|
Motie van het raadslid
mevr. Meijer c.s. inzake de interpellatie over de vernietiging van het
bouwbesluit voor de aanleg van het station Rokin van de Noord-Zuidlijn.
|
Amsterdam, 8 oktober 2003.
|
Aan de Gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de interpellatie over de vernietiging van het bouwbesluit voor de
aanleg van het station Rokin van de Noord-Zuidlijn (Gemeenteblad 2003, afd. 1,
nr. 477);
Overwegende:
dat de bouwvergunnig uit juni 2000 dwingend voorschrijft om de roltrappen ter
beoordeling voor te leggen aan het Liftinstituut;
dat het Liftinstituut van de gemeente Amsterdam nog steeds geen opdracht heeft
ontvangen voor de beoordeling van het Noord-Zuidlijndossier op het onderwerp
roltrappen;
dat het Liftinstituut slechts gevraagd is naar zijn mening over de liften, die
niet ter discussie staan;
dat, wanneer aanpassingen nodig zijn wat de trappen betreft, dit beter zo snel
mogelijk bekend moet zijn om te voorkomen dat we in een later stadium voor
feiten in de grond komen te staan;
dat het Liftinstituut een aantal maanden denkt nodig te hebben voor een
onderzoek,
Verzoekt het College van Burgemeester en Wethouders, zo snel mogelijk contact
op te nemen met het Liftinstituut en dit instituut opdracht te geven de
roltrappen te toetsen aan de wettelijke eisen, gesteld aan vluchtwegen.
De leden van de Gemeenteraad,
M.P. Meijer
R. Alberts W.G.H. Paquay J.L. Bakker
(Ingekomen - onder letteraanduiding B -
en verworpen in de middagzitting op woensdag 8 oktober 2003). Verschenen 15 oktober 2003.
|