Besluitenlijst/Verslag van de openbare vergadering van de
Commissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Zeehaven en Luchthaven en Informatie- en Communicatietechnologie
op donderdag 5 september 2002 in de Boekmanzaal van het stadhuis
van 19.40 tot 23.52 uur
Aanwezig:
dhr. Marres (vice-voorzitter), dhr. Dales (wethouder),
dhr.
Haffmans (AA/DG), mw. Spee (CDA), dhr. Isik (VVD), mw. Van Pinxteren en
mw. Dalm (GrLi), dhr. Jamari en dhr. Bijlsma ( vanaf 19.55 uur; PvdA), mw.
Bruines (D66), mw. Meijer en dhr. Paquay (SP), dhr. Guépin (MM99)
Afwezig:
dhr. Bakker Jr. (LA), dhr. Manuel (D66), mw. van Oudenallen (MM)
Ambtenaren:
mw. Westera (secretariaat commissie/ROIB), dhr. Van Eendenburg (secretaris),
dhr. Van Rijnberk (dIVV), dhr. De Boer (ROIB), dhr. Geluk (Proj.bureau NZL).
Verslag: Verslagbureau Amsterdam (VBA), dhr. Bollinger
Goedgekeurd d.d. 24 september 2002
De agendapunten A.1 en A.2 zijn in het besloten deel behandeld.
Blok Algemeen A.3 Opening/mededelingen openbare deel.
De voorzitter
opent het openbare deel van de vergadering om 19.40 uur en heet de aanwezigen
welkom. Het tweede deel van deze vergadering zal 17 september plaatsvinden. Er
zijn een groot aantal sprekers. Iedere spreker krijgt twee minuten. Het stuk
over de Materieelkeuze, het Punt NZL 1 wordt verzet naar 17 september a.s. De
insprekers voor dit onderwerp komen nu wel aan bod.
A.4
Vaststelling agenda heden. Akkoord.
A.5 Concept-verslag van de openbare Vergadering Cie. VSRGVV en I, onderdeel NZL d.d. 9 januari 2002.
Akkoord.
A.6 Concept-verslag van de openbare Vergadering Cie. VSRGVV en I, onderdeel NZL d.d. 23 januari 2002.
Akkoord.
A.7
Vaststelling agenda 17 september 2002.
De voorzitter
geeft aan dat agendapunt NZL.2 over het Eerste Kwartaal vervalt, dit punt
staat heden op agenda.
Blok
Verkeer (incl. Regio), Vervoer, Infrastructuur
NZL.1
Voordracht aan de gemeenteraad inzake Rapport Materieelkeuze Noord/Zuidlijn.
(ROIB 2002/9589)
Nb. Schriftelijke bijdragen van insprekers voor zover beschikbaar zijn
toegevoegd aan het dossier.
Insprekers:
Dhr. Hageman
(Stadsvervoerbelang) leest zijn schriftelijke verklaring voor.
Hij merkt op dat rekening houden met breed materieel mogelijkheden voor de
toekomst openhoudt. Men moet het liefst het Europees spoorwegprofiel aanhouden,
dan kan het spoorwegmaterieel ook doorrijden over de baan. Echter de
globaliserende denkwijze van het rapport leidt tot conclusies die de
Noord/Zuidlijn verstarren tot een beperkt bruikbaar deel. Lange, ondeelbare
treinen met hoge vloeren betekenen in Purmerend drie haltes en halfuurdiensten,
net als bij de NS. Verder pleit hij ervoor dat de mogelijkheid tot aanpassing
opengehouden wordt. Klaptreden moet je niet uitsluiten, deze zijn duurder, maar
daar staan andere besparingen tegenover. Men zou moeten amenderen dat de
aanpassingsmogelijkheid opgehouden wordt.
Mw. Bruines vraagt hoe het zit met hoge vloeren. Volgens dhr. Hageman zou dit neerkomen op
maximaal halfuursdiensten bij Purmerend. Kan de heer Hageman dat uitleggen?
Dhr. Hageman
antwoordt dat de hoge vloer niet zozeer leidt tot halfuurdiensten, maar de
lange treinen wel. In het rapport is dit allemaal gekoppeld; de hoge vloeren en
de lange treinen zijn gekoppeld, terwijl die los van elkaar gezien kunnen
worden. De lange treinen zullen leiden tot halfuursdiensten op de stille uren.
Voor het Rapport Materieelkeuze NZL zal op 12 september a.s, 18.00 uur, een
informatiebijeenkomst voor de raadsleden worden gehouden.
NZL.2 Kwartaalverslag NZL, 1e kwartaal 2002 (ROIB 2002/9588)
Akkoord.
NZL.3
Voordracht aan de gemeenteraad inzake Start aanleg Noord/Zuidlijn.
(ROIB 2002/9587)
Insprekers:Dhr. Haije (Nederlands Genootschap der Insprekers) constateert dat er geen alternatieven
zijn onderzocht, er geen planologische onderbouwing is, geen
milieu-effectrapportage en geen tracénota. Het bestek is onvolledig
evenals de offertes. Procedures worden van achteren naar voren uitgevoerd. Nut
en noodzaak kunnen nog steeds niet worden aangetoond. Trillingen van de
trilboor zullen de zandlagen vernietigen. Het beschermd stadsgezicht loopt
ernstig gevaar.
Dhr. Van Lamoen (Platform Metro Amsterdam) refereert aan de keiharde garantie die het college
aan de vooravond van het Noord/Zuidlijnreferendum heeft gegeven, namelijk dat
het Rijk 95 % van de kosten van de aanleg zou betalen. Heden is het
gemeentelijk aandeel opgelopen tot bijna 30 % en zal nog spectaculair stijgen
tijdens de bouwfase. Dit is een vorm van bedrog ten aanzien van de Amsterdamse
bevolking. In het kader van de raadsvoordracht maakt hij de volgende
opmerkingen: De begroting van wethouder Dales is ondeugdelijk om twee redenen:
45 miljoen wordt 'op de pof' gefinancierd omdat hij het budget voor twee
busstations aanwendt voor de Noord/Zuidlijn zonder daarbij aan te geven hoe
deze busstations moeten worden gefinancierd. Ten tweede is er een kamermotie
aangenomen op 4 juli j.l. die een gat schiet in de begroting van 52,8 miljoen
euro. Totaal is 97,8 miljoen euro in de begroting niet gedekt. De contracten
blijken nog niet definitief te zijn afgerond, dit betekent dat de aanneemsommen
en de risicoverdeling tussen aannemers en gemeente niet vaststaan. De
onderhandelingen over de verzekering zijn nog gaande, daardoor is het
onduidelijk welke risico's niet gedekt worden. Omdat alle risico's ten laste
komen van de gemeente Amsterdam is het noodzakelijk dat de wethouder voor 100 %
duidelijk maakt welke risico's op rekening van de gemeente komen en welke
daarvan niet verzekerbaar zijn of alleen tot een bepaald maximum. Als dat niet
duidelijk is, is een besluit nemen vooralsnog onverantwoord. Hij verzoekt tot
openbaarmaking van alle risico's die de gemeente gaat lopen, dit betreft o.a.
verzekeringscontracten, rapporten van de commissie Noord/Zuidlijn en
risicocatalogi.
Mw. Bruines vraagt de heer Van Lamoen uit te leggen waar hij het op baseert dat tijdens de
bouw de kosten nog spectaculair zullen stijgen.
Dhr. Van Lamoen
antwoordt dat bij gelijksoortige projecten zich tal van technische problemen
en calamiteiten hebben voorgedaan met financieel effect. Bij een project van
ondergronds bouwen is die kans zeer groot; enerzijds brengt de aanleg van de
boortunnel risico's met zich mee door ongelijkmatige zetting van funderingen.
Dat laatste kan leiden tot beschadiging van panden. Anderzijds brengt de aanleg
van diepgelegen bouwputten bij het Rokin, de Vijzelgracht en Ferdinand
Bolstraat risico's met zich mee. In het rapport Verticaal Evenwicht staat
omschreven wat er gebeurt als zo'n bouwput openbarst: dan is er sprake van een
megacalamiteit. Ook is instorting ter hoogte van de boorkop een risico. Dit
soort schade is naar alle waarschijnlijkheid niet verzekerbaar. De wethouder
onthoudt hem tot op heden van informatie over de verzekering van de risico's.
Mw. Dalm wil graag een toelichting over de kamermotie van 4 juli j.l.
Dhr. Van Lamoen
licht toe dat de Tweede Kamer een motie heeft aangenomen die als gevolg heeft
dat in totaal 52,8 miljoen euro niet gedekt is in de begroting. Dat de
wethouder de Raad daarvan niet op de hoogte heeft gebracht betekent dat hij
ernstig in gebreke is gebleven.
Mw. Spee
vraagt de heer Lamoen toe te lichten waar hij de stelling vandaan haalt dat
risico's bij calamiteiten niet verzekerbaar zijn.
Dhr. Van Lamoen stelt dat onvoorziene of onvoorzienbare risico's niet verzekerbaar zijn.
Verzekeraars verzekeren alleen risico's die contractueel vastgelegd worden.
Daarom is het van belang dat de wethouder helderheid geeft over de
verzekeringscontracten.
De wethouder vraagt dhr. Van Lamoen toe te lichten waaruit blijkt dat de Raad niet
geïnformeerd zou zijn over datgene wat de wethouder met minister
Netelenbos heeft afgesproken.
