Verslag van de openbare vergadering van de Commissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Zeehaven en Luchthaven en Informatie- en Communicatietechnologie op donderdag 14 november 2002 in zaal 0235 van het stadhuis
van 19.30 tot 23.30 uur Aanwezig:
Dhr. Jamari (PvdA)voorzitter, dhr. Van der Horst (wethouder), dhr. Haffmans
(AA/DG), mevr. Spee (CDA), dhr. Flos en dhr. Isik (VVD), mevr. Van Pinxsteren
en mevr. Dalm (GrLi), dhr. Marres en dhr. Bijlsma (PvdA), dhr. Manuel (D66),
mevr. Van Oudenallen en dhr. Van Brug (MM99), dhr. Bakker Jr. (LA) Mevr.
Meijer (SP) Dhr. Yurdakul (D66) Afwezig: Mevr. Bruines (D66)
Ambtenaren:
Dhr. Van Eendenburg (coörd. secretaris), dhr. Van Rijnberk (dIVV), dhr.
Jolink, Mevr. Homma, dhr. Spee, dhr. Kouwenberg (dIVV), dhr. Fritsy
(MEC/notulist) Verslag:
Verslagbureau Amsterdam (VBA), mevr. Muiser, mevr. Greeuw
Vastgesteld d.d.: 12 december 2002
ALGEMEEN
A1 Opening
De voorzitter opent de vergadering om 19.35 uur en deelt mee dat:
1. Aan de woordvoerders voor het onderdeel Verkeer wordt het Magazine
Fietsverkeer uitgedeeld;
2. De wethouder heeft een brief aan de leden geschreven over de invoering van
de dodehoekspiegel en 3. op 15 november is het bezoek aan de
luchtverkeersleiding op Schiphol. Hiervoor heeft men een uitnodiging ontvangen.
A2 Mededelingen
Dhr.
Yurdakul
deelt mee dat de leden van de Commissie Financiën gelijktijdig een
bijeenkomst over de Rekenkamer hebben en dus niet in de gelegenheid zijn het
agendapunt V9 bij te wonen. Mevr. Spee
kan niet bij het werkbezoek aan de luchtverkeersleiding aanwezig zijn en zal
a.s. dinsdag bij de extra vergadering over Taxis worden vervangen door
dhr. De Graaf. Dhr. Flos
kondigt aan dat de VVD een derde commissielid zal voorstellen, mevr. Van der
Wieken die met name het taxibeleid en het openbaar vervoer voor haar rekening
zal nemen. Zij zal aanwezig zijn bij de taxibijeenkomst. De notitie van de VVD
met het CDA en MM99 over parkeren op IJburg en de bereikbaarheid van
IJburg zal in de commissievergadering van 11 december 2002 in de Commissie SOW
worden besproken waarbij de Cie. VVI wordt uitgenodigd. Mevr.
Van Oudenallen
merkt op dat per abuis MM99 is weggevallen bij de discussienotitie over
IJburg.
Zij geeft aan om 20.00 uur naar de bijeenkomst van de Rekenkamer te zullen gaan
en wordt in deze vergadering vervangen door dhr. Van Brug.
A3 Vaststelling agenda heden (hameren)
Mevr.
Van Oudenallen
wil de punten V9, V10 en V11 absoluut bespreken. Mocht dat vandaag gezien de
tijd niet lukken, dan moet dat zo snel mogelijk. De voorzitter
wijst erop dat deze punten vandaag op agenda staan en dat het de bedoeling is
dat zij dus worden besproken. Dhr. Flos
vindt het van belang dat punt V5 inzake IJsei voldoende wordt behandeld. Hij
heeft ook begrepen dat de punten V1 en V2 vandaag moeten worden behandeld en
stelt voor, V5 direct aan het begin van het blok Verkeer te behandelen en
daarna de punten V1 en V2 en de overige punten zonodig door te schuiven.
De voorzitter
constateert dat de commissie hiermee akkoord gaat. In de vergadering van 19
november a.s. kan ook een aantal hamerpunten worden behandeld. Dhr.
Haffmans
geeft aan dat het op zijn verzoek geagendeerde punt Z2 geen nadere behandeling
behoeft. Dhr. Bijlsma
bevreemdt het dat punten naar een andere vergadering zouden worden verdaagd
omdat een partij niet aanwezig kan zijn vanwege een gelijktijdige vergadering.
Hij stelt voor die punten naar de Raad te verschuiven. Mevr.
Van Oudenallen
zou daarmee geen moeite hebben als zij in de Raad tien minuten extra
spreektijd krijgt. Zij blijft het ordentelijk vinden dat dit eerst in de
commissie wordt besproken. Dhr. Bijlsma
stelt voor, de genoemde agendapunten nu te behandelen en geeft aan dat
hamerpunten gehamerd moeten worden. Mevr. Van Oudenallen
merkt op dat er insprekers zijn en dat een aantal punten absoluut prioriteit
heeft. Het is aan de voorzitter de orde van de vergadering vast te stellen.
De voorzitter
concludeert dat eerst agendapunt V5 aan de orde komt en daarna de overige
agendapunten. Hij geeft aan dat er in principe tijd is voor behandeling.
Dhr. Marres
vraagt waarom punt Z3 besloten moet worden behandeld en stelt openbare
behandeling voor. Het stuk betreft het eindonderhandelingsresultaat waarin de
keuze wordt voorgelegd. Er bestaat geen enkel risico dat dit van invloed is op
de onderhandelingen. De wethouder
antwoordt dat helder is dat het geen kwestie van onderhandelen is. In het stuk
staat duidelijk dat deze zaak is afgerond. Waar het om gaat is dat niet
allerlei bedrijfsgeheimen in de openbaarheid komen. Dit doet men ook zo met
contracten en kredieten als er vertrouwelijke informatie achter zit. De
gegevens zijn naar anderen te herleiden, naar de gemeente Amsterdam en naar het
bedrijf, en af te leiden is hoe men ervoor staat. Hiermee moet men zeer
zorgvuldig omgaan. Dhr. Bijlsma
meent dat het niet zo kan zijn dat een stuk dat in de Raad moet worden
behandeld - waarbij een contract moet worden goedgekeurd - in beslotenheid
wordt besproken. In de Raad gebeurt dit hoogst zelden. Daarom is het niet
opportuun dit punt nu in beslotenheid te behandelen. Dat wekt een verkeerde
indruk. De wethouder
wijst erop dat het College het besluit heeft overgenomen en dat het
contractuele gedeelte niet naar de Raad gaat. Dit punt ligt hier voor ter
verantwoording van de wethouder aan deze commissie. Wel degelijk zijn uit de
stukken de gegevens van het bedrijf in kwestie te herleiden. Daarmee gaat de
gemeente altijd heel zorgvuldig om. Het gaat om betalingen die worden gedaan en
het is niet gebruikelijk dit in de openbaarheid te doen. De vorige keer zijn
de contracten ook niet in openbaarheid behandeld. Dhr. Bijlsma
heeft daarvoor het volste begrip zolang de onderhandelingen worden gevoerd.
Dit is echter een eindonderhandelingsresultaat dat sowieso bij de begroting
moet worden behandeld. Er liggen verschillende voorstellen voor moties die
rechtstreeks betrekking hebben op dit punt. Dan komt de hele zaak toch nog op
tafel te liggen. Hij ziet niet in waarom dit nu in beslotenheid moet worden
behandeld en vindt dat principieel onjuist. De voorzitter
vraagt de commissie hierop te reageren. Mevr. Van Oudenallen
vindt het prima als de wethouder dit punt besloten wil houden. Zij herinnert
zich - in de richting van de PvdA - van de laatste keer dat een besloten punt
de volgende dag alweer op straat lag. Daarom kan het net zo goed in
openbaarheid worden behandeld. Dhr. Bijlsma
vraagt of mevr. van Oudenallen impliciet stelt dat de PvdA heeft gelekt. Als
dat zo is dan wil hij dat zij dit nu terugneemt. Mevr. Van Oudenallen
neemt haar opmerking niet terug. Zij memoreert alleen dat de PvdA het de
vorige keer met de wethouder aan de stok heeft gekregen. Dhr. Bijlsma
beklemtoont dat er vanuit de PvdA niet wordt gelekt. Mevr. Meijer
dringt aan op openbaarheid. Mevr. Dalm
is voor openbare behandeling. Er staan maar enkele getallen in het stuk; het
lijkt haar voor iedereen duidelijk waar het over gaat. De wethouder
vindt dit een slecht argument, ook al staat er maar één getal in
het stuk. Het gaat om een huurovereenkomst, die sowieso niet in openbaarheid
wordt behandeld. Dhr. Bijlsma
memoreert dat hieraan een heel uitvoerige discussie vooraf is gegaan in
beslotenheid omdat de onderhandelingen nog niet waren afgerond. Het
eindresultaat kan niet in beslotenheid worden behandeld omdat het sowieso aan
de orde komt bij de begrotingsbehandeling. De wethouder
beaamt dat dit natuurlijk bij de begrotingsbehandeling aan de orde komt. Dit
wil niet zeggen dat de tabel in het stuk op straat moet komen te liggen.
Dhr. Bijlsma stelt voor die tabel nu terug te nemen. De wethouder
heeft er geen problemen mee als de vergadering zegt dat alle financiële
gegevens kabinet zijn. Dhr. Marres
antwoordt dat de vergadering dat niet zegt. Dhr. Bakker
vindt dat de vergadering mag weten wat de stand van zaken is. De
voorzitter
antwoordt dat de commissie altijd beslist over de openbaarheid. Hij wil dat de
argumenten voor iedereen bekend zijn. Dhr. Haffmans
begrijpt dat het vooral om de tabel gaat die kabinet moet blijven, en niet om
alle financiële gegevens. De rest van het stuk kan openbaar zijn. Dit
lijkt hem een prima compromis. Dhr. Marres
sluit zich aan bij dhr. Haffmans.
Mevr. Van Oudenallen
heeft een vraag over het vertrouwelijke gedeelte uit de vorige bespreking, dat
zij vertrouwelijk wil kunnen noemen. Anders heeft zij een probleem. Zij stelt
voor het punt gedeeltelijk vertrouwelijk en gedeeltelijk in openbaarheid te
behandelen. Zij zal anders in de openbaarheid spreken over zaken die
vertrouwelijk waren. De voorzitter
peilt of het punt openbaar kan worden behandeld, met uitzondering van de vraag
van mevr. Van Oudenallen.
Hij concludeert dat de tabel kabinet blijft en het overige in de openbaarheid
zal worden besproken.
Dhr. Marres
merkt op dat punt V8 nu kan vervallen. Hij heeft hierover één
vraag. Als dit punt op de agenda wordt gezet, verwacht hij van de wethouder dat
deze komt met een actieplan. Hier ligt een goede nota met zeer goede
aanbevelingen, maar er zit geen enkel advies of actieplan van de wethouder bij.
Hij wil dit agendapunt graag naar een volgende vergadering verdagen, maar
verwacht van de wethouder een actieplan. De wethouder
antwoordt dat daarom juist de termijnagenda is gemaakt. Dhr. Marres
meent dat de commissie bepalend is. De wethouder
geeft aan dat hij wel in de gelegenheid moet zijn geweest iets te maken. De
heer Marres heeft het punt geagendeerd en de conceptnota is bijgevoegd. De
wethouder heeft dit 11 november jl. in de staf behandeld. Dhr. Marres
vraagt zich af waarom er geen voorstel of actieplan van de wethouder bij zit.
De wethouder
memoreert dat dhr. Marres de vorige keer heeft gevraagd dit punt op de agenda
te zetten en nu van hem verwacht dat hij twee weken later met een actieplan
komt. Dhr. Marres herhaalt dat de commissie de agenda bepaalt.
De wethouder
heeft dit punt maandag in zijn staf behandeld en het actieplan is in wording.
De commissie kan van alles op de agenda zetten maar moet de wethouder de tijd
geven zich voor te bereiden. De voorzitter
herhaalt het verzoek van dhr. Marres om met een actieplan te komen.
Akkoord met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
A4
Vragen halfuur publiek
Er zijn geen insprekers.
A5 Vaststelling agenda 28 november 2002
Akkoord.
A6
Concept-verslag van de openbare vergadering Cie. VVI d.d. 10 oktober 2002
Dhr. Haffmans
merkt op dat in de eerste regel op blz. 7 een degelijke risicolijst
paragraaf moet worden vervangen door een
duurzaamheidparagraaf.
Met wijziging van dhr. Haffmans akkoord.
A7
Overzicht vergaderdata Commissie VVI 2003
Dhr.
Marres
zal namens de commissie als deze hem daarin steunt - een brief sturen
naar de Commissie Werkwijze met het verzoek de vergadering in de malle week
tussen Pasen en de meivakantie te verplaatsen, zodat men samen met de kinderen
- zoals in heel Nederland - op vakantie kan. Hij weet dat dit komt doordat de
vergaderingen eens per drie weken zijn gepland. Mevr. Van Pinxteren
wil helderheid over het schema van volgend jaar alvorens over een specifieke
week te spreken, en maakt ernstig bezwaar tegen de nog steeds bestaande optie
van donderdagavond. De voorzitter
antwoordt dat de voorstellen rondgaan en dat vervolgens wordt bezien wat
helemaal is uitgesloten en wat de mogelijkheden zijn en waarnaar de voorkeur
van de leden uitgaat. Mevr. Van Pinxteren
begrijpt dat zij bij de Commissie Werkwijze moet zijn, maar kaart ook in deze
commissie aan dat het bij eenmaal per drie weken vergaderen niet aangaat
s avonds te vergaderen. Dan zijn er ook andere activiteiten, zoals
partijvergaderingen, en in verband met haar portefeuille Cultuur moet zij ook
de stad in kunnen gaan. Dhr. Haffmans
vindt het terecht, dit hier te bespreken. Hij wijst erop dat alle leden
overdag ook van alles te doen hebben, hij heeft bijvoorbeeld een baan waardoor
hij niet overdag kan komen. Mevr. Van Pinxteren
vindt dat van iets minder belang omdat men een vergoeding krijgt voor het
raadswerk. Dhr. Flos
maakt bezwaar tegen deze opmerking en vraagt sinds wanneer de argumenten van
mevr. van Pinxteren belangrijker zijn dan het argument dat men een baan heeft.
Mevr. Van Pinxteren
wijst erop dat men volgend jaar minder zal vergaderen. Als dat eens per drie
weken is, ziet zij niet in waarom dat niet op woensdagmiddag kan. De
voorzitter
vindt dit nu een zinloze discussie. Voor het voorstel zijn de mogelijkheden
overdag bezien, nu gaat het rond. Het lijkt hem beter het resultaat van de
inventarisatie af te wachten. Mevr. Van Oudenallen
vindt dat er weinig vergaderingen zijn gepland voor de Commissie Verkeer:
dertien vergaderingen en twee begrotingsbehandelingen. Over vier jaren is
altijd gebleken dat dat te weinig was. Zij stelt voor minimaal twee reservedata
op te nemen, zeker in de begrotingsperiode. De voorzitter
stelt voor dit halverwege het jaar te doen. Mevr. Van Oudenallen
reageert dat dit wordt ingepland met andere vergaderingen en per commissie
wordt gesproken. De voorzitter
ziet de voorkeuren van de commissieleden voor vergaderdata tegemoet.
A8 Jaarrapportage 2001 Gemeentelijke Ombudsman
Toelichting Ombudsman Mevr. Salomons
(Ombudsman) wijst op de gang van zaken tot oktober 2002. Een aantal punten
staat niet in het jaarverslag en valt ook niet rechtstreeks onder deze
commissie, maar toch vraagt zij daarvoor aandacht. Zij constateert een aantal
problemen in de uitvoering, zoals de kraskaarten. Zij bepleit dat ook in deze
commissie door deze wethouder afspraken over de uitvoering van een aantal
beleidsvoornemens in concrete productiegegevens worden terugvertaald. Dat maakt
de invulling van de taken veel beter. Zij heeft uit een ander openbaar verslag
begrepen dat wethouder Maij meent dat verantwoording aan het eind van het jaar
moet plaatsvinden en dat in deze commissie de mening heerst dat dit 2005 moet
zijn. Er zijn een aantal concrete problemen waarover in verantwoordingsmomenten
elk jaar duidelijkheid moet worden verschaft. Zij krijgt nog steeds
onaanvaardbare zaken te behandelen, ondanks verhalen dat het allemaal in orde
zou zijn. Bij de kraskaarten zijn in een halfjaar 46 zaken binnengekomen.
Vierduizend mensen hebben een aanvraag gedaan en één op de tien
mensen komen bij haar, ofwel vierhonderd mensen die in problemen zitten. Dit is
zorgelijk en daarover moet met de uitvoeringsorganisatie worden gesproken.
De telefonische dienstverlening laat te wensen over. Dit heeft met de
organisatie te maken, maar ook met de opdrachtgeverrol. Voor de taken van de
opdrachtgeverrol vraagt zij aandacht van de commissie. De dienstverlening valt
weliswaar onder Stadstoezicht dat rapporten heeft uitgebracht, maar de
opdrachtgever speelt daarin ook een rol. De verantwoordelijkheid kan niet van
het ene bordje naar het andere worden geschoven; dit is een van de grote
problemen van deze gemeente.
Eerste termijn commissie
Dhr. Marres
dankt mevr. Salomons voor deze inleiding. Hij vraagt of er veel klachten zijn
over het feit dat de kraskaarten tegenwoordig voor slechts één
stadsdeel gelden in plaats van voor de hele stad.
Hij heeft begrepen dat er met name een communicatieprobleem is tussen de Dienst
Stadstoezicht en de politie. Bekend is dat Stadstoezicht niet beboet als
bijvoorbeeld een oudere dame moeite heeft met parkeren en dus fout parkeert,
maar dat de communicatie met de politie hierover niet goed verloopt. Hij vraagt
hierop een toelichting. Mevr. Spee
merkt op dat de fracties van VVD en CDA een motie hebben ingediend om de
evaluatie van de kraskaarten naar voren te halen en niet te wachten tot 2005.
Mevr. Meijer
heeft aan de wethouder een brief geschreven over de kraskaarten, maar heeft
daarop nog geen antwoord gekregen. De voorzitter
antwoordt dat dit wordt uitgezocht.
Beantwoording Ombudsman
Mevr. Salomons
antwoordt dat los van de evaluatie de twee verantwoordelijke wethouders een
soort noodscenario moeten regelen voor rampgevallen. Dit moet haar inziens door
de opdrachtgever worden gedaan en dit loopt niet helemaal goed.
Zij antwoordt dhr. Marres dat de verfijningen die de laatste jaren zijn
ingevoerd zonder dat er een overgangsregeling of hardheidsclausule is,
betekenen dat niet alleen ten aanzien van kraskaarten allerlei mensen ineens
problemen hebben, maar ook krijgt zij de laatste tijd nogal wat vragen van
ondernemers die daardoor in problemen komen. Zij hebben hun woonruimte vaak
aangepast om meer mogelijkheden voor parkeren te hebben. Dit is allemaal
veranderd terwijl er geen overgangsregeling is. Nogal wat mensen hebben
daarover de burgemeester geschreven. Deze brieven zijn naar wethouder Van der
Horst doorgesluisd. Zij bepleit in algemene zin te overwegen voor dit type
regelingen een overgangsregeling of een termijn in te bouwen waardoor
ondernemingen de tijd krijgen om de bedrijfsvoering aan te passen, in plaats
van binnen drie tot vijf maanden na een discussie beleid onverkort in te
voeren. Zij stelt de wethouder voor een beleid te voeren waarin individuele
gevallen worden beoordeelt op kennelijke hardheid en ongewenste effecten.
Het communicatieprobleem tussen politie en Stadstoezicht staat in het algemene
overzicht over de dienstverlening. Zij wijst erop dat de burgemeester
korpsbeheerder is en dat nogal eens naar elkaar wordt verwezen en wordt
geweigerd afspraken te maken. Het instituut Ombudsman heeft dit zowel
aangekaard bij de hoofdcommissaris als bij de Dienst Stadstoezicht. Enerzijds
wordt gezegd dat er regelingen zijn, maar zij staan niet zwart op wit,
anderzijds zegt de politie dat het niet mogelijk is dit met Stadstoezicht
sluitend te regelen. Spreekster betreurt dit en meent dat dit door
veranderingen aan de beleidsmatige kant moet worden verbeterd. Dhr.
Marres hoopt dat de wethouder de aanbevelingen ter harte neemt. Mevr.
Dalm
stelt voor af te spreken dat de commissie over een halfjaar een kort overzicht
krijgt over de uitvoering van deze aanbeveling. Mevr. Salomons
antwoordt dat de commissie in principe wordt geacht eens per halfjaar de
rapporten te agenderen. Daarin kan dit worden meegenomen. De wethouder
reageert dat in de commissie en de Raad eerder is gesproken over allerlei
praktische problemen. Bij het preadvies over de motie van mevr. Spee komt dit
opnieuw aan de orde. Hij heeft gezegd dat niet wordt gewacht tot 2005, maar dat
er tussentijds een aantal zaken moet worden opgelost omdat enerzijds in het
programakkoord een aantal zaken staat en anderzijds omdat er praktische
problemen zijn. Hij meent dat het in algemene zin verstandig is bij het maken
van beleid een uitvoeringsparagraaf op te nemen. Mevr. Dalm
hoopt dat dit geen standaardopmerking is. De wethouder
merkt zelf dat beleid wordt vastgesteld waarbij in de praktijk blijkt dat de
wereld anders in elkaar steekt dan de vergadering in de raadszaal. Mevr.
Salomons meent dat het heel goed zou zijn om standaard bij alle nieuwe
beleidsvoornemens in de vorm van een beleidsparagraaf tijdig te betrekken hoe
lang zij duren, wat zij betekenen voor de invoering en welke organisaties het
aankunnen. Dhr. Bakker
vraagt aan de wethouder welke aanpak hij in gedachten heeft. De
wethouder
antwoordt dat dit in een notitie naar de commissie komt en binnenkort wordt
besproken. De voorzitter dankt mevr. Salomons voor haar inbreng.
Akkoord.
A9 Rondvraag
Er is geen rondvraag.
ZEEHAVEN
Z1
Reactie College op motie Özütok, Van Lohuizen en Pieterson inzake het
ruimtegebrek in de Amsterdamse Haven
Bij dit punt spreekt mw. Boerma
(Milieucentrum Amsterdam) in. Haar reactie is als bijlage bij dit verslag
gevoegd. Naar aanleiding hiervan heeft de commissie
geen vragen aan de inspreker. Dhr. Hafmans
mist in de notitie informatie over het ruimtegebruik per deelgebied.
Mevr. Dalm
vindt dat de notitie enig inzicht biedt in het ruimtegebruik per deelgebied en
in de lopende en voorziene intensiveringsactiviteiten, maar mist een plan van
aanpak voor de komende tien jaar waar in de motie ook naar gevraagd werd. Zij
wil het Masterplan Noordzeekanaalgebied, waar in de notitie naar wordt
verwezen, ook in de commissie bespreken. Beleid en uitvoering horen bij elkaar
zoals een actief terugnamebeleid voor reserveterreinen en de herstructurering
van inefficiënte brede infrastructuurstroken. Zij verwacht een plan van
aanpak voor de uitvoering. Wanneer gaat het project van start dat het
Havenbedrijf gezien de ontwikkelingen dit jaar van plan was?
Met deze notitie is de motie maar ten dele beantwoord. Zij wil een antwoord van
het College op het 3e
deel van de motie met data, afspraken en getallen opnieuw in de commissie
bespreken.
Verder wil zij weten wat het beleid is bij nieuwe havens. Is er sprake van een
strakker uitgiftebeleid? Zij meent dat er in de Amsterdamse havens nog heel wat
geïntensiveerd kan worden. Dhr. Marres
sluit zich voor een groot deel aan bij de woorden van de vorige spreker. Hij
mist ook een plan van aanpak en informatie over bestaande plannen op korte
termijn m.b.t. het ruimtegebruik per deelgebied. Bestaat er een plan van aanpak
per contract? Hij wil een stedenbouwkundig programma van eisen (spve) en een
strakke beleidslijn van het Havenbedrijf met het oog op intensivering van het
ruimtegebruik. De wethouder
antwoordt dat de motie voor 2/3 op hoofdlijnen is beantwoord. Wat betreft een
plan van aanpak dat een lange doorlooptijd heeft, wordt per bedrijf gekeken hoe
dat allemaal past waarbij het ruimtegebruik een element is. Dat heeft o.a. te
maken met logistieke stromen en de vorm van het terrein. Het is maatwerk. Een
voorbeeld van een concrete aanpak zal hij een volgende keer op een rijtje
zetten. Het terugnamebeleid wordt door de gemeente per geval gedaan. Hij kan
dat aan de hand van een aantal voorbeelden aangeven.
In antwoord op de inspraakreactie zegt hij dat het terrein voor de
helikopterhaven een verloren stuk ruimte is waar gezien de vorm c.q. omvang
weinig mee gedaan kan worden. Het is nog niet zeker dat de helikopterhaven er
komt. Als zich dit niet had voorgedaan, had het terrein wellicht nog jaren
braak gelegen. Mevr. Dalm
wil nog antwoord op haar vragen wanneer het Masterplan in de commissie
besproken kan worden, wanneer het project van het Havenbedrijf van start gaat
en hoe in het kader van het bestemmingsplan voor de Afrikahaven een strakker
uitvoeringsbeleid is gevoerd voor een intensief ruimtegebruik. De
wethouder
zal dat later rapporteren. Daar zal hij ook het verhaal van het Masterplan
meenemen. Dat is nu nog niet bekend. Wat betreft het bestemmingsplan worden per
geval maatregelen genomen gelet op de bedrijven die zich in de Afrikahaven
willen vestigen. Op de aanhoudende vraag van mevr. Dalm
naar de termijn van bespreking in de commissie van de drie door haar genoemde
onderwerpen antwoordt de wethouder
dat die in het eerste kwartaal 2003 aan de orde zullen komen.
Voor het overige neemt de commissie
kennis van de notitie en met inachtneming van de toezegging bespreking
masterplan is de motie afgedaan.
Z.2
Jaarrekening 2001 resultaatgebied Economie en Haven (op verzoek van dhr.
Haffmans) Dit punt hoeft niet meer besproken te worden.
Z.3 Herstructurering betalingen Ceres Paragon Dhr. Marres
geeft aan niets van de tabel te begrijpen. Zijn fractie kan zich niet vinden
in de notitie en is unaniem van mening dat in het bestaande contract voldoende
goede regelingen zaten. De PvdA-fractie kan zich daarom ook niet vinden in een
reservering hiervoor op de begroting. Mevr. Dalm
zegt dat haar fractie ook vindt dat het maar eens afgelopen moet zijn. Zij
haalt een persbericht van eind mei aan volgens welk de gemeente en Ceres op de
goede weg waren en de wethouder hoopte die week de zaak rond te krijgen en
waarin hij in deze commissie aankondigde dat de volgende stap was een
deurwaarder te sturen. Zij meent dat het zeer kredietwaardige moederbedrijf NYK
door zijn overname van Ceres ook alle verplichtingen van dat bedrijf heeft
overgenomen. Zij vraagt of tijdens de onderhandelingen afspraken zijn gemaakt
dat die verplichtingen niet goed hoeven te worden nagekomen. Dat vindt zij een
vreemde gang van zaken. Daarom kan haar fractie ook niet akkoord gaan met de
herstructurering van betalingen. Mevr. Meijer
zegt dat ook de SP-fractie veel vraagtekens heeft bij de notitie, die zij
moeilijk leesbaar vindt. Zij vraagt of de betalingen over een minder aantal
jaren gaat, als die nu beginnen, gezien de levensduur. M.b.t. de garantie van
Ceres voor het betalen van minstens 9 maanden huur wil zij weten van welk jaar
dat is. Hoe groot is het verlies en gelden deze regels ook na de overname en
vanaf wanneer? T.a.v. het rentepercentage van 7,5% vraagt zij of dat destijds
hoger was of niet, en welk percentage voor huur en improvements geldt. Is er
behalve met Ceres ook met het GHA een nieuwe garantieregeling? Zij heeft de
indruk dat Ceres of NYK nogal tegemoet wordt gekomen. Dat vindt haar fractie
niet nodig: die bedrijven zijn kredietwaardig genoeg. Dhr. Manuel
denkt dat de wethouder uit de onderhandelingen met Ceres een aardige
herstructurering heeft gesleept, voor zover zijn fractie dat kan beoordelen.
Hij wacht een toelichting van de wethouder op de notitie af. Hij merkt op dat
er een ongezonde spanning tussen leden van de PvdA en deze wethouder aan het
ontstaan is. Hij hoopt dat die spoedig tot het verleden gaat behoren. Dhr.
Bakker
sluit zich aan bij de woorden van de PvdA-fractie. Gezien de contracten tot nu
toe waarin staat dat Ceres aan al zijn verplichtingen zal voldoen en het feit
dat het bedrijf nog niets heeft betaald en gelet op de uitspraak van de
wethouder dat hij er een deurwaarder op af zou sturen, vindt hij dat het
bedrijf nu maar eens over de brug moet komen. Dhr. Van Brug
zegt dat de wethouder enige tijd geleden in een besloten vergadering heeft
gezegd dat Ceres was overgenomen, maar dat de containerterminal in de
Amsterdamse haven nog in handen van de oude eigenaar zou zijn. Over de totale
overname door de Japanse rederij van Ceres vraagt hij of de wethouder toen niet
beter wist, is hij misschien in de maling genomen of is dit opgezet spel.
Dhr. Flos
zegt dat de woordvoerder van zijn fractie voor dit onderdeel, dhr. Isik, nog
niet is gearriveerd. Hij vindt het wat goedkoop van de PvdA om in
één zin een oordeel te geven zonder de argumenten daarbij. Dat
had wat hem betreft met wat meer redenen omkleed kunnen zijn. Dhr.
Marres
herinnert de vorige spreker aan alle vergaderingen sinds zijn aantreden in de
Raad waarin hij dit onderwerp uitvoerig heeft besproken. Hij vindt dat hij
daarbij voldoende heeft gemotiveerd, steun en onderbouwing gegeven en
meegedacht. Voor hem is het nu tot hier en niet verder. Mevr. Spee
zegt dat er aangaande Ceres nog steeds reden tot zorg is. Het gaat om
investeringen die op de zeer lange termijn bekeken moeten worden. Zij sluit aan
bij de vraag wat de visie van de wethouder is op het niet uitvoeren van het
sturen van de deurwaarder. Als zij de visie van de wethouder t.a.v. Ceres kan
volgen, heeft haar fractie op zich niet zoveel problemen met de
uitstelregeling. De gemeente heeft een groot belang bij het beschikken over een
containerterminal. Waarom was deze uitstelregeling nodig en komen er in de
toekomst nog meer van die regelingen? Vooralsnog steunt zij de positie van de
wethouder om wat geduld te hebben met Ceres gezien de slechte containermarkt.
Dhr. Hafmans
vraagt zich ook af wat de noodzaak van dit uitstel is, omdat er al uitstel van
betaling was in het oorspronkelijke contract. Hij vindt het ook onverstandig
met het oog op het vertrouwen dat de burgers moeten hebben in deze terminal,
des te meer omdat het bedrijf niet in staat is die noodzaak duidelijk te maken.
Wat dat betreft sluit hij zich aan bij de opmerkingen van mevr. Meijer.
De wethouder
antwoordt dat het verhaal van de deurwaarder niet is veranderd. Als partijen
met elkaar een contract hebben gesloten, moeten de afspraken daarin zoals
m.b.t. betalingsverplichtingen worden nagekomen; zoniet, dan volgen twee
aanmaningen en een deurwaarder. Ook met deze nieuwe regeling wordt de
deurwaarder gestuurd, als een termijn niet wordt betaald. Mevr. Dalm
wil bij interruptie weten waarom de gemeente niet op basis van het eerste
uitstelcontract met een deurwaarder is gekomen. De wethouder
schetst vervolgens de situatie van een halfjaar geleden, toen er nog een
geschil was over de oplevering van de terminal: een lang slepende zaak. Mede
door de publiciteit daaromheen kwam daar toen schot in. De oplevering is
rondgekomen. Daarover is de commissie geïnformeerd. Daardoor is Amsterdam
juridisch steviger komen te staan. Zonder oplevering zou een jarenlang
juridische touwtrekkerij kunnen zijn ontstaan en was Ceres niet verplicht te
betalen. Ceres wordt een geherstructureerd contract aangeboden, omdat het een
bedrijf is dat alleen maar kosten maakt zonder dat daar inkomsten tegenover
staan. Dhr. Bijlsma
merkt bij interruptie op dat de gemeente destijds bij de oprichting van Ceres
de financiering voor 2/3 op zich heeft genomen. Daar is een afbetalingsregeling
bij afgesproken. Hij meent dat het concern kapitaalkrachtig genoeg om aan zijn
financiële verplichtingen te voldoen. De wethouder
vervolgt dat Ceres NL onderdeel uitmaakt van een groot, inmiddels nog groter
bedrijf: NYK, maar nog steeds zware verliezen lijdt. Destijds is in het
contract vastgelegd dat, als Ceres een verlies van minimaal 40 miljoen euro zou
maken, het bedrijf zonder verplichtingen kon vertrekken. Dat bedrag is dit
jaar overschreden. Contractueel is het moederconcern daardoor in de positie
gekomen om de BV op te heffen (volgens het oude contract). Het zo grote
kapitaalkrachtige bedrijf kan de BV dus sluiten door dat verlies in een keer af
te boeken. Dan zou de gemeente met een containerterminal zonder exploitant
blijven zitten waar zij 2/3 in heeft geïnvesteerd. Dat is het dilemma.
Dhr. Bakker
interrumpeert dat NYK toch van tevoren wist toen het Ceres Holding overnam,
dat dat bedrijf geen winst maakte. De wethouder
geeft hem daarin gelijk, maar voegt daaraan toe dat het voor Ceres NL in veel
opzichten niet uitmaakt of het onder de gezonde holding van Ceres USA valt of
onder die van NYK. De gemeente liep met de oude betalingsregeling het risico
dat het moederbedrijf het voor gezien zou houden, Ceres Paragon zou opdoeken en
het miljoenenverlies zou afboeken. In dat geval zou de gemeente met een
investering blijven zitten waar een huur- en leasecontract aan vastzitten waar
zij geen betaler meer voor zou hebben. Dan had de gemeente naar een nieuwe
exploitant moeten gaan zoeken met navenante betalingen en regelingen. De
gemeente heeft ervoor gekozen om met Ceres door te onderhandelen. De regeling
die in deze herstructurering is opgenomen is gebaseerd op twee modellen uit het
verleden. Als de terminal goed zou gaan lopen, was afgesproken dat Ceres zou
betalen voor het aantal containers dat zou binnenkomen. Als de zaken slecht
zouden gaan, zouden de betalingen minder zijn naar gelang er minder containers
zouden binnenkomen. Uit al die berekeningen en vooronderstellingen ook door
externe partijen aangeleverd is nooit rekening gehouden met de huidige slechte
situatie van de containermarkt. In de geest van de oude overeenkomst heeft de
gemeente gezocht naar een regeling die past bij de huidige omstandigheden.
Daarin wordt rekening gehouden met een aantrekken van de markt in de komende
jaren. De nieuwe regeling houdt uitstel van betaling in, maar uiteindelijk
wordt het volledige bedrag betaald. Voor de gemeente betekent dat, dat het
altijd een rendabele investering is inclusief een rentepercentage van 7,5%. Het
verschil tussen 7,5% en 4% is dat het laatste op de grond slaat
(prijsindexatie voor huur). Volgens deze regeling wordt er nu minder betaald en
straks meer. Over de hele looptijd w
ordt er per saldo geen cent minder betaald. Volgens de tabel wordt een deel ook
echt betaald nl. 1,5 miljoen; voor een ander deel is er een
garantstelling van moederbedrijf NYK voor 12,5 miljoen rechtstreeks aan
de gemeente. De oude garantie was er voo
r alle schuldeisers waarvan de gemeente er maar een was. Dat betekent dat de
gemeente met de nieuwe garantstelling direct opeisbaar geld heeft. Daarmee zijn
er genoeg zekerheden ingebouwd dat de gemeente van het kapitaalkrachtige
moederbedrijf haar geld kan krijgen.
Kortom de gemeente heeft hiermee een regeling waarmee zij weinig of geen risico
loopt. Alle lange termijn studies wijzen erop dat het aantal containers van 20
miljoen in Noord West-Europa zal stijgen naar 40 miljoen. Een deel daarvan zal
naar verwachting in Amsterdam terechtkomen. Bovendien is de situatie gunstiger
geworden nu het dus niet alleen maar Ceres als containerafhandelaar de
eigenaar is, maar het bedrijf deel uitmaakt van een groot concern NYK die zelf
schepen en logistiek heeft. De signalen die de gemeente tot dusver heeft
gekregen duiden erop dat NYK zijn eigen containerterminal zal gaan gebruiken.
Dat moet de gemeente in 2003 zien. Hij meent dat de gemeente daarmee de
veiligste en meest haalbare en naar de marktomstandigheden meest realistische
regeling heeft getroffen. Verder komen de levensduur en leasetermijn overeen.
De garantie van de gemeente geldt ook voor het Havenbedrijf. De
holdingmaatschappij is voor 100% verkocht; stemrecht in Ceres NL BV is voor 50%
naar NYK en voor de andere 50% naar de heer Kritikos gegaan. In 2006 gaat dit
geheel over naar NYK. 2e termijn: Dhr. Marres
wijst n.a.v. het argument in de notitie van de verslechterende marksituatie
erop dat de grote terminals in Hamburg en Bremen het afgelopen jaar 20% zijn
vooruitgegaan, de slecht draaiende terminal Rotterdam 4% en de niet zo goed
draaiende terminal van Antwerpen komt op ruim 1%. Hij heeft daar uitvoerige
gesprekken over gehad. Het verhaal van de slechte marktsituatie gaat voor dit
segment niet op. Dat overtuigt hem niet. Van de andere kant vraagt hij zich af
waarom er een reservering in de begroting worden opgenomen, als de hele
afbetaling tot 2006 zo duidelijk is. Die heeft direct met de
afbetalingsregeling te maken. M.b.t. de garantie in de nieuwe regeling
merkt hij op dat in het vorige contract een garantie van $ 2,5 miljoen stond,
ruimschoots meer dan de garantie die nu wordt afgegeven. Hij meent dat de
commissie nu dus praat over ca. 6 miljoen. Als de gemeente dat niet zou
eisen, schept zij daarmee een precedent naar andere bedrijven. Die 6
miljoen betekent niets voor bedrijf waar het nu om gaat. Zijn fractie wil
helderheid over de betalingsregeling. Bij interruptie vraagt dhr. Flos
hem wat hij zou hebben gedaan als hij de wethouder was geweest toen de
Ceres concreet vroeg om een betalingsregeling te treffen met het mogelijke
alternatief dat het, als de gemeente keihard zou vasthouden aan oorspronkelijke
afspraken, zou bedanken en de gemeente met de containerterminal zou laten
zitten. Dhr. Marres
antwoordt dat elk bedrijf in Amsterdam altijd kan zeggen dat het hier weggaat.
Hij ziet geen enkele reden om dat als argument te gebruiken. Zelfs met de
beste regeling kan elk bedrijf hier zo weg als het om andere redenen is. Hij
meent dat bij dit verhaal ook andere redenen meespelen. Hij is niet overtuigd
door het betoog van de wethouder. Hij wil i.v.m. de slotbeschouwingen over de
begroting 2003 vóór 18 december a.s. absolute duidelijkheid
willen hebben over de uitvoering van het oude contract. Mevr. Dalm
heeft moeite om de wethouder te geloven. Hij heeft al zo vaak gezegd dat er
een klant op komst was. Na enige tijd bleek die klant
een koper te zijn (NYK). Dat nieuwe bedrijf koopt Ceres in de wetenschap dat er
een discussie speelt waarbij het woord deurwaarder diverse malen
is gevallen. Het ontgaat haar volledig waarom zon bedrijf een dergelijke
failliete boedel koopt. Zij heeft de indruk dat de Raad hier met open
ogen intuint, nl. dat bij de verkoop met NYK afspraken zijn gemaakt en
regelingen zijn getroffen; anders had het Ceres nooit gekocht. Ook vindt zij
het antwoord van d
e wethouder niet bevredigend op haar vraag wanneer er over de deurwaarder is
gepraat en wa
nneer Ceres wist dat zij over die 40 miljoen heen waren. Zij heeft de
indruk dat er afspraken zijn gemaakt die deze Raad niet worden verteld. Als zij
de huidige fei
ten afzet tegen wat er de afgelopen jaren is gebeurd en aan de Raad is gemeld,
dan vindt zij dat niet met elkaar kloppen. Mevr. Spee
vraagt bij interruptie of zij de wethouder niet vertrouwt in zijn
beantwoording en denkt dat er andere regelingen zijn die de wethouder hier niet
vertelt. Mevr. Dalm
antwoordt dat zij daar zo nadrukkelijk naar vraagt, omdat de wethouder dan de
kans heeft het te ontkennen of te bevestigen. Daarna kan zij altijd nog zien.
Dhr. Flos
vraagt haar dan ook de conclusie aan het eind van de beantwoording van de
wethouder te melden, want anders neemt hij aan dat zij in de komende
Raadsvergadering een motie van wantrouwen tegen de wethouder indient.
Mevr. Dalm
wil van de wethouder precies weten wat de afspraken van de gemeente met NYK
zijn geweest, wanneer dat concern Ceres heeft gekocht en wat daarbij is
afgesproken met de gemeente.
Verder maakt zij uit het verhaal van de wethouder op dat de gemeente met het
nieuwe contract pas in 2007 de deurwaarder kan sturen als het bedrijf niet
voldoet aan zijn betalingsverplichtingen. Dat concludeert zij ook uit de tabel
waarin de bedragen onder Verschil (C-B) tot 2007 negatief zijn. Tenslotte sluit
zij zich aan bij de vraag van dhr. Marres om vóór de
slotbeschouwingen van de begroting hier duidelijkheid over te verschaffen.
Mevr. Meijer
vraagt nog hoe de verhouding is tussen NYK en Ceres, m.a.w. kan Ceres failliet
gaan zonder dat NYK daar geld op moet toeleggen? Wat heeft Amsterdam aan het
geld uit een direct opeisbare garantstelling wanneer de gemeente dat zou
incasseren? Tenslotte vraagt zij of de wethouder bereid is alternatieven te
onderzoeken voor het geval NYK zou vertrekken. Dhr. Manuel
vindt het duidelijk hoe de wethouder tot zijn afweging is gekomen. Hij kan het
verhaal van de heer Marres niet helemaal volgen. Hij vraagt hoe groot de
wethouder de kans inschat dat als hij zich aan het oude contract houdt, het
bedrijf ook echt weggaat en wat is dan de kans op een andere huurder. Dhr.
Bakker
wil nog weten waarom NYK niet zijn eigen containerschepen laat lossen op de
terminal van Ceres. Hij meent dat de Raad in het duale stelsel ook het
enquêterecht heeft. Dhr. Van Brug
vraagt wanneer de wethouder erachter is gekomen dat het alleen over stemrecht
gaat en niet meer dat dhr. Kritikos over de aandelen beschikt. Hij schrikt
ervan dat de gemeente rekening houdt met de mogelijkheid dat NYK hier zo weer
kan weggaan als de gemeente niet met dat concern deze betalingsregeling zou
treffen. Hij vraagt of er bij het afsluiten van het oude contract geen
garanties zijn gegeven voor als de zaken er heel slecht zouden voorstaan.
