|
Gemeenteblad
|
afd. 1
nr. 434 |
|
|
|
|
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevr. Van Oudenallen inzake
prijsafspraken tussen verzekeringsmaatschappijen met betrekking tot de aanleg
van de Noord-Zuidlijn.
|
Amsterdam, 4 september 2003.
|
Aan de Gemeenteraad
Het raadslid mevr. G. van Oudenallen heeft op 25 juli 2003, op grond van art.
18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de volgende schriftelijke
vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht:
Inleiding.
Bij de bespreking van de Noord-Zuidlijn heeft de fractie van Mokum Mobiel
99 al aangegeven te vermoeden dat er onderlinge afspraken zijn tussen
verzekeraars. Op dat moment vond de Gemeenteraad het prematuur om aan de
Europese Commissie te verzoeken een onderzoek te laten instellen. De
Gemeenteraad volgde de motie van Mokum Mobiel 99 niet. Nu blijkt dat
Duitse verzekeraars wel degelijk prijsafspraken lijken te hebben gemaakt, wat
verboden is, meent de fractie van Mokum Mobiel 99 dat het tijd is dat het
College van Burgemeester en Wethouders namens de Gemeenteraad alsnog op dit
onderwerp ingaat.
Op grond van het vorenstaande stelt vragenstelster de volgende vragen.
1. a
Is de College van Burgemeester en Wethouders ervan op de hoogte dat de Duitse
kartelwaakhond, het Bundeskartellamt, op niet toegestane afspraken is gestuit
tussen verzekeringsmaatschappijen als Allianz, Axa Deutschland, Gerling en
Victoria, onderdeel van Münchener Rückversicherung? b
Wat is de stand van zaken van dit onderzoek op dit moment? 2.
a
Heeft een van de verzekeringsmaatschappienj die hierbij genoemd zijn en/of bij
betrokken zijn, partnerschappen, afspraken enz. met een van de
verzekeringsmaatschappijen die met de Noord-Zuidlijn te maken hebben en hadden?
b Zo ja, welke? 3. a
Heeft/hebben de genoemde verzekeringsmaatschappij(en), of hun tussenpersoon, op
een andere wijze, bij andere projecten en/of gemeentelijke bedrijven
verzekeringen lopen binnen de gemeente Amsterdam? b
Zo ja, waar/welke? 4.
Indien dit laatste het geval is, zowel bij vraag 2 als bij vraag 3, is het
College van Burgemeester en Wethouders bereid, dit onderwerp goed in kaart te
brengen en de gegevens aan de Gemeenteraad te verstrekken, zodat het raadsbreed
kan worden behandeld en de Gemeenteraad met een voorstel kan komen?
Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.
1. a
Uit de media heeft het College van Burgemeester en Wethouders vernomen, dat een
aantal Duitse verzekeraars wordt beschuldigd van prijsafspraken. Naar het
College begreep, speelde een en ander zich af in 1999, dus voordat de
onderhandelingen over de polis voor de Noord-Zuidlijn waren begonnen. b
De huidige stand van zaken van dit onderzoek is het College onbekend.
2. a
Ja. Het College van Burgemeester en Wethouders merkt hierbij op dat de
Nederlandse verzekeraars met dezelfde naam als de moeder, een grote mate van
vrijheid hebben en als zodanig vallen onder het toezicht van de Nederlandse
autoriteiten. Het gaat om beschuldigingen en naar het College heeft begrepen,
loopt het onderzoek nog. Sommige verzekeraars ontkennen de beschuldigingen.
Voor de grote werken van de Noord-Zuidlijn heeft de gemeente nu geen relatie
meer met verzekeringsmaatschappijen omdat de gemeente de bouwrisicos
ervan zélf draagt [zie het raadsbesluit van 14 mei 2003, nr. 205
(Gemeenteblad afd. 3A, nr. 100)]. b
De Allianz en de Hannover. 3. a Ja. b
In heel Amsterdam lopen verzekeringen voor vele werken. De markt voor
technische verzekeringen is momenteel klein, zodat er geen grote keuze bij het
aanbieden van deze verzekeringen is.
4. De gemeente Amsterdam beschikt over een eigen dienst die zich met
verzekeringen bezighoudt [het Verzekeringsbedrijf Gemeente Amsterdam (VGA)].
Deze dienst kan een zodanige opgave verstrekken.
Het vergt echter veel werk om alle verzekeringen die bij de gemeente lopen, in
kaart te brengen. Daarbij acht het College het niet verstandig om deze gegevens
publiek te maken als daarmee geen aanwijsbaar doel is gediend. Bij de
behandeling van de verzekering voor de Noord-Zuidlijn is het thema van
ongeoorloofde prijsafspraken ook ter sprake gekomen. In de Commissie voor
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur c.a. heeft een onafhankelijke deskundige op
verzekeringsgebied het verschil uitgelegd tussen ongeoorloofde prijs-afspraken
en co-assurantie. Bij co-assurantie bepaalt de leidende verzekeraar de prijs
van de polis en is het aan de andere maatschappijen om te bepalen, of zij een
dergelijke polis lucratief genoeg vinden om mede op in te tekenen.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
|
E. Gerritsen
|
M.J. Cohen
|
secretaris
|
burgemeester
|
Verschenen 17 september 2003.
|