Dhr. Van Lamoen
antwoordt dat de wethouder de Raad had moeten informeren over de kamermotie.
De heer Paquay heeft de wethouder een concrete vraag gesteld over de
consequenties van de kamermotie voor de begroting Noord/Zuidlijn, de wethouder
gaf daar een nietszeggend antwoord op door te stellen dat er aan de afspraak
met de minister niets zal worden veranderd.
De wethouder
stelt dat dit precies is wat met de minister is afgesproken en vraagt nogmaals
waar hij tekortschiet in zijn informatieplicht.
Dhr. Van Lamoen
vindt dat de wethouder tekortschiet in zijn informatieplicht doordat hij de
gemeenteraad niet zelf informeert over de aangenomen kamermotie en over de
consequenties voor de begroting. De brief van 1 juli j.l. van de minister zal
ongetwijfeld bij de wethouder bekend zijn. Daar zijn een aantal maatregelen uit
te halen die door de kamer worden doorgestreept. De gemeenteraad zou moeten
weten wat de financiële consequenties daarvan zijn.
De wethouder
verzekert dat de Raad wel is geïnformeerd, en voelt zich daarom niet
aangesproken. Er is niets dat niet aan de Raad is gemeld.
Dhr. Van Lamoen vraagt of de Raad in een vertrouwelijk overleg geïnformeerd is.
Dhr. Bijlsma
schept helderheid: de wethouder heeft de Raad vóór het reces
geïnformeerd over de consequenties van de afspraken met de minister, ook
financieel gezien. De Raad heeft daarover zelf vragen gesteld, en het is
absoluut niet zo dat de wethouder heeft geweigerd daarop te antwoorden. Wat
denkt de heer Van Lamoen te bereiken met het geven van telefoonnummers van de
raadsleden aan derden, en met oproepen om raadsleden rechtstreeks te benaderen
en faxen te sturen? Hiervoor zijn de fractiebureaus de gehele dag geopend.
Dhr. Van Lamoen
ontkent dat het Platform Metro Amsterdam dat heeft gedaan. Op de website van
het platform is het verzoek gedaan om brieven, e-mails en faxen te richten aan
de fracties op het stadhuis. Wel is hem bekend dat de Vereniging
Stadsvervoerbelangen een brief heeft verspreid met privé-adressen en
telefoonnummers van raadsleden.
Dhr. Bijlsma
heeft daarentegen van meerdere bellers gehoord dat het platform de verspreider
is. Als hij door deze acties gedwongen wordt een geheim telefoonnummer te
nemen, betekent dat een belemmering voor de vrije communicatie van burgers met
hun volksvertegenwoordigers.
Dhr. Haffmans heeft de nieuwsbrieven/folders van de organisatie van de heer Van Lamoen
gevolgd, en heeft inderdaad een oproep gelezen om de leden van de gemeenteraad
te benaderen, maar daar stonden alleen telefoonnummers van de fractiebureaus
bij.
Dhr. Bijlsma zegt af te gaan wat mensen hem melden; het bureau De Bovengrondse werd genoemd
naast dat van de Vereniging Stadsvervoerbelangen.
Dhr. Dwars
(Kamer van Koophandel) vindt het besluit van het college van B&W van groot
belang voor de ruimtelijk-economische effecten en voor de bereikbaarheid van
de regio. Voor het georganiseerd bedrijfsleven is deze lijn een absolute
prioriteit. De Zuid-As wordt ermee ontwikkeld, en het biedt nieuwe kansen voor
de binnenstad en voor Amsterdam Noord. Hij vertrouwt erop dat de Raad tot de
conclusie komt dat deze lijn een investering is voor tientallen, zo niet
honderden jaren. Dhr. Haffmans vraagt of het bedrijfsleven in het geval van een calamiteit wil bijspringen.
Dhr. Dwars
antwoordt dat het zo niet georganiseerd is in dit land. Zo zijn er namelijk
meer voorbeelden, kijk maar naar de Sociale Dienst. In een democratisch bestel
is een college van B&W verantwoordelijk voor de besluiten en de Raad is het
hoogste orgaan om die besluiten te nemen.
Mw. Dalm
wil dezelfde vraag anders stellen: Tot welk bedrag zou hij de lijn nog
rendabel vinden en met welke tekorten zou hij kunnen leven?
Dhr.
Dwars wil niet op de plaats van de wethouder gaan zitten. Het is de
verantwoordelijkheid van het bestuur. Hij wil slechts de waarde van de
Noord/Zuidlijn aangeven.
Mw. Dalm
legt de heer Dwars de vraag voor dat ?stel/áls? er
baatbelasting zou worden ingevoerd voor het bedrijfsleven gelegen aan en ten
gunste van de Noord/Zuidlijn; hoe hoog zou die belasting dan moeten zijn?
Dhr. Dwars
antwoordt dat in ?als? en ?stel? geen 800.000 mensen
vervoerd kunnen worden.
Dhr. Paquay
wil weten of de heer Dwars de gezondmaking van de Sociale Dienst ook
interessant vindt, zijnde vertegenwoordiger van het bedrijfsleven.
Dhr. Dwars
denkt dat de discussie gaat om werkgelegenheidsbeleid. De aanleg van de
Noord/Zuidlijn kan veel werkgelegenheid creëren en behouden.
Dhr.
Bijlsma
stelt dat de subsidiebeschikking en de BTW-compensatie door het Rijk nog
onvoldoende is geregeld. Is de heer Dwars bereid om zich in te zetten om
onrechtvaardigheden die de gemeente momenteel ten deel vallen recht te trekken?
Dhr. Dwars
is ten volle bereid om samen met de gemeente naar Den Haag te gaan. Dat aanbod
ligt al bij het college.
Dhr. Bijlsma vraagt of het college daarvan in het verleden gebruik heeft gemaakt.
Dhr. Dwars
antwoordt bevestigend, in die zin dat de Kamer van Koophandel het project
intensief heeft gevolgd en tot aan de hoorzitting in de Tweede Kamer toe heeft
de KvK zijn visie weergegeven. De Raad heeft het bedrijfsleven aan haar zijde
om gerechtvaardigde vragen te stellen en daar antwoord op te krijgen.
Dhr. Osinga (leraar economie op havo/vwo-school in Amsterdam Noord) verwijst naar een
brief uit 1993 van ingenieur Klinkert aan de wethouder van Verkeer. Die brief
is destijds in de Raad behandeld. De inhoud betrof het station Damrak
(Beursplein), die zou in die tijd 50 miljoen gulden extra kosten, 3 % meer,
terwijl de extra opbrengst 10 % zou zijn. De opbrengst was hoger dan de kosten
en de vraag is: waarom heeft de wethouder toen toch besloten het station Damrak
niet aan te leggen? Het uitgangspunt moet zijn dat de Noord/Zuidlijn een
meerwaarde moet hebben, d.w.z. deze lijn beoogt níét het tramnet
te vervangen. Bij de aanleg van de lijn zou het station Beursplein meegenomen
moeten worden.
De voorzitter
verzoekt de heer Bijlsma zijn spreektijd te beperken.
Dhr. Bijlsma vindt het volstrekt onterecht om de Raad in spreektijd te beperken.
De voorzitter verwijst naar het besluit nl. de spreektijdregeling dat daarover is genomen en
wil zich daaraan houden.
Dhr. Bijlsma vraagt aan de heer Osinga waarom hij denkt dat de Noord/Zuidlijn de tramlijnen
zal vervangen. De tramlijnen zullen anders gestructureerd gaan worden, maar
worden niet opgeheven.
Dhr. Osinga verwijst naar een interview met de vorige wethouder, waarin deze zonder meer
erkende dat tramlijn 24 en 25 in de binnenstad zullen worden opgeheven.
Dhr. Bijlsma legt uit dat de netoptimalisatie nog uitvoerig aan de Raad zal worden
voorgelegd, daar is nog geen besluit over genomen.
Dhr. Osinga constateert echter dat de Raad het idee van de Noord/Zuidlijn als louter
regionale verbinding allang heeft verlaten. Dat is terecht, maar als je nieuwe
uitgangspunten hebt, moet je nieuwe besluitvorming willen bekijken.
Dhr. Groutars (namens aantal bezorgde Amsterdammers) leest een verklaring voor. De
Raadsvoordracht doet voorkomen alsof er bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn
sprake is van een project met een vaste eindprijs. Dat kan niet het geval zijn
bij megaprojecten. Er is geen garantie dat de kosten voor de gemeente beperkt
blijven tot 317 miljoen euro. Bouwkosten zijn geraamd op 1,1 miljard euro,
hierin begrepen een bedrag van 4 % voor normaal meerwerk tijdens de bouw. Er is
een risicofonds van 119 miljoen euro, maar dit betreft een reservefonds om
ramingen van de gemeente in overeenstemming te brengen met de uiteindelijke
aanneemsommen. Er is een verzekering voor aansprakelijkheidsrisico's, maar die
dekt geen onvoorziene risico's. Het is algemeen bekend dat bij megaprojecten op
grote dieptes zich altijd calamiteiten hebben voorgedaan. Hiervoor zou op zijn
minst 25 % van de projectkosten moeten worden ingecalculeerd. Zolang er geen
duidelijkheid is over de onvoorziene risico's en de vervolgschade daarvan, kan
de Raad geen verantwoord besluit nemen.
Dhr. Bijlsma wil toelichting op het bedrag van 25 %.
Dhr. Groutars antwoordt dat die 25 % een aanname is die de gemeente bij calamiteiten hard
nodig zal hebben.
Dhr. Bijlsma vraagt of bedoeld wordt dat de gemeente 25 % als reserve moet aanhouden
bovenop het bedrag dat ze er zelf aan besteed.
Dhr. Groutars antwoordt bevestigend.
Dhr. Hageman vindt dat de Noord/Zuidlijn niets toevoegt. In strijd met de prognoses is er
nog steeds geen vervoersstijging. Een grotere capaciteit is niet nodig.
Bepalend voor de capaciteit is de langste stilstand aan een halte plus de
ontruimingstijd plus de voorrijtijd, en juist dat laatste wordt beperkt door
het veilige haven-principe (safe-haven). Door dat principe en de grote
halte-afstand van de Noord/Zuidlijn wordt de capaciteit niet groter dan bij een
tram. De boormethode leidt tot ongelijke verzakking, dus aan schade aan de
bebouwing. Daardoor, en door vervoerskundige onervarenheid bij het ontwerp
zullen de bijkomende kosten zeer hoog zijn.
Dhr.
Bijlsma
lijkt het een boude stelling dat de capaciteit bij de Noord/Zuidlijn niet
hoger zou liggen dan bij een tram en vraagt om toelichting.
Dhr.
Hageman antwoordt dat er gesproken wordt van 11.000 tot 12.000 reizigers en dat is met
een tram ook te halen. Het veilige haven-principe houdt in dat een tram pas
mag vertrekken als de voorgaande trein uit het voorgaande station weg is. Omdat
bij de Noord/Zuidlijn de afstand tussen de haltes zeer groot is, duurt het
heel lang voordat die trein in het voorgaande station is. Bij de bestaande
metro kan een trein tot blokafstand achter de ander aanrijden en meteen voor
het perron rijden als de voorgaande vertrokken is.
Mw. Beijdals (ervaringsdeskundige ondernemers Rokin): geeft aan dat men zes jaar geleden in
Den Haag is begonnen met een tramtunnel van 1 km. Dat tunneltje komt op zijn
vroegst klaar in 2004 vanwege overstromingen en verzakkingen. Nu wordt
voorgehouden dat de aanleg van de Noord/Zuidlijn, die ruim negen kilometer
wordt en negen stations krijgt, in tien jaar voltooid zal zijn. Als een
tramtunnel in Den Haag al acht jaar kost, kost de Noord/Zuidlijn 9x8 is 56
jaar. (applaus) De meeste grote bouwprojecten duren 10x zo lang als gepland en
worden 20x zo duur als oorspronkelijk berekend. Door dit plan wordt de hele
binnenstad kapotgemaakt. De Kamer van Koophandel is een van de grootste
voorstanders van het project, maar welke grote bedrijven en ondernemingen
hebben ervoor geijverd dat die lijn er komt? Wie hebben er grote investeringen
gedaan in grond en gebouwen langs het tracé en rondom de negen stations,
zoals bij stations Buikslotermeer? Wie gaan er gigantische winsten maken als
resultaat van deze lijn?
Dhr. Paquay vraagt mevrouw Beijdals om uit te leggen waarom de middenstand om zeep zou
worden geholpen.
Mw. Beijdals antwoordt dat de middenstand onbereikbaar wordt, dat is nu al het geval. De
bevoorrading wordt problematisch. Als bij schade de restauratie en herstel
duurder is dan de afbraak en nieuwbouw wordt altijd tot het laatste overgegaan.
Dat restauratie en herstel altíjd duurder is, weten maar weinig mensen.
Dhr. Bijlsma vraagt of het mevrouw Beijdals bekend is dat langs het hele tracé
bestemmingsplannen zijn gemaakt die uitgaan van het beschermen van de bestaande
situatie?
Mw. Beijdals vindt dat daar geen sprake van is, alleen de Beurs van Berlage wordt
beschermd.
Dhr. Bijlsma legt uit dat het gaat om de bescherming van bestaande functies, zoals wonen,
kantoren en winkels zoals ze er nu zijn. Dus er komt geen afbraak.
Mw.
Beijdals weet dat inderdaad wordt beóógd dat het centrum niet in de
versukkeling raakt, maar het is onvermijdelijk.
Dhr. Guépin vraagt mevrouw Beijdals wat ervaringsdeskundige in haar geval inhoudt.
Mw. Beijdals antwoordt dat ze vijf jaar manager is geweest van de vereniging ondernemers
Rokin en heeft alle voorlichtings- en begeleidingscommissies meegemaakt naar
aanleiding van de aanleg van de lijn.
De wethouder verbetert het rekensommetje van mevrouw Beijdals en komt op 72 jaar uit bij 9
kilometer. Heeft zij enig idee hoe lang het geduurd heeft om de Oostlijn te
bouwen?
Mw. Beijdals was niet bij dat project betrokken en moet het antwoord schuldig blijven.
Dhr. Kleve leest zijn verklaring voor. Het bedrag van 1,4 miljard euro voor de aanleg van
de Noord/Zuidlijn is maar tweemaal het bedrag wat oorspronkelijk is begroot.
Is dit een koopje? Bij een brand kunnen er vierhonderd doden vallen volgens TNO
Delft. Hij vraagt zich af of terugkomen op een besluit gezichtsverlies voor de
gemeente zou moeten betekenen. Het berekende extra tekort in de begroting is
inmiddels opgelopen tot 175 miljoen euro. De financiële consequenties van
de Tweede Kamermotie van 4 juli j.l. zijn niet duidelijk.
Dhr. Colon gaat in op de fraude en prijsafspraken in de pers. De heer Dales had moeten
aftreden, want hij had aangifte moeten doen wegens vermeende bouwafspraken en
fraude, waarvan de bewijzen in het Parool zijn te lezen. Dhr. Bos moet ook
aftreden, want hij wist wel degelijk dat de aannemer uit Duitsland een
onderaannemer had. De twee verdachte maatschappijen Heijmans en Koop Tjuchem
zouden niet meer aan de Noord/Zuidlijn moeten mogen deelnemen. De Oostlijn is
tweemaal zo duur geworden als de begrootte 1 miljard euro. Het geld dat in de
bodemloze put van de Noord/Zuidlijn wordt gestopt kan beter besteed worden aan
bijvoorbeeld de Megabanenmarkt of IJburg.
Mw. Visser (namens Behou Gerard Dou) wil allereerst zeggen dat de buurt zichzelf niet
laat vernietigen. De heer Dales begaat strafbare feiten, hij besteedt aan
zonder dat er geldige vergunningen zijn en zonder een geldig bestemmingsplan.
Zij gaat naar de civiele rechter, want het Openbaar Ministerie moet zich
hierover buigen. De ware schuldigen zijn Kok, Jorritsma en Zalm, want zij
wisten dat de spoorlijnen zouden verdwijnen. Er kan alleen aanbesteed worden
met volledige vergunningen. Er wordt gewerkt met een valse
monumentenvergunning. Er moet een autoroute komen van Noord naar Zuid en alle
tramlijnen moeten onder de grond gestopt worden.
Dhr. Bakker (Vereniging Amsterdam City) maakt zich zorgen over de communicatie van de
Noord/Zuidlijnorganisatie naar buiten toe. Hij is bang dat, als dit project
doorgaat, er veel boze ondernemers komen. Om dat vóór te zijn,
wil hij een beroep doen op de organisatie om voor openheid te zorgen. A'dam
City is van mening dat de lijn er moet komen, ondanks de onzekerheden. Hij
spreekt uit een redelijk beperkt gezichtsveld, nl. de ondernemers in de
binnenstad. Het risico van dichtslibben van de binnenstad in de komende jaren
is te groot. De komende tien jaar is de verwachting dat het autoverkeer naar
Amsterdam toe zal stijgen met 30 %.
Dhr. Paquay
begrijpt dat het voor ondernemers belangrijk is dat de Noord/Zuidlijn wordt
aangelegd. Een van de vorige sprekers is bang dat de middenstand om zeep wordt
geholpen. Hoe kijkt de heer Bakker aan tegen de komende tien jaar dat de lijn
gebouwd moet worden in relatie tot de ondernemers?
Dhr. Bakker antwoordt dat het een hel zal worden voor de ondernemers. Voor het Rokin is
een convenant in de maak om juist die mensen die in de problemen kunnen komen
een perspectief te bieden om het tien jaar te blijven volhouden. Op lange
termijn is het van belang dat de lijn er komt, en op de korte termijn gaan
velen een ernstig zware tijd tegemoet.
Mw. Bruines had een vraag van gelijke strekking en die is beantwoord.
Dhr. Bijlsma deelt de bezorgdheid. Al voor de vakantie heeft hij het college gevraagd de
raadsleden een notitie te leveren over hoe men de uitvoering zal gaan doen en
wat men gaat doen om de overlast zo veel mogelijk te beperken. In de nazending
was de gevraagde notitie bijgesloten. De Raad wil graag met de heer Bakker van
gedachten wisselen over deze notitie. Vindt u dat de communicatie vanuit de
voorposten tekort is geschoten ten aanzien van de ondernemers?
Dhr.
Bakker vindt dat iets te kort door de bocht. De voorpost functioneert, geeft
informatie, maar het werkt niet optimaal.
Dhr. Bijlsma gaat in op de prognoses voor het verkeer naar de stad toe; ieder jaar neemt de
filezwaarte tussen 5 en 8 % toe. Daarom is in het verleden gezegd dat er een
majeure investering in het openbaar vervoer moet komen. De huidige regering wil
voornamelijk in asfalt investeren, maar in Amsterdam is dat geen oplossing.
