Jaar
|
2006 |
Afdeling |
1 |
Nummer |
244 |
Publicatiedatum |
14 juni 2006 |
Onderwerp |
|
Financiële Prognose Noord/Zuidlijn 2012 (juni 2006) en dekking van de
overschrijding van de projectkosten. |
Aan de Gemeenteraad |
|
Op grond van het hiernavolgende stellen wij u voor, het volgende besluit te
nemen: |
|
De Gemeenteraad van Amsterdam |
|
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 28 februari 2006 |
|
Besluit: |
I.
kennis te nemen van:
a. de Rapportage Financiële Prognose 2012 Noord/Zuidlijn;
b. de voorziene overschrijding van de projectkosten met 14,7 mln;
c. een bedrag van 3,5 mln, dat uitstijgt boven het beschikbare
risicofonds, uitgaande van de ondergrens van de geïnventariseerde
risicos;
d. een extra investering in de veiligheid van de lijn ad 4 mln;
e. de poliskosten voor de in 2005 afgesloten aansprakelijkheidsverzekering van
4 mln;
f.
het inzetten van het resterend budget voor casco en funderingsherstel ad
4,5 mln voor funderingsmaatregelen binnen het boorcontract. II.
de overschrijding van de p
rojectkosten, de aanvulling op het risicofonds en de extra investering in de
veiligheid
en de poliskosten van de aansprakelijkheids-verzekering, een bedrag van in
totaal 26,2 mln ten laste te brengen van het Rekening Resultaat 2005. |
|
|
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, |
E. Gerritsen, secretaris |
M.J. Cohen, burgemeester |
Toelichting (bestuurlijke context) |
|
Inleiding.
Evenals in voorgaande jaren is een berekening gemaakt van de verwachte kosten
van het project tot de oplevering in 2012. Deze prognose is opgesteld volgens
de aanbevelingen van de Commissie Sorgdrager, die in 2005 de financiële
beheersing van het project heeft onderzocht in opdracht van uw gemeenteraad.
SAMENVATTING.
De nieuwe prognose 2012 bevat geen echte verrassingen.
Evenals in 2005 kent de bouw van de Noord/Zuidlijn een groot aantal mee- en te
genvallers. Het verwachte eindresultaat is een stijging van de verwachte kosten
van de lijn met 14,7 miljoen, dat is iets minder dan 1% van de totale
bouwsom. Daarmee komt de verwachte kostenstijging sinds het bouwbesluit in 2002
op 7 %. Bij de bouwkosten
is er tegenslag in het werk op het Centraal Station en in de binnenstad. De
werkzaamheden onder het CS zijn technisch complex en ze duren langer dan
verwacht. Het gevolg is een uitloop van de planning met een half jaar, zoals al
gemeld in november 2005. De opleveringsdatum van de Noord/Zuidlijn wordt nu
juli 2012. Ook de bouw van de stations Rokin, Vijzelgracht en Ceintuurbaan
loopt nog niet naar wens.
Daartegenover staan goede resultaten bij de bouw in Amsterdam-Noord en
Zuideramstel. Een gunstige bouwmarkt zorgde voor meevallers bij de aanbesteding
van nieuw werk. Ook in 2006 wordt gerekend met een positief resultaat. Verder
zijn er lagere kosten voor het herstel van de funderingen en cascos in de
panden langs de lijn. Bij de organisatiekosten
(VAT-kosten) wordt gerekend met een stijging als gevolg van de adviezen van de
Commissie Sorgdrager. De organisatie is versterkt op het gebied van de
risico-analyse en de kostenbewaking om meer grip te krijgen op de
kostenontwikkeling. Dat vertaalt zich in een hogere overhead. Ook de uitloop
van het project heeft hogere organisatiekosten als gevolg.
Bij de inkomsten
is gerekend met een hogere opbrengst voor de parkeergarage op het Rokin als
gevolg van een waardeberekening door externe specialisten.
Het overzicht van mee- en tegenvallers ziet er uit als volgt:
Meevallers Tegenvallers
_________________________________________________________________
Bouwkosten Cluster Amsterdam-Noord
7,3
(Buikslotermeerplein, Nieuwe Leeuwarderweg
Van Hasseltweg, Noord-Hollands kanaal c.a)
Cluster Centraal Station 35,9
(Sixhaven/Tunnel IJ, CS, Damrak c.a.) Cluster Binnenstad
7,0
Rokin, Vijzelgracht, Ceintuurbaan, boortunnels c.a.)
Cluster Zuid 13,4
(Europaplein, A10, Zuid/WTC c.a.) Cluster Afbouw
1,7 (Baan, beveiliging, transporttechniek c.a.)
Organisatiekosten
Kosten Voorbereiding, Administratie en Toezicht
16,3 Inkomsten
Opbrengst parkeergarage na aftrek bouwkosten 22,1
________________________
Saldo mee- en tegenvallers
14,7 In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met
extra uitgaven voor de veiligheid
van de stations en tunnels, zoals in februari 2006 overeengekomen met de
Vereniging De Bovengrondse. De kosten daarvan, geraamd op 4 miljoen,
komen bij de geprognotiseerde bouwkosten.
Evenals in voorgaande jaren is ook een berekening gemaakt van de meer onzekere
risicos en kansen
in het project. De toepassing van een nieuwe methode voor risicoanalyse op
advies van de Commissie Sorgdrager leidt tot
een stijging van de geïnventariseerde bouwrisicos met 37,7
miljoen. Daartegenover staan ook kansen op meevallers en extra inkomsten in de
toekomst.
Het saldo van de risicos en kansen stijgt met 13,7 miljoen tot
totaal 77,2 miljoen (mediaanwaarde) en dat is meer dan het beschikbare
bedrag in het Risicofonds Noord/Zuidlijn, dat momenteel 59,5 miljoen
bedraagt. Bij de risicoberekening geldt een bandbreedte van 15%, zodat een
aanvulling van het risicofonds nodig is met tenminste 3,5 miljoen.
Hi
eronder wordt een toelichting gegeven op de uitkomsten van de Prognose tot
2012. Eerst volgt een korte weergave van de aanbevelingen van de Commissie
Sorgdrager en de gevolgen daarvan voor de financiële prognose (paragraaf
3). Daarna wordt ingegaan op de eindverwachting voor de relatief zekere kosten
en opbrengsten van het project. Achtereenvolgens zijn dit de kosten van de bouw
(pararaaf 4), de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht (5) en de
opbrengsten(6). Daarna volgen de relatief onzekere risicos en kansen (7)
en de zogenaamde bijzondere risicos (index en BTW, 8). De rapportage
eindigt met een resumé en de beslispunten voor het Gemeentebestuur (9).
1.
Het advies van de Commissie Sorgdrager
Het onderzoek van de Commissie Sorgdrager in opdracht van de gemeenteraad heeft
geleid tot een aantal maatregelen om de financiële beheersing van het
project te verbeteren en knelpunten op te lossen. Zo is bij het Adviesbureau
Noord/Zuidlijn een nieuwe risico-analysemethode ingevoerd, waarin met behulp
van moderne software systematisch alle bedreigingen van het project en de
mogelijke tegenmaatregelen in kaart worden gebracht. Een belangrijk hulpmiddel
daarbij zijn risico-workshops, waarvan er tot 1 januari 2006 vijf hebben
plaatsgevonden. Daarnaast is bij het gemeentelijk Projectbureau een
bewakingsteam ingesteld (projectbeheersingsteam) dat toeziet op de ontwikkeling
van alle kosten en risicos en waar nodig corrigerend optreedt. Voor de
financiële prognose betekenen deze veranderingen het volgende:
In de prognose zijn de uitkomsten van de risico-workshops verwerkt. Er is een
completer beeld dan voorheen van de bedreigingen van het project, hun omvang en
de kans dat ze zich zullen voordoen;
De prognose is getoetst door het bewakingsteam dat op onderdelen
beheersmaatregelen heeft voorgesteld en correcties doorgevoerd.
Het effect van deze veranderingen zal in de volgende hoofdstukken uitgebreider
worden toegelicht. Relatief zekere kosten en opbrengsten
2. De bouwkosten
In het jaar 2005 is de hoeveelheid werk in uitvoering aanzienlijk uitgebreid.
Grote contracten in Amsterdam-Noord en -Zuid werden aanbesteed en over
(vrijwel) de hele lengte van de lijn wordt nu gewerkt aan de bouw van stations,
tracé s en tunnels.
Duidelijk werd opnieuw dat de bouwcontracten Centraal Station en Binnenstad het
moeilijkst te beheersen zijn. Hier worden technische hoogstandjes uitgevoerd
in een krappe en complexe omgeving en binnen een bijzonder contract. De
financiële prognose voor CS en binnenstad is ongunstiger dan voorheen.
Daartegenover staat een goed verloop van het werk in Noord en Zuid. De
aanbestedingen kenden een positieve uitkomst en de werkzaamheden verlopen
volgens plan. De prognose is hier gunstiger dan een jaar geleden.
De financiële verwachting voor de bouwkosten tot 2012 per cluster van
contracten is als volgt: Cluster Amsterdam-Noord (contract 1)
Dit cluster bestaat uit de bouw van de stations Buikslotermeerplein en Van
Hasseltweg, de aanleg van het tussengelegen baanvakken in de (deels te
verlagen) Nieuwe Leeuwarderweg en de bouw van een tunnel langs het
Noord-Hollands kanaal. Het werk in Noord is opgesplitst in een groot aantal
deelcontracten om uitvoering door middelgrote bouwbedrijven mogelijk te maken.
Die aanpak blijkt succesvol.
Over het algemeen verloopt het werk in Amsterdam-Noord naar wens. De meeste
contracten konden ruim binnen het budget worden aanbesteed. Vergeleken met de
prognose 2005 wordt in Amsterdam-Noord dan ook gerekend met een kostenverlaging
van totaal 7,3 miljoen.
Cluster Centraal Station (contracten 2 en 3)
Dit cluster omvat de bouw van de bouw van een zinktunnel onder het IJ vanuit
een dok bij de Sixhaven, de bouw van het ondergrondse metrostation CS en de
bouw van drie pneumatische caissons
op het Stationsplein en het Damrak. Eén van deze caissons is ook de
startschacht voor de tunnelboormachines. Die beginnen hun werk in 2007.
De werkzaamheden onder het CS in 2005 verliepen niet zoals gewenst. Een
conflict met de aannemerscombinatie over de planning en de kosten van het
contract leidde in maart tot het stilleggen van het werk, gevolgd door de
inschakeling van twee bemiddelaars. In dit bemiddelingstraject werd eind 2005
overeenstemming bereikt over de toe te passen technieken en de planning. Als
gevolg daarvan krijgt het werk onder CS een uitloop van een half jaar, zodat de
oplevering van de Noord/Zuidlijn wordt vertraagd tot juli 2012. De kosten van
het contract CS stijgen door deze uitloop en door tegenvallers in de
ondergrondse bouwtechniek.
Ook de bouw van de pneumatische caissons kende tegenslag. Het afzinken van het
eerste caisson tegenover hotel Victoria verliep veel langzamer dan gepland door
een groot aantal obstakels in de waterbodem van de vroegere Amstelmond.
Daartegenover staat een goed verloop van de tunnelbouw bij de Sixhaven. Het
werk vordert zo snel dat in 2008 een pauze nodig is om weer in lijn te komen
met de werkzaamheden op CS. Wel kent dit contract enige kostenstijging als
gevolg van de ook in 2005 nog hoge staalprijzen.
Per saldo eindigt de prognose voor het totale cluster CS duidelijk negatief,
namelijk op 35,9 miljoen boven de raming van 2005.
Cluster Binnenstad (contracten 4, 5, 6,7)
Tot dit cluster behoort de bouw van de ondergrondse stations Rokin,
Vijzelgracht en Ceintuurbaan en de bouw van twee geboorde tunnels tussen Damrak
en Scheldeplein. Techni
sch is de bouw van de stations minder complex dan het werk onder CS, maar
organisatorisch wordt er veel gevraagd. Gespecialiseerde onderaannemers zijn
verantwoordelijk voor de bouw van de diepe wanden van de stations, het
aanbrengen van ondergrondse (grout)stempels en het ontgraven van de
stationscascos, terwijl de hoofdaannemer verantwoordelijk is voor het
management en de planning. Daar zit de achilleshiel van deze werken. Door
onvoldoende aansturing loopt het werk vertraging op en nemen de kosten toe.
Onderhandelingen met de aannemer zijn gaande.
Tegenover deze ongunstige ontwikkeling staat een positiever beeld bij het
boorcontract en de daarmee verbonden maatregelen in de omgeving van het
boortracé. Daartoe behoren het herstel van de funderingen en
cascos in de panden langs de lijn, het monitoren van de gevels, het
aanbrengen van hulpconstructies bij sommige grote gebouwen en het verstevigen
van de bodem tijdens het boorproces door groutinjecties. De kosten van het
funderings- en cascoherstel blij
ken 4,5 miljoen lager dan begroot en ook de raming voor eventuele
gevelschades kon naar beneden worden bijgesteld. Daardoor nemen de kosten van
het boorcontract af.
De prognose voor het cluster Binnenstad komt al met al op een verhoging van 7,0
mln ten opzichte van vorig jaar.
Cluster Amsterdam-Zuid (contracten 8, 9, 10)
Dit cluster bestaat uit de bouw van de stations Europaplein en Zuid/WTC en de
tussengelegen baanvakken. Onderdeel van het werk is een ondergrondse passage
van de ringweg A10 bij de RAI. en de vervanging van de rotonde Europaplein door
een rechte kruising.
