Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat

’s-Gravenhage, 15 april 2002

Middels deze brief en het hierbij als bijlage gevoegde afschrift van mijn brief aan de Gemeente Amsterdam wil ik u informeren over de uitkomst van het overleg dat ik met de Gemeente Amsterdam heb gehad over het tekort op de aanleg van de Noord/Zuidlijn.

Aanleiding

De aanleiding van bijgevoegde brief is het overleg dat ik met wethouder Dales van de Gemeente Amsterdam heb gehad inzake het tekort op aanleg van de Noord/Zuidlijn op 29 november 2001.

In het gesprek met Amsterdam van 29 november 2001 zijn vier mogelijke oplossingen voor het tekort op de aanleg van de Noord/Zuidlijn aan de orde gekomen te weten:
– verhouding risico’s en aanneemsom;
– indexering;
– kosten transfercapaciteit Amsterdam C.S.;
– ingroeiregeling exploitatie.

Met betrekking tot de ingroeiregeling exploitatie is in het overleg van 29 november 2001 een bedrag van tussen de € 5 672 300 en € 20 873 900 aan de Gemeente Amsterdam toegezegd.

Deze toezegging is in besprekingen tussen V&W en de Gemeente Amsterdam nader uitgewerkt. Uit dit overleg is het volgende resultaat gekomen. De ingroeiregeling wordt in de jaren 2003 tot en met 2008 kwijtgescholden. In 2009 en 2010 wordt de korting wel in rekening gebracht en zal op € 4 628 600 uitkomen. De waarde voor Amsterdam van deze toezegging is € 20,5 miljoen.

Achtergrond

Met de Vaststellingsovereenkomst behorende bij de subsidiebeschikking Noord/Zuidlijn is een ingroeiregeling exploitatie overeengekomen. Deze regeling houdt in dat vooruitlopend op de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn een per jaar oplopend bedrag op de rijksbijdrage aan het ROA wordt ingehouden. Deze regeling is per 2000 ingegaan.

De Gemeente Amsterdam heeft bij het aangaan van de Vaststellingsovereenkomst een reserve van € 20 873 900,– genomen om de kortingen aan het ROA te compenseren. Dat is de reden dat het Projectbureau Noordzuidlijn gevraagd heeft de kortingen te laten vervallen, omdat door kwijtschelding van de kortingen de reserve van de Gemeente kan vrijvallen ten gunste van de aanleg van de Noord/Zuidlijn.

Tijdens een ambtelijk overleg op 30 januari 2002 is aan Amsterdam het als bijlage 1 bij onderhavige brief gevoegde nieuwe ingroeiscenario aangeboden. De waarde voor Amsterdam die hieruit voortvloeit is € 20.5 miljoen. Deze aanbieding is in lijn met hetgeen door mij is toegezegd in het overleg op 29 november 2001.

De kwijtschelding van de ingroeiregeling gaat ten laste van de middelen die zijn gereserveerd om opbrengstgroei in het openbaar vervoer te honoreren.

Hoogachtend,

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos