Amsterdam bevorderen?
Commissie
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt aandacht voor het feit dat er geld overblijft van
de middelen voor extra openbaar vervoer vanwege vertragingen. Al voor het zomerreces
heeft zij een notitie ingediend voor fijnmazig en inclusief openbaar vervoer waarop nog
steeds geen preadvies is verschenen. Zij wil de voorstellen eruit warm aanbevelen bij de
kwartiermaker die aan het werk gaat om de middelen voor het ov in te zetten.
De heer
FLOS
meent dat de uitvoering van Voorrang voor een Gezonde Stad niet
goed verloopt. Slechts vier van de dertien maatregelen worden volgens plan uitgevoerd,
acht zijn er flink vertraagd en een is er geannuleerd, namelijk de milieuzone voor
personenauto’s. Ook de uitvoering van de motie van spreker om iets aan wachtlijsters te
doen, is flink vertraagd. Pas meer dan een jaar na aanneming van deze motie wordt
gepeild of er belangstelling voor de plekken bestaat. Het is duidelijk dat uitvoering van de
motie over deze collegeperiode heen wordt getild en dat wachtlijsters in de kou worden
gezet. De parkeertarieven zijn echter wel verhoogd en de gebieden waar betaald
geparkeerd moet worden, zijn ook uitgebreid. Komt de wethouder nog met een uitgewerkt
P+R-programma zoals al zo vaak is beloofd? Spreker vindt dat er met getallen wordt
gegoocheld en dat de ambities niet gerealiseerd worden. Hij wil de toezegging dat de
parkeertarieven niet verhoogd worden, maar dat hoogstens de verdeling van de gelden
over stad en stadsdelen wordt veranderd. Tot slot wil hij de toezegging dat de

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
31
parkeertarieven voor de vuilste auto’s niet verhoogd worden. De brief van de minister,
TKN-stuk 7, biedt immers de mogelijkheid om de tarieven met 50% te verhogen.
Mevrouw
VAN
DER
WERF
vraagt
wat
de
uitkomst
van
het
portefeuillehoudersoverleg over de verdeling van de parkeergelden is. Tijdens de
behandeling van het voorstel voor elektrisch vervoer was nog niet bekend dat elektrisch
vervoer in Amsterdam niet op door kernenergie opgewekte elektriciteit mag rijden. Is het
verbod om Atoomstroom deel te laten nemen aan de manifestatie voor elektrisch rijden op
de Albert Cuypmarkt gestoeld op een besluit van de commissie? In Rotterdam wordt een
proef gehouden om fijnstof af te vangen via zeer open asfaltbeton, getiteld: De wassende
weg. Kan Amsterdam bij deze proef aansluiten? Voor eind 2009 zouden er twee nieuwe
P+R-voorzieningen gerealiseerd moeten zijn. Lukt dat nog?
Wethouder
GERSON
geeft toe dat het onderzoek naar de wachtlijsters te lang
heeft geduurd. Hij zal er op afzienbare tijd, voor de verkiezingen, op terugkomen. Er komt
binnenkort ook een notitie over het P+R-programma. En is onderzoek gedaan naar de
aanleg- en exploitatiekosten. De aanbestedingen voor Zeeburgereiland en Gaasperplas
zijn net gedaan. Zeeburgereiland kan nog in 2009 gereed zijn, Gaasperplas wordt in
maart 2010 opgeleverd. Er is geen sprake van ruzie met de stadsdelen over de
parkeergelden. De inkomsten bedragen dit jaar ongeveer 10% minder dan begroot, onder
andere vanwege de crisis. Voorrang voor een Gezonde Stad is een programma voor de
komende acht jaar. Spreker wil zich niet blind staren op de resultaten van het eerste
halfjaar. Een tussentijdse verhoging van de tarieven om de inkomsten op peil te houden,
is waarschijnlijk niet verstandig.
De heer
FLOS
vraagt of dit een harde toezegging is.
Wethouder
GERSON
ontkent dit. Hij adviseert de heer Flos tot 7 oktober te
wachten als wethouder Asscher vertelt hoe de financiën ervoor staan. Hij kan evenmin
toezeggen dat vuile auto’s niet meer gaan betalen omdat er sprake is van een
bonus/malusregeling. De vuilste auto’s gaan meer betalen en de schoonste minder.