Dhr. Isik
zegt dat zijn fractie gehoord de discussie volledig achter de wethouder staat.
Hij neemt aan dat hij niet met foute beslissingen en vooral niet met valse
redeneringen komt. De VVD is het volledig eens met de gang van zaken zoals in
de notitie beschreven. Tegenover het risico dat Amsterdam loopt staat een
bepaalde garantstelling van NYK. Hij wacht de resultaten af. Mevr. Spee
steunt nog steeds de wethouder in zijn gevoerd beleid, m.n. omdat de gemeente
zich in een groot dilemma bevindt en moet oppassen dat Ceres inderdaad niet
vertrekt. Zij vindt het nog te vroeg om een wantrouwen uit te spreken. Zij
sluit zich aan bij de vraag in hoeverre de voorziening nog nodig is gelet op
het feit dat deze nieuwe regeling is meegenomen in de begroting 2003. Dhr.
Haffmans
concludeert uit het bericht dat de gemeente bang was voor jarenlang juridisch
getouwtrek als Ceres niet akkoord zou gaan met de oplevering, dat het
vertrouwen van de wethouder in de intentie van Ceres om in Amsterdam te blijven
blijkbaar niet meer zo hoog is. Hij vraagt nog een toelichting op die
garantstelling wat betreft de bedragen in de tabel onder Verschil (C-B).
2e termijn: De wethouder
antwoordt m.b.t. de verslechterde markt en de cijfers van de andere
havensteden rondom Amsterdam dat er nogal een verschil is tussen de verwachte
groei en de huidige situatie.
Bovendien kunnen de havens die al een positie op de markt hebben, die ook
makkelijker behouden c.q. uitbouwen. Amsterdam is een nieuwkomer op die markt.
Wat betreft de nieuwe regeling worden er in sommige gevallen ook regelingen
getroffen met andere bedrijven. Dat bekijkt hij per geval. Met overslag heeft
de gemeente al een lange geschiedenis. Met het failliet gaan van de oude
terminal wilde Amsterdam ook een containerterminal. Amsterdam heeft de grootste
cacaohaven ter wereld en die wordt tegenwoordig ook per container aangeleverd.
Hij vindt het een goed signaal naar de nieuwe koper en de markt dat de
gemeente laat weten dat zij het met de financiering van de containerterminal op
middellange en lange termijn goed heeft gezien en het als strategisch project
heeft opgepakt met een raadsbrede ondersteuning. Hij constateert nu dat die
steun bij de huidige tegenslag aan verschillende kanten afbrokkelt. Hij roept
de commissie op toch nog even door te zetten. Hij heeft juist nu er alle
vertrouwen in dat NYK iets met haar eigen containerterminal gaat doen. Het is
duidelijk dat de gemeente in 2003 niet nog vijf keer deze discussies kan
voeren. Op een gegeven moment moet het ook duidelijk zijn of er wel of geen
schip komt. Het College vindt dat dit niet het moment is waarop Amsterdam kan
zeggen of het hier wel of niet mee doorgaat. Hij heeft de commissie iedere keer
de overwegingen van het College en de signalen die het uit de markt kreeg,
meegedeeld alsmede de stand van zaken van de onderhandelingen met Ceres. Hij
ziet een enquête met vertrouwen tegemoet aangezien hij meent als geen
andere wethouder zo openhartig met een dossier te zijn geweest. Dhr.
Van Brug
vraagt bij interruptie of het laatste inhoudt dat de vorige Havenwethouder
niet alles heeft verteld. De wethouder
ontkent dat. Hij vervolgt dat de gemeente niets wist van afspraken over NYK.
De gemeente heeft een relatie met Ceres NL BV en is door dat bedrijf op de
hoogte gehouden dat er mogelijk een koop zou zijn en heeft ook gehoord dat de
koop gesloten was. De gemeente is op geen enkel manier betrokken geweest bij de
onderhandelingen tussen NYK en Ceres USA. In kolom C van de tabel kan de
commissie zien wat er in 2003 betaald moet worden. Als Ceres NL failliet gaat,
kunnen de schuldeisers nergens hun geld halen, want het is een bedrijf zonder
vermogen. In de oude regeling bestond er een garantstelling voor alle
schuldeisers waarvan Amsterdam er een was. De huidige ga
rantstelling komt van het moederbedrijf volgens welke de gemeente die
12,5 miljoen direct bij NYK kan opeisen. Als het bedrag dat Ceres volgens de
tabel in 2003 zou moeten betalen, niet betaald mocht worden, dan kan de
gemeente op basis van die garantste
lling dat bedrag bij het moederbedrijf opeisen.
Met het oude contract liep de gemeente wel het risico dat Ceres NL BV zou zijn
gesloten. Hij schat de kans op een nieuw bedrijf op zeer korte termijn nihil.
Hij denkt zelf dat er dan minimaal 5 jaar niets zou zijn gebeurd op dat terrein
en dat de gemeente van haar geïnvesteerde kapitaal geen cent terug zou
hebben gezien. Ook al zou er binnen of na die tijd wel een kandidaat zijn
gekomen, zou de gemeente van begin af aan moeten beginnen met onderhandelingen
over de prijs.
M.b.t. stemrecht en aandelen van Ceres heeft dhr. Kritikos tot 2006 stemrecht
over 50% van de aandelen. Bij de koop zijn de feitelijke aandelen overgegaan,
maar de prijs over die 50% wordt in 2006 bepaald. Dat betekent dat dhr.
Kritikos in de praktijk nog eigenaar is, terwijl hij dat in juridische zin niet
meer is. Hij treedt op als aandeelhouder, omdat hij zeggenschap heeft en een
financieel belang.
Bij de begrotingsbesprekingen van het College half september was het ongeveer
duidelijk dat dez
e regeling er zo uit zou kunnen zien, maar de feitelijke afronding had nog niet
plaatsgevonden. Volgens de oude regeling moest de gemeente die 8
miljoen ook afboeken vanwege het risico niets binnen te krijgen. Daarom zijn de
inkomsten de facto ook met 8 miljoen verlaagd. Er is een voorziening
opgenomen van een dubieuze debiteur voor 100% van dat bedrag. De begroting
moest linksom of rechtsom met 8 miljoen verlaagd worden ongeacht welke
situatie daaruit was gekomen. Het College denkt dat het goed is NY
K als koper de gelegenheid te geven om zijn plannen te maken voor de terminal
in Amsterdam. Die zullen naar verwachting begin 2003 bekend worden. Daarom
heeft het College ook besloten om ondanks de tegenwind door te zetten en in
goed overleg met NYK te kijken naar hun toekomstplannen. Zodra het College daar
helderheid over heeft, zal hij de Raadscommissie daarover informeren.
Mevr. Dalm
vraagt waar die garantstelling van 12 miljoen van NYK in de notitie
staat. De wethouder
antwoordt dat hij dat dan in deze vergadering heeft gezegd. Mevr. Dalm
wil vervolgens weten welke afspraken er dan nog meer niet in de notitie staan.
De wethouder ze
gt dat het onder Kennis te nemen van bij g. op de commissieflap
staat. Dhr. Flos
vraagt of mevr. Dalm nog steeds van mening is dat de wethouder de Raad
wellicht niet helemaal goed zou hebben voorgelicht. Mevr. Dalm
antwoordt dat zij nog eens goed zal nadenken over wat de wethouder heeft
gezegd en de commissie daar nader over zal berichten. Mevr. Meijer
vraagt opnieuw of de wethouder bereid is alvast om te zien naar alternatieven,
voor het geval het mis gaat. De wethouder
antwoordt dat hij dat vanuit de gemeente niet doet. Hij wacht eerst de plannen
van de nieuwe eigenaar af. Hij heeft daar vertrouwen in. Totdat het tegendeel
bewezen is, gaat hij geen andere optie uitwerken.
3e
termijn:
In verband met de vraag om informatie vóór de
begrotingsbehandeling vraagt de voorzitter de fracties
zich nog over de status van het stuk uit te spreken. Dhr. Marres
vraagt of het College vindt dat de bevoegdheid van het besluit bij hen ligt,
omdat behandeling in de Raad volgens de flap niet van toepassing is. Als dat
niet zo is, wil hij vóór 18 december a.s. het geheel volgens het
oude contract laten afhandelen. De wethouder
antwoordt dat in principe de directeur van het Havenbedrijf gemachtigd is de
overeenkomst te sluiten en te veranderen. Gezien de aard van deze overeenkomst
is het College bevoegd om hierover te besluiten en niet de Raad. De Raad heeft
wel het budgetrecht en kan het College de opdracht geven volgens het oude
contract te werken. Hij denkt dat de wethouder Financiën dan wel met een
afboeking komt op de hele investering. Dhr. Bijlsma
vraagt of het College die voorziening van 8 miljoen op de begroting
niet ergens anders voor mag gebruiken, omdat dit contract in oktober is
afgehandeld. Dat bedrag valt volgend jaar gewoon vrij, want het is eigenlijk
niet nodig vanwege deze betalingsregeling. De wethouder
antwoordt ontkennend. Of het nu - financieel-technisch - het een of het ander
was geweest, er was en er is geen 8 miljoen. Volgens het oude contract
had de gemeente iets moeten opeisen wat niet opeisbaar was. In het nieuwe
contract is er een veel kleinere betalingsverplichting voor 2003. Dus dan kun
je dat ook niet opnemen in de begroting. Bij de begroting van het Havenbedrijf
zullen de inkomsten dan 8 miljoen minder zijn. Dhr. Bijlsma
vraagt vóór 18 december duidelijkheid over een afboeking van
8 miljoen of een vrijval van dat bedrag volgend jaar, omdat de gemeente
inmiddels een betalingsregeling heeft getroffen. De wethouder
zegt dat op basis van de tabel een begrotingswijziging wordt gemaakt naar de
actuele stand van zaken. Zeker is dat er géén 8 miljoen
beschikbaar komt voor dekking van moties. Hij zal de commissie schriftelijk het
verschil met de peildatum van half september laten weten, omdat er nog wel
iets binnenkomt behalve de 1,5 miljoen van dit jaar. Dhr. Hafmans
zegt dat hij erg ontstemd is over het gegeven dat er 8 miljoen zou
binnenkomen en er ook 8 miljoen in de begroting gereserveerd of
afgeboekt zou zijn ten koste van een of andere nieuwe situatie van de
Ceres-terminal. Als hij dat niet goed heeft begrepen, wil hij weten hoe het wel
zit. Wat hem betreft kan zijn vraag schriftelijk worden beantwoord.
Volgens de uitleg van mevr. Spee
zou Ceres in de oude regeling een bedrag van ca. 8 miljoen volgend jaar
gaan betalen, maar omdat die beta
ling als dubieus werd beschouwd, wordt de voorziening dubieuze
debiteuren getroffen voor 8 miljoen. Nu is deze uitgestelde
regeling gekomen. Dus komt die 8 miljoen niet binnen en heb je ook geen
voorziening meer nodig. De wethouder overlegt met
de wethouder Financiën wat er in de begroting moet worden gewijzigd. Hij
zal dat op een rijtje zetten en de commissie een schriftelijke toelichting doen
toekomen. De voorzitter
concludeert dat de wethouder voor 18 december een notitie zal sturen over 8
miljoen euro en de berekeningen. PvdA maakt voorbehoud.
Blok
Luchthaven
Geen agendapunten.
INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE
Er zijn geen agendapunten.
Alvorens met de rest van de agenda verder te gaan deelt de voorzitter mee dat
er nog twaalf onderwerpen zijn te behandelen en er nog maar 75 minuten
resteert.
VERKEER (incl. Regio), VERVOER, INFRASTRUCTUUR
V5
Voordracht aan de gemeenteraad inzake Uitvoerings- en kredietbesluit project
IJsei (IJzijde Stationseiland)
Insprekers
Dhr. Van Bruggen
(Parkeer Management Nederland) verklaart dat Parkeer Management Nederland
(PMN) van mening is dat de plannen aan de achterzijde van het CS niet los
gezien kunnen worden van de plannen aan de voorzijde van het CS omdat beide
verkeersstromen uiteindelijk een cirkel moeten vormen. PMN verzoekt de fracties
derhalve om een motie in te dienen om de verkeersstromen aan de voor- en de
IJzijde van het CS als apart besluitstuk op te nemen in de centrale raad. Met
betrekking tot de plannen voor de IJzijde verzoekt PMN om het verkeer, dat op
de De Ruijterkade van oost naar west rijdt en van west naar oost, gebruik te
blijven laten maken van de oostbuis van de westertoegang. Deze buis wordt nu
gebruikt als toevoerroute naar de parkeergarage van PMN. Als men de Prins
Hendrikkade autoluw wil maken, is het vreemd dat men vervolgens met deze
plannen besluit om het verkeer over de Prins Hendrikkade te leiden naar de
parkeergarage, mede gezien het feit dat bij de Nassaukade al het verkeer
achterlangs wordt geleid richting De Ruijterkade, om zo veel mogelijk verkeer
op de Prins Hendrikkade te voorkomen.
Spreker heeft in zijn vorige memo aangegeven dat hij graag van gedachten wil
wisselen over de standpunten van PMN en die van de fracties. Twee partijen
hebben gereageerd. Eén partij deelde mee dat er een rode loper moet
komen om de verkeersveiligheid van de voetgangers te verhogen. Aan dat feit was
spreker inderdaad volledig voorbijgegaan, maar de handschoen die gegooid is
heeft spreker opgepakt. Hij heeft onderzocht om welke aantallen het gaat en hij
heeft geconstateerd dat in 2001 op het knooppunt Damrak-Prins Hendrikkade drie
letselgevallen hebben plaatsgevonden. Geen van deze letsels kwam door een
ongeval tussen een auto en een voetganger. In 2000 waren er zes letselgevallen.
Eén letselgeval betrof een ongeval tussen een auto en een voetganger,
waarbij de laatste door rood liep. In 1999 waren er negen letselgevallen. Twee
daarvan vonden plaats tussen een auto en een voetganger, waarbij in
één geval de voetganger door rood liep.
