Gemeenteblad 

  		afd. 1

nr. 207
    


 
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer H.H.G. Bakker en de heer H. Bakker inzake de verlenging van de ver-zekering van de Noord-Zuidlijn.

Amsterdam, 25 april 2003.
 

Aan de Gemeenteraad 
De raadsleden de heer H.H.G. Bakker en de heer H. Bakker hebben op 2 april 2003, op grond van art. 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht:
Inleiding.
Gelezen hebbende de brief inzake de verlenging van de verzekering van de Noord-Zuidlijn zijn er voor de fractie van Leefbaar Amsterdam toch nog enige onduidelijkheden.
1.
Kan wethouder Van der Horst met het oog op het zeer moeilijk verzekerbare project Noord-Zuidlijn aangeven hoeveel kosten hiermee gemoeid zijn?
2.
De fractie van de VVD, bij woorden van de heer Dales, heeft altijd aangegeven dat indien de kosten de pan uit rijzen, niet akkoord te gaan met de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Deelt de wethouder dit standpunt?
3.
De fractie van de PvdA heeft altijd aangegeven dat zij alleen akkoord ging indien het project verzekerbaar zou zijn. Delen de collegeleden, deel uitmakende van de fractie van de PvdA, te weten: de heer Cohen, de heer Oudkerk, de heer Stadig en mevr. Belliot, deze mening ook?
4.
Indien het project onverzekerbaar blijkt, heeft wethouder Van der Horst al een alternatief plan klaarliggen dat geheel onderbouwd is indien de aanleg van de Noord-Zuidlijn niet uitvoerbaar blijkt?
5.
Kan wethouder Van der Horst aangeven wat de gevolgen zijn van deze verlenging van de verzekering?
6.
Kan wethouder Van der Horst aangeven wat de gevolgen zijn indien het project onverzekerbaar blijft?
7.
Deelt het College van Burgemeester en Wethouders thans de mening van Leefbaar Amsterdam zoals vragenstellers al tijdens de besluitvorming aangaven, dat het aanleggen van de Noord-Zuidlijn in een zeer slecht economisch klimaat grote financiële gevolgen kan hebben voor de stad Amsterdam?
8.
Is het College van Burgemeester en Wethouders bereid – gezien de omstandigheden betreffende de Noord-Zuidlijn – om af te zien van de aanleg van de Noord-Zuidlijn?
9.
Kan de wethouder aangeven waarom de verzekering met twee maanden is verlengd?
10.
Heeft deze verlenging invloed op mogelijke verdere besluitvormingen omtrent de Noord-Zuidlijn?

Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.
1.
De nu geraamde verzekeringskosten zijn ongeveer 46 miljoen euro.
2 en 3. Een uitgebreide toelichting op de stand van zaken van de verzekeringen vóór 9 oktober 2002, de behandeling in de Gemeenteraad op 9 oktober 2002 en de gang van zaken tot heden treft u aan in de raadsvoordracht verzekeringen, die wordt behandeld in de Gemeenteraad op 14 mei 2003 (Gemeenteblad 2003, afd. 1, nr. 203).
4.
Het project is wel degelijk verzekerbaar; alleen de condities waaronder, de prijs waartegen en de dekking waarvoor vindt het College van Burgemeester en Wethouders niet in balans. Als de Gemeenteraad in stemt met het besluit om als gemeente de risico’s zélf te dragen, zal het College alle daarvoor noodzakelijke maatregelen treffen.
5.
De verzekering is verlengd tot 1 juni 2003. De kosten van de tijdelijke verzekering tot heden bedragen ongeveer € 35.000.
6.
Het project is niet onverzekerbaar. Voor de risico’s en te verwachten schadebedragen verwijst het College van Burgemeester en Wethouders naar de raadsvoordracht en het rapport van het team van prof. Horvat.
7.
In die zin deelt het College van Burgemeester en Wethouders die mening dat de Noord-Zuidlijn een belangrijke impuls zal zijn voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de regio Amsterdam.
8.
Op 9 oktober 2002 heeft de Gemeenteraad het startbesluit voor de Noord-Zuidlijn genomen. Deze vraag is niet meer relevant.
9.
De verzekering is verlengd tot 1 juni 2003 om niet vooruit te lopen op het raadsbesluit op 14 mei 2003.
10. Nee, de besluitvorming door de Gemeenteraad staat verder los van de verlengde tijdelijke verzekering.


Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
E. Gerritsen M.J. Cohen
secretaris burgemeester




Verschenen 14 mei 2003.