Toezicht bij NoordZuidlijn en afspraken PBNZL en DMB
PBNZL
pag. 1 van totaal 4
Toezicht bij de Noord/ Zuidlijn
Toezicht door PBNZL
De primaire verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de NoordZuidlijn en de
bouwveiligheid ligt bij
a) de gemeente Amsterdam i.c. B&W (in haar hoedanigheid van eigenaar,
opdrachtgever, ontwerper) en
b) bij de bouwende aannemers
1
.
Het College van B&W (wethouder VV is verantwoordelijk voor bouw NoordZuidlijn) heeft
bovenstaande verantwoordelijkheid gedelegeerd aan de directeur van de Dienst IVV. Deze
heeft twee projectorganisaties opgezet voor de aanleg van de Noord Zuidlijn: het
Projectbureau NoordZuidlijn (PBNZL) en projectbureau AMSYS.
In voorliggende notitie wordt ingegaan op het (privaatrechtelijk) toezicht van projectbureau
NoordZuidlijn (PBNZL), dat er op toe ziet dat het werk wordt opgeleverd conform de
afgesloten contracten met de diverse aannemers.
Het projectbureau kan in de tijd gezien twee vormen van toezicht onderscheiden en gaat in
de directe toekomst additioneel nog een derde vorm toepassen:
Ontwikkeling toezicht:
i
ii
iii
Externe kwaliteitsborging:
Uitsluitend Externe
kwaliteitsborging (EKB);
Verzwaard toezicht:
Externe kwaliteitsborging
(EKB) + toezicht PBNZL met
nadruk op
omgevingsaspecten;
Geïntensiveerd toezicht:
Externe kwaliteitsborging
(EKB) + toezicht PBNZL op
omgevingsaspecten +
voordurend toezicht PBNZL
op de uitvoering van het
werk zelf.
1
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het toezicht van de gemeente als bouwer/opdrachtgever
en de het publiekrechtelijk bouw- en woningtoezicht. Deze notitie handelt over het toezicht door de gemeente
als opdrachtgever. Uitgangspunt van de Woningwet is dat de eerste verantwoordelijkheid voor de kwaliteit
van een bouwwerk en de bouwveiligheid rust bij de eigenaar, opdrachtgever, ontwerper, en bij de bouwende
aannemers . Degene die bouwt dient de op hem van toepassing zijnde wet- en regelgeving na te leven. De
wet gaat er van uit dat hij zelf de benodigde maatregelen treft om de regelnaleving te borgen. De Dienst
Infrastructuur Verkeer en Vervoer heeft een aparte projectorganisatie opgezet voor de aanleg van de
Noord/Zuidlijn: het Projectbureau Noord/Zuidlijn (hierna PBNZL). Deze is verantwoordelijk voor het
(privaatrechtelijk) handelen van de gemeente als eigenaar, opdrachtgever, ontwerper, bouwer. PBNZL is dus
in de eerste instantie verantwoordelijk voor het dagelijks toezicht op een veilige uitvoering. Net als bij ieder
ander bouwwerk in de stad is de gemeente verantwoordelijk voor het publiekrechtelijk bouwtoezicht. Deze
toezichtstaak is opgedragen aan de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (hierna DMB), die deze taak uitvoert bij
grootstedelijke projecten.

Toezicht bij NoordZuidlijn en afspraken PBNZL en DMB
PBNZL
pag. 2 van totaal 4
i. Externe kwaliteitsborging (zgn. EKB).
EKB is een vorm van toezicht (toetsing) die 15 jaar geleden is geïntroduceerd door
Rijkswaterstaat. Dit is een in Nederland standaard gebruikte methode, en is ook van
toepassing op de contracten van de NoordZuidlijn, onder meer die van de “Diepe Stations”.
EKB houdt in dat de aannemer meet, berekent en aantoont dat hij het werk geleverd heeft
conform de gevraagde specificaties. De aannemer is dus verantwoordelijk voor de
vastlegging van de kwaliteit van zijn maakprocessen en gemaakte producten. Anders
gezegd: de aannemer verzamelt zelf zijn procesparameters en metingen om aan te geven
dat het gemaakte voldoet aan de door de opdrachtgever gestelde eisen. Ook bij EKB is er
dus sprake van controle en toezicht, namelijk door de aannemer zelf
Er van uitgaande dat dit systeem goed functioneert, kan de rol van het toezicht van de
opdrachtgever daardoor beperkt blijven tot het uitvoeren van toetsen op de
kwaliteitsborging van de aannemer. In dat geval kan dan ook de bemensing van het
toezicht gering zijn. Permanente aanwezigheid van het toezicht van de zijde van de
opdrachtgever op het werk is in die situatie niet vanzelfsprekend.
De rol van het toezicht van PBNZL bij deze methode is als volgt:
Op basis van risicoafweging door PBNZL worden door PBNZL
1) systeemtoetsen (audits),
2) procestoetsen op het maakproces en
3) steekproefsgewijze toetsen op producten
uitgevoerd.
Systeemtoetsen
zeggen iets van de inrichting en de kwaliteit van het kwaliteitssysteem
van de aannemer op een hoog abstractie niveau.
Procestoetsen
worden uitgevoerd om te
onderzoeken of de aannemer volgens zijn werkplan en de door hem zelf opgestelde en
door PBNZL geaccepteerde procedures werkt.
Producttoetsen
zijn toetsen op de in het
contract gestelde eisen van de tussen- of eindproducten. Het resultaat van de
producttoetsen wordt vergeleken met de meting die de aannemer zelf heeft uitgevoerd en
geeft bij geen tot weinig afwijking voldoende niveau van vertrouwen dat de werkzaamheden
van de aannemer conform het gecontracteerde kwaliteitsniveau zijn uitgevoerd en dat de
eindproducten daarmee voldoen aan de bestelde kwaliteit.
Bij afwijkingen in de verschillende toetsen t.o.v. de afspraken/eisen in het contract en of
goedgekeurd werkplan, wordt de aannemer daar op aangesproken en moet hij een
verbeteractie uitvoeren. Afhankelijk van de resultaten van de toetsen op deze
verbeteracties wordt de frequentie van toetsing door het toezicht bijgesteld.
ii. Verzwaard toezicht
Het bleek al snel (2003) dat het toezicht vanwege de omgevingscomponent en tevens
verlangd vanuit de verzekering met technisch moeilijk werk in de specifieke omgeving van
de binnenstad van Amsterdam verzwaard moest worden Dit was niet zo zeer op het directe
werk van de aannemer zelf, want uit de bevindingen kwam naar voren dat dat redelijk op
orde was, echter meer en intensief toezicht op de relatie van het werk van de aannemer en
de omgeving van het project was noodzakelijk.
“In de put” bleef het toezicht nog steeds op EKB gestoeld, waarbij wel meer “rondjes werk”
werden uitgevoerd. Tijdens deze toezichtrondes worden de gesignaleerde zaken zoveel
mogelijk in zakboekjes en dagrapporten vastgelegd. Indien zaken niet volgens de

Toezicht bij NoordZuidlijn en afspraken PBNZL en DMB
PBNZL
pag. 3 van totaal 4
afspraken verlopen, wordt de aannemer hier op aangesproken. Sinds halverwege 2007 is
er afgesproken dat er in ieder geval als er gewerkt wordt, er ook toezicht op het werk
aanwezig is.
iii. Geïntensiveerd toezicht
Naar aanleiding van de incidenten Vijzelgracht in 2008 is besloten dat het toezicht verder
geïntensiveerd dient te worden. Nagegaan is welke toezichtmethode nodig is om enerzijds
directe continue toetsing op risicovol werk van de aannemer uit te kunnen voeren en
anderzijds de monitoringsfunctie naar de omgeving te verbeteren. Dit laatste omdat het
monitoren van gevels en waterstanden met behulp van de deels geautomatiseerde
systemen altijd een na-ijleffect heeft in relatie tot het tijdstip van het optreden van het
incident.
Uit de analyse van het monitoringssysteem blijkt dat de beste monitor de mens is, die direct
ter plaatse, met de juiste instructies, in kan grijpen inzake de alarmering en eventueel
ontruiming van de omgeving en verdere acties kan inzetten en uitvoeren.
Op basis van die analyse heeft het PBNZL besloten om, als er gewerkt wordt, altijd toezicht
op het werk te hebben. Tevens is besloten dat er tijdens de risicovolle werkzaamheden
continu extra toezichthouders van het PBNZL in de put aanwezig zijn. Het is wel zo dat,
naarmate er meer dagelijks toezicht door het PBNZL wordt ingezet, er ook meer
verantwoordelijkheid bij de Gemeente komt te liggen.
Dit houdt in dat er een uitbreiding komt van het aantal toezichthouders en dat er tevens een
analyse van de kwaliteit van de bestaande medewerkers nodig is. Deze analyse en de
daaruitvolgende acties dienen gereed te zijn bij het te nemen besluit inzake het vervolg van
de ontgraving van de diepe stations
Het bepalen van het juiste aantal extra medewerkers en de benodigde kwaliteit zal de
komende tijd nog per contractonderdeel in detail worden uitgewerkt.
