Besluitenlijst/Verslag van de openbare
vergadering van de Commissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Zeehaven en Luchthaven en Informatie- en Communicatietechnologie op dinsdag 24 september 2002 in de Boekmanzaal van het stadhuis van 21.05 tot 0.35 uur.
Aanwezig:
dhr. Marres (vicevoorzitter), dhr. Dales en dhr. Van der Horst (wethouders)
dhr. Haffmans (AA/DG), mw. Spee en dhr. Res (CDA), dhr. Isik en dhr. Flos
(VVD), mw. Van Pinxteren en mw. Dalm (GrLi), dhr. Bijlsma en dhr. Jamari
(PvdA), dhr. Bakker (LA), mw. Meijer (SP), mw. Kalt (AA/dG), mw. Van Oudenallen
(MM) Ambtenaren:
dhr. Van Eendenburg (secretaris/ROIB), dhr. Haanen (ROIB), dhr. Van Rijnberk
(dIVV), dhr. De Boer (ROIB), dhr. Geluk (Proj. Bureau NZL), dhr. Buffing
(dIVV). Verslag:
Verslagbureau Amsterdam / VBA (dhr. Bollinger en mw. Greeuw
Goedgekeurd d.d. 10 oktober 2002
Blok Algemeen
A.1. Opening
De voorzitter
opent het openbare deel van de vergadering om 21.05 uur en heet de aanwezigen
welkom. Vanavond vindt de tweede termijn over de Noord/Zuidlijn plaats, ook van
de insprekers. Eerst wordt de materieelkeuze besproken.
A.2
Mededelingen
Geen mededelingen.
A.3
Vaststelling agenda heden
Akkoord.
A.4
Concept-verslag van de openbare vergadering Cie. VVI d.d. 5 september 2002
Akkoord.
Blok
Verkeer (incl. Regio), Vervoer, Infrastructuur
NZL.1
Voordracht aan de gemeenteraad inzake Rapport Materieelkeuze Noord/Zuidlijn
(ROIB 2002/9589)
De voorzitter
heropent de op 5 september j.l. geschorste discussie.
Eerste termijn inspreker: Dhr. Boric
(Rover) vindt het bijzonder te constateren dat men tien jaar na het besluit
tot principe aanleg nu discussieert over het materieel. De metro krijgt hoge
vloeren, een breed profiel en lange perrons, wat te maken heeft met het safe
haven-concept. Het is echter lastig de metrolijn in te passen in de bestaande
structuur en ook wordt de exploitatie duur. Is de opheffing van drie haltes op
de Amstelveenlijn al besloten? Gaat Amstelveen daarmee akkoord? Voor Purmerend
is er weinig perspectief voor een regionale functie, zodat de bestaande
busverbinding niet moet worden afgeschaft. Light rail is wenselijk en de aanleg
van de nu voorgestelde metrolijn is onmogelijk.
Eerste termijn commissie: Dhr. Bijlsma
gaat in op de voorgeschiedenis. Hij zit nu negen jaar in de Raad en heeft acht
jaar geleden zijn eerste vragen gesteld, waarop geen antwoord kwam. Daarom is
twee jaar geleden een notitie geschreven over een light rail. Het is vervelend
dat er verschillende opvattingen leven bij de experts. De rapporten die pas de
laatste weken werden vrijgegeven, zijn veel eerder gedateerd zodat een
afgewogen besluit op korte termijn bijna onmogelijk is. Waarom zijn die
rapporten niet eerder ter beschikking gesteld? Over het materieel heeft hij nog
geen opvatting.
Dhr. Flos
vindt de modaliteit op zichzelf niet het belangrijkste maar de functionaliteit
wel. De second opinion is net zo grondig opgesteld als het stuk van de dIVV.
Het nu voorgestelde ontwerp zou veiliger zijn en kan meer reizigers vervoeren,
die ook een hoger zitcomfort hebben. De snelheid kan hoger zijn dan bij een
light railverbinding. Uitstel zou hogere kosten betekenen. Hoe ziet de heer
Bijlsma dat? Dhr. Bijlsma
antwoordt dat men nu bezig is een risicoanalyse te maken, waaruit zal blijken
dat de 132 miljoen euro niet voldoende is. De beslissing over het materieel
moet daarin ook worden verdisconteerd. Dhr. Flos
begrijpt dat het voor de PvdA bespreekbaar zou zijn, dat men boven de 132
miljoen euro uitkomt. Dhr. Bijlsma
vindt dit een verkeerde conclusie. Het moet lukken binnen de gemeentelijke
begroting. Daarnaast is er discussie over het materieel, waarbij de kosten
uiteraard duidelijk moeten zijn. Dhr. Flos
constateert dat de PvdA niet zegt dat de 132 miljoen euro heilig is. Voor de
VVD is dat wel zo. Dhr. Bijlsma
vindt dat hij de verkeerde conclusie trekt. Er zijn drie oplossingen, ofwel
men legt de lijn niet aan, ofwel men bezuinigt ergens anders, of men zegt dat
men er meer geld voor over heeft. Dhr. Flos
geeft aan dat men 13 tot 18,2 miljoen euro kwijt zal zijn voor eventuele
aanpassing van de perrons. Hoeveel van die meerkosten is voor het Rijk?
Bovendien zullen er hogere exploitatiekosten zijn in het geval van de light
rail. Wat zijn de kosten voor een eventuele nieuwe lijnwerkplaats? Amsterdam
heeft het meeste baat bij hoog materieel. Een uitbreiding naar de regio hangt
niet af van het gekozen materieel maar van de aanleg van de baan, die zowel
hoog als laag kan worden aangelegd als het om de prijs gaat. Op pagina 26
schrijft de Grondmij het oneens te zijn over het aantal overstappers bij de
knip. Wat denkt het college daarvan? Op pagina 31 is er kritiek te lezen over
het vermeende veiligheidsvoordeel van de stalen platen. Op pagina 37 gaat het
over de ruimte onder de hoge perrons, die niet wordt benut. Op beide passages
vraagt hij om een toelichting. De nieuwe bovenleiding van de Amstelveenlijn zou
te duur zijn, waarvoor een alternatief wordt gegeven. Dat lijkt hem een goede
oplossing. De lijn met het brede en hoge materieel is de beste optie. Het
college krijgt de steun van zijn fractie voor dit voorstel.
Mevr. Dalm
heeft zich goed geïnformeerd. Is het zo dat in dit voorstel reeds een
impliciet voorstel voor het materieel zit, namelijk hoog en breed? Het besluit
is daarom niet los te koppelen van het aanlegbesluit op 9 oktober a.s.
Impliceert deze materieelkeuze ook dat het geen regionale lijn is en dat er
moet worden overgestapt bij het Buikslotermeerplein en Zuid/WTC? De uitgebreide
discussie over hoog en breed of laag en smal komt haar wat overdreven over.
Dhr. Flos
verduidelijkt dat de lijn niet zal stoppen bij het Buikslotermeerplein en
Zuid/WTC. Mevr. Dalm
merkt op dat in alle voorstellen sprake is van een knip bij het
Buikslotermeerplein.
Mevr. Spee
stelt vast dat het bestek uitgaat van breed en hoog. Op dit moment gaat het
niet om de infrastructuur, het gaat om wat men met Amsterdam wil, de komende
honderd jaar. De lijn kent twee aspecten, namelijk een regionaal karakter en
snelheid. De optie hoog en breed garandeert die twee aspecten het best. Zij
vraagt naar de mening van de wethouder over het doortrekken van de verbinding.
Mevr. Meijer
meent dat iedereen wel weet dat er wat de SP betreft er geen materieel en geen
Noord/Zuidlijn zal komen. Zij heeft zich gestoord aan de passage over
toegankelijkheid en comfort, waarbij wordt vermeld dat men zoveel mogelijk
gehandicapten en mensen met kinderwagens wil vervoeren. In een ander stuk staat
echter dat er geen extra voorzieningen voor deze groepen mensen komen.
Dhr. Flos vraagt of zij praat over een tunnel of het voertuig.
Mevr. Meijer
antwoordt dat deze passage wel over het materieel gaat. Zorgt het brede
materieel ervoor dat de vluchtroutes te smal uitvallen? De mogelijkheid voor
een derde rail wordt opengehouden. Hoe is daar over nagedacht? Hoe is de
brandveiligheid van het materieel geregeld?
Mevr. Bruines
herinnert aan de bijeenkomsten met de deskundigen, die haar niet hielpen in
haar besluit. De voorliggende stukken, de second opinion en de brief van
Regionet zijn helder. De lijn is een regionale voorziening, waarbij de woorden
veilig, snel en veel belangrijk zijn. De lijn wordt aangevuld met
een fijnmazig netwerk van openbaar vervoer. De Grondmij formuleert een aantal
aanbevelingen. Kan het college zich daarin vinden? D66 sluit zich aan bij het
voorliggende besluit. Er kan in de tunnel worden gekozen voor een ballast-bed
dan wel een beloopbare constructie. Hoe denkt de wethouder daarover?
Dhr. H.H.G. Bakker
begrijpt van het vanavond aanwezige deskundigenpanel vindt dat de lijn er
koste wat kost moet komen. Dat is een onbegrijpelijke zaak. Gebruikt de
wethouder voor dit prestigeobject de stofkamconstructie binnen de Raad? De
voorzitter geeft aan dat het onderwerp de materieelkeuze is. Dhr.
H.H.G. Bakker
stelt dat Leefbaar Amsterdam helemaal geen materieel wil. Hoe denkt de heer
Dales aan het geld te komen? De voorzitter
verzoekt deze discussie te bewaren tot het volgende onderdeel van de
vergadering. Dhr. H.H.G. Bakker
zou graag antwoord op zijn vraag willen.
Dhr. Haffmans
dankt de heer Flos voor de samenvatting van het rapport, dat uitgaat van
veiligheid, snelheid en massaliteit. Tegen welke kosten zal dit echter
gebeuren? Iedere andere keuze leidt tot hogere kosten. Toch is die dwang geen
prettige manier om te kiezen. Hij hoopt nog steeds dat de Raad op 9 oktober
a.s. een wijs besluit neemt en dat het materieel er ook niet komt.