PMN is van mening dat elke kans op letsel zo veel mogelijk voorkomen dient te
worden. Daarom heeft PMN aan 3VO gevraagd om een notitie te maken over hoe de
veiligheid van de voetganger op het Stationsplein kan worden verbeterd, zodat
er voor alle partijen een win-winsituatie ontstaat. De voorzitter van 3VO heeft
naar aanleiding van de bovengenoemde gegevens als volgt gereageerd:
Wellicht is het raadzaam om de verkeersveiligheid van de voetgangers te
vergroten door het maken van een voetgangerstunnel onder het kruispunt
Damrak/Prins Hendrikkade. In tweede instantie kwam de voorzitter van 3VO
met een nog beter alternatief, in de vorm van een verplaatsbare en overkapte
loopbrug boven het kruispunt. Spreker hoopt dat de notitie nog meegenomen kan
worden in de plannen met betrekking tot de voorzijde van het Stationseiland.
Hij verzoekt de secretaris of PMN de eerste visie kan ontvangen zodra er een
raadsbesluit is genomen over de IJzijde. Dhr. Bijlsma
wijst erop dat hij het raadslid was dat vond dat er een rode loper moest
komen. In zijn reactie heeft hij ook gesproken over de fietsongevallen op het
stukje Prins Hendrikkade voor de IJtunnel. Daar zijn twee buitengewoon
gevaarlijke black spots
. Iedereen die daar wel eens fietst kan daarover meepraten. Hij begrijpt best
dat dhr. Van Bruggen de winst van zijn parkeergarage in gevaar ziet komen. Het
stuk dat dhr. Van Bruggen naar de fracties heeft gestuurd was vergezeld van een
stuk van een advocaat voor nadere compensatie per obstructie, maar geen woord
over de verkeersongevallen. Spreker merkt op dat er een uitstekende
Verkeerspolitie is, die al heel lang verkeersongevallen bijhoudt. Spreker raadt
dhr. Van Bruggen aan om daar eens te rade te gaan over de black spots
op genoemd stuk van de Prins Hendrikkade. De voetgangersovergangen in de vorm
van een brug of een tunnel stelt dhr. Van Bruggen voor omdat hij opkomt voor de
parkeergarage. Waarom gaat dhr. Van Bruggen niet te rade bij het Platform
Verkeersveiligheid Amsterdam? Dan kan hij zien hoeveel mensen daar zijn
gesneuveld of gewond zijn geraakt; zowel fietsers als voetgangers. Dhr.
Van Bruggen
heeft op verzoek van dhr. Bijlsma diverse ambtenaren gebeld, maar werd steeds
doorverwezen. Uiteindelijk kwam hij uit bij een ambtenaar van de dienst IVV die
de letselgevallen bijhoudt. In het staatje op uitgedeelde memo staat keurig om
hoeveel letselgevallen het gaat. Daaruit blijkt dat het er geen honderden
zijn. Als hij wil praten met een ambtenaar, krijgt hij vaak nul op het rekest.
Het lijkt wel of er een spreekverbod geldt met PMN en spreker. Men is bang dat
wanneer men iets zegt, hij met een argument komt dat het tegendeel aantoont.
Hij wil graag begrip voor alle belangen, niet alleen voor de parkeergarage.
Natuurlijk praat hij voor zijn bedrijf, maar de plannen hebben ook
consequenties voor ondernemers, voor het verkeer en voor de parkeerdruk in de
binnenstad. Spreker heeft verschillende gevolgen aangeduid. Dhr.
Bijlsma
heeft geen antwoord gekregen op de vraag waarom dhr. Van Bruggen maar
één kruispunt in beschouwing heeft genomen. Dhr.
Van Bruggen
reageert dat dát het kruispunt is waar men in de plannen alle
verkeersstromen wil hebben.
Eerste termijn commissie
Dhr. Bijlsma
stelt dat het hier gaat om ongeveer het meest ingewikkelde project in de stad.
Hij stelt voorop dat zijn fractie graag wil dat het busstation hij
verwijst naar de prachtige maquette die op tafel staat gerealiseerd kan
worden. In de voordracht wordt duidelijk gewezen op de samenhang tussen de
aanleg van het busstation en de autotunnel achter Centraal Station en de
Noord-Zuidlijn. Dat ook de reden waarom er enige haast bij is de zaak ter
besluitvorming voor te leggen.
Wat ontbreekt is dat in het plan de voorkant van CS niet wordt genoemd. Zijn
fractie heeft tweeënhalf uur met ambtenaren gepraat en dat maakte veel
duidelijk. De hele exercitie is begonnen vanwege de voorkant van het CS, en op
dit moment is daar nog geen helderheid over. Men ging ervan uit dat de voorkant
zou worden afgemaakt zoals gepland.
Men is destijds begonnen met verplaatsing van het busstation en de autotunnel
naar de achterzijde van CS vanwege de onoverzichtelijke verkeerssituatie op het
hele stuk voor CS, waar al het verkeer hinder van heeft. Zo doen taxis
er lang over het Stationsplein te verlaten. De eerste reden was de situatie
daar verkeersveiliger maken. Op de black spots
-kaart is dit stuk aangegeven als een zeer gevaarlijke situatie. De tweede
reden was dat de openbare ruimte voor CS geleidelijk aan door aanplemping en
loopbruggen zo rommelig is dat men er een overzichtelijk en helder plein wilde
maken. Er ligt een prachtig ontwerp voor de ingang van het metrostation van het
ingeschakelde architectenbureau. De voorkant mooier en verkeerveiliger maken
kan alleen door het busstation naar de achterkant te verplaatsen en daar ook
een autotunnel te maken. De Raad en het Rijk zijn destijds akkoord gegaan met
financiering van die autotunnel en een deel van het busstation, als voorwaarde
voor de grote knip van het stuk voor het Victoria Hotel. Dat is een keiharde
voorwaarde in de subsidiebeschikking van het Rijk. Als men nu een besluit neemt
over de achterkant dat veel geld kost, moet er wel zekerheid zijn dat de
voorkant kan worden uitgevoerd zoals dat was bedoeld. Daar is ISV-geld voor
beschikbaar - stadsvernieuwingsgeld voor de Zuidelijke IJ-oevers - maar een
overzicht daarvan is er nog niet, dat zijn fractie wél graag op dit
moment had gehad.
De PvdA-fractie gaat alleen akkoord met de plannen voor de achterkant met de
garantie dat een deel van het beschikbare ISV-geld voor de voorkant daarvoor
wordt aangewend, anders had men de hele exercitie niet hoeven te beginnen. Hij
verzoekt om een conceptoverzicht van het stadsvernieuwingsgeld voor de hele
zuidelijke IJ-oevers voor de raadsvergadering. In de begroting staat dat er
tienmaal 13 miljoen euro voor beschikbaar was, maar dat wil men volgend jaar
verlagen tot 11 miljoen euro, en voor de jaren daarna is het nog onduidelijk.
Aan dit besluit zitten heel grote risicos. Zo wordt in de exploitatieve
gevolgen geen inzicht gegeven, men zegt dat dit nog nader zal worden geregeld
en aan de Raad voorgelegd. De nu opgenomen bedragen voor de veiligheidssituatie
en het schoon houden zijn veel te laag.
In de risicoanalyse is voor 50 procent een reservering opgenomen voor
risicos buiten het project en 30 procent voor risicos daarbinnen.
De laatste zijn dus maar deels gedekt. Afgezien van de vrijval voor de IJtram
worden zij naar de toekomst geschoven. Hij wil weten wat dat feitelijk
betekent.
In de motie over de Noord-Zuidlijn heeft de PvdA de gesuggereerd de kap weg te
laten om daarmee 25 miljoen euro te besparen. Met dit besluit wordt dat
onmogelijk gemaakt. Hij vraagt hoe het College denkt die 25 miljoen plus 56
miljoen euro voor risicoreservering voor de Noord-Zuidlijn extra te dekken.
Vooral aan de achterzijde van CS is bouwen risicovol door het ontbreken van de
tweede en derde zandlaag. Hoe is de verzekering geregeld voor eventuele schade
door dergelijke risicos?
De Fietsersbond heeft aangegeven dat het geplande fietspad bij de pont te smal
is. Kan het fietspad richting fietstunnel voor de eerste 50 meter vanaf de pont
breder gemaakt worden?
Dhr. Flos
staat met de VVD voor een bereikbaar Amsterdam, per auto en per openbaar
vervoer. De VVD is bereid daartoe investeringen te doen. IJsei vormt samen met
de Noord-Zuidlijn een belangrijke impuls voor het openbare voorzieningenniveau
in de stad. Het is belangrijk niet in plannen te blijven hangen maar over te
gaan tot uitvoering. De besluitvorming, die netjes op een rij is gezet, voert
logischerwijs tot het voorliggende besluit. Hij vertrouwt erop dat de
besluitvorming voor de voorzijde van CS spoedig zal komen.
Er is haast geboden, gezien de onderlinge afhankelijkheid met de
Noord-Zuidlijn. De totale projectenkosten bedragen 210 miljoen euro, waarvan
het Rijk 42 miljoen euro betaalt en de gemeente 167 miljoen euro. De VVD is
zeer tevreden dat het project - naar verwachting inclusief de kap - binnen het
budget gerealiseerd kan worden, afgezien van planaanpassingen die
gecommuniceerd zijn naar de Raad, ten behoeve van de ruimtelijke inrichting en
de kosten voor veiligheid.
Ook de risicoparagraaf ziet er goed uit maar is de verzekering geregeld bij de
ontwerp risicos? De percentages - 30 en 5 procent vindt hij
voldoende onderbouwd voor inschatting van de risicos. De VVD gaat dan ook
akkoord met de reservering van 26,3 miljoen euro. Is er sprake van externe
expertise of een second opinion om de risicoparagraaf te checken?
De VVD is het eens met de noodzaak van aanvaarbescherming, gezien de
inschatting van het Havenbedrijf.
Is de wethouder van mening dat de auto-onderdoorgang bij het Oosterdok naar de
parkeergarage is afgesneden als dit besluit wordt genomen?
Over de veiligheid staat er in het stuk dat zo veel mogelijk rekening is
gehouden met nieuwe inzichten op het gebied van veiligheid. Waarmee is wel en
niet rekening gehouden?
De VVD is een groot voorstander van het busstation op het eerste niveau plus
één, gelijk met de treinen, want dit maakt doorloop van reizigers
op het maaiveld richting het IJ mogelijk. Bovendien zijn er geen wezenlijke
besparingen bij aanleg op een ander niveau of op een andere locatie. Jammer is
wel dat het busstation gefaseerd moet worden aangelegd.
In hoeverre is de veiligheid van de twee hulpbruggen over de bouwput van de
Noord-Zuidlijn gegarandeerd? Heeft men daarbij ervaringen met andere projecten?
In hoeverre zijn er risicos voor problemen met projectontwikkelaar MAB
als vanwege vertraging van de Noord-Zuidlijn het busplatform niet op tijd kan
worden verplaatst? Is de gemeente voor deze risicos ingedekt, en zo ja,
hoe? De VVD is voorstander van de kap, zowel om stedenbouwkundige als
architectonische redenen, en ziet deze als een goede impuls om Noord bij het
centrum te laten horen. Amsterdam als netwerkstad met meerdere centra: dat is
de visie die de VVD ook bij de Noord-Zuidlijn heeft uitgedragen. Bovendien
biedt de kap comfort voor reizigers en passanten. Het wachten in een tochtig
busstation is geen pretje. De VVD kiest ook voor kwaliteit, met name voor deze
plek in het centrum waar zoveel reizigers gebruik van gaan maken.
Dhr. Flos heeft geen behoefte aan uitstel van het besluit over de kap. Alle
relevante feiten liggen er. Uitstel zou leiden tot extra kosten en vertraging,
ook van de Noord-Zuidlijn.
Hij is blij dat het binnen het budget kan, maar dat betekent wel dat de
oorspronkelijk begrote bedrag van 15 miljoen euro het bedrag is waarvoor het
moet. De kap moet gelijk met IJsei worden gebouwd, dus er moet ook s
nachts gebouwd worden.
Hoe is s nachts de sociale veiligheid gewaarborgd? Wat is de rol van de
NS, de politie, het GVB en Connexion hierbij? Weliswaar komt er een
beheersplan, maar misschien kan de wethouder er al iets over zeggen. Hoe ziet
de wethouder de oplossing voor het creëren van voldoende taxistandplaatsen
gezien de huidige problemen met taxis aan de voorzijde van het station?
De VVD stelt hoge eisen aan de inrichting van de openbare ruimte: hoogwaardig
materiaalgebruik met allure. Zijn fractie is blij met de keuze voor de
beheersmaatstaf exclusief, maar wordt het niet heel kaal? Volgens het stuk zijn
bomen en groen uit den boze, spreker vraagt zich af of daar opnieuw naar kan
worden gekeken, zodat er toch wel groen komt.
Hij komt bij de integrale inrichtingsvisie in het nieuwe masterplan voor het
Stationseiland. Wellicht kan hier extra geld worden ingezet vanuit het
openbare-ruimtebudget, bijvoorbeeld vanuit de nieuwe UNA-tranche, die wat hem
betreft deels naar een allurevolle inrichting van de openbare ruimte zou moeten
gaan. Hij verwijst naar de ingediende motie hierover.
Over het faseren van uitvoeringsrisicos bij de afsluiting van de
Noord-Zuidlijn vraagt hij de wethouder er nader op in te gaan hoe dat is
gewaarborgd en aan te geven in hoeverre het busstation met de ontwikkeling van
het Oosterdokseiland is afgestemd.
Wat de juridisch-planologische zaken betreft - inspraak en vergunningen
vraagt hij of hier majeure risicos in zitten. Men kent de Amsterdammer,
die alles zal aangrijpen om tegen het project te gaan procederen.
Wat de verlengde stationshal betreft, is het jammer dat niet duidelijk is hoe
dat moet worden ontwikkeld. Hij hoopt dat de Spoorwegen toch bereid zijn te
zeggen: daar gaan wij voor.
Gezien de inspraak en de adviezen van allerlei diensten is er in grote lijnen
steun voor het project. Spreker vraagt aandacht voor de bereikbaarheid,
leefbaarheid, veiligheid, en de coördinatie daarover tijdens de
werkzaamheden. In het bijzonder wil hij aandacht voor de sociale veiligheid
s nachts, dat is momenteel al een groot probleem, maar met de
bouwwerkzaamheden wordt het er misschien nog meer spooky.
Resumerend is de VVD het eens met de start van de uitvoering en het beschikbaar
stellen van de kredieten.
