Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Raadsvoordracht
R
1
Jaar
2009
Vergaderdatum
10/11 juni 2009
Afdeling
1
Agendapunt
27
Nummer
304
Publicatiedatum
3 juni 2009
Onderwerp
Kennisneming van de Financiële Prognose Noord-Zuidlijn per 1 januari 2009 en
instemmen met het kader voor de kosten- en opbrengstenkant, alsmede de te volgen
procedure van de dekking van de kostenstijging en de toename van de risico’s.
Aan de gemeenteraad
Op grond van het hiernavolgende stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Amsterdam
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 10 maart 2009,
Besluit:
1. kennis te nemen van de financiële prognose per 1 januari 2009 van de
Noord/Zuidlijn, zoals die is opgenomen in de vierde kwartaalrapportage van
2008, en waarvan de belangrijkste punten zijn:
de probabilistische planning (85% zekerheid) van een werkend
vervoerssysteem verschuift naar najaar 2017;
het geprognosticeerd verschil tussen budget en kostenprognose neemt
toe met € 320 miljoen (+ of – € 30 miljoen);
de belangrijkste oorzaken van de toename in prognose en budget
betreffen: de gevolgen van de incidenten Vijzelgracht, geraamde tekorten
en risico’s Spoortechniek en Afbouw, toename overige bouwrisico’s en
hogere raming verzekeringskosten;
2. kennis te nemen van de nog af te ronden geïntegreerde aanpak in tijd, geld,
risicobeheer en raakvlakbeheer tussen het Projectbureau Noord/Zuidlijn en
AMSYS (Amsterdam Metro systems), waardoor de effecten hiervan op de
planning en het budget nu nog niet bekend zijn;
3. kennis te nemen van het feit dat er altijd risico’s blijven die van invloed zijn op
de haalbaarheid van de planning en de kosten. Enkele belangrijke risico’s
zijn: het nog vast te stellen herstelplan Vijzelgracht en Rokin, de mogelijk
extra brandveiligheidsmaatregelen voor de tunnelveiligheid en de
enkelspoors aanlanding van de Noord-Zuidlijn op station Zuid;
4. in te stemmen met het voorstel om aan de kostenkant de onderkant van de
bandbreedte te nemen (€ 290 mln). Het college doet dit om zo alle partijen op
scherp te zetten wat betreft kosten- en risicobeheersing. In te stemmen met

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 304
Datum
3 juni 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
2
aan de opbrengstenkant alleen de zekere opbrengsten in te boeken
(Bonroute en Tunnelveiligheid, € 52 mln). In te stemmen met het betrekken
van de dekking van de kostenstijging en de toename van de risico’s bij de
Jaarrekening voor 2008, de Voorjaarstnota 2009 en ontwerp-begroting 2010.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
H. de Jong, secretaris
M.J. Cohen, burgemeester
Toelichting (bestuurlijke context)
Inleiding
In onderstaande toelichting wordt ingegaan op de volgende onderwerpen. In par. I
wordt de nieuwe prognose op hoofdlijnen beschreven. In par. II staan wordt
stilgestaan bij het verschil tussen een deterministische en probabilistische planning.
In par. III wordt ingegaan op een aantal audits in het verleden. Vervolgens wordt in
par. IV specifiek ingegaan op de recente audits van Korf/Horvat. In par. V worden
andere recente ‘audits’ nog even benoemd. In par. VI wordt specifiek ingegaan op de
achtergronden van de prognoses. In par. VII wordt ingegaan op een aantal
belangrijke risico’s die geïdentificeerd zijn. In par. VIII wordt ingegaan op de
opgelegde inspanningsverplichting aan PBNZL. Tenslotte wordt in par. VIII ingegaan
op de effecten voor de gemeentebegroting.
