Avondzitting op woensdag 13 april 2005.
 
 
Voorzitter: mr. M.J. Cohen, burgemeester, alsmede het raadslid de heer Nederveen, plaatsvervangend voorzitter.
 
Raadsgriffier: mevr. mr. M. Pe.
 



De Burgemeester draagt het presidium over aan de heer Nederveen.
 
De VOORZITTER heropent om 19.30 uur de des middags geschorste vergadering en stelt aan de orde:
..................................................................
.............................
.....................................................
.............................................................................
 17
  Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 24 maart 2005 inzake de Dokontwikkeling Zuidas (Gemeenteblad afd. 1, nr. 170).
 
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Meer.
 
 De heer VAN DER MEER: De ontwikkeling van de Zuidas heeft met de voordracht van het College op basis van het advies van de heer Brinkman een nieuwe fase bereikt. En hoewel we nu vooral de stap zetten naar het proces van rekenen en tekenen, heeft voor GroenLinks het voorliggende besluit een verstrekkend karakter. Het is een moment waarop deze Raad zegt wat hij echt met dit gebied wil en een duidelijke keuze maakt. Voor onze fractie is dat een keuze voor de voorgelegde stapeldokvariant. GroenLinks is voor deze variant en wij hebben daar een aantal redenen voor. Allereerst is voor ons het milieuaspect van groot belang. GroenLinks gelooft dat met het onder de grond brengen van de infrastructuur voor het gebied belangrijke milieuwinst wordt geboekt die het gebied leefbaarder en schoner en hopelijk uiteindelijk ook groener zal maken. Het is een niet te onderschatten voordeel van de ontwikkeling van het nu voorgestelde dokmodel. Daarnaast denken wij, en dit hangt natuurlijk gedeeltelijk samen met het eerste punt, dat het dokmodel stedenbouwkundig beter is dan het alternatief, het dijkmodel. Verder creëert het dokmodel veel grotere mogelijkheden voor de in deze stad zo noodzakelijke woningbouw en zorgt het dokmodel voor aanhechting van het achterliggende gebied aan de stad. Bij elkaar vier punten die het voor ons zeer de moeite waard maken het voorliggende bedrag van 345 miljoen euro, een enorm bedrag, voor het basisdok te willen investeren. Natuurlijk ligt er nog wel een aantal vragen. Ik moet daarbij meteen aantekenen dat de wethouder zeer snel en doelmatig schriftelijk heeft geantwoord op een aantal voorliggende vragen, waarvoor dank. Het is natuurlijk ook niet vreemd om een aantal vragen te hebben bij zo’n groot project met zo’n lange looptijd. Het gaat hier om een project met voor ons allen een verreikende horizon. We moeten ver durven kijken. Knelpunten waar we op moeten letten en waarbij we goed de vinger aan de pols moeten houden, zijn: de leefbaarheid van de aanliggende gebieden, de veiligheid van voetgangers en fietsers in de gebieden rond de Zuidas aansluitend op het dok en het autoverkeer dat vanuit de Zuidas de stad zal proberen in te gaan. Verder hebben wij bij de commissiebehandeling begrepen dat het nodig was een twee maal vijfbaansweg aan te leggen. De wethouder heeft daar een antwoord op gegeven in de voorliggende voordracht en in een brief waarin hij zegt dat het door ons voorgelegde trend- en doelmodelconcept niet meer door het Rijk wordt gehanteerd en dat er een soort tussenvariant is. Ik wil graag voor zover mogelijk duidelijkheid van het College hebben over wat dit daadwerkelijk betekent, want dat komt niet helemaal goed uit de verf in zijn antwoord. En als de wethouder daar niet direct antwoord op kan geven, dan wil ik daar graag later duidelijkheid over krijgen. Dit komt ook weer terug bij het Rijk en de fracties in de Tweede Kamer kunnen bij de minister navragen welk model nu precies bedoeld wordt en vooral ook welke maatregelen voor het verminderen van het autoverkeer bij dat scenario zijn gehanteerd.
  Wat betreft de woningbouw het volgende: op de flanken wordt 30% sociaal gebouwd. Dat is mooi en dat leidt de komende jaren tot 1400 sociale huurwoningen in deze gebieden. We hebben in de commissievergadering voor de overige sociale woningbouw een voorstel gedaan waar ik graag op terug wil komen. Het projectbureau Zuidas heeft aangegeven dat er uiteindelijk op de Zuidas wel 10.000 woningen in plaats van 8000 woningen zouden kunnen worden gebouwd. GroenLinks heeft voorgesteld om 50% van alle extra woningen boven die 8000 sociaal te bouwen. De wethouder heeft gezegd dat hij het een voorstel vond waar hij wel nauwkeuriger naar wilde kijken en het idee wilde meenemen. Is de wethouder bereid om toe te zeggen om in de periode van rekenen en tekenen die nu volgt, dit daadwerkelijk mee te nemen en ons voor te leggen wat de financiële gevolgen hiervan voor de stad zijn? Gezien de prachtige risicoanalyse die ook in het stuk staat, kan ik me voorstellen dat de wethouder en iedereen die erbij betrokken is, ook in staat is om dit keurig door te rekenen. De wethouder heeft nog gezegd dat dit een bijzonder staaltje rekenwerk is. Wat betreft het gekozen model van de NV Dok vinden wij de gekozen weg verstandig. De ontwikkeling van het dok in de huidige vorm gaat pas echt van start als de private partijen er ook daadwerkelijk in geloven en erin willen investeren. Het is een financieel verstandige weg die de debacles van andere grote infrastructurele projecten helpt vermijden. Wij zullen scherp moeten blijven letten op de verhoudingen tussen de stad, het Rijk en de private partijen, op wat je wel en niet kunt regelen, waar je wel en geen greep op houdt. Er zal natuurlijk een neiging gaan ontstaan om te gaan optimaliseren, zodat daarmee de grondexploitatie voor alle partijen positiever wordt en uiteindelijk daarmee de financiële risico’s kleiner. Wij vinden het belangrijk om daar met zijn allen scherp op te letten, zodat we straks niet worden gedwongen tot een optimaliseringsronde waar we eigenlijk niet voor zijn bij de ontwikkeling van dit gebied, omdat het ook een mooi gebied moet gaan worden.
  Met de gemaakte kanttekeningen staat GroenLinks positief tegenover het voorliggende voorstel en kijken we uit naar de ontwikkeling in het komende jaar waar we de wethouder en het projectbureau veel wijsheid en succes bij wensen. Nog één opmerking: de wethouder spreekt in zijn stuk van een onderwereld en een bovenwereld. Dat deed mij een beetje schrikken. Omdat de onderwereld toch de infrastructuur is, hoop ik niet dat we hier al doemscenario’s van aanbestedingen en allerlei andere ellende zien opdoemen waarbij de onderwereld het wint van de bovenwereld. Laat de bovenwereld zegevieren.
(De heer J.L. BAKKER: In het begin van uw betoog had u het over het milieuvoordeel van het dokmodel. Op maaiveldniveau is natuurlijk evident dat er een milieuvoordeel is als je weg en rails onder de grond brengt. Maar als de auto’s onder de grond gaan, komt natuurlijk niet opeens de geur van viooltjes en seringen uit de uitlaat. De emissie blijft natuurlijk wel degelijk bestaan, en wordt alleen ergens anders de lucht in geblazen. Bovendien heeft het metrage dat gerealiseerd wordt een enorme verkeersaanzuigende werking. Bovendien is er ook nog een verband met het groeiscenario van Schiphol. Hoe kunt u dus volhouden dat er een groot milieuvoordeel is?)
  U geeft het al aan, het betreft het maaiveld. Daarnaast wordt specifiek gewerkt met zuiveringssystemen, de uitlaatgassen gaan met grote pijpen de lucht in via extra zuiveringsfilters. Wij gaan ervan uit, en daar zullen allemaal keurige berekeningen over komen, dat het uiteindelijk ook beter zal zijn voor het milieu dan de ellende van de A10 bovengronds.
(De heer J.L. BAKKER: In de stand van zaken van de Milieueffectrapportage (MER) Zuidas was daar nog niets over terug te vinden. Daar werd zuivering als weinig zinvol voorgesteld.)
 
 Het presidium wordt overgenomen door Burgemeester Cohen.
 
 De VOORZITTER: Wilt u verder het woord hebben, meneer Bakker?
 
 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer J.L. Bakker.
 
  De heer J.L. BAKKER: Go/no-go is geen Japanse noedelsoep, zoals ik ooit dacht, maar het besluit een voornemen daadwerkelijk te gaan uitvoeren. Go Dok of no-go Dok. Doen of niet doen in slecht Nederlands. De houding die de SP tegenover het dokmodel heeft ingenomen laat zich het beste omschrijven als: niet afwijzend. Kijken hoever je met het dok komt, maar een volwaardige ontwikkeling van het dijkmodel niet uitsluiten. Nu de heer Brinkman een prijskaartje aan het dok heeft gehangen, is het moment gekomen om, gezien de honderden miljoenen die er op het spel staan, enige afstand te nemen en de balans op te maken. Welk probleem lost het dok op? En wat gaat het de Amsterdammer kosten? Het antwoord op de eerste vraag is volgens het programma-akkoord: door te zorgen dat alle verkeer ondergronds gaat, winnen we ruimte en kun je die kantoren en woningen realiseren en maken we de stad aan de zuidkant weer heel. Dat is duidelijk. Dan het antwoord op de tweede vraag, wat gaat het de Amsterdammer kosten. Dat is volgens de SP wat minder duidelijk, en dat kan niet de bedoeling zijn, neem ik aan. Maar misschien begrijp ik het niet goed. Wij tellen het volgende op. In ieder geval 345 miljoen euro, plus de helft van de meeropbrengsten, mochten die er komen, uit de flanken. Plus gederfde inkomsten uit erfpacht over de tweede vijftig jaar. Plus rentekosten.
(De heer VAN POELGEEST: Hoe kunt u dat er nu bijtellen? Als je het niet bouwt, kun je het ook niet voor de tweede keer incasseren. Voordat u verder gaat optellen moet u dit bedrag schrappen.)
 Dan trekken we dat er gewoon weer af.
(De VOORZITTER: U hebt tenslotte het woord.)
  Precies. En ik wil graag duidelijk hebben wat het allemaal gaat kosten. Inderdaad, als je niet bouwt, dan zijn er geen opbrengsten, dat is simpel. Ik wilde even kijken of iedereen scherp was. Het is tenslotte al wat later op de avond. Maar ik kom toch wel tot wat meer dan 345 miljoen euro. We hebben natuurlijk ook nog de rentekosten van 75 miljoen euro deelneming in de NV. Dan zegt de wethouder dat daar weer dividendopbrengsten tegenover staan, maar je moet natuurlijk nog maar afwachten of dat gerealiseerd wordt. Meneer Brinkman heeft natuurlijk een rondje bezuinigd. Het is net als bij een auto. Wil je airco, elektrische ramen, parketvloer? Dan moet je gewoon bijbetalen. Dus is er een en ander geschrapt. Geen kwaliteitsfonds openbare ruimte, geen sociale woningbouw op het dok, extra verdichting op het dok. Het station is ook wat goedkoper in vergelijking met het station in de Bijlmer. En voor ons hangt aan de NV ook een prijskaartje. Marktpartijen streven immers naar winstmaximalisatie. Alleen het resultaat telt, zal ik maar zeggen. De overheid moet het publieke belang dienen. En publiek belang en winstmaximalisatie zijn niet bepaald natuurlijke bondgenoten. Wat nu als deze twee tegenover elkaar komen te staan? In dit geval heeft de gemeente belang bij winst, het zojuist al genoemde dividend. Maar dat kan wel degelijk haaks staan op het publieke belang. En waar blijft de burger? Wat gebeurt er bij een conflict? Ik kom daar straks nog even op terug.
  Boer zoekt vrouw, Mokum zoekt Chinezen. Komen de internationale topbedrijven uit Azië nu naar Amsterdam omdat ze boven op de rails en de snelweg een kantoor krijgen? Of gaat het om Schiphol, hogesnelheidslijn (HSL), het goed opgeleide personeel, de bruisende culturele diversiteit? Het hoeren en het snoeren zal ik maar zeggen. Ik denk het laatste. En zie, ik vind minister Dekker aan mijn kant. Ook in het dijkmodel, aldus minister Dekker, kan een hoogwaardig stedelijk milieu ontwikkeld worden. Van volkshuisvesting heeft ze geen kaas gegeten, maar van ondernemen des te meer, denk ik dan.
  Na de commissiebehandeling is er bij ons een aantal vragen blijven liggen. Om nog even bij de Chinezen te blijven, het gaat om een internationale toplokatie, maar er zijn tot dusverre alleen nog nationale investeerders. Sterker nog, toen FGH, een van de beoogde investeerders, in buitenlandse handen kwam, verdween de belangstelling, die pas weer terugkwam toen de bank weer in Nederlandse handen kwam. Dat geeft toch wel een beetje te denken. En wanneer komt het verkeersplan? Ongetwijfeld zal wethouder Van der Horst met zijn kenmerkende blijmoedigheid van een Jehova’s getuige verkondigen dat het allemaal goed komt, maar wij hebben het verkeersplan liever met een feitelijke onderbouwing erbij. En wanneer is het zeker dat de HSL er gaat stoppen? Dat is ook tamelijk cruciaal. En is de conflictregeling met de NV de door de heer Brinkman geopperde mediation, of moet dat nog uitgeplozen worden? En wat is precies de status van het in te stellen permanente overlegorgaan Zuidas? Tijdens de commissiebehandeling vroeg de heer Van Poelgeest waarom de SP nu al afhaakt. Dat is de verkeerde vraag, want het zou moeten zijn waarom de SP nu pas afhaakt. Want het dokmodel niet realiseren, heeft ook zijn prijs. D at beseft de SP heel goed. Minder woningen, geen heling van de zuidkant van de stad. En je kunt beweren dat de economische potentie van de Zuidas niet volledig benut wordt, al geloof ik niet meteen wat anderen zeggen, dat we dan meteen het Oost-Groningen van Europa zullen worden. Maar als we op dit cruciale punt in het proces alles nog eens nuchter overzien, dan zien we een uitgekleed dok dat in totaal meer dan 1 miljard euro gaat kosten. We weten ook dat in Amsterdam 39.000 kinderen in armoede opgroeien en dat 25% van de kinderen in Bos en Lommer de Cito-toets niet haalt. Moet je dan deze keuze maken? En moet je de ontwikkeling van wat een maatschappelijke meerwaarde zou moeten zijn aan een private partij laten, de NV? Terwijl er ook een minder kostbare en volgens ons beheersbaarder alternatief is, zijnde de dijk. Dus laten wij niet collectief de kluts kwijtraken, en laten wij bezinnen voor we beginnen.
(De heer REUTEN: De heer Bakker zegt: wij haken nu pas af, in plaats van nu al. Maar ik zou toch wel in herinnering willen roepen dat u tot nu toe in ieder geval altijd hebt gezegd dat u dit de meest gewenste stedenbouwkundige ontwikkeling vindt. Nu haalt u minister Dekker aan om te zeggen dat zo’n dijkmodel ook wel aardig is. Maar in de optelsom, waar u gemakshalve inkomsten die anders niet gegenereerd zouden zijn, ook gebruikt, zit een bedrag in van 300 miljoen euro dat in de door u gewenste stedenbouwkundige ontwikkeling ook in het dok gestoken zou worden. En toen was u nog voor. Dus mijn vraag aan u is: waarom haakt u juist nu af, nu er een kans is op realisatie met 20% risico voor Amsterdam in plaats van 100% risico?)
  Als je kijkt naar wat de heer Brinkman heeft gedaan, dan is het toch een dok-leidmodel wat we hier voor onze neus krijgen. En hij heeft het wel in een vorm gegoten die misschien wel minder risico’s oplevert, maar 20% van honderden miljoenen is nog steeds een niet onaanzienlijk bedrag. Gezien die NV-vorm en gezien de andere noden in de stad lijkt het ons verstandig om dit risico niet te nemen. Ik denk dat het heel verstandig is om op een bepaald moment nog eens even te kijken of dit het ons waard is. En ik wil u in herinnering brengen dat wij ook altijd gezegd hebben dat de ontwikkeling naar het dokmodel een volwaardige ontwikkeling van het dijkmodel wat ons betreft niet mag uitsluiten. Dat is bij ons altijd in het vizier gebleven en niet op de achtergrond, zoals bij veel andere partijen.
(De heer MANUEL: Ik heb een paar vragen aan de heer Bakker. U hebt zich in het verleden als SP uitgesproken tegen de aanleg van de Noord-Zuidlijn, nu spreekt u zich uit tegen de aanleg van de Zuidas als dokmodel. De heren Olij en Van Poelgeest streven heel fanatiek naar een linkse coalitie om de stad te besturen en u maakt dat onmogelijk. Beseft u dat wel?)
(De VOORZITTER: De heer Manuel maakt zich zorgen.)
  Ik weet niet precies wat u allemaal voor fantasieën hebt. Als ik even snel de commissiebehandeling in herinnering roep, dan ziet het ernaar uit dat een meerderheid deze keuze zal maken. Ik heb ook al gezegd dat er voor de SP een prijskaartje hangt aan het niet realiseren van het dok. Dat betekent dat wij de voordelen ervan wel degelijk inzien. En als er een democratisch besluit valt waarbij de ontwikkeling bovendien in handen van een NV komt waarbij wij als overheid toch op grote afstand staan, dan kunnen wij er alleen nog maar voor zorgen dat dat dok op een zo fatsoenlijk mogelijke manier, zonder al te grote kosten voor de Amsterdammer en met zoveel mogelijk voordelen voor de Amsterdammer gerealiseerd gaat worden.)
(De heer MANUEL: Maar geldt dat ook voor de Noord-Zuidlijn? Zegt u dat we die ook op een zo gunstig mogelijke manier voor de Amsterdammer moeten gaan aanleggen?
  Volgens mij is altijd uitgangspunt geweest dat je hem zo gunstig mogelijk voor de Amsterdammer moet aanleggen. Wij hebben nooit gezegd dat we de Noord-Zuidlijn nu zo ongunstig mogelijk voor de Amsterdammer moeten aanleggen.
(De heer MANUEL: Nee maar uw collega-raadslid zegt dat we maar moeten stoppen met de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Dat zegt u voortaan niet meer, begrijp ik?
(De VOORZITTER: Ik denk dat wij ons nu verder tot de Zuidas moeten gaan beperken. Dat was meen ik het onderwerp van bespreking.)
 
 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Buurma-Haitsma.
 
 Mevr. BUURMA-HAITSMA: Complimenten voor het College, de wethouder, het projectbureau en de heer Brinkman, want de gemeente en het Rijk zijn het eens geworden over de financiering van het dokmodel Zuidas. Wij zullen voor 20% aandeelhouder worden, het Rijk ook voor 20% en de marktpartijen voor 60%. Die nemen daardoor de grootste risico’s op zich. De NV Zuidas zal waarschijnlijk begin 2006 totstandkomen. Als 20% aandeelhouder is het van groot belang om niet overgeleverd te zijn aan de meerderheid in de NV. Daarom heeft de wethouder in de commissie al gezegd dat we goede afspraken moeten maken die vastgelegd worden voordat de NV totstandkomt. De VVD constateert dat het College heeft gestreden voor een zo hoog mogelijk percentage sociale woningbouw, met als resultaat ongeveer 15%. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over het hoge segment en het hoge middensegment. Het lage middensegment zit er echter nog niet in. Daarom zal de VVD een motie indienen met het verzoek om daar waar mogelijk voor deze doelgroep te bouwen, teneinde voldoende doorstroming vanuit de sociale woningen te realiseren, ook op de Zuidas. De wethouder heeft in de commissie gezegd dat voordat de NV totstandkomt, de raadsleden met moties of op andere manieren duidelijk moeten maken wat hun wensen zullen zijn. Vandaar dat de VVD nu met deze motie komt. Voor de buurt is het van groot belang dat de flanken, waar een enorme verdichting plaats zal vinden, een hoogwaardig woonmilieu behouden. Er is ook veel aandacht besteed aan de bereikbaarheid. De VVD is erg tevreden over de resultaten. Wij denken dat het ook van groot belang is voor de bewoners in die omgeving. De wethouder heeft in de commissie gezegd dat er ook een onderzoek komt naar het ondergronds aanleggen van de sneltram in Buitenveldert. Ook dat is belangrijk voor de ove rlast van de bewoners. Wij zijn benieuwd hoe u dat gaat doen en hoe u dat financieel gaat dekken. De VVD is verheugd dat we op dit punt zijn aanbeland en wij wensen de wethouder en het projectbureau veel succes bij de verdere uitwerking van het dokmodel.
 
 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Reuten.
 
 De heer REUTEN: Ik heb in de commissie ook opgemerkt dat een van de meest interessante punten aan dit voorstel is dat op het moment dat wij als Amsterdam de definitieve beslissing of het dok ook echt gerealiseerd wordt, niet meer zelf nemen, het dok dichterbij lijkt te komen dan het ooit is geweest. Die stap had niet gezet kunnen worden zonder het onderzoek dat de heer Brinkman heeft gedaan. Hij heeft niet alleen het Rijk maar ook de gemeente op een andere manier laten kijken naar dit project en dat is een winstpunt. Een andere manier van kijken die geen garanties biedt voor succes, maar als het lukt, dan komt het dok er met een relatief klein risico voor Amsterdam. Tot nu toe waren er goede plannen, maar met 100% risico voor Amsterdam en zonder uitzicht op daadwerkelijke realisering. De heer Brinkman heeft dus goed werk verricht. Toch is het goed om stil te staan bij waar we het allemaal ook al weer voor deden. In de commissie hebben we dat al uitgebreid gedaan dus dat kan hier wat korter. Het gaat hier om een gemengde wijk, heling van de stad en een echte Amsterdamse wijk met veel kwaliteit. We hebben een aantal dingen aangestipt. Ik herhaal nog even dat we tevreden zijn met de toezegging dat de realisatie van sociale woningbouw in de dokzone mogelijk wordt door te regelen dat er ingekocht kan worden, zodat we niet in de situatie komen zoals die bij het Shell-terrein is ontstaan. We zijn ook blij dat het zogenaamde boogje van lijn 51 in het onderzoek wordt betrokken. Dat betekent wat ons betreft wel dat de deur niet definitief wordt dichtgegooid voordat we alle kosten in beeld hebben van alle varianten die nu ook besproken worden door de Commissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Zeehaven en Luchthaven en Informatie- en Communicatietechnologie over de beëindiging van de Noord-Zuidlijn. Daarnaast moet door het College extra aandacht worden besteed aan de bereikbaarheid van de zogenaamde zuidflank, Amstelveen en Buitenveldert, met het openbaar vervoer. Daar zijn wij helemaal nog niet gerust op. Wij hebben in de commissie al gezegd dat wij ons extra willen inspannen om te kijken of een goede bereikbaarheid van die zuidflank ook op lange termijn gegarandeerd kan worden met tramlijnen. Voor ons is ook belangrijk dat de procedure voor het coalitiemodel voor de dokzone blijft gehandhaafd. Wij hopen dat de reken- en tekenfase die we nu ingaan succesvol is. U hebt daarvan gezegd dat u ons zo goed mogelijk op de hoogte zult houden van de ontwikkeling ervan. Uiteindelijk hangt het ervan af of de markt voldoende interesse in dit project en in de haalbaarheid ervan zal tonen. Wij hopen dat dit het geval zal zijn en als de Raad deze voordracht goedkeurt, wensen wij degene die dat reken- en tekenwerk gaat doen heel veel succes.
(De heer VAN DER MEER: U weet ook dat de wethouder over dat boogje in Amstelveen heeft gezegd wat dat ongeveer gaat kosten. Ondergronds kost dat 200 miljoen euro en bovengronds kost het bijna de helft, zei de wethouder volgens mij. Als dat daadwerkelijk de bedragen zijn, acht u het realistisch dat we een boogje naar Amstelveen gaan doortrekken en dat de stad daar 200 miljoen euro voor gaat uittrekken?)
  Ik heb niet zoveel behoefte om op dit moment, terwijl we moeten beslissen om de reken- en tekenfase in te gaan waarin dat allemaal moet worden uitgerekend, te gaan speculeren over wat wij doen als blijkt dat het allemaal vreselijk duur is. Het gaat erom dat we de mogelijkheden die er zijn openhouden. En als bepaalde zaken ongelooflijk duur zijn en niet opwegen tegen de winst die we daarmee boeken voor de bereikbaarheid van bepaalde delen van de stad, dan is de afweging niet zo moeilijk. Nu gaat het erom dat we geen mogelijkheden uitsluiten. En ik wacht met u in grote spanning af of dat betekent dat lijn 51 zal blijven doorrijden naar Amstelveen, of dat mogelijk over datzelfde traject ook de Noord-Zuidlijn kan rijden, of dat er een andere keuze zal moeten worden gemaakt. Maar laten we dat doen als we de feiten op tafel hebben en de mogelijkheden kennen die het totale plan biedt.
 
De VOORZITTER deelt mede dat is ingekomen:
 
18o   Motie van 13 april 2005 van de raadsleden Buurma-Haitsma, H. Bakker, H.H.G. Bakker en De Graaf betreffende de raadsvoordracht Dokontwikkeling Zuidas (Gemeenteblad afd. 1, nr. 206).
 
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Graaf.
 
 De heer DE GRAAF: Ik begin ook met een heel groot compliment, in ieder geval voor de heer Brinkman voor het concept-plan, en ook voor het College en het projectbureau. Maar ook een compliment voor het kabinet omdat dat prioriteit heeft gegeven aan dit project op de Zuidas. Wij hebben eerder in deze Raad geconstateerd dat het kabinet meer oog voor het platteland heeft, maar klaarblijkelijk weet het ook fors in de Randstad te investeren. Dus tel onze zegeningen zou ik zeggen als gemeente Amsterdam. Het dokmodel is voor het CDA altijd belangrijk geweest en heeft altijd onze voorkeur gehad. Op de eerste plaats omdat het kansen biedt voor de bereikbaarheid en aan de andere kant de stad weer heelt. Het voorstel wat er nu ligt is volgens ons dusdanig goed omdat het de gemeente, het Rijk en private instellingen prikkelt. De grootste risico’s liggen bij de private instellingen. En bij dit soort grote projecten hebben we toch geleerd dat die iets meer knowhow hebben dan wij als overheid en iets beter de marktconformiteit in de gaten houden. Ik denk dat dat een winstpunt is en een pre voor het welslagen van dit project. Ik wil niet de commissievergadering nog eens overdoen en alle argumenten herhalen die daar gebruikt zijn. Ik wil nog wel twee punten in herinnering brengen. Allereerst de noedels van de he er Bakker. Het go/no-go punt zal waarschijnlijk eind van dit jaar zijn, na de veiling van de grondopties. Ik wil graag weten of daar al wat meer duidelijkheid over is. De wethouder hield in de commissie nog een slag om de arm. Vervolgens denk ik dat het een goede zaak is dat er heel veel knoppen inzitten. De knoppen die door deze Raad zijn bepleit met allerlei wensen en wensenlijstjes. Het project duurt vele jaren en ik denk dat het goed is om toekomstige generaties de mogelijkheid te bieden hun wensen bij de invulling en de uitvoering van het dokmodel gestalte te geven, zoals de sociale huurwoningen. Ik wens u heel veel succes met de uitvoering en wij hebben heel veel vertrouwen in dit project.
 
 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Manuel.
 
 De heer MANUEL: D66 heeft altijd een voorkeur voor het dokmodel gehad als dat financieel haalbaar zou zijn. De oplossing van de heer Brinkman met de stapelwegvariant lijkt dat mogelijk te maken. Minpunten zijn natuurlijk: geen sociale woningbouw, geen doortrekking van de Noord-Zuidlijn, geen kwaliteitsfonds groen en openbare ruime. Dat is jammer, maar we kunnen dat later invullen en als we geld bijleggen, dan is dat eventueel nog mogelijk. Voor dit moment leggen we ons daarbij neer. Dan heb je de vorming van een NV Dok waar Amsterdam voor 20% in participeert, een geschat bedrag van 345 miljoen euro. De 75 miljoen euro die we jaarlijks zullen moeten gaan betalen, is al genoemd. En de heer Doets als kwartiermaker. Wat vinden wij nu van deze voorlopige opzet? In de krant van 6 april 2005 stond een artikel van de heer Heertje. Hij zegt een aantal dingen en ik wil graag dat de wethouder daar commentaar op geeft. Hij zegt bijvoorbeeld over de heer Doets: “De heer Doets als feitelijk vertegenwoordiger van een van de belanghebbende partijen belichaamt geen onafhankelijkheid. Bovendien ontbeert hem volledig de gedetailleerde kennis en ervaring, nodig voor het totstandbrengen van een privaatpublieke constructie. Hier dreigt de bij de Betuwelijn gemaakte fout te worden herhaald toen een grote bouwer met een soortgelijke taak werd belast.” Verder voorspelt hij in hetzelfde artikel dat dit hele project, de NV Dok, gedoemd is te mislukken en hij zegt daarover: “Dat vloeit voort uit het niet-expliciet maken van de financieel voorzienbare en kwalitatieve risico’s, het onvoldoende omschrijven van het project tot in de kleinste details, het blokkeren van concurrentie, het afwentelen van onnodig veel risico’s op de overheid en het ontbreken van conflictprocedures.” Als je dat leest, dan hebben wij nog wat twijfels gezien onze redelijk beperkte kennis over dit soort grote projecten, en we horen graag een afdoend antwoord van de wethouder.
 
 De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Haffmans.
 
 De heer HAFFMANS: De Zuidas dokmodel met dubbel ruimtegebruik en auto’s onder de grond. Het lijkt wel het verkiezingsprogramma van Amsterdam Anders/De Groenen. Maar toch niet helemaal. Helemaal niet, want er zitten nogal wat haken en ogen aan, zoals uitbreiding van de snelweg naar twee keer vijfbaans. Dat is een forse uitbreiding. Een derde afslag van de A10. Blijkbaar rekent men erop dat er een grote toestroom van auto’s komt. Dat willen wij in ieder geval niet. Dure huizen nemen de ruimte van sociale woningen in. Uiteindelijk worden er maar ongeveer 18% over het hele gebied gebouwd, maar niemand weet het precies. Dat is te weinig. De rails gaan onder de grond, waarbij de bediening van Amstelveen door de tram niet geregeld is. Dat wordt dus duur, als die er al komt. Verder zit er wel een HSL-station in en dat hoefde van ons nu juist niet. Een HSL is een vliegtuig op rails en die stopt op Schiphol. En om te suggereren dat je tussen Schiphol en Zuid-WTC 300 km per uur kunt halen, dat lijkt me niet. Dus dat hoeft helemaal niet. Gewoon op Schiphol stoppen en dan een boemeltje naar Amsterdam. Dan is er nog een keerlus van de trein in de oksel van de A10. Was dat niet een natuurgebied? Is het wel een goed idee om daar een keerlus aan te leggen? Wij denken van niet. Bovendien denken wij dat degene die bouwt er ook gebruik van moet gaan maken. Dat geldt voor zowel wonen als kantoren. De NV is daarom geen goed idee, ook omdat in de toekomst de sturing bij private partners komt te liggen, althans voor het grootste deel. Daar kunnen wij dus weinig meer over zeggen. Wat is het alternatief? Het alternatief is het dijkmodel en dat is minder gunstig, wordt gezegd. Misschien voor het milieu. Maar zoals de SP al zei, dit is ook niet gunstig voor het milieu. Ik noemde al de uitbreiding van de capaciteit van de snelweg. Maar er is nog een ander alternatief en als ik goed ben ingelicht dan ga ik de heer Stadig nu irriteren. Dat is de ring A10 overkluizen. Laat die dijk gewoon liggen.
(Wethouder STADIG: Dat we daar niet aan gedacht hebben.)
  Een boog eroverheen, een overkapping er overheen en daar woningen op. Dat is veel goedkoper en dan heb je dezelfde mogelijkheden voor het afvangen van de luchtvervuiling. Nog een opmerking over de NV. Moeten we de grote bedrijven die in die NV zitten wel hierheen halen? Want dat lijkt wel de motivatie van dit megalomane plan. Moeten we als Amsterdam de concurrentie wel aan met Frankfurt, Parijs en Londen? Amsterdam Anders/De Groenen denkt van niet. Dat verliezen we bij voorbaat, moeten we ook niet willen en daar ligt ook niet onze kracht. Wij zijn geen Parijs, wij zijn geen Londen. Wij zijn Amsterdam. Wij moeten dus ook niet meedoen aan die rat race en ons overleveren aan grote private bedrijven. Wij zullen dus tegen stemmen, maar we hebben ook nog een vraag. Wij denken dat het een goed idee zou zijn, en een teken van sterkte, als het College sowieso al een referendum hierover zou uitschrijven. Het zou een goed idee zijn om zo’n grote investering met zo’n grote uitstraling voor Amsterdam aan de bevolking voor te leggen om te kijken wat die ervan vindt. Dit plan is in elk geval referendabel en dan mogen burgers daar zelf om vragen. Nu lees ik op pagina 12 een ingewikkelde zin. Het gaat over het referendabel zijn. Er staat: “Ons College is formeel bevoegd tot het privaatrechtelijke besluit om deel t e nemen in de beoogde vennootschap, maar niet dan nadat het uw Raad in ontwerpbesluit is toegezonden en wensen en bedenkingen ter kennis van ons College heeft kunnen brengen.” Ik wil voor de zekerheid vragen of dit hele plan, zoals het hier voorligt en zoals het op de voorflap staat, referendabel is, of alleen de wensen en bedenkingen van de Gemeenteraad? Want dat zou wel een grote flater zijn. Daar heb ik graag antwoord op, maar wij zullen tegen dit model stemmen.
 
 De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Stadig.
 
 Wethouder STADIG: Dank voor alle complimenten en voor zover die aan het adres van de heer Brinkman zijn geadresseerd, wil ik die ook wel doorgeven. Als de Raad vandaag het voorgelegde besluit neemt, lijkt het mij goed om de heer Brinkman van onze erkentelijkheid voor zijn inspanningen blijk geven. Dat zullen we als College mede namens u doen. Ik ga de vragen maar zo concreet mogelijk af. Meneer Van der Meer vraagt hoe het zit met dat doel- en trendscenario. Ik kan het ook niet helpen. Rijkswaterstaat gaat over de MER, althans van rijkswege. Daar gaan wij niet over, zelfs de heer Van der Horst niet. Rijkswaterstaat heeft een model en dat wordt omschreven als een realistische balans tussen autonome ruimtelijke en mobiliteitsgroei aan de ene kant en mobiliteitsbeleid aan de andere kant. Ik begrijp ook niet wat ik daar zie staan, maar als u daar meer over wilt weten, dan moet u dat aan Rijkswaterstaat vragen. Het is hun norm en niet de onze. Dan hebt u gevraagd wat het betekent als de helft van alle woningen boven op die achtduizend woningen sociaal moet zijn. Laat ik daar twee dingen van zeggen. Ten eerste ben ik er heel erg tegen om nu al mogelijke toekomstige meevallers te gaan verbrassen zal ik maar zeggen. Dus ik ben heel terughoudend over wat er gebeurt als we meer dan achtduizend woningen zouden kunnen bouwen. Dat blijkt eventueel in de loop van een groot aantal jaren en je hebt in een proces soms een meevaller nodig om een tegenvaller te kunnen opvangen, dus ik ben niet voor dat voorstel. Maar ik kan u wel zeggen dat naarmate je meer eisen stelt aan eventueel extra te bouwen woningen, de kans dat die gerealiseerd worden navenant afneemt. Dat lijkt me een doordenkertje.
  We kunnen de discussie in de commissie herhalen, meneer Bakker. U bent plotseling tegen terwijl u al die tijd voor was, terwijl het plan alleen maar beter is geworden voor de gemeente. Hoe kan dat nu? Ik stel vast dat u dat ook niet echt kunt uitleggen, behalve dan dat u nog eens hebt nagedacht. Dat kan natuurlijk. Maar het is niet zo dat het Amsterdam 345 miljoen euro gaat kosten en dat je dat getal kunt zetten tegenover die 39.000 kinderen. Als je dat doet, dan ga je ervan uit dat als je dit dokmodel niet uitvoert, je vrij over die 345 miljoen euro in de gemeentelijke portemonnee kunt beschikken. Dat is niet het geval. Ik heb in de commissie uitgelegd dat je dan ontvlechtingskosten krijgt. En bovendien lopen we het risico dat het Rijk zegt: u hebt een heleboel geld over, dan hoeven wij een heleboel dingen niet meer te subsidiëren. En voor je het weet, hebben zij ons geld dan uitgegeven. Denk dus niet dat je daar allerlei leuke dingen voor de mensen mee kunt doen, al zal er natuurlijk altijd wel wat van overblijven.
  Die conflictregeling moet nu in het kader van het traject-Doets worden ingevuld. Daar komen allemaal dure advocaten aan te pas en wat die precies gaan opschrijven, weet ik nu nog niet. Het is niet de eerste keer dat wij met een marktpartij samenwerken, want als wij dat nog nooit gedaan hadden, dan hadden wij op dit moment geen vijfduizend woningen in aanbouw. Dat wordt allemaal door marktpartijen uitgevoerd. Dat zijn allemaal vormen van samenwerking waarbij je moet geven en nemen, waarbij je elkaar vertrouwt en waarbij je vooral zakelijk moet zijn en dingen goed moet regelen. Dat gaan we hier ook doen. Ik heb in mijn aanvullende brief al uitgelegd dat u uw publiekrechtelijke werk doet en daar wordt niet aan afgedaan. Zekerheid over de HSL. De HSL gaat een tijdje naar CS rijden. In 2020 loopt de concessie af, dus dan ontstaat er in ieder geval een nieuwe situatie. Heel veel eerder kunnen wij hem niet eens hebben op het dok. Eerst moet je voldoende perrons, sporen enzovoort hebben. Wij weten inmiddels dat de HSL-organisatie graag eerder dan 2020 wil komen en we zijn nu met hen aan het praten wanneer dat dan zou kunnen en wat daarvoor nodig is. Meneer Haffmans heeft gelijk dat hij tussen Schiphol en Amsterdam-Zuid geen 300 km rijdt. Dat klopt. Maar ik heb in de commissie al gezegd dat de situatie vergelijkbaar is met Lille en Roubaix. Er is eigenlijk geen reden waarom de HSL in Roubaix stopt. De enige reden is dat hij in Lille niet kan keren. Daarom rijdt hij door naar Roubaix. Dat geldt ook voor Schiphol. Je kunt daar niet keren. Dus rijdt hij gezellig door naar Amsterdam. Dat is voor ons handig, maar hij rijdt niet meer met 300 km per uur, maar gewoon met de normale snelheid. U hebt het over een keerlus. Ik weet niet hoe u zich voorstelt om een keerlus voor een HSL te maken, maar dat hoeft goddank dus niet. Hij kan gewoon twee kanten uit. De machinist stapt uit, loopt naar achter en hij gaat weer terug. Dan heb je voldoende aan een tailtrack, keersporen.
  Dan ben ik toe aan de motie van mevrouw Buurma. Ik heb twee problemen met de motie. Ik weet niet wat substantieel is. Als je het over randvoorwaarden hebt en je hebt het over substantieel, dan moet je dat volgens mij kwantificeren. We zijn nu zover dat meneer Brinkman een gesloten business case heeft afgeleverd. Er kunnen modules bijgekocht worden. Ik heb in mijn aanvullende brief al geschreven dat er een module laag middensegment komt en die kunt u dus ook bijkopen, net als die module sociale woningbouw op het dok. Maar dan moet u daar dus de bijbehorende pecunia bij leggen. Dat hoeft u gelukkig nog lang niet te doen, want het duurt nog wel een tijd voordat we op het dok echt aan het bouwen zijn. Maar met zo’n ongeclausuleerde motie kan ik eerlijk gezegd niet zoveel. We moeten natuurlijk wel aan de discipline van die business case wennen. We moeten niet proberen daar voortdurend buiten te raken.
(Mevr. BUURMA-HAITSMA: Ik zou ook niet aan die business case komen, maar u gaf zelf tijdens de commissiebehandeling aan dat wij een aantal zaken in moties kunnen vastleggen zonder al te exact te kwantificeren. Dat lees ik nu letterlijk voor. Dat heb ik in die motie dus gedaan. U spreekt zichzelf een beetje tegen, maar we bedoelen waarschijnlijk hetzelfde. Op den duur komt er wellicht financiële ruimte en dan willen we graag dat u deze groep meteen in het begin extra aandacht geeft, voordat u naar sociale woningbouw of andere categorieën kijkt.)
  Maar nu wilt u wel heel veel voor generaties na ons gaan regelen, namelijk als er iets bij te kopen valt, hoeveel er dan naar het sociale of het middensegment moet. Los van de vraag of u daar een meerderheid voor krijgt, vind ik het echt een beetje prematuur. Ik heb in de commissievergadering gezegd en in de brief opgeschreven dat er een module middensegment komt. Opvolgers van ons kunnen beslissen om in het laag middensegment bij te kopen, daar komt geld voor, maar dat is nu nog niet aan de orde. Net zo min als de 30% sociaal op het dok aan de orde is. U kunt dus uitspreken dat u het belangrijk vindt en daar neem ik dan kennis van. En nogmaals, de module krijgt u.
(De heer REUTEN: Kan de wethouder dan uitleggen waar die module precies uit bestaat? Bestaat die uit de mogelijkheid om woningen in Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE) te realiseren? Of bestaat die uit het subsidiëren van marktwoningen, en middensegmentwoningen zijn uiteindelijk marktwoningen, door bijvoorbeeld een verlaging van de grondprijs?)
  U maakt het echt ingewikkeld. Dat moet je allemaal als variant opnemen. In de Woonvisie heb ik voor u een menukaart van diverse faciliteiten voor die middengroep opgesteld. Daar hoort MGE bij, daar hoort de Amsterdamse middenhypotheek bij en nog het een en ander. Daar heb ik een prijskaartje aangehangen en dat heb ik met elkaar vergeleken qua effecten. Maar als je zegt dat er een module moet komen, dan moet je er ook bij zeggen in welke variant, dus dan krijg je weer varianten in de module.
(De heer REUTEN: Maar is het niet zo dat welke variant er ook gekozen wordt, die te allen tijde in 2010, 2015 en 2020 nog kan worden ingericht, mits de investering altijd beschikbaar blijft voor het doel waarvoor je hem hebt gedaan?)
  Ja, dat heb ik tegen mevrouw Buurma al gezegd. Dat is een beetje prematuur dus dat is allemaal voor de mensen na ons. We leggen het allemaal wel zo goed mogelijk klaar.
  De boog wordt dus in het onderzoekstraject meegenomen en dan weten we in ieder geval wat die twee varianten ondergronds en bovengronds kosten. Dan is de volgende vraag: hebben we dat geld en hebben we dat ervoor over? Meneer Reuten, u maakt twee met elkaar verbonden opmerkingen. U zegt dat er aandacht moet komen voor de bereikbaarheid van de zuidwestflank met het openbaar vervoer. En u zegt tegelijkertijd: doe de deur niet dicht voordat we alle varianten rondom lijn 5 en lijn 51 op orde hebben en weten wat het kost. Dat is een discussie die in de Commissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Zeehaven en Luchthaven en Informatie- en Communicatietechnologie gevoerd wordt. Wat moeten we doen als lijn 5 wordt ingekort? Dat heeft met de Zuidas niets te maken, want lijn 5 wordt nu ingekort omdat de Noord-Zuidlijn er komt en op het station is geen ruimte voor allebei. Ik ga niets blokkeren, ik ga helemaal niets blokkeren dit jaar, ik ga alleen maar dingen uitzoeken, maar ik ga geen dingen blokkeren waarvan ik weet dat een collega daar nog over aan het praten is; dat is niet zo handig. Wij werken bovendien behoorlijk goed samen in deze zaak, dus dat gaat wel goed.
(De heer REUTEN: Dat u niets wilt blokkeren ten aanzien van het eindpunt van de Noord-Zuidlijn waar nog over gepraat wordt, is prima. Dat is duidelijk. Maar de vraag die u eraan koppelde, was nu juist bedoeld om dat niet aan elkaar te koppelen. We gaan nu de reken- en tekenfase in en willen alle varianten op een rijtje hebben. Maar hoe je het ook wendt of keert, als bepaalde varianten zich voordoen, dan resulteert dat in een slechtere bereikbaarheid voor de inwoners van Buitenveldert en Amstelveen met het openbaar vervoer. Dan moet er extra aandacht komen voor de tramverbindingen. En de inkorting van lijn 5 die het College voorstelt, heeft natuurlijk wel te maken met de bouwactiviteiten op de Zuidas.)
 Nee.
(De heer REUTEN: Hij kan in principe natuurlijk ook bovengronds, daar zijn twee mogelijkheden voor. Die zijn ook door meerdere mensen aan de orde gesteld. Hij kan over de Parnassusweg blijven rijden. Dat zou kunnen, maar u zegt: ik wil dat niet, want dat zou lastig zijn in verband met de bouwactiviteiten. Wij zeggen: besteedt in ieder geval aandacht aan de bereikbaarheid per tram van de zuidflank.)
  Ja, maar nogmaals, de wethouder voor Verkeer is hier leidend. Ik vind het erg onhandig om discussies die in een bepaalde commissie gevoerd worden, in een ander commissie over te doen met een andere portefeuillehouder in de hoop dat die zich verspreekt of een verdergaande toezegging doet. Zo bent u niet, dat weet ik ook wel, maar het is toch een beetje onhandig.
  Meneer De Graaf, dat go/no-go besluit. U zag mijn bezorgde blik toen er eind dit jaar geroepen werd naast mij in de commissie. Ik ben daar eerlijk gezegd nog wat bezorgder over geworden. Ik heb het gevoel dat dat veel later wordt. Het ligt eraan wanneer alles klaar is en je moet wachten op wat het langste duurt. Het selecteren van de marktpartijen zullen we dan wel achter de rug hebben, maar dat hele reken- en tekentraject zou nog wel eens iets langer kunnen duren. Ik durf even niets te zeggen. Bovendien moet u zich realiseren dat we de zaak bijna uit handen hebben gegeven. De heer Doets heeft nu een plan van aanpak gemaakt en daar moet uit blijken hoeveel tijd hij denkt nodig te hebben. Dat plan van aanpak moet worden goedgekeurd door de twee principalen die er nu zijn, namelijk het Rijk en de gemeente Amsterdam. Dat zal wel lukken. En daar blijkt dan uit in welk tempo hij denkt dat hij dat gaat doen. Ik heb dat wel op mijn bureau liggen, maar nog niet gelezen.
(De heer DE GRAAF: Toch nog even over dat go/no-go. U houdt voorlopig nog even eind van het jaar aan, als ik u goed heb begrepen. In hoeverre hangen hiermee toezeggingen van het ROA en van de provincie samen? Hangen die ook samen met dat go/no-go besluit?)
  Nee, van het ROA en de provincie worden toezeggingen verwacht met hetzelfde karakter als wat wij hier vanavond zitten te doen. Als u het voorstel van het College volgt, en daar ziet het naar uit, dan zegt u: wij willen 345 miljoen euro investeren in dat dokmodel, als al die anderen ook meedoen op de voorziene manier. En als vervolgens die veilingen lukken en het rekenen en tekenen goed afloopt, als dat allemaal goed gaat, dan doen wij mee. Dezelfde vraag wordt straks aan het ROA en Noord-Holland gesteld. En die antwoorden moet Doets hebben voordat hij met die veilingen kan beginnen, want dat moet in de veilingprospectus staan als hard feit.
(De heer VAN DER MEER: De wethouder moet het maar even bevestigen of ontkennen, maar volgens mij heeft Noord-Holland al een besluit genomen. Het is al behandeld. Noord-Holland heeft al een besluit genomen, maar u moet het maar bevestigen of ontkennen.)
  Het is bij mijn weten behandeld, maar ik weet niet precies wat daar uitgekomen is. Misschien zijn er aanwezigen die dat wel weten.
(De heer VAN DER MEER: Volgens mij hebben ze positief besloten.)
  Ja, maar ik begreep dat er een soort marge zat in het toegekende bedrag, dus daar moeten we denk ik nog even met Noord-Holland over doorpraten. Ik weet wel dat de grondhouding niet negatief is. En wie u daarmee geholpen heeft, hartelijk dank.
  Meneer Manuel, dat stuk van de heer Heertje heb ik ook gelezen. Ik heb overlegd met mijn staf of we daar op moesten reageren of niet. Maar er zijn zoveel dingen die niet kloppen, dat ik eerlijk gezegd gedacht heb: laat maar gaan, Heertje is ook niet meer de autoriteit die hij vroeger was. Ik zal u een paar voorbeelden geven. Meneer Doets is wel onafhankelijk, want hij werkt helemaal niet meer waar hij vroeger werkte. Hij ontbeert deskundigheid en ervaring om firma’s op te richten, hij heeft niet anders gedaan bij ING Real Estate, dus als iemand dat soort dingen zomaar in de krant slingert, dan denk ik: je zoekt het maar uit, ik heb niet zo’n zin om daar op te reageren. Maar u begrijpt dat er toch weer mensen zijn die denken dat het allemaal waar is. Dus misschien dat ik toch nog een reactie geef. Ik ben van de bijdrage van de heer Heertje niet onder de indruk en volgens mij doen we het ongeveer zo als hij altijd bepleit heeft, namelijk op basis van gelijkwaardigheid met marktpartijen. Hij zegt dat we het alleen met Nederlandse banken doen. Dat heeft hij ook verkeerd begrepen. Dat is niet zo. We zijn met vijf Nederlandse banken begonnen maar juist vanwege de zuivere verhoudingen en de concurrentie wordt de veiling voor de aandeelhouders van de NV een veiling waar ook derden aan mee kunnen doen. Ik geloof dat ik u dat al verteld heb dat er heel reëel wordt gedacht aan deelname van buitenlandse partijen die geïnteresseerd zijn. Dus ook dat is niet waar.
(Mevr. BRUINES: Onze vraag was: stel ons nu gerust dat het allemaal goed in elkaar zit.)
 Wat mij betreft kunt u nog steeds gerust zijn.
  Dan meneer Haffmans, alweer een plotselinge bekering. Dit is nog spectaculairder, want in de commissie was de heer Haffmans nog voor en zonder enige uitleg is hij nu tegen.
(De heer HAFFMANS: Nee hoor, ik was in de commissie niet voor. Ik hield u nog even in spanning.)
 O. Was ik dan de enige die dat dacht? Nee toch? Nee, precies.
(De heer HAFFMANS: Leest u de notulen er maar op na. Ik heb daar niet gezegd dat ik voor was.)
  Nou, oké. Maar dat was waarschijnlijk omdat u nog dacht dat het overkluizen van de A10 goedkoper was. En als u dat denkt, dan kunt u misschien tegen zijn. Maar het probleem is dat dat niet waar is. Vroeger heette dat het dekmodel. Dan laat je de autoweg liggen zoals hij nu ligt, op die dijk. En dan ga je nog weer hoger, zo’n 20 m boven maaiveld, een grote betonplaat leggen en daar bovenop bouw je dan een nieuwe stad. Dat is het idee. Maar dat is veel duurder. Echt veel duurder. En los daarvan, stel je voor hoe je vanuit Buitenveldert die 20 m omhoog moet om in die nieuwe stad te komen. Dat moet je toch allemaal niet willen? Ik hoop dus dat u nu toch nog voor de voordracht gaat stemmen. En moeten we al die bedrijven hierheen halen? Ja, dat moet, want wij moeten als stad en als stadsbestuur nadenken over wat de economische basis van deze stad is over tien, twintig, dertig jaar. Dat is onze verantwoordelijkheid, want onze burgers moeten ook in de toekomst hun boterhammetjes kunnen eten. We kunnen hier niet alleen maar uitkeringstrekkers hebben, want dan wordt er niets verdiend. En dan moet je dus nadenken over wat voor soort activiteiten wij hier willen hebben, waar we goed in zijn en waar we kansen in hebben. Wij denken dat we heel goed zijn in het soort bedrijven die we op de Zuidas willen aantrekken. En dat moeten we dus vooral doen.
(De heer HAFFMANS: Dat u kiest voor die bedrijven is wel een keuze. Ik vraag me af of er ook een andere keuze is.)
 Bijvoorbeeld?
(De heer HAFFMANS: Kleinere bedrijven. Waarom gokken wij hierop? Waarom gokken wij op de internationale concurrentie met steden die soms wel tien keer groter zijn?)
  Nee, het is een kans die zich aandient. Het gaat om wat grotere internationale bedrijven die we vooral uit Azië zien komen. U moet zich overigens voorstellen wat er binnenkort op de Zuidas gebeurt. Bollywood, dat is dan niet China maar India, komt hierheen met een enorme ministersconferentie er achteraan. Er zijn dan ik weet niet hoeveel mensen in de stad. En dat gebeurt allemaal op de Zuidas. Aan dat soort dingen moet je denken. Maar weest u gerust, kleine bedrijven kan ook. Daar hebben we namelijk het WTC voor. Dat is de formule voor kleinere bedrijven, startende bedrijven. Die kunnen daar allemaal onder de grote paraplu met gezamenlijke voorzieningen wortelen en doorgroeien en uiteindelijk aan een eigen kantoor toekomen. En referendabel? Ja. Als u tegen blijft, hebt u pech want dit was het referendabele besluit en er is geen verzoek binnengekomen. Volgens de verordening had dat er nu moeten zijn, dus er zal geen referendum over het dokmodel komen.
 
  De VOORZITTER: Dan kijk ik even of er behoefte is aan een tweede termijn. Niemand? Toch? Mevrouw Buurma?
 
 De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Buurma-Haitsma.
 
 Mevr. BUURMA-HAITSMA: Ik trek mijn motie in. De wethouder heeft er aandacht voor. Hij zegt dat het al in modules verwerkt wordt. In welke vorm moeten we nog bekijken. Of de mensen na ons. Wat dat betreft ben ik tevreden.
 
De motie-Buurma-Haitsma c.s. (nr. 206), ingetrokken zijnde, maakt geen onderwerp van behandeling meer uit.
 
De VOORZITTER: Dan komen wij tot afhandeling van de voordracht. Is er behoefte aan stemming? Als dat niet zo is, dan kan ik mij voorstellen dat de Raad akkoord gaat met de voordracht met inachtneming van het feit dat de SP en Amsterdam Anders/De Groenen geacht willen worden te hebben tegengestemd. Dat is het geval. Dan is daarmee deze voordracht aanvaard en u vindt het wel goed dat ik ook namens u allen wethouder Stadig en het bureau van de Zuidas zeer complimenteer met de wijze waarop dat allemaal gebeurd is.
 
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de Raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 170 van afd. 1 van het Gemeenteblad, met inachtneming van de opmerkingen van de raadsleden J.L. Bakker en Haffmans.
 
 
.................................................................
...........................................................................
......................................................................
 De Voorzitter sluit de vergadering om 22.51 uur.