Mevr. Van Pinxteren
stelt dat de fractie van GroenLinks evenals de VVD sterk voor openbaar vervoer
is. GroenLinks vindt dit project een mooi en ingenieus plan voor het oplossen
en vormgeven van de reizigersmachine, zoals dat een aantal jaren
geleden werd genoemd. GroenLinks vindt verder de vraag van wel of geen kap op
het busstation niet aan de orde, want die kap moet er gewoon op! Verder is haar
fractie van mening dat het busstation niet op het maaiveld kan.
Ze heeft de indruk dat de dekking van het enorme bedrag niet zeker is. Zij
vraagt de wethouder of het mogelijk is de hoofdstromen van die dekking aan te
geven en aan te geven hoe zeker zij zijn en welke risicos eraan verbonden
zijn.
De fietsenstalling in het gebouw en de bijbehorende fietstunnel is een onzekere
zaak. Zij pleit ervoor dat dat in orde komt ten behoeve van een goede
afwikkeling van het fietsverkeer.
Zij onderschrijft de opmerking van dhr. Bijlsma dat het fietspad aan de IJzijde
te smal is. De Fietserbond vindt dat ook en heeft daarin volstrekt gelijk. Dit
leidt tot in elkaar klinkende sturen van fietsers en brommers en tot
valpartijen. Kan het fietspad minimaal een meter breder worden?
Verder onderschrijft zij de mening van dhr. Bijlsma dat de voor- en achterkant
van het CS bij elkaar horen. GroenLinks wil graag meer weten over de zekerheid
van de oplossingen voor de voorkant.
Tot slot verbaast het haar dat de VVD pleit voor bomen en groen. In dit geval
hoeven bomen en groen voor haar niet per se. Als de kap er maar komt, als de
fietsenstalling er maar komt, en als het fietspad maar deugt! Mevr.
Spee
vindt het plan IJsei een enorm positieve impuls voor het CS, dat nu te kampen
heeft een gevoel van sociale onveiligheid waardoor mensen met name s
avonds het station mijden.
De bereikbaarheid van het station is zeer belangrijk, vandaar dat het
busstation zo groot mogelijk moet worden. Maar er moet tevens aandacht zijn
voor de bereikbaarheid met de fiets en het veilig kunnen stallen van de fiets.
Ook belangrijk is bereikbaarheid met de auto. Daar sluit de ANWB-parkeergarage
goed bij aan, want dat is een van de dichtstbijzijnde parkeerplaatsen. Op dit
moment is het vrijwel onmogelijk om met de auto direct mensen op te pikken bij
het CS, dat kan wel aan de achterzijde maar is s avonds niet geweldig.
De kap kost veel geld, maar zij pleit er sterk voor het plan inclusief de kap
als geheel door te zetten, niet alleen gezien de tijdsplanning en de invloed op
de voortgang van de Noord-Zuidlijn. Een kap draagt namelijk sterk bij aan het
gevoel van sociale veiligheid. Op een kaal station voelen mensen zich eerder
onveilig en het is zeer onaangenaam. Zij wil zich er hard voor maken dat men zo
snel mogelijk tot een besluit komt om de voortgang erin te houden. Uitstellen
van onderdelen leidt onherroepelijk tot vertragingen elders. Mevr.
Meijer
is benieuwd naar de antwoorden van de wethouder op alle vragen. De SP vindt
dit een mooi, duur en ambitieus plan. Zij hoopt dat het doorgaat voor de
prijzen en aannames die genoemd zijn. Wat de SP betreft moet de kap er
écht komen; zonder kap geen IJsei. Zij sluit zich aan bij GroenLinks
over de fietsenstalling en de tunnel. Zij vraagt de wethouder hoe het parkeren
van fietsen is geregeld tijdens de werkzaamheden. Momenteel is het een puinhoop
voor het CS; beide bewaakte fietsenstallingen zijn geregeld vol, evenals de
fietsmolen. Wat wordt daaraan gedaan?
Over de autotunnel is de SP zeer te spreken over de veiligheidsmaatregelen die
zijn genomen. Dhr. Manuel
had meer discussie verwacht. Kennelijk is de angel eruit bij de PvdA. Hij
vraagt de wethouder hoe hij de PvdA zo snel weer in het hok heeft gekregen.
Dhr. Bijlsma
meent dat dhr. Manuel niet goed heeft geluisterd. De PvdA heeft duidelijke
voorwaarden gesteld en heeft met drie ambtenaren gesproken. Dhr. Manuel
heeft dhr. Bijlsma de vorige keer horen praten over de kap, over het niveau
van het busstation, en vandaag heeft hij alleen gesproken over de voorkant van
het station. Dhr. Bijlsma
merkt op dat als hij meer spreektijd zou hebben, hij zou doorgaan. Dhr.
Manuel gunt dhr. Bijlsma de spreektijd in tweede termijn van D66.
Er is een prima presentatie geweest en het is een heel mooi plan. Geen kap is
voor D66 geen optie. Bussen op straatniveau evenmin, want zijn fractie wil dat
er een goed verblijfsgebied wordt gecreëerd. Dat kost natuurlijk wat, maar
men moet durven investeren in de toekomst van de stad. Monumenten moet men
niet alleen willen restaureren, men moet ze af en toe ook willen bouwen. Hij
heeft verder geen aanvullende vragen. Dhr. Bakker (LA)
vindt dit een heel mooi en ambitieus plan, inclusief de kap. Leefbaar
Amsterdam zal dit plan steunen. Dhr. Haffmans
vindt dit ook een mooi plan. AA/DG heeft er al eerder, bij de Noord-Zuidlijn
voor gepleit dat áls er iets onder de grond moet, dat autos moeten
zijn. In dit plan komen de autos veilig onder het station, dat vindt
zijn fractie een heel goede ontwikkeling. Verder sluit hij zich aan bij het
bezwaar van de Fietsersbond. Momenteel is er bij de uitgang bij de pont niet
alleen sprake van valpartijen, maar tevens van veel ergernis. Velen willen als
eerste weg zijn en dat leidt tot problemen. Daarom zou het fietspad best iets
breder mogen.
Wat de stallingen betreft valt het hem op dat men daar de fiets niet kwijt kan.
Met de bouw zal dit een ramp worden. Hij vraagt zich af hoe dat moet.
Misschien kan er nog eens over worden nagedacht.
Parkeerplaatsen voor autos hebben voor AA/DG geen prioriteit.
De kap zou een grote toegevoegde waarde zijn op het gebied van comfort,
gevoelswachttijd en sociale veiligheid. De vraag is echter of die te
financieren is. Spreker maakt zich daar toch wel zorgen over en stapt daar niet
zo makkelijk overheen als de VVD.
Een paar bomen erbij vindt hij een heel goede suggestie van de VVD.
Spreker steunt dit idee maar vraagt zich af of het te financieren is. Dat
vraagt hij zich ook af bij de kap. Het zou hem een lief ding waard zijn als die
er wel komt. Mevr. Van Oudenallen
merkt op dat ook Mokum Mobiel het een fantastisch en ambitieus plan vindt. Zij
vindt het heel belangrijk dat er een laad- en losplek komt, o.a.voor ouderen
en gehandicapten die naar het station worden gebracht en voor hen die s
avonds laat niet met het openbaar vervoer durven. Zij vraagt aandacht voor het
stallen van de fiets. Het is jammer dat niet iets is bedacht om fietsen te
stallen onder die prachtige kap. Daarom: zijn er mogelijkheden om binnen de kap
zelf, of welke wijze dan ook, fietsen te stallen?
Beantwoording De wethouder
gaat in op de zorg van dhr. Bijlsma betreffende de voortzetting van de plannen
met betrekking tot de voorkant van het CS. Daarover is gesproken in het
college. Er is geschoven in het programma en zoals het zich nu laat aanzien,
kunnen de plannen worden uitgevoerd. Hij zegt toe dat hij daarover iets op
papier zal zetten voor de raadleden, zodat er zekerheid komt.
Over het risico heeft de Raad een maand geleden een apart stuk gekregen. Daarin
is vermeld dat men voor het risico 24,7 miljoen
euro een voorziening zou moeten hebben getroffen.Tot op heden is er 15 miljoen
euro voor gevonden. Het College bekijkt momenteel - ook als voorbereiding op
de Voorjaarsnota - of er dotaties in het weerstandsvermogen gedaan moeten
worden. Het gaat niet alleen om dit project maar ook om andere projecten.
Voorlopig heeft het College de inschatting gemaakt dat er met de genoemde 15
miljoen euro een start kan worden gemaakt, maar het is juist dat er nog
ongeveer 10 miljoen euro bijgestort moet worden.
Een breder fietspad betekent een smaller voetpad, of er moet een stukje van het
IJ worden afgesnoept, maar dat was niet de afspraak. Hij zegt toe dat bekeken
zal worden of het fietspad breder kan worden gemaakt zonder dat de voetgangers
in de knel komen. Waarschijnlijk kan het wel iets breder worden dan de huidige
3,5 meter.
Naar aanleiding van de discussie over het kale plein en de bomen
noemt hij als een van de overwegingen dat het Stationsplein
hufter-proof moet zijn, dus bestand tegen een horde mensen, of dit
nu voetbalsupporters zijn of anderen. De openbare ruimte moet er zodanig
uitzien dat niet van alles uit de grond kan worden getrokken. Dhr. Flos
wil eens met de wethouder naar Den Haag gaan naar een kwalitatief zeer
hoogstaande omgeving waar een paar bomen staan die hufter-proof
zijn. De wethouder
meent dat Den Haag chiquer is; hij had een Leidseplein-viering met Ajax in
gedachten.
Hij vervolgt de beantwoording. Op de meeste overgebleven vragen kan hij
toezeggen dat zij in orde zijn, zoals de afstemming met de Noord-Zuidlijn, de
risicos en de bruggen. Dhr. Flos
vraagt de wethouder de vraag over de sociale veiligheid schriftelijk te
beantwoorden. De wethouder
antwoordt dat hij de antwoorden op alle gestelde vragen zonodig in detail
schriftelijk wil geven.
De hoofdvraag is of het allemaal te betalen is. Het antwoord luidt: ja. Het
College verleent geen krediet als de dekking niet is geregeld. Ofwel, alles wat
in de voordracht staat is gedekt. Dhr. Flos
wil graag dat de wethouder schriftelijk ingaat op de veiligheid bij het
busstation en op de sociale veiligheid. De wethouder
heeft deze vragen opgeschreven. De Raad krijgt de antwoorden zo spoedig
mogelijk. De voorzitter constateert dat de Raad hiermee akkoord is.
Tweede termijn commissie Dhr. Manuel
schenkt zoals beloofd dhr. Bijlsma zijn drie minuten als deze wat wil
vertellen over de kap en het busstation. Dhr. Bijlsma
dankt de wethouder dat hij een en ander op papier wil zetten, inclusief de
bedragen die aan de voorkant besteed zullen worden, zodat er zekerheid komt dat
het programma zoals daar is voorzien, kan worden uitgevoerd.
Met betrekking tot de dekking staat o.a. de grondexploitatie voor 65 miljoen
euro ingeboekt. Een toelichting is nodig omdat de hal aan de achterkant dat
bedrag niet zal kunnen ophoesten. Op de beheerkosten is niet ingegaan. Dit zal
een forse uitbreiding vergen, en is men niet voor een bedrag van een miljoen
per jaar klaar. Dat kost meer, de boel moet bijvoorbeeld ook schoongehouden
worden. Met betrekking tot de voorkant gaat het met name ook om het water.
Dhr. Manuel
heeft dhr. Bijlsma drie minuten gegeven om uit leggen waarom hij nu ineens
vóór de kap en het busstation is. Dhr. Bijlsma
antwoordt dat de PvdA destijds de suggestie heeft gedaan om bij een te
voorzien tekort de kap te laten vallen. Het College gaf toen aan de kap toch te
willen uitvoeren. Dat betekent dat het College in de Voorjaarsnota met dekking
zal moeten komen. De wethouder verwijst naar het weerstandsvermogen, maar dat
is daar onvoldoende toereikend voor. De wethouder zal daar wellicht in de
raadsbehandeling nader op ingaan.
Tussen een kap op het busstation of een busstation op maaiveld zit een verschil
van 8 miljoen euro. Hij heeft grote twijfels over dat bedrag, hij kan zich
niet voorstellen dat men met het weglaten van een heel busstation 8 miljoen
euro bespaart. Mevr. Van Oudenallen
reageert dat dhr. Bijlsma geen cijfers moet noemen, óf moet aangeven
wat hij eraan wil doen. Dhr. Bijlsma
repliceert dat de wethouder heeft gezegd dat de bedragen die op dit moment
nodig zijn, zijn gedekt. Over een aantal aanvullende bedragen die in de
toekomst zullen worden gedekt, heeft spreker nadere informatie gevraagd. Die
informatie is toegezegd.
Voor de fietsenstalling kon men met het oorspronkelijk bedrag niet uit. Hij
begrijpt dat nu tóch binnen dat bedrag 10.000 plekken kunnen worden
gerealiseerd. Hij geeft de suggestie mee om aan de achterkant te kijken of de
ruimte tussen de beide buizen beschikbaar is voor een extra fietsenstalling,
het zou zonde zijn die ruimte vol te storten met zand. Verder wacht hij de
informatie met betrekking tot de ISV-gelden af. Mevr. Van Pinxteren
heeft niets toe te voegen aan het betoog van dhr. Bijlsma. Dhr. Flos
houdt een slag om de arm gezien het feit dat hij nog niet alle antwoorden
heeft. Als de antwoorden goed zijn, zal de VVD absoluut voor stemmen. Hij is
blij dat de PvdA niet voorstelt om de kap uit te stellen. Dhr. Bijlsma
maakt nog eens duidelijk dat dit een suggestie was. Als men toch graag een kap
wil, moet men op termijn aangeven hoe dat beter wordt gedekt. Dat heeft het
College toegezegd. Mevr. Spee
denkt dat het het openbaar vervoer ten goede zou komen als het gemakkelijker
wordt mensen met de auto weg te brengen, of als een parkeergarage goed
bereikbaar is en men van daaruit verder met de trein kan gaan. In het
buitenland heeft men vaak een parkeerterrein bij het station, bijvoorbeeld in
Frankfurt. Dhr. Bijlsma
merkt op dat aan de achterkant van het CS een voorziening getroffen is waarbij
men iemand af kan zetten en weer op kan halen, kiss and ride genoemd
. Mevr. Spee
vervolgt dat voorzover zij weet de ANWB-garage de dichtstbijzijnde
parkeergarage is waar men de auto neer kan zetten en vervolgens met de trein
kan gaan. De bereikbaarheid van die parkeergarage is wel belangrijk maar nu
buiten de discussie.
De wethouder
zet recht dat hij niet heeft gezegd dat er geld uit het weerstandsvermogen
komt om de kap te dekken. Er is nu juist een systeem afgesproken onder de
benaming dynamisch weerstandsvermogen. Daar moet men dus iets aan toevoegen.
Aan het bedrag van 15 miljoen euro dat er nu staat, moet dus nog iets worden
toegevoegd, maar het College vond dat bedrag wel voldoende om te kunnen
starten. Er komt toch bij de Voorjaarsnota nog een hele operatie waarbij
duidelijk wordt wat er nog gestort moet worden en wat er nog vrijvalt.
Dhr. Bijlsma
heeft bij de dekking van de motie bij de Noord-Zuidlijn niet zozeer gedoeld op
de dekking die hier wordt aangegeven voor deze risicos. De kap zal toch
ergens uit betaald moeten worden. Mevrouw Homma
(ambtenaar) gaat in op de bereikbaarheid van de parkeergarage. Als men vanuit
de tunnel omhoogkomt, liggen de in- en uitrit van de tunnel vóór
de oostbuis van de westertoegang. Derhalve kan men alleen via de oostbuis van
de westertoegang naar de parkeergarage. Het is niet mogelijk om de andere buis
te gebruiken. Haffmans is groot voorstander van de kiss-and-ride
-voorziening. Het idee waarbij men ergens in het midden van de stad de auto
moet parkeren om vervolgens met het openbaar vervoer verder te gaan, is een
raar concept. De voorzitter
concludeert dat de voordracht rijp is voor behandeling in de raad. Er zal
schriftelijk antwoord komen op de vragen die zijn gesteld.
V1
Voordracht aan de gemeenteraad inzake Openbaar Vervoer, Gebiedsspecifieke
uitwerking A'dam Centrum/Oost behorend bij het PvE Exploitatie Openbaar Vervoer
De voorzitter
merkt op dat er zijn drie insprekers zijn voor dit punt en twee voor punt V6.
Mevr. Dalm
stelt voor alleen de insprekers aan het woord te laten omdat het al laat is.
De voorzitter
stelt vast dat de commissie hiermee akkoord gaat. De overige agendapunten
worden naar 19 november verschoven voor zover mogelijk. Dhr. Flos
stelt voor nu af te spreken wat de volgende keer wordt behandeld. De
voorzitter zal hierop later terugkomen.
Insprekers
Dhr. Sluyter
(namens Wijkcentrum Havens Oost) zegt dat het Oostelijke Havengebied een aantal
verzoeken heeft aan de commissie. Tien jaar geleden is begonnen met de bouw
van een nieuw stadsdeel. Dit is vrijwel afgerond, de komende weken worden de
laatste woningen op de Borneolaan opgeleverd, liggend langs de inrit van de
Piet Heintunnel. Dan is het hele Oostelijke Havengebied klaar. Alleen lijn 10
rijdt helaas nog niet, maar daaraan kan de commissie niets doen, dat heeft een
andere reden. Hij maakt melding dat er een overaanbod is van openbaar vervoer
op bepaalde momenten en op andere momenten te weinig aanbod. Voordat de
sneltram gaat rijden naar IJburg welke eigenlijk nauwelijks in de wijk
komt, alleen maar in de omgeving van het Rietlandpark waardoor een klein deel
van Entrepot West en het Rietland daarvan gebruik kan maken en in geringe mate
het winkelcentrum roept hij tot het volgende op. In 1999 zijn 2728
handtekeningen opgehaald door de werkgroep Behoud Verbinding Java-eiland en
KNSM-eiland. De afgelopen jaren is altijd verzocht een directe verbinding te
creëren tussen het KNSM-eiland en het Centraal Station. Men heeft steeds
kunnen snoepen aan de tijden dat er in de spitsen bussen zijn gaan rijden, maar
overdag heeft men nog geen snelle verbinding gekregen.
Hij stelt voor lijn 32 op te heffen omdat vanaf het Centraal Station naar het
Oostelijk Havengebied de noodzaak voor deze lijn in de toekomst niet meer
bestaat, terwijl het nu twijfelachtig is of de buslijn moet worden behouden als
de Czaar Peterstraat moet worden afgesloten voor de aanleg van lijn 10. Voor
het Borneo-eiland is ontsluiting noodzakelijk. Dit ligt namelijk buiten de norm
van de loopafstand naar de eerste halte, die is namelijk ongeveer duizend
meter van de kop van het Borneo-eiland tot aan het Javaplein. Hij stelt voor
een busverbinding 43 naar het Centraal Station in te voeren vanaf het
Borneo-eiland en deze bus te koppelen aan de dienstuitvoering van lijn 28,
zodat er een aflospunt is voor het personeel op de KNSM-laan. Dit aflospunt is
een jaar geleden gerealiseerd. Hij stelt daarnaast voor lijn 39 op te heffen.
Lijn 39 en lijn 59 rijden immers vrijwel dezelfde route, met uitzondering van
de route over het Java-eiland. Deze bussen vertrekken vrijwel gelijktijdig
vanaf het station Muiderpoort en rijden in optocht naar het Centraal Station en
doen op de terugweg weer hetzelfde. Lijn 59 moet dan in de avonduren om het
kwartier gaan rijden.
Dit zijn vrijwel allemaal budgettair neutrale voorstellen waarover contact is
opgenomen met dIVV en de commissie heeft hierover een notitie ontvangen.
Hij pleit voor een goed en betaalbaar openbaar vervoer dat stipt is en waarop
de mensen kunnen rekenen. Hij vraagt twee buslijnen in het gebied die een goede
verbinding waarborgen met alle delen in de stad. Uit de enquête die is
gehouden blijkt dat 87 procent van de mensen is gericht op het Centraal
Station. Mogelijk verandert daarin iets met lijn 10 naar het Leidseplein. Hij
wil zijn voorstellen zo snel mogelijk gerealiseerd hebben voor de komst van
lijn 10. Dan kan worden bezien wat het reisgedrag is naar het Centraal Station.
Lijn 26 is in de toekomst bedoeld voor IJburg en niet voor het Oostelijke
Havengebied.
Hij vraagt geen hoge frequentie maar bijvoorbeeld een twintig minuten
frequentie, met tussen het Centraal Station en het winkelcentrum een 10 minuten
frequentie. Dhr. Marres
vraagt of dhr. Sluyter ervan op de hoogte is dat het stadsdeel lijn 32 naar
Borneo-eiland wil hebben, maar niet akkoord is met het plan van lijn 28. Hij
vraagt of dhr. Sluyter hem kan uitleggen waarin de verschillen zitten en waarom
hij vasthoudt aan het project.
Hij spreekt de hoop uit dat niet alle lijnen worden opgeheven zoals hier wordt
voorgesteld, omdat hij dan niet meer naar het stadhuis kan komen. Mevr.
Van Oudenallen vraagt of de wethouder hierop kan antwoorden. Dhr.
Sluyter
antwoordt dat hem onbekend is wat dhr. Marres over het stadsdeel zegt. Hij
heeft een gesprek gehad met iemand van het stadsdeel die het een goed plan
vindt. Wat hij niet wil is dat lijn 39 en 59 op hetzelfde tijdstip van
Muiderpoort naar het Centraal Station rijden en omgekeerd, omdat daarmee een
dubbel aanbod wordt gedaan terwijl dat niet nodig is. Hij ziet veel meer in een
gedifferentieerd aanbod over de dag dat om het kwartier rijdt en aanwezig is.
Hij vraagt dus geen extra kosten. Mensen vragen om een rechtstreekse verbinding
van het KNSM-eiland naar het Java-eiland. Het is een verbinding die ongeveer
tien minuten kost. De wethouder
antwoordt dat is afgesproken wie waarover precies gaat. De Raad is de
adviescommissie voor het ROA en het ROA gaat daar verder over. De lijnvoering
zit niet in het contract maar valt onder de bedrijfsvoering van het GVB;
daarover gaat de centrale stad niet, want die is opdrachtgever gebaseert op een
vastgesteld programma van eisen (PvE) voor de gehele stad. Per gebied kan het
PvE tegen het licht gehouden worden, zoals nu aan de orde is voor Adam
Centrum/Oost. Als de mensen binnen het contract kunnen worden bediend, is het
niet aan de centrale stad om iets over de lijnvoering te zeggen. Mevr.
Van Oudenallen
vraagt of de wethouder hiermee het College bedoeld of zichzelf als wethouder.
De wethouder bedoelt daarmee ook de raadsleden. Mevr.
Van Oudenallen
vraagt of de commissieleden hiervoor naar wethouder Maij moeten. De
wethouder
ontkent dit. Wethouder Maij heeft weliswaar de bedrijven in haar portefeuille,
maar ook is afgesproken dat de politiek zich niet gaat bemoeien of de bus nu
linksom of rechtsom ergens naar toe rijdt. Wethouder Maij gaat over het bedrijf
GVB, maar niet over de bedrijfsvoering en helemaal niet over het inplannen van
bussen in een bepaalde wijk. Dhr. Sluyter
begrijpt hier helemaal niets meer van. Hij reageert op de plannen van de
wethouder voor verkeer en vervoer in centrum-oost. Daarover spreekt hij hier
in. In het verleden werd jaarlijks een inspraakronde gehouden voor alle
belanghebbenden over het GVB. Dit jaar is dat voor het eerst afgeschaft en
daarvoor is deze avond gepland. Als dit niet zo is, wil hij weten waar hij wel
moet zijn. De wethouder
antwoordt dat het wel gaat over het programma van eisen, maar als men inbrengt
hoe men een bus wil laten rijden, dan gaat het daarover niet in deze
commissie. Dat is overgelaten aan de concessiehouder ic het GVB. Dhr.
Sluyter vraagt welke commissie daar wel over gaat. De wethouder
antwoordt dat daarover geen enkele commissie gaat. Het is het bedrijf GVB dat
beziet wat de beste lijnvoering + dienstregeling is. De voorzitter
begrijpt dat deze punten over wie verantwoordelijk is voor wat zullen
terugkomen, zodat men meer inzicht krijgt in de gang van zaken. Dhr.
Marres
vindt dat een inspreker niet met een kluitje in het riet kan worden gestuurd.
Hij meent dat de wethouder ongelijk heeft. De centrale stad gaat erover als het
gaat om gebiedsinvulling binnen 400 meter. Daarover heeft deze inspreker het
ook. Mevr. Van Oudenallen
sluit zich hierbij aan. Zij stelt voor dat bij de behandeling van dit punt
deze problematiek duidelijk namens deze commissie op papier wordt gezet. Zij
wist niet dat op dit punt niet meer mag worden ingesproken. De mensen kunnen
ook niet naar het GVB worden gestuurd, want deze heeft geen
inspraakmogelijkheden. De wethouder
wil het juist helder hebben voor de inspreker, omdat het buitengewoon storend
is als iemand gaat inspreken op een onderwerp waarover deze commissie niet
gaat. Mevr. Van Oudenallen
meent dat dan in de voordracht had moeten staan dat men voor niets komt.
De wethouder
bestrijdt dit omdat dhr. Sluyter meerdere opmerkingen heeft gemaakt. Iedereen
moet binnen 400 meter een halte kunnen bereiken en het is aan de centrale stad
akkoord te gaan wanneer de afstand langer uitvalt. Daarover kan worden
ingesproken, maar niet over bepaalde routen en buslijnen, dat valt onder de
bedrijfsvoering van het GVB. Dhr. Sluyter
wijst erop dat het GVB de bal terugspeelt naar dIVV en dIVV weer naar de
wethouder terugspeelt. In principe is het dus zo dat de Amsterdamse bevolking
van alle inspraak is verstoken. Het GVB zegt dat dIVV opdrachtgever is en dat
zij zelf de uitvoerende instantie zijn. De wethouder
zegt dat dit precies is wat hij met de staf heeft besproken. Als het ene loket
is gesloten, en het andere loket nog niet open, dolen de burgers door de stad
zonder te weten waar zij met hun vragen naar toe moeten. Daarover zijn
duidelijke afspraken gemaakt. De opdrachtgever weet precies welke opdracht hij
mag geven, namelijk het geven van een concessie over een bepaald gebied met een
aantal eisen die objectief zijn. Gaat het over de bedrijfsvoering van het GVB,
dan moet men zich als consument wenden tot de producent. Als men dit niet goed
vindt geregeld bij het GVB, dan is het wel een punt voor de wethouder. Een
bedrijf hoort te luisteren naar de klant. Dhr. Sluyter
ontkent dit, de centrale stad heeft het contract afgesloten. Het GVB zegt dat
het uitvoerder en caissière van de kassa is en dat de gemeente Amsterdam
de supermarkt is. Dhr. Manuel
vraagt wat nu eigenlijk de discussie is. De voorzitter
antwoordt dat het punt is geagendeerd voor de Raad. Dhr. Manuel
vraagt of dit een termijn is. De voorzitter
antwoordt dat het geen termijn is maar beantwoording van de inspreker.
Mevr. Van Oudenallen
vraagt of dit nog een keer kan worden uitgezocht en de inspreker hiervan
bericht krijgt. Dhr. Sluyter
heeft een brief van dIVV waarin staat inspraak gebiedspecifieke
uitwerking Amsterdam centrum-oost bij het programma van eisen van het openbaar
vervoer. Hij vraagt waar hij moet wezen. De voorzitter
meent dat dhr. Sluyter zijn punt duidelijk heeft gemaakt en dat hij duidelijk
antwoord heeft gekregen. Problematiek wordt uitgezocht en de informatie zal
voor de raadsbehandeling beschikbaar zijn. Mevr. Van Oudenallen
vult aan dat als dhr. Sluyter zijn adres achterlaat, hij een brief zal
ontvangen.
Mevr. Deggeler
(spreekt namens de werkgroep Behoud Verbinding KNSM-eiland) is benieuwd wat
hiermee gebeurt, want zij heeft hetzelfde type verhaal.
Ongeveer acht jaar geleden is zij op het KNSM-eiland komen wonen. Aan het eind
van de KNSM-laan was het eindpunt van de bussen 28, 32, 59, en de nachtbus 79.
Inmiddels is de Jan Schaefferbrug gereed, wordt de IJtram aangelegd en wordt
lijn 10 naar het Azartplein doorgetrokken. Lijn 59 is verdwenen en de lijnen 28
en 32 leken ook te verdwijnen. In 1998 hebben de bewoners een
handtekeningenactie gevoerd die 1231 handtekeningen van bewoners van het
KNSM-eiland opleverde. De bussen 28 en 32 komen nu nog over de KNSM-laan.
De nieuwe brug heft de problemen van de bewoners niet op; per huishouden staat
één parkeerplaats ter beschikking, terwijl er veel tweeverdieners
wonen. Lijn 10 komt tot het Azartplein dat een kilometer van het
Venetiëhof afligt -boodschappen sjouwen doe je geen kilometer lang - en de
overstapplaats van de IJtram lijkt sociaal onveilig, zeker in de avonduren. De
werkgroep gaat er daarom vanuit dat de bussen 28 en 32 blijven rijden tot aan
het Carrousel, zoals deze nu doen, of dat buslijn 28 de hele dag tussen het
Carrousel op de KNSM-laan en het Centraal Station gaat rijden en bus 32
vervalt. In de gemeentelijke folder KNSM-stadseiland, de nieuwe
thuishaven van Amsterdam staat onder het kopje bereikbaarheid:
Buslijn 28 eindigt in het Carrousel op het eiland, en even verder:
De bereikbaarheid van de nieuwe wijk is erg belangrijk om het
aantrekkelijk te maken voor de nieuwe bewoners. Op grond van deze
beloften zijn veel bewoners er komen wonen. 62 Bewoners van het Venetiëhof
hebben zich op één avond achter de wens voor een rechtstreekse
verbinding met het Centraal Station gesteld.
Zij hebben dit met een handtekening en adres kenbaar gemaakt. Spreekster gaat
uit van een blijvende verbinding.
Mevr. Boerlage
(namens de Ouderenadviesraad Oost / Watergraafsmeer) zegt dat de
Ouderenadviesraad onderling een intensief debat heeft gehad en schriftelijk
heeft gereageerd op de inspraak bij dIVV. De eerste vraag was of er naar hen
werd geluisterd. De Ouderenadviesraad heeft met verbazing in de stukken gelezen
dat het GVB zelf mag bepalen hoe de routes van de tram, bus of metrolijn
moeten lopen, met de voorwaarde dat de hele lijnennet uiteindelijk aan het PvE
moet voldoen. Gelukkig staat er ook vermeld dat de gemeente indien nodig
gedetailleerd mag sturen. De dringende vraag is of het zin heeft dat ouderen en
andere gebruikers van het openbaar vervoer de stukken lezen en naar
vergaderingen komen. Deze vraag wordt ondermeer gesteld naar aanleiding van de
discussie over de route van lijn 10 in oost. Zij vraagt om een schriftelijk
antwoord op deze vragen.
De Ouderenadviesraad is niet van mening dat het GVB alles voor het zeggen moet
hebben. Zoals iedereen weet is het GVB intern verzelfstandigd en niet extern en
de ouderen hebben actief deelgenomen aan het debat daarover. Zij menen dat de
gemeente de maatschappelijke aspecten van het lijnennet voor haar
verantwoordelijkheid neemt.
Zorgvliet ligt 900 à 1000 meter van een openbaar vervoerhalte en dat is
te ver. Hier kan tegen in worden gebracht dat er niet genoeg passagiers zijn om
het openbaar vervoer efficiënt te regelen, maar dat is ook niet het punt.
Het is een maatschappelijk belang dat een begraafplaats ook voor ouderen
bereikbaar is. Als de gemeente deze mening niet deelt, hebben de ouderen
daarmee een probleem en zullen de ouderen daarover nog lang en breed spreken.
Dit zullen zij ook doen als de gemeente toestemming geeft voor een langere
loopafstand dan 250 meter die er hoogstens mag zijn tussen ziekenhuizen en
bejaardenoorden, 250 meter is al heel ver.
Ook de 400 meter tot gewone huisadressen mag niet worden verlengt. In
Amsteldorp, een stuk stad waar veel ouderen wonen, is de afstand soms 600
meter. Zij meent dat door Betondorp en Jeruzalem zeer goed openbaar vervoer kan
worden gerealiseerd met wellicht bescheiden busjes. Ook hier wonen heel veel
ouderen die allemaal behoefte hebben aan openbaar vervoer om de hoek. Daarop
hebben zij recht en maatschappelijk gezien is het noodzakelijk.
Het hele probleem met het lijnennet en alles wat daarmee te maken heeft moet
serieuzer worden genomen.
Zij bepleit dat indien er insprekers zijn, deze vooraan de avond aan bod kunnen
komen en niet tot diep in de nacht moeten wachten. De voorzitter
zegt dat er een notitie komt over de procedures rondom taken en bevoegdheden
m.b.t. openbaar vervoer en dat uiterlijk 19 november dit in ieders bezit is en
s avonds wordt behandeld. Dhr. Marres
merkt op dat het mevr. Boerlage zal helpen als zij de notitie krijgt die de
commissieleden ook krijgen, daarin staan namelijk alle antwoorden. De
minimumvoorziening blijft op 250 meter, dat staat in de toelichting. Mevr.
Boerlage reageert dat de loopafstand niet overal 250 meter is.
De verdere behandeling van dit punt wordt aangehouden tot 19 november 2002.
V6
Gemeenschappelijk Tariefsysteem Decentrale Overheden
Insprekers Dhr. Mantje
(namens de ANBO) zegt dat de ANBO de club voor vijftigplussers is in Amsterdam
en elders. In dit geval spreekt hij ook namens andere ouderenbonden. Tussen
het raadsadres en nu is er bijval gekomen van de complete bundeling van
Amsterdamse Consumenten Zorgvoorzieningen.
Het gaat hier om het principiële recht van ouderen op korting van het
openbaar stad- en streekvervoer. In Amsterdam wonen 85.000 mensen boven de 65
jaar. Wat er nu speelt is weliswaar een principieel punt, maar de
belanghebbenden weten van niets en laten daarom niets van zich horen. Het staat
in de kleine lettertjes van het vervoerstechnische landelijke rapport dat
slechts aan weinigen bekend is. Het tijdstip van deze vergadering speelt ook
mee bij het feit dat er niemand op de publieke tribune zit. Hij geeft een
verkorte versie van zijn ingebrachte notitie.
Momenteel ligt het voorstel voor om de korting van kinderen tot 12 jaar
landelijk vast te leggen, maar de korting voor de 65-plussers landelijk los te
laten. De regionale vervoersautoriteiten zouden voortaan mogen beslissen of er
nog seniorenkorting wordt verleend in hun regio. Dit betekent invoering van een
principe van rechtsongelijkheid. Wat de bus voor 65-plussers kost, hangt af
van de plaats in Nederland waar men woont of reist. De Amsterdamse Raad wordt
gevraagd hiermee in te stemmen.
De ANBO kan zich niet voorstellen dat dit de bedoeling is. De ouderen vinden
het aan alle kanten asociaal om de mogelijkheid te creëren de
seniorenkorting voor het stads- en streekvervoer te laten verdwijnen. Dat zou
ook in flagrante tegenspraak zijn met het B&W- beleid om voor het
aanvullend Stadsmobiel-vervoer de tarieven voor senioren en gehandicapten juist
omlaag te brengen. Tegengeworpen zou misschien kunnen worden: U moet
niet brullen voor u geslacht bent: er is nog niets ten nadele van de
seniorenkorting besloten. Het gaat hier slechts om een optie, en later zullen
wij heus wel voor u opkomen. Maar dit hellend vlak willen de ouderen niet
af. Zij willen geen rol als kandidaat-slachtoffers, senioren willen geen
zwaard van Damocles boven hun hoofd. Zij zeggen: nu niet en nooit niet! De
voordeur en de achterdeur moeten stevig dichtgespijkerd worden tegen indringers
op hun rechten.
Tot slot wil hij nog meegeven: Met het stadswapen in de hand komt men
door het ganse land. Anders gezegd; bij de handhaving van de
seniorenkorting kan Amsterdam een sociaal voorbeeld zijn voor de rest van de
vervoersregio's. Wat hier kan, kan elders ook, en daar moet Amsterdam zich
sterk voor maken. De gemeenteraad en het gemeentebestuur kunnen nu beleid maken
dat voor de senioren opkomt, en dat verwachten zij ook. Dhr. Bijlsma
neemt aan dat dit punt nu niet wordt behandeld. Hij vraagt of dhr. Mantje van
de Raad verwacht dat deze de ROA oproept om de landelijke overheid te adviseren
een uniforme regeling te treffen. Dhr. Mantje
bevestigt dit. In het raadsadres staat het iets duidelijker. De ANBO vraagt
aan de gemeenteraad bij het ROA te bepleiten voor het ROA-gebied het 65-plus
tarief te handhaven en het ROA voor te stellen dit aan de
collega-vervoersregios voor te leggen. Het schijnt dat in de Wet
Personenvervoer staat dat de tarieven zijn gedecentraliseerd. De
vervoersregios moeten gezamenlijke afspraken maken. Indien deze
gezamenlijk zeggen dat zij het tarievenbeleid een landelijk moet blijven, dan
blijft het landelijk. Dit is slechts een voorstel om te decentraliseren. De
ANBO vindt dat het ROA, evenals de gemeente Amsterdam, zich hiervoor sterk
moeten maken. Wellicht kunnen B&W ook langs andere kanalen, bijvoorbeeld in
het Grote Stedenoverleg, zich daarvoor inspannen Dhr. Bijlsma
vraagt de wethouder in de voordracht te zetten wat zijn advies is ten opzichte
van het ROA in het kader van de uniformering, voor volgende keer dat dit wordt
behandeld. Dhr. Flos
vraagt of dhr. Mantje het er ook niet mee eens is dat decentraal de overheid
mag beslissen over de reisvoorwaarden die gelden voor de 65-plus kaart, zoals
het niet mogen reizen tijdens te spits. Moet dit ook landelijk worden
vastgesteld? Dhr. Mantje
antwoordt dat indien het landelijke kortingstarief ergens voor geldt, de
voorwaarden ook centraal moeten worden gehouden. Hij meent dat er geen enkele
aanleiding is om te stellen dat senioren alleen met korting mogen reizen in het
dalurentarief, want er zijn in de toekomst genoeg
senioren die op tijd op pad zullen moeten, al was het alleen maar voor de
mantelzorg. Dhr. Flos merkt op dat dit met treinreizen niet zo is.
Dhr. Mantje
bevestigt dit. Maar voor de tram, bus en metroreizen is het nooit zo geweest.
Als het ingevoerd moet worden, moet het op landelijk niveau worden
bediscussieerd.
Mevr. Boerlage
heeft ondermeer ingesproken bij de Commissie Zorg. Daar heeft zij uitvoerig
uitgelegd hoe ingewikkeld het langzamerhand voor oudere vrouwen wordt die heel
vaak met het openbaar vervoer reizen. Hun inkomenssituatie gaat echter steeds
slechter worden. Het koopkrachtplaatje van deze mensen gaat ook vanwege de
ziekenfondspremie omlaag. Het is een groot probleem aan het worden. Toch wordt
gewenst dat ook oudere vrouwen en mannen participeren en wenst men dat de roze
strippenkaart blijft. Het is onbegrijpelijk dat voor kinderen tot en met 11
jaar wel een roze strip zou gelden en dat dit voor ouderen niet zou gelden. Dit
zijn twee categorieën die het qua inkomen vrij moeilijk hebben en vaak
zijn aangewezen op het openbaar vervoer. Nu ligt er een voorstel van B&W om
de korting af te schaffen voor ouderen. Zij pleit ervoor dat het wordt
omgedraaid en dat Amsterdam in ROA-verband bepleit dat de roze strippenkaart
ook voor ouderen gehandhaafd blijft en dat Amsterdam meedoet aan de lobby die
natuurlijk op gang komt om het ook in de andere 35 regios voor elkaar te
krijgen.
Zij kan zich voorstellen dat men uitzonderingen voor de spits wil maken, maar
daar is zij op tegen. Ook voor ouderen zal er ruimte moeten zijn in het
openbaar vervoer in de spits. Veel ouderen willen niet in de drukte reizen en
zullen dit vermijden, maar voor degenen die wel op die tijd moeten reizen is de
roze strip al duur genoeg.
Het handhaven van de vaste voet, de eerste strip, maakt het extra duur en de
geldigheidsduur wordt teruggebracht tot 35 minuten, waardoor men niet heen en
weer kan reizen zonder twee keer te betalen. De gemeente Amsterdam moet zich
hier tegen verzetten, ouderen moeten met het openbaar vervoer hun boodschappen
kunnen blijven doen zonder dat het te duur wordt.
De verdere behandeling van dit punt wordt aangehouden.
De
voorzitter
merkt op dat de resterende punten worden toegevoegd aan de agenda van 19
november. Dhr. Haffmans
merkt op dat steeds punten worden doorgeschoven. Hij vindt het dan ook vreemd
om eens in de drie weken te gaan vergaderen. Mevr. Spee
heeft een praktisch probleem met de vergadering van dinsdag. Oorspronkelijk
was het een ingelaste vergadering over taxizaken. Zij kan er zelf niet bij zijn
en nu wordt het een ingelaste reguliere vergadering omdat er punten bij zijn
gekomen. Dit moet zij nu ook gaan overdragen aan een vervanger. Zij wil precies
weten wat wel en niet op die vergadering wordt besproken. Dhr. Flos
vraagt of V4, V7 niet worden behandeld. De voorzitter
geeft aan dat hij voor 19/11 na het onderwerp Taxis zal zien hoever hij
komt, waarbij V1,V2 en V6 prioriteit hebben en geeft aan dat hij alle punten
zalagenderen behalve V8. Mevr. Spee
vindt het desalniettemin heel lastig dat het zo loopt. Mevr. Dalm
sluit zich hierbij aan. Mevr. Meijer
kan dinsdag ook niet en heeft een aantal vragen die zij toch wil stellen. Zij
kan geen vervanger sturen omdat alle raadsleden van de SP ergens anders moeten
zijn. Dhr. Isik merkt op dat dit ook voor de VVD geldt. Mevr.
Meijer zal de wethouder haar bijdrage doen toekomen. De
voorzitter
herinnert eraan dat technische vragen altijd rechtstreeks aan de wethouder
kunnen worden gesteld buiten de vergadering om. De wethouder
vraagt of het gewenst is dat hij aanwezig is bij de discussie over de
taxis. Hem is namelijk niets gevraagd. Dhr. Bijlsma
vindt van wel. De wethouder
komt slechts op uitnodiging van de commissie. De voorzitter
meldt dat de wethouder is uitgenodigd want er ligt een B&Wstuk aan ten
grondslag en geeft aan dat een aangepaste agenda voor 19/11 zal worden
verspreid.
V8 Nota Goederenvervoer
Dit punt wordt verdaagd in afwachting van een actieplan van de wethouder.
V12
Voordracht aan de gemeenteraad inzake Transformatorweg: aanvraag krediet
grootschalig Groot onderhoud. Akkoord
De voorzitter sluit de vergadering om 23.28 uur.
|