Besluitenlijst/Verslag van de openbare vergadering van de Commissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Zeehaven en Luchthaven en Informatie- en Communicatietechnologie op dinsdag 24 september 2002 in de Boekmanzaal van het stadhuis van 21.05 tot 0.35 uur. 


Aanwezig:     dhr. Marres (vicevoorzitter), dhr. Dales en dhr. Van der Horst (wethouders)
    dhr. Haffmans (AA/DG), mw. Spee en dhr. Res (CDA), dhr. Isik en dhr. Flos (VVD), mw. Van Pinxteren en mw. Dalm (GrLi), dhr. Bijlsma en dhr. Jamari (PvdA), dhr. Bakker (LA), mw. Meijer (SP), mw. Kalt (AA/dG), mw. Van Oudenallen (MM)
Ambtenaren:   dhr. Van Eendenburg (secretaris/ROIB), dhr. Haanen (ROIB), dhr. Van Rijnberk (dIVV), dhr. De Boer (ROIB), dhr. Geluk (Proj. Bureau NZL), dhr. Buffing (dIVV).
Verslag:   Verslagbureau Amsterdam / VBA (dhr. Bollinger en mw. Greeuw
Goedgekeurd d.d.  10 oktober 2002 


Blok  Algemeen 
A.1.  Opening 

De voorzitter opent het openbare deel van de vergadering om 21.05 uur en heet de aanwezigen welkom. Vanavond vindt de tweede termijn over de Noord/Zuidlijn plaats, ook van de insprekers. Eerst wordt de materieelkeuze besproken. 

A.2  Mededelingen 

Geen mededelingen. 

A.3  Vaststelling agenda heden 

Akkoord. 

A.4   Concept-verslag van de openbare vergadering Cie. VVI d.d. 5 september 2002  

Akkoord. 

Blok   Verkeer (incl. Regio), Vervoer, Infrastructuur 

NZL.1   Voordracht aan de gemeenteraad inzake Rapport Materieelkeuze Noord/Zuidlijn (ROIB 2002/9589) 

De voorzitter heropent de op 5 september j.l. geschorste discussie. 

Eerste termijn inspreker:
Dhr. Boric (Rover) vindt het bijzonder te constateren dat men tien jaar na het besluit tot principe aanleg nu discussieert over het materieel. De metro krijgt hoge vloeren, een breed profiel en lange perrons, wat te maken heeft met het safe haven-concept. Het is echter lastig de metrolijn in te passen in de bestaande structuur en ook wordt de exploitatie duur. Is de opheffing van drie haltes op de Amstelveenlijn al besloten? Gaat Amstelveen daarmee akkoord? Voor Purmerend is er weinig perspectief voor een regionale functie, zodat de bestaande busverbinding niet moet worden afgeschaft. Light rail is wenselijk en de aanleg van de nu voorgestelde metrolijn is onmogelijk. 

Eerste termijn commissie:
Dhr. Bijlsma gaat in op de voorgeschiedenis. Hij zit nu negen jaar in de Raad en heeft acht jaar geleden zijn eerste vragen gesteld, waarop geen antwoord kwam. Daarom is twee jaar geleden een notitie geschreven over een light rail. Het is vervelend dat er verschillende opvattingen leven bij de experts. De rapporten die pas de laatste weken werden vrijgegeven, zijn veel eerder gedateerd zodat een afgewogen besluit op korte termijn bijna onmogelijk is. Waarom zijn die rapporten niet eerder ter beschikking gesteld? Over het materieel heeft hij nog geen opvatting. 

Dhr. Flos vindt de modaliteit op zichzelf niet het belangrijkste maar de functionaliteit wel. De second opinion is net zo grondig opgesteld als het stuk van de dIVV. Het nu voorgestelde ontwerp zou veiliger zijn en kan meer reizigers vervoeren, die ook een hoger zitcomfort hebben. De snelheid kan hoger zijn dan bij een light railverbinding. Uitstel zou hogere kosten betekenen. Hoe ziet de heer Bijlsma dat?
Dhr. Bijlsma antwoordt dat men nu bezig is een risicoanalyse te maken, waaruit zal blijken dat de 132 miljoen euro niet voldoende is. De beslissing over het materieel moet daarin ook worden verdisconteerd.
Dhr. Flos begrijpt dat het voor de PvdA bespreekbaar zou zijn, dat men boven de 132 miljoen euro uitkomt.
Dhr. Bijlsma vindt dit een verkeerde conclusie. Het moet lukken binnen de gemeentelijke begroting. Daarnaast is er discussie over het materieel, waarbij de kosten uiteraard duidelijk moeten zijn.
Dhr. Flos constateert dat de PvdA niet zegt dat de 132 miljoen euro heilig is. Voor de VVD is dat wel zo.
Dhr. Bijlsma vindt dat hij de verkeerde conclusie trekt. Er zijn drie oplossingen, ofwel men legt de lijn niet aan, ofwel men bezuinigt ergens anders, of men zegt dat men er meer geld voor over heeft.
Dhr. Flos geeft aan dat men 13 tot 18,2 miljoen euro kwijt zal zijn voor eventuele aanpassing van de perrons. Hoeveel van die meerkosten is voor het Rijk? Bovendien zullen er hogere exploitatiekosten zijn in het geval van de light rail. Wat zijn de kosten voor een eventuele nieuwe lijnwerkplaats? Amsterdam heeft het meeste baat bij hoog materieel. Een uitbreiding naar de regio hangt niet af van het gekozen materieel maar van de aanleg van de baan, die zowel hoog als laag kan worden aangelegd als het om de prijs gaat. Op pagina 26 schrijft de Grondmij het oneens te zijn over het aantal overstappers bij de knip. Wat denkt het college daarvan? Op pagina 31 is er kritiek te lezen over het vermeende veiligheidsvoordeel van de stalen platen. Op pagina 37 gaat het over de ruimte onder de hoge perrons, die niet wordt benut. Op beide passages vraagt hij om een toelichting. De nieuwe bovenleiding van de Amstelveenlijn zou te duur zijn, waarvoor een alternatief wordt gegeven. Dat lijkt hem een goede oplossing. De lijn met het brede en hoge materieel is de beste optie. Het college krijgt de steun van zijn fractie voor dit voorstel. 

Mevr. Dalm heeft zich goed geïnformeerd. Is het zo dat in dit voorstel reeds een impliciet voorstel voor het materieel zit, namelijk hoog en breed? Het besluit is daarom niet los te koppelen van het aanlegbesluit op 9 oktober a.s. Impliceert deze materieelkeuze ook dat het geen regionale lijn is en dat er moet worden overgestapt bij het Buikslotermeerplein en Zuid/WTC? De uitgebreide discussie over hoog en breed of laag en smal komt haar wat overdreven over.
Dhr. Flos verduidelijkt dat de lijn niet zal stoppen bij het Buikslotermeerplein en Zuid/WTC.
Mevr. Dalm merkt op dat in alle voorstellen sprake is van een knip bij het Buikslotermeerplein. 

Mevr. Spee stelt vast dat het bestek uitgaat van breed en hoog. Op dit moment gaat het niet om de infrastructuur, het gaat om wat men met Amsterdam wil, de komende honderd jaar. De lijn kent twee aspecten, namelijk een regionaal karakter en snelheid. De optie hoog en breed garandeert die twee aspecten het best. Zij vraagt naar de mening van de wethouder over het doortrekken van de verbinding.  

Mevr. Meijer meent dat iedereen wel weet dat er wat de SP betreft er geen materieel en geen Noord/Zuidlijn zal komen. Zij heeft zich gestoord aan de passage over toegankelijkheid en comfort, waarbij wordt vermeld dat men zoveel mogelijk gehandicapten en mensen met kinderwagens wil vervoeren. In een ander stuk staat echter dat er geen extra voorzieningen voor deze groepen mensen komen.
Dhr. Flos vraagt of zij praat over een tunnel of het voertuig.
Mevr. Meijer antwoordt dat deze passage wel over het materieel gaat. Zorgt het brede materieel ervoor dat de vluchtroutes te smal uitvallen? De mogelijkheid voor een derde rail wordt opengehouden. Hoe is daar over nagedacht? Hoe is de brandveiligheid van het materieel geregeld? 

Mevr. Bruines herinnert aan de bijeenkomsten met de deskundigen, die haar niet hielpen in haar besluit. De voorliggende stukken, de second opinion en de brief van Regionet zijn helder. De lijn is een regionale voorziening, waarbij de woorden ‘veilig, snel en veel’ belangrijk zijn. De lijn wordt aangevuld met een fijnmazig netwerk van openbaar vervoer. De Grondmij formuleert een aantal aanbevelingen. Kan het college zich daarin vinden? D66 sluit zich aan bij het voorliggende besluit. Er kan in de tunnel worden gekozen voor een ballast-bed dan wel een beloopbare constructie. Hoe denkt de wethouder daarover? 

Dhr. H.H.G. Bakker begrijpt van het vanavond aanwezige deskundigenpanel vindt dat de lijn er koste wat kost moet komen. Dat is een onbegrijpelijke zaak. Gebruikt de wethouder voor dit prestigeobject de stofkamconstructie binnen de Raad?
De voorzitter geeft aan dat het onderwerp de materieelkeuze is.
Dhr. H.H.G. Bakker stelt dat Leefbaar Amsterdam helemaal geen materieel wil. Hoe denkt de heer Dales aan het geld te komen?
De voorzitter verzoekt deze discussie te bewaren tot het volgende onderdeel van de vergadering.
Dhr. H.H.G. Bakker zou graag antwoord op zijn vraag willen. 

Dhr. Haffmans dankt de heer Flos voor de samenvatting van het rapport, dat uitgaat van veiligheid, snelheid en massaliteit. Tegen welke kosten zal dit echter gebeuren? Iedere andere keuze leidt tot hogere kosten. Toch is die dwang geen prettige manier om te kiezen. Hij hoopt nog steeds dat de Raad op 9 oktober a.s. een wijs besluit neemt en dat het materieel er ook niet komt. 

Mevr. Van Oudenallen benadrukt het belang van de keuze. Er zijn goede vragen door de SP en het CDA gesteld, waarop zij het antwoord afwacht. 

Beantwoording:
Wethouder Van der Horst staat stil bij het karakter van de Noord/Zuidlijn, een regionale verbinding voor grote hoeveelheden mensen, over grote afstand en op hoge snelheid. Die voorwaarden worden het best gegarandeerd door de optie hoog en breed, met name in de ochtend- en avondspits. Als de lijn zal worden doorgetrokken naar Zaanstad of Schiphol, wordt die grote capaciteit alleen nog maar belangrijker. De lage en smalle optie zorgt voor opstopping in het centrum van de stad, het smalste gedeelte van de trechter in de lijn. De bevolkingsaantallen zullen groeien, evenals de werkgelegenheid en de mobiliteit. Wellicht is er iets fout gegaan in het verleden met betrekking tot de besluitvorming en de Raad. Hij heeft echter de indruk dat de eerste optie altijd het hoge materieel is geweest, al in 1982, later bij de discussies over de Amstelveenlijn, het Amsterdams Verkeer en Vervoerplan en ook nog eens bij het bestellen voor het materieel voor de Ringlijn in 1994. In het Regionet is de definitieve visie pas op 18 april 2002 vastgesteld, waarna het tweede rapport van de Grondmij is opgesteld. Vandaar de vertraging.
Dhr. Bijlsma merkt op dat dat allemaal niet-openbare discussies waren.
Wethouder Van der Horst beaamt dit. De wethouder kon de commissie pas informeren, nadat de regio eruit was gekomen.
Dhr. Bijlsma begrijpt niet waarom er niet voor het reces een discussie in het ROA of de Raad is geweest.
Wethouder Van der Horst geeft toe dat het stuk ter kennisname opgestuurd had kunnen worden. De voordracht moest echter ook worden voorbereid. Inderdaad heeft de lage optie gevolgen, niet alleen vanwege de extra kosten voor de gemeente maar ook vanwege de vervoerswaarde van de lijn met betrekking tot de geringere capaciteit in de toekomst. De huidige metrolijn is de meest kostendekkende lijn van het net in de stad. Het verschil tussen het rapport van de dIVV en dat van de Grondmij zal door hem schriftelijk worden toegelicht. De keuze is aan de Raad, maar voor een regionale verbindende lijn is een vervoermiddel nodig dat veel mensen snel moet kunnen vervoeren.
Mevr. Dalm vraagt of het voorstel uitgaat van hoog en breed.
Wethouder Van der Horst beaamt dit. Hoog en breed is ook goed voor de regio. De lijn moet worden doorgetrokken naar Schiphol en de Haarlemmermeer, omdat daar veel mensen wonen. In de toekomst zal een deel van de bussen stoppen bij het Buikslotermeerplein, het CS of doorrijden naar bijvoorbeeld Amsterdam ZuidOost. Bij de concessieverlening na 2006 komt dat aan de orde. Het fijnmazige net moet goed aansluiten op de Noord/Zuidlijn.
Mevr. Dalm gaat het om de twee knippen in de huidige plannen, waar altijd zal moeten worden overgestapt.
Mevr. Bruines vraagt waar mevrouw Dalm dit leest.
Mevr. Dalm antwoordt dat het op de vorige vergadering aan de orde is geweest.
Wethouder Van der Horst bestrijdt dit. De lijn wordt doorgetrokken naar Amstelveen over het huidige spoor. Ook Schiphol moet worden verbonden, evenals Zaanstad waar een capaciteitsprobleem zal ontstaan. Purmerend wil geen metroverbinding, waarvan de vervoersaantallen overigens niet zo groot zouden zijn. Na het horen van alle experts is hij niet van gedachten veranderd. Bij een calamiteit stopt de trein op het perron, zodat men gelijkvloers kan uitstappen. De tunnel heeft aan beide kanten 70 centimeter ruimte. Het is echter niet de bedoeling dat de trein midden in de tunnel stil komt te staan.
Mevr. Meijer vraagt of in beide keuzes is uitgesloten dat de mensen in een rolstoel langs de metrowagen kunnen ontsnappen.
Wethouder Van der Horst herhaalt dat het de bedoeling dat de trein op het perron stilstaat. Als er wat in de tunnel gebeurt, dan is het lastig om door de tunnel te komen. Dat heeft niets te maken met het ene of andere treinstel. Inderdaad wordt er gebruik gemaakt van brandvertragend materiaal, maar dat heeft niets met dit voorstel te maken. De aanbevelingen van de Grondmij worden overgenomen voor zover ze uitvoerbaar zijn. De vraag over het ballast-bed zal hij betrekken bij de beantwoording op de vragen van de heer Flos. 

Tweede termijn insprekers:
Dhr. Boric (Rover) geeft aan dat de Amstelveenlijn zich moeilijk verdraagt met het concept van de Noord/Zuidlijn. Hoe verloopt de besluitvorming daarover? Hoe is de Reizigers Adviesraad daarbij betrokken? 

Dhr. Flos merkt op dat het punt over de RAR goed is beantwoord door het College. Er wordt wel advies gevraagd over de voorschriften van de concessie maar niet over het materieel. De deskundigen zoals bij de Grondmij hebben op basis van gegevens positief geoordeeld over hoog en breed, dat heeft niets met geloven te maken.
Wethouder Van der Horst geeft aan dat er nog niet is besloten over de drie haltes van de Amstelveenlijn. Dat komt nog. De RAR brengt advies uit over de exploitatie maar niet over het materieel. Daarover kan men wel ongevraagd advies uitbrengen.  

Dhr. Hageman (Ver. Stadsvervoerbelang) geeft aan dat de leden van de RAR zich wel met het materieel dienen te bemoeien, omdat het soort materieel de netstructuur bepaalt. De aanbevolen lange en brede treinen sluiten het doordringen in de regio uit, of verminderen die in ieder geval, en dit raakt de artikelen 27 en 44 van de Wet personenvervoer 2000. Het artikel 106 kan van belang zijn. In de artikelen 31 en 32 worden ook de leden van de RAR genoemd. 

Wethouder Van der Horst heeft de Reizigers Adviesraad schriftelijk geantwoord op dit punt. Hij herhaalt dat de RAR alle stukken krijgt, zodat ook ongevraagd advies kan worden gegeven. Niet het materieel bepaalt de netstructuur, maar het karakter van de lijn bepaalt wat voor materieel men nodig heeft. 

Tweede termijn commissie:
Dhr. Bijlsma vindt het helder dat het college en het ROA hebben verzuimd de stukken tijdig rond te sturen ondanks het jarenlange vragen. Het is lastig uit te maken welke van de deskundigen gelijk heeft over het materieel. Dat maakt de keuze moeilijk. 

Mevr. Spee dankt de wethouder voor de antwoorden. Zij hoopt op een snelle schriftelijke beantwoording.  

Mevr. Meijer vraagt of haar vraag over de derde rail schriftelijk wordt beantwoord.
Wethouder Van der Horst zal die vraag schriftelijk beantwoorden. 

Dhr. H.H.G. Bakker vraagt hoe de invaliden bij brand in de tunnel eruit komen. Is het een beveiligingsmaatregel dat de trein doorrijdt naar het perron? 

Dhr. Haffmans vraagt naar de kostendekkendheid van deze vorm van openbaar vervoer. 

Beantwoording:
Wethouder Van der Horst antwoordt de heer Bakker dat zijn punt niet gaat over het materieel. Over de veiligheid moet hij de desbetreffende rapporten nog eens lezen.
Dhr. H.H.G. Bakker heeft de rapporten over veiligheid al gelezen.
Wethouder Van der Horst meent dat hij heel duidelijk heeft uitgelegd, dat het niet uitmaakt of het breed of smal is.
Dhr. H.H.G. Bakker begrijpt dat het erop neerkomt dat de invaliden er niet uitkomen.
Wethouder Van der Horst merkt op dat het onderwerp nu de keuze over het materieel is.
De voorzitter stelt vast dat dit een onderdeel van de volgende discussie is.
Dhr. H.H.G. Bakker benadrukt dat het wel degelijk te maken heeft met de materieelkeuze.
De voorzitter geeft aan dat het te maken heeft met de tunnelbouw.
Wethouder Van der Horst vervolgt dat het altijd gaat over de exploitatie van het openbaar vervoer. De gemiddelde kostendekkendheid moet 50% zijn. De tram is slecht kostendekkend, de metro doet het veel beter. Met de nieuwe lijn gaat de kostendekkendheid omhoog en dat is positief voor de hele regio.
Dhr. Haffmans begrijpt dat de kostendekkendheid niet zozeer gaat over de metrolijn apart. De kosten voor de aanleg zitten daar ook niet in?
Wethouder Van der Horst antwoordt dat het enkel en alleen over de exploitatie van de lijn gaat.
Wethouder Dales geeft aan dat het ook geldt voor de tram.
Wethouder Van der Horst licht toe dat de exploitatie niet kostendekkend is. Het gaat om het percentage kostendekkendheid. 

De commissie wacht de schriftelijke beantwoording van de wethouder af. 

NZL.2  Kwartaalverslag NZL, Tweede kwartaal 2002   

De voorzitter verzoekt de commissie dit stuk te hameren.
Dhr. Flos heeft twee schriftelijke vragen gesteld, die nog moeten worden beantwoord door de wethouder. 

Het Kwartaalverslag wordt vastgesteld met de mededeling dat de twee vragen van de heer Flos schriftelijk zullen worden afgedaan.
 
NZL.3   Voordracht aan de gemeenteraad inzake Start aanleg Noord/Zuidlijn (ROIB 2002/9587) 

De voorzitter heropent de op 5 september geschorste discussie. 

Tweede termijn insprekers:
Dhr. Haije (Ned. Genootschap der Insprekers) geeft aan dat de toepassing van de tunnelboor helaas onmogelijk is.
Mevr. Van Oudenallen dankt de heer Haije voor alle brieven die hij de afgelopen twee jaar heeft verstuurd. 

Dhr. Van Lamoen (Platform Metro Amsterdam) merkt op dat er nog steeds geen dekking voor het tekort van 64,1 miljoen euro is. Als de betaling van het Rijk achterblijft, moet de gemeente er zelf voor opdraaien. De wethouder heeft de commissie onjuist geïnformeerd over de consequenties van het eventuele afstel van de aanleg. Bij technische calamiteiten is er geen dekking in de CAR-polis, een groot risico waarvoor geen voorziening is getroffen. Waarom zijn de stukken over de schade ten gevolge van onvolkomenheden nog steeds geheim? Dit besluit zal leiden tot een electorale ramp voor de partijen, die instemmen met de aanleg. (applaus) 

Dhr. Haffmans vraagt uitleg over het afstel van de aanleg.
Dhr. Van Lamoen verwijst naar de brief van 12 september j.l. van de wethouder. Het afstel betekent niet dat de gereserveerde Rijksmiddelen automatisch verloren gaan. Er kan over worden onderhandeld. Het is niet correct dat de wethouder stelt, dat ook de reeds uitgegeven gelden zullen worden teruggevorderd. De voorbereidingskosten worden gelijk verdeeld over het Rijk en de gemeente als het project niet doorgaat. De minister heeft besloten tot een korting op de Rijksbijdragen vanwege de aanleg van de lijn. Ook op dit punt heeft de wethouder de commissie niet juist geïnformeerd.
Dhr. Haffmans is benieuwd naar het antwoord van de wethouder.
Dhr. Manuel neemt aan dat de wethouder deze stelling wil tegenspreken.
Wethouder Dales merkt op dat hij niet op iedere mededeling uit de samenleving kan reageren.
Mevr. Van Oudenallen protesteert.
Dhr. H.H.G. Bakker geeft aan dat dit ook de mensen zijn, die de heer Dales hebben gekozen.
Wethouder Dales zal antwoorden als de Raad het gevoel heeft dat die vragen moeten worden beantwoord.
Dhr. Haffmans stelt de vraag namens de insprekers. Dit zijn belangrijke vragen. (applaus)
Wethouder Dales antwoordt als die vraag uit de commissie komt. Hij benadrukt dat de wethouder de commissie juist heeft geïnformeerd.
Dhr. Haffmans vraagt hem in te gaan op de punten van de heer Van Lamoen.
Wethouder Dales geeft aan dat het geld moet worden terugbetaald, als de gemeente subsidie krijgt van het Rijk, terwijl de lijn niet wordt aangelegd. Er kan wellicht wel over worden onderhandeld, maar zeker gezien het tijdsgewricht is de uitkomst daarvan bij voorbaat duidelijk. De wethouder heeft de commissie niet onjuist geïnformeerd. De gemeente krijgt een korting vanwege een landelijke regeling en moet daardoor proberen de kostendekkendheid te verhogen middels de metro. Op de langere termijn is de aanleg voordelig voor Amsterdam.
Dhr. Haffmans wil antwoord op de vraag van het gelijke betalen van de reeds uitgegeven middelen.
Wethouder Dales daagt de heer Van Lamoen uit het artikel te noemen, waarin dat staat.
Dhr. Van Lamoen geeft aan dat het hier niet gaat om de bepaling in de beschikking NZL, maar om de overeenkomsten inzake de voorbereidingskosten. Daarin is expliciet afgesproken, dat de kosten gelijkelijk worden verdeeld als de lijn niet wordt aangelegd. (applaus) 

Dhr. Groutars geeft aan dat dit besluit gaat over de toekomst van Amsterdam. De financiële risico’s zijn niet te overzien. Op 9 oktober a.s. moet het geweten spreken. Er moet financiële ruimte vrij worden gemaakt voor andere initiatieven. De toegezegde Rijksmiddelen zullen niet verloren gaan. Ook op een andere wijze kunnen de reizigersgroei en de regionale bereikbaarheid worden bereikt.
 
Mevr. Bruines vraagt of de heer Groutars het niet een groot risico vindt te vertrouwen op minister De Boer.
Dhr. Groutars laat deze opmerking voor rekening van mevrouw Bruines. 

De voorzitter geeft wethouder Dales het woord voor een reactie op de bijdrage van de heer Van Lamoen.
Wethouder Dales bevestigt dat de gemeente het geld moet terugbetalen, indien de lijn niet wordt aangelegd. De afspraak was dat de kosten tot aan de datum in 1999 van de subsidiebeschikking gelijkelijk zouden worden verdeeld. De sindsdien gemaakte kosten vallen buiten die afspraak. Hij heeft de Raad daarover juist geïnformeerd. 

Dhr. Hageman (Ver. Stadsvervoerbelang) merkt op dat het besluit over de netoptimalisatie al in 1999 is genomen. De bezuiniging van de nieuwe regering maakt de zaken erger. De vervoersstijging blijft marginaal. De overstapsituatie bij de Ceintuurbaan blijft duister, met name wat betreft de kosten. De reserves voor tegenslagen zijn te klein.  

Dhr. Flos geeft aan dat hij over deze punten schriftelijke vragen heeft gesteld.
Dhr. Bijlsma bestrijdt dat het besluit al in 1999 is genomen. Het definitieve besluit over de netoptimalisatie zal pas na 2010 vallen.
Dhr. Hageman geeft aan dat het in het Gemeenteblad staat.
Dhr. Bijlsma stelt vast dat tot nu toe niet is besloten welke lijnen en op welke manier de rest van het net zal worden geoptimaliseerd.
Dhr. Hageman blijft bij zijn mening.
Mevr. Bruines verwijst naar de laatste alinea van de raadsvoordracht. Op een later moment wordt besloten hoe het precies zal gaan. 

Mw. Beijdals (ondernemers Rokin) vraagt of de commissie weet dat bij de vorige metrobouw een stukje is aangelegd rechts van het station, wat niet nodig bleek te zijn. Vanaf het station Buikslotermeer kan dat stuk worden doorgetrokken naar de bestaande metrolijn. Is dat geen miljoenen besparende oplossing? (applaus)  

Dhr. Kleve vindt het uitermate onfatsoenlijk en beschamend als de commissie blijft vasthouden aan het programakkoord over de aanleg van de lijn. De berekeningen kloppen niet, het veiligheidsaspect blijft onderbelicht en het boren is riskant. De deskundige voorstanders laten de punten A, B en C voor wat ze zijn zonder kritische blik.  

Dhr. Van Mourik gaat in op het misverstand over de feiten, namelijk de benodigde capaciteit voor het openbaar vervoersnet. In het jaarboek van het Bureau Onderzoek en Statistiek staan cijfers, waaruit blijkt dat de totale groei minus 0,6 % is over de periode 1993-99. De prognoses in 1995 blijken niet te kloppen. (applaus) 

Dhr. Kuijper vindt het bedrog dat slechts de exploitatiekosten worden berekend. De hoogste kosten bestaan uit de rente, 5%. Over 4 miljard gulden dient men dus 80 miljoen gulden te betalen, dat is dagelijks ƒ 220.000,-, rekening houden met de inflatiecorrectie. Het aantal reizigers zal slechts met 25000 toenemen vanwege de metrolijn. De kosten zijn veel te hoog voor het rendement, dat betekent 8 à 9 gulden per kaartje.  

Wethouder Dales vindt het een interessante berekening. Als de heer Kuijper gelijk zou hebben, zou de lijn een slechte investering zijn. Maar de heer Kuijper heeft niet gelijk. 

Dhr. Spithorst (Rover) streeft ernaar goed gedocumenteerd te werk te gaan en was teleurgesteld over een van de commissieleden, die hem tijdens de vorige vergadering tendentieus noemde. Rover heeft uiting gegeven aan de bestaande twijfels met betrekking tot de toezeggingen over de netoptimalisatie, die nu niet worden nagekomen. Verder zijn er vragen te stellen bij de bijdrage uit de gemeentekas voor de verbetering van het openbaar vervoer. Dat is zorgwekkend. Hij hoopt dat met de commissie voortaan weer op basis van respect en wederzijds vertrouwen is te discussiëren. Is de verhoging van de kostendekkingsgraad alleen maar te behalen met een drastische ingreep in het tramnet? 

Wethouder Dales antwoord ontkennend. Hij ziet uit naar een discussie op basis van vertrouwen en respect. 

Dhr. Dalhuizen (de Bovengrondse) begrijpt dat alle ontwerprisico's voor de gemeente Amsterdam zijn. In dat kader vindt zijn fractie het des te relevanter dat de auditrapporten waarin ontwerprisico”s beschreven worden, openbaar worden gemaakt. Dat geldt ook voor de audit van ‘Golden Associats’ die in de beantwoording opduikt en waar hij nog niet eerder van had gehoord. Daarnaast is er te lezen dat er een nieuw rapport is van professor Horvat over de beoordeling van de veiligheid. Is het safe-havenconcept in strijd met regionale uitbreiding? Het antwoord is ja, want in dat concept kan maar eens in de tweeënhalve minuut een trein gaan rijden. In de eerste fase van de Noord/Zuidlijn gaat dat nog, maar in de tweede fase gaat dat niet.
Dhr. Haffmans vraagt waarom gaat dat niet zou gaan.
Dhr. Dalhuizen antwoordt dat in de tweede fase de treinen korter op elkaar zullen moeten rijden om al die mensen door die trechter te krijgen. Volgens de rapporten van het projectbureau zullen ze minder dan twee minuten na elkaar moeten rijden.  

Mw. Bos (portefeuillehouder Welzijn en Cultuur Stadsdeel Amsterdam-Noord) meldt dat Stadsdeel Noord overeenstemming heeft bereikt met alle marktpartijen aan zowel de Van Hasseltknoop als het Buikslotermeergebied over een grote financiële bijdrage en op dat punt zal er iets moois verschijnen in Noord. Ze bestrijdt het idee dat de Noord/Zuidlijn ten koste zou gaan van voorzieningen voor welzijn en cultuur. Het investeren in deze lijn biedt mogelijkheid om te investeren in sociale voorzieningen, scholen en cultuur. Dat komt ten goede aan de hele stad. Als deze lijn niet wordt aangelegd, wat zullen daarvan de kosten zijn? In dat geval zal de stad zich afkeren van noord en zich richten op zuid waar veel geld zit. Juist om het centrum het centrum te laten zijn, is noord nodig waar startende bedrijven, startende cultuur en starters op de woningmarkt een kans krijgen. Noord heeft de stad nodig en de stad heeft noord nodig.
Dhr. H.H.G. Bakker vraagt of het klopt dat het project Panorama Noord valt of staat met het project Noord/Zuidlijn.
Mw. Bos geeft aan dat een aantal zaken gerealiseerd zullen worden in Noord, ook als de Noord/Zuidlijn niet wordt gelegd, maar er kan in dat geval veel minder.
Dhr. H.H.G. Bakker kan dan het enthousiasme van mevrouw Bos wel begrijpen.
Mw. Bos benadrukt dat het voor de hele stad is. Noord ís en wordt een belangrijk deel van de stad.
Dhr. H.H.G. Bakker vindt dat Noord wel degelijk bij de stad hoort; helaas zijn er veel mensen die daar anders over denken.
Mevr. Van Oudenallen vraagt mevrouw Bos het volgende: als ze mocht kiezen tussen een lijn van CS tot Noord en de rest laten vervallen, wat ze dan zou kiezen?
Mw. Bos kiest voor het aanleggen van de Noord/Zuidlijn, maar pleit ervoor te starten bij Noord, dan is die buit binnen.
Mevr. Kalt gaat in op de door mevrouw Bos genoemde bijdragen in Noord voor de stations. Zijn dat bijdragen van particuliere bedrijven?
Mw. Bos geeft aan dat het stadsdeel bezig is met een aantal consortia en woningbouwcorporaties om rond de haltes ontwikkelingen te plannen. Bij de Van Hasseltzone is onlangs overeenstemming bereikt over meebetaling door verschillende partijen aan het bouwen aan en verbeteren van het station. Hetzelfde geldt voor het centrumgebied Amsterdam Noord.
Mevr. Meijer vraagt of daar ook de garantstelling vandaan komt die Noord heeft. Ten tweede: wat vindt mevrouw Bos van het idee om de oostlijn te verlengen en op die manier de aansluiting met noord te maken? Ten derde: heeft mevrouw Bos enig idee hoe lang men erover doet om met bus 33 van het CS naar Buikslotermeerplein te komen?
Mw. Bos kan helaas niet antwoorden op de garantieverlening. Wat betreft de oostlijn: stadsdeel Noord denkt dat het vooral belangrijk is om de Zaanlijn te verbinden met het CS, want daar moeten veel mensen naartoe. Juist die aansluiting van de Zaanstad en de noordelijke IJ-oevers biedt een enorme kans voor Amsterdam. Wat betreft bus 33: als die eenmaal in het kwartier rijdt, gaat het prima. Maar als de Noord/Zuidlijn iedere vijf minuten rijdt, is men veel sneller in de stad. Bovendien kunnen dan eindelijk oost-westverbindingen worden gerealiseerd die er niet een halfuur over doen voordat ze zich door noord gaan wringen.  

De voorzitter dankt de insprekers 

De vergadering wordt van 22.50 tot 22.58 uur geschorst. 

De voorzitter heropent de vergadering met een punt van orde. Omdat nu pas het feitelijke debat begint, wil de voorzitter de wethouder vijftien minuten extra geven en op grond daarvan eenieder een kwart van de eigen spreektijd extra geven.  

Tweede termijn commissie
Dhr. Bijlsma stelt dat een aantal vragen is beantwoord in het besloten gedeelte betreffende verzekeringen, indexering, bouwfraude en het Centraal Station. Wat betreft de verzekeringen heeft de wethouder toegezegd, op verzoek van diverse fracties, om een second opinion toe te staan. Voor 5 oktober zal een onafhankelijk expert naar de verzekering kijken. Het rijk heeft aangekondigd dat het de afbetaling aan Amsterdam een aantal jaren wil opschorten. Dat is op zichzelf geen ramp, mits het rijk de rentekosten voor zijn rekening neemt. Heeft de wethouder daarover zekerheid? Gezien voorgaande ervaringen met het rijk is te betwijfelen of het rijk daar zo happig op is.
Mevr. Van Oudenallen vraagt waar de heer Bijlsma op doelt met voorgaande ervaringen.
Dhr. Bijlsma doelt op de loon- en prijsstijgingen die de gemeente de afgelopen jaren niet volledig heeft teruggekregen. De gemeente is daar 22,3 miljoen bij ingeschoten en moest een reservering maken.
Zijn fractie heeft gevraagd of de nieuwe regering de toezegging van mevrouw Netelenbos gestand zal doen. Het antwoordt was ja, maar de Tweede Kamercommissie Verkeer en Vervoer wil daar donderdag over praten. Stel dat de Tweede Kamercommissie het in meerderheid niet eens is met die toezegging en de minister omgaat, wordt de voordracht dan bijgesteld? Ten tweede, die toezegging geldt tot 2008. Voor de periode 2009 tot 2011 ligt die toezegging er niet. Welke bedrag is gemoeid met de ingroeiregeling van 2009 tot 2011 en is daar rekening mee gehouden in de uitgaven in de voordracht van B&W?
Dhr. Manuel vindt dat de heer Bijlsma veel vragen stelt. Gaat de heer Bijlsma ook nog het standpunt van de PvdA geven?
Dhr. Bijlsma geeft aan dat een aantal vragen onduidelijkheden oproept en die wil hij graag in deze vergadering opgelost zien.
Dhr. Manuel concludeert dat de PvdA nog geen standpunt heeft over de Noord/Zuidlijn.
Dhr. Bijlsma vindt dat goed verwoord. Hij gaat verder: De herinrichtingskosten voor het Rokin en de Vijzelgracht heeft het college begroot op het principe dat men de stenen gewoon maar terug moet leggen. Dat lijkt zijn fractie aan de optimistische kant, want voor een deel zal er moeten worden heringericht. Drukt dat bedrag geheel op de stadsdelen? Dat zou zijn fractie niet terecht vinden en vindt dat de centrale stad daaraan zou moeten bijdragen. Het busstation Buikslotermeerplein en Amsterdam Zuid zijn een van de eerste prioriteiten die uit het regionaal fonds na 2010 zullen worden betaald. Welk bedrag is daarmee gemoeid? Zijn die bedragen dan op tijd op die beide stations te realiseren voordat de Noord/Zuidlijn in werking treedt? De infrastructuur van de huidige oostlijn is na 25 jaar dringend aan groot onderhoud toe. Welk bedrag is daarmee gemoeid, want het drukt op de gemeentekas en het is niet in de begroting opgenomen.
Wethouder Dales vraagt of dhr. Bijlsma spreekt over Metromorfose.
Dhr. Bijlsma licht toe dat hij spreekt over de infrastructuur van de bestaande oostlijn. Bij de Zuidas wordt gediscussieerd over het dokmodel of het dijkmodel. Het dokmodel kost honderden miljoenen euro extra. Bij het antwoord bij 13c staat dat de centrale stad daarvoor middelen beschikbaar zal stellen. Komen die middelen geheel uit de grondexploitatie, of wordt een deel ervan uit de kas algemene middelen gefinancierd? Op het punt van vergunningen vond zijn fractie het geen goed idee dat de stadsdelen die zelf verlenen, omdat er kans op misverstanden is en dus op vertragingen. Als een stadsdeel faalt om op tijd een vergunning te leveren, wordt een stadsdeel aangesproken op de schade. Waarom wordt niet alsnog geprobeerd de vergunningverlening in één hand te houden, want dat zou minder risico’s opleveren. Laatste vraag: bij een no-go-besluit worden alle voorbereidingskosten door het rijk teruggevorderd. Stel dat de aanbestedingen zodanig de pan uitrijzen buiten de schuld van de gemeente om, draait de gemeente dan voor alle voorbereidingskosten op?
 
Dhr. Flos houdt bij hoeveel post hij ontvangt over de Noord/Zuidlijn. Tot nu toe heeft hij 113 ansichtkaarten, 65 e-mails en 10 handgeschreven brieven ontvangen die tegen de Noord/Zuidlijn pleiten. Hij gelooft oprecht dat deze mensen zich zorgen maken, maar hij leest op een aantal van die berichten onjuiste gegevens, bijvoorbeeld over financieringsvragen en veiligheidsrisico’s tijdens het gebruik. Eén brief heeft hij ontvangen van een voorstander, die schrijft dat er geen project voor een metrolijn is geweest in Europa waar niet dit soort tegenstanders in de samenleving zich hebben gemanifesteerd. Maar als die metrolijn eenmaal is aangelegd, is de overgrote meerderheid van de mensen blij dat de metrolijn er is. Het echte go-besluit is in feite twee jaar geleden genomen. Een duidelijke meerderheid heeft toen ja gezegd. Het feit dat men er met de markt niet uitkwam hoeveel geld er ter beschikking moest worden gesteld, leidde tot het debat van heden.
Mevr. Van Oudenallen hoort de heer Flos spreken over een raadsmeerderheid, zegt hij dan impliciet dat de PvdA ook voor was en dat het op dit moment kiezersbedrog zou zijn als de PvdA nee zegt of twijfelt?
Dhr. Flos vindt dat de PvdA eigenlijk voor is, want zij heeft een programakkoord gesloten waarin de Noord/Zuidlijn beoogd is. Hij neemt aan dat de PvdA nu niet indifferent staat ten opzichte van de Noord/Zuidlijn.
Dhr. Bijlsma stelt dat de heer Flos daarin volstrekt gelijk heeft. Zijn fractie heeft bij het besluit van twee jaar terug duidelijk gezegd voorstander te zijn, alleen toen heeft hij gezegd dat het echte go of no-gobesluit pas kan worden genomen op het moment dat de briefjes van de aannemers zijn geopend, want dan pas is duidelijk of het betaalbaar is. De vraag is nu aan de orde of de gemeente in de begroting de financiële risico’s aankan.

Dhr. Flos vindt dat terecht, maar de VVD heeft er nu al een beter gevoel over dan de PvdA die er blijkbaar meer tijd voor nodig heeft. De VVD is van mening dat er voldoende zekerheid is over de ingroeiregeling. Zowel de oude als nieuwe minister hebben per brief bevestigd dat die toezegging er is. Daarmee is dat punt voor de VVD van tafel. Wel maakt hij zich zorgen over het temporiseren van de gelden die vanuit Verkeer en Waterstaat op de gemeente afkomen, gezien de begroting. Voor de VVD staat het als een paal boven water dat het netto voor Amsterdam niet tot een extra bijlage mag leiden. Die 132 miljoen euro moet ‘hard’ zijn. Kan het Rijk juridisch gezien überhaupt terugkomen op deze maatregel, gezien eerder gedane toezeggingen? Zou dit in de toekomst nogmaals kunnen gebeuren? Heeft het consequenties voor het tijdspad en het financieel plaatje van de Noord/Zuidlijn? Wat betreft de bouwfraude is zijn fractie tevreden met de fraudeclausule; dat gaat de goede kant op. Wat betreft de vergunningen is zijn fractie blij met de hoofdconclusie van professor Koemans dat er voldoende zekerheid bestaat over de planologische basis en de locatie van de stations. Er liggen onherroepelijke vergunningen voor de meest belangrijke onderdelen. Ten aanzien van de omgevingsprojecten wil hij zijn erkentelijkheid uitdragen voor de ambtelijke beantwoording over de risicospreiding. De fractie zal andere vragen hierover schriftelijk afdoen. De second opinion voor de verzekering komt eraan, het college gaat daar bijzonder ruimhartig mee om, maar op een gegeven moment moet het wel afgelopen zijn zodat op 9 oktober het besluit van go, wat de VVD betreft, genomen kan worden. Wat betreft de twee busstations is zijn fractie het ermee eens dat die een zeer hoge priorit eit krijgen. Wat betreft de liftproblematiek; de gedachte leeft dat de er geen toestemming zou zijn van het liftinstituut. Kan de wethouder daar kort op reageren? Concluderend heeft de VVD er een beter gevoel over gekregen om een definitief ja te zeggen op 9 oktober. 

Mevr. Dalm vindt het ontzettend moeilijk. De fractie van GroenLinks is een groot voorstander van openbaar vervoer, maar niet tegen elke prijs. Ooit is begonnen met een verdeling van 95/5%, en voor 120 miljoen voor de gemeente Amsterdam kon men voor een koopje de stad binnenrijden. Nu is de verdeling 75/25% en moet de gemeente bijna 400 miljoen euro dokken. Punt twee is dat er begonnen is te denken vanuit een regionaal net, en nu spreekt men over een metrolijn van Buikslotermeerplein naar Zuid WTC. Ook heel belangrijk, maar het is geen regionaal net. Vervolgens wordt die kernnetverbinding beoordeeld. Twee weken voor de finale go or no go hangt het nog op een paar hoofdpunten: er hangt in de Tweede Kamer een motie die de gemeente 74 miljoen euro kan schelen. Er zijn diverse ministers die de motie niet uit willen voeren. De ministers zijn gewisseld, de kamermeerderheid is hetzelfde gebleven en het is buitengewoon onduidelijk hoe zich dat verder ontwikkelt. Het kan de gemeente een gigantisch tekort opleveren. De vraag aan de wethouder is dan ook hoe daarmee om te gaan. Moet de voordracht ingetrokken worden als donderdag de Tweede Kamer geen extra geld naar Amsterdam wil schuiven en de minister wil houden aan het uitvoeren van de motie?
Dhr. Bijlsma deelt de zorg, maar GroenLinks heeft in de Tweede Kamer voor de motie Giskes gestemd. Heeft mevrouw Dalm geprobeerd haar fractie in Den Haag ervan te overtuigen dat het terecht is om Amsterdam de 64 miljoen toe te kennen conform het besluit van de minister?
Mevr. Dalm heeft met de GroenLinks-fractie in Den Haag een zeer goed contact. Veel van hen wonen in Amsterdam en weten waar ze het over hebben. Er wordt meegedacht.
Dhr. Flos vraagt hoe het komt dat veel GroenLinksers in Amsterdam wonen en met die kennis toch voor de motie Giskes hebben gestemd.
Mevr. Dalm wil dezelfde vraag stellen aan de heer Flos, want ook zijn partij heeft voor die motie gestemd.
Mevr. Van Oudenallen vindt het een heel onhandige vraag van mevrouw Dalm aan de wethouder. Stel dat de wethouder het verkeerde antwoord geeft, en Den Haag zegt: “Ze hebben het geld niet nodig,” dan is mevrouw Dalm daar medeschuldig aan.
Mevr. Dalm blijft erbij dat ze van de wethouder wil weten wat de gevolgen zijn als de Tweede Kamer blijft vasthouden aan de motie. Tevens hangt een deel van het geld in het kabinet. De wethouder heeft enige tijd geleden gezegd dat hij de minister aan de subsidiebeschikking kan houden wat betreft het uitschuiven van de gelden. Alleen staat in die beschikking uit 2000 dat er binnen een jaar moet worden begonnen. Kortom, Amsterdam is zijn verplichting ten aanzien van de beschikking niet nagekomen.
Wethouder Dales wil dat rechtzetten. De beschikking is uit 1999, daarin staat inderdaad dat binnen 12 maanden moet zijn begonnen. Maar mevrouw Dalm moet van de wethouder geloven dat dat met het ministerie netjes is geregeld.
Mevr. Dalm wil veel geloven, maar de ene keer zegt de wethouder tegen de Raad: “Dat zal ik met de minister wel even netjes regelen,” en op een andere vraag zegt de wethouder: “U denkt toch niet dat ik over alles kan onderhandelen, dat gaat me echt niet lukken,” en dat laatste ging over de teruggave van de voorbereidingskosten.
Wethouder Dales geeft toe dat het de ene keer zus is en andere keer zo.
Mevr. Dalm begrijpt dat, alleen gaat het bij de beslissing op 9 oktober a.s. niet over zus of zo, maar over go of no go. Kortom, haar fractie heeft terechte zorgen over het uitschuiven van het geld. Ten derde heeft de wethouder beloofd dat hij het regeerakkoord en de gevolgen daarvan zou doorrekenen voor de gemeente Amsterdam. De Raad heeft daarover een motie aangenomen op 21 augustus j.l en zou die doorrekening krijgen vóór de raadsbeslissing. Gezien het feit dat er nu nog voorinvesteringen gedaan moeten worden die niet door het Rijk worden vergoed, is dat meerjarenperspectief buitengewoon dringend. Verder is er nog ruzie met het ministerie over de indexering; de verzekeringen zijn nog niet af; er is een veel te hoge aanbesteding door de markt; hebben concurrentie met andere infrastructurele projecten tot te hoge offertes geleid, en allerlei kosten moeten straks bij de stadsdelen worden berekend.
Dhr. Flos vraagt of mevrouw Dalm van mening is dat het punt van de marktaanbesteding nog hangt.
Mevr. Dalm stelt dat er op dit moment gigantisch hoge offertes liggen, waarvan een deel te maken kan hebben met afspraken tussen aannemers. De vraag is of de fraudeclausule daar een oplossing voor is. Ten tweede is er tijdens een hoogconjunctuur ingetekend wat tot hele dure offertes heeft geleid.
Dhr. Flos is van mening dat dat punt niet meer ter discussie staat.
Mevr. Van Pinxteren vindt het geen moeilijke kwestie; bij zorgen telt men alles bij elkaar op.
Dhr. Flos begrijpt dat, maar het verandert niets ten opzichte van januari, ook al is het misschien in een ander perspectief komen te staan.
Mevr. Dalm stelt dat ze in januari j.l. heeft gezegd dat de GroenLinks-fractie het bedrag te hoog vond. Nu is daar opnieuw naar gekeken en haar fractie ziet tekorten die niet zijn opgenomen, onder andere de 45 miljoen voor het busstation. Het kan niet zo zijn dat de regio geld beschikbaar stelt voor het busstation, dat busstation niet wordt aangelegd om in 2008 weer verder te kijken. Daarom telt haar fractie die 45 miljoen erbij op. Daarnaast zullen de kosten oplopen, want er zijn altijd overschrijdingen. Overwegingen van haar fractie betreffen tevens de begroting die terugloopt; vanaf 2004 zal er bezuinigd moeten worden. Door het kabinet wordt fors op het openbaar vervoer bezuinigd; 9% oplopend tot 15%. Als Amsterdam 15% moet bezuinigen ontstaat een gigantisch probleem. Haar fractie is van mening dat op dit moment Amsterdam het niet kan dragen gezien het perspectief van de komende tien jaar. Zij vindt het enorm jammer dat het alternatief van GroenLinks, het Boerenweteringtracé, dat een aantal technische risico’s niet heeft, van tafel is gegaan.  

Mevr. Spee dankt alle insprekers voor hun aanwezigheid en uithoudingsvermogen. De CDA-fractie deelt een aantal zorgen. De CDA-fractie ziet de Noord/Zuidlijn niet zozeer als een aanvulling of verbetering van de huidige structuur, maar als een absolute noodzaak voor de ontwikkeling van Amsterdam in de komende decennia. Heel veel vragen zijn zeer gedegen beantwoord. In afwachting van antwoorden die nog gaan komen en meegewogen zullen worden staat haar fractie positief tegenover de voordracht en steunt het college. 

Mevr. Meijer moet het van het hart dat de wethouder twee weken geleden beweerde dat het point of no return is bereikt. Maar het no go-besluit is over twee weken en een deel van het geld is niet weggegooid, want het zit in funderingen en dergelijke. Steeds is de raad voorgehouden dat de daadwerkelijke beslissing nog moest komen en dat de voorbereidende werkzaamheden gewoon uitgevoerd konden worden. Nu blijkt dat anders te zijn en wordt het gebruikt als een pressiemiddel.
Wethouder Dales vraagt hoe mevrouw Meijer daarbij komt. Door wie is dat voorgehouden?
Mevr. Meijer merkt op dat twee weken geleden daaraan is gerefereerd door insprekers die beweerden dat een groot deel van het geld niet weggegooid zou zijn, en de wethouder heeft dat bestreden.
Wethouder Dales bestrijdt dat het go-besluit al is genomen door het college. Waar baseert mevrouw Meijer dat op? Ze kan no go beslissen.
Mevr. Meijer beaamt dat, maar ondertussen wordt de Raad voorgehouden dat nee zeggen eeuwig zonde zou zijn van de gigantische hoeveelheid geld.
Wethouder Dales zegt gehouden te zijn alle informatie te geven, ook die informatie die spreekster misschien niet welgevallig is. De Raad maakt zelf een afweging.
Mevr. Meijer geeft aan de SP ervan is overtuigd dat de financiële consequenties Amsterdam de das zullen omdoen. In het Parool van 17 september j.l. meldt wethouder Oudkerk dat Amsterdam failliet zal gaan wanneer de kabinetsplannen doorgaan, onder andere omdat de stad dan veel meer geld moet steken in uitkeringen en dergelijke. Is de wethouder het eens met zijn collega? Verder is haar fractie het verschil opgevallen tussen de landelijke en lokale VVD. De VVD-minister van Financiën past goed op de centen terwijl deze wethouder Amsterdam naar een faillissement wil helpen. Wethouder Oudkerk kan waarschijnlijk zijn toegezegde resultaten bij lange na niet halen.
Dhr. Bijlsma vraagt waar spreekster uit afleidt dat wethouder Oudkerk zijn resultaten niet haalt. Op de Megabanenmarkt heeft de heer Oudkerk een overtuigend pleidooi gehouden dat de resultaten tot nu toe buitengewoon goed zijn.
Mevr. Meijer stelt dat de heer Oudkerk in de toekomst wellicht in de problemen zal komen. De rijksbijdrage wordt vertraagd wat betekent dat er volgend jaar geen 141 maar 11 miljoen euro komt. Het jaar daarop geen 127 miljoen maar 13 miljoen euro en in 2005 geen 139 maar 67 miljoen euro. Dat betekent dat Amsterdam moet voorfinancieren en tevens de rentelast moet dragen. In hoeverre schat de wethouder in dat het kabinet zal vasthouden aan deze plannen? Hoeveel geld gaat het kosten? Waar wordt het geld het meest doelmatig ingezet; in de Noord/Zuidlijn of in andere verplichtingen die wellicht voorrang zouden moeten krijgen? Stemmen gaan op om de aanleg uit te stellen, mede door de bouwfraude. In het Parool was onlangs een stuk te lezen van een oud-raadslid en vervoerskundige Dick van der Horst. Hij pleit voor uitstel, mede omdat aannemer Kroeze voor de parlementaire commissie heeft aangegeven dat de risico’s wel eens 25% bovenop de totale bouwsom van 1,4 miljard euro kunnen komen. Dat zou een stijging betekenen naar 1,75 miljard euro.
Dhr. Flos vraagt of het artikel wordt bedoeld waarin het College werd beschuldigd van frauduleuze praktijken en dergelijke? Zo ja, neemt spreekster die kwalificaties zelf ook in de mond?
Mevr. Meijer heeft het artikel bij zich, maar wil de reactie van de wethouder weten op het artikel.
Als de afspraken met Den Haag doorgaan, moet Amsterdam 700 miljoen euro zelf betalen. Over twee weken wordt besloten over een uitgave van 132 miljoen. Hoe denkt de wethouder de lijn rendabel te krijgen als het bedrag 700 miljoen wordt?
Dhr. Flos wil spreekster geruststellen, want zelfs VVD-fractie zou in dat geval tegenstemmen.
Mevr. Meijer stelt dat als over twee weken besloten wordt er 132 miljoen euro in te steken, het go besluit genomen is. Als later blijkt dat er nog eens 200 tot 500 miljoen euro bij moet, dan staat men voor het blok. Maar als de wethouder aangeeft dat het go-besluit nog moet worden genomen, is er nog een keuze.
Wethouder Dales vraagt of spreekster de heer Kroeze opvoert als getuige voor haar zaak.
Mevr. Meijer geeft aan dat ze het bewuste artikel in de krant heeft gelezen en wil graag dat de wethouder daarop reageert. Er is haar eerder gezegd niet alles te geloven wat in de krant staat.
Wethouder Dales informeert of spreekster de heer Kroeze wel gelooft.
Mevr. Meijer vervolgt dat de wethouder over de bouwfraude heeft gezegd, dat onderlinge prijsafspraken niet te bewijzen zijn. De aannemers zouden bereid zijn een verklaring te ondertekenen dat er geen bouwfraude is gepleegd. Als dat het geval is, waarom waren de oorspronkelijke offertes dan zo hoog? Hoe kan het dat die onlangs zoveel omlaag zijn gegaan? Of zat er bij de eerste offertes een goede marge? Komt men over een poos voor onvoorziene omstandigheden te staan? Financiële risico’s horen te worden neergelegd bij de veroorzaker. Betekent dat als een bouwer een fout maakt, hij de consequenties daarvan draagt? Kunnen zij dat dragen, is er onderzoek gedaan naar de solvabiliteit van de ondernemers? Als er een bouwer failliet gaat, wat dan? Stadsdeel Noord heeft een garantstelling gegeven. Hebben de andere stadsdelen dat ook gedaan? Zijn de stadsdelen in staat om tot een uitkering over te gaan? Er is een motie aangenomen door Stadsdeel Centrum die uitspreekt dat de financiering van de herinrichting van de openbare ruimte na de aanleg van de lijn primair een verantwoordelijkheid van de Centrale Stad is.
Wethouder Dales merkt op dat hij geen lid is van die deelraad.
Mevr. Meijer wil van de wethouder weten wat er gebeurt als Stadsdeel Centrum weigert te betalen.
Verder wil ze graag weten of er al een advies is van de gehandicaptenraad, of de veiligheidsplannen al zijn in te zien, hoe het met de roltrappen zit en of het liftinstituut ondertussen toestemming heeft gegeven. Concluderend vindt de SP dat de Noord/Zuidlijn niet moet doorgaan.
Wethouder Dales vindt dat spreekster zeurt over de liften als ze toch tegen is.
Mevr. Meijer benadrukt dat er onveilige situaties kunnen ontstaan. Als de raadsleden voornemens zijn om voor het besluit te gaan stemmen, kan men alsnog overwegen hoe het zit met de roltrappen. Als laatste deelt ze zelf het antwoord mede op haar vraag aan een inspreekster van stadsdeel noord, namelijk hoe lang men er met bus 33 over doet naar noord. Het antwoord luidt: 10 minuten.  

Dhr. Manuel deelt mee dat ook D66 blij verrast was met de vele ansichtkaarten in het kader van de actie Amsterdam Gaat Failliet; een succesvolle actie van de Bovengrondse. Alle inzenders krijgen van D’66 persoonlijk een antwoord. Desalniettemin is D’66 in principe een voorstander van de Noord/Zuidlijn. Zijn fractie pleit voor ondergronds parkeren en voor ondergronds vervoer bij langere trajecten. De oostlijn heeft zijn succes bewezen. De verbinding van noord naar het centrum naar de Zuidas en Schiphol of Zaanstad zal ook een succes worden.
Dhr. H.H.G. Bakker stelt dat het uiterst onzeker is dat de lijn doorgetrokken wordt naar Schiphol. Een deskundige heeft vanavond gezegd dat dat nog 20 tot 30 jaar kan duren. De kans is uiterst miniem.
Dhr. Manuel beaamt dat. Hij geeft aan dat het de visie betreft die D’66 heeft op de Amsterdam en de regio in de toekomst. D’66 is niet voor een Noord/Zuidlijn tegen elke prijs. De kostenstijgingen tijdens de aanleg baart de fractie zorgen. De heer Dales en mensen van de Bovengrondse hebben op verzoek informatie gegeven over de risico’s. In het besloten deel heeft de wethouder toegezegd om alle risico’s middels de zeven hoofdcontracten op een rij te zetten, ze te voorzien van een eventueel kostenaspect en van een afdekking in de vorm van een verzekering of binnen de begroting. Vervolgens zal een extern deskundige kijken naar de risico’s en de commissie rapporteren. Als naar aanleiding daarvan geen vreemde zaken aan het licht treden, zal D’66 voor stemmen. Hij betreurt het dat de PvdA vragen blijft stellen en dat GroenLinks op dit moment niet durft te beslissen.
Wethouder Dales gaat in op wat hij heeft toegezegd. Hij is van harte bereid de risico’s op een rij te zetten en per risico te kijken wat voor bedrag ermee gemoeid is. Vervolgens wordt gekeken naar de afdekking, via een verzekering of in de begroting. De heer Bijlsma heeft gevraagd om een deskundige naar de verzekeringsaspecten te laten kijken omdat daar veel vragen over zijn bij de fracties. Maar het is niet zo dat een deskundige ál de risico’s gaat bekijken.
Dhr. Manuel geeft aan dat begrepen te hebben. Als in de toekomst zou blijken dat de wethouder niet alle risico’s heef vermeld, verwacht D’66 dat de wethouder aftreedt, want hij heeft deze materie lang kunnen bestuderen en heeft de risico’s zeer zorgvuldig in kaart gebracht. Kan de wethouder dat bevestigen?
Wethouder Dales kan dat bevestigen. Hij onthoudt de raad niets van wat hij weet.
Dhr. Manuel vraagt of de wethouder alles weet.
Wethouder Dales wil niet nóg arroganter lijken.
Dhr. Bijlsma begrijpt dat de heer Manuel betreurt dat de PvdA nog nadenkt.
Dhr. Manuel merkt op dat de PvdA best mag nadenken, maar zij blijft vragen stellen.
Dhr. Bijlsma merkt op dat D’66 eveneens eerst nog een overzicht wil, dus hij begrijpt het verwijt niet.
Dhr. Manuel antwoordt dat de risico's al in kaart zijn gebracht, zijn vraag betreft enkel de wens om de afdekking te controleren. Dat zijn geen aanvullende vragen.  

Dhr. H.H.G. Bakker stelt dat het standpunt van Leefbaar Amsterdam duidelijk is. Als een deskundig panel van regionet en iemand van Provinciale Staten al niet kunnen kiezen tussen een lage of een hoge vloer, wie is de heer Bakker dan om daar een oordeel over te geven. Over de veiligheid wordt laconiek gedaan, maar de vraag blijft: als iemand in een rolstoel de lift niet kan gebruiken bij een calamiteit, moet hij dan met rolstoel en al de roltrap op? Leefbaar Amsterdam ziet de Noord/Zuidlijn als een prestigeproject dat er koste wat kost moet komen. Daarbij wordt eraan voorbijgegaan dat de burgers van Amsterdam jarenlang in de problemen en in een bouwput zitten. Wat betreft de financiering, hoe wil de wethouder die binnenkrijgen? Juridisch uitstel is wel degelijk mogelijk. Zijn fractie is bang dat de lijn fors duurder wordt en is niet voor overschrijding van het budget, mede gezien de huidige economische malaise.  

Dhr. Haffmans denkt dat het een puinhoop wordt. Er zijn verliezen geweest; het Rijk wil later betalen en nu nog worden er vragen gesteld of dat voor de gemeente duurder gaat worden. Hij vond het al niets en ’t wordt alleen maar minder. De 132 miljoen euro is volgens de heer Flos ‘hard’, maar het ligt er zo dik bovenop dat het binnen afzienbare tijd meer wordt, dat hij zich wel eens hard achter de oren mag krabben. AA/De Groenen is in ieder geval tegen.
Dhr. Flos gaat ervan uit dat de 132 miljoen een harde toezegging is.
Dhr. Haffmans vraagt of bedoeld wordt dat die 132 miljoen euro die Amsterdam extra moet betalen, níét hard is. Mag dat bedrag best nog een miljoentje of 10 meer worden?
Dhr. Flos heeft juist aangegeven dat zo’n stijging voor de VVD een argument is om tegen te gaan stemmen.
Dhr. Haffmans heeft dezelfde vraag als een eerdere inspreker, namelijk of in de tweede fase de frequentie van de verschillende metro’s onder de twee minuten moet zijn en of dat wel kan in het safe-havenconcept. Stations in Noord blijken consortia mee te betalen. Wat vindt de wethouder ervan? Waarom is de Raad hiervan niet op de hoogte gebracht?  

Mevr. Van Oudenallen valt het op dat de grootste partij vragen blijft stellen en GroenLinks grote twijfels heeft. Moet zij geloven dat een liberale wethouder het allemaal wél weet? Het college mag op daden afgerekend worden, maar op het moment dat de dalen uitkomen is het college vertrokken. In een artikel uit Ons Amsterdam uit 1975 staat dat Amsterdam geen trolleybussen had, omdat daarvoor de bruggen te lang open waren en dat was lastig voor de economie. Als men dat leest is het toch jammer dat niet voor alternatieven is gekozen. Het Boerenweteringtracé had er nu moeten zijn. Zij hoopt dat de partijen die voor stemmen absoluut zeker zijn van hun zaak en de Amsterdammers kunnen overtuigen waarom het wel zou kunnen. Die partijen blijven namelijk zitten en zullen op hun daden worden afgerekend. 

Dhr. Flos vraagt of er na de tweede termijn een debat plaatsvindt.
De voorzitter wacht de antwoorden van de wethouder af, misschien wordt een deel van de vragen schriftelijk afgehandeld.
Dhr. H.H.G. Bakker vraagt of het mogelijk is om tijdens de beantwoording te interrumperen.
De voorzitter staat enige interrupties toe, maar in grote bescheidenheid.
Wethouder Dales geeft aan dat hij niet in tien minuten zijn beantwoording kan doen.  

Beantwoording
Wethouder Dales gaat in op het geld, de berichten over de begroting van Verkeer en Waterstaat en de motie van de Tweede Kamer. In de subsidiebeschikking uit 1999 is heel duidelijk bepaald hoeveel geld er komt en wanneer. De wethouder heeft deze nagelezen op de mogelijkheid tot een escape voor het Rijk. Er staat in dat de subsidie wordt verleend onder voorwaarde dat voor het deel van de subsidie dat ten laste van een nog niet vastgestelde begroting komt, voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Dat is een normale procedure. Volgens de wethouder kan het niet zo zijn dat bij herprioritering men op deze clausule zou kunnen terugvallen met het verhaal geen geld te hebben. Dat kan dus niet. Dit valt onder de spelregels van het bestuursrecht en het kan niet zo zijn dat nu wordt gezegd even wat anders met het geld te gaan doen. Dat is uitgesloten. De wethouder kan nu kiezen voor de frontale aanval en met de rechter dreigen, maar hij kan er ook voor kiezen te proberen er in gezamenlijkheid uit te komen. Hij heeft gekozen voor het laatste. Dit heeft geleid tot een consensus die schriftelijk bevestigd zal worden door de minister van Verkeer en Waterstaat. Het concept, nog niet getekend, is in het bezit van de wethouder. Hij spreekt de minister de volgende dag en de zaak zal zeker aan de orde komen. De insteek is dat de gemeente Amsterdam niets tekort zal komen en dat men zoekt naar oplossingen om de wijziging in het kasritme die het Rijk blijkbaar nodig heeft, op te vangen. Het uitgangspunt moet zijn dat de gemeente Amsterdam hier geen euro slechter van mag worden.
Dhr. Flos vraagt of de wethouder bedoelt dat Amsterdam niets te kort zal komen inclusief de rente.
Wethouder Dales antwoordt bevestigend, maar benadrukt dat de intentie is om tot een oplossing te komen, zodanig dat zowel Verkeer en Waterstaat als de gemeente Amsterdam content zijn. Ook de wethouder wil geen open einde en streeft naar een klip en klaar helder dossier. In de bijlage van de beschikking staan de mijlpalen die aangeven wat wanneer wordt betaald. Over die mijlpalen is een nieuw ritme vastgelegd dat voldoet aan de voorwaarde om binnen 12 maanden te beginnen met de bouw. 

Mevr. Dalm vraagt hoe het zover heeft kunnen komen dat de minister tot dit voorstel kwam. Wat te doen als de Tweede Kamer de huidige begroting van Verkeer en Waterstaat goedkeurt?
Wethouder Dales geeft toe niet enthousiast te zijn over wat in Den Haag gaande is. Er zijn overschrijdingen geweest op grote projecten: de hogesnelheidslijn en de Betuwelijn. Daarentegen is de subsidiebeschikking een paar jaar oud en zeer duidelijk. De Tweede Kamer kan zo’n beschikking niet achteraf teniet doen. Het is buitengewoon hinderlijk en hetzelfde geldt voor de motie Giskes. Het idee ontstaat in de Tweede Kamer dat met minister Netelenbos een afspraak was gemaakt voor extra geld bovenop de subsidiebeschikking. Ook daarvoor geldt: rechtzetten, misverstanden wegnemen. Als het donderdag in de Tweede Kamer niet wordt geregeld, is dat zeker een probleem.
Mevr. Dalm vraagt of de wethouder in dat geval de voordracht intrekt.
Wethouder Dales geeft aan dat het onverstandig zou zijn. De toezegging door mevrouw Netelenbos is zonder enig voorbehoud gedaan. De wethouder heeft daarover gesproken met kamerleden en die hebben dat goed begrepen. De korting vanaf 2009 zou op jaarbasis 9 miljoen bedragen. Het hele bekostigingssysteem van het openbaar vervoer in 2009 en verder is onmogelijk te voorspellen. Is er een extra bedrag voor herinrichting van de Vijzelgracht nodig? Het zou kunnen dat er meer moet gebeuren dan het terugbrengen in de oude staat. Dat is een punt van discussie later in de Raad. In de begroting van de Noord/Zuidlijn is er geen geld voor upgrading opgenomen. De zaak wordt afgeleverd zoals het was.
Mevr. Dalm interrumpeert dat afleveren zoals het was niet kan, omdat de situatie altijd verandert.
De wethouder beaamt dat, maar hier ging het erom of men niet van de gelegenheid gebruik zou moeten maken om de openbare ruimte een kwaliteitsimpuls te geven. Overigens heeft Stadsdeel Binnenstad verklaard bereid te zijn te investeren in zo’n kwaliteitsimpuls. Busstations: er is een afspraak gemaakt met de regionale partners voor herprioritering, want die stations zijn pas nodig als de lijn klaar is. In de periode tussen nu en het eind van het decennium is het geld daarvoor wel beschikbaar, maar nog niet nodig en kan op een andere manier worden ingezet. Er moet wel voor worden gezorgd dat het geld beschikbaar is op het moment dat de stations nodig zijn. Het gaat om 20 miljoen euro.
Dhr. Bijlsma vraagt zich af of er nog tijd genoeg is om die busstations te bouwen als pas in 2010 opnieuw een besluit wordt genomen.
Wethouder Dales zal deze vraag schriftelijke beantwoorden. Hetzelfde geldt voor de vraag welk bedrag gemoeid is met het onderhoud van de oostlijn. Bij de Zuidas zal de financiering van het gemeentelijke aandeel uit de grondexploitatie moeten komen. Over de vergunningverlening vraagt hij zich af waarom niet alles in één hand worden gesteld.
Dhr. Geluk licht toe dat sommige onderdelen vallen onder de stadsdelen, zoals tijdelijke vergunningen. In het verleden is dat niet goed geregeld.
Dhr. Bijlsma herinnert zich dat daar twee jaar geleden in de Raad een stevige discussie over is gevoerd. Een deskundige vond het toen verstandig om het in één hand te houden. Het college is toen toch omgegaan onder druk van de stadsdelen. Hij stelt daarom voor met de stadsdelen overeen te komen de vergunningen alsnog in één hand te houden.
Wethouder Dales beaamt dat dat verstandig zou zijn gezien de risico’s op het gebied van vergunningen. Hij zal dit punt in het college brengen. De suggestie is gedaan om met het Rijk te praten over de voorbereidingskosten: die zou het Rijk voor zijn rekening moeten nemen. Als men ziet hoe het Rijk nu al omgaat met zo’n subsidiebeschikking, is er weinig hoop voor een goede afloop van zo’n bespreking. De offertes zoals die er nu liggen zijn niet zodanig beroerd en onbetaalbaar om die bij het Rijk in rekening te brengen. Als de Raad op 10 oktober a.s. een no-gobesluit neemt, zal dit punt worden besproken. De wethouder is van mening dat de 132 miljoen euro ‘hard’ is. Hij heeft dat eerder gezegd in december en in januari j.l. Als daar bovenuit wordt gegaan doet de wethouder niet mee, daar wil hij glashelder over zijn. Betreffende het certificaat van het liftinstituut: het liftinstituut geeft pas een certificaat af op het moment dat men een lift koopt.
Dhr. Geluk bevestigt dit.
Dhr. Flos vindt dat iets te makkelijk. Voldoet men straks aan de eisen om dit certificaat te krijgen?
Wethouder Dales merkt op dat deze discussie al in een eerdere fase is gevoerd. Dat materiaal zal aan de heer Flos worden verstrekt. Men stelt dat vlak voor het no-gobesluit er van alles in de lucht hangt. De wethouder deelt de gevoelens daarover. Er moet een einde aan komen. Wat betreft de doorrekening van het regeerakkoord, die wordt op tijd aan de Raad verstrekt zodat bestudering nog mogelijk is, waarschijnlijk rond 2 of 3 oktober a.s.
Mevr. Dalm meldt dat zowel PvdA als GroenLinks op 3 oktober a.s. een ledenraadpleging houden en wenst de doorrekening uiterlijk 30 september te hebben.
Wethouder Dales zal kijken wat hij kan doen. Het Boerenweteringtracé: Men moet zich ook de vraag stellen of het níét doorgaan van de Noord/Zuidlijn te dragen is. Hij dankt mevrouw Spee voor haar steun en ook dankt hij de heer Flos en de heer Manuel voor hun positieve woorden. Mevrouw Meijer is tegen, dat is bekend. De wethouder begrijpt niet waarom ze zich dan toch druk maakt over details. Desondanks zal hij haar vragen beantwoorden. Gaat Amsterdam failliet, zoals de heer Oudkerk heeft gezegd? Nee, dat ziet de wethouder niet aankomen. De heer Oudkerk bedoelde vooral de gevolgen op het gebied van bijstand en dergelijke. De wethouder kan geen reactie op het artikel van de heer Van der Horst in het Parool geven want hij kent noch de heer Van der Horst noch het artikel. Als mevrouw Meijer hem dat schriftelijk kan leveren zal hij alsnog een reactie geven. Wat betreft de 25% van de firma Heijmans: de tekst luidde dat de gemeente Amsterdam niet kan rekenen en dat het allemaal 25% duurder zou worden. De firma Heijmans heeft op twee contracten bij de Noord/Zuidlijn ingeschreven en een aanbieding gedaan die ongeveer op hetzelfde bedrag lag als wat de gemeente had uitgerekend. Dus hoezo kan de gemeente niet rekenen? Waarom zijn de bedragen van de offertes zo hoog geworden? Omdat er sprake was en is van de conjunctuur van de bouwmarkt. Ook de gecompliceerdheid van het project speelt mee. De raming is omhoog bijgesteld op basis van externe expertise. Na alle onderhandelingen is de gemeente met een bedrag gekomen die niet zoveel afwijkt van de eerdere, omhoog bijgestelde raming. De wethouder heeft geen hard bewijsmateriaal dat er sprake is geweest van prijsafspraken. De wethouder heeft de vraag over de garantstelling van Stadsdeel Noord niet helemaal begrepen; garantstelling waarvoor?
Mevr. Meijer antwoordt voor risico's die de schuld zouden zijn van het stadsdeel.
Wethouder Dales stelt voor dit punt te parkeren. Hij zegt toe erop terug te komen. Betreffende de vraag van de heer Manuel over de externe expertise; die expertise zal de wethouder verzorgen. Hij zal de heer Bakker alle materiaal dat er ligt over de veiligheid doen toekomen, want dat punt is al uitgebreid bediscussieerd.
Dhr. Bakker komt terug op het liftinstituut; volgens zijn gegevens komt de sticker erin als de lift daadwerkelijk is geplaatst.
Wethouder Dales beaamt dat. De lift wordt eerst opgehangen en gekeurd en daarna goedgekeurd door het liftinstituut. De heer Bakker zijn gegevens kloppen. Naar aanleiding van de vraag van de heer Haffmans over de frequentie: het safe-havenconcept betekent dat men pas kan gaan rijden als bij het volgende station de trein alweer weg is. Exact is uitgerekend of met de interval van twee minuten de capaciteit haalbaar is die wordt beoogd. Dat kan, en die berekeningen zijn uit en te na in de Raad besproken.
Dhr. Haffmans had gevraagd of dat in de tweede fase nog opgaat, omdat dan meer passagiers worden vervoerd en een kleinere interval dan twee minuten nodig kan zijn.
Dhr. Geluk legt uit dat het op hoofdlijnen zo is dat er in totaal 24 treinen per uur door de buis kunnen. Dan komt men op een interval van 2 ½ minuut. Bij die frequentie kunnen drie lijnen rijden en in de tweede fase kunnen daarmee 300.000 passagiers per dag worden verwerkt, daarboven wordt het een probleem.
Wethouder Dales gaat in op de vraag over financiering door consortia. Hij neemt aan dat wordt bedoeld de consortia, die betrokken zijn bij de projectontwikkeling van Amsterdam Noord.
Dhr. Haffmans doelt op de stations en op consortia van onder andere woningbouwcorporaties. Dit naar aanleiding van de mededeling van de stadsdeelwethouder van Amsterdam Noord. Wist de wethouder daarvan ?
Wethouder Dales antwoordt ontkennend. Het is een stadsdeelzaak. Maar de wethouder zegt toe de betreffende gegevens te verzamelen.
Dhr. Haffmans gaat hiermee akkoord.
Wethouder Dales zal alles leveren wat is toegezegd. Dit is een gigantisch besluit waar men allemaal tegen aanhikt. Hij wil de zaken tot op de bodem uitgezocht hebben.  

De voorzitter stelt voor om, gezien het tijdstip en de belofte die gedaan is om over een week zo veel mogelijk vragen te beantwoorden, niet in herhaling te vervallen en te verwijzen naar de vergadering van 9 oktober a.s.
Dhr. Bijlsma reageert op de opmerking van GroenLinks dat bewezen zou zijn dat het Boerenweteringtracé goedkoper en beter zou zijn. Er ligt een rapport met een andere conclusie.
De voorzitter verwijst naar dat rapport en adviseert GroenLinks dat nog eens goed na te lezen en vragen te stellen aan de directie.  

De commissie wacht de schriftelijke beantwoording van de wethouder af. 

NZL.4   Voordracht aan de gemeenteraad inzake het vijfde uitvoeringskrediet Noord/Zuidlijn (ROIB 2002/10277)
Dit punt wordt geagendeerd voor de raadsvergadering van 9 oktober a.s. 



NZL.99  Rondvraag
Geen. 

De voorzitter sluit de vergadering om 0.35 uur. 



Ter kennisneming:
55.   Bomen langs de Noord/Zuidlijn.
56.   Rapport Concept aanvaardbaar veiligheidsniveau NZL.
57.   Praktijk Injectie Proef (PIP).
58.   Brief raadslid De Vries aan College + Verslag en brief raadslid Paquay aan College.
59.   Beantwoording adres d.d. 26-02-01 van dhr. Bijlsma.
60.   Beantwoording adres d.d. 06-04-01 van dhr. Haije.
61.   Beantwoording adres d.d. 26-03-01 van dhr. Passchenegger.
62.  Beantwoording adres d.d. 26-02-02 van mw. Visser.
63.   Beantwoording adressen standaard d.d. 15-03-02 van dhr. Vijverberg, d.d. 22-02-02 van dhr. Mustaerts, d.d. 20-02-02 van dhr. Van Beest, d.d. 13-02-02 van dhr. Hettema, d.d. 16-01-02 van dhr. Berrety en d.d. 18-01-02 van dhr. Dalhuizen.
64.   Beantwoording adres d.d. 01-07-01 en d.d. 10-11-01 van mw. Visser.
65 .  Beantwoording adres d.d. 21-03-01 van mw. Brouwer.
66 .  Beantwoording adres d.d. 23-01-01 van mw. Visser.
67.   Brief wethouder Stadig/Wethouder v.d. Horst d.d. 12-08-02 m.b.t. procedure noordvleugeloverleg.
De commissie heeft kennis genomen van de stukken.