Gemeenteblad
 
 
afd. 1

nr. 388
  raadsvoordracht   
  Voorjaarsnota 2004.
Amsterdam, 25 mei 2004.

Aan de Gemeenteraad
 
1. Inleiding.
 
Hierbij bieden wij u de Voorjaarsnota 2004 aan, ter behandeling in a lle afzonderlijke raadscommissies (in de periode 27 mei t/m 10 juni)  en in uw voltallige Vergadering (7 en 8 juli 2004). Deze planning maakt het u mogelijk om in uw Vergadering éérst, namelijk op 16 en 17 juni,van gedachten te wisselen over de gerealiseerde resultaten 2003 (aan de hand van de beleidsmatige en financiële verantwoording in rekening/jaarrapportage 2003) en – mede op basis van uw oordeel daaromtrent – vervolgens over de gewenste bestedingsrichtingen voor 2005 1 . Dit conform een daartoe strekkende suggestie vanuit uw Vergadering.
 
Met deze voorjaarsnota beogen wij uw Vergadering immers de mogelijkheid te bieden de kaders te stellen waarbinnen en de richtingen aan te geven waarin wij later dit jaar het verdere proces van voorbereiding van de begroting 2005 ter hand moeten nemen. Gezien de positieve reacties vanuit uw Vergadering op de structuur en systematiek van de voorjaarsnota van vorig jaar, hebben wij voor de nu voorliggende voorjaarsnota 2004 voor een vergelijkbare opzet gekozen en wordt in het vervolg van deze nota dan ook ingegaan op:
2. beschikbare ruimte
2.1 structurele ruimte algemene dienst
2.2 incidentele ruimte algemene dienst
2.3 Werk en Inkomen
2.4 fondsen
3. voorstellen voor besteding van de beschikbare ruimte
3.1 structurele ruimte algemene dienst
3.2 incidentele ruimte algemene dienst
3.3 Werk en Inkomen
3.4 fondsen
4. besluitvorming
 
Daaraan voorafgaand gaan wij in § 1.1 hierna nog even kort in op het karakter van de voorjaarsnota als instrument, ook in relatie tot de verdere begrotingsvoorbereiding.
 
1.1. De voorjaarsnota als instrument.
 
In de afgelopen jaren zijn op diverse momenten afspraken gemaakt over vernieuwing van de begrotingscyclus, integratie met het P&C-instrumentarium en de rol van uw Vergadering bij de begrotingsvoorbereiding. In essentie ging het hierbij steeds om een eerdere en grotere betrokkenheid van uw Vergadering bij het begrotingsproces en het bieden van meer inzicht in niet in de laatste plaats de begroting bij ongewijzigd beleid. Dit in tegenstelling tot wat langer geleden gebruikelijk was en op begrijpelijke bezwaren vanuit uw Vergadering stuitte, namelijk dat de Raad pas in het najaar bij de begroting werd betrokken en dan in de vorm van beraadslagingen over een volledig uitgewerkt – en dus niet onlogischerwijze als "dichtgetimmerd" ervaren – voorstel van het College (de ontwerp-begroting..). Om aan deze bezwaren tegemoet te komen is de P&C-cyclus stapsgewijs ingrijpend vernieuwd, tot uiting komend in de indeling van de begroting naar samenhangende resultaatgebieden, het streven naar een duidelijker koppeling tussen te bereiken resultaten en daartoe in te zetten middelen (gecombineerd met programma's voor prestatievergelijking en beleidsevaluatie) alsmede het voor uw Vergadering zichtbaarder maken van keuzemogelijkheden/bestedingsvarianten in de begroting bij ongewijzigd beleid.
Twee eveneens in dat kader geïntroduceerde instrumenten zijn het jaarlijks te actualiseren financieel meerjarenperspectief en de voorjaarsnota.
De bedoeling van de voorjaarsnota was en is het vroegtijdig aan uw Vergadering bieden van de mogelijkheid om voor de nieuwe ruimte in de begroting de bestedingsrichtingen op hoofdlijnen te bepalen (in feite dus dualisme avant la lettre).
In de afgelopen jaren is op verschillende wijzen 2 getracht zo goed mogelijk vorm te geven aan deze gewenste betrokkenheid vóóraf van uw Vergadering en heeft zich gaandeweg een vorm ontwikkeld die – naar vorig jaar bleek – aan het beoogde doel tegemoetkomt:
§   een berekening van de voor het volgend jaar beschikbare ruimte in de diverse compartimenten;
§   bestedingsvoorstellen van de zijde van ons College die, behalve voor wat betreft de
  programakkoordprioriteiten en de financiële consequenties van eerder genomen besluiten, globaal
 van karakter zijn;
§   een wijze van behandeling door uw Vergadering, die door niet alleen kwalitatieve maar ook
kwantitatief vertaalde uitspraken nadrukkelijk richting geeft aan de verdere begrotingsvoorbereiding;
 
In z'n algemeenheid kan worden gesteld dat de relevantie van de voorjaarsnota als instrument toeneemt naarmate de tijd ten opzichte van het moment van opstellen van het programakkoord verstrijkt. Dit omdat zich veelal in de loop van een bestuursperiode in toenemende mate nieuwe, niet in het programakkoord voorziene ontwikkelingen voordoen die vragen om ook een financiële vertaling. Om deze reden doen wij dit jaar, immers alweer het voorlaatste van deze bestuursperiode, ook in deze categorie -op basis van een korte bestuurlijke inventarisatie- een aantal expliciete voorstellen. Dit in tegenstelling tot vorig jaar, toen voor de na aftrek van de eerste twee categorieën resterende ruimte alleen een aantal mogelijke bestedingsrichtingen zijn aangegeven.
 
Duidelijk moet echter zijn dat het er bij de voorjaarsnota om gaat uw Vergadering optimale mogelijkheden te bieden om richtinggevende keuzes te maken en daarmee de kaders te stellen waarbinnen de verdere begrotingsvoorbereiding zal plaatsvinden: het gaat bij de voorjaarsnota nadrukkelijk om de grote lijnen, hoofdzaken en/of relevante nieuwe ontwikkelingen gerelateerd aan de beschikbare extra ruimte voor het komende jaar. En dus níet om besluitvorming over tal van denkbare en zeer gevarieerde kleinere prioriteiten: dáárvoor dient de verdere begrotingsvoorbereiding zoals die ter hand kan worden genomen zodra de afzonderlijke begrotingen bij ongewijzigd beleid en later prioriteitsaanvragen beschikbaar zijn.
Ook voor gedetailleerde besluitvorming over verschuiving van middelen binnen de begroting bij ongewijzigd beleid is de behandeling van deze voorjaarsnota niet het aangewezen moment. Duidelijk mag zijn dat een aantal bezuinigingen op rijksbijdragen moet worden verwacht, waarvan overigens de precieze omvang en invulling nog niet bekend zijn. Nog los van het feit dat het eenvoudigweg niet mogelijk is, acht ons College het in beginsel ook niet gewenst deze met gemeentelijke middelen te willen compenseren. Daar waar wij het vervolgens – in het kader van de verdere en integrale begrotingsvoorbereiding – als wenselijk beoordelen bepaalde activiteiten toch in stand te houden zullen voorstellen om hiertoe binnen de bestaande/resterende rijksbudgetten verschuivingen aan te brengen als keuzemogelijkheden zo inzichtelijk mogelijk aan uw Vergadering worden voorgelegd.

2. Beschikbare ruimte.
 
In het financieel meerjarenperspectief 2005–2008 (eerder al rondgezonden als bijlage bij deze nota) is de voor de komende jaren beschikbare ruimte in de diverse compartimenten van de gemeentebegroting aangegeven. Anders dan vorig jaar, toen de in het financieel meerjarenperspectief berekende ruimte nog kon worden vermeerderd met de resultaten van de parallel lopende ombuigingsoperatie, is dit nu steeds inclusief de effecten van de ombuigingsoperatie 2004–2006.
 
Ten opzichte van het financieel meerjarenperspectief is inmiddels voor het jaar 2004 duidelijk geworden dat de uitkering via het Gemeentefonds van de zogenaamde behoedzaamheid sreserve niet zal plaatsvinden. Voor de begroting van de centrale stad resulteert dit in een nadeel van € 11 miljoen. Bovendien heeft de rijksoverheid besloten tot een aanvullend bezuinigingspakket, waarvan het effect in 2004 voor de centrale stad globaal berekend moet worden op circa € 10 miljoen. Onduidelijk is nog of dit doorwerkt naar 2005.
 
Ook wijzen wij op de grote invloed die de economische ontwikkelingen hebben op de (geraamde) saldi in de grondproductie. In het Programma Ruimtelijke Investeringen wordt hierop uitgebreid ingegaan. Deze ontwikkeling leidt tot diverse maatregelen: uitstel van planvoorbereiding en –ontwikkeling alsmede onderzoek naar mogelijkheden van planoptimalisatie zowel aan opbrengst- als uitgavezijde. Het financiële effect hiervan is nog niet te bepalen. Deze ontwikkeling maakt een grote alertheid noodzakelijk: de financiële ontwikkeling in de grondproductie kán leiden tot grote financiële effecten op de gemeentebegroting als geheel.
 
Een ander terrein waarop rijksmaatregelen zich zullen doen voelen is het grote steden-beleid (sociale pijler). De voorbereidingen voor de GSB III-periode (2005-2009) zijn in volle gang. Duidelijk is inmiddels dat de middelen die beschikbaar zullen komen voor de sociale pijler als gevolg van rijksplannen en rijksbezuinigingen fors zullen afnemen. Vooral op de middelen voor inburgering (oud- en nieuwkomers) en het onderwijsachterstandenbeleid wordt sterk bezuinigd. Ook de middelen die beschikbaar zullen komen voor leefbaarheid en veiligheid zullen niet toereikend zijn om alle ambities die Amsterdam zich heeft gesteld te kunnen realiseren. In 2005 en 2006 kan een deel van de bezuinigingen worden opgevangen door het benutten van in het verleden opgebouwde reserves. Rond de zomer zullen wij u over de verdere voortgang van het GSB informeren.
 
2.1. Structurele ruimte algemene dienst.
 
Het financieel meerjarenperspectief geeft voor de structurele ruimte in de algemene dienst in de resterende jaren van deze bestuursperiode het volgende beeld:
 
???????????†??????????????? 2006 totaal 2006 t.o.v. 2004  
structurele ruimte financieel meerj.perspectief 12,6 47,4 60
- waarvan als resultaat ombuigingsoperatie 23,3 34,9 58,2

Dit betekent dat de voor de algemene dienst berekende structurele ruimte ui tsluitend daadwerkelijk beschikbaar is als álle ombuigingsmaatregelen waartoe vorig jaar is besloten ook ten volle worden gerealiseerd. Dit geldt voor het jaar 2005, maar evenzeer voor 2006. Gebeurt dit niet, dan neemt de beschikbare ruimte navenant af.
In navolgende paragraaf wordt hier voor het jaar 2005 nader op ingegaan.
 
2.1.2. Realisatie ombuigingsmaatregelen.
 
Bij gelegenheid van de behandeling van de voorjaarsnota 2003 heeft al vorig jaar besluitvorming plaatsgevonden over een aantal ombuigingsma atregelen ook voor de jaren 2005 (optellend tot een bedrag van netto – dus gecorrigeerd voor de invoering van het BCF- € 23,3 miljoen) en 2006 (netto € 34,9 miljoen).
 
Voor 2005 betrof dit voor een bedrag van netto 3,86 miljoen maatregelen die direct in de begrotingen van het betreffende onderdeel worden verwerkt. Daarnaast is een aantal maatregelen opgenomen met een stelpostachtig karakter (optellend tot netto € 19,47 miljoen), welke nader van een invulling zouden worden voorzien:
§  taakstelling Brandweer          (€ 1,4  miljoen)
§   doorbelasting gemeentebrede bedrijfsvoeringsproducten    (€ 2  miljoen)
§  taakstelling Kunstenplan          (€ 4  miljoen)
§  ombuiging WVG-middelen          (€ 0,34  miljoen)
§  taakstelling Gemeentelijk Havenbedrijf       (€ 1,48  miljoen)
§   taakstelling subsidies (excl. kunst)         (€ 1,25  miljoen)
§   taakstelling gemeentelijke apparaatskosten algemeen  (€ 9   miljoen)
 
taakstelling Brandweer            (€ 1,4  miljoen)
 
Bij de behandeling van de voorjaarsnota 2003 is in het kader van de ombuigingstaakstelling bij de Brandweer een motie (Huffnagel c.s.) aangenomen betreffende de sluiting van de brandweerkazerne Haarlemmerpoort (taakstelling van € 1,01 miljoen). De motie geeft aan dat nog geen besluit wordt genomen over de sluiting van de brandweerkazerne Haarlemme rpoort in afwachting van nader onderzoek. Als uit dit onderzoek blijkt dat de sluiting van de kazerne onwenselijk is dan dient deze ombuiging door middel van alternatieven bij de Dienst Brandweer zelf gerealiseerd te worden.
Bij de begrotingsbehandeling 2 004 is besloten dat de Brandweer de ombuigingen voor 2005 (in totaal € 1,4 miljoen netto, waaronder de sluiting kazerne Haarlemmerpoort) mag gebruiken als dekking voor de meerjarenvisie van de Brandweer. Dit betekent dat dit bedrag van € 1,4 miljoen elders in deze voorjaarsnota (§ 3.1.b, financiële gevolgen eerdere besluitvorming) ten laste van de structurele ruimte moet worden gebracht.
De uitkomst van het onderzoek waaruit zal blijken of de kazerne Haarlemmerpoort gesloten kan worden, wordt eind april verwacht. Daarom is het op dit moment nog niet duidelijk of de kazerne Haarlemmerpoort gesloten kan worden en op welke wijze de ombuiging ingevuld gaat worden. Dit betekent ook dat de gevolgen voor de invulling van de meerjarenvisie eerst bij de begroting 200 5 inzichtelijk worden.
 
doorbelasting gemeentebrede bedrijfsvoeringsproducten    (€ 2  miljoen)
Algemene uitgangspunten bij deze door de Bestuursdienst te genereren inkomsten zijn:
–   geen gedwongen winkelnering: afname van de door te belasten diensten is vrij willig;
–   de door te belasten diensten betreffen geen wettelijke taken;
–   het betreft te realiseren inkomsten op structurele uitgaven;
–   het gaat om een integrale kostentoerekening: derhalve betreffen de te genereren inkomsten ook de indirecte kosten die via een inzichtelijke methodiek aan de relevante activiteiten behoren te worden toegerekend.
Een eerste uitwerking, waarmee de taakstelling wordt ingevuld, is beschikbaar. In het vervolgtraject zal ons College beoordelen of alle maatregelen aan genoemde uitgangsp unten voldoen. Zonodig worden alternatieve bezuinigingen geïnventariseerd.
 
taakstelling Kunstenplan           (€ 4  miljoen)
In het programakkoord is nog eens onderstreept dat alleen de vaststelling van het Kunstenplan het moment is voor beleidsafweging en eventuele nieuwe activiteiten. In dit besef heeft uw Vergadering bij de ombuigingsoperatie besloten het financiële kader voor het nieuwe Kunstenplan met € 4 miljoen te verlagen. Logischerwijze hebben wij vooruitlopend op de integrale afweging en invulling van de ombuigingstaakstelling -in de vorm van het concept-Kun stenplan– thans ook geen prioriteiten voor cultuur in onze voorstellen opgenomen.
 
ombuiging WVG-middelen          (€ 0,34  miljoen)
Met betrekking tot de Wet Voorzieningen Gehandicapten is een ombuigingstaakstelling op de apparaatskosten bij de GSD, de dienst Wonen, Stichting Tot&Met en DMO opgenomen van € 0,34 miljoen in 2005 en € 1,03 miljoen in 2006. Ons College verwacht in het najaar 2004 met een nadere invulling van deze ombuigingstaakstelling te kunnen komen. Het feit dat de invulling van deze taakstelling is vertraagd kan uiteraard ook leiden tot financiële vertraging, maar mede gelet op de zeer vroegtijdige besluitvorming heeft ons College afgesproken dat in dat geval compensatie binnen de betreffende portefeuille wordt geboden.
 
taakstelling Gemeentelijk Havenbedrijf         (€ 1,48  miljoen)
Als onderdeel van de ombuigingsoperatie is aan het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam (GHA) een taakstelling opgelegd van in totaal € 4,3 miljoen (2004: € 1,48 miljoen, 2005: € 1,48 miljoen en 2006: € 1,35 miljoen).
Door het GHA is een uitwerking van de maatregelen opgesteld waaruit blijkt dat van de taakstelling voor 2005 inmiddels al € 1,3 miljoen concreet is ingevuld (en voor 2006 € 0,5 miljoen). Uit deze uitwerking blijkt dat bij de taakstelling totaal 30,9 formatieplaatsen zijn betrokken, overeenkomend met 9% van de capaciteit van het GHA, en wordt gerekend op een bedrag van € 0,2 miljoen aan frictiekosten. Dit schetst naar onze mening een bevredigend beeld van de voortgang van de ombuigingen en biedt alle vertrouwen dat de taakstelling volledig zal worden gerealiseerd.
 
taakstelling subsidies (excl. kunst)         (€ 1,25  miljoen)
Bij gelegenheid van de be handeling van de voorjaarsnota 2003 heeft uw Vergadering besloten (motie Res) tot een taakstelling van € 2,5 miljoen (gelijkelijk te verdelen over de jaren 2005 en 2006) op de gemeentelijke subsidieverstrekkingen (exclusief kunst). Daarbij heeft u ons gevraagd een aanpak te volgen waarbij alle subsidierelaties gestructureerd heroverwogen worde n aan de hand van een voor subsidiënten en uw Vergadering inzichtelijke en eenvoudige beoordelingssystematiek.
Wij hebben hiertoe de volgende criteria geformuleerd:
–   zijn de activiteiten aan te merken als een beleidsmatige prioriteit (passen ze in het programakkoord);
–   concrete activiteiten of projecten gericht op bepaalde groepen Amsterdammers krijgen de voorkeur boven categorale subsidies;
–   mogelijkheden voor alternatieve inkomstenbronnen;
–   vinden activiteiten niet al elders plaats, al of niet gesubsidieerd;
–   wordt de instelling van rijkswege getroffen door de bezuinigingen op subsidie.
 
In bijlage 1 bij deze voorjaarsnota treft u een overzicht aan van de subsidieverstrekkingen die in onze optiek aan de hand van deze criteria voor beëindiging/korting in aanmerking komen. Bijlage 2 biedt het overzicht van alle gemeentelijke subsidies zoals opgenomen in de begroting 2004 (ingedeeld naar resultaatgebied).
Wij verzoeken uw Vergadering ons op hoofdlijnen aan te geven hoe te komen tot een invulling van de eerste tran che van de afgesproken ombuigingstaakstelling (€ 1,25 miljoen voor 2005), opdat wij dat in het vervolg van de begrotingsvoorbereiding nader kunnen uitwerken.
 
taakstelling gemeentelijke apparaatskosten algemeen    (€ 9  miljoen)
Bij de besluitvorming over de ombuigingsoperatie 2004 - 2006 is besloten tot een aanvullende ombuiging op de kosten van het ambtelijk apparaat van in totaal € 30 miljoen (bruto). Voor het jaar 2005 betreft dit een bedrag van € 9,0 miljoen netto (gecorrigeerd voor BCF, was € 9,7 miljoen).
Een in dit verband door uw Vergadering aangenomen motie van de raadsleden Asscher, Huffnagel en Res noemt diverse voorbeelden van bezuinigingsmogelijkheden. In algemene zin kan dit worden omschreven als een doelstelling van een soberder en kleiner ambtelijk apparaat.
 
In de maanden na de besluitvorming hebben wij een grote hoeveelheid projecten in beeld gebracht, waarin wij vervolgens de volgende clustering en prioritering hebben aangebracht:
1.  inkoop
Het betreft projecten waarbij snel besparingen zijn te realiseren.
2.  overhead en huisvesting
Het cluster overhead betreft een vergelijking van de huidige gemeentelijke overhead met interne en externe ‘beste voorbeelden’ en een toets op de toepasbaarheid binnen de eigen organisatie. Het betreffende onderzoek is binnenkort afgerond. Andere projecten zoals optimalisatie huisvesting (in combinatie met flexwerken) en interne tariefvorming zijn eveneens in dit cluster ondergebracht.
3.  primaire processen
Dit cluster omvat de projecten die, in samenhang met elkaar, kansrijk worden geacht om een echte innovatie via organisatieontwikkeling te realiseren. Doel is verbetering van de prestaties  binnen essentiële processen als werk en inkomen, woongerelateerde fraude, handhaving, vroegtijdige schooluitval en administratie erfpacht. Dit gebeurt door het gemeenschappelijk gebruik van basisregistraties (personen en vastgoed) en een optimaal gebruik van internet en callcenter technieken. De uitvoering kan geleidelijk plaatsvinden.
4.  shared services
Deze cluster betreft projecten om te komen tot service centra waarvan diensten gebruik kunnen maken, in het bijzonder op het terrein van personele zaken (zoals salarisadministratie) en ICT. Deze projecten vergen onderzoek vooraf, dat in het loop van dit jaar zal zijn afgerond.
5.   overige projecten
In deze groep vallen onder andere projecten om te komen tot een meer centrale regie om daarmee kosten te besparen. Voorbeelden zijn onderzoek door en in opdracht van de gemeente en beheer hoofdnetten auto en fiets.
 
De taakstelling voor 2005 wordt gerealiseerd via inkoopbesparingen.
 
2.2. Incidentele ruimte algemene dienst.
 
In het financieel meerjarenperspectief 2005-2008 is de incidentele ruimte in de algemene dienst voor 2005 berekend op € 100,1 miljoen + p.m., waarbij de pm-post sto nd voor het op dat moment nog niet bekende netto rekeningresultaat over 2003 dat conform de bestendige gedragslijn ten gunste of ten laste van de incidentele ruimte voor in dit geval 2005 komt, en daarmee weer onderdeel wordt van de integrale afweging.
Aan gezien het netto rekeningresultaat dit jaar negatief is (namelijk -/- € 5,9 miljoen, zie verder § 2.2.1) wordt dit bedrag ten laste van de incidentele ruimte voor 2005 gebracht.
Hiernaast heeft inmiddels besluitvorming plaatsgevonden over de verkoop van het gemeentelijk prioriteitsaandeel in de KTA BV. Normaliter zou de opbrengst hiervan (€ 4,5 miljoen) tot uitdrukking komen in de rekening 2004 en daarmee deel uitmaken van de incidentele ruimte voor 2006. Gezien echter de beleidsmatige koppeling aan de su bsidie voor AT5, die zoals bekend en ook in het financieel meerjarenperspectief ingeboekt met ingang van 2005 eindigt, stellen wij voor in dit geval van de bestendige gedragslijn af te wijken en genoemd bedrag toe te voegen aan de incidentele ruimte voor 2005 (zie verder onze voorstellen in § 3.2.e).
Met deze twee mutaties ten opzichte van het fi nancieel meerjarenperspectief komt de incidentele ruimte in de algemene dienst voor 2005 uit op € 98,7 miljoen (100,1 -/- 5,9 + 4,5).
 
Niet onvermeld mag blijven dat, zoals bekend, deze incidentele ruimte voor een bedrag van € 67 miljoen te danken is aan d e –overigens laatste tranche- vrijval vanuit het garantiefonds niet-marktconforme kosten UNA: zouden de onderhandelingen hieromtrent met een minder positief resultaat zijn afgesloten, dan zou ook de incidentele ruimte aanzienlijk lager zijn uitgekomen dan de laatste jaren te doen gebruikelijk.
 
2.2.1. Rekeningresultaat 2003.
 
Onderdeel van de incidentele financiële ruimte voor het komend jaar is het rekeningresultaat dat resteert na de besluitvorming daaromtrent in het kader van het jaarverslag/de jaarrekening van de centrale stad over het vorig jaar.
 
Vanaf de rekening over 1999 is in dit verband een goed werkbare aanpak gehanteerd: na vaststelling van het (bruto) rekeningresultaat op basis van de ingediende jaarrekeningen van de diensten en bedrijven vindt voorafgaand aan de behandeling van de voorjaarsnota besluitvorming plaats over de noodzakelijk op concernniveau te treffen voorzieningen en reserves. Het daarna resterende (netto) resultaat – dat positief of negatief kan zijn – wordt vervolgens betrokken bij de incidentele begrotingsruimte voor het volgende dienstjaar.
 
Dit leidt, indien het resultaat positief is, weliswaar tot een halfjaar vertraging in de besteding ervan, maar een belangrijk voordeel is dat op deze wijze een afzonderlijk verdeelmoment wordt vermeden, hetgeen de integrale afweging onmiskenbaar ten goede komt en bovendien zorgt voor iets van rust en stabiliteit in de bestuurlijke en ambtelijke drukte in de P&C-cyclus.
 
In het geval van een negatief resultaat wordt dat bij de besluitvorming over de rekening om financieel-technische redenen in eerste instantie ten laste van het weerstandsvermogen gebracht. Vervolgens wordt in het kader van de voorjaarsnota voorgesteld deze daling van het weerstandsvermogen ten laste van de incidentele ruimte voor het komend jaar weer “goed te maken”.
 
Een eerste behandeling van jaarverslag/jaarrekening over 2003 van de centrale stad staat gepland voor 16/17 juni 2004. Daarbij wordt uw Vergadering ter instemming een aantal besluiten voorgelegd welke vanuit de invalshoek risicoanalyse zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:
1.   het (gedeeltelijk) laten vrijvallen van bestaande voorzieningen;
2.   het toevoegen van bedragen aan bestaande voorzieningen;
3.   het vormen van nieuwe voorzieningen.
 
Het rekeningresultaat op b asis van de ingediende jaarrekeningen van de diensten komt uit op € 17,3 miljoen. De vervolgens uitgevoerde risicoanalyse op (met name) de voorzieningen leidt tot:
§  een vrijval van in totaal € 85,2 miljoen;
§  dotaties tot een bedrag van € 16,4 miljoen .
 
Het daarna resterende bedrag is € 86,1 miljoen. Wij stellen u in de rekening voor daarop in mindering te brengen het bedrag van € 92 miljoen voor de aanvullende dekking voor de Noord-Zuidlijn. Het netto rekeningresultaat komt daarmee uit op € 5,9 miljoen negat ief. Ervan uitgaande dat uw Vergadering met een en ander instemt, is dit bedrag in de rekening ten laste van het weerstandsvermogen gebracht.
Thans stellen wij u dus voor dit bedrag ten laste van de incidentele ruimte weer aan het weerstandsvermogen toe te voegen.
 
2.3. Werk en Inkomen.
 
In het financieel meerjarenperspectief is aangegeven dat in 2005 een overschot op de gebudgetteerde bijstand kan worden verwacht van circa € 44 miljoen. Essentiële veronderstellingen bij deze raming zijn dat de ontwikkeling van het aantal bijstandsgerechti gden in Amsterdam gelijke tred houdt met de ontwikkeling in de rest van Nederland en dat het gehanteerde verdeelmodel door het rijk niet voor 2005 wordt herschat.
Volgens de regels van het rijk zijn de overschotten in het inkomensdeel ter vrije besteding van de gemeente. Waar tot en met 2003 (onder het oude FWI) nog de regel bestond dat de overschotten besteed moesten worden in het verlengde van de wet, is in de WWB gekozen voor een evenwichtigere benadering en is gesteld dat als gemeenten tekorten zelf moeten bijpassen uit algemene middelen, overschotten ook weer in die algemene middelen zouden moeten kunnen vloeien.
 
2.4. Fondsen.
 
2.4.1. Mobiliteitsfonds.
 
Voor het meerjarenoverzicht van het Mobiliteitsfonds is uitgegaan van de volgende vooronderstellingen:
§   een gelijkblijvend areaal voor betaald parkeren;
§   voor 2005 wordt uitgegaan van de in de Parkeernota aangegeven stijging van de tarieven met gemiddeld € 0,20. Bij de besluitvorming over de in de Voorjaarsnota opgenomen ombuigingsmaatregelen is een verdergaande stijging van de parkeertarieven in de categorie “bestuurlijk niet gewenst” opgenomen;
§  een per saldo kostendekkende exploitatie van parke ergebouwen, waarvan het resultaat met het Mobiliteitsfonds wordt verrekend (inclusief het transferium onder de ArenA);
§   een jaarlijkse nominale aanpassing van de kosten van fiets- en verkeersveiligheidsbeleid, mobiliteitsbeleid en- onderzoek, beheer van het Mobiliteitsbeleid en de Centrale Fietsparkeerorganisatie.
 
Als gevolg van d e bij de ombuigingsoperatie aan de dIVV opgelegde taakstelling is onder meer een afdracht aan de algemene dienst uit het Mobiliteitsfonds opgenomen oplopend tot een bedrag van €1 miljoen in 2006. In het financieel meerjarenperspectief is deze taakstelling echter verwerkt oplopend tot een bedrag van € 1 miljoen in 2007. Om dit te corrigeren wordt ten opzichte van het FMP het bedrag aan bestaande verplichtingen in 2005 en in 2006 verhoogd met € 0,33 miljoen tot € 8,1 miljoen respectievelijk € 7,0 miljoen, waardoor het vrij besteedbare bedrag navenant daalt tot € 12,4 miljoen en € 13,5 miljoen. In 2005 bedraagt de afdracht aan de algemene dienst € 0,77 miljoen.
 
Op basis hiervan ontstaat onderstaand overzicht (voor een nadere specificatie verwijzen wij naar het financieel meerjarenperspectief 2005-2008):
 
bedragen x € 1 miljoen 2005 2006 2007 2008
voeding 20,5 20,5 20,5 20,5
bestaande verplichtingen (-/-) 8,1 7,0 7,0 7,1
jaarlijks te besteden ( = ) 12,4 13,5 13,5 13,4

2.4.2. ISV/SV-fonds.
 
In het financieel meerjarenperspectief is aangegeven dat het budgettair kader ISV 2005 ten opzichte van voorgaande jaren vrijwel wordt gehalveerd tot € 60,7 miljoen. In de rekening 2003 wordt een aantal toevoegingen aan dit kader voorgesteld van in totaal € 13,9 miljoen, waardoor het kader 2005 uitkomt op € 74,6 miljoen. Aangetekend wordt hierbij dat het vrijgevallen bedrag uitzonderlijk hoog is en uiteraard incidenteel. Er mag niet op worden gerekend dat het budgettair kader voor de jaren 2006 tot en met 200 9 jaarlijks met een dergelijk bedrag kan worden verhoogd.
 
Budgettair kader 2005 conform FMP 60,7
- vrijval SVF/ISV uit rekening 2003 10,0
- vrijval BWS/vrijval BWS 5e fonds 2,9
- vrijval sanering geluid & disagioleningen 1
Budgettair kader 2005 74,6


3. Voorstellen voor besteding van de beschikbare ruimte.
 
3.1. Structurele ruimte algemene dienst.
 
Ons College stelt voor ten laste van de beschikbare structurele ruimte in de algemene dienst voor 2005 van € 12,6 miljoen in ieder geval te brengen:
a  derde, voorlaatste tranche programakkoordprioriteiten
b  financiële vertaling eerdere besluitvorming
c   stelpost overige prioriteiten verdere begrotingsvoorbereiding
d   financiële consequenties nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten
 
a. Derde tranche programakkoordprioriteiten.
 
Zoals uit onderstaand schema blijkt is van de structurele programakkoordprioriteiten (€ 43,9 miljoen) al een g root deel (€ 30,3 miljoen ofwel bijna 70%) in de begrotingen 2003 en 2004 verwerkt. Dit betekent dat in de begrotingen voor 2005 en 2006, de laatste twee jaar van deze bestuursperiode, nog een bedrag van € 13,3 miljoen moet worden gereserveerd.
Gezien de voor 2005 zeer beperkt beschikbare ruimte, niet al leen ten opzichte van eerdere jaren maar ook –naar het zich thans laat aanzien- ten opzichte van 2006, hebben wij ons genoodzaakt gezien scherp te kijken of en in hoeverre de betreffende prioriteiten nog steeds actueel en wenselijk zijn dan wel waar het eventueel mogelijk is voor een aangepaste fasering of heroverweging te kiezen.
 
Dit brengt ons tot de volgende conclusies:
§   openbare orde en veiligheid (agressie en geweld)
Aangezien het cameratoezicht naar verwachting in 2005 uit de brede doeluitkering GSB kan worden gedekt, kan worden volstaan met een derde tranche van € 0,2 miljoen;
§   werk en inkomen
Per 1 januari 2005 zal de nieuwe dienst voor werk en inkomen (DWI) operationeel zijn. Bij het aanstaande begrotingsproces wordt voor de DWI een begroting opgesteld. Het thans nog niet gebruikte deel van de programakkoordprioriteit (€ 4,4 miljoen) voor het op orde brengen van de GSD is met de oprichting van DWI dan ook niet meer nodig;
§  zorg
Wij stellen voor hier het volledige resterende bedrag voor deze programakkoordperiode op te nemen (€ 0,32 miljoen). Samen met de (in 2004 incidenteel ingezette) resterende middelen uit de motie Asscher, Huffnagel en Res van vorig jaar (€ 0,24 miljoen) is dan met ingang van 2005 € 0,56 miljoen extra beschikbaar voor hulpverleni ng bij vervoer crisisopvang, verslavingszorg, preventieve gezondheidsvoorlichting alsmede preventie en opvang slachtoffers loverboys.
§  educatie, jeugd & diversiteit
-   met de omvangrijke hoeveelheid extra middelen die in 2004 structureel ter beschikking zijn gekomen voor onderwijshuisvesting (€ 9 miljoen; motie Asscher, Huffnagel, Res) is een invest eringsprogramma voor het voortgezet onderwijs mogelijk gemaakt tot en met het jaar 2008. Hierin zijn de VMBO-scholen opgenomen. Gelet hierop achten wij het niet nodig voor het jaar 2005 een deel va n de resterende programakkoordmiddelen in te zetten;
-  voor de exploitatie van de bibliotheek hebben wij de helft van de resterende programakkoordmiddelen opgenomen, echter nadrukkelijk onder voorbehoud van het tijdig beschikbaar komen van een geactualiseerde/verbeterde exploitatieopzet;
§   verkeer en infrastructuur
-   in 2000 heeft uw Vergadering bij de aanvaarding van de subsidiebeschikking voor de Noord-Zuidlijn onder meer besloten tot en met de begroting 2007 jaarlijk s € 9,7 miljoen te reserveren voor het gemeentelijk aandeel van de kosten. Dit betekent een beslag op de structurele ruimte van € 0,63 miljoen;
-  voor het onderhoud van de hoofdinfrastructuur is tot en met 2003 in de begroting nog een investeringsbedrag beschikbaar van € 28,3 miljoen, waarvoor nog geen kredieten in procedure zijn gebracht. Gegeven de beperkte structurele ruimte hebben wij daarom voor 2005 volstaan met een reservering van € 1 miljoen, opdat de voorbereiding van voor 2006 voorgenomen projecten adequaat ter hand kan worden genomen en deze in 2006 ook daadwerkelijk in uitvoering kunnen worden genomen. Dit legt een beslag op de structurele ruimte van € 0,08 miljoen;
§   bestuur en concern (burger koning)
Gezien de tot nu toe structureel beschikbaar gestelde middelen en de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de dienstverlening achten wij aanvulling van het budget in 2005 niet nodig.
 
In algemene zin tekenen wij hierbij overigens aan dat daadwerkelijke toekenning als altijd afhankelijk is van het in de verdere begrotingsvoorbereiding conform de daarvoor op te stellen richtlijnen beschikbaar komen van concrete, goed onderbouwde en uitvoeringsgerede plannen. Het belang daarvan is vorig jaar ook door uw Vergadering door het aannemen van de motie Asscher, Huffnagel en Res nogmaals onderstreept en in de begrotings voorbereiding 2004 eens te meer gebleken.
 
Dit leidt tot het volgende totaalbeeld (alle bedragen voor 2005 netto):
 
bedragen x € 1 miljoen program- begroting begroting   begroting
resultaatgebied akkoord 2003 2004 restant 2005
1. openbare orde en veiligheid 4,0 1,8 1,1 1,1 0,2
2. werk en inkomen 18,0 9,2 4,4 4,4 ---
3. zorg 2,0 1,33 0,35 0,32 0,32
4. educatie, jeugd en diversiteit
- deltaplan onderwijs
- vmbo-scholen
- exploitatie bibliotheek
 
0,4
2,1
4,0
 
0,45
0,14
---
  
---
---
1,35
 
---
1,96
2,65
 
---
---
1,33
5. verkeer en infrastructuur
- Noord-Zuidlijn
- onderhoud hoofdinfrastructuur
 
2,3
4,0
 
0,58
1,0
  
0,5
1,68
 
1,22
1,32º
 
0,63
0,08
6. openbare ruimte en groen 1,0 1,0 -- - --- ---
8. milieu en water 1,0 1,2 0,0 --- ---
9. sport en recreatie 1,1 1,1 0,0 --- ---
10. economie en haven 1,5 1,5 0,0 --- ---
14. bestuur en concern
- dualisering
- burger koning
- internationale betrekkingen
 
1,7
0,4
0,4
 
1,7
0,1
0,1
 
---
0,15
0,15
 
---
0,15
0,15
 
---
---
0,08
           
totaal a. 43,9 21,2 9,68 13,3ºº 2,64
º = bruto-bedrag vóór BCF-corr ectie: netto € 1,11 miljoen
ºº = eveneens bruto; netto 13,1 (overige bedragen BCF-ongevoelig)
 
b . Financiële vertaling eerdere besluitvorming.
 
b.1. Eerdere besluitvorming.
 
Brandweer.
 
Eerder in deze voorjaarsnota (§ 2.1.2) is al gememoreerd dat uw Vergadering bij de behandeling van de begroting voor 2004 ermee heeft ingestemd dat de Brandweer de ombuigingen voor 2005 mag gebruiken als dekking voor de meerjarenvisie. Dit betekent een beslag op de structurele ruimte van netto € 1,4 miljoen.
 
b.2. Aangenomen moties.
 
Bij gelegenheid van onder meer de behandeling van de begroting 2004 heeft uw Vergadering een aantal moties aangenomen waarin ons College wordt verzocht om (uiterlijk) in het kader van de voorjaarsnota resp. de begroting voor 2005 nadere voorstellen aan u voor te leggen. Tevens heeft ons College op een enkel onderwerp een toezegging van vergelijkbare strekking gedaan. Dit betreft navolgende moties/toezeggingen:
 
nummer korte inhoud
507’’ (758) MCA
509’ incidentele prioriteit voor de Hortus omzetten in structurele prioriteit indien eerste resultaten naar aanleiding van concept-beleidsplan positief zijn
570 .. te rapporteren over de mogelijkheden tot verbetering van de exploitatie van de IJ-veren
576 .. te rapporteren over precieze stand van zaken rond planvorming en financiering van fietsenstalling en fietspassage op het stationseiland
583 afname budget armoedebeleid moet structureel worden gecompenseerd, voorstel bij de voorjaarsnota
606’ na inwerkingtreding verdrag van Valetta structurele oplossing vinden voor wettelijke taken afdeling Archeologie
620’’’ (803) .. met een plan te komen de gebruikersruimten langer dan het huidige aantal uren te kunnen openstellen
672 uitvoeringsperspectief Singelgrachtzone voorleggen + aangeven hoe financiering komende jaren zal worden geregeld
674 ..nota voorleggen over investeringsprioriteiten op het gebied van infrastructuur tot 2010, waarin onder andere rekening wordt gehouden met nieuwe GDU-plusregeling en Regionale Mobiliteitsfonds
2681 toezegging (n.a.v. vervolgens ingetrokken motie 538) griffie-uitbreiding

Wij herinneren ons uiteraard de levendige gedachtewisseling die wij vorig jaar met uw Vergadering mochten hebben over de wijze van omgaan met eerder aangenomen moties. Een herhaling van een dergelijk debat lijkt ons desalniettemin niet al te effectief: reden waarom wij thans voorstellen tot afrondende besluitvorming over te gaan bij die moties/toezeggingen welke een nadrukkelijk verzoek tot het regelen van de financiële dekking bevatten en voorzover de financiële consequenties voldoende in beeld zijn gebracht.
Deze benadering brengt ons tot navolgende toelichtingen.
 
Voorstel 507’’/758: subsidiëring Milieucentrum Amsterdam.
Met het aannemen van het amendement van het raadslid mevr. Dalm c.s. (Gemeenteblad 2003, afd. 1, nr. 758) werd de subsidie voor het Milieucentrum Amsterdam (MCA) voor de periode 2004-2007, dus meerjarig incidenteel verhoogd ten laste van de post Grote Groenprojecten. In ons preadvies bij het niet in stemming gekomen amendement van het raadslid de heer Wolf c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 514) hebben wij aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het voorstel om begin 2005 een voorstel te doen over (omvang en voorwaarden bij) de structurele subsidiëring van het MCA en de regeling voor incidentele subsidiëring van het MCA. Daarbij gaven wij aan dat de behandeling van de voorjaarsnota 2004 voor uw Vergadering het aangewezen moment zou zijn om een richtinggevende uitspraak te doen over een eventuele verandering van het subsidiebedrag. Op gron d van dit preadvies achten wij thans een afweging aan de orde om te bezien of de incidentele dekking met ingang van 2005 omgezet moet worden in een structurele dekking.
De structurele subsidie voor MCA is in de begroting 2004 incidenteel verhoogd met € 96.940 en daarmee op € 193.190 gekomen. Deze subsidie dekt de 4,2 formatieplaatsen met vaste lasten. De totale formatie bestaat uit 4,8 plaatsen en 0,3 door vrijwilligers bezette formatieplaatsen.
Gelet op de regelmatig uitgesproken wensen van uw Vergadering inzake de subsidiëring van het MCA, stellen wij u voor ook de thans deels incidenteel gedekte subsidie om te zetten in een structureel subsidie, hetgeen een beslag van € 97.000 legt op de structurele ruimte.
Hierdoor kan de dekking ten laste van de incidentele post Grote Groenproject en weer ter beschikking komen van het oorspronkelijke doel.
 
Voorstel 509’: Hortus.
Gezien de herhaaldelijk door uw Vergadering uitgesproken wens hiertoe stellen wij voor het vorig jaar incidenteel gedekte extra bedrag van € 0,2 9 miljoen thans ten laste van de structurele ruimte te brengen. Dit wel onder de voorwaarde dat de Hortus uiterlijk 1 september aantoont de onlangs vastgelegde resultaatafspraken te zijn nagekomen.
 
Voorstel 570: verbetering exploitatie IJ-veren.
Voor het zomerreces zal aan uw Vergadering een beleidskader voor de verbetering van de exploitatie van de IJ-veren worden gepresenteerd. In dit beleidskader zal ook worden ingegaan op de dekking van de kosten. Er wordt geen beslag gelegd op de algemene dienst.
 
Voorstel 576: planvorming en bekostiging fietsenstalling en fietspassage op het Stationseiland.
Op 11 februari jl. is de Raadscommissie geïnformeerd over de stand van zaken van het project. Voor de kosten van de uitvoering van de fietspassage zal een bijdrage aan het ROA worden gevraagd; het gemeentelijk aandeel zal binnen het Mobiliteitsfonds worden gedekt.
 
Voorstel 583: armoedebeleid.
In genoemde motie van het raadslid Jamari wordt gesteld dat de bezuinigingen van het rijk op het armoedebeleid structureel m oeten worden opgevangen (€ 14,8 miljoen). Duidelijk zal zijn dat dit –los van de vraag of wij dit als wenselijk beschouwen- gegeven de beschikbare structurele ruimte eenvoudigweg onmogelijk is. Wij stellen derhalve voor om het benodigde bedrag tot en met h et einde van deze programakkoordperiode incidenteel te dekken uit het inkomensoverschot WWB (zie verder
§ 3.3)
 

Voorstel 606’: afdeling Archeologie (dAB).
Motie 606’ geeft aan dat voor archeologische werkzaamheden een structurele oplossing gevonden moet worden na het in werking treden van het Verdrag van Malta (Valletta). Vooralsnog is niet duidelijk wanneer dit aan de orde is. Vanuit dat oogpunt is het dan ook eigenlijk voorbarig daar thans op vooruit te lopen.
Gelet echter op de nadrukkelijke wens om e en basis te bieden voor de archeologische taken (waarvoor thans een budget nodig wordt geacht van € 0,58 miljoen, waarvan € 0,36 miljoen al structureel beschikbaar) en om de incidentele dekkingen te beëindigen wordt voorgesteld aanvullend € 0,22 miljoen te n laste van de structurele ruimte te brengen.
 
Voorstel 620’’’(803): openstelling gebruikersruimten.
Uit een eerste verkenning is ons gebleken dat aan verruiming van de openstelling van de gebruikersruimten aanzienlijke structurele kosten verbonden zijn (verruiming tot 12 uur per dag kost
€ 0,16 miljoen per gebruikersruimte, dus voor de drie gebruikersruimten die er zijn € 0,48 miljoen). Dit staat naar onze mening niet in verhouding tot de positieve resultaten in termen van overlastverminde-ring en betere opvang. Wij stellen derhalve voor hiervan af te zien.
 
Voorstel 672: uitvoeringsperspectief Singelgrachtzone.
De rapportage over onderdelen van het project Singelgrachtzone welke in de loop van de tijd zijn of worden voorbereid en uitgevoerd is inmiddels in de Raadscommissie behandeld.
 
Voorstel 674: meerjaren-investeringen infrastructuur.
Ten behoeve van de komende begrotingen hebben wij tevens een Meerjaren Infrastructuur Programma Amsterdam 2004–2014 (MIP) opgesteld waarin de tot 2014 gewenste infrastructurele maatregelen alsmede de dekkingsrichting zijn opgenomen. Enerzijds is de realisatie van deze projecten noodzakelijk om de uitvoeringsplanning voor de railprojecten Noord-Zuidlijn en de IJtram 2e fase te kunnen waarborgen. Anderzijds is sprake van een belangrijke samenhang met de ontwikkeling van de stedelijke gebieden IJburg en westelijke tuinsteden alsmede met de bereikbaarheid per auto van het ArenAboulevard-gebied in Zuidoost met daarbij het verkeersveiliger maken van de in- en uitstroom van bezoekers. Het betreft hier aanpassingen tramlijn 5 vanwege de aanleg van het nieuwe metroviaduct over de Beethovenstraat, de zuidelijke beëindiging van de Noord-Zuidlijn, de A1/A9-aansluiting IJburg, dynamisch verkeersmanagement alsmede een aantal voorbereidingskredieten.
Het MIP is separaat aan uw Vergadering aangeboden.
 
Toezegging griffiekosten.
Bij gelegenheid van de begrotingsbehandeling heeft het raadslid Bruines een motie ingediend (nr. 538) met het verzoek om meer geld vrij te maken ten behoeve van de griffie en dit ten laste te brengen van de begroting van de Bestuursdienst. Ons College heeft toen toegezegd (nr. 2681), en is dat nog immer voornemens, met een oplossing te zullen komen, waarna genoemde motie is ingetrokken. Het functioneren van de griffie wordt op dit moment geëvalueerd. Naar het zich thans laat aanzien zal dit zich vertalen in een nog nader uit te werken verzoek om uitbreiding van zowel het structurele als incidentele budget.
Aangezien de evaluatie nog niet is afgerond en gelet op aard en omvang van de onderliggende onderwerpen, stellen wij voor een en ander nader af te wegen in het kader van de verdere begrotingsvoorbereiding en op dat moment met een adequaat voorstel te komen.
 
Totaaloverzicht financiële vertaling eerdere besluitvorming.
 
Het voorgaande resulteert in onderstaand overzicht:
 
???????????†?????????
begroting 2005  
b.1 eerdere besluitvorming  
- meerjarenvisie Brandweer 1,4
b.2 aangenomen moties/toezeggingen  
507’’/758 MCA 0,1
509’ Hortus 0,29
606’ Archeologie 0,22
2681 kosten griffie p.m.
   
totaal b: financiële vertaling eerdere besluitvorming  2,01 + p.m  

 

c . Stelpost overige prioriteiten verdere begrotingsvoorbereiding.
 
Jaarlijks doen zich tijdens de begrotingsvoorbereiding niet eerder voorziene/voorzienbare ontwikkelingen voor, waarvoor het noodzakelijk wordt geacht via de ruimte voor prioriteiten middelen beschikbaar te stellen. Via de ruimte voor prioriteiten omdat en waar het niet gaat om zaken die in de begroting bij ongewijzigd beleid behoren te worden opgenomen maar om ond erwerpen waarover wij expliciete besluitvorming door uw Vergadering wenselijk achten.
De ervaring leert dat het hierbij om aanzienlijke bedragen kan gaan: zo werd bij de begrotingsvoorbereiding voor 2003 voor een bedrag van ruim € 40 miljoen aan prioriteiten in deze categorie gevraagd, waarvan € 9,7 miljoen in ons verdelingsvoorstel inpasbaar bleek en ook door uw Vergadering werd geaccordeerd. Voor 2004 betroffen deze bedragen € 17,6 respectievelijk € 3 miljoen.
Zeker omdat van een uitgebreide inventarisatie van gewenste prioriteiten is afgezien, zullen dergelijke onderwerpen zich zonder twijfel ook dit jaar in de loop van de verdere begrotingsvoorbereiding manifesteren. Een stelpost van beperkte omvang (€ 2,5 miljoen) achten wij derhalve noodzakelijk.
 
bedragen x € 1miljoen begroting 2005
c: stelpost overige prioriteiten verdere begrotingsvoorbereiding 2,5

 
d . Financiële consequenties nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten.
 
Zoals in de inleiding bij deze voorjaarsnota al aangegeven, doen zich naarmate de tijd sinds het opstellen van een programakkoord verstrijkt in toenemende mate nieuwe ontwikkelingen en bestuurlijke prioriteiten voor die om ook een financiële vertaling vragen: de stad staat immers niet stil.
Om deze reden stellen wij u, op basis van een korte bestuurlijke inventarisatie, voor om voor navolgende onderwerpen een deel van de voor volgend jaar beschikbare structurele ruimte te reserveren.
 
Proceskosten projectbureau Noord waarts en coördinatiebureau Zuidoostlob  (€ 1,5 miljoen)
Wij achten voor de verdere ontwikkeling van onze stad de planvorming voor desbetreffende locaties van groot belang en stellen daarom voor, gegeven ook de teruggang van de ISV-middelen, een bedrag van € 1,5 miljoen ten laste van de structurele ruimte in de algemene dienst te brengen (zie ook § 3.2.d, incidentele ruimte algemene dienst).
 
ICT                      (€ 0,5 miljoen)
Wij stellen voor een bedrag van € 0,5 miljoen ten laste van de structurele ruimte te b rengen om een aantal ontwikkelingen op ICT-gebied te kunnen starten en/of doorzetten. Hierbij gaat het om privacybescherming/naleving van de Wet bescherming persoonsgegevens, planning & control van de ICT alsmede de verdere inrichting, beheer en exploitatie van intranet/portaal Amsterdam.
 
Harde kern probleemjeugd: tegengaan schooluitval        (budgettair neutraal)
Om de grote schooluitval tegen te gaan achten wij het wenselijk voorzieningen te treffen om beginnende probleemjeugd in een min of meer gedwongen kader een ambacht te leren. Wij hebben hiervoor echter geen extra financiële reservering getroffen. Vanuit een integrale aanpak achten wij het wenselijk en mogelijk om dit initiatief te betrekken bij de verdeling van het werkbudget in het resultaatgebied Werk en Inkomen.
   
Winstafdrachtregeling Gemeentelijk Havenbedrijf         (€ 0,49 miljoen)
In het programakkoord is het voornemen uitgesproken om te komen tot een vorm van winstafdracht. Door ons College is daartoe een regeling opgesteld op basis waarvan aan het GHA een deel van de ontwikkeling van de exploitatie (omzet en winst) ter beschikking wordt gesteld. Deze regeling is ter kennisneming toegezonden aan de Raadscommissie. Uitgaande van de in het FMP geschetste ontwikkeling van het resultaat van het GHA bedraagt voor 2005 het aandeel van het GHA € 490.000. Wij stellen voor dit bedrag ten laste van de structurele ruimte te brengen. Door het GHA is aangegeven dat dit bedrag zal worden aangewend ter versterking van de acquisitiefunctie.
 
Exploitatie multifunctioneel centrum Zeeburg          (p.m.)
In het verleden is de vraag aan de orde geweest of behalve het stadsdeel Zeeburg ook de centrale stad zou bijdragen in de exploitatiekosten van het multifunctioneel centrum Zeeburg. Aangezien het overleg met het stadsdeel hierover nog gaande is hebben wij dit onderwerp vooralsnog als een p. m-post opgenomen.
 
Elektronisch kiezen                (€ 0,4 miljoen)
De hiermee samenhangende investeringen zijn in de afgelopen jaren meermaals onderwerp van gesprek geweest. Ons College meent dat thans het moment is gekomen om afscheid te nemen van het rode potlood en stelt daarom voor een bedrag van € 0,4 miljoen ten laste van de structurele ruimte te brengen, opdat bij de eerstvolgende reguliere verkiezingen in 2006 elektronisch kan worden gestemd.
 
§   Totaaloverzicht nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten.
 
Het voorgaande resulteert in onderstaand overzicht van in ons voorstel ten laste van de structurele ruimte te brengen nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten:
 
bedragen x € 1miljoen begroting 2005
- Noordwaarts + Zuidoostlob 1,5
- ICT-ontwikkelingen 0,5
- Haven 0,49
- exploitatie multifunctioneel centrum Zeeburg p.m.
- elektronisch kiezen 0,4
   
totaal d. nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten 2,89 + p.m.

 
e . Totaaloverzicht voorgestelde bestedingen ten laste van de structurele ruimte algemene dienst.
 
De voorgaande onderdelen leiden tot het volgende totaaloverzicht van het beslag op de structureel beschikbare ruimte in de algemene dienst ( € 12,6 miljoen):
 
bedragen x € 1 miljoen begroting 2005
totaal a: derde tranche programakkoordprioriteiten 2,64
totaal b: financiële vertaling eerdere besluitvorming 2,01 + p.m
c: stelpost overige prioriteiten verdere begrotingsvoorbereiding 2,5
totaal d. nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten 2,89 + p.m.
   
totaal a t/m d 10,04 + p.m.

Dit betekent dat voor door uw Vergadering aan te geven nadere accenten een bedrag van € 2,56 miljoen resteert.
 
3.2. Incidentele ruimte algemene dienst.
 
Voor wat betreft de incidentele ruimte in de algemene dienst (van € 98,7 miljoen) stelt ons College voor ten laste daarvan te brengen:
a   derde tranche van de incidentele programakkoordprioriteiten;
b  financiële gevolgen van eerdere besluitvorming;
c   stelpost overige prioriteiten verdere begrotingsvoorbereiding;
d  aandeel stadsdelen in vrijval UNA-middelen;
e   nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten.
 
a . Derde tranche programakkoordprioriteiten.
 
In het programakkoord is voor een bedrag van € 12 7,9 miljoen + p.m. aan incidentele prioriteiten opgenomen, waarbij de p.m-post bedoeld was voor het resterende deel van de gemeentelijke bijdrage in de aanlegkosten van de Noord-Zuidlijn. In de begroting 2003 is hiervan een aanzienlijk deel (ruim 50 miljoe n ofwel bijna 40 % alsmede 66 miljoen ter gedeeltelijke invulling van de p.m-post) verwerkt. Dit was m ogelijk doordat de incidentele ruimte voor 2003 ongewoon groot was (in totaal ruim € 156 miljoen) door de vrijval van een deel van de UNA-gelden.
In de begroting 2004 –waarvoor aanzienlijk minder incidentele ruimte beschikbaar was- is vervolgens een tweede tranche van 29,5 miljoen verwerkt (bijna 25 %), zodat nu voor de jaren 2005 en 2006 nog een bruto-bedrag van in totaal € 49,35 miljoen resteert (netto na BCF-correctie € 48,1 miljoen)
Wij stellen voor hiervan in beginsel de helft in de begroting 2005 op te nemen, met uitzondering van de programakkoordprioriteit voor het Stadsdeelfonds waarvan de eerste helft is verwerkt in de begroting 2003 en de tweede h elft conform eerdere besluitvorming (jaarplan/begroting 2003) beschikbaar komt in 2005.
Ook voor de incidentele programakkoordprioriteiten geldt overigens uiteraard de algemene voorwaarde van het tijdig beschikbaar komen van concrete, goed onderbouwde en uitvoeringsgerede plannen.
 
Dit resulteert in onderstaand voorstel (alle bedragen voor 2005 netto):
 
???????????†??????????
program- begroting begroting   begroting  
resultaatgebied akkoord 2003 2004 restant 2005
1. openbare orde en veiligheid 10,0 2,5 2,5* 5,0 2,5
2. werk en inkomen 12,1 12,1 --- --- ---
3. zorg 0,0 0,1 --- --- ---
4. educatie, jeugd en diversiteit
- onderwijsvoorzieningen
- nieuwbouw OBA
 
3,8
50,0
 
4,58
8,4
 
---
16,6
 
---
25,0
 
---
12,5
5. verkeer en infrastructuur p.m. 66,0 --- --- ---
6. openbare ruimte en groen 10,0 2,5 3,75 3,75 1,88
7. cultuur en monumenten 2,0 1,0 1,0 --- ---
9. sport en recreatie
- achterstallig onderhoud sport
- achterstallig onderhoud Bos
 
10,0
5,0
 
2,5
1,25
 
3,75
1,9
 
3,75
1,85º
 
1,88
0,8
12. stedelijke ontwikkeling 0,0 0,14 --- --- ---
13. middelen 20,0 10,0 --- 10,0ºº 9,0
14. bestuur en concern 5,0 5,0 --- --- ---
           
totaal a. 127,9 + p.m 116,1 29,5 49,35ººº 28,56
* = het in de begroting 2004 in dit resultaatgebied opgenomen bedrag van € 3,75 miljoen is voor € 1,25 miljoen ingezet voor strikt genomen niet tot de werkingssfeer van deze programakkoordprioriteit behorende projecten (metrowachten): derhalve wordt thans gerekend met € 2,5 miljoen voor 2004 en dus een restant van € 5 mln.
º = bruto; nettobedrag is € 1,60 miljoen, daarvan de helft maakt € 0,8 in begroting 2005
ºº = bruto; nettobedrag is € 9,0 miljoen
ººº = eveneens bruto; netto = € 48,1 miljoen, overige posten BCF-ongevoelig
 
b . Financiële vertaling eerdere besluitvorming.
 
b.1. Meerjarig incidentele prioriteiten.
 
Bij de begrotingen voor 2003 en 2004 heeft uw Vergadering ingestemd met een aantal incidentele prioriteiten welke een meerjarig karakter hebben. Op grond daarvan moeten navolgende incidentele verplichtingen (netto: gecorrigeerd voor de invoering van het BCF) voor de begrotingsjaren 2005 en 2006 ten laste van de beschikbare incidentele ruimte worden gebracht:
 
???????????†?????
2005 2006  
- fietsendiefstalpreventie 573 573
- professionalisering Salto 200 0
- projectorganisatie ouder en kind centra 200 200
b.1 totaal meerjarig incidenteel 973 773

b.2. Aangenomen moties.
 
Ook waar het gaat om de incidentele ruimte in de algemene dienst zijn eerder moties aangenomen die tot een beslag op de ruimte kunnen leiden:
 
519’’ voor omzetten koop- in huurwoningen zo mogelijk bij voorjaarsnota € 3,5 miljoen toevoegen aan VE-fonds
566’ (779) voortgang financiële gezond making Artis opnieuw beoordelen teneinde vóór het einde van collegeperiode tot gezonde subsidierelatie te komen
586’ (785) .. actieplan inclusief financieringsvoorstel waarin concreet vorm wordt gegeven aan actief burgerschap van Amsterdamse jongeren

Voorstel 519’’: omzetten koopwoningen in huurwoningen
Door uw Vergadering is vorig jaar de wens uitgesproken om € 10 miljoen toe te voegen aan het Vereveningsfonds als dekking voor het tekort dat ontstaat als koopwoningen worden omgezet in huurwoningen. Bij de besluitvorming over de begroting voor 2004 is al € 6,5 miljoen toegevoegd ten laste van de toen vrijgevallen UNA-middelen. Wij stellen voor het resterende bedrag (€ 3,5 miljoen) thans ten laste van de incidentele ruimte te brengen.
 
Voorstel 566’ (779): Artis.
Anders dan bij de Hortus en het MCA gaat het hier niet om dekking van de exploitatielasten van gesubsidieerde instellingen maar om het opbouwen van een eigen vermogen. Hiervoor zijn uiteraard goede redenen, maar het betreffende bedrag blijft arbitrair. Gezien de beperkt beschikbare ruimte stellen wi j voor niet het in het externe rapport gevraagde bedrag op te nemen, maar gedurende vier jaar (derhalve meerjarig incidenteel) € 0,25 miljoen beschikbaar te stellen. Op deze wijze wordt een eigen vermogen van € 1 miljoen opgebouwd.
 
Voorstel 586’ (785): ac tief burgerschap Amsterdamse jongeren.
Op 29 januari is een eerste notitie over burgerschap bespoken in de commissie AZ en afgesproken dat nadere uitwerking in een later stadium nog separaat aan de commisisie zou worden voorgelegd.
Amsterdams Burgerschap beoogt dat meer mensen:
–   een band hebben met Amsterdam;
–   betrokken zijn bij hun omgeving;
–   zich gedragen zoals het hoort;
–   duidelijkheid hebben over onderlinge verplichtingen, verwachtingen en wederzijdse verantwoordelijkheden.
In z’n algemeenheid gaat het hierbij in concreto om onderwerpen en activiteiten die op de betrokken terreinen passen binnen het reguliere werk en bestaande beleidsprioriteiten en naar onze mening derhalve binnen bestaande capaciteit en budgetten behoren te worden opgevangen. Wij zien derhalve geen aanleiding thans aanvullende middelen beschikbaar te stellen.
 
b.3. Ffrictiekosten.
 
Om de structurele ombuigingen te kunnen realiseren zullen in sommige gevallen (bijvoorbeeld subsidiebeëindiging) op incidentele basis frictiekosten onvermijdelijk zijn. Hiertoe hebben wij een p.m-post opgenomen.
 
§  Overzicht financiële vertaling eerdere besluitvorming.
 
Voor wat betreft de financiële vertaling van eerdere besluitvorming leiden de voorgaande drie punten tot onderstaand voorstel:
 
bedragen x € 1miljoen begroting 2005
b.1 meerjarig incidenteel 0,97
b.2 aangenomen moties/toezeggingen  
       519’ omzetten koop- naar huurwoningen   3,5
566’/770 Artis (meerjarig voor 4 jaar) 0,25
b.3 frictiekosten p.m.
   
totaal b: financiële vertaling eerdere besluitvorming 4,72 + p.m.

c . Stelpost overige prioriteiten verdere begrotingsvoorbereiding.
 
Ook voor de incidentele ruimte geldt dat het noodzakelijk is een adequaat bedrag beschikbaar te houden voor niet eerder voorziene/te voorziene priori teiten die zich in de loop van de verdere begrotingsvoorbereiding aandienen. Ter illustratie: bij de begrotingsvoorbereiding voor 2003 werd voor een bedrag van ruim € 114 miljoen aa n prioriteiten in deze categorie gevraagd, waarvan € 45,4 miljoen in ons verdelingsvoorstel inpasbaar bleek en ook door uw Vergadering werd geaccordeerd. Voor 2004 betroffen deze bedragen € 94,2 respectievelijk € 52,5 miljoen. Gezien de beschikbare ruimte en onze overige voorstellen kunnen dergelijke bedragen (noch qua omvang noch qua honorering) uiteraard niet meer aan de orde zijn, maar een stelpost met een omvang van € 25 miljoen achten wij niettemin wel nodig.
 
bedragen x € 1miljoen begroting 2005
c. stelpost overige prioriteiten verdere begrotingsvoorbereiding 25,0

 
d . Aandeel stadsdelen in vrijval UNA-middelen.
 