Par. I. Nieuwe prognose
In juni 2008 heeft de Gemeenteraad het budget voor de Noord-Zuidlijn verhoogd op
basis van de financiële prognose eindstand per ultimo 2007. Daarnaast werd het
budget geïndexeerd naar het geraamde prijspeil 2008. De prognose is afgelopen jaar
sterk gewijzigd waarbij de gevolgen van de lekkage incidenten bij station Vijzelgracht
een belangrijke oorzaak zijn, maar ook geraamde tekorten en risico’s Spoortechniek
en Afbouw, toename overige bouwrisico’s en hogere raming verzekeringskosten.
Helaas moet geconstateerd worden dat het actueel per ultimo 2008
geprognosticeerde verschil tussen budget en prognose € 320 miljoen bedraagt
waarbij in verband met het risicoprofiel sprake is van een bandbreedte van + of –
€ 30
miljoen. In het kwartaalrapport (paragraaf 3.1.1) wordt een opsomming gegeven van
de zaken die zijn uitgesloten bij de berekening van dit geprognosticeerde verschil.
De planning van een werkend vervoerssysteem verschuift deterministisch van medio
2015 naar najaar 2016 en probabilistisch met 85% zekerheid naar najaar 2017 (zie
hieronder).
Par. II. Deterministische en probabilistische planning; van optimisme naar realisme.
Hiervoor werd melding gemaakt van een deterministische en probabilistische
planning. De deterministische planning betreft de planning zonder dat rekening wordt
gehouden met tijdsrisico’s en planningsonzekerheden.
Met de probabilistische planning wordt wel rekening gehouden met de thans
geïdentificeerde risico’s, kansen en onzekerheden. Met behulp van simulatie is een
uitspraak gedaan over de haalbaarheid van de deterministische planning. Voorheen
werd alleen de deterministische planning gepresenteerd in de kwartaalrapportage.
Met een probabilistische planning worden de kwetsbaarheden in de planning
transparant gemaakt, waardoor meer sturingsinformatie wordt verkregen. Het is
vanuit professioneel projectmanagement ook gebruikelijk (referentie Rijkswaterstaat
en ProRail) om naast de deterministische planning een probabilistische planning te
presenteren, mede om de tijdgebonden kosten van het project te kunnen bepalen.
Met het hanteren van een probabilistische planning wordt de prognose negatief

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 304
Datum
3 juni 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
3
beïnvloed (latere verwachte oplevering, hogere kostenraming), maar wordt er naar de
mening van het College meer realisme in gebracht. Het is met name de ervaring van
de afgelopen jaren met tegenvallers in planning en budget die voor het College
aanleiding is om vanaf nu de probabilistische planning als grondslag te nemen.
Hiermee sluit het College aan bij het advies van de Financiële Adviesgroep en
Korf/Horvat.
Par. III Audits
De opbouw van de voortgangsrapportages en de prognoses is vanaf het onderzoek
van de commissie Sorgdrager jaarlijks verder verdiept en geprofessionaliseerd. Door
de audit Buck/Buis heeft de integratie plaatsgehad van Adviesbureau en
Projectbureau per 1 september 2007. Verdieping en detaillering van planning en
kosten zijn daarmee toegenomen. De audits van Korf/Horvat en het advies van de
Commissie Wijze Mensen en het Implementatieplan van de aanbevelingen uit die
audits en adviezen leiden tot steeds beter inzicht in het project en een meer
realistische benadering van tijd en geld.
De maatregelen die zijn c.q. worden genomen hebben onder andere betrekking op
versterking van het risico-management en projectbeheersing; het afhandelen van
liggende claims van de aannemer van de diepe stations, het aanpassen van de
contracten boortunnel en diepe stations; het opstellen van een integrale
projectplanning waarin de raakvlakken tussen de contracten worden bewaakt, en de
integrale aanpak van het projectbureau NZL en Amsys.
Par. IV Rapport auditcommissie Korf/Horvat
Op 19 december 2008 heeft het auditteam Korf/Horvat, bestaande uit de heren prof.
ir. E. Horvat en ir. W. Korf deel 3 van zijn rapportage aan de wethouder
Noord/Zuidlijn uitgebracht.
De onderzoeksvragen van het College waren de volgende:
Is de weergave van de financiële analyse van het projectbureau compleet,
consistent, transparant en realistisch?
Is de weergave van de planning van het projectbureau compleet, consistent,
transparant en realistisch?
Korf/Horvat oordeelt dat het de goede kant op gaat, maar dat er nog wel wat slagen
gemaakt moeten worden voordat sprake kan zijn van volwaardige projectbeheersing.
Het College herkent dit beeld. Het werken aan volwaardige projectbeheersing heeft
de hoogst mogelijke prioriteit, waarbij het College onderkent dat dit proces tijd kost.
Dat heeft te maken met meerdere factoren, waaronder vooral de inhoudelijke
complexiteit van het project, maar ook de incidenten op de Vijzelgracht die veel tijd en
aandacht vergen.
Het College sluit zich aan bij de opvatting van de onderzoekers dat een eventuele
audit/second opinion op kwaliteit, tijd en kosten eerst zinvol is nadat de voorgenomen
maatregelen om te komen tot een geactualiseerd beeld van organisatie, scope,
kosten en planning tot stand zijn gebracht. Het is in dat verband goed te beseffen dat
in het verbeteren van het instrumentarium van projectbeheersing, de harding van
referenties en het scherper challengen van de maakbaarheid van nu gekozen
methoden en technieken in het primaire proces, forse slagen zullen moeten worden
gemaakt. Hierbij spelen de leerervaringen “Vijzelgracht” een belangrijke rol.
In het hierna volgende worden de adviezen cq conclusies van het auditteam
weergegeven, met daarbij een reactie van ons College:
Integrale sturing van het project ‘werkend vervoersysteem’ is nog voldoende
belegd. Dit vereist een geïntegreerde aanpak van het PBNZL en Amsys. .

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 304
Datum
3 juni 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
4
De onderzoekers pleiten voor een geïntegreerde aanpak
van het PBNZL en Amsys
vanuit het oogpunt van integrale projectbenadering gericht op het ‘werkend
vervoerssysteem’. In dat kader is o.a. een duidelijke uitwerking van de taakverdeling
tussen AMSYS en het Projectbureau NZL van belang.
Reactie College:
Op hoofdlijnen zijn of worden de bevindingen binnen AMSYS, én in de geïntegreerde
aanpak Projectbureau/AMSYS, uit de second opinion geïmplementeerd. Voor de
zomer 2009 is dat afgerond, Op dit moment uit zich dat o.a. in de inrichting van een
overall-stuurgroep en gezamenlijke planning, risicobeheer en raakvlakbeheer tussen
de verschillende projectonderdelen.
Geïntegreerde financiële prognose:
De onderzoekers constateren dat een geïntegreerde financiële prognose niet
beschikbaar is, en beoordeling daarvan derhalve niet mogelijk. Voor zover in de
raming van het Projectbureau NZL AMSYS-onderdelen zijn opgenomen, zijn deze in
de ogen van Korf/Horvat onvoldoende inzichtelijk. Bovendien waren op het moment
van het onderzoek, de besluiten naar aanleiding van de effecten van de Vijzelgracht
incidenten, nog niet in de vorm van herstelplan en het plan voor herstart verwerkt in
de ramingen.
Reactie College:
Sinds eind december 2008 wordt met een robuuste aanpak gewerkt aan actualisering
van de prognose eindstand inclusief de bijbehorende risicoanalyse. Vanuit het
perspectief van het ‘werkend vervoerssysteem’ wordt hierbij de relatie met de
oplevering en overdracht aan AMSYS meegenomen. Deze gegevens zijn naar de
stand van dit moment in de reguliere Q4 2008 rapportage verwerkt.
Geïntegreerde planningsprognose
Naar het oordeel van de onderzoekers is de geïntegreerde planningsprognose
verbeterd, maar behoeft deze detaillering en aanvulling met een probabilistisch
model. Voorts vindt men dat er onvoldoende buffer is om de nog aanwezige
onzekerheden op te kunnen vangen en menen de onderzoekers dat de interacties
met het AMSYS deel van de planning inzichtelijker moeten worden gemaakt.