Zou hij bereid zijn om de huidige regering onder ogen te brengen dat de
investeringen met name op het openbaar vervoer gericht moeten zijn?
Dhr. Bakker weet daar maar één antwoord op: ja.
De
wethouder hoopt niet dat de indruk is ontstaan dat de zorgen van de ondernemers over wat
er het komende decennium over hen heen komt, de Raad is ontgaan. Hij geeft
echter toe dat de aandacht erg is gericht op het proces van het realiseren van
de aanbesteding. De heer Bijlsma refereerde al aan de nota Bereikbaarheid,
leefbaarheid, veiligheid en communicatie. Wij kunnen echter de problemen niet
alleen oplossen, dat gaat alleen in partnerschap met de ondernemers in de stad.
Daarvoor moet er een team van de gemeente met ondernemers komen dat continu in
overleg is om te kijken waar het misgaat, waar men tekortschiet, en wat beter
kan. De wethouder heeft, grotendeels te voet, het hele tracé van de
Noord/Zuidlijn afgelegd en heeft zich overal goed gerealiseerd wat het gaat
betekenen voor de mensen die daar wonen, die daar werken, die daar hun bedrijf
hebben. Hij is zich zeer bewust van consequenties die de aanleg kan hebben. Is
de vereniging A'dam City bereid de Raad te helpen met het oplossen van de
problemen?
Dhr. Bakker antwoordt dat het bestuur van A'dam City onlangs heeft besloten dat de
voorlichting rondom de Noord/Zuidlijn speerpunt is voor de komende jaren.
Dhr. Couwenberg noemt de 132 miljoen euro overschrijding van het budget en de vele onvoorziene risico's, terwijl op het gemeentefonds waarschijnlijk bezuinigd gaat worden.
De bouw van de Stopera heeft tot een overschrijding van 100 % geleid. Hetzelfde
kan nu weer gebeuren. Is dit een prestigeproject waarvoor de kiezers
uiteindelijk de rekening moeten betalen, in de vorm van minder tram- en
busverbindingen, enorme overlast en onzekerheid over de veiligheid? Hopelijk
neemt de gemeenteraad niet opnieuw zo'n slecht doordacht besluit.
Dhr.
Bijlsma vraagt of het de heer Couwenberg bekend is dat toen de regering aan de
gemeente die onterechte korting oplegde, deze Raad heeft besloten om dat geld
niet uit het openbaar-vervoersbudget te halen maar uit de algemene middelen,
júíst om te voorkomen dat het ten koste zou gaan van het
bestaande openbaar vervoer?
Dhr. Couwenberg constateert dat er in de loop van het Noord/Zuidlijnproject verschuivende
perspectieven hebben plaatsgevonden. Naarmate men zich in zo'n project
vastbijt, is er steeds meer bereidheid om risico's te nemen.
Dhr. Van Mourik is het opgevallen dat men in 1988 1 miljard cadeau heeft gekregen om de Dam, de Munt en het Leidseplein regionaal veilig te verbinden. Nu moet de gemeente 1
miljard betalen om de Munt níét veilig en níét regionaal te verbinden. Meestal worden besluiten te snel genomen. Dit besluit heeft niet om te keren gevolgen. Als men het snel doet, gebeuren er ongelukken. Hij raadt aan dit besluit uit te stellen.
Dhr. Bijlsma vraagt de heer Van Mourik om een toelichting over het aantal passagiers, dat
niet stijgt.
Dhr. Van Mourik haalt het overleg in de Tweede Kamer aan waarin mevrouw Netelenbos aan de
heren Groen en Köhler de vraag stelde of het aantal passagiers steeg. De
heer Köhler antwoordde toen bevestigend. Hier heeft misleiding
plaatsgevonden, want het aantal passagiers stijgt níét.
Dhr. Bijlsma wil een tegenvraag stellen: de mobiliteit stijgt jaarlijks. Op de filemonitor
is te zien dat het vervoer naar Amsterdam jaarlijks stijgt. Is hem dat bekend?
Dhr. Van Mourik kent die feiten.
Dhr. Bijlsma gaat verder: de mobiliteit van de auto wil men verschuiven naar het openbaar
vervoer. Waar vindt bij het openbaar vervoer de groei plaats? Op de Oost- en de
Ringlijn. Is u dat ook bekend?
Dhr. Van Mourik is ook dat bekend.
Dhr. Bijlsma vraagt waarom de heer Van Mourik dan beweert dat de Noord/Zuidlijn geen
verhoging van het aantal passagiers met zich mee zal brengen.
Dhr.
Van Mourik antwoordt dat er rapporten bestaan waarin wordt vermeld dat er geen stijging
komt door het vervoer op de Noord/Zuidlijn, zoals die nu is geprogrammeerd.
Dhr. Bijlsma kent ook rapporten door externe bureaus waarin wordt geconcludeerd dat er wel
degelijk sprake is van een vergroting van de vervoerswaarde.
Dhr.
Van Mourik herhaalt wat hij eerder heeft gezegd.
De voorzitter grijpt in omdat er een discussie ontstaat waar de tijd voor ontbreekt.
Dhr. Van der Sluis (MKB) leest zijn schriftelijke verklaring voor. Er zijn vragenstellers die meer vragen weten op te werpen dan duizend wijzen kunnen beantwoorden. De wens op het verkrijgen van absolute zekerheden lijkt op de torenbouw van Babel. Daarnaast zijn er de consequente niet-willers. De groei van het aantal inwoners, de behoefte aan mobiliteit, een goede bereikbaarheid van de stad voor personeel, inwoners en gasten, lijkt hun niet te kunnen vermurwen. Een dreigend infarct kan wat hun betreft de bypass van de Noord/Zuidlijn missen.
Dhr. Paquay vraagt naar de visie van de heer Van der Sluis op de problematiek ten aanzien
van de middenstand de komende tien jaar.
Dhr. Van der Sluis antwoordt dat die problematiek op papier goed is afgedekt in een
schaderegeling. Met de wethouder is hij in discussie voor een valide vangnet
voor optredende randverschijnselen, en om een preventieve aanpak in termen van
overlast te regelen. Al een aantal jaren spant het MKB zich in voor de gebieden
Boven het IJ, de Pijp en rond de Zuid-As. Het MKB is bereid om het overleg
waar de wethouder eerder om vroeg, samen te gaan trekken en het MKB wil in Den
Haag lobbyen voor een betere verdeling van de gelden uit Den Haag versus
Amsterdam.
Dhr. Kuijper heeft een stuk bij zich uit de Telegraaf van 27 juni j.l. Het betreft een
gesprek met een hoogleraar uit Twente. Die hoogleraar denkt dat de
Noord/Zuidlijn geen 2, maar 4 miljard euro zal gaan kosten. Hij beweert dat
politici daarvan heel goed op de hoogte zijn. Bij het referendum is '97 heeft
men de mensen voorgelogen door te zeggen dat het project 2 miljard kost en de
gemeente 100 miljoen euro zou moeten betalen, terwijl men toen al wist dat het
veel duurder zou worden. Dat is bedrog waarvoor men kan worden aangeklaagd. De
gemeente heeft al 250 miljoen euro besteed aan voorbereidende werkzaamheden. De
bouwfraudeurs moeten ook in Amsterdam ambtenaren hebben omgekocht.
Mw. Boerlage geeft aan dat de traditie is, dat linkse mensen voor het openbaar vervoer
zijn. Daar waar een laag inkomen is, moet men vooral veel geld en mogelijkheden
proberen te realiseren. Noord heeft gemiddeld het laagste inkomen en het zou
goed zijn als er een verbinding kwam van Noord naar een werkgelegenheidsgebied
zoals de Zuid-As. Een groot probleem is dat er een financieel gat dreigt. Het
station Ferdinand Bolstraat is het duurste station, wellicht zijn er
mogelijkheden daarop te bezuinigen. Zelfs schrappen is een optie. Zou de
commissie willen nadenken over een andere route/besluit? Dit kan tot gevolg
hebben dat er een nieuw referendum moet komen. Als dat te veel de voortgang
belemmert, zou men alvast de zaak tot de Vijzelgracht kunnen voortzetten en
ondertussen nadenken hoe het het goedkoopste kan naar die Zuid-As toe. Het
aantal reizigers naar de Zuid-As flink toenemen omdat daar veel nieuwe woningen
worden neergezet. Zaandam is zeer geïnteresseerd is in de aftak naar haar
gemeente, wat leidt tot minder autoverkeer naar de stad toe. Het aantal
reizigers wat op deze manier toeneemt, staat nog niet in de berekening.
Dhr. Spithorst (Rover) meldt dat de Raad een adres heeft gekregen van de vereniging Rover.