Onderdeel van de incidentele ruimte voor 2005 is zoals eerder aangegeven de derde tranche vrijval UNA-middelen van € 67 miljoen. Om een aantal redenen behoren naar onze mening ook de stadsdelen hiervan een deel te krijgen:
–   in het verleden hebben de stadsdelen tot nu toe steeds op enigerlei wijze meegedeeld in de bedragen die in dit kader eerder zijn vrijgevallen: de programakkoordprioriteit van € 20 miljoen was impliciet gekoppeld aan de eerste tranche en vorig ja ar is besloten van de tweede tranche grofweg het normale aandeel van 40 % aan het stadsdeelfonds toe te voegen. Dit past binnen het beginsel van ‘samen rijk, samen arm’ (of ‘samen de trap op, samen de trap af’);
–   ditzelfde beginsel leidt ertoe – ervan uitgaande dat uw Vergadering met onze voorstellen terzake instemt – dat ook de stadsdelen worden geconfronteerd met de effecten van de teruglopende inkomsten in het ISV (een afname van het sleutelbedrag van € 31,1 naar € 18,3 miljoen, ofwel -/- 40 %; zie § 3.4.2 hierna);
–  ook vanuit het bestuurlijk stelsel en Programakkoor d geredeneerd – dat niet voor niks als motto heeft ‘alleen het resultaat telt’ en beoogt een zichtbare verschuiving van beleid naar uitvoering te realiseren – is er alle reden de stadsdelen substantieel mee te laten delen. De stadsdelen zijn in Amsterdam immers toch de uitvoeringsorganisaties bij uitstek, en verantwoordelijk voor zowel het beheer van het openbaar areaal als allerlei voorzieningen in de sfeer van onderwijs en welzijn – onderwerpen die ook door de burgers van groot belang worden gevonden.
 
W ij stellen dan ook voor om 40% van de UNA-vrijval (ofwel € 26,8 miljoen) toe te voegen aan het stadsdeelfonds: op deze wijze kunnen de middelen met zo min mogelijk bureaucratie, regelgeving en procedures tot besteding komen. Daar waar -hetzij inhoudelijk, hetzij gebiedsgericht- extra accenten wenselijk worden geacht, kunnen die worden gelegd via afzonderlijke budgetten (bijvoorbeeld rijksmiddelen SIV, werkbudgetten, stenen voor sociaal, e.d.)
 
bedragen x € 1miljoen begroting 2005
d. aandeel stadsdelen in vrijval UNA-middelen 26,8

e . Financiële vertaling nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten.
 
Ook de incidentele ruimte in de algemene dienst kan ertoe bijdragen dat een aantal nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten mogelijk wordt gemaakt. Wij stellen u voor om voor navolgende onderwerpen een deel van de incidentele ruimte te reserveren.
 
disciplineringstrajecten                (€ 1,0 miljoen)
In verband met rijksbezuinigingen is bij de begrotingsbehandeling aandacht gevraagd voor de financiële dekking van dit project. Alhoewel bij het compenseren van rijksbezuinigingen een terughoudende opstelling gewenst is, stellen wij voor hiervoor € 1 miljoen incidenteel te reserveren. Hiermee kunnen circa 12 trajecten worden betaald; samen met de door de rijksoverheid te betalen trajecten beschikt Amsterdam dan in 2005 over 25 trajecten (2004: 50)
 
proceskosten projectbureau Noordwaarts en coördinatiebureau Zuidoostlob  (€ 1,5 miljoen)
Eerder in deze voorjaa rsnota hebben wij voorgesteld hiervoor een structureel bedrag van € 1,5 miljoen te reserveren. Wij achten het wenselijk dit aan te vullen met een incidenteel bedrag van gelijke omvang.
 
dierenasiel                     (€ 2,0 miljoen)
De ontwikkeling van het Polderweg-gebied maakt het noodzakelijk dat het aldaar gevestigde dierenasiel wordt verplaatst. Gegeven de wettelijke taak die gemeenten hebben ten aanzien van de opvang van zwerfdieren ligt een gemeentelijke bijdrage in het nieuw te bouwen asiel in de rede. Wij achten, ervan uitgaande dat een maximale inspanning wordt verricht om externe bijdragen te verwerven, een bedrag van € 2 miljoen toereikend.
 
bodemsanering Zuidergasfabriek             (€ 1,0 miljoen)
Als voor de kosten van de sanering van de Zuidergasfabriek een rijksbijdrage wordt gevraagd zal rekening moeten worden gehouden met een gemeentelijke bijdrage van 50% à 70%. Tot dusverre werden dergelijke bijdragen ten laste van de algemene dienst gebracht. Vanuit dit perspectief stellen wij voor een reservering van € 1 miljoen op te nemen.
 
 
kosten keerlus touringcarterminal en tijdelijke maatregelen PTA      (€ 1,43 miljoen)
Van de kosten van de keerlus voor de touringca rterminal is afgesproken dat 50% ten laste van het GHA zal worden gebracht. In overleg tussen het Ontwikkelingsbedrijf en de projectontwikkelaar voor het gebouw waarin de 2e fase van de touringcarterminal wordt opgenomen is een kostenraming opgesteld waaru it blijkt dat € 1,18 miljoen ten laste van het GHA zal komen. Daarnaast moet als gevolg van werkzaamheden in de omgeving van de PTA een aantal tijdelijke maatregelen worden getroffen om het functioneren van de terminal veilig t e stellen. De kosten worden geraamd op € 0,25 miljoen. Voor het GHA moeten beide investeringen als onrendabel worden beschouwd. Om deze reden stellen wij voor € 1,43 miljoen ten laste van de incidentele ruimte te brengen.
Onderzocht wordt voorts of binnen de beschikbare budgetten op het terrein van de economische infrastructuur (een deel van de) dekking kan worden gevonden voor maatregelen die in verband met ontwikkelingen in de cruisevaart (onder meer een toename van het aantal turn around schepen en daarmee een toename van het aantal af te handelen koffers) wenselijk worde n geacht (€ 7,73 miljoen).
 
frictie- en veranderkosten verzelfstandiging gemeentelijke diensten    (p.m.)
In maart 2003 heeft ons College het principebesluit genomen tot verzelfstandiging van het Stedelijk Museum en de Stadsschouwburg. Wij streven ernaar om , na besluitvorming door uw Vergadering, de verzelfstandigingen per 1 januari 2005 te effectueren. Volgens de huidige inzichten lijken deze operaties in structurele zin budgettair neutraal te kunnen worden geëffectueerd. In het nieuwe Kunstenplan zullen de exploitatiesaldi van de voormalige diensttakken worden omgezet in subsidies voor de nieuwe stichtingen. In incidentele zin sluiten wij enige frictie- en veranderkosten niet uit. Mede om een incidentele impuls aan onderdelen van de bedrijfsvoering mogelijk te maken, hebben wij een p.m.-post opgenomen.
 
Beurs van Berlage/Stadsdeel Centrum             (€ 3,15 miljoen)
Al een aantal jaren wordt met het stadsdeel Centrum van gedachten gewisseld over het oplossen van door het stadsdeel (resp. de voormalige dienst Binne nstad) ervaren knelpunten en/of een operatie ‘schoon door de poort’. Gelet op onder meer de in het verleden aan het stadsdeel beschikbaar gestelde extra middelen (openbare ruimte, nieuwbouw stadsdeelwerf) en de adviezen van de Raad voor de Stadsdeelfinanciën over de financiële verhouding met ook het stadsdeel Centrum, zien wij geen aanleiding om vooruitlopend op de evaluatie van het stadsdeelfonds tot een dergelijke operatie en/of het specifiek reserveren van meer extra middelen voor het stadsdeel Centrum over te gaan. Een uitzondering echter willen wij maken voor de restauratie van de Beurs van Berlage: een al lang lopend en omvangrijk project waarvoor gezien het grootstedelijke belang naar onze mening een bijdrage gerechtvaardigd is. In totaal gaat het hie r om een investering van € 35,4 miljoen; na aftrek van het reeds gedekte deel en verwerking van een aantal correcties (asbest en terug te ontvangen BTW 2003) resteert een nog te dekken bedrag van € 6,3 miljoen. Ook omdat het stadsdeel anders dan voor de reguliere eigenaarstaak (te weten vanuit de voorziening groot onderhoud) geen extra middelen voor dit project heeft vrijgemaakt, stellen wij voor het resterende bedrag met het stadsdeel te delen en derhalve € 3,15 miljoen ten laste van de incidentele ruimte te brengen.
 
subsidie AT5                  (€ 1,4 miljoen)
Voor de periode 2001-2004 is meerjarig incidenteel een bedrag van € 5,6 miljoen opgenomen voor AT5. De gemiddelde gemeentelijke subsidie is € 1,4 miljoen, maar varieert naar gelang de liquiditeitsbehoefte van AT5.
Half april is de beoogde fusie tussen AT5 en TV Noord-Holland gestrand. Bij de verdere voorbereiding van de begroting 2005 zal ons College drie mogelijkheden bezien, te weten:
–   verkoop van de aandelen (aan een private partij),
–   een nieuwe poging om in 2008 onderdeel te worden van de publieke regionale omroep met de daarbij behorende subsidiëring door Rijk en Provincie,
–  doorgaan als publieke lokale omroep in Amsterdam.
Deze verschillende opties worden thans uitgewerkt, opdat wij bij de begroting 2005 een voorstel kunnen doen. Vooralsnog stellen wij voor, uitgaande van een voortzetting van de subsidie voor één jaar, het huidige subsidiebedrag voor 2005 incidenteel op te nemen.
 

§   Overzicht incidentele ruimte voor nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten.
 
Het voorgaande resulteert in onderstaand overzicht van in ons voorstel te reserveren incidentele ruimte voor nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten:
 
???????????†?????????
begroting 2005  
- disciplineringstrajecten 1,0
- Noordwaarts + Zuidoostlob 1,5
- dierenasiel 2,0
- Zuidergasfabriek 1,0
- PTA 1,43
- frictiekosten verzelfstandigingen p.m.
- Beurs van Berlage/Stadsdeel Centrum 3,15
- subsidie AT5 1,4
   
totaal e. nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten 11,48 + p.m.

f . Totaaloverzicht voorgestelde bestedingen ten laste van de incidentele ruimte algemene dienst.
 
De voorgaande onderdelen leiden tot het volgende totaaloverzicht van het bes lag op de incidentele ruimte (€ 98,7 miljoen) in de algemene dienst:
 
bedragen x € 1 miljoen begroting 2005
totaal a: derde tranche programakkoordprioriteiten 28,56
totaal b: financiële vertaling eerdere besluitvorming 4,72 + p.m.
c: st elpost overige prioriteiten verdere begrotingsvoorbereiding 25,0
totaal d. aandeel stadsdelen vrijval UNA-middelen 26,8
totaal e: nieuwe ontwikkelingen/bestuurlijke prioriteiten 11,48 + p.m.
   
totaal a t/m d 96,56 + p.m.

Dit betekent dat voor d oor uw Vergadering aan te geven nadere accenten een bedrag van € 2,14 miljoen resteert.
 
3.3. Werk en Inkomen.
 
Op het beleidsterrein werk en inkomen zijn voor 2005 twee majeure kostenposten aan de orde.
Ten eerste heeft uw Vergadering met de motie Jamari bij de begroting 2004 gevraagd om de rijksbezuiniging op het armoedebeleid structureel op te vangen. Het gaat dan om een bedrag van € 14,8 miljoen. Mogelijk zal het rijk een deel van de in 2004 incidenteel extra verstrekte middelen structureel maken. Het jaarlijks te dekken gat wordt dan kleiner. Daarop is thans nog geen zicht. Gezien de beperkte structurele ruimte in 2005 wordt voor gesteld om het thans bekende bedrag van € 14,8 miljoen voor 2005 incidenteel te dekken ten laste van het WWB-inkomensoversch ot. Met deze incidentele oplossing wordt tevens recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat het niet aan de gemeente is om rijksbezuinigingen op te vangen.
Ten tweede zal de oprichting van de DWI de nodige kosten met zich meebrengen. Gedacht kan worden aan de frictiekosten (sociaal plan personeel, huisvesting) en transformatiekosten. De omvang van deze kosten is nu nog niet goed te bepalen. In het businessplan DWI wordt het aantal overtolligen geschat op 300. Hierover zal in de loop van 2004 zal hie rover meer duidelijk ontstaan. Ook voor deze incidentele kosten, die voor het grootste deel in 2005 hun aanvang kennen, wordt voorgesteld het WWB-inkomensoverschot aan te spreken.
Gezien het overschot dat in 2005 mogelijk beschikbaar is (€ 44 miljoen) en de hiervoor behandelde twee majeure kostenposten zal het WWB-inkomensoverschot waarschijnlijk volledig voor deze posten nodig zijn. Voorgesteld wordt daarom om vooralsnog het inkomensoverschot exclusief voor deze kostenposten te reserveren.
 
3.4. Fondsen.
 
3.4.1. Mobiliteitsfonds.
 
Voor 2005 is het vrij besteedbare bedrag binnen het Mobiliteitsfonds € 12,4 miljoen. Bij de besteding van dit bedrag zal worden uitgegaan van de volgende bestedingsrichtingen:
–   platform en voorbereiding grote infrastructurele projecten;
–   hoofdnetten (auto, openbaar vervoer en fiets);
–   verkeersveiligheid;
–  parkeren (fiets en auto).
Bij de besluitvorming over de begroting voor 2005 zal een nader verdelingsvoorstel voor het vrij besteedbare bedrag worden voorgelegd.
 
3.4.2. ISV/SV.
 
Het uitgavenkader ISV 2005 bedraagt € 74,6 miljoen. Afgelopen jaren is gewerkt met een kader van omstreeks € 120 miljoen. Ongeveer € 100 miljoen hiervan werd toegedeeld aan jaarlijks terugkerende posten en/of meerjarig bestuurlijk gereserveerde posten. Onderstaande tabel g eeft een beeld van de verdeling van het ISV-kader 2004:
 
(bedragen x € 1 miljoen).
Sleutelbedrag stadsdelen 31,1
Knelpuntaanvragen stadsdelen 1,2
Projectvoorbereiding stadsdelen 10,6
Reservering grondkosten 10,0
Reservering vernieuwing Bijlmermeer 10,0
Grootst edelijke projecten (m.n. IJ-oevers) 14,3
Economische zaken 6,1
Bodemsanering (grex+milieu) 3,8
Sanering verkeerslawaai 5,8
Verhuis en herinrichtingskosten 4,0
Beter verbeteren/funderingsherstel 2,0
Monumenten 5,0
Broedplaatsen 2,9
GIOS 1,2
Stenen voor sociaal 5,0
Bijdragen projectbureaus / management 5,0
Overig 0,5
Totaal 118,5

Als de verdeling 2004 wordt bezien kunnen de volgende drie posten worden benoemd die voor de verdeling 2005 niet terugkeren:
–  de reser vering grondkosten van € 10 miljoen is bedoeld ter dekking van tekorten in grondexploitaties die nog verrekend worden met het SVF/ISV. Het voornemen is deze grondexploitaties voortaan te verrekenen met het Vereveningsfonds. Een uitgewerkt voorstel hieromtrent zal in het kader van de begroting 2005 aan de orde komen. Verdere reserveringen in het ISV voor tekorten grondexploitaties zijn daardoor vooralsnog niet meer nodig;
–   met de bijdrage van € 10 miljoen uit het ISV 2004 is de bijdrage uit het ISV voor de finale aanpak vernieuwing Bijlmermeer grotendeels geregeld. In de jaren 2005-2009 kan worden volstaan met een jaarlijkse reservering van circa € 1,3 miljoen;
–   in het ISV-2 is niet meer gerekend met een bijdrage voor economische zaken. Die krijgen vanuit het rijk in het kader van het GSB een eigen geldstroom.
 
Rekening houdend met deze drie correctieposten moet, bij verder ongewijzigd beleid, een uitgavenniveau van € 93,7 miljoen worden ingepast in een budget van € 74,6 miljoen. Dit betekent dat voor 2005 ge middeld circa 20% minder kan worden toegekend dan in 2004.
 
Voorgesteld wordt om bij de verdeling van het ISV-kader 2005 de volgende vier lijnen te hanteren:
1.   volgens het principe “gelijk de trap op, gelijk de trap af” het sleutelbedrag voor de stadsd elen te verlagen in dezelfde mate waarin de gemiddelde rijksstorting vanaf 2005 (in de ISV-2 periode) lager is dan de gemiddelde rijksstorting in de lopende ISV periode. Voor 2005 komt het sleutelbedrag voor de stadsdelen dan uit op € 18,3 miljoen (40% lager dan in 2004);
2.   bij de toekenning van bedragen in 2005 de opgebouwde reserveringen voor bepaalde posten/projecten mee te laten wegen. Voor posten waar in de afgelopen jaren aanzienlijke reserves zijn opgebouwd (en zonder daar een verplichting voor aan te gaan) zou kunnen worden volstaan met een lagere toekenning;
3.  bij de toekenning van bedragen in 2005 kritisch te kijken naar de voorbereidingskosten van zowel de stadsdelen als de centrale projecten en deze ten opzichte van 2004 te verlagen;
4.   als algemene lijn hanteren dat structuur gaat boven aankleding/verfraaiing.
 
Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen:
 



De Gemeenteraad van Amsterdam,
 
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 25 mei 2004,
 



Besluit:
 
I  a   in te stemmen met de in het financieel meerjarenperspectief 2005–2008 berekende ruimte voor 2005 voor wat betreft de algemene dienst (structureel en incidenteel), het Mobiliteitsfonds en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)/Stadsvernieuwingsfonds, met dien verstande dat de opbrengst van de verkoop van het prioriteitsaandeel in de KTA BV (4,5 miljoen euro) aan de incidentele ruimte in de algemene dienst voor 2005 wordt toegevoegd;
 b   het nettorekeningresultaat 2003 (de p.m.-post in het financieel meerjarenperspectief) vast te stellen op -/- 5,9 miljoen euro (conform het eerdere voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders aan de Gemeenteraad) en dit in mindering te brengen op de incidentele ruimte in de algemene dienst voor 2005;
 c   en derhalve de beschikbare ruimte voor 2004 in beginsel als volgt vast te stellen:
–  structurele ruimte algemene dienst   12,6 miljoen euro;
–  incidentele ruimte algemene dienst   98,7 miljoen euro;
–  Mobiliteitsfonds  12,4 miljoen euro;
–  ISV/Stadsvernieuwingsfonds  74,6 miljoen euro;
 
II  a   in te stemmen met de voorgestelde structurele bestedingen (§ 3.1) ten laste van de algemene dienst tot een bedrag van 10,04 miljoen euro en een derhalve resterend te verdelen bedrag van 2,56 miljoen euro;
 b   in te stemmen met de voorgestelde incidentele bestedingen (§ 3.2) ten laste van de algemene dienst tot een bedrag van 96,56 miljoen euro + p.m. en een derhalve resterend te verdelen bedrag van 2,14 miljoen euro -/- p.m.;
 
III  a   uitspraken te doen in kwalitatieve en/of kwantitatieve zin over de bestedingsrichtingen voor de (resterende) te verdelen bedragen, zoals opgenomen in de voordracht in:
–   § 3.1 (structurele ruimte algemene dienst; 2,56 miljoen euro);
–   § 3.2 (incidentele ruimte algemene dienst; 2,14 miljoen euro -/- p.m.);
 b   in te stemmen met de bestedingsrichtingen voor het vrij besteedbare bedrag (12,4 miljoen euro) in het Mobiliteitsfonds, zoals aangegeven in § 3.4.1;
 c   in te stemmen met de uitgangspunten voor verdeling van de beschikbare middelen in het ISV/Stadsvernieuwingsfonds (74,6 miljoen euro), zoals geschetst in de voordracht in § 3.4.2;
 
IV   de voordracht voor het overige voor kennisgeving aan te nemen en het College van Burgemeester en Wethouders uit te nodigen, in het kader van de begrotingsvoorbereiding 2005 met uitvoeringsvoorstellen terzake te komen.
 
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,  
E. Gerritsen M.J. Cohen
 
secretaris burgemeester

 



Toelichting (bestuurlijke context).
 

Bij deze raadsvoordracht worden u de volgende stukken toegezonden:
·   bijlage 1: overzicht voor beëindiging/vermindering in aanmerking komende subsidierelaties;
·   bijlage 2: totaaloverzicht subsidierelaties per resultaatgebied zoals opgenomen in de begroting 2004;
·   financieel meerjarenperspectief 2005-2008 (separaat verzonden, reeds in uw bezit).
 
 
 
 
 
Verschenen 30 juni 2004.
op commissieniveau vindt behandeling van rekening en voorjaarsnota wel gelijktijdig plaats (kan gezien uw vergaderschema en –frequentie niet anders), maar dit wordt ondervangen door de introductie van een sneldruk ook van jaarverslag/rekening, waardoor u de voorbereiding enkele weken eerder ter hand kunt nemen.
 
   -   in 1999 op basis van een korte ambtelijke inventarisatie, gericht op bestuurlijk gewenste prioriteiten De uiteindelijke uitkomst was een minder korte, zeker niet in hoofdzaak bestuurlijke en op een aanzienlijk breder spectrum gerichte inventarisatie – leidend tot een voorjaarsnota die dienovereenkomstige sporen van versnippering droeg;
    -  in 2000 via een puur politiek-bestuurlijke aanpak waarbij via het akkoordpartijenoverleg een verdeling in compartimenten werd afgesproken, die vervolgens in de voorjaarsnota van een nadere uitwerking/invulling werd voorzien;
 -  in 2

(Rest ontbrak op site)