Momenteel is het toezicht reeds verder aangescherpt en is sprake van dagelijks toezicht in
de bouwput. Dat wil zeggen dat het toezicht aanwezig is bij risicovolle werkzaamheden van
de aannemer, ondanks dat er nog onvoldoende extra medewerkers zijn en het merendeel
van de werkzaamheden van de aannemer stilligt.
De relatie met de publiekrechtelijke toezichthouder (DMB)
Met het bouwtoezicht van DMB zijn werkafspraken gemaakt over het informeren en
afstemmen m.b.t. de toetsing van uit te voeren werkzaamheden vooraf en belangrijke
momenten, de zogenaamde stoppunten in de werkplannen en afwijkingen die tijdens het
bouwproces kunnen optreden.
Het bovenstaande zal bij de start van het ontgraven moeten leiden tot:
a) leveren van een uitgangspuntendocument van het te beschouwen hoofdonderdeel;
b) het door PBNZL leveren van een inventarisatie en analyse van risico’s, die kunnen
optreden bij het realiseren van het betrokken onderdeel van het werk;
c) het door het bouwtoezicht beoordelen, voor ieder te bouwen onderdeel afzonderlijk
en/of per toegepaste bouwtechniek, met een uitsplitsing naar:
?
de hoofdopzet van de constructie (wanden, dak, vloer, buis etc);
?
de uitgangspunten voor het eventuele bemalingsplan;

Toezicht bij NoordZuidlijn en afspraken PBNZL en DMB
PBNZL
pag. 4 van totaal 4
?
de uitgangspunten voor het monitoringsplan ter voorkoming van schade aan
belendingen, waarbij onderscheid gemaakt moet worden naar de manier waarop
de negatieve invloeden op kunnen treden (voorspellend – chronisch of plotseling
zonder waarschuwing);
?
de uitgangspunten voor de te nemen beheersmaatregelen (scenario’s) om de
risico’s te kunnen beheersen en/of te minimaliseren – niet alleen binnen de
hekken van het contract, maar ook buiten de grenzen van het contract
(omgeving).
Het is dus van belang dat het bouwtoezicht (DMB) goed op de hoogte is van de planning
van de uitvoering en de hiervoor aangegeven aan te leveren zaken. Het gaat er om dat
aan DMB eerst een uitgangspuntendocument rond het uitvoeren van werkzaamheden in
een bepaalde bouwfase wordt overgelegd, alvorens uitvoeringsplannen ter beoordeling
worden aangeboden. Het bouwtoezicht moet immers ook in staat worden gesteld het totaal
van de gekozen bouwmethodiek in zijn geheel op veiligheidsaspecten te beoordelen. Dat is
een verandering ten opzichte van de huidige werkwijze waarbij in een late fase vooral
gedetailleerde uitvoeringsplannen ter goedkeuring worden overgelegd. DMB moet steeds in
staat worden gesteld de werkzaamheden in samenhang te beoordelen.
Te stellen eisen aan de het toezicht:
Het is zaak om vroegtijdig de risicovolle werkzaamheden van de diverse contracten
kenbaar te maken.
Tevens is het van belang dat er integraal ingerichte projectteams worden
samengesteld, waarbij in het bijzonder de invloed van de uit te voeren
werkzaamheden op de omgeving worden beschouwd.
Tijdens de uitvoering van de bouw zelf zullen, zoals reeds eerder vermeld, bij
risicovolle werkzaamheden van de aannemer, direct toezichthouders van PBNZL
aanwezig zijn.
Naast deze aanwezigheid zal aan de medewerkers (schriftelijk) kenbaar moeten
worden gemaakt wat:
a) de procedures,
b) de opschalingslijnen,
c) de besluitenlijnen,
d) de mandaten en
e) de acties bij dreigende calamiteiten of optredende calamiteiten zijn.
Hier dienen de medewerkers ook naar te handelen bij hun toezichtstaak. Bij de start
van risicovolle werkzaamheden zal een “kick-off” bijeenkomst plaats vinden binnen
het contractteam om alle zaken door te spreken, de importantie van bovenstaande te
benadrukken en en alle neuzen te richten.
Situaties en uitgevoerde acties van aannemer en projectbureau moeten expliciet
worden vastgelegd in dagrapporten en/of zakboekjes om achteraf de zaken helder te
kunnen reconstrueren.