OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 16 APRIL 2003. Aanwezig
: de leden mevr. Alberts (SP), mevr. Asante (PvdA), de heer Asscher (PvdA), de
heer J.L. Bakker (SP), de heer H. Bakker (LA), de heer H.H.G. Bakker (LA), de
heer Bijlsma (PvdA), mevr. Bruines (D66), de heer Van der Burg (VVD), mevr.
Buurma-Haitsma (VVD), mevr. Codrington (GroenLinks), mevr. Dalm (GroenLinks),
de heer Flos (VVD), mevr. Van der Garde (PvdA), mevr. Geerdink (VVD), de heer
Goring (VVD), de heer De Graaf (CDA), de heer Halbertsma (PvdA), de heer
Huffnagel (VVD), de heer Isik (VVD), de heer Jamari (PvdA), mevr. Kalt
(Amsterdam Anders/De Groenen), de heer Klerks (PvdA), de heer Manuel (D66), de
heer Marres (PvdA), mevr. Meijer (SP), de heer Nederveen (VVD), de heer Nijman
(PvdA), de heer Olij (PvdA), mevr. Van Oudenallen (Mokum Mobiel'99), mevr.
Özütok (GroenLinks), de heer Paquay (SP), mevr. Van Pinxteren
(GroenLinks), de heer Van Poelgeest (GroenLinks), de heer Res (CDA), de heer
Reuten (PvdA), mevr. Riem Vis (PvdA), mevr. Sargentini (GroenLinks), mevr.
Schaapman (PvdA), mevr. Spee-Rouppe van der Voort (CDA), de heer Weenink (CDA),
mevr. Van der Wieken-de Leeuw (VVD), de heer De Wolf (PvdA), de heer Zafer
Yurdakul (D66) en de heer Zati Yurdakul (PvdA). Afwezig
: geen der leden. Aanwezig
: de wethouders mevr. Belliot (PvdA), de heer Dales (VVD), de heer Van der
Horst (VVD), mevr. Maij (CDA), de heer Oudkerk (PvdA) en de heer Stadig (PvdA)
Afwezig: geen der wethouders.
Middagzitting op woensdag 16 april 2003.
Voorzitter: mr. M.J. Cohen, burgemeester
, alsmede het raadslid drs. A. Bijlsma, plv. voorzitter
, en het raadslid drs. S. Bruines, vice-plv. voorzitter
Raadsgriffier: mevr. mr. A.J.M. Smeets De VOORZITTER:
Hierbij open ik de vergadering. De Commissie Werkwijze heeft besloten dat deze
vergadering uit twee dagdelen zal bestaan. In de avondvergadering zullen wij
het structuurplan behandelen. Ik verzoek u de avond 14 mei te reserveren voor
een extra raadsvergadering over de Noord-Zuidlijn. Deze week wordt beslist of
deze vergadering doorgang zal vinden.
...............................................
........................................................................
..........................
.....................................................
...................................
12
Voordracht van Burgemeester en Wethouders van 27 maart 2003 tot instemming met
het Financieel Perspectief 2002 voor het project Zuidelijke IJ-oever
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 132). De heer VAN POELGEEST
(stemmotivering): Wij stemmen in met de voordracht maar willen worden geacht
ertegen te hebben gestemd op het punt van de voetgangersbrug die op dit budget
wordt geboekt onder ISV, terwijl dit kosten zijn die samenhangen met de
Noord-Zuidlijn. Dat vinden wij niet juist; die kosten hadden bij de
Noord-Zuidlijn moeten worden geboekt. De heer REUTEN:
Wij stemmen ook in met de voordracht. Wij zijn zeer blij dat de motie over het
volledig uitvoeren van het Centraal Station entreegebied in deze plannen is
verwerkt en nu ook helemaal tot uitvoering kan komen. Mevr. KALT:
Wij stemmen ook in met deze voordracht. Het gaat om ongeveer 55 miljoen euro
die van plan verandert. Wij stemmen vooral in omdat wij er nu inzicht in hebben
gekregen hoe wethouder Stadig omgaat met vele miljoenen die hij op plannetjes
heeft geplakt die mijlenver in de jaren vooruit liggen. Ik weet dus nu waar
zijn geld meestal zit. Dit is een prachtige bezuiniging; niemand heeft daar
last van.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
Raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 132 van afd. 1 van het
Gemeenteblad, met inachtneming van de door het raadslid Van Poelgeest gevraagde
aantekening
.......................................................
....................................................................
......................................
.....................................................