Een van de punten uit dat arrest: de voorgangers van dit bestuur hebben
vóór het referendum beloofd aan de Amsterdammer dat er geen
verslechtering zou optreden van het openbaar vervoer op de begane grond. Na het
referendum heeft de heer Dales in Den Haag die toezegging weggegeven. Daarmee
bent is hij die belofte niet nagekomen. De bezuinigingen, ook wel
`netoptimalisatie' genoemd, heeft tot gevolg: minder trams en veranderde
routes. Die netoptimalisatie zou uit de gemeentekas worden betaald. Dat is een
vorm van Russisch roulette, want als het misgaat is de gemeente straks een
`artikel 12'-gemeente, en dan is er helemaal geen geld meer voor die
netoptimalisatie. (applaus)
Dhr. Bijlsma herhaalt zijn bezwaar tegen de opmerking dat de Raad zijn belofte zou hebben
verbroken. Toen men de subsidiebeschikking kreeg heeft de gemeenteraad gezegd:
het mag niet ten koste gaan van het openbaar vervoer. De landelijke overheid
drong erop aan dat de gemeente een efficiëntiekorting meteen zou invoeren,
wat ook is gebeurd twee jaar geleden. Het bedrag daarvoor is niet uit het
openbaarvervoersbudget gehaald, maar uit de Algemene Middelen van de
gemeentekas.
Dhr. Spithorst vindt dat het rijden van de Noord/Zuidlijn niet mag betekenen dat iemand die
in West woont straks slecht openbaar vervoer heeft omdat hij niet de mazzel
heeft dicht bij een metrostation te wonen.
Dhr. Bijlsma merkt op dat het voor de hand ligt om een aantal tramlijnen anders te
structureren, omdat de Noord/Zuidlijn een groter vervoerspotentieel heeft dan
een tramlijn. Op die manier ontstaat er een efficiencyverbetering. Het besluit
over de netoptimalisatie zal in nauw overleg worden genomen met de
openbaarvervoersorganisaties en het reizigersadviesorgaan dat is ingesteld.
Waar leidt de heer Spithorst uit af dat die besluiten al zijn genomen?
Dhr. Spithorst heeft rekenvoorbeelden gezien van hoe het zou moeten en heeft plannen gezien waarin lijn 3 in twee stukken wordt opgedeeld. De bezuinigingen houden niet op
bij het opheffen van lijn 24 en 25, want daarnaast moet er gesneden worden in
lijnen die niet met de Noord/Zuidlijn te maken hebben.
Dhr. Paquay vraagt de heer Spithorst uit te leggen wat het betekent voor een reiziger die
straks met de Noord/Zuidlijn kan, maar nu nog gebruik moet maken van lijn 3. Is
die reiziger straks langer onderweg? Moet hij vaker overstappen?
Dhr.
Spithorst antwoordt dat de plannen zo precies nog niet zijn vastgesteld. Maar een
reiziger die van west naar oost gaat, zal bij de Ceintuurbaan moeten
overstappen omdat lijn 3 daar ineens rechtsaf gaat. De pijn zit hem vooral in
het overstappen.
Dhr. Bijlsma wil voor de helderheid vastgelegd zien dat die besluiten nog moeten worden
genomen. Men kan niet op voorhand zeggen dat die besluiten tot verslechtering
leiden en dat daarom die Noord/Zuidlijn niet aangelegd moet worden.
Dhr. Spithorst is van mening dat in het kader van die helderheid eerst dient te worden
vastgesteld wat het betekent voor het openbaar vervoer op de begane grond,
voordat er beslist wordt over de aanleg van de Noord/Zuidlijn. (applaus)
Dhr. Dart (Vereniging Voetgangers/fietsers vrij) heeft de plannen bestudeerd van het
station Ceintuurbaan. Er wordt daarin een deel van de Ferdinand Bolstraat
afgesloten. B&W biedt de mogelijkheid bij verkeersbesluiten om beroep in te
stellen. In de plannen is echter geen rekening gehouden met het honoreren van
de bezwaren. De vraag van zijn vereniging is of de gemeente eerst de
verkeersbesluiten wilt publiceren als voornemen, en de uitkomst daarvan wilt
integreren in de plannen en daarna opnieuw te calculeren hoeveel het gaat
kosten.
Mw. Dalm vraagt over welke verkeersbesluiten hij het heeft.
Dhr. Dart antwoordt dat het gaat over de Ferdinand Bolstraat.
Dhr. Paquay geeft aan dat een uitstel vertragingen en geld gaat kosten.
Dhr.
Dart stelt vast dat de democratie nu eenmaal geld kost.
Dhr. L.G. Van Dorp legt in zijn verklaring de nadruk op de te hoge kosten. De NZ-lijn telt vele
nadelen, ondanks de beloften uit de jaren negentig. De commissie dient te
luisteren naar de bevolking en tegen de voordracht te stemmen. (applaus)
Dhr. F. Van Dorp stoort zich aan de discussie over de NZ-lijn, waarbij de Boerenweteringvariant
uit het zicht is verdwenen. Er is nu helaas 12 jaar uitstel. 95% van de kosten
zou voor het rijk zijn en 5% voor de gemeente. Hij heeft geleerd van de
geschiedenis. Nu blijken de kosten gigantisch gestegen, terwijl de
risico?s niet duidelijk zijn. Waarom laten de raadsleden zich meeslepen in
dit heiloze avontuur?
Dhr. Dalhuizen (Bovengrondse) geeft aan dat de auditrapporten helaas nog steeds geheim worden gehouden. Bij de stukken ter kennisname zit ook een rapport over nieuwe
technieken en de mitigerende maatregelen. Garanties daarbij zijn echter niet te
geven. De professionals van het grote bedrijfsleven zijn de voorstanders van
de lijn, maar de commissie dient te kiezen voor de burgers en de kleine
ondernemers in de buurten.
De voorzitter dankt de heer Dalhuizen voor de voorlichtingsbijeenkomst van de Ondergrondse,
afgelopen maandag.
Mw. Bruines vraagt of de heer Dalhuizen het ermee eens is, dat het jammer is dat een
onafhankelijk onderzoek rond de auditrapporten niet mogelijk is gemaakt door de
Bovengrondse.
Dhr. Dalhuizen beaamt dat erover is gesproken met de heer Manuel, maar die wilde eerst de
mening van de andere partijen horen.
Mw. Bruines vraagt of de heer Dalhuizen op de hoogte is van de uitspraak van de Raad van
State.
Dhr. Dalhuizen beaamt dat.
Dhr. Bijlsma verduidelijkt zijn standpunt over de auditrapporten. De aanbestedingen wijzen
uit, dat de aannemers van mening zijn dat de metrolijn technisch mogelijk is.
Het gaat niet om de keuze voor de grote ondernemers alleen. Die versimpeling
van de werkelijkheid gaat hem te ver.
Dhr. Dalhuizen vindt de technische vraag niet de belangrijkste. Het gaat om ten koste van wat er zal worden aangelegd.
Dhr. Bijlsma vraagt of de lijn technisch kan worden aangelegd.
Dhr. Dalhuizen vindt dat de rapporten openbaar moeten worden gemaakt, omdat daarin de
risico?s staan.
Mw. Spee geeft aan dat de grote ondernemers ook de belangen van de gewone burgers
behartigen vanwege de werkgelegenheid.
Dhr. Dalhuizen verbaast zich over het standpunt van de Kamer van Koophandel, die de belangen
van de kleine ondernemers veronachtzaamt.
De wethouder merkt op dat de openheid en transparantie niet altijd mogelijk zijn tijdens de
onderhandelingen over de aanleg van de lijn. De Raad van State heeft hem
daarin gelijk gegeven. Op de bijeenkomst van de Bovengrondse waren helaas geen
vertegenwoordigers van het projectbureau welkom. Gaat de Bovengrondse
ondergronds?
Dhr. Dalhuizen legt uit dat het een bijeenkomst voor de raadsleden betrof. De Bovengrondse zal bovengronds blijven opereren.
De wethouder vraagt waarom de ambtenaren niet welkom waren.
Dhr. Dalhuizen wilde de raadsleden niet het gevoel geven dat zij op de vingers werden gekeken door het projectbureau.
Mw. Bruines vraagt of de heer Dalhuizen het eens is dat excursies naar boortunnels nuttig
zijn, ook als er medewerkers van het projectbureau bij aanwezig zijn.
Dhr. Dalhuizen antwoordt dat zijn organisatie nooit voor zulke bijeenkomsten wordt
uitgenodigd.
De voorzitter schorst de vergadering van 21.55 tot 22.02 uur.
De
voorzitter geeft het woord aan vier vertegenwoordigers van de betrokken stadsdelen.
Insprekers stadsdelen:
Mw. Van Schendelen (Stadsdeel Noord) is een voorstander van de aanleg van de lijn, vanwege de bereikbaarheid voor de bewoners en het bedrijfsleven en omdat het stadsdeel Noord de komende jaren enorm zal groeien, evenals de verkeersdruk. Er wonen nu al 90.000 mensen, er rijden 160 bussen in de spits door de IJtunnel. Wellicht is het Buikslotermeerplein een prachtige plek voor een busstation met aansluiting op de metro. Een derde positieve reden voor de lijn is de investeringsimpuls voor het stadsdeel en de noordelijke IJ-oevers.
Mw.
Spee is het met haar eens. De tegenstanders pleiten echter voor een simpele
verbinding met de Ringlijn.
Mw. Van Schendelen geeft aan dat er nu geen Ringlijn in Noord bestaat. Een openbaar
vervoerverbinding tot aan het Centraal Station betekent nog geen regionale
aansluiting.
Mw. Dalm gaat in op de twee voorgestelde bezuinigingen, het busstation
Buikslotermeerplein en de Sixhaven. Wat betekenen die voor Noord?
Mw.
Van Schendelen antwoordt dat de Sixhaven een lagere prioriteit kent dan het
Buikslotermeerstation. De ontwikkeling zit vooral aan de westkant van de
IJ-oevers en de aansluiting op de Zaanse lijn is belangrijk. Het onverstandig
om te bezuinigen op het busstation Buikslotermeerplein. Versterking daar is
juist noodzakelijk. Wellicht is het beter op het busstation achter het CS te
bezuinigen.
