|
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevr. Meijer inzake een
ongeluk bij de bouwwerkzaamheden voor de Noord-Zuidlijn.
|
Amsterdam, 17 december 2003.
|
Aan de Gemeenteraad
Het raadslid mevr. M.P. Meijer heeft op 23 oktober 2003, op grond van art. 18
van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de volgende schriftelijke
vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht:
Inleiding.
Op 30 september 2003 is er bij de bouwwerkzaamheden voor de Noord-Zuidlijn een
ongeluk gebeurd waarbij een (passerende) vrouw ernstig gewond is geraakt,
volgens de diverse media omdat een stapel rijplaten (
staalplaten meestal gebruikt om vrachtwagens in zachte bodems niet te laten
wegzakken
) door een kraan of shovel is aangeraakt en vervolgens is omgevallen.
Op grond van het vorenstaande stelt vragenstelster de volgende vragen.
1.
Kan het College van Burgemeester en Wethouders duidelijkheid geven over de
toedracht van dit ongeluk?
(De plaats van het ongeluk, het tijdstip, de situatieomschrijving en de
voorlopige conclusie over de oorzaak.) 2.
Wat is de ernst van de verwondingen?
(Is er mogelijk sprake van blijvende gehele of gedeeltelijke invaliditeit?)
3. Door wie is er eerste hulp verleend? 4.
Is er sprake van een bedrijfsongeval waarbij de oorzaak moet worden gezocht in
een technisch mankement?
Of als dit niet het geval is, is er dan sprake van een menselijke fout?
Of is een en ander het gevolg van het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften ter plekke? 5.
Is bij dit ongeval de bedrijfshulpverleningsorganisatie van de Noord-Zuidlijn
in actie gekomen? 6.
Is dit ongeval voorzien in de risicoanalyse van de daar uitgevoerde
werkzaamheden? 7.
Is er naar aanleiding van dit ongeval een onderzoek ingesteld door de
arbeidsinspectie?
Zo ja, zijn er naar aanleiding hiervan inmiddels uitkomsten te melden?
8.
Kan de Gemeenteraad zo spoedig mogelijk na het beschikbaar komen van dit
onderzoeksrapport dit ter beschikking krijgen? 9.
Zijn er inmiddels maatregelen genomen ter voorkoming van een dergelijk ongeval?
Zo ja, waaruit bestaan deze? 10.
Geeft dit ongeval aanleiding de bouwveiligheidsplannen bij te stellen?
11. Wie is verantwoordelijk voor de verdere schadeafhandeling?
Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.
1.
Het ongeluk heeft plaatsgehad vóór het Centraal Station op 30
september 2003 om 11.30 uur. Er is een stapel houten draglineschotten
omgevallen tegen een bouwhek, waarna het bouwhek op het toevallig passerende
slachtoffer is terechtgekomen. Een voorlopige conclusie over de oorzaak van dit
ongeval is een zaak voor de verzekering. Het openbaar maken van gegevens van
een individueel nog lopend schadegeval kan niet onaanzienlijk nadelige gevolgen
hebben voor de verdere behandeling van de desbetreffende schade. Hierover
zullen dan ook geen mededelingen worden gedaan. 2.
Uit privacyoverwegingen kunnen hierover geen mededelingen worden gedaan. 3
.
Het slachtoffer is door medewerkers van de bij de bouw betrokken partijen
(aannemer en toezichthouder) en de politie uit haar benarde positie bevrijd,
waarna het slachtoffer om circa 11.40 uur per ambulance is vervoerd naar een
Amsterdams ziekenhuis. 4.
Deze zaak betreft een verzekeringskwestie. Uit schadetechnische overwegingen is
het niet wenselijk om hierover tijdens de behandeling van de zaak uitspraken
te doen. 5.
De bedrijfshulporganisatie van de Noord-Zuidlijn komt alleen in
actie als er sprake is van een incident zoals vermeld in het Incidentenplan
Noord-Zuidlijn. Dat was in dit geval niet van toepassing. De aannemer heeft na
het gebeurde het ongeval gemeld aan de betrokken instanties en aansluitend het
voorgeschreven proces-verbaal opgemaakt. 6.
De ter plaatse geldende voorschriften en werkwijze zijn erop gestoeld
ongelukken als het onderhavige te voorkomen. Het bewuste ongeluk is dan ook
niet specifiek of uniek voor de (risicoanalyse van de) Noord-Zuidlijn. De
realiteit is dat, alle voorzorgmaatregelen ten spijt, op of nabij bouwplaatsen
incidenten als het onderhavige kunnen plaatshebben. 7.
Ja; de uitkomst ervan is nog niet bekend. 8.
Het onderzoeksrapport van de Arbeidsinspectie zal worden betrokken bij de
afhandeling van dit schadegeval. Het Schadebureau Noord-Zuidlijn brengt
periodiek verslag uit aan de Gemeenteraad over de aard en de omvang van alle
geregistreerde schades betreffende de Noord-Zuidlijn, zodra deze zijn
afgehandeld. De Gemeenteraad wordt via die weg geïnformeerd over het
schadeverloop van dit project. 9.
Zie het antwoord op vraag 6. 10.
Bouwveiligheidsplannen verschillen per locatie. Uit elk ongeval wordt getracht
lering te trekken voor de toekomst. Een bijstelling van een bouwveiligheidsplan
kan tot de mogelijkheden behoren om verder risico op een ongeluk te vermijden.
Overigens zijn de bouwhekken op het Stationseiland na het ongeluk extra
beschermd tegen aanrijden door het plaatsen van betonnen poeren op
regelmatige afstanden aan de binnenzijde van het bouwhek. 11.
Het Schadebureau Noord-Zuidlijn is verantwoordelijk voor de verdere
schadeafhandeling.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
|
E. Gerritsen
|
M.J. Cohen
|
secretaris
|
burgemeester
|
Verschenen 7 december 2003.
|