De tweede vraag: Mevr. VAN OUDENALLEN:
Mijnheer de Voorzitter. Vanochtend spraken wij nog over de ondernemers en de
Noord-Zuidlijn. Aan de orde was de vraag hoe lang die ondernemers op hun geld
moeten wachten in het geval dat er iets fout gaat als de gemeente Amsterdam de
zaak zonder verzekering afhandelt. Het Amsterdamse Op- en Overslagbedrijf De
Slak zou daarover een boekwerk kunnen schrijven. Reeds twaalf jaar is dat
bedrijf in onderhandeling over een schadevergoeding van de gemeente Amsterdam.
Als je die naam draagt, heb je pech. Dan zal alles immers wel in een
slakkengang gaan als het met de gemeente te maken heeft. Dat is ook het gevoel
dat bij veel burgers leeft en in dit geval lijkt dat daadwerkelijk het geval te
zijn.
Wat is de hoogte van het bedrag dat de gemeente wil geven en wat zou naar het
oordeel van De Slak moeten worden gegeven?
Is het een standaardprocedure dat deze personen, die geld van de gemeente
ontvangen, zelf 31.000 euro borg moeten betalen om überhaupt verder te
gaan met de arbitrage die de rechter heeft bepaald?
Zo ja, moet dan in dit geval niet van die standaardprocedure worden afgeweken?
Is het College bezig met traineren, of lijkt het daar slechts op?
Is de gedachte van het College dat die cliënt al zo oud en ziek is dat hij
straks toch dood gaat en dat het dan van dit geval af is, of is dit een
negatieve gedachte van De Slak en de fractie van Mokum Mobiel?
Wethouder STADIG:
Mijnheer de Voorzitter. Wij zijn al jaren met De Slak in dispuut verwikkeld.
Er waren vier zaken aan de orde. In het hoger beroep is de gemeente Amsterdam
in twee van deze zaken in het gelijk gesteld. Met betrekking tot de derde zaak
is na langdurig onderhandelen besloten tot arbitrage over te gaan. Ik heb dat
feit vorig jaar oktober aan de commissie gemeld en zij heeft al eerder
uitgebreide rapportages over de volledige geschiedenis van mij ontvangen.
De zaak is nu onder de rechter. Daarom kan ik op de eerste twee vragen geen
antwoord geven. Dat staat mij namelijk niet vrij.
Voor het antwoord op de derde vraag verwijs ik naar mijn eerdere rapportages
van 9 januari 2002 en 24 juni van datzelfde jaar. Als mevr. Van Oudenallen die
rapportages rustig doorleest, zal zij de stelling van het College
onderschrijven dat het niet aan de gemeente is te wijten dat alles zo lang
duurt.
De vierde vraag vind ik zo onsmakelijk dat ik daarop geen antwoord geef.
Mevr. VAN OUDENALLEN:
Mijnheer de Voorzitter. Ik kom terug op de vierde vraag. Ik stel voor dat de
erfgenamen van de heer Zukol in ieder geval het recht krijgen de zaak de
komende twintig jaar met de gemeente voort te zetten. Ik verwacht namelijk dat
deze kwestie zo lang duurt. De afgelopen vijf jaar heb ik die stukken als
raadslid gelezen en ik heb de indruk dat wij absoluut niet verder komen. De
zaak is nu onder de rechter, dus de wethouder mag daarover niets zeggen.
Als er sprake is van arbitrage, is het toch wel toegestaan dat de wethouder
hardop zegt dat hij hoopt dat de zaak op een bepaald moment is afgerond?
Of zegt de wethouder dat deze zaak nog twee jaar in beslag kan nemen? Mijn
specifieke vraag is binnen welke termijn de Raad de uitspraak van de arbitrage
te horen krijgt? Wethouder STADIG:
Mijnheer de Voorzitter. Ik weet niet binnen welke termijn de Raad die
uitspraak te horen krijgt, want de gemeente Amsterdam kan daarop geen invloed
meer uitoefenen. Het is een autonoom proces, waarbij de handelingen van de
tegenpartij medebepalend zijn. Wat de gemeente betreft, wordt deze zaak zo snel
mogelijk afgehandeld, maar dat zeg ik al lange tijd. De heer
H. BAKKER:
Mijnheer de Voorzitter. In de bokswereld is het een normale zaak als twaalf
ronden worden gespeeld, maar twaalf jaar is een zeer lange tijd voor een
bokswedstrijd tussen de gemeente Amsterdam en deze firma. Is de wethouder die
mening ook toegedaan? Wethouder STADIG:
Mijnheer de Voorzitter. Die mening ben ik inderdaad toegedaan.
........................................................
................................................
................................................
De vergadering wordt om 16.46 uur tot 19.30 uur geschorst.
|