De heer
FLOS
concludeert dat de tarieven voor de vuilste auto’s verhoogd
worden. Dat treft bovendien de minst draagkrachtigen.
Wethouder
GERSON
heeft nog geen kennisgenomen van De wassende weg. Het
uitsluiten van Atoomstroom had te maken met de autovrije dag. Kernenergie heeft
ernstige milieueffecten en daarom leek het niet gepast om Atoomstroom bij de
manifestatie voor elektrisch rijden te betrekken. Als de commissie behoefte heeft aan een
discussie over Atoomstroom, dan heeft spreker daar geen bezwaar tegen.
Mevrouw
VAN DER WERF
is blij met deze aanvulling, maar zij vindt de beslissing
om Atoomstroom te weigeren voorbarig.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
heeft begrepen dat ook Nuon niet vertegenwoordigd
was.
Mevrouw
BERGERVOET
maakt de commissie attent op het feit dat haar partij op
dinsdag 22 september hierover schriftelijke vragen heeft ingediend.
De heer
FLOS
wil TKN-stuk 7 in de raad bespreken teneinde te bewerkstelligen
dat de parkeertarieven voor vuile auto’s niet verhoogd worden.
De
VOORZITTER
constateert dat het TKN-stuk niet in een keer naar de raad kan
worden gepiept. Het komt de volgende keer op de agenda van de commissie.
Voor kennisgeving aangenomen.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten
DEFINITIEF verslag,
23 september 2009
VV
32
24
Voorwaarden Bierfiets
Mevrouw
BERGERVOET
vindt het mooi dat in overleg met de stadsdelen en met
ondernemers naar een mooie oplossing wordt gezocht.
De heer
BAKKER
verwondert zich over het feit dat nooit tegen de bierfiets is
opgetreden aangezien hij illegaal is. Een vaste bestuurder lijkt hem buitengewoon goed.
Hij vindt het een verstandig voorstel.
De heer
MOLENAAR
vraagt zich af waarom het ding nog rondrijdt omdat hij
illegaal is. Kan de bierfiets als een rijdend feestje worden gedefinieerd waarvoor een
evenementenvergunning nodig is? Hoe wordt de APV gehandhaafd in het geval van de
rijdende bierfiets? Wat vindt de wethouder van een vrijgezellenpartyoverlasttaks?
De heer
FLOS
is het eens met mevrouw Bergervoet.
Wethouder
GERSON
geeft toe dat de bierfiets vijf jaar geleden al verboden had
moeten worden. Het is niet verstandig om hem nu ineens te verbieden. De overheid heeft
het niet goed gedaan en moet haar verlies nemen. Daarom stelt spreker voor om de
bierfiets nu via overleg ordelijk te regelen. Hij is geen voorstander van veel regels, maar
wil de regels die er zijn goed handhaven. Hij zal daarom niet op de suggesties van de
heer Molenaar ingaan. Die maken het probleem alleen ingewikkelder. Als het nodig is,
moet de politie echter optreden.
Voor kennisgeving aangenomen.
De
VOORZITTER
sluit de vergadering om 22.53 uur.
De commissie heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
LIJST TER KENNISNEMING
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
TKN 1 Kwartaalverslag Noord/Zuidlijn: 1
e
kwartaal 2009
TKN 2 Kabinet
TKN 3 Kabinet
TKN 4 Kwartaalverslag Noord/Zuidlijn, 2
e
kwartaal 2009
TKN 5 Beantwoording raadsadres inzake gebruik techniek 'The Big Dig' bij
aanleg Noord/Zuidlijn
TKN 6 Beantwoording raadsadres over parkeerautomaat 080609
TKN 7 Brief Experimenteerwet differentiatie parkeertarieven
Geagendeerd op verzoek van raadslid Flos
Volkshuisvesting
TKN 8 Afdoening vragen gesteld door mevrouw S. Hauet op 24 juni 2009
TKN 9 2
e
kwartaalrapportage woningbouwproductie 2009
Grotestedenbeleid
TKN 10 Uitwerking decentralisatie stedenbeleid