In 2005 werd de scope van het project definitief vastgesteld door het besluit
een (tijdelijke) beëindiging te maken op station Zuid/WTC. Deze wordt zo
geconstrueerd dat de Noord/Zuidlijn op termijn kan worden verlengd naar
Amstelveen. Deze scope blijkt realiseerbaar binnen het projectbudget.
De aanbesteding van de eerste contracten had een gunstig verloop. Mede daardoor
wordt voor het cluster Zuid gerekend met een kostenverlaging van totaal
13,4 mln.
Cluster Baan en Bovenbouw (contracten 11 t/m 13)
Tot dit cluster behoren alle werkzaamheden die nodig zijn voor de
metro-exploitatie in en op de infrastructuur, zoals het aanbrengen van de
sporen en de installaties voor beveiliging, telecommunicatie en tractie. Deze
contracten zullen worden aanbesteed vanaf 2007. Daarbij wordt gerekend wordt
met een lichte kostendaling van 1,7 miljoen. 3.
De kosten van voorbereiding, administratie en toezicht (VAT)
De adviezen van de Commissie Sorgdrag
er hebben geleid tot een versterking van de projectorganisatie in 2005. Er zijn
een risico-analyseteam en een kostenbewakingsteam gevormd en daarnaast zijn de
uitvoeringsteams per contract uitgebreid om meer grip te krijgen op het werk
in uitvoering. Deze versterkte organisatie zal langer moeten werken als gevolg
van de uitloop van het project tot juli 2012. Dat resulteert in een hogere
prognose voor de VAT-kosten. Ten opzichte van 2005 bedraagt de stijging 16,3
mln.
Om een eind te maken aan de jaarlijks terugkerende stijging van de VAT-kosten
onderhandelt de gemeente met het Adviesbureau Noord/Zuidlijn over een
meerjarencontract, waarin de advieskosten over de resterende looptijd worden
afgekocht in een lump sum. 4. Opbrengsten
In de prognose 2005 werd rekening gehouden met een opbrengst van de
parkeergarage Rokin ter waarde van 26 miljoen, terwijl daarnaast een (minder
zekere) kans werd gezien om deze opbrengst in de toekomst te verhogen met nog
eens 11 mln. Omdat over deze prognose veel discussie was is besloten de waarde
van de parkeergarage te laten berekenen door een extern bureau, namelijk
Goudappel Coffeng. Het bureau heeft berekeningen gemaakt voor verschillende
modellen, waarin de bezettingsgraad en het parkeertarief in de omgeving
variëren.
In alle modellen is gerekend met een marktconforme opbrengst. Dat is in lijn
met de besluitvorming door het College en de Gemeenteraad in 2004 en 2005.
In de prognose is het model van Goudappel Coffeng gevolgd dat aansluit op de
bestaande situatie op en rondom het Rokin. Gerekend is met een bezettingsgraad
tussen 40 en 45 % (conform de bestaande garages in de omgeving), een zogenaamd
A+ parkeertarief (conform het bestaande tariefbeleid) en een ongewijzigde
bereikbaarheid van het Rokin. De opbrengst van de garage na aftrek van de
bouwkosten komt dan o
p 49 miljoen, dat is een verhoging met 22,1 miljoen.
Zekere kosten en opbrengsten, resumé
In deze prognose wordt tot 2012 een stijging van de bouwkosten van het project
voorzien, vooral door tegenvallers en uitloop van het werk onder het Centraal
Sta
tion. Daarnaast stijgen de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht
als gevolg van een versterking van de projectorganisatie. Tegenover deze
kostenstijgingen staan meevallers bij het werk in Noord en Zuid en een extra
opbrengst van de parkeergarage boven het station Rokin.
Het saldo van de relatief ze
kere kosten en opbrengsten komt daarmee op 14,7 miljoen.
Bij dit saldo komt een investering in de kosten van extra
veiligheidsmaatregelen in stations en tunnels, zoals overeengekomen met De
Bovengrondse, ter grootte van 4 miljoen. 5.
Risicos en kansen
De nieuwe aanpak van de risico-inventarisatie volgens de aanbevelingen van de
Commissie Sorgdrager en het bureau Faithful and Gould heeft geleid tot een
database waarin het aantal verzamelde bedreigingen van het project groter is
dan vroeger. De omvang en de kans dat deze risicos zich zullen voordoen
is in de database geanalyseerd en daarnaast zijn mogelijke beheermaatregelen
ontworpen. Het resultaat is een aanzienlijk uitgebreide en verdiepte
risicoprognose, die eindigt (mediaanwaarde) op een stijging
met 27,6 miljoen.
Ook bij de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht is sprake van
een stijging van de risicos zolang de onderhandelingen met de adviseurs
over een meerjarencontract nog niet zijn afgerond. Gerekend wordt met een
stijging (mediaan) van 10,1 miljoen.
Tegenover deze stijging van de risicos met totaal (mediaan) 37,7
miljoen staan kansen, nog onzekere mogelijkhed
en om tot kostenverlaging of opbrengstverhoging te komen. De voornaamste kansen
liggen in een blijvend gunstige bouwmarkt, waardoor ook in 2007 en
2008 aanbestedingsvoordeel kan worden behaald. Gerekend is met een kans op 10%
inkoopvoordeel over het in 2007 en 2008 op de markt te brengen volume, ofwel
een bedrag van totaal 17,0 miljoen. Dat is een verhoging ten opzichte
van een jaar geleden met circa 6 miljoen. Bij het parkeren is rekening
gehouden met een kans op verhoging van de bezettingsgraad of het tarief in de
garage, waardoor de waarde van de garage kan stijgen met 11 tot 25
miljoen of gemiddeld 18 miljoen. 6.
Resumé risicos en kansen
Samenvattend leidt de nieuwe uitgebreide risico-inventarisatie en analyse
tot een verhoging van het risicoprofiel van het project, waarin de mediaan van
de (gewogen) risicos is verhoogd met 37,7 miljoen. Daartegenover
staan reële kansen op verlaging van de kosten en verhoging van de
opbrengsten, totaal begroot op 24,0 miljoen. Per saldo stijgt het
risicoprofiel met 13,7 miljoen en komt het risicototaal op 77,2
miljoen. Dat is boven het nog beschikbare risicofonds Noord/Zuidlijn, dat
59,5 miljoen bedraagt.
Omdat bij de risicoberekening een bandbreedte rond de mediaan wordt aangehouden
van 15% is de gewenste omvang van het risicofonds tenminste 63 miljoen.
Een aanvulling met 3,5 miljoen is dus noodzakelijk. 7.
Bijzondere risicos
De bijzondere projectrisicos zijn het gevolg van een verschil van inzicht
met de Rijksoverheid over de verrekening van loon- en prijsstijgingen en BTW.
Over het zogenaamde indexrisico wordt momenteel een gerechtelijke procedure
gevoerd die in de loop van 2006 tot een uitspraak van de rechter zal leiden.
Over de BTW heeft de gemeente de procedure reeds gewonnen, maar is het Rijk in
beroep gegaan. 8.
Resumé en beslispunten
De prognose geeft aan dat de totale kosten van het project
Noord/Zuidlijn in 2012 zullen uitkomen op 1.702,3 miljoen. Ten opzichte
van de raming bij de start van de bouw in 2002 betekent dat, na aftrek van de
opbrengsten, een stijging met circa 7 %.
De Gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de Financiële Prognose
2012 per 1 januari 2006, met als belangrijkste uitkomsten: 1.
Een verwachte stijging van de projectkosten (bouw en VAT) met 14,7
miljoen 2.
Extra investeringen in de veiligheid van stations en tunnels zoals
overeengekomen met De Bovengrondse ad circa 4,0 miljoen 3.
Een totaal van risicos en kansen dat uitstijgt boven het beschikbare
risicofonds van 3,5 miljoen. 4.
Inzet van het resterend budget voor casco en funderingsherstel ad 4,5
miljoen voor funderingsmaatregelen binnen het boorcontract. 5.
Dekking van de poliskosten voor de externe verzekering ad 4,0 miljoen
ten laste van
ten laste van de Rekening 2005. Door het afsluiten van deze polis verbetert het
risicoprofiel van de gemeente. Daardoor kan een bedrag van 10 mln vrijvallen
uit het weerstandsvermogen dat wordt toegevoegd aan de Rekening 2005.
De prognose bevestigt dat de bouw van de Noord/Zuidlijn voor de gemeente een
risicovol project blijft. Onverminderde aandacht voor de operationele en
financiële beheersing is ook in de komende jaren nodig. |
|
De Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten heeft op woensdag 7 juni 2006 ingestemd met het
voorleggen van dit voorstel aan uw Vergadering.
Bij deze raadsvoordracht worden u de volgende stukken aangeboden:
·
Financiële Prognose 2012 Noord/Zuidlijn (vertrouwelijk ter inzage
raadsgriffie)
|
|