Dhr. Haffmans vraagt naar het standpunt over de wenselijkheid van de aansluiting van de lijn
door de gemeente Zaanstad.
Mw. Van Schendelen is het daarmee eens.
Dhr. Paquay vraagt of de lijn niets te maken heeft met de ontwikkeling van de IJ-oevers.
Is de verbinding van Noord werkelijk zo slecht?
Mw. Van Schendelen hecht belang aan de Zaanse lijn vanwege het enorme woningbouwprogramma. Nu is het zo dat Noord, een stadsdeel van 90.000 inwoners, niet is aangesloten op het
spoorwegnet.
Dhr. Paquay woont in de Banne en is in 7 minuten op het CS.
Mw. Van Schendelen geeft aan dat de verbindingen nu slecht zijn. De lijn is hard nodig.
De wethouder vraagt hoe mevrouw Van Schendelen zou reageren als het besluit over de lijn
negatief uitvalt.
Mw. Van Schendelen antwoordt dat men in dat geval terugkeert naar 1900.
Dhr. Bijlsma
gaat in op de groei van woningen en arbeidsplaatsen in Noord. Zijn er cijfers
te noemen?
Mw. Van Schendelen antwoordt dat er nu 90.000 inwoners zijn. Een groei naar 120 - 130.000
inwoners is in de plannen opgenomen. Er wordt een groot investeringsprogramma
ontwikkeld, met een toename van het aantal arbeidsplaatsen.
Dhr.
Paquay vraagt zich af waar de 120.000 mensen zullen worden gehuisvest. Wat denkt
mevrouw over een halvering van de bijdrage uit het Gemeentefonds aan Noord als
gevolg van een failliet Amsterdam?
Mw. Van Schendelen zal hem de toekomstvisie Panorama Noord toesturen. 125.000 mensen is een
reële inschatting. De NZ-lijn is een stedelijke investeringsstrategie, die
geld zal binnen brengen in plaats van een verliespost.
Dhr. Frankfurther (Stadsdeel Amsterdam Centrum) is een voorstander van de lijn. Een goede
bereikbaarheid is een vereiste, waarbij wordt gepoogd de automobiliteit met 25%
terug te dringen. Het openbaar vervoer wordt op dit moment al maximaal benut.
Zonder drastische investeringen zullen veel bedrijven de binnenstad verlaten.
Het herstel van de funderingen langs de lijn een belangrijk aandachtpunt, naast
een goede samenhang met de andere grootstedelijke projecten. Ook zijn er
zorgen over de wijze van grondtransport, dat toch meestal over land zal
plaatsvinden en niet over het water, en over de herinrichting na afloop van de
aanleg, bijvoorbeeld op de Vijzelstraat. Vanaf 2004 heeft het stadsdeel extra
geld gereserveerd voor dit probleem en zij wil er met de centrale stad over
doorpraten. De omgevingsmanagers verdienen extra aandacht.
Dhr.
Haffmans vraagt of de reeds gedane investeringen nuttig zijn besteed, ook als de lijn
niet wordt aangelegd.
Dhr. Frankfurther beaamt dat de vernieuwde funderingen goed zijn voor de stad. Hij opteert
echter voor de aanleg van de metrolijn.
Mw. Dalm gaat in op de nevenprojecten, zoals de herinrichting van het Rokin, waar geen
geld voor over is. Wat zijn de kosten voor het stadsdeel van de herinrichting
van het Weteringcircuit?
Dhr. Frankfurther heeft zorgen over het Rokin, maar hij hoopt dat de dIVV bereid zal zijn daarin bij te dragen. Van het Weteringcircuit zijn de tekeningen door het stadsdeel zo aangepast dat een haakse kruising gemaakt kan worden. Het stadsdeel heeft nu nog geen geld voor de daadwerkelijke, gewenste aanpassing nl. haakse kruising.
Mw. Dalm geeft aan dat het gaat om een investering van 26 miljoen euro.
Dhr.
Frankfurther stelt vast dat de binnenstad dat geld niet heeft. Dat soort projecten kan
alleen plaatsvinden in overleg met de centrale stad.
Dhr. Bijlsma merkt op dat dhr. Frankfurther zorgen heeft over de samenhang met de
grootstedelijke projecten m.n. het PTT-eiland. Wat bedoelt de heer Frankfurther
daar precies mee? Ook over het grondtransport vraagt hij verduidelijking. Is
het stadsdeel Centrum bereid de vergunningverlening in een hand te leggen,
namelijk die van de centrale stad?
Dhr. Frankfurther geeft aan dat er veel projecten tegelijkertijd lopen, zodat een goede
coördinatie noodzakelijk is. Er zal veel minder grond worden vervoerd over
het water dan vooraf gepland, waardoor de wegen onder druk komen te staan.
Over de vergunningen hoeft men zich geen zorgen te maken. Hij zal de vraag over
de rol van het stadsdeel daarbij op een later tijdstip beantwoorden.
Dhr. Jaensch (Stadsdeel Oud Zuid) geeft aan dat de komst van de NZ-lijn veel heeft
losgemaakt in de Pijp en iedere vertraging betekent onrust. De lijn kan een
geweldige opkikker zijn voor de buurt. Het niet doorgaan van de aanleg zou voor
Oud Zuid een gemiste kans betekenen.
Dhr. Haffmans vraagt of er een inschatting is te maken welk deel van het bedrag reeds nuttig
is besteed aan de fundering en de verplaatsing of vernieuwing van de
riolering.
Dhr. Jaensch heeft daar geen exacte gegevens over. Hij zal er schriftelijk op antwoorden.
Dhr. Beving (Zuider Amstel) stelt dat vooral de Zuid-As behoefte heeft aan een verbeterde
bereikbaarheid, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Die hebben te
maken met de fijnmazigheid van het openbaar vervoer. De capaciteit van de
Amstelveenlijn nadert zijn grenzen, zodat ook een vervolg van de NZ-lijn in de
richting van Amstelveen een punt van aandacht zou moeten zijn. De
toegankelijkheid van het station op het Europaplein vereist extra aandacht. Het
stadsdeel is voorstander van de aanleg van de NZ-lijn.
Dhr. Bijlsma vraagt waarover de binnenkort verschijnende studie met Amstelveen gaat.
Dhr. Beving legt uit dat die studie gaat over het tracé langs de Buitenveldertse
Laan, de Amstelveenlijn, vanaf het station WTC, met een mogelijke verlenging
van de lijn naar Schiphol.
Dhr. Bijlsma vraagt of de plannen voor een nieuwe theater bij de RAI nog aanpassingen
vereisen voor het station.
Dhr. Beving antwoordt dat die plannen geen gevolgen zullen hebben voor, al is het
stadsdeel geen voorstander van die plek voor een theater.
De voorzitter geeft aan dat er voor bepaalde commissieleden slechts weinig spreektijd over
is.
Eerste termijn commissie:
Dhr. Bijlsma heeft een groot aantal schriftelijke vragen ingediend. Zijn de antwoorden op
17 september a.s. klaar? Hij heeft een voorstel van orde om van de twee te
behandelen onderwerpen van 2 oktober a.s. er een te schrappen, namelijk die
over de materieelkeuze.
De voorzitter geeft aan dat de materieelkeuze reeds is verschoven naar de vergadering van 17
september a.s.
Dhr. Bijlsma vraagt of dat agendapunt op 2 oktober a.s. geschrapt kan worden. Met de
materieelkeuze besluit men immers over iets, dat nu nog niet kan worden
besloten. Op regionaal gebied moet men deze zaken nauwkeuriger onder de loep te
nemen.
De voorzitter vindt het een helder standpunt, maar het stuk wordt op 17 september a.s.
besproken.
Dhr. Bijlsma wil de moeilijke discussie over de NZ-lijn niet extra belasten met een te
vroeg besluit over het materieel. Een hoorzitting met experts is daarvoor
gewenst.
Dhr. Haffmans heeft vragen over de financiering, namelijk de 40 miljoen euro voor het
busstation in Noord. Er is een misverstand ontstaan over de motie in de Tweede
Kamer over de 52 miljoen. Gaat de minister die motie negeren?
Mw. Dalm dankt de insprekers voor hun bijdragen, maar de wethouder niet. De Raad wordt
slecht geïnformeerd, waarbij telkens weer nieuwe gegevens naar buiten
komen die nieuwe vragen oproepen. Zij wil daarom een aantal overzichten
ontvangen, bijvoorbeeld over de nevenprojecten. Waar wordt er geld voor de
NZ-lijn uit andere posten als het Stadsvernieuwingsfonds gehaald? De
besparingen blijken geen echte besparingen, bijvoorbeeld omdat het busstation
in Noord toch essentieel is. De grootste aarzeling van GroenLinks is het
verschil in visie op de risico?s.
De wethouder verduidelijkt dat zijn uitspraken daarover gingen over de evaluatie van de
eerste aanbestedingsronde.
Mw. Dalm weet nog steeds niet hoe de risicoverdeling is tussen de gemeente, de
aannemers en de onderaannemers. Ook de verzekeringszaak is niet duidelijk, de
gemeente is kennelijk niet verzekerd voor calamiteiten tijdens de bouw. De
juridische risico?s zijn nog niet doorberekend en de
veiligheidsrisico?s moeten nader worden uitgelicht. Zij kan zich
voorstellen dat niet alle stukken openbaar kunnen worden gemaakt, maar voor
raadsleden moet dit wel gelden. Zij wil de auditrapporten en de contracten
kunnen inzien.
De wethouder geeft aan dat de auditrapporten al ter inzage liggen.
Mw. Dalm vond de opmerking van de wethouder over de Bovengrondse niet terecht. Ook de
gemeente heeft weleens bijeenkomsten gepland waar de Bovengrondse niet welkom
was. (applaus)
GroenLinks was ooit voor de aanleg van de lijn, maar vanwege de stijgingen in
de kosten wordt de afweging buitengewoon lastig. Openbaar vervoer behoeft
verbetering maar niet tegen elke prijs. De bouwfraude-enquète kan
wellicht een lagere prijs opleveren. Kan men een jaar wachten? Kan men het
besluit uitstellen tot er uitkomsten zijn van de onderhandelingen in de tweede
ronde over de zogenaamde makkelijke contracten?
Dhr.
Isik dankt de insprekers. De VVD is altijd een voorstander geweest van de NZ-lijn en
heeft een groot aantal vragen opgesteld en ingediend. Hij heeft een goed
gevoel bij deze voordracht. Het eindoordeel geeft hij echter pas in de
commissievergadering op 17 september en in de Raad van 2 oktober a.s. Over de
dekking van het tekort spreekt hij zijn waardering uit voor de extra bijdragen
die wethouder Dales heeft weten ?los te peuteren? bij Bonroute en het
Rijk. Jammer is dat de verbetering van het aanbestedingsresultaat 13 miljoen
euro minder heeft opgeleverd dat aanvankelijk gedacht.
De dekking lijkt solide, maar wel is er nog behoefte aan absolute zekerheid op
één punt: de toezegging van de voormalige minister van Verkeer en
Waterstaat Netelenbos om de ingroeiregeling te schrappen voor de jaren 2003-2008 met een opbrengst 18 miljoen euro voor
Amsterdam. Hoe hard is deze toezegging van de minister en hoe groot is de kans
dat het Rijk deze toezegging mogelijk alsnog niet na gaat komen? Op welke wijze
heeft de wethouder laten onderzoeken in hoeverre de inventarisatie van risico?s, zowel juridisch, financieel als qua vergunningen en verzekeringen compleet en reëel is? Hoe groot schat de wethouder de kans in en waarom dat de marktrisico?s voor wat betreft de nog aan te besteden, minder
gecompliceerde contracten hoger uitvallen dan de beschikbare reserve van 27
miljoen euro? De VVD is het eens met het College om nog te boeken meevallers en
besparingen in te zetten om de risicoreserves te verhogen. Ook het voortzetten
van de noodzakelijke voorbereidingen in afwachting van het aanlegbesluit om
tijds- en dus ook geldelijk verlies te minimaliseren kan op de instemming
rekenen. De VVD heeft 2 vragen over de omgevingsprojecten. In hoeverre gaan de
deelprojecten nog extra kosten voor het totale project NZ-lijn en voor de
gemeente opleveren. Is er een rangorde van bijvoorbeeld noodzakelijke en
wenselijke projecten gemaakt en is duidelijk welke projecten mogelijk geschrapt
kunnen worden? Kan het college een nadere invulling van de kolom
?financiën? in het Stand van zaken-overzicht geven met de
volgende elementen: een onderscheid tussen voorbereidings- en onderzoekskosten
en realisatiekosten, een onderscheid tussen verwachte en gerealiseerde kosten
en een onderscheid tussen actoren die beoogd worden de kosten te dragen,
inschatting van de risico?s op eventuele overschrijding? Is duidelijk wie
de risico?s dragen van de omgevingsprojecten? Op welke wijze en door wie
heeft de wethouder laten checken in hoeverre de aansprakelijkheid voor
onverwachte tegenslagen tijdens de bouwen, de calamiteiten, goed in kaart zijn
gebracht en vervolgens zijn afgedekt in duidelijke afspraken? Op welke wijze en
door wie heeft hij laten checken hoe compleet de CAR-verzekering mogelijke
risico?s en calamiteiten afdekt? In hoeverre is er een garantie te geven
dat de busstations Buikslotermeerplein en Zuid-As, waarvan de financiering
wordt uitgesteld vanwege de ?deal? met BON-Route om 45 miljoen euro
extra in te zetten voor de NZ-lijn, uiteindelijk daadwerkelijk gerealiseerd
gaan worden? Hij verzoekt de wethouder in elk geval ruim vóór de
commissievergadering van 17 september a.s. te antwoorden.
De
voorzitter stelt voor de op schrift staande tekstbijdrage in te leveren en tijdens de
vergadering slechts de hoogst nodige vragen mondeling te stellen.
Mw. Spee kan kort zijn omdat al veel vragen door de PvdA, VVD en GroenLinks zijn
gesteld. Het CDA is een voorstander van de NZ-lijn, die van levensbelang voor
de stad is. De fysieke risico?s bestaan, evenals de financiële
risico?s. Hoe zit het met de precieze risicoverdeling en de verzekeringen
na de start van de aanleg? Bij de reservevoorzieningen staat ook een post van
4% van de netto bouwkosten. Is dat niet aan de lage kant?
Mw. Bruines heeft geen nieuwe feiten ontdekt in het voorliggende voorstel. Zij is een
voorstander van de aanleg van de lijn. Toch blijven er vele vragen
onbeantwoord. De wethouder denkt uit te kunnen komen met een bedrag van 132
miljoen euro voor de stad. Is dat ook werkelijk zo?
De wethouder geeft aan dat de heer Kroeze van Heijmans inderdaad heeft gesuggereerd dat de
gemeente niet kon rekenen. Toch is bij twee andere contracten met deze firma
het door de gemeente geraamde bedrag afgesproken.
Mw. Bruines merkt op dat er veel zaken spelen bij de bouwfraude-enquète. De
indexeringen zitten niet bij de risicoanalyse en zo zijn er meer details, waar
zij vragen over houdt. D66 wil zo snel mogelijk een besluit nemen, uitstel is
niet gewenst. De alternatieven zijn voldoende onderzocht. Zij gaat ervan uit
dat er op de vergadering op 17 september a.s. nog uitgebreid kan worden
gesproken over de laatstelijk verschenen rapporten, waarbij zij wellicht nog
schriftelijke vragen zal indienen. M.b.t. de toekomst voor het openbaar vervoer
is het voor D66 de inzet en ook altijd geweest dat het gaat om een betere
bereikbaarheid van de stad en een beter openbaar vervoer systeem in algemene
zin.
Mw. Meijer is tegen de aanleg van de NZ-lijn. Zij is in die mening gesterkt door vele
reacties uit de burgerij, ook vanavond aanwezig in de zaal. Amsterdam stevent
af op de status van een Artikel 12-gemeente, als de plannen doorgaan. Er zijn
voldoende andere zaken, die in het gedrang komen vanwege de aanleg, zoals het
Stedelijk Museum, onderwijs en zorg. De NZ-lijn is een bodemloze put, waarbij
er geen heil uit Den Haag is te verwachten. Uit kostenoverwegingen wordt de
hand gelicht met de veiligheidsmaatregelen.
Mw. Bruines vraagt om verduidelijking.
Mw. Meijer gaat in op de besparingen voor de vluchtwegen, de trappen en dergelijke. Een
mensenleven is niet in geld uit te drukken. Vijf minuten tijdwinst weegt niet
op tegen de nadelen van de aanleg. De genoemde 132 miljoen euro zal ruimschoots
worden overschreden.
Dhr. Bijlsma begrijpt dat mevrouw Meijer alles al weet.
Mw. Meijer stelt vast dat de PvdA steeds meer twijfels krijgt over de aanleg. De prijzen
in de bouw worden kunstmatig hoog gehouden.
Mw. Spee geeft aan dat zij niet alles moet geloven wat in de krant staat.
Mw.
Meijer vraagt aan de PvdA hoe men zich voorstelt dat er een correctie mogelijk is,
als al is begonnen met de bouw. Wat zou de overschrijding dan mogen zijn? De
bewijsvoering van de fraude is weliswaar moeilijk maar er zijn wel degelijk
afspraken gemaakt. De wethouder kan ook niet garanderen dat er geen fraude is
gepleegd.
De wethouder herhaalt dat zij niet alles moet geloven wat in de krant staat. Bij het
bedoelde artikel in het Parool is tijdens een interview met hem een zin eruit
gehaald en in een bepaalde, suggestieve redeneertrant geplaatst.
Mw.
Meijer denkt dat de wethouder dan andere bewoordingen dient te gebruiken. Zij vraagt
zich af of het mogelijk zal zijn het geld terug te eisen, indien er fraude zou
zijn gepleegd. De gemeente gaat tientallen miljoenen euro?s bezuinigen
vanwege de aanleg van de NZ-lijn. Daardoor is een nieuw referendum
noodzakelijk. Waar ligt het point of no return?
Dhr. Bijlsma herhaalt de schriftelijk gestelde vragen aan het college over het eventuele
terugeisen van het geld, indien zou blijken dat er onregelmatigheden in de
boekhouding kunnen worden geconstateerd.
Dhr. Paquay sluit zich aan bij mevrouw Dalm. Is de inhoud van de auditrapporten bekend bij
de aannemers? Als de inhoud daar bekend is, is het onbegrijpelijk waarom deze
rapporten geheim moeten blijven.
Dhr. Guépin vindt goed openbaar vervoer belangrijk, maar deelt de zorgen van de
insprekers. Hij wacht de beantwoording van de wethouder af.
Dhr. Haffmans
geeft aan de kosten van de NZ-lijn zijn toegenomen. De belofte van het
bovengronds niet aantasten van het openbaar vervoer is helaas verbroken. Daarom
is een referendum noodzakelijk. (applaus)
De
voorzitter geeft aan dat de tweede termijn op 17 september a.s. zal plaatsvinden.
Mw. Dalm stelt het op prijs als alle schriftelijke en mondelinge vragen zullen worden
beantwoord.
De voorzitter verzoekt de wethouder de schriftelijke vragen voor 12 september a.s. te
beantwoorden. Nu kan hij in hoofdlijnen ingaan op de mondelinge vragen.
Beantwoording:
De wethouder gaat in op de drie hoofdredenen voor de aanleg van de NZ-lijn, namelijk de
verkeerskundige, de ruimtelijk-economische argumenten en het argument van de
leefbaarheid. Die staan voorop. Hij heeft vertrouwen dat de lijn ook onder de
bevolking steun kan krijgen. De commissie vraagt om zo veel mogelijk
informatie.
Mw. Dalm geeft aan dat informatie over de vergunningen pas deze week beschikbaar was.
De wethouder heeft dat gedaan ten behoeve van de Raad.
Dhr. Bijlsma heeft in juni j.l. de betreffende vragen gesteld met het verzoek om het in
september 2002 beschikbaar te hebben.
De wethouder heeft geen problemen met de grote hoeveelheid vragen, die hij volgende week
zal beantwoorden ter voorbereiding op de vergadering op 17 september a.s. Er
volgt dus nog veel nieuwe informatie, nodig voor een zeer belangrijk besluit.
Er kan worden besloten de lijn niet aan te leggen, maar het Rijk zal in dat
geval onmiddellijk het geld terugeisen.
Mw. Bruines vraagt of dat ook geldt voor de reeds gemaakte voorbereidingskosten.
De wethouder beaamt dat.
Mw. Dalm vraagt of dat een afspraak of een inschatting is.
De wethouder vindt het gewoon gezond verstand.
Dhr. Paquay veronderstelt dat de wethouder zich in dat geval ook hard zal maken voor het
voorkomen, dat het geld wordt teruggevraagd.
De wethouder stelt vast dat de kosten niet beperkt zullen blijven tot het gemeentelijk
aandeel, als de aanleg niet doorgaat. Bij een eventueel afstel zou het geld
structureel kunnen worden ingezet, waarbij het nadeel van een slecht
functionerend openbaar vervoer echter tot gevolg zal hebben dat er ieder jaar
geld bij zal moeten. Het geld wat men aan de ene kant overhoudt, is men aan de
andere kant dus weer kwijt.
Mw. Dalm wil e.e.a. graag onderbouwd zien met cijfers.
De wethouder zal het doen. De stadsdeelvoorzitters zijn uitgesproken voorstanders van de
aanleg vanwege de bereikbaarheid en de leefbaarheid.
Dhr. Paquay vraagt of de wethouder alles gelooft wat de stadsdeelvoorzitters zeggen.
De wethouder beaamt dat.
Mw. Dalm vraagt wat de wethouder vindt van het feit dat de stadsdeelvoorzitter van
Noord het niet eens is met de bezuinigingen op het station Buikslotermeerplein.
De wethouder zal er later op terugkomen. Uitstel van de aanleg is niet aan de orde. De
grote hoeveelheid rapporten en de expertise op contra-expertise wijzen op grote
zorgvuldigheid. Er dient z.i. nu op 2 oktober a.s. een besluit te worden
genomen.
Over de materieelkeuze meldt hij dat hij na 2 oktober de aannemers moet
vertellen op welke wijze ze moeten gaan bouwen i.v.m. de contracten. Stations
kunnen hoog en laag zijn breed en minder breed. Wijzigingen na afsluiten
contract gaat extra kosten met zich mee brengen. Hij vraagt aan de PvdA hoe men
denkt die keus te kunnen uitstellen en op te lossen. Hoe kunnen de contracten
dan worden afgesloten?
De voorzitter geeft aan dat de heer Bijlsma de vraag nu niet kan beantwoorden.
Dhr.
Bijlsma heeft van het college de uitdrukkelijke verzekering gekregen, 1½ jaar
geleden, dat de wijze waarop de buizen en de stations zijn gepland niet de
keuze bepaalde voor het materieel. Daarom wil hij nu ook niet die dwangkeuze
maken.
De wethouder komt er later op terug. Hij gaat in op de Rijksbijdrage en de motie. Hij zal
het er met minister De Boer over hebben, maar op zich kan de motie gewoon
worden uitgevoerd. Wat de Kamer vraagt, vormt geen aantasting van de eerdere
afspraken rond de subsidiebeschikking. Bij de kamerleden heerst er helaas
verwarring over. Hij zal de verwarring proberen uit te leggen en op te lossen.
De crux is geen extra geld voor de directe financiering van de NZ-lijn, maar
een nieuwe financiering die betekent dat de gemaakte reserveringen voor
Amsterdam kunnen vrijvallen nl. de gereserveerde gelden ingroeiregeling. Dat
geldt ook voor de transfervoorzieningen bij het CS, indirect behorend bij de
aanleg van de lijn.
Dhr. Haffmans vraagt of de afspraken over de 53 miljoen euro met de vorige minister nog
steeds gelden.
De wethouder beaamt dat. Over het busstation gaat het om de afspraken met de regionale
partners, waarbij een andere fasering in de financieringssystematiek is
afgesproken, meer niet. Op het moment dat men de busstations gaat aanleggen,
kan men gebruik maken van nieuwe, op dat ogenblik beschikbare
financieringsmiddelen. Hij zal schriftelijk antwoorden op alle vragen van de
VVD en GroenLinks. Bij de omgevingsprojecten is het altijd de vraag of het voor
de NZ-lijn moet. Bijvoorbeeld de aanpassing van de kruising op het
Weteringcircuit is wel door het betreffende stadsdeel gewenst maar niet
absoluut noodzakelijk voor de NZ-lijn. Over de makkelijke contracten bestaat
een goed inzicht, bij de 7 moeilijke gaat het met name over de stations en de
boortunnel. Daarbij was sprake van een moeilijke markt in een hoogconjunctuur.
Hij zegt een uitgebreide notitie toe over de risicoreserveringen en -verdeling,
naar aanleiding van de vraag van het CDA. Hij is geen voorstander van een
nieuw referendum, omdat het hier een reeds genomen besluit betreft. De Raad van
State gaf de gemeente gelijk in verband met de geheimhouding van de
auditrapporten. In de onderhandelingen met de
aannemers is een volledige openheid niet verstandig, al weten zij ook van de
hoed en de rand over de risico?s. Het auditrapport nummer 9 is al
openbaar.
Dhr. Paquay vindt het geen bevredigende situatie. Het gaat om de rapporten, die gewoon
openbaar zouden moeten worden gemaakt.
De wethouder benadrukt het precaire karakter van de onderhandelingen met de aannemers. Op 2
oktober a.s. zijn de auditrapporten openbaar, daar blijft hij bij. Hij
herhaalt dat hij zin heeft in een uitgebreide beantwoording op de vele vragen
en vraagt begrip voor het feit dat hij op sommige vragen in vertrouwelijke zin
zal antwoorden, schriftelijk.
TKN
Rapport Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie (BLVC).
Grondnotitie.
Verschoven naar de volgende vergadering op 17 september a.s.
NZL.99 Rondvraag. Er is geen rondvraag.
De voorzitter dankt alle aanwezigen voor hun geduld.
Mw. Dalm dankt de voorzitter, omdat hij deze lastige vergadering goed heeft
voorgezeten.
De voorzitter schorst de vergadering om 23.52 uur.
T.K.N.: Verkeer, Vervoer en Infrastructuur:
Bomen langs de Noord/Zuidlijn.
56. Rapport Concept aanvaardbaar veiligheidsniveau NZL.
57. Praktijk Injectie Proef (PIP).
58. Brief raadslid De Vries aan College + Verslag en brief raadslid Paquay aan
College.
59. Beantwoording adres d.d. 26-02-01 van dhr. Bil, advocaat.
60. Beantwoording adres d.d. 06-04-01 van dhr. Haije.
61. Beantwoording adres d.d. 26-03-01 van dhr. Paschenegger.
62. beantwoording adres d.d. 26-02-02 van mw. Visser.
63. Beantwoording adressen standaard d.d. 15-03-02 van dhr. Vijverberg, d.d.
22-02-02 van dhr. Mustaerts, d.d. 20-02-02 van dhr. Van Beest, d.d. 13-02-02
van dhr. Hettema, d.d. 16-01-02 van dhr. Berrety en d.d. 18-01-02 van dhr.
Dalhuizen.
64. Beantwoording adres d.d. 01-07-01 en d.d. 10-11-01 van mw. Visser.
65. Beantwoording adres d.d. 21-03-01 van mw. Brouwer.
66. Beantwoording adres d.d. 23-01-01 van mw. Visser.
67. Brief wethouder Stadig/wethouder v.d. Horst d.d. 12-08-02 m.b.t. procedure
noordvleugeloverleg.
De commissie heeft kennisgenomen van deze stukken.
|