Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Raadsvoordracht
R
1
Jaar
2009
Vergaderdatum
22 april 2009
Afdeling
1
Agendapunt
14
Nummer
185
Publicatiedatum
15 april 2009
Onderwerp
Burgerinitiatief heroverweging aanleg Noord/Zuidlijn (na advies Initiatief- en
referendumcommissie).
Aan de gemeenteraad
Op grond van het hiernavolgende stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Amsterdam
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 17 maart 2009,
Besluit:
1. te beslissen dat het ingediende burgerinitiatief over de Noord-Zuidlijn zijn
grondslag vindt in zijn eerder genomen beslissing uit 1996 over de aanleg van de
Noord-Zuidlijn, waarover een referendum is gehouden, en dat het burgerinitiatief
aldus betrekking heeft op een beslissing waarover op grond van de verordening
géén burgerinitiatief ingediend kan worden (artikel 5, aanhef en onder j, van de
Amsterdamse Verordening op het burgerinitiatief en het referendum);
2. akkoord te gaan met het verzoek van de initiatiefnemers om hun privé-adressen
en geboortedata vertrouwelijk te behandelen en niet in de openbaarheid te
brengen;
3. kennis te nemen van het voornemen van burgemeester en wethouders om
overeenkomstig het verzoek van de Initiatief- en referendumcommissie te
onderzoeken of het wenselijk is de verordening aan te passen op het punt van de
uitzonderingsgronden die er gelden voor indiening van een burgerinitiatief.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
H. de Jong, secretaris
M.J. Cohen, burgemeester

Jaar
2009
Afdeling 1
Nummer 185
Datum
15 april 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsvoordracht
R
2
Toelichting (bestuurlijke context)
In 1996 en 2002 heeft u besloten tot de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Bij beide
gelegenheden is toen het initiatief genomen om een referendum te organiseren. Het
eerste verzoek om een referendum te houden is gehonoreerd. Onder verwijzing naar
de verordening, is het tweede verzoek afgewezen.
Door het Burgerinitiatief Comité Noord Zuid, Thuis Best is een burgerinitiatief
ingediend (d.d. 10 november 2008). Strekking is dat u het besluit neemt niet voort te
gaan met de aanleg van het deel van de NZ lijn dat door de binnenstad gaat.
Voordat het tot
inhoudelijke
behandeling kan komen, dient u de
procedureel-formele
beslissing te nemen of het voorstel van het comité wel voor behandeling als
burgerinitiatief in aanmerking komt. Dit op basis van de in de Amsterdamse
Verordening op het burgerinitiatief en het referendum opgenomen
uitzonderingsgronden. Bij besluit van 2 december 2008 heeft het college zich op het
standpunt gesteld dat het burgerinitiatief niet voor behandeling in aanmerking komt.
Dit omdat het burgerinitiatief onder twee uitzonderingsgronden zou vallen (de j- en de
n-grond van artikel 5 van de verordening). De verordening schrijft voor dat de
Initiatief- en referendumcommissie in dit soort gevallen advies uitbrengt over de vraag
of het beroep op de uitzonderingsgronden terecht is. De Commissie concludeert dat
het burgerinitiatief inderdaad een beslissing betreft waarover indiening van een
burgerinitiatief
niet
mogelijk is. De Commissie adviseert de beslissing (uitsluitend) te
baseren op artikel 5, aanhef en onder j, van de verordening. Dit omdat het besluit om
de aanleg van de Noord-Zuidlijn voor een groot deel te stoppen zijn grondslag vindt in
uw besluit van 27 november 1996 tot aanleg van de Noord-Zuidlijn. Over dit besluit is
op 25 juni 1997 al een referendum georganiseerd.
De initiatiefnemers hebben, zoals de verordening voorschrijft, in het burgerinitiatief
hun privé-adressen en geboortedata vermeld. Zij verzoeken deze gegevens
vertrouwelijk te behandelen en deze niet in de openbaarheid te brengen. Wij stellen u
voor daarmee in te stemmen.
De Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie heeft op donderdag 9 april 2009 ingestemd met
het voorleggen van dit voorstel aan uw vergadering.
Stukken
Meegezonden stukken
1. het ingediende burgerinitiatief;
2. advies en begeleidend schrijven van de Initiatief- en referendumcommissie.
Ter inzage gelegde stukken
geen.