Mevr. Van Oudenallen
benadrukt het belang van de keuze. Er zijn goede vragen door de SP en het CDA
gesteld, waarop zij het antwoord afwacht.
Beantwoording:
Wethouder Van der Horst
staat stil bij het karakter van de Noord/Zuidlijn, een regionale verbinding
voor grote hoeveelheden mensen, over grote afstand en op hoge snelheid. Die
voorwaarden worden het best gegarandeerd door de optie hoog en breed, met name
in de ochtend- en avondspits. Als de lijn zal worden doorgetrokken naar
Zaanstad of Schiphol, wordt die grote capaciteit alleen nog maar belangrijker.
De lage en smalle optie zorgt voor opstopping in het centrum van de stad, het
smalste gedeelte van de trechter in de lijn. De bevolkingsaantallen zullen
groeien, evenals de werkgelegenheid en de mobiliteit. Wellicht is er iets fout
gegaan in het verleden met betrekking tot de besluitvorming en de Raad. Hij
heeft echter de indruk dat de eerste optie altijd het hoge materieel is
geweest, al in 1982, later bij de discussies over de Amstelveenlijn, het
Amsterdams Verkeer en Vervoerplan en ook nog eens bij het bestellen voor het
materieel voor de Ringlijn in 1994. In het Regionet is de definitieve visie pas
op 18 april 2002 vastgesteld, waarna het tweede rapport van de Grondmij is
opgesteld. Vandaar de vertraging. Dhr. Bijlsma
merkt op dat dat allemaal niet-openbare discussies waren. Wethouder
Van der Horst
beaamt dit. De wethouder kon de commissie pas informeren, nadat de regio eruit
was gekomen. Dhr. Bijlsma
begrijpt niet waarom er niet voor het reces een discussie in het ROA of de
Raad is geweest. Wethouder Van der Horst
geeft toe dat het stuk ter kennisname opgestuurd had kunnen worden. De
voordracht moest echter ook worden voorbereid. Inderdaad heeft de lage optie
gevolgen, niet alleen vanwege de extra kosten voor de gemeente maar ook vanwege
de vervoerswaarde van de lijn met betrekking tot de geringere capaciteit in de
toekomst. De huidige metrolijn is de meest kostendekkende lijn van het net in
de stad. Het verschil tussen het rapport van de dIVV en dat van de Grondmij zal
door hem schriftelijk worden toegelicht. De keuze is aan de Raad, maar voor
een regionale verbindende lijn is een vervoermiddel nodig dat veel mensen snel
moet kunnen vervoeren. Mevr. Dalm
vraagt of het voorstel uitgaat van hoog en breed. Wethouder
Van der Horst
beaamt dit. Hoog en breed is ook goed voor de regio. De lijn moet worden
doorgetrokken naar Schiphol en de Haarlemmermeer, omdat daar veel mensen wonen.
In de toekomst zal een deel van de bussen stoppen bij het Buikslotermeerplein,
het CS of doorrijden naar bijvoorbeeld Amsterdam ZuidOost. Bij de
concessieverlening na 2006 komt dat aan de orde. Het fijnmazige net moet goed
aansluiten op de Noord/Zuidlijn. Mevr. Dalm
gaat het om de twee knippen in de huidige plannen, waar altijd zal moeten
worden overgestapt. Mevr. Bruines
vraagt waar mevrouw Dalm dit leest. Mevr. Dalm
antwoordt dat het op de vorige vergadering aan de orde is geweest.
Wethouder Van der Horst
bestrijdt dit. De lijn wordt doorgetrokken naar Amstelveen over het huidige
spoor. Ook Schiphol moet worden verbonden, evenals Zaanstad waar een
capaciteitsprobleem zal ontstaan. Purmerend wil geen metroverbinding, waarvan
de vervoersaantallen overigens niet zo groot zouden zijn. Na het horen van alle
experts is hij niet van gedachten veranderd. Bij een calamiteit stopt de trein
op het perron, zodat men gelijkvloers kan uitstappen. De tunnel heeft aan
beide kanten 70 centimeter ruimte. Het is echter niet de bedoeling dat de trein
midden in de tunnel stil komt te staan. Mevr. Meijer
vraagt of in beide keuzes is uitgesloten dat de mensen in een rolstoel langs
de metrowagen kunnen ontsnappen. Wethouder Van der Horst
herhaalt dat het de bedoeling dat de trein op het perron stilstaat. Als er wat
in de tunnel gebeurt, dan is het lastig om door de tunnel te komen. Dat heeft
niets te maken met het ene of andere treinstel. Inderdaad wordt er gebruik
gemaakt van brandvertragend materiaal, maar dat heeft niets met dit voorstel te
maken. De aanbevelingen van de Grondmij worden overgenomen voor zover ze
uitvoerbaar zijn. De vraag over het ballast-bed zal hij betrekken bij de
beantwoording op de vragen van de heer Flos.
Tweede termijn insprekers: Dhr. Boric
(Rover) geeft aan dat de Amstelveenlijn zich moeilijk verdraagt met het
concept van de Noord/Zuidlijn. Hoe verloopt de besluitvorming daarover? Hoe is
de Reizigers Adviesraad daarbij betrokken?
Dhr. Flos
merkt op dat het punt over de RAR goed is beantwoord door het College. Er
wordt wel advies gevraagd over de voorschriften van de concessie maar niet over
het materieel. De deskundigen zoals bij de Grondmij hebben op basis van
gegevens positief geoordeeld over hoog en breed, dat heeft niets met geloven te
maken. Wethouder Van der Horst
geeft aan dat er nog niet is besloten over de drie haltes van de
Amstelveenlijn. Dat komt nog. De RAR brengt advies uit over de exploitatie maar
niet over het materieel. Daarover kan men wel ongevraagd advies uitbrengen.
Dhr. Hageman
(Ver. Stadsvervoerbelang) geeft aan dat de leden van de RAR zich wel met het
materieel dienen te bemoeien, omdat het soort materieel de netstructuur
bepaalt. De aanbevolen lange en brede treinen sluiten het doordringen in de
regio uit, of verminderen die in ieder geval, en dit raakt de artikelen 27 en
44 van de Wet personenvervoer 2000. Het artikel 106 kan van belang zijn. In de
artikelen 31 en 32 worden ook de leden van de RAR genoemd.
Wethouder Van der Horst
heeft de Reizigers Adviesraad schriftelijk geantwoord op dit punt. Hij
herhaalt dat de RAR alle stukken krijgt, zodat ook ongevraagd advies kan worden
gegeven. Niet het materieel bepaalt de netstructuur, maar het karakter van de
lijn bepaalt wat voor materieel men nodig heeft.
Tweede termijn commissie: Dhr. Bijlsma
vindt het helder dat het college en het ROA hebben verzuimd de stukken tijdig
rond te sturen ondanks het jarenlange vragen. Het is lastig uit te maken welke
van de deskundigen gelijk heeft over het materieel. Dat maakt de keuze
moeilijk.
Mevr. Spee
dankt de wethouder voor de antwoorden. Zij hoopt op een snelle schriftelijke
beantwoording.
Mevr. Meijer
vraagt of haar vraag over de derde rail schriftelijk wordt beantwoord.
Wethouder Van der Horst zal die vraag schriftelijk beantwoorden.
Dhr. H.H.G. Bakker
vraagt hoe de invaliden bij brand in de tunnel eruit komen. Is het een
beveiligingsmaatregel dat de trein doorrijdt naar het perron?
Dhr. Haffmans
vraagt naar de kostendekkendheid van deze vorm van openbaar vervoer.
Beantwoording: Wethouder Van der Horst
antwoordt de heer Bakker dat zijn punt niet gaat over het materieel. Over de
veiligheid moet hij de desbetreffende rapporten nog eens lezen. Dhr.
H.H.G. Bakker heeft de rapporten over veiligheid al gelezen. Wethouder
Van der Horst
meent dat hij heel duidelijk heeft uitgelegd, dat het niet uitmaakt of het
breed of smal is. Dhr. H.H.G. Bakker
begrijpt dat het erop neerkomt dat de invaliden er niet uitkomen.
Wethouder Van der Horst
merkt op dat het onderwerp nu de keuze over het materieel is. De
voorzitter stelt vast dat dit een onderdeel van de volgende discussie is.
Dhr. H.H.G. Bakker
benadrukt dat het wel degelijk te maken heeft met de materieelkeuze. De
voorzitter geeft aan dat het te maken heeft met de tunnelbouw.
Wethouder Van der Horst
vervolgt dat het altijd gaat over de exploitatie van het openbaar vervoer. De
gemiddelde kostendekkendheid moet 50% zijn. De tram is slecht kostendekkend, de
metro doet het veel beter. Met de nieuwe lijn gaat de kostendekkendheid omhoog
en dat is positief voor de hele regio. Dhr. Haffmans
begrijpt dat de kostendekkendheid niet zozeer gaat over de metrolijn apart. De
kosten voor de aanleg zitten daar ook niet in? Wethouder Van der Horst
antwoordt dat het enkel en alleen over de exploitatie van de lijn gaat.
Wethouder Dales geeft aan dat het ook geldt voor de tram.
Wethouder Van der Horst
licht toe dat de exploitatie niet kostendekkend is. Het gaat om het percentage
kostendekkendheid.
De commissie wacht de schriftelijke beantwoording van de wethouder af.
NZL.2 Kwartaalverslag NZL, Tweede kwartaal 2002
De voorzitter verzoekt de commissie dit stuk te hameren.
Dhr. Flos
heeft twee schriftelijke vragen gesteld, die nog moeten worden beantwoord door
de wethouder.
Het Kwartaalverslag wordt vastgesteld met de mededeling dat de twee vragen van
de heer Flos schriftelijk zullen worden afgedaan. NZL.3
Voordracht aan de gemeenteraad inzake Start aanleg Noord/Zuidlijn (ROIB
2002/9587)
De voorzitter
heropent de op 5 september geschorste discussie.
Tweede termijn insprekers: Dhr. Haije
(Ned. Genootschap der Insprekers) geeft aan dat de toepassing van de
tunnelboor helaas onmogelijk is. Mevr. Van Oudenallen
dankt de heer Haije voor alle brieven die hij de afgelopen twee jaar heeft
verstuurd.
Dhr. Van Lamoen
(Platform Metro Amsterdam) merkt op dat er nog steeds geen dekking voor het
tekort van 64,1 miljoen euro is. Als de betaling van het Rijk achterblijft,
moet de gemeente er zelf voor opdraaien. De wethouder heeft de commissie
onjuist geïnformeerd over de consequenties van het eventuele afstel van de
aanleg. Bij technische calamiteiten is er geen dekking in de CAR-polis, een
groot risico waarvoor geen voorziening is getroffen. Waarom zijn de stukken
over de schade ten gevolge van onvolkomenheden nog steeds geheim? Dit besluit
zal leiden tot een electorale ramp voor de partijen, die instemmen met de
aanleg. (applaus)
Dhr. Haffmans
vraagt uitleg over het afstel van de aanleg. Dhr. Van Lamoen
verwijst naar de brief van 12 september j.l. van de wethouder. Het afstel
betekent niet dat de gereserveerde Rijksmiddelen automatisch verloren gaan. Er
kan over worden onderhandeld. Het is niet correct dat de wethouder stelt, dat
ook de reeds uitgegeven gelden zullen worden teruggevorderd. De
voorbereidingskosten worden gelijk verdeeld over het Rijk en de gemeente als
het project niet doorgaat. De minister heeft besloten tot een korting op de
Rijksbijdragen vanwege de aanleg van de lijn. Ook op dit punt heeft de
wethouder de commissie niet juist geïnformeerd. Dhr. Haffmans
is benieuwd naar het antwoord van de wethouder. Dhr. Manuel
neemt aan dat de wethouder deze stelling wil tegenspreken. Wethouder
Dales
merkt op dat hij niet op iedere mededeling uit de samenleving kan reageren.
Mevr. Van Oudenallen protesteert. Dhr. H.H.G. Bakker
geeft aan dat dit ook de mensen zijn, die de heer Dales hebben gekozen.
Wethouder Dales
zal antwoorden als de Raad het gevoel heeft dat die vragen moeten worden
beantwoord. Dhr. Haffmans
stelt de vraag namens de insprekers. Dit zijn belangrijke vragen. (applaus)
Wethouder Dales
antwoordt als die vraag uit de commissie komt. Hij benadrukt dat de wethouder
de commissie juist heeft geïnformeerd. Dhr. Haffmans
vraagt hem in te gaan op de punten van de heer Van Lamoen. Wethouder
Dales
geeft aan dat het geld moet worden terugbetaald, als de gemeente subsidie
krijgt van het Rijk, terwijl de lijn niet wordt aangelegd. Er kan wellicht wel
over worden onderhandeld, maar zeker gezien het tijdsgewricht is de uitkomst
daarvan bij voorbaat duidelijk. De wethouder heeft de commissie niet onjuist
geïnformeerd. De gemeente krijgt een korting vanwege een landelijke
regeling en moet daardoor proberen de kostendekkendheid te verhogen middels de
metro. Op de langere termijn is de aanleg voordelig voor Amsterdam. Dhr.
Haffmans
wil antwoord op de vraag van het gelijke betalen van de reeds uitgegeven
middelen. Wethouder Dales
daagt de heer Van Lamoen uit het artikel te noemen, waarin dat staat.
Dhr. Van Lamoen
geeft aan dat het hier niet gaat om de bepaling in de beschikking NZL, maar om
de overeenkomsten inzake de voorbereidingskosten. Daarin is expliciet
afgesproken, dat de kosten gelijkelijk worden verdeeld als de lijn niet wordt
aangelegd. (applaus)
Dhr. Groutars
geeft aan dat dit besluit gaat over de toekomst van Amsterdam. De
financiële risicos zijn niet te overzien. Op 9 oktober a.s. moet het
geweten spreken. Er moet financiële ruimte vrij worden gemaakt voor
andere initiatieven. De toegezegde Rijksmiddelen zullen niet verloren gaan. Ook
op een andere wijze kunnen de reizigersgroei en de regionale bereikbaarheid
worden bereikt. Mevr. Bruines
vraagt of de heer Groutars het niet een groot risico vindt te vertrouwen op
minister De Boer. Dhr. Groutars
laat deze opmerking voor rekening van mevrouw Bruines.
De
voorzitter
geeft wethouder Dales het woord voor een reactie op de bijdrage van de heer Van
Lamoen. Wethouder Dales
bevestigt dat de gemeente het geld moet terugbetalen, indien de lijn niet
wordt aangelegd. De afspraak was dat de kosten tot aan de datum in 1999 van de
subsidiebeschikking gelijkelijk zouden worden verdeeld. De sindsdien gemaakte
kosten vallen buiten die afspraak. Hij heeft de Raad daarover juist
geïnformeerd.
Dhr. Hageman
(Ver. Stadsvervoerbelang) merkt op dat het besluit over de netoptimalisatie al
in 1999 is genomen. De bezuiniging van de nieuwe regering maakt de zaken
erger. De vervoersstijging blijft marginaal. De overstapsituatie bij de
Ceintuurbaan blijft duister, met name wat betreft de kosten. De reserves voor
tegenslagen zijn te klein.
Dhr. Flos
geeft aan dat hij over deze punten schriftelijke vragen heeft gesteld.
Dhr. Bijlsma
bestrijdt dat het besluit al in 1999 is genomen. Het definitieve besluit over
de netoptimalisatie zal pas na 2010 vallen. Dhr. Hageman
geeft aan dat het in het Gemeenteblad staat. Dhr. Bijlsma
stelt vast dat tot nu toe niet is besloten welke lijnen en op welke manier de
rest van het net zal worden geoptimaliseerd. Dhr. Hageman
blijft bij zijn mening. Mevr. Bruines
verwijst naar de laatste alinea van de raadsvoordracht. Op een later moment
wordt besloten hoe het precies zal gaan.
Mw. Beijdals
(ondernemers Rokin) vraagt of de commissie weet dat bij de vorige metrobouw
een stukje is aangelegd rechts van het station, wat niet nodig bleek te zijn.
Vanaf het station Buikslotermeer kan dat stuk worden doorgetrokken naar de
bestaande metrolijn. Is dat geen miljoenen besparende oplossing? (applaus)
Dhr. Kleve
vindt het uitermate onfatsoenlijk en beschamend als de commissie blijft
vasthouden aan het programakkoord over de aanleg van de lijn. De berekeningen
kloppen niet, het veiligheidsaspect blijft onderbelicht en het boren is
riskant. De deskundige voorstanders laten de punten A, B en C voor wat ze zijn
zonder kritische blik.
Dhr. Van Mourik
gaat in op het misverstand over de feiten, namelijk de benodigde capaciteit
voor het openbaar vervoersnet. In het jaarboek van het Bureau Onderzoek en
Statistiek staan cijfers, waaruit blijkt dat de totale groei minus 0,6 % is
over de periode 1993-99. De prognoses in 1995 blijken niet te kloppen.
(applaus)
Dhr. Kuijper
vindt het bedrog dat slechts de exploitatiekosten worden berekend. De hoogste
kosten bestaan uit de rente, 5%. Over 4 miljard gulden dient men dus 80 miljoen
gulden te betalen, dat is dagelijks 220.000,-, rekening houden met de
inflatiecorrectie. Het aantal reizigers zal slechts met 25000 toenemen vanwege
de metrolijn. De kosten zijn veel te hoog voor het rendement, dat betekent 8
à 9 gulden per kaartje.
Wethouder Dales
vindt het een interessante berekening. Als de heer Kuijper gelijk zou hebben,
zou de lijn een slechte investering zijn. Maar de heer Kuijper heeft niet
gelijk.
Dhr. Spithorst
(Rover) streeft ernaar goed gedocumenteerd te werk te gaan en was
teleurgesteld over een van de commissieleden, die hem tijdens de vorige
vergadering tendentieus noemde. Rover heeft uiting gegeven aan de bestaande
twijfels met betrekking tot de toezeggingen over de netoptimalisatie, die nu
niet worden nagekomen. Verder zijn er vragen te stellen bij de bijdrage uit de
gemeentekas voor de verbetering van het openbaar vervoer. Dat is zorgwekkend.
Hij hoopt dat met de commissie voortaan weer op basis van respect en wederzijds
vertrouwen is te discussiëren. Is de verhoging van de kostendekkingsgraad
alleen maar te behalen met een drastische ingreep in het tramnet?
Wethouder Dales
antwoord ontkennend. Hij ziet uit naar een discussie op basis van vertrouwen
en respect.
Dhr. Dalhuizen
(de Bovengrondse) begrijpt dat alle ontwerprisico's voor de gemeente Amsterdam
zijn. In dat kader vindt zijn fractie het des te relevanter dat de
auditrapporten waarin ontwerprisicos beschreven worden, openbaar worden
gemaakt. Dat geldt ook voor de audit van Golden Associats die in de
beantwoording opduikt en waar hij nog niet eerder van had gehoord. Daarnaast
is er te lezen dat er een nieuw rapport is van professor Horvat over de
beoordeling van de veiligheid. Is het safe-havenconcept in strijd met regionale
uitbreiding? Het antwoord is ja, want in dat concept kan maar eens in de
tweeënhalve minuut een trein gaan rijden. In de eerste fase van de
Noord/Zuidlijn gaat dat nog, maar in de tweede fase gaat dat niet. Dhr.
Haffmans vraagt waarom gaat dat niet zou gaan. Dhr. Dalhuizen
antwoordt dat in de tweede fase de treinen korter op elkaar zullen moeten
rijden om al die mensen door die trechter te krijgen. Volgens de rapporten van
het projectbureau zullen ze minder dan twee minuten na elkaar moeten rijden.
Mw. Bos
(portefeuillehouder Welzijn en Cultuur Stadsdeel Amsterdam-Noord) meldt dat
Stadsdeel Noord overeenstemming heeft bereikt met alle marktpartijen aan zowel
de Van Hasseltknoop als het Buikslotermeergebied over een grote financiële
bijdrage en op dat punt zal er iets moois verschijnen in Noord. Ze bestrijdt
het idee dat de Noord/Zuidlijn ten koste zou gaan van voorzieningen voor
welzijn en cultuur. Het investeren in deze lijn biedt mogelijkheid om te
investeren in sociale voorzieningen, scholen en cultuur. Dat komt ten goede aan
de hele stad. Als deze lijn niet wordt aangelegd, wat zullen daarvan de kosten
zijn? In dat geval zal de stad zich afkeren van noord en zich richten op zuid
waar veel geld zit. Juist om het centrum het centrum te laten zijn, is noord
nodig waar startende bedrijven, startende cultuur en starters op de woningmarkt
een kans krijgen. Noord heeft de stad nodig en de stad heeft noord nodig.
Dhr. H.H.G. Bakker
vraagt of het klopt dat het project Panorama Noord valt of staat met het
project Noord/Zuidlijn. Mw. Bos
geeft aan dat een aantal zaken gerealiseerd zullen worden in Noord, ook als de
Noord/Zuidlijn niet wordt gelegd, maar er kan in dat geval veel minder.
Dhr. H.H.G. Bakker
kan dan het enthousiasme van mevrouw Bos wel begrijpen. Mw. Bos
benadrukt dat het voor de hele stad is. Noord ís en wordt een
belangrijk deel van de stad. Dhr. H.H.G. Bakker
vindt dat Noord wel degelijk bij de stad hoort; helaas zijn er veel mensen
die daar anders over denken. Mevr. Van Oudenallen
vraagt mevrouw Bos het volgende: als ze mocht kiezen tussen een lijn van CS
tot Noord en de rest laten vervallen, wat ze dan zou kiezen? Mw. Bos
kiest voor het aanleggen van de Noord/Zuidlijn, maar pleit ervoor te starten
bij Noord, dan is die buit binnen. Mevr. Kalt
gaat in op de door mevrouw Bos genoemde bijdragen in Noord voor de stations.
Zijn dat bijdragen van particuliere bedrijven? Mw. Bos
geeft aan dat het stadsdeel bezig is met een aantal consortia en
woningbouwcorporaties om rond de haltes ontwikkelingen te plannen. Bij de Van
Hasseltzone is onlangs overeenstemming bereikt over meebetaling door
verschillende partijen aan het bouwen aan en verbeteren van het station.
Hetzelfde geldt voor het centrumgebied Amsterdam Noord. Mevr. Meijer
vraagt of daar ook de garantstelling vandaan komt die Noord heeft. Ten tweede:
wat vindt mevrouw Bos van het idee om de oostlijn te verlengen en op die
manier de aansluiting met noord te maken? Ten derde: heeft mevrouw Bos enig
idee hoe lang men erover doet om met bus 33 van het CS naar Buikslotermeerplein
te komen? Mw. Bos
kan helaas niet antwoorden op de garantieverlening. Wat betreft de oostlijn:
stadsdeel Noord denkt dat het vooral belangrijk is om de Zaanlijn te verbinden
met het CS, want daar moeten veel mensen naartoe. Juist die aansluiting van de
Zaanstad en de noordelijke IJ-oevers biedt een enorme kans voor Amsterdam. Wat
betreft bus 33: als die eenmaal in het kwartier rijdt, gaat het prima. Maar als
de Noord/Zuidlijn iedere vijf minuten rijdt, is men veel sneller in de stad.
Bovendien kunnen dan eindelijk oost-westverbindingen worden gerealiseerd die er
niet een halfuur over doen voordat ze zich door noord gaan wringen.
De voorzitter dankt de insprekers
De vergadering wordt van 22.50 tot 22.58 uur geschorst.
De
voorzitter
heropent de vergadering met een punt van orde. Omdat nu pas het feitelijke
debat begint, wil de voorzitter de wethouder vijftien minuten extra geven en op
grond daarvan eenieder een kwart van de eigen spreektijd extra geven.
Tweede termijn commissie Dhr. Bijlsma
stelt dat een aantal vragen is beantwoord in het besloten gedeelte betreffende
verzekeringen, indexering, bouwfraude en het Centraal Station. Wat betreft de
verzekeringen heeft de wethouder toegezegd, op verzoek van diverse fracties, om
een second opinion toe te staan. Voor 5 oktober zal een onafhankelijk expert
naar de verzekering kijken. Het rijk heeft aangekondigd dat het de afbetaling
aan Amsterdam een aantal jaren wil opschorten. Dat is op zichzelf geen ramp,
mits het rijk de rentekosten voor zijn rekening neemt. Heeft de wethouder
daarover zekerheid? Gezien voorgaande ervaringen met het rijk is te betwijfelen
of het rijk daar zo happig op is. Mevr. Van Oudenallen
vraagt waar de heer Bijlsma op doelt met voorgaande ervaringen. Dhr.
Bijlsma
doelt op de loon- en prijsstijgingen die de gemeente de afgelopen jaren niet
volledig heeft teruggekregen. De gemeente is daar 22,3 miljoen bij ingeschoten
en moest een reservering maken.
Zijn fractie heeft gevraagd of de nieuwe regering de toezegging van mevrouw
Netelenbos gestand zal doen. Het antwoordt was ja, maar de Tweede
Kamercommissie Verkeer en Vervoer wil daar donderdag over praten. Stel dat de
Tweede Kamercommissie het in meerderheid niet eens is met die toezegging en de
minister omgaat, wordt de voordracht dan bijgesteld? Ten tweede, die toezegging
geldt tot 2008. Voor de periode 2009 tot 2011 ligt die toezegging er niet.
Welke bedrag is gemoeid met de ingroeiregeling van 2009 tot 2011 en is daar
rekening mee gehouden in de uitgaven in de voordracht van B&W? Dhr.
Manuel
vindt dat de heer Bijlsma veel vragen stelt. Gaat de heer Bijlsma ook nog het
standpunt van de PvdA geven? Dhr. Bijlsma
geeft aan dat een aantal vragen onduidelijkheden oproept en die wil hij graag
in deze vergadering opgelost zien. Dhr. Manuel
concludeert dat de PvdA nog geen standpunt heeft over de Noord/Zuidlijn.
Dhr. Bijlsma
vindt dat goed verwoord. Hij gaat verder: De herinrichtingskosten voor het
Rokin en de Vijzelgracht heeft het college begroot op het principe dat men de
stenen gewoon maar terug moet leggen. Dat lijkt zijn fractie aan de
optimistische kant, want voor een deel zal er moeten worden heringericht. Drukt
dat bedrag geheel op de stadsdelen? Dat zou zijn fractie niet terecht vinden
en vindt dat de centrale stad daaraan zou moeten bijdragen. Het busstation
Buikslotermeerplein en Amsterdam Zuid zijn een van de eerste prioriteiten die
uit het regionaal fonds na 2010 zullen worden betaald. Welk bedrag is daarmee
gemoeid? Zijn die bedragen dan op tijd op die beide stations te realiseren
voordat de Noord/Zuidlijn in werking treedt? De infrastructuur van de huidige
oostlijn is na 25 jaar dringend aan groot onderhoud toe. Welk bedrag is daarmee
gemoeid, want het drukt op de gemeentekas en het is niet in de begroting
opgenomen. Wethouder Dales
vraagt of dhr. Bijlsma spreekt over Metromorfose. Dhr. Bijlsma
licht toe dat hij spreekt over de infrastructuur van de bestaande oostlijn.
Bij de Zuidas wordt gediscussieerd over het dokmodel of het dijkmodel. Het
dokmodel kost honderden miljoenen euro extra. Bij het antwoord bij 13c staat
dat de centrale stad daarvoor middelen beschikbaar zal stellen. Komen die
middelen geheel uit de grondexploitatie, of wordt een deel ervan uit de kas
algemene middelen gefinancierd? Op het punt van vergunningen vond zijn fractie
het geen goed idee dat de stadsdelen die zelf verlenen, omdat er kans op
misverstanden is en dus op vertragingen. Als een stadsdeel faalt om op tijd een
vergunning te leveren, wordt een stadsdeel aangesproken op de schade. Waarom
wordt niet alsnog geprobeerd de vergunningverlening in één hand
te houden, want dat zou minder risicos opleveren. Laatste vraag: bij een
no-go-besluit worden alle voorbereidingskosten door het rijk teruggevorderd.
Stel dat de aanbestedingen zodanig de pan uitrijzen buiten de schuld van de
gemeente om, draait de gemeente dan voor alle voorbereidingskosten op?
Dhr. Flos
houdt bij hoeveel post hij ontvangt over de Noord/Zuidlijn. Tot nu toe heeft
hij 113 ansichtkaarten, 65 e-mails en 10 handgeschreven brieven ontvangen die
tegen de Noord/Zuidlijn pleiten. Hij gelooft oprecht dat deze mensen zich
zorgen maken, maar hij leest op een aantal van die berichten onjuiste gegevens,
bijvoorbeeld over financieringsvragen en veiligheidsrisicos tijdens het
gebruik. Eén brief heeft hij ontvangen van een voorstander, die schrijft
dat er geen project voor een metrolijn is geweest in Europa waar niet dit
soort tegenstanders in de samenleving zich hebben gemanifesteerd. Maar als die
metrolijn eenmaal is aangelegd, is de overgrote meerderheid van de mensen blij
dat de metrolijn er is. Het echte go-besluit is in feite twee jaar geleden
genomen. Een duidelijke meerderheid heeft toen ja gezegd. Het feit dat men er
met de markt niet uitkwam hoeveel geld er ter beschikking moest worden gesteld,
leidde tot het debat van heden. Mevr. Van Oudenallen
hoort de heer Flos spreken over een raadsmeerderheid, zegt hij dan impliciet
dat de PvdA ook voor was en dat het op dit moment kiezersbedrog zou zijn als de
PvdA nee zegt of twijfelt? Dhr. Flos
vindt dat de PvdA eigenlijk voor is, want zij heeft een programakkoord
gesloten waarin de Noord/Zuidlijn beoogd is. Hij neemt aan dat de PvdA nu niet
indifferent staat ten opzichte van de Noord/Zuidlijn.Dhr.
Bijlsma
stelt dat de heer Flos daarin volstrekt gelijk heeft. Zijn fractie heeft bij
het besluit van twee jaar terug duidelijk gezegd voorstander te zijn, alleen
toen heeft hij gezegd dat het echte go of no-gobesluit pas kan worden genomen
op het moment dat de briefjes van de aannemers zijn geopend, want dan pas is
duidelijk of het betaalbaar is. De vraag is nu aan de orde of de gemeente in de
begroting de financiële risicos aankan. Dhr. Flos
vindt dat terecht, maar de VVD heeft er nu al een beter gevoel over dan de
PvdA die er blijkbaar meer tijd voor nodig heeft. De VVD is van mening dat er
voldoende zekerheid is over de ingroeiregeling. Zowel de oude als nieuwe
minister hebben per brief bevestigd dat die toezegging er is. Daarmee is dat
punt voor de VVD van tafel. Wel maakt hij zich zorgen over het temporiseren van
de gelden die vanuit Verkeer en Waterstaat op de gemeente afkomen, gezien de
begroting. Voor de VVD staat het als een paal boven water dat het netto voor
Amsterdam niet tot een extra bijlage mag leiden. Die 132 miljoen euro moet
hard zijn. Kan het Rijk juridisch gezien überhaupt terugkomen
op deze maatregel, gezien eerder gedane toezeggingen? Zou dit in de toekomst
nogmaals kunnen gebeuren? Heeft het consequenties voor het tijdspad en het
financieel plaatje van de Noord/Zuidlijn? Wat betreft de bouwfraude is zijn
fractie tevreden met de fraudeclausule; dat gaat de goede kant op. Wat betreft
de vergunningen is zijn fractie blij met de hoofdconclusie van professor
Koemans dat er voldoende zekerheid bestaat over de planologische basis en de
locatie van de stations. Er liggen onherroepelijke vergunningen voor de meest
belangrijke onderdelen. Ten aanzien van de omgevingsprojecten wil hij zijn
erkentelijkheid uitdragen voor de ambtelijke beantwoording over de
risicospreiding. De fractie zal andere vragen hierover schriftelijk afdoen. De
second opinion voor de verzekering komt eraan, het college gaat daar bijzonder
ruimhartig mee om, maar op een gegeven moment moet het wel afgelopen zijn zodat
op 9 oktober het besluit van go, wat de VVD betreft, genomen kan worden. Wat
betreft de twee busstations is zijn fractie het ermee eens dat die een zeer
hoge priorit
eit krijgen. Wat betreft de liftproblematiek; de gedachte leeft dat de er geen
toestemming zou zijn van het liftinstituut. Kan de wethouder daar kort op
reageren? Concluderend heeft de VVD er een beter gevoel over gekregen om een
definitief ja te zeggen op 9 oktober.
Mevr. Dalm
vindt het ontzettend moeilijk. De fractie van GroenLinks is een groot
voorstander van openbaar vervoer, maar niet tegen elke prijs. Ooit is begonnen
met een verdeling van 95/5%, en voor 120 miljoen voor de gemeente Amsterdam kon
men voor een koopje de stad binnenrijden. Nu is de verdeling 75/25% en moet de
gemeente bijna 400 miljoen euro dokken. Punt twee is dat er begonnen is te
denken vanuit een regionaal net, en nu spreekt men over een metrolijn van
Buikslotermeerplein naar Zuid WTC. Ook heel belangrijk, maar het is geen
regionaal net. Vervolgens wordt die kernnetverbinding beoordeeld. Twee weken
voor de finale go or no go hangt het nog op een paar hoofdpunten: er hangt in
de Tweede Kamer een motie die de gemeente 74 miljoen euro kan schelen. Er zijn
diverse ministers die de motie niet uit willen voeren. De ministers zijn
gewisseld, de kamermeerderheid is hetzelfde gebleven en het is buitengewoon
onduidelijk hoe zich dat verder ontwikkelt. Het kan de gemeente een gigantisch
tekort opleveren. De vraag aan de wethouder is dan ook hoe daarmee om te gaan.
Moet de voordracht ingetrokken worden als donderdag de Tweede Kamer geen extra
geld naar Amsterdam wil schuiven en de minister wil houden aan het uitvoeren
van de motie? Dhr. Bijlsma
deelt de zorg, maar GroenLinks heeft in de Tweede Kamer voor de motie Giskes
gestemd. Heeft mevrouw Dalm geprobeerd haar fractie in Den Haag ervan te
overtuigen dat het terecht is om Amsterdam de 64 miljoen toe te kennen conform
het besluit van de minister? Mevr. Dalm
heeft met de GroenLinks-fractie in Den Haag een zeer goed contact. Veel van
hen wonen in Amsterdam en weten waar ze het over hebben. Er wordt meegedacht.
Dhr. Flos
vraagt hoe het komt dat veel GroenLinksers in Amsterdam wonen en met die
kennis toch voor de motie Giskes hebben gestemd. Mevr. Dalm
wil dezelfde vraag stellen aan de heer Flos, want ook zijn partij heeft voor
die motie gestemd. Mevr. Van Oudenallen
vindt het een heel onhandige vraag van mevrouw Dalm aan de wethouder. Stel dat
de wethouder het verkeerde antwoord geeft, en Den Haag zegt: Ze hebben
het geld niet nodig, dan is mevrouw Dalm daar medeschuldig aan.
Mevr. Dalm
blijft erbij dat ze van de wethouder wil weten wat de gevolgen zijn als de
Tweede Kamer blijft vasthouden aan de motie. Tevens hangt een deel van het geld
in het kabinet. De wethouder heeft enige tijd geleden gezegd dat hij de
minister aan de subsidiebeschikking kan houden wat betreft het uitschuiven van
de gelden. Alleen staat in die beschikking uit 2000 dat er binnen een jaar moet
worden begonnen. Kortom, Amsterdam is zijn verplichting ten aanzien van de
beschikking niet nagekomen. Wethouder Dales
wil dat rechtzetten. De beschikking is uit 1999, daarin staat inderdaad dat
binnen 12 maanden moet zijn begonnen. Maar mevrouw Dalm moet van de wethouder
geloven dat dat met het ministerie netjes is geregeld. Mevr. Dalm
wil veel geloven, maar de ene keer zegt de wethouder tegen de Raad: Dat
zal ik met de minister wel even netjes regelen, en op een andere vraag
zegt de wethouder: U denkt toch niet dat ik over alles kan onderhandelen,
dat gaat me echt niet lukken, en dat laatste ging over de teruggave van
de voorbereidingskosten. Wethouder Dales
geeft toe dat het de ene keer zus is en andere keer zo. Mevr. Dalm
begrijpt dat, alleen gaat het bij de beslissing op 9 oktober a.s. niet over
zus of zo, maar over go of no go. Kortom, haar fractie heeft terechte zorgen
over het uitschuiven van het geld. Ten derde heeft de wethouder beloofd dat hij
het regeerakkoord en de gevolgen daarvan zou doorrekenen voor de gemeente
Amsterdam. De Raad heeft daarover een motie aangenomen op 21 augustus j.l en
zou die doorrekening krijgen vóór de raadsbeslissing. Gezien het
feit dat er nu nog voorinvesteringen gedaan moeten worden die niet door het
Rijk worden vergoed, is dat meerjarenperspectief buitengewoon dringend. Verder
is er nog ruzie met het ministerie over de indexering; de verzekeringen zijn
nog niet af; er is een veel te hoge aanbesteding door de markt; hebben
concurrentie met andere infrastructurele projecten tot te hoge offertes geleid,
en allerlei kosten moeten straks bij de stadsdelen worden berekend. Dhr.
Flos
vraagt of mevrouw Dalm van mening is dat het punt van de marktaanbesteding nog
hangt. Mevr. Dalm
stelt dat er op dit moment gigantisch hoge offertes liggen, waarvan een deel
te maken kan hebben met afspraken tussen aannemers. De vraag is of de
fraudeclausule daar een oplossing voor is. Ten tweede is er tijdens een
hoogconjunctuur ingetekend wat tot hele dure offertes heeft geleid. Dhr.
Flos is van mening dat dat punt niet meer ter discussie staat.
Mevr. Van Pinxteren
vindt het geen moeilijke kwestie; bij zorgen telt men alles bij elkaar op.
Dhr. Flos
begrijpt dat, maar het verandert niets ten opzichte van januari, ook al is het
misschien in een ander perspectief komen te staan. Mevr. Dalm
stelt dat ze in januari j.l. heeft gezegd dat de GroenLinks-fractie het bedrag
te hoog vond. Nu is daar opnieuw naar gekeken en haar fractie ziet tekorten
die niet zijn opgenomen, onder andere de 45 miljoen voor het busstation. Het
kan niet zo zijn dat de regio geld beschikbaar stelt voor het busstation, dat
busstation niet wordt aangelegd om in 2008 weer verder te kijken. Daarom telt
haar fractie die 45 miljoen erbij op. Daarnaast zullen de kosten oplopen, want
er zijn altijd overschrijdingen. Overwegingen van haar fractie betreffen tevens
de begroting die terugloopt; vanaf 2004 zal er bezuinigd moeten worden. Door
het kabinet wordt fors op het openbaar vervoer bezuinigd; 9% oplopend tot 15%.
Als Amsterdam 15% moet bezuinigen ontstaat een gigantisch probleem. Haar
fractie is van mening dat op dit moment Amsterdam het niet kan dragen gezien
het perspectief van de komende tien jaar. Zij vindt het enorm jammer dat het
alternatief van GroenLinks, het Boerenweteringtracé, dat een aantal
technische risicos niet heeft, van tafel is gegaan.
Mevr.
Spee
dankt alle insprekers voor hun aanwezigheid en uithoudingsvermogen. De
CDA-fractie deelt een aantal zorgen. De CDA-fractie ziet de Noord/Zuidlijn niet
zozeer als een aanvulling of verbetering van de huidige structuur, maar als
een absolute noodzaak voor de ontwikkeling van Amsterdam in de komende
decennia. Heel veel vragen zijn zeer gedegen beantwoord. In afwachting van
antwoorden die nog gaan komen en meegewogen zullen worden staat haar fractie
positief tegenover de voordracht en steunt het college.
Mevr.
Meijer
moet het van het hart dat de wethouder twee weken geleden beweerde dat het
point of no return is bereikt. Maar het no go-besluit is over twee weken en een
deel van het geld is niet weggegooid, want het zit in funderingen en
dergelijke. Steeds is de raad voorgehouden dat de daadwerkelijke beslissing nog
moest komen en dat de voorbereidende werkzaamheden gewoon uitgevoerd konden
worden. Nu blijkt dat anders te zijn en wordt het gebruikt als een
pressiemiddel. Wethouder Dales
vraagt hoe mevrouw Meijer daarbij komt. Door wie is dat voorgehouden?
Mevr. Meijer
merkt op dat twee weken geleden daaraan is gerefereerd door insprekers die
beweerden dat een groot deel van het geld niet weggegooid zou zijn, en de
wethouder heeft dat bestreden. Wethouder Dales
bestrijdt dat het go-besluit al is genomen door het college. Waar baseert
mevrouw Meijer dat op? Ze kan no go beslissen. Mevr. Meijer
beaamt dat, maar ondertussen wordt de Raad voorgehouden dat nee zeggen eeuwig
zonde zou zijn van de gigantische hoeveelheid geld. Wethouder Dales
zegt gehouden te zijn alle informatie te geven, ook die informatie die
spreekster misschien niet welgevallig is. De Raad maakt zelf een afweging.
Mevr. Meijer
geeft aan de SP ervan is overtuigd dat de financiële consequenties
Amsterdam de das zullen omdoen. In het Parool van 17 september j.l. meldt
wethouder Oudkerk dat Amsterdam failliet zal gaan wanneer de kabinetsplannen
doorgaan, onder andere omdat de stad dan veel meer geld moet steken in
uitkeringen en dergelijke. Is de wethouder het eens met zijn collega? Verder is
haar fractie het verschil opgevallen tussen de landelijke en lokale VVD. De
VVD-minister van Financiën past goed op de centen terwijl deze wethouder
Amsterdam naar een faillissement wil helpen. Wethouder Oudkerk kan
waarschijnlijk zijn toegezegde resultaten bij lange na niet halen. Dhr.
Bijlsma
vraagt waar spreekster uit afleidt dat wethouder Oudkerk zijn resultaten niet
haalt. Op de Megabanenmarkt heeft de heer Oudkerk een overtuigend pleidooi
gehouden dat de resultaten tot nu toe buitengewoon goed zijn. Mevr.
Meijer
stelt dat de heer Oudkerk in de toekomst wellicht in de problemen zal komen.
De rijksbijdrage wordt vertraagd wat betekent dat er volgend jaar geen 141 maar
11 miljoen euro komt. Het jaar daarop geen 127 miljoen maar 13 miljoen euro en
in 2005 geen 139 maar 67 miljoen euro. Dat betekent dat Amsterdam moet
voorfinancieren en tevens de rentelast moet dragen. In hoeverre schat de
wethouder in dat het kabinet zal vasthouden aan deze plannen? Hoeveel geld gaat
het kosten? Waar wordt het geld het meest doelmatig ingezet; in de
Noord/Zuidlijn of in andere verplichtingen die wellicht voorrang zouden moeten
krijgen? Stemmen gaan op om de aanleg uit te stellen, mede door de bouwfraude.
In het Parool was onlangs een stuk te lezen van een oud-raadslid en
vervoerskundige Dick van der Horst. Hij pleit voor uitstel, mede omdat aannemer
Kroeze voor de parlementaire commissie heeft aangegeven dat de risicos
wel eens 25% bovenop de totale bouwsom van 1,4 miljard euro kunnen komen. Dat
zou een stijging betekenen naar 1,75 miljard euro. Dhr. Flos
vraagt of het artikel wordt bedoeld waarin het College werd beschuldigd van
frauduleuze praktijken en dergelijke? Zo ja, neemt spreekster die kwalificaties
zelf ook in de mond? Mevr. Meijer
heeft het artikel bij zich, maar wil de reactie van de wethouder weten op het
artikel.
Als de afspraken met Den Haag doorgaan, moet Amsterdam 700 miljoen euro zelf
betalen. Over twee weken wordt besloten over een uitgave van 132 miljoen. Hoe
denkt de wethouder de lijn rendabel te krijgen als het bedrag 700 miljoen
wordt? Dhr. Flos
wil spreekster geruststellen, want zelfs VVD-fractie zou in dat geval
tegenstemmen. Mevr. Meijer
stelt dat als over twee weken besloten wordt er 132 miljoen euro in te steken,
het go besluit genomen is. Als later blijkt dat er nog eens 200 tot 500
miljoen euro bij moet, dan staat men voor het blok. Maar als de wethouder
aangeeft dat het go-besluit nog moet worden genomen, is er nog een keuze.
Wethouder Dales
vraagt of spreekster de heer Kroeze opvoert als getuige voor haar zaak.
Mevr. Meijer
geeft aan dat ze het bewuste artikel in de krant heeft gelezen en wil graag
dat de wethouder daarop reageert. Er is haar eerder gezegd niet alles te
geloven wat in de krant staat. Wethouder Dales
informeert of spreekster de heer Kroeze wel gelooft. Mevr. Meijer
vervolgt dat de wethouder over de bouwfraude heeft gezegd, dat onderlinge
prijsafspraken niet te bewijzen zijn. De aannemers zouden bereid zijn een
verklaring te ondertekenen dat er geen bouwfraude is gepleegd. Als dat het
geval is, waarom waren de oorspronkelijke offertes dan zo hoog? Hoe kan het dat
die onlangs zoveel omlaag zijn gegaan? Of zat er bij de eerste offertes een
goede marge? Komt men over een poos voor onvoorziene omstandigheden te staan?
Financiële risicos horen te worden neergelegd bij de veroorzaker.
Betekent dat als een bouwer een fout maakt, hij de consequenties daarvan
draagt? Kunnen zij dat dragen, is er onderzoek gedaan naar de solvabiliteit van
de ondernemers? Als er een bouwer failliet gaat, wat dan? Stadsdeel Noord
heeft een garantstelling gegeven. Hebben de andere stadsdelen dat ook gedaan?
Zijn de stadsdelen in staat om tot een uitkering over te gaan? Er is een motie
aangenomen door Stadsdeel Centrum die uitspreekt dat de financiering van de
herinrichting van de openbare ruimte na de aanleg van de lijn primair een
verantwoordelijkheid van de Centrale Stad is. Wethouder Dales
merkt op dat hij geen lid is van die deelraad. Mevr. Meijer
wil van de wethouder weten wat er gebeurt als Stadsdeel Centrum weigert te
betalen.
Verder wil ze graag weten of er al een advies is van de gehandicaptenraad, of
de veiligheidsplannen al zijn in te zien, hoe het met de roltrappen zit en of
het liftinstituut ondertussen toestemming heeft gegeven. Concluderend vindt de
SP dat de Noord/Zuidlijn niet moet doorgaan. Wethouder Dales
vindt dat spreekster zeurt over de liften als ze toch tegen is. Mevr.
Meijer
benadrukt dat er onveilige situaties kunnen ontstaan. Als de raadsleden
voornemens zijn om voor het besluit te gaan stemmen, kan men alsnog overwegen
hoe het zit met de roltrappen. Als laatste deelt ze zelf het antwoord mede op
haar vraag aan een inspreekster van stadsdeel noord, namelijk hoe lang men er
met bus 33 over doet naar noord. Het antwoord luidt: 10 minuten.
Dhr. Manuel
deelt mee dat ook D66 blij verrast was met de vele ansichtkaarten in het kader
van de actie Amsterdam Gaat Failliet; een succesvolle actie van de
Bovengrondse. Alle inzenders krijgen van D66 persoonlijk een antwoord.
Desalniettemin is D66 in principe een voorstander van de Noord/Zuidlijn.
Zijn fractie pleit voor ondergronds parkeren en voor ondergronds vervoer bij
langere trajecten. De oostlijn heeft zijn succes bewezen. De verbinding van
noord naar het centrum naar de Zuidas en Schiphol of Zaanstad zal ook een
succes worden. Dhr. H.H.G. Bakker
stelt dat het uiterst onzeker is dat de lijn doorgetrokken wordt naar
Schiphol. Een deskundige heeft vanavond gezegd dat dat nog 20 tot 30 jaar kan
duren. De kans is uiterst miniem. Dhr. Manuel
beaamt dat. Hij geeft aan dat het de visie betreft die D66 heeft op de
Amsterdam en de regio in de toekomst. D66 is niet voor een Noord/Zuidlijn
tegen elke prijs. De kostenstijgingen tijdens de aanleg baart de fractie
zorgen. De heer Dales en mensen van de Bovengrondse hebben op verzoek
informatie gegeven over de risicos. In het besloten deel heeft de
wethouder toegezegd om alle risicos middels de zeven hoofdcontracten op
een rij te zetten, ze te voorzien van een eventueel kostenaspect en van een
afdekking in de vorm van een verzekering of binnen de begroting. Vervolgens zal
een extern deskundige kijken naar de risicos en de commissie
rapporteren. Als naar aanleiding daarvan geen vreemde zaken aan het licht
treden, zal D66 voor stemmen. Hij betreurt het dat de PvdA vragen blijft
stellen en dat GroenLinks op dit moment niet durft te beslissen. Wethouder
Dales
gaat in op wat hij heeft toegezegd. Hij is van harte bereid de risicos
op een rij te zetten en per risico te kijken wat voor bedrag ermee gemoeid is.
Vervolgens wordt gekeken naar de afdekking, via een verzekering of in de
begroting. De heer Bijlsma heeft gevraagd om een deskundige naar de
verzekeringsaspecten te laten kijken omdat daar veel vragen over zijn bij de
fracties. Maar het is niet zo dat een deskundige ál de risicos
gaat bekijken. Dhr. Manuel
geeft aan dat begrepen te hebben. Als in de toekomst zou blijken dat de
wethouder niet alle risicos heef vermeld, verwacht D66 dat de
wethouder aftreedt, want hij heeft deze materie lang kunnen bestuderen en heeft
de risicos zeer zorgvuldig in kaart gebracht. Kan de wethouder dat
bevestigen? Wethouder Dales
kan dat bevestigen. Hij onthoudt de raad niets van wat hij weet. Dhr.
Manuel vraagt of de wethouder alles weet. Wethouder Dales
wil niet nóg arroganter lijken. Dhr. Bijlsma
begrijpt dat de heer Manuel betreurt dat de PvdA nog nadenkt. Dhr.
Manuel
merkt op dat de PvdA best mag nadenken, maar zij blijft vragen stellen.
Dhr. Bijlsma
merkt op dat D66 eveneens eerst nog een overzicht wil, dus hij begrijpt
het verwijt niet. Dhr. Manuel
antwoordt dat de risico's al in kaart zijn gebracht, zijn vraag betreft enkel
de wens om de afdekking te controleren. Dat zijn geen aanvullende vragen.
Dhr. H.H.G. Bakker
stelt dat het standpunt van Leefbaar Amsterdam duidelijk is. Als een deskundig
panel van regionet en iemand van Provinciale Staten al niet kunnen kiezen
tussen een lage of een hoge vloer, wie is de heer Bakker dan om daar een
oordeel over te geven. Over de veiligheid wordt laconiek gedaan, maar de vraag
blijft: als iemand in een rolstoel de lift niet kan gebruiken bij een
calamiteit, moet hij dan met rolstoel en al de roltrap op? Leefbaar Amsterdam
ziet de Noord/Zuidlijn als een prestigeproject dat er koste wat kost moet
komen. Daarbij wordt eraan voorbijgegaan dat de burgers van Amsterdam jarenlang
in de problemen en in een bouwput zitten. Wat betreft de financiering, hoe wil
de wethouder die binnenkrijgen? Juridisch uitstel is wel degelijk mogelijk.
Zijn fractie is bang dat de lijn fors duurder wordt en is niet voor
overschrijding van het budget, mede gezien de huidige economische malaise.
Dhr. Haffmans
denkt dat het een puinhoop wordt. Er zijn verliezen geweest; het Rijk wil
later betalen en nu nog worden er vragen gesteld of dat voor de gemeente
duurder gaat worden. Hij vond het al niets en t wordt alleen maar minder.
De 132 miljoen euro is volgens de heer Flos hard, maar het ligt er
zo dik bovenop dat het binnen afzienbare tijd meer wordt, dat hij zich wel
eens hard achter de oren mag krabben. AA/De Groenen is in ieder geval tegen.
Dhr. Flos
gaat ervan uit dat de 132 miljoen een harde toezegging is. Dhr.
Haffmans
vraagt of bedoeld wordt dat die 132 miljoen euro die Amsterdam extra moet
betalen, níét hard is. Mag dat bedrag best nog een miljoentje of
10 meer worden? Dhr. Flos
heeft juist aangegeven dat zon stijging voor de VVD een argument is om
tegen te gaan stemmen. Dhr. Haffmans
heeft dezelfde vraag als een eerdere inspreker, namelijk of in de tweede fase
de frequentie van de verschillende metros onder de twee minuten moet zijn
en of dat wel kan in het safe-havenconcept. Stations in Noord blijken
consortia mee te betalen. Wat vindt de wethouder ervan? Waarom is de Raad
hiervan niet op de hoogte gebracht?
Mevr. Van Oudenallen
valt het op dat de grootste partij vragen blijft stellen en GroenLinks grote
twijfels heeft. Moet zij geloven dat een liberale wethouder het allemaal
wél weet? Het college mag op daden afgerekend worden, maar op het moment
dat de dalen uitkomen is het college vertrokken. In een artikel uit Ons
Amsterdam uit 1975 staat dat Amsterdam geen trolleybussen had, omdat daarvoor
de bruggen te lang open waren en dat was lastig voor de economie. Als men dat
leest is het toch jammer dat niet voor alternatieven is gekozen. Het
Boerenweteringtracé had er nu moeten zijn. Zij hoopt dat de partijen
die voor stemmen absoluut zeker zijn van hun zaak en de Amsterdammers kunnen
overtuigen waarom het wel zou kunnen. Die partijen blijven namelijk zitten en
zullen op hun daden worden afgerekend.
Dhr. Flos
vraagt of er na de tweede termijn een debat plaatsvindt. De voorzitter
wacht de antwoorden van de wethouder af, misschien wordt een deel van de
vragen schriftelijk afgehandeld. Dhr. H.H.G. Bakker
vraagt of het mogelijk is om tijdens de beantwoording te interrumperen.
De voorzitter
staat enige interrupties toe, maar in grote bescheidenheid. Wethouder
Dales geeft aan dat hij niet in tien minuten zijn beantwoording kan doen.
Beantwoording Wethouder Dales
gaat in op het geld, de berichten over de begroting van Verkeer en Waterstaat
en de motie van de Tweede Kamer. In de subsidiebeschikking uit 1999 is heel
duidelijk bepaald hoeveel geld er komt en wanneer. De wethouder heeft deze
nagelezen op de mogelijkheid tot een escape voor het Rijk. Er staat in dat de
subsidie wordt verleend onder voorwaarde dat voor het deel van de subsidie dat
ten laste van een nog niet vastgestelde begroting komt, voldoende gelden ter
beschikking worden gesteld. Dat is een normale procedure. Volgens de wethouder
kan het niet zo zijn dat bij herprioritering men op deze clausule zou kunnen
terugvallen met het verhaal geen geld te hebben. Dat kan dus niet. Dit valt
onder de spelregels van het bestuursrecht en het kan niet zo zijn dat nu wordt
gezegd even wat anders met het geld te gaan doen. Dat is uitgesloten. De
wethouder kan nu kiezen voor de frontale aanval en met de rechter dreigen, maar
hij kan er ook voor kiezen te proberen er in gezamenlijkheid uit te komen. Hij
heeft gekozen voor het laatste. Dit heeft geleid tot een consensus die
schriftelijk bevestigd zal worden door de minister van Verkeer en Waterstaat.
Het concept, nog niet getekend, is in het bezit van de wethouder. Hij spreekt
de minister de volgende dag en de zaak zal zeker aan de orde komen. De insteek
is dat de gemeente Amsterdam niets tekort zal komen en dat men zoekt naar
oplossingen om de wijziging in het kasritme die het Rijk blijkbaar nodig heeft,
op te vangen. Het uitgangspunt moet zijn dat de gemeente Amsterdam hier geen
euro slechter van mag worden. Dhr. Flos
vraagt of de wethouder bedoelt dat Amsterdam niets te kort zal komen inclusief
de rente. Wethouder Dales
antwoordt bevestigend, maar benadrukt dat de intentie is om tot een oplossing
te komen, zodanig dat zowel Verkeer en Waterstaat als de gemeente Amsterdam
content zijn. Ook de wethouder wil geen open einde en streeft naar een klip en
klaar helder dossier. In de bijlage van de beschikking staan de mijlpalen die
aangeven wat wanneer wordt betaald. Over die mijlpalen is een nieuw ritme
vastgelegd dat voldoet aan de voorwaarde om binnen 12 maanden te beginnen met
de bouw.
Mevr. Dalm
vraagt hoe het zover heeft kunnen komen dat de minister tot dit voorstel kwam.
Wat te doen als de Tweede Kamer de huidige begroting van Verkeer en Waterstaat
goedkeurt? Wethouder Dales
geeft toe niet enthousiast te zijn over wat in Den Haag gaande is. Er zijn
overschrijdingen geweest op grote projecten: de hogesnelheidslijn en de
Betuwelijn. Daarentegen is de subsidiebeschikking een paar jaar oud en zeer
duidelijk. De Tweede Kamer kan zon beschikking niet achteraf teniet doen.
Het is buitengewoon hinderlijk en hetzelfde geldt voor de motie Giskes. Het
idee ontstaat in de Tweede Kamer dat met minister Netelenbos een afspraak was
gemaakt voor extra geld bovenop de subsidiebeschikking. Ook daarvoor geldt:
rechtzetten, misverstanden wegnemen. Als het donderdag in de Tweede Kamer niet
wordt geregeld, is dat zeker een probleem. Mevr. Dalm
vraagt of de wethouder in dat geval de voordracht intrekt. Wethouder
Dales
geeft aan dat het onverstandig zou zijn. De toezegging door mevrouw Netelenbos
is zonder enig voorbehoud gedaan. De wethouder heeft daarover gesproken met
kamerleden en die hebben dat goed begrepen. De korting vanaf 2009 zou op
jaarbasis 9 miljoen bedragen. Het hele bekostigingssysteem van het openbaar
vervoer in 2009 en verder is onmogelijk te voorspellen. Is er een extra bedrag
voor herinrichting van de Vijzelgracht nodig? Het zou kunnen dat er meer moet
gebeuren dan het terugbrengen in de oude staat. Dat is een punt van discussie
later in de Raad. In de begroting van de Noord/Zuidlijn is er geen geld voor
upgrading opgenomen. De zaak wordt afgeleverd zoals het was. Mevr. Dalm
interrumpeert dat afleveren zoals het was niet kan, omdat de situatie altijd
verandert. De wethouder
beaamt dat, maar hier ging het erom of men niet van de gelegenheid gebruik zou
moeten maken om de openbare ruimte een kwaliteitsimpuls te geven. Overigens
heeft Stadsdeel Binnenstad verklaard bereid te zijn te investeren in zon
kwaliteitsimpuls. Busstations: er is een afspraak gemaakt met de regionale
partners voor herprioritering, want die stations zijn pas nodig als de lijn
klaar is. In de periode tussen nu en het eind van het decennium is het geld
daarvoor wel beschikbaar, maar nog niet nodig en kan op een andere manier
worden ingezet. Er moet wel voor worden gezorgd dat het geld beschikbaar is op
het moment dat de stations nodig zijn. Het gaat om 20 miljoen euro. Dhr.
Bijlsma
vraagt zich af of er nog tijd genoeg is om die busstations te bouwen als pas
in 2010 opnieuw een besluit wordt genomen. Wethouder Dales
zal deze vraag schriftelijke beantwoorden. Hetzelfde geldt voor de vraag welk
bedrag gemoeid is met het onderhoud van de oostlijn. Bij de Zuidas zal de
financiering van het gemeentelijke aandeel uit de grondexploitatie moeten
komen. Over de vergunningverlening vraagt hij zich af waarom niet alles in
één hand worden gesteld. Dhr. Geluk
licht toe dat sommige onderdelen vallen onder de stadsdelen, zoals tijdelijke
vergunningen. In het verleden is dat niet goed geregeld. Dhr. Bijlsma
herinnert zich dat daar twee jaar geleden in de Raad een stevige discussie
over is gevoerd. Een deskundige vond het toen verstandig om het in
één hand te houden. Het college is toen toch omgegaan onder druk
van de stadsdelen. Hij stelt daarom voor met de stadsdelen overeen te komen de
vergunningen alsnog in één hand te houden. Wethouder Dales
beaamt dat dat verstandig zou zijn gezien de risicos op het gebied van
vergunningen. Hij zal dit punt in het college brengen. De suggestie is gedaan
om met het Rijk te praten over de voorbereidingskosten: die zou het Rijk voor
zijn rekening moeten nemen. Als men ziet hoe het Rijk nu al omgaat met
zon subsidiebeschikking, is er weinig hoop voor een goede afloop van
zon bespreking. De offertes zoals die er nu liggen zijn niet zodanig
beroerd en onbetaalbaar om die bij het Rijk in rekening te brengen. Als de Raad
op 10 oktober a.s. een no-gobesluit neemt, zal dit punt worden besproken. De
wethouder is van mening dat de 132 miljoen euro hard is. Hij heeft
dat eerder gezegd in december en in januari j.l. Als daar bovenuit wordt gegaan
doet de wethouder niet mee, daar wil hij glashelder over zijn. Betreffende het
certificaat van het liftinstituut: het liftinstituut geeft pas een certificaat
af op het moment dat men een lift koopt. Dhr. Geluk bevestigt dit.
Dhr. Flos
vindt dat iets te makkelijk. Voldoet men straks aan de eisen om dit
certificaat te krijgen? Wethouder Dales
merkt op dat deze discussie al in een eerdere fase is gevoerd. Dat materiaal
zal aan de heer Flos worden verstrekt. Men stelt dat vlak voor het no-gobesluit
er van alles in de lucht hangt. De wethouder deelt de gevoelens daarover. Er
moet een einde aan komen. Wat betreft de doorrekening van het regeerakkoord,
die wordt op tijd aan de Raad verstrekt zodat bestudering nog mogelijk is,
waarschijnlijk rond 2 of 3 oktober a.s. Mevr. Dalm
meldt dat zowel PvdA als GroenLinks op 3 oktober a.s. een ledenraadpleging
houden en wenst de doorrekening uiterlijk 30 september te hebben.
Wethouder Dales
zal kijken wat hij kan doen. Het Boerenweteringtracé: Men moet zich ook
de vraag stellen of het níét doorgaan van de Noord/Zuidlijn te
dragen is. Hij dankt mevrouw Spee voor haar steun en ook dankt hij de heer Flos
en de heer Manuel voor hun positieve woorden. Mevrouw Meijer is tegen, dat is
bekend. De wethouder begrijpt niet waarom ze zich dan toch druk maakt over
details. Desondanks zal hij haar vragen beantwoorden. Gaat Amsterdam failliet,
zoals de heer Oudkerk heeft gezegd? Nee, dat ziet de wethouder niet aankomen.
De heer Oudkerk bedoelde vooral de gevolgen op het gebied van bijstand en
dergelijke. De wethouder kan geen reactie op het artikel van de heer Van der
Horst in het Parool geven want hij kent noch de heer Van der Horst noch het
artikel. Als mevrouw Meijer hem dat schriftelijk kan leveren zal hij alsnog een
reactie geven. Wat betreft de 25% van de firma Heijmans: de tekst luidde dat
de gemeente Amsterdam niet kan rekenen en dat het allemaal 25% duurder zou
worden. De firma Heijmans heeft op twee contracten bij de Noord/Zuidlijn
ingeschreven en een aanbieding gedaan die ongeveer op hetzelfde bedrag lag als
wat de gemeente had uitgerekend. Dus hoezo kan de gemeente niet rekenen? Waarom
zijn de bedragen van de offertes zo hoog geworden? Omdat er sprake was en is
van de conjunctuur van de bouwmarkt. Ook de gecompliceerdheid van het project
speelt mee. De raming is omhoog bijgesteld op basis van externe expertise. Na
alle onderhandelingen is de gemeente met een bedrag gekomen die niet zoveel
afwijkt van de eerdere, omhoog bijgestelde raming. De wethouder heeft geen hard
bewijsmateriaal dat er sprake is geweest van prijsafspraken. De wethouder
heeft de vraag over de garantstelling van Stadsdeel Noord niet helemaal
begrepen; garantstelling waarvoor? Mevr. Meijer
antwoordt voor risico's die de schuld zouden zijn van het stadsdeel.
Wethouder Dales
stelt voor dit punt te parkeren. Hij zegt toe erop terug te komen. Betreffende
de vraag van de heer Manuel over de externe expertise; die expertise zal de
wethouder verzorgen. Hij zal de heer Bakker alle materiaal dat er ligt over de
veiligheid doen toekomen, want dat punt is al uitgebreid bediscussieerd.
Dhr. Bakker
komt terug op het liftinstituut; volgens zijn gegevens komt de sticker erin
als de lift daadwerkelijk is geplaatst. Wethouder Dales
beaamt dat. De lift wordt eerst opgehangen en gekeurd en daarna goedgekeurd
door het liftinstituut. De heer Bakker zijn gegevens kloppen. Naar aanleiding
van de vraag van de heer Haffmans over de frequentie: het safe-havenconcept
betekent dat men pas kan gaan rijden als bij het volgende station de trein
alweer weg is. Exact is uitgerekend of met de interval van twee minuten de
capaciteit haalbaar is die wordt beoogd. Dat kan, en die berekeningen zijn uit
en te na in de Raad besproken. Dhr. Haffmans
had gevraagd of dat in de tweede fase nog opgaat, omdat dan meer passagiers
worden vervoerd en een kleinere interval dan twee minuten nodig kan zijn.
Dhr. Geluk
legt uit dat het op hoofdlijnen zo is dat er in totaal 24 treinen per uur door
de buis kunnen. Dan komt men op een interval van 2 ½ minuut. Bij die
frequentie kunnen drie lijnen rijden en in de tweede fase kunnen daarmee
300.000 passagiers per dag worden verwerkt, daarboven wordt het een probleem.
Wethouder Dales
gaat in op de vraag over financiering door consortia. Hij neemt aan dat wordt
bedoeld de consortia, die betrokken zijn bij de projectontwikkeling van
Amsterdam Noord. Dhr. Haffmans
doelt op de stations en op consortia van onder andere woningbouwcorporaties.
Dit naar aanleiding van de mededeling van de stadsdeelwethouder van Amsterdam
Noord. Wist de wethouder daarvan ? Wethouder Dales
antwoordt ontkennend. Het is een stadsdeelzaak. Maar de wethouder zegt toe de
betreffende gegevens te verzamelen. Dhr. Haffmans
gaat hiermee akkoord. Wethouder Dales
zal alles leveren wat is toegezegd. Dit is een gigantisch besluit waar men
allemaal tegen aanhikt. Hij wil de zaken tot op de bodem uitgezocht hebben.
De voorzitter
stelt voor om, gezien het tijdstip en de belofte die gedaan is om over een
week zo veel mogelijk vragen te beantwoorden, niet in herhaling te vervallen en
te verwijzen naar de vergadering van 9 oktober a.s. Dhr. Bijlsma
reageert op de opmerking van GroenLinks dat bewezen zou zijn dat het
Boerenweteringtracé goedkoper en beter zou zijn. Er ligt een rapport met
een andere conclusie. De voorzitter
verwijst naar dat rapport en adviseert GroenLinks dat nog eens goed na te
lezen en vragen te stellen aan de directie.
De commissie wacht de schriftelijke beantwoording van de wethouder af.
NZL.4
Voordracht aan de gemeenteraad inzake het vijfde uitvoeringskrediet
Noord/Zuidlijn (ROIB 2002/10277)
Dit punt wordt geagendeerd voor de raadsvergadering van 9 oktober a.s.
NZL.99 Rondvraag Geen.
De voorzitter sluit de vergadering om 0.35 uur.
Ter kennisneming: 55.
Bomen langs de Noord/Zuidlijn. 56.
Rapport Concept aanvaardbaar veiligheidsniveau NZL. 57.
Praktijk Injectie Proef (PIP). 58.
Brief raadslid De Vries aan College + Verslag en brief raadslid Paquay aan
College. 59.
Beantwoording adres d.d. 26-02-01 van dhr. Bijlsma. 60.
Beantwoording adres d.d. 06-04-01 van dhr. Haije. 61.
Beantwoording adres d.d. 26-03-01 van dhr. Passchenegger. 62.
Beantwoording adres d.d. 26-02-02 van mw. Visser. 63.
Beantwoording adressen standaard d.d. 15-03-02 van dhr. Vijverberg, d.d.
22-02-02 van dhr. Mustaerts, d.d. 20-02-02 van dhr. Van Beest, d.d. 13-02-02
van dhr. Hettema, d.d. 16-01-02 van dhr. Berrety en d.d. 18-01-02 van dhr.
Dalhuizen. 64.
Beantwoording adres d.d. 01-07-01 en d.d. 10-11-01 van mw. Visser. 65
. Beantwoording adres d.d. 21-03-01 van mw. Brouwer. 66
. Beantwoording adres d.d. 23-01-01 van mw. Visser. 67.
Brief wethouder Stadig/Wethouder v.d. Horst d.d. 12-08-02 m.b.t. procedure
noordvleugeloverleg. De commissie heeft kennis genomen van de stukken.
|