OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 4 DECEMBER 2002
 
Aanwezig
: de leden mevr. Alberts (SP), mevr. Asante (PvdA), Asscher (PvdA), J.L. Bakker (SP), H. Bakker (LA), H.H.G. Bakker (LA), Bijlsma (PvdA), mevr. Bruines (D66), Van der Burg (VVD), mevr. Buurma-Haitsma (VVD), mevr. Codrington (GroenLinks), mevr. Dalm (GroenLinks), Flos (VVD), mevr. Van der Garde (PvdA), mevr. Geerdink (VVD), Goring (VVD), De Graaf (CDA), Halbertsma (PvdA), Huffnagel (VVD), Isik (VVD), Jamari (PvdA), mevr. Kalt (Amsterdam Anders/De Groenen), Klerks (PvdA), Manuel (D66), Marres (PvdA), mevr. Meijer (SP), Nederveen (VVD), Nijman (PvdA), Olij (PvdA), mevr. Van Oudenallen (Mokum Mobiel'99), Paquay (SP), mevr. Van Pinxteren (GroenLinks), Van Poelgeest (GroenLinks), Res (CDA), Reuten (PvdA), mevr. Riem Vis (PvdA), mevr. Sargentini (GroenLinks), mevr. Schaapman (PvdA), mevr. Spee-Rouppe van der Voort (CDA), Weenink (CDA), mevr. Van der Wieken-de Leeuw (VVD), De Wolf (PvdA), Zafer Yurdakul (D66) en Zati Yurdakul (PvdA).
Afwezig
: geen der leden. 
Aanwezig
: de wethouders mevr. Belliot (PvdA), Dales (VVD), Van der Horst (VVD) (avondzitting), mevr. Maij (CDA), Oudkerk (PvdA) en Stadig (PvdA).
Afwezig
: geen der wethouders.  



Middagzitting op woensdag 4 december 2002.
  
Voorzitter
: mr. M.J. Cohen, burgemeester , alsmede het raadslid A. Bijlsma, plv. voorzitter en het raadslid, mevr. Bruines, waarnemend voorzitter. 
Secretaris
: mevr. mr. A.M. Smeets, griffier 
.....................................................
...............................
........................................
 10° Adres van H. A. Sarolea van 21 november 2002, houdende bezwaar tegen raadsbesluit nr. 514 van 2002 tot de aanleg van de Noord-Zuidlijn.

Besloten wordt, dit adres om advies in handen te stellen van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften.

11° Adres van H.A. Sarolea van 21 november 2002, houdende bezwaar tegen raadsbesluit nr. 529 van 2002 inzake kennisgeving referendum-initiatief tot de aanleg van de Noord-Zuidlijn. 

Besloten wordt, dit adres om advies in handen te stellen van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften.
................................
....................................................
..................................

6

Voordracht van Burgemeester en Wethouders van 7 november 2002 tot instemming met het uitvoerings- en kredietbesluit ten behoeve van het project IJsei (IJzijde Stationseiland) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 662).

De heer BIJLSMA: Mevrouw de Voorzitter. Het project dat wij hier aan de orde hebben, is belangrijk, niet alleen vanwege de grote omvang van de financiën ? wij spreken over een bedrag van een half miljard gulden ? , maar het is ook het mees t zichtbare deel van de stad. Wij spreken vandaag helaas alleen over de achterkant van het station, die is verreweg het duurst: de autotunnel en het busstation. Wij spreken nog niet over de voorkant. Die komt in het vroege voorjaar van 2003 aan de orde. Dit punt is niet alleen voor het gezicht van Amsterdam zeer belangrijk, maar ook voor de stadzijde. Het project is destijds voortgekomen uit de wens de situatie aan de stadzijde van het Centraal Station ingrijpend te verbeteren. Iedereen die nu vanaf het Centraal Station richting Damrak loopt, weet hoe onoverzichtelijk de situatie daar nu is. Je moet twee brede autowegen kruisen. Ook voor het openbaar vervoer en de fietsers is dat hinderlijk. Daar gebeuren dan ook veel ongelukken, zowel bij de Martelaarsgracht als bij de kruising Prins Hendrikkade-Damrak. Dat is anderhalf jaar geleden de reden geweest voor de vaststelling van het programma van eisen. Het is ook de reden geweest om angs de achterkant van het station te leiden. Ook het Rijk heeft het belang daarvan ingezien en subsidieert mee, zowel voor de autotunnel als voor het busstation. De autotunnel komt aan de achterkant, waardoor de toegang van de stationshal richting de ponten in de toekomst aanzienlijk verbetert. Ook het busstation zal worden verbeterd. Het komt op éénhoog te liggen aan de achterkant. Dat betekent dat aan de voorkant de onoverzichtelijke bushaltes verdwijnen en verplaatst worden naar de achterkant. Er zal een overzichtelijker plein met trams ontstaan. De voetgangers en fietsers kunnen kruisingsvrij oversteken naar de Dam. Er zal een verkeersveilige situatie ontstaan. Het is het drukste voetgangersgebied van heel Nederland. Wij spreken hier over een belangrijk gedeelte van de stad. Het is nodig zaken naar de achterkant te verplaatsen ter verbetering van de voorkant.
Wat wordt er precies verbeterd? Dat is in de eerste plaats de onveilige verkeerssituatie aan de voorkant. Ten tweede wordt de doorstroming van het openbaar vervoer bevorderd, zodat niet elke tram op het Stationsplein moet stoppen voor het autoverkeer. Ten derde wordt de aanplemping ongedaan gemaakt, die daar in de loop der jaren is aangebracht. Het station moet weer meer op een eiland komen te liggen. Dat was het uitgangspunt van het programma van eisen. Je ziet dan prachtig water eromheen en dat geeft meer allure aan de stad dan de stadzijde. Dat is dan ook de reden van het feit dat wij hebben gevraagd hoe het zit met de behandeling van de voorkant, die uit het Stadsvernieuwingsfonds moet worden gedekt. Dat is in het programma van eisen vastgelegd. In de begroting zijn enige waarschuwende woorden te lezen dat op het bedrag van 300 miljoen euro, dat voor de zuidelijke IJ-oevers ter beschikking staat, moet worden bezuinigd. Wij zouden het betreuren als wij voor meer dan 210 miljoen euro de achterkant in orde maken, terwijl op de voorkant, dat een bedrag van ongeveer 40 miljoen euro zal vergen, wordt bezuinigd. Wij willen graag dat de uitvoering van de voorkant zeker wordt gesteld, zoals wij dat in de Raad hebben vastgesteld. Om daarvan zeker te zijn, dienen wij een motie in. Bij de behandeling van het financieel meerjarenperspectief voor de zuidