Gemeenteblad
 
afd. 1

nr. 31
     
  Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer H.H.G. Bakker en de heer H. Bakker inzake het risicomanagement rondom het project Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 21 januari 2005.

Aan de Gemeenteraad
 
De raadsleden de heer H.H.G. Bakker en de heer H. Bakker hebben op 1 december 2004, op grond van artikel 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht:
 
Inleiding.
 
Er is meer dan de waan van de dag.
 
Ofschoon de politiek met regelmaat wordt verweten, zich grotendeels bezig te houden met de waan van de dag, wil de fractie van Leefbaar Amsterdam ook op dit punt aantonen, met een eigen visie en met veel elan de politieke arena ingestapt te zijn, hetgeen zoals uit de peilingen mag blijken door de kiezers met waardering wordt ontvangen.
 
Zo gaat zij bij de beoordeling van de actuele feiten met regelmaat terug in de archieven, teneinde de uitspraken, toezeggingen en beloftes van de wethouders uit het verleden te vergelijken met de huidige situatie.
 
Deze leefbare aanpak leidt regelmatig tot verrassende inzichten, die zo zij in vragen worden verwerkt, het College van Burgemeester en Wethouders noodzaakt tot bijstellingen van eerdere antwoorden, veelal met de toevoeging dat deze antwoorden gebaseerd zijn op de inmiddels gevleugelde uitspraak, dat voortschrijdend inzicht tot deze nieuwe stellingname heeft geleid.
 
Een duik in de archieven levert echter ook op dat er schrikbarend veel toezeggingen van het College om op relevante zaken terug te komen, in het niets op gaan, en dat de Raad verstoken blijft van de noodzakelijke informatie, en als zodanig ook wordt belemmerd in zijn controlerende taak.
 
Zo werd op woensdag 5 februari 2003 een onderzoek toegezegd, dat de fractie van Leefbaar Amsterdam tot op heden nog steeds niet bereikt heeft, zodat het haar als zodanig ook onmogelijk gemaakt wordt om wellicht van het College om bijsturingen te vragen en het voorgaande beleid te controleren.
 
Juist omdat het hier ook ging om een onderzoek naar een situatie die duidelijk niet goed ging, is het des te erger dat de informatie nog altijd niet aan notabene de vragensteller ter beschikking is gesteld.
 
Wellicht zijn er uit het onderzoek een aantal zaken naar voren gekomen, die de gemeente minder welgevallig zijn en is dit de reden dat de informatie nog niet beschikbaar is of wellicht zelfs als vertrouwelijk is aangemerkt.
 
Hebben wij het College van Burgemeester en Wethouders op dit punt niet reeds eerder gevraagd om een notitie waarin het aangeeft wanneer in zijn ogen de vertrouwelijkheid noodzakelijk is, zodat de Gemeenteraad hierover kan besluiten. Naar de mening van de fractie van Leefbaar Amsterdam is er binnen de gemeente een te grote hoeveelheid stempels aanwezig met de tekst geheim, vertrouwelijk, waardoor er van meer transparant besturen weinig tot niets terecht komt, met als gevolg een verdere vervreemding door de burger van de politiek.
 
Het krampachtige beleid van de gemeente om haar fouten te verbloemen en haar aansprakelijkheid niet te nemen, begint in de ogen van de fractie van Leefbaar Amsterdam buitensporige vormen aan te nemen, zeker als men constateert dat in de meeste gevallen dit zelfs nog leidt tot de uitkering van hogere schadeclaims, als de betrokkenen na enige tijd in het gelijk gesteld worden.
 
Terug naar de aanleiding van deze nieuwe set schriftelijke vragen, brengt ons bij het onderzoek naar de (oorzaken van) gaslekkage op het Rokin, waarvan wethouder Dales, in antwoord op de vraag van de heer H.H.G Bakker de volgende tekst uitsprak: "Mijnheer de Voorzitter, laten we hopen dat de tekening juist was. Wij moeten het onderzoek afwachten. Ik heb er niet bij gestaan en ga af op informatie van mensen die er bij waren". Om even verder in zijn betoog aan te geven “ Gaslekken zijn hoe dan ook altijd gevaarlijk en wij moeten die niet hebben. Wij nemen dit absoluut serieus en ik herhaal nogmaals dat wij het probleem niet willen bagatelliseren.
 
De zoektocht die de fractie van Leefbaar Amsterdam zelf naar deze bewuste onderzoeksrapportage heeft ingesteld, heeft de rapportage nog niet boven water, of moeten we in dit geval zeggen, de grond gebracht, maar wel een heleboel vragen opgeleverd, met betrekking tot het risicomanagement van het in haar ogen nog steeds meest risicovolle bouwobject van de laatste eeuw, de Noord-Zuidlijn.
 
Op grond van het vorenstaande stellen vragenstellers de volgende vragen.
 
1.   Is de in de inleiding op deze vragen genoemde rapportage over de gaslekkage op het Rokin, inmiddels gereed, en kan zij aan de Gemeenteraad beschikbaar worden gesteld? Zo neen, waarom niet?
 
2.   Inmiddels is de bouw van enkele diepwanden in de stad in volle gang en moeten wij als Raadsleden concluderen, dat de kwartaalrapportages weinig informatie geven over de afhandeling van diverse problemen, die met enige regelmaat de pers halen, en waarop, en dit moeten wij de wethouder nageven, altijd direct gereageerd wordt met een bagatelliserend persbericht dat het allemaal mee valt en dat het ligt binnen het verwachte. Als je het verwacht, waarom voorkom je het dan niet, zou men zich in dit verband kunnen afvragen, maar dat is nu niet aan de orde. Wel wil de fractie van Leefbaar Amsterdam van de verantwoordelijk wethouder of van het College weten, hoe het nu ligt met de achterstanden in de bouw, veroorzaakt door het ontbreken van de vergunningen, waarover de Raad van State. Zijn oordeel heeft opgeschort in afwachting van de uitspraak van het Europese Hof. Levert dit nu al vertraging op? Zo neen, wanneer moet er wel duidelijkheid zijn, alvorens de bouw vertragingen gaat opleveren?
 
3.   Vertragingen in de bouw die zich zo uit de voorliggende informatie ook blijkt voordoen bij andere onderdelen van dit megaproject zoals bijvoorbeeld de bouw van het station Ceintuurbaan/Ferdinand Bolstraat. In de bouw leveren vertragingen over het algemeen als resultaat op dat de kosten oplopen. Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven of de vertraging bij de realisatie van dit station van een dergelijk kaliber is dat de wethouder de Gemeenteraad binnenkort weer zal komen melden, dat door een verfijnde rekenmethode de totale aanleg van de Noord-Zuidlijn weer vele miljoenen euro's duurder is geworden? Zo ja, om welke bedragen gaat het dan? Zo neen, welke garanties heeft het College op dit terrein?
 
4.   Een sluitende exploitatie van de Noord-Zuidlijn is overigens volgens de fractie van Leefbaar Amsterdam een nog groter probleem geworden door het wegvallen van een financiering voor de Zuidas, waarover zij eerder vragen stelde aan de verantwoordelijk wethouder. Of is er nu door de jarenlange vertraging als gevolg van onvolledige rapportages op IJburg een nieuwe kans voor de Zuidas. De in verband hiermede opgeroepen vraag aan het College van Burgemeester en Wethouders is, klopt het dat door het ontbreken van uitgewerkte plannen de Noord-Zuidlijn voorlopig haar eindpunt zal krijgen bij de RAI? Zo dit het geval is, welke invloed heeft het dan op de aantallen reizigers, en daarmede de exploitatie van de Noord-Zuidlijn? Zeker nu ook al belangrijke reizigerstrekkende projecten in Amsterdam-Noord zijn geschrapt. Kan het College aangeven van welke aantallen reizigers het thans in zijn berekeningen nog uitgaat?
 
5.   Regeren is vooruitzien, en de ervaring met de andere (miskoop mogen we niet meer zeggen van de wethouder) dus dan maar, ongelukkige aankoop, van een Duits merk, leert ons dat de keuze van het materieel dat ooit op de Noord-Zuidlijn moet komen te rijden, ruimschoots dient te worden getest, en derhalve dat er eigenlijk reeds nu aandacht zou moeten zijn voor de toekomstige keuze? Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven, op welke termijn het komt met voorstellen op het terrein van het eisenpakket, waaraan het materiaal van de Noord-Zuidlijn moet voldoen, en het de aanbesteding wil verrichten?
 

6.   Terug naar de veiligheid en het risicomanagement rond de bouw van de grote infrastructurele projecten, leert dat er met regelmaat problemen zijn om de aangrenzende percelen in geval van brand te bereiken. Deels heeft men in de preventieve zin op dit terrein wel maatregelen genomen, bijvoorbeeld door het aanbrengen van brandmeldinstallaties, voor een vroege branddetectie, doch er zijn meer situaties denkbaar waarbij de inzet van een ladderwagen noodzakelijk is, waar het nu niet mogelijk is. Wij verwijzen dan o.a. naar de eerder in een vragenset aan de orde gekomen assistentie van de brandweer bij bepaalde te vervoeren patiënten die een horizontale afvoer noodzakelijk maken. Is het College van Burgemeester en Wethouders op de hoogte dat er op dit terrein kennelijk onvoldoende toezicht is op de bereikbaarheid voor hulpdiensten? En hoe wil het College dit verbeteren?
 
7.   Uit voorliggende informatie blijkt het de fractie van Leefbaar Amsterdam dat toegangen, die specifiek als toegang voor de hulpdiensten zijn aangegeven zijn geblokkeerd, deels door onbemande geparkeerde voertuigen, vaak zelfs van gemeentelijke diensten. Waarom wordt er tegen deze, in geval van calamiteiten ernstige situaties niet opgetreden?
 
8.   Met regelmaat moet ook worden geconstateerd dat de vrachtwagens de bouwterreinen verlaten zonder gebruik te maken van de speciale voorzieningen voor het reinigen van de banden, waardoor er op het wegdek buiten de bouwterreinen, een onnodige hoeveelheid zand en met name gevaar opleverend grind komt te liggen? Zou het niet zo moeten zijn dat wanneer er bijvoorbeeld een storing is aan de reinigingsinstallaties, of de werkzaamheden stil dienen te komen te liggen of er een alternatieve reiniging dient plaats te vinden, bijvoorbeeld door hogedrukreinigers? Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven, hoe dit kon gebeuren, en of het hun bekend is of hier inmiddels claims uit ontstaan zijn, richting de bouwers of het projectbureau van de Noord-Zuidlijn?
 
9.   Tot slot wil de fractie van het College van Burgemeester en Wethouders weten, of het hem bekend is dat er mogelijk illegale werknemers bij de bouw van de Noord-Zuidlijn betrokken zijn, in dienst van een van de bij de bouw betrokken bouwbedrijven, en wat het als sanctie naar de desbetreffende werkgever heeft indien dit in de toekomst mocht blijken?
 
Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.
 
1.   Zolang de aansprakelijkheidskwesties nog in behandeling zijn bij juridische adviseurs en verzekering achten wij het niet in het belang van de gemeente hierover mededelingen te doen.
 
2.   De Raad van State heeft haar oordeel over vergunningen niet opgeschort in afwachting van de uitspraak van het Europese Hof. Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State op het door ons ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank waarbij de bouwvergunning voor de inrichting van station Rokin vernietigd was en waarbij tevens ons nieuwe besluit op bezwaar (nieuwe bouwvergunning voor de inrichting van station Rokin) gevoegd behandeld werd, heeft de Vereniging de Bovengrondse bezwaar aangetekend tegen deze gang van zaken bij het Europese Hof. Inmiddels heeft het Europese Hof de zaak niet-ontvankelijk verklaard.
 
3.   Uit de in vraag 2 bedoelde bezwaren is geen vertraging in de bouw voortgevloeid. De reeds opgetreden vertragingen hebben andere oorzaken dan het ontbreken van vergunningen. Als voorbeeld kan worden genoemd de aanwezigheid van onvoorziene obstakels in de ondergrond.
 
4.   Er is geen sprake van beëindiging van de Noord-Zuidlijn bij de RAI. De Noord-Zuidlijn gaat in ieder geval door tot station Zuid/WTC. Hoe de beëindiging hier gaat plaatsvinden of hoe hij doorrijdt is nog onderwerp van studie. De hoeveelheid passagiers waarmee op station Zuid/WTC rekening wordt gehouden is 47.500 passagiers per dag.
 
5.   Het is juist dat “Regeren is Vooruitzien”. Vanuit die gedachte is de dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (IVV) in december 2004 gestart met het plan van aanpak “Functioneel Programma van Eisen Materieel Noord-Zuidlijn”. Het is de bedoeling dat ons college eind 2006 een besluit neemt over de bestelling van het materieel en de uitvoering. De bestelperiode die hierop volgt loopt van 2007 tot begin 2011 (start proefrijden). Bij het uitvoeringsbesluit voor het materieel van de Noord-Zuidlijn zullen wij ook een besluit nemen over de aanbestedingsvorm.
 
6.   Er vindt regelmatig en structureel afstemming plaats over o.a de werkplannen van de aannemer tussen de projectorganisatie (projectbureau, adviesbureau, aannemer) en de hulpdiensten. Juist om een goede voorbereiding en afstemming van de bouwfase te waarborgen hebben wij het Incidentenplan Bouwfase Noord/Zuidlijn vastgesteld met onderliggende incidentendeelplannen per bouwfase en per bouwlocatie.
 
Tevens zijn ingesteld een coördinator bouwveiligheid Noord/Zuidlijn, een werkgroep en stuurgroep Veiligheid Bouwfase Noord/Zuidlijn, waarin alle hulpverlenende diensten en ook dienst Milieu en Bouwtoezicht en de Bestuursdienst (Openbare Orde en veiligheid) aanwezig zijn. Daarnaast zijn er diverse reguliere overleggen op werkvloerniveau.
Indien zich een situatie zou voordoen waar een standaard aanpak, zoals bijvoorbeeld het horizontaal vervoer van zieken, niet mogelijk is, dan wordt hiervoor een doeltreffend alternatief gezocht. Dit heeft zich tot op heden nog niet voorgedaan.
 
7.   In de bouwveiligheidsplannen en Incidentendeelplannen zijn calamiteitenroutes aangegeven. Deze dienen vrijgehouden te worden of binnen afgesproken tijd (Ferdinand Bolstraat) vrijgemaakt te worden. Hierop wordt geoefend, streng toegezien en gehandhaafd.
 
8.   De Noord/Zuidlijn bouwplaatsen in de Binnenstad zijn zeer klein van afmeting, om het gewone dagelijkse leven in de stad zo min mogelijk te storen. Omdat op deze kleine bouwplaatsen met groot materieel wordt gewerkt is het noodzakelijk om meerdere en wisselende bouwopeningen te hebben. Vaak kunnen vrachtwagens op de bouwplaats niet langs ander materieel rijden om een bouwopening aan het andere einde van de bouwplaats te bereiken. Hierdoor kan niet altijd gebruik worden gemaakt van een wielwasinstallatie, en daarom wordt het wegdek in de buurt van de bouwplaats veelvuldig en effectief schoongemaakt door een veegwagen van de aannemer. Er zijn tot op heden geen klachten noch claims binnengekomen over vervuild wegdek door de Noord/Zuidlijn. In tegendeel zelfs, in het algemeen zijn de omgeving en de stadsdelen tevreden over de gekozen aanpak en uitvoering.
 
9.   De (onder)aannemers worden door het Adviesbureau Noord/Zuidlijn gecontroleerd op het afdragen van loonbelasting en premies sociale verzekeringen. De Arbeidsinspectie is de bevoegde instantie voor het handhaven op arbeidsstatus van werknemers en kan ook in dien nodig sancties opleggen.
 
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,  
E. Gerritsen M.J. Cohen
 
secretaris burgemeester

 
Verschenen 28 januari 2005.