|
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer H.H.G. Bakker en
de heer H. Bakker inzake de bouw en veiligheid van de Noord-Zuidlijn.
|
Aan de Gemeenteraad
De raadsleden de heer H.H.G. Bakker en de heer H. Bakker hebben op 13 mei 2004,
op grond van artikel 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de
volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders
gericht: Inleiding.
Ofschoon niet alle Amsterdammers de klassieke talen zullen beheersen, mag men
toch wel verwachten dat er voldoende kennis bij het openbaar bestuur aanwezig
zal zijn om deze set schriftelijke vragen te openen met:
"Moniti meliora sequamur".
Maar helaas worden wij geconfronteerd met een overheid die kennelijk niet leert
van haar fouten en die telkens weer geconfronteerd moet worden met de
consequenties van falende beleidsuitvoering, om dan weer zuchtend aan een
nieuwe cyclus te beginnen.
Daar waar de overheid de sturende en maatgevende factoren zou moeten bepalen en
door een integer beleid hierop toezicht te houden, constateren vragenstellers
een gedrag als van jonge schoolkinderen die al spelende de spelregels van het
spel veranderen, om als dat nog niet voldoende resultaat geeft, gewoon een
aantal spelelementen achter te houden.
"Moniti meliora sequamur", of in de Nederlandse
vertaling: laat ons, nu we gewaarschuwd zijn, wijzer handelen.
Het zou met alle waarschuwingen die er in de laatste jaren vanuit diverse
organisaties en ondersteund door deskundigen van naam en faam hebben geklonken,
toch minimaal hebben moeten leiden tot een effectieve reflectie van deze
bezorgdheid, vertaald in een onderbouwde integrale veiligheidsmethodiek.
Maar neen, ondanks de inzet van honderden beleidsambtenaren, projectadviseurs
en gespekt met een enorm bedrag aan ontwikkelingskosten, moeten wij, als we de
uitzending van Netwerk van 10 mei 2004 over de Noord-Zuidlijn moeten geloven,
constateren dat de overheid zich van bestuurlijke trucs moet bedienen om
inmiddels nog te kunnen werken aan de bouw van de Noord-Zuidlijn.
Inmiddels een aantal malen door de rechter gecorrigeerd, gaat Amsterdam als
lokale overheid onverdroten door met de bouw van een prestigeobject waarbij
wordt voorbijgegaan aan door de hogere landelijke overheid vastgestelde wetten
en regels.
Onafhankelijk van de uitspraak van de Raad van State, die als een molensteen
hangt boven het lot van talloze ambtenaren en verantwoordelijke bestuurders,
moeten de raadsleden die eerder op basis van serieuze risicoanalyses besloten
om tegen de bouw van de Noord-Zuidlijn te stemmen, constateren dat zij straks
zitten met een geweldige financiële strop die nog lang zal nawerken op de
begroting van Amsterdam of, wellicht zelfs in combinatie hiermee, met een
vervoerssysteem met bovenmatige risico's.
Dat is de analyse die de fractie van Leefbaar Amsterdam trekt uit de uitzending
van Netwerk van 10 mei 2004 en het artikel in Het Parool van 11 mei 2004,
beide over de geconstateerde slechte onderbouwing van de gemeente in relatie
tot de veiligheid van de Noord-Zuidlijn en de stations in dezen in het
bijzonder.
Als dit doembeeld al niet genoeg zou zijn, dan komt daar nog bij dat de fractie
van Leefbaar Amsterdam met veel mensen een niet integere
ambtelijk-bestuurlijke sfeer constateert rond dit dossier, die het openbaar
bestuur, zo dit op waarheid berust, grote schade zal toebrengen.
Op basis van deze situatie en met gebruik van de eerder verzamelde informatie,
gevoegd bij de meest recente informatie uit de media-uitingen, wil de fractie
van Leefbaar Amsterdam nogmaals een belangrijke tijdsinvestering doen om de
waarheid boven water te krijgen, en begint zij met het stellen van een aantal
gerichte vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders.
Enerzijds om te constateren, of de Gemeenteraad steeds tijdig en juist
geïnformeerd is maar ook om met de verzamelde gegevens en de uitkomsten
van de vragen en een analyse van de voorliggende rapportages uiteindelijk ook
het College ervan te overtuigen dat de huidige mening van de fractie van
Leefbaar Amsterdam dat het doorgaan op de huidig ingeslagen weg zonder
ingrijpende aanpassingen of wellicht zelfs een beëindiging van het project
heilloos is. Om dan gezamenlijk te kunnen zeggen:
"Moniti meliora sequamur".
Op grond van het vorenstaande stellen vragenstellers de volgende vragen.
1.
Uitgaande van het feit dat het College van Burgemeester en Wethouders heeft
kennisgenomen van de uitzending van Netwerk, vraagt de fractie van Leefbaar
Amsterdam eerst aan het College, of het bekend is met de daar getoonde en op de
website van Netwerk aangetroffen brieven van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)? 2.
Zo ja, klopt de bewering, gedaan in de uitzending, dat Amsterdam niet heeft
gereageerd op uitnodigingen om het veiligheidsconcept te bespreken? Zo ja,
waarom is men hier nooit op in gegaan, op grond van welke argumenten?
3.
Naast een grote mate van gereserveerdheid bij het Ministerie van BZK is er
sprake van eenzelfde gereserveerdheid bij het Ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VROM), volgens de informatie die de
fractie van Leefbaar Amsterdam heeft bereikt. Kent het College van Burgemeester
en Wethouders deze opstelling van het Ministerie van VROM en welke maatregelen
heeft het genomen teneinde hierin verandering te brengen? 4.
Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven wanneer het de
Gemeenteraad over deze punten heeft geïnformeerd en tijdens welke
gelegenheid. Zo het College dit niet heeft gedaan, waarom heeft men de
Gemeenteraad dan deze wel degelijk essentiële informatie niet verstrekt?
5.
In de uitzending van Netwerk worden twee inhoudelijk tegenstrijdige brieven van
de Brandweer getoond, met tussen de data van verschijnen slechts een zeer
beperkte methode. Hoe verklaart het College van Burgemeester en Wethouders deze
brieven? Of was er in dit opzicht weer sprake van een voortschrijdend inzicht,
dat een complete draai mogelijk maakte? 6.
Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven waarom het gebruik
heeft gemaakt van een gelijkwaardigheidcommissie, bestaande uit drie bij het
traject betrokken gemeentefunctionarissen, waardoor op zijn minst de schijn van
belangenverstrengeling is ontstaan? 7.
Op eerdere vragen van onder andere de fractie van de SP heeft de wethouder
eerder aangegeven geen aanleiding te zien de uitkomsten van de gemeentelijke
gelijkwaardigheidcommissie te laten toetsen bij de daarvoor in het leven
geroepen gelijkwaardigheidcommissie van het Ministerie van VROM. Durft de
wethouder een dergelijke toets niet aan? 8.
Lopende het goedkeuringstraject is een aantal functionarissen van de Brandweer
op, op zijn minst niet elegante wijze, weggewerkt. Heeft het College van
Burgemeester en Wethouders zich ooit om deze mensen, die gewoon hun werk deden,
en niet meegingen in de druk van de gemeente om te komen tot snelle
goedkeuringen, althans zo wil het verhaal, bekommerd? Of is er volgens het
College sprake van een andere lezing van het verhaal? 9.
Klopt het dat het College van Burgemeester en Wethouders inmiddels voor de bouw
een aantal nieuwe bouwvergunningen heeft afgegeven, waarbij de eerder door de
rechter afgekeurde punten gewoon zijn weggelaten? Zo neen, kan het College dan
schetsen hoe een en ander exact in zijn werk is gegaan? 10.
Uit de uitzending van Netwerk komt naar voren dat er nog steeds geen
bouwvergunningen zijn afgegeven voor het boren van de tunnels? Klopt dit en
wanneer gaat men dit aanvragen? 11.
Zijn inmiddels alle contracten, dus ook die voor het boren van de buizen,
getekend? Zo neen, welke nog niet? 12.
Eerder waren er problemen met de vergunningverlening van het werkstation op de
Singelgracht, waarbij de gemeente ervoor heeft gekozen, vooruitlopende op een
nieuwe vergunning een gedoogsituatie toe te staan. De fractie van Leefbaar
Amsterdam wil op dit punt expliciet van het College van Burgemeester en
Wethouders weten op welke onderdelen van de bouw van en rond de Noord-Zuidlijn
er nog meer geen juiste vergunningen aanwezig zijn en waar gewerkt wordt
middels gedoogbeleid? 13.
In de uitzending van Netwerk wordt de indruk gewekt dat Burgemeester Cohen
afgelopen maart zijn handtekening heeft gezet onder een essentiële
bouwvergunning die gebaseerd is op onjuiste informatie. Zo deze informatie
juist blijkt te zijn, dan is er volgens de fractie van Leefbaar Amsterdam
sprake van een zeer ernstige situatie. Is het College van Burgemeester en
Wethouders dan bereid om onafhankelijk onderzoek te laten instellen, teneinde
vast te stellen, of deze informatie bewust in de bouwvergunning is opgenomen?
14.
Kan het College aangeven, of het juist is dat het Metrobedrijf van het
Gemeentevervoerbedrijf (GVB) als mogelijk toekomstig gebruiker zijn bezorgdheid
heeft uitgesproken over het ontbreken van plannen en/of maatregelen bij
terrorisme, zoals in de uitzending te zien was? 15.
Als dit zo is, staat dit enerzijds haaks op de beantwoording van vragen door
Leefbaar Amsterdam aangaande dit onderwerp richting de metro-oostlijn en de
IJtramtunnel, waarvan de eerste ook qua materieel en exploitatie in handen van
het GVB is? 16.
In het krantenartikel van 11 mei 2004 in dagblad Het Parool zegt deskundige Van
de Leur: ''Normaal gesproken zijn metrostellen zo ontworpen dat ze bij brand
snel tot stilstand komen. Er is nog helemaal niets geregeld dat dat bij de
Noord-Zuidlijn anders is. Maar zelfs als leveranciers zulke metrostellen kunnen
leveren, is er op de stations dus nog geen garantie dat de rook wordt
weggezogen." Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven, of
er inmiddels offertes voorliggen aangaande de te gebruiken metrostellen en, zo
neen, of in dat geval de aanname van de gemeente berust op wishful thinking?
17.
Ook Van de Leur heeft zijn bedenkingen tegen het safe-havenconcept, waarvan de
werking nog steeds niet is aangetoond en waarbij er nog geen duidelijkheid
bestaat voor die situaties waarbij de trein het station door diverse redenen
niet zal kunnen bereiken. Acht het College van Burgemeester en Wethouders het
nog steeds verantwoord om voort te gaan met de bouw van een lijn waarvan het
veiligheidsconcept niet algemeen geaccepteerd is? 18.
Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven, of het, wanneer zou
blijken dat het veiligheidsconcept van de Noord-Zuidlijn inderdaad grote
gevaren met zich brengt, teneinde de veiligheid van de toekomstige gebruikers
te borgen, bereid is, alsnog aanvullende veiligheidsvoorzieningen aan te
brengen? 19.
Van der Leur stelt in Netwerk dat burgemeester Cohen verkeerd is
geïnformeerd en daardoor op basis van de verkeerde conclusies de
bouwvergunning heeft goedgekeurd. Kan het College van Burgemeester en
Wethouders aangeven welke diensten verantwoordelijk zijn voor de gesuggereerde
onjuiste informatie? 20.
Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven, of het van mening is
dat een vergunning die op basis van onjuiste gegevens is verleend, na het
bekend worden hiervan en na controle hiervan door hem automatisch zou moeten
worden vernietigd, in het kader van zijn verantwoordelijkheid voor het
handhaven van bestuursdwang? 21.
Acht het College van Burgemeester en Wethouders het mogelijk dat de door het
rijk verleende bijdrage aan het project alsnog door het rijk zou kunnen worden
teruggevorderd als de vergunningen voor de bouw van onderdelen van de
Noord-Zuidlijn door de rechter definitief worden verboden? 22.
Acht het College van Burgemeester en Wethouders dit ook voor mogelijk, daar
waar het gaat om het mogelijk achterhouden van relevante informatie door de
gemeente in het voortraject? 23.
Zo deze informatie niet eerder aan de Gemeenteraad is overlegd, is deze dan
ooit wel betrokken bij de analyse die is uitgevoerd voor het al dan niet
verzekeren van de Noord-Zuidlijn? Zo neen, is daarmee dan geen feitelijk
onvolledige informatie aan de Gemeenteraad verstrekt? 24.
Kan het College van Burgemeester en Wethouders ook nog eens expliciet aangeven
waarop de leden van de Auditcommissie van zwijgplicht hebben, uitgaande van het
feit dat er niets is dat verborgen zou moeten worden gehouden?
25.
Tot slot wil de fractie aan het College van Burgemeester en Wethouders vragen
waarom men nu overweegt, zoals de wethouder in de media aangeeft, om ook de
halte Van Hasseltkanaal in Amsterdam-Noord af te voeren, of dit werkelijk het
geval is. En of men, als dat zo is, nog steeds vasthoudt aan het
safe-havenprincipe, waarover wethouder Dales nadrukkelijk uitspraken in de
Gemeenteraad heeft gedaan?
Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.
1.
Ja. Het College heeft kennis genomen van de uitzending van Netwerk op 10 mei
2004, maar distantieert zich van de inhoud. De gemeente Amsterdam heeft ook
geen medewerking gegeven aan de uitzending omdat de zaak nog sub iudice (onder
de rechter) was. Op vrijdag 14 mei heeft de zitting over de bouwvergunning voor
de inrichting van casco Rokin plaatsgevonden. De uitspraak wordt over zes tot
twaalf weken verwacht.
2.
Het veiligheidsconcept is al in een zeer vroegtijdig stadium ontwikkeld en
besproken en becommentarieerd in een beleidsgroep waarvan ook het Ministerie
van Binnenlandse Zaken deel uitmaakte. Daarna is de discussie op gemeentelijk
niveau voortgezet met de stedelijke woningdienst en de brandweer en op
landelijk niveau in de werkgroep tunnelveiligheid.
3.
Het standpunt van het Ministerie van VROM wordt goed weergegeven in een aan ons
toegestuurd afschrift van een antwoord (brief dd 6 juli 2001) op vragen van de
vereniging De Bovengrondse aan het Ministerie inzake de veiligheid van de
Noord-Zuidlijn:
"Graag maak ik (= de minister) u erop opmerkzaam dat de gemeente op grond
van de Woningwet verantwoordelijk is voor de handhaving van bouwregelgeving,
zowel de preventieve handhaving (verlenen van bouwvergunningen) als de
repressieve handhaving (controle op de naleving van de vergunningen en zo nodig
toepassing van handhavingsinstrumenten).
4.
Ten tijde van het go-besluit (raadsbehandeling 9 oktober 2002) is de
gemeenteraad geïnformeerd. Daarna is de Raad via de Commissie VVI op de
hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond het veiligheidsconcept.
5.
In de verschillende procedures is al uitgelegd dat iedere bouwaanvraag wordt
getoetst aan de bepalingen van het Bouwbesluit. Op basis van deze toetsing
heeft de Brandweer (bij schrijven van 25 januari 2000 aan de Stedelijke
Woningdienst) bij de aanvraag van de inrichting van station Rokin aangegeven
dat de aanvraag niet voldoet aan de artikelen 189, 190 en 191 van het
Bouwbesluit. Op dat moment waren echter de besprekingen over de gelijkwaardige
oplossing al in een vergevorderd stadium. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd
in het gelijkwaardigheidsbesluit waaraan ook de Brandweer haar akkoord heeft
gegeven.
6.
Het Bouwbesluit biedt de mogelijkheid om een aan de voorschriften van het
Bouwbesluit gelijkwaardige oplossing te presenteren. Vergunningvrager
(projectbureau Noord-Zuidlijn) heeft deze oplossing gekozen en deze is
overeenkomstig het bepaalde in het bouwbesluit beoordeeld door het
college van Burgemeester en Wethouders. Daartoe heeft zij zich laten adviseren
door een gelijkwaardigheidcommissie bestaande uit ambtenaren van de Stedelijke
Woningdienst (die geen inbreng hebben gehad in het voorafgaande
besluitvormingstraject) daarbij geadviseerd door de Brandweer. 7.
Het betreft hier een bevoegdheid van het college van Burgemeester en
Wethouders. Zie ook het antwoord op vraag 3.
8.
Ja. De Brandweer heeft op de normale wijze haar adviserende taak vervuld.
9.
Op 4 maart 2004 is een nieuwe bouwvergunning in heroverweging afgegeven met
inachtneming van de uitspraak van de rechtbank van 30 september 2003. Deze
bouwvergunning is op 27 april 2004 aangevuld naar aanleiding van een alsnog
door bezwaarden ingebracht stuk. In deze bouwvergunning is een aantal
voorwaarden zoals opgenomen in het oorspronkelijke besluit van 20 juni 2000
niet meer opgenomen, omdat daar inmiddels aan is voldaan.
10.
Dat klopt. De bouwvergunning wordt binnenkort aangevraagd, zodra het ontwerp
dusdanig is uitgewerkt dat alle voor de bouwaanvraag relevante gegevens bekend
zijn. 11.
Het contract voor het boren van de tunnels is op 26 maart 2003 getekend. De
contracten voor de projectonderdelen in Amsterdam-Noord en Zuid moeten nog
worden aanbesteed.
12.
Er zijn alleen ten behoeve van het werkplatform Singelgracht
gedoogbeschikkingen afgegeven. 13.
Op 4 maart 2004 is een nieuwe bouwvergunning in heroverweging afgegeven met
inachtneming van de uitspraak van de rechtbank van 30 september 2003, mede
gebaseerd op het advies van de Commissie van beroep en Bezwaar van 4 maart
2004. Deze bouwvergunning is op 27 april 2004 aangevuld naar aanleiding van een
alsnog door bezwaarden ingebracht stuk. Aan deze besluiten heeft geen onjuiste
informatie ten grondslag gelegen. Op 14 mei 2004 is de zitting bij de Raad van
State geweest waar de bouwvergunning ter beoordeling voorlag. Het College is
voornemens de uitspraak van de Raad van State af te wachten.
14.
Neen.
15.
Gezien antwoord op vraag 14 niet van toepassing.
16.
Neen, er liggen nog geen offertes van leveranciers. Overigens behelst het safe
haven concept dat de metrotoestellen ook in geval van brand te
allen tijde door zullen rijden naar het eerstvolgende station.
17.
Ja. Het veiligheidsconcept is door verschillende deskundigen beoordeeld. Ook
de Brandweer heeft haar goedkeuring er aan gegeven.
18.
Alvorens de metro in gebruik kan worden genomen dient een gebruiksvergunning te
worden afgegeven, waarbij een finale toetsing van het veiligheidsconcept zal
plaatsvinden. 19.
Er is geen sprake van onjuiste informatie. 20.
De vergunning ligt thans voor ter beoordeling aan de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State.
21.
In het geval zich een dergelijke situatie zou voordoen zal hierover overleg met
het rijk moeten worden gevoerd.
22.
"Het achterhouden van relevante informatie" is hier niet aan de
orde. 23.
"Het achterhouden van relevante informatie" is hier niet aan de orde.
24.
Het is gebruikelijk dat een adviseur aan zijn opdrachtgever rapporteert en niet
aan derden.
25.
Het schrappen van station van Hasseltweg is niet aan de orde.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
|
E. Gerritsen
|
M.J. Cohen
|
secretaris
|
burgemeester
|
Verschenen 28 mei 2004.
|