Reactie College:
Ook de actualisering van de planning, mede in relatie tot de kostenkant, is aangepakt.
In de reguliere Q4 2008 rapportage is nu een actuele Masterplanning, inclusief
probabilistische model en risicoanalyse, verwerkt.
Hierin is ook (vanuit het perspectief van ‘werkend vervoersysteem’) de relatie met de
oplevering en overdracht aan AMSYS meegenomen.
Een realistische, gedetailleerde planningsprognose voor de laatste fase, het test- en
proefbedrijf en de inbedrijfstelling, is pas mogelijk is als meer bekend is rondom de
aanbesteding van de contracten 11 t/m 13 en 16, omdat de output hiervan in hoge
mate bepalend is voor de wijze waarop het test- en proefbedrijf wordt ingericht
Op basis van praktijkervaring in diverse projecten wordt hiervoor voorlopig uitgegaan
van een periode voor het test- en proefbedrijf van een jaar. Dit kan op basis van de
testresultaten wijzigen.
Maakbaarheid gekozen werkwijzen:
De onderzoekers vragen blijvend aandacht voor de maakbaarheid van de gekozen
werkwijzen als ook voldoende zelfkritisch vermogen bij nog te maken technische
keuzes. Met name bij de aanpak voor de boortunnel onder het Natte Damrak, werden
door Korf/Horvat in een eerder stadium vraagtekens geplaatst.

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 304
Datum
3 juni 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
5
Reactie College:
Het College zal in de lopende integrale risicoanalyse alle mogelijke aandacht laten
uitgaan naar de technische werkwijze, risico’s en beheersmaatregelen. In de
organisatie van voldoende kritisch vermogen bij nog te maken keuzes zal worden
voorzien. Dit laat onverlet dat, gegeven de technische complexiteit van het project,
altijd risico’s aanwezig zullen zijn. Het College richt zijn volle aandacht op het
reduceren van de kans op het zich voordoen van deze risico’s. Het Projectbureau
heeft de opdracht gekregen om de beheersmaatregelen in kaart te brengen.
Par. V. Andere ‘audits’
Deze kwartaalrapportage is verder extern beoordeeld door de Financiele Advies
Groep (FAG, zie bijlage, kabinet), door de directeur IVV middels een quick scan (zie
bijlage, kabinet), en de ACAM (zie bijlage kabinet) heeft een advies gegeven. Zonder
specifiek op deze beoordelingen en adviezen in te gaan onderschrijft het College op
hoofdlijnen de bevindingen en komt het College met de in deze voordracht benoemde
in gang gezette acties tegemoet aan de aanbevelingen van deze rapporten. Ten
aanzien van de adviezen over de in de 4
e
kwartaaltrapportage verwerkte doorwerking
vertraging bij CS samenhangend met Sail, alsmede ten aanzien van het voorstel de
kosten van het sein- en elctrahuis Zuidas ten laste van het budget Zuidas te brengen
neemt het College het advies vooralsnog niet over en zal op korte termijn nadere
bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden.
Par. VI. Oorzaken stijging kostenprognose
Het is uiterst teleurstellend dat, ondanks alle hiervoor genoemde verbeteringen die er
de afgelopen jaren in de projectbeheersing zijn aangebracht, de prognoses in tijd en
geld ten opzichte van de vorige prognose zijn verslechterd. Overigens is het ook juist
de adequatere projectbeheersing, die tot een steeds scherper inzicht leidt. De meest
omvangrijke tegenvaller is echter het gevolg van de incidenten op de Vijzelgracht.
De belangrijkste oorzaken voor het berekende verschil zijn:
1. Directe gevolgen incidenten Vijzelgracht
: € 72 mln.
2. Gevolgschade van Vijzelgracht op andere contracten
: € 45 mln.
3. geraamde tekorten en risico’s Spoortechniek en Afbouw
: € 57 mln.
4. toename overige bouwrisico’s (incl. F-overhevelingen)
: € 62 mln.
5. Hogere ramingen Schadebureau
(verzekeringen en nadeelcompensatie)
: € 34 mln.
6. Nu opgenomen kosten beheersmaatregelen risicobeheersing : € 25 mln.
7. Toename VAT-kosten
(anders dan Vijzelgracht)
: € 9 mln.
8. Indexeringstekort (verschil reële ontwikkeling vs compensatie): € 8,0mln.
9. Overschrijding verrekenbare hoeveelheden en overige
mutaties onvoorzien
: € 8 mln.
TOTAAL
: € 320 mln
Bovenstaande posten worden hieronder per punt toegelicht.
Beïnvloedbaarheid oorzaken:
Ten aanzien van het risicoprofiel moet geconstateerd worden dat een groot deel niet
meer beïnvloedbaar is. De risico’s met een zéér grote kans van optreden (>90%)
vertegenwoordigen meer dan de helft (ruim € 200 miljoen) van de financiële
verwachtingswaarde van het risicoprofiel. Daarnaast is er sprake van een aantal
bijzondere risico’s - zijnde de grote incidenten - waarbij de kans van optreden klein is
maar waarbij de gevolgen voor de stad, voor het project en financieel groot zijn.
De hoogte van de financiële gevolgen van calamiteiten uit deze laatste categorie
(kleine kans, grote gevolgen) wordt vooral bepaald door de inschatting van de
stilstandkosten die gemoeid zijn met het opschorten van bouwwerkzaamheden.
Wanneer deze incidenten, ondanks het nemen van beheersmaatregelen, onverhoopt

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 304
Datum
3 juni 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
6
optreden dan kunnen de financiële gevolgen hiervan niet opgevangen worden binnen
de financiële prognose einde werk en de nu gepresenteerde planningsdata. Over hoe
met deze categorie om te gaan zal op korte termijn bestuurlijke besluitvorming
plaatsvinden.
Verklaring oorzaken:
Ad 1.
De directe gevolgen van de incidenten Vijzelgracht ad ca. € 72 mln.
De directe kosten bestaan uit:
preventieve & herstelmaatregelen Vijzelgracht en Rokin
directe en indirecte kosten m.b.t. schade verzakte panden
uitkering verzekering schade aan panden
intensivering Monitoring
onderzoek oorzaken lekkages Vijzelgracht
Vertragingskosten Max Bogl
VAT-kosten team Diepe Stations
Vertaling risico’s op herstelplan naar tijdgebonden kosten.
Ad 2. Gevolgschade incident Vijzelgracht op andere contracten ad ca. € 45 mln:
Uitstel start Boren Saturn
Vertragingskosten Centraal Station
Preventieve maatregelen diepwand Voorplein (CS)
Langere doorloop team Boortunnel (VAT)
Langere doorloop team Centraal Station (VAT)
Langere doorloop team Spoortechniek en Afbouw
Langere doorloop centrale staf + projectdirectie
Versterking toezicht Boortunnel en CS
Extra Nadeelcompensatie
Ten tijde van de bestuurlijke besluitvorming over het herstelplan voor
werkzaamheden op de Vijzelgracht en Rokin,heeft het College in eerste instantie
gerapporteerd dat er uitgegaan werd van een kostenpost (directe kosten en
gevolgschade) van 70 mln. De directe kosten worden nu geraamd op ca
€ 72 mln, de
gevolgschade op ca € 45 mln, totaal € 117 mln. Deze kostenontwikkeling is vooral het
gevolg geweest van:
Extra VAT-kosten door:
?
langere doorlooptijd herstelmaatregelen en daarmee
vertraging voor de eindmijlpaal (+4,5 maand).
?
meer en langduriger verhoogd toezicht (continu
ploegendiensten) dan eerder voorzien.
Vertragingskosten Max Bögl en uitstelkosten Saturn:
?
Langere doorlooptijd herstelmaatregelen Rokin en Vijzelgracht
?
Lagere kosten per week vertraging Max Bögl o.b.v. bepalingen
in de OCR 2008
Bij verdere detaillering vallen de kosten Max Bögl (offertebedragen)
m.b.t. maatregelen Vijzelgracht en Rokin hoger uit dan eerder
voorzien was op basis van indicatieve cijfers.
Tijdsrisico’s op het herstelplan die bij de bestuurlijke besluitvorming in
december 2008 nog niet gekwantificeerd waren.
Hogere uitkering verzekering schade aan panden.
Hogere eisen monitoringssyteem (grotere bedrijfszekerheid en hogere
meetfrequentie Soldata) + langere instandhouding monitoringsysteem
als gevolg van vertraging project.
Doorwerking van effect incidenten Vijzelgracht
(doorlooptijd/goedkeuring procedures en werkplannen) op contract
Centraal Station.

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 304
Datum
3 juni 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
7
Door vertraging in project neemt de kans op nieuwe claimanten m.b.t.
Nadeelcompensatieregeling toe.
Separaat wordt de gemeenteraad een krediet voorgelegd om de aankoop van
panden mogelijk te maken. Er wordt van uit gegaan dat de panden na verloop
van tijd weer kunnen worden verkocht. Een eventueel verlies zal ten laste
komen van het projectbudget. In het risicofonds is rekening gehouden met
een eventueel verlies.
Ad 3 De uitdefiniëring van de scope en het risicoprofiel van de contracten
spoortechniek, bovenbouw en afbouw ad ca. € 57 mln.
Zoals reeds onderkend bij de Raadsvoordracht van 28 mei 2008 zijn de
zogenaamde contracten voor de spoortechniek, de bovenbouw en de afbouw
van de metrolijn nu herijkt. De noodzakelijke scope is nu gedefinieerd,
afstemming met AMSYS vindt plaats en de haalbaarheid van de eerder
gereserveerde bedragen is aan de werkelijke marktomstandigheden getoetst.
De contracten zijn nu in de fase van de voorbereiding van de keuze voor de
aanbestedingsstrategie.
Ad 4 Hogere ramingen Schadebureau ad ca. € 34 mln.
Mede door de uitloop moet ook het Schadebureau langer in stand worden
gehouden, zullen de uit te keren vergoedingen (nadeelcompensatie)
toenemen en moeten de verzekeringen (CAR en wettelijke aansprakelijkheid)
verlengd worden tegen minder gunstige tarieven.
Ad 5 Toename overige bouwrisico’s, inclusief de overheveling van de scope
risico’s (zgn F-risico’s) ad ca € 62 mln.
Het risicoprofiel is bijgesteld waarbij de belangrijkste wijzigingen zijn:
toepassing brandwerende bekleding in tunnels (was F);
extra veiligheidseisen opgelegd door bevoegd gezag (was F);
verlaging van kansen in het risicoprofiel gericht op exogene
financiering;
bijstelling gevolgen risico instorten kademuur Natte Damrak als gevolg
van het verkregen inzicht m.b.t. de kosten incident Vijzelgracht;
Ad 6
Kosten van beheersmaatregelen om de risico’s en/of effecten te
mitigeren ad. €25 mln.
Voor de maatregelen die moeten worden genomen om de risico’s te
beheersen is een bedrag van
€ 25 mln. noodzakelijk. Deze kosten horen in de
prognose eindstand thuis en zijn hierin nu verwerkt. Hoewel dit principe wel
eerder was bepaald, was de financiële doorvertaling daarvan niet eerder
gerealiseerd.
Ad 7 VAT-kosten stijging als gevolg van follow up Korf/Horvat en overige
oorzaken ad ca € 9 mln.
In de Raadsvoordracht van 28 mei 2008 is ook gesteld dat de noodzakelijke
VAT kosten nader moesten worden bepaald. Dit is inmiddels gebeurd.
Daarnaast werd in deel 2 van de uitgevoerde zogenaamde second opinion
door Korf en Horvat, een aantal aanbevelingen gedaan met betrekking tot
versterking van de projectbeheersing. Deze aanbevelingen zijn ook
doorgevoerd. Het gaat hierbij o.a. om de versterking van het directieteam met
een financieel directeur, de versterking van de stafafdeling financiën en
projectbeheersing, de versterking van het management op de contracten 11-
13 en 16, die gaan over de afbouwfase, en de aanstelling van een
raakvlakmanager.

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 304
Datum
3 juni 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
8
Ad 8 Indexeringtekort ad. ca € 8 mln.
Het (nog uit te geven) projectbudget is geïndexeerd naar prijspeil 2008 op
basis van de gemeentelijke indexering ad. 3,5%. De aan de aannemers te
vergoeden indexering is berekend op basis van de contractuele bepalingen
(loon- en prijscompensatie) waarbij de (altijd achterblijvende) gepubliceerde
indexcijfers van de 1
e
4 maanden van 2008 zijn geëxtrapoleerd tot eind 2008.
De verwachting is dat deze € 8 mln. hoger zal zijn dan de budgettair
verkregen index.
Ad 9 Overschrijding verrekenbare hoeveelheden en overige mutaties
onvoorzien ad. ca € 8 mln.
Diverse afrekeningen op vooral stelposten en verrekenbare hoeveelheden,
welke hebben geleid tot contractmutaties, zorgen ervoor dat het reguliere
budget onvoorzien (niet zijnde Risicofonds) naar verwachting met € 8 miljoen
zal worden overschreden. Deze prognose houdt rekening met een reservering
onvoorzien van circa 3% over het nog uit te geven deel van de
aanneemsommen. Dit percentage is bedoeld voor optredende (kleine)
wijzigingen die niet door middel van risico identificatie in het risicoprofiel zijn
opgenomen.
Par. VI. Overige risico’s:
Het volledig voorkomen van risico’s of het manifest worden ervan is niet mogelijk.
Zeker gezien de risicovolle werkzaamheden die de komende jaren uitgevoerd
worden, zoals tot einddiepte graven van de diepe stations, het ontgraven en afzinken
van de tunnelelementen onder het CS en het boren van de tunnels. Het is van belang
dat dit besef bij alle partijen aanwezig is.
Het risicomanagementsysteem is in continue ontwikkeling. Er vallen risico’s af, komen
risico’s bij en er worden risico’s manifest. In regelmatige risicosessies worden de
risico’s doorgenomen en bediscussieerd.
Enkele van de belangrijkste risico’s die van invloed zijn op de haalbaarheid van de
planning en prognose eindstand zijn en gedeeltelijk nog niet in de Q4 verwerkt zijn:
Herstelplan Vijzelgracht en Rokin, waarbij door de herziene rolverdeling
tussen DMB en PBNZL en de te betrachten robuustheid en zorgvuldigheid
(extra reviews) o.a. risico’s bestaan rond tijdig gereed en goedgekeurd zijn
van de werkplannen voor vriezen, boren en ontgraven; het langer moeten
vriezen dan aangenomen a.g.v. nadere detaillering van het vriesproces;
tegenvallende productie ontgravingswerkzaamheden.
Het mogelijk onder luchtdruk moeten graven van de laatste ontgravingslag op
de Vijzelgracht. Voor het zonder luchtdruk ontgraven op de Vijzelgracht van
deze laag is in het verleden overleg geweest met Geodelft/Deltares maar hier
zijn een aantal randvoorwaarden aan verbonden. Een pompproef moet nog
worden uitgevoerd en als de uitkomsten hiervan tegenvallen en de nieuwe
berekeningen niet worden geaccepteerd heeft dit een flinke vertraging en
extra kosten tot gevolg.
Door de incidenten en de eisen t.a.v. maximale veiligheid is meer
zorgvuldigheid in het proces met de toezichthouder vereist. Dit kost tijd en
afstemming. Voorbeeld zijn de werkzaamheden CS waar grote zorgvuldigheid
er toe leidt dat de doorlooptijd ten aanzien van het goedkeuren van
werkplannen veel langer duurt dan normaal.
Onzekerheden in het boorproces, zoals de te halen boorsnelheid.
Verder is uit de risicosessies gebleken dat een aantal panden nabij de diepe
stations, niet zijnde de verzakte panden, reeds de zettingslimiet van 25 mm is
bereikt. Momenteel wordt uitgezocht wat de consequenties hiervan kunnen
zijn en hoe hiermee om moet worden gegaan.
Mogelijke vertraging van naar huidige verwachting 9 maanden indien ten
behoeve van de tunnelveiligheid een coatinglaag moet worden aangelegd.

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 304
Datum
3 juni 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
9
Op dit moment is voor de aanlanding van de Noord/Zuidlijn op station Zuid
voorzien in een enkel spoor. Omdat hier ook gekeerd moet worden is dit
kwetsbaar. Dit kan betekenen dat een scopewijziging vereist is die een
keervoorziening op een andere locatie inhoudt. De technische implicaties en
financiële risico’s zullen in de komende tijd worden uitgewerkt.
Naast de risico’s zijn er ook kansen om de planning te versnellen. Het betreft onder
andere het mogelijk verkorten van de periode van het proefbedrijf.
Par. VII. Opdracht College:
De nu geprognoticeerde kosten tellen op tot een totaal van € 320 mln. In de
rapportage wordt daarbij een bandbreedte van 30 mln naar boven en naar beneden
gehanteerd. Het college kiest ervoor om aan de kostenkant de onderkant van de
bandbreedte te nemen (€ 290 mln). Het college doet dit om zo alle partijen op scherp
te zetten wat betreft kosten- en risicobeheersing. Tegenover de kosten staan zekere
opbrengsten (uit Bon-route middelen en middelen voor tunnelveiligheid) van in totaal
€ 52 mln. Naast deze zekere opbrengsten ziet het college nog voor ongeveer 40 mln
aan mogelijke opbrengsten.
Aan de opbrengstenkant boekt het college alleen de zekere opbrengsten in. Hoewel
er goede kansen zijn om de opbrengsten te verhogen kiest het college er voor om
deze opbrengsten pas te boeken als ze zeker zijn. Het college stelt dan ook voor om
voor 238 mln dekking te zoeken.
Voorts geeft het College PBNZL de opdracht over de implementatie en voortgang van
deze inspanningsverplichting op de reguliere P&C-momenten te rapporteren.
Par. VIII. Gevolgen gemeentebegroting:
Het College stelt de Gemeenteraad voor de dekking van de kostenstijging en de
toename van de risico’s zoals gebruikelijk te betrekken bij de Jaarrekening voor 2008,
de Voorjaarsnota 2009 en ontwerp-begroting 2010.
Elk jaar stelt het PBNZL in opdracht van het College een prognose op van de
planning en de kosten van het project. Bijgevoegd treft u het vertrouwelijk deel van de
Noord/Zuidlijn kwartaalrapportage voor het 4
e
kwartaal 2008. Sinds enige tijd is de
vertrouwelijke rapportage een bijlage van de (openbare) publieksrapportage.
Gezamenlijk geven deze rapportages een volledig beeld van de stand van zaken op
de Noord/Zuidlijn per kwartaal.
De Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten heeft op woensdag 25 maart 2009 ingestemd met
het voorleggen van dit voorstel aan uw vergadering.
Stukken
Meegezonden stukken
Brief wethouder Noord/Zuidlijn d.d. 12 maart 2009 inzake financiële prognose
Noord/Zuidlijn per 1 januari 2009
Ter inzage gelegde stukken 1. Q4-Rapport, kabinet
2.. Notitie ACAM, kabinet
3. NZL-2008Q4-FAGadvies, kabinet
4. quickscan NoordZuidlijn, kabinet
5. Korf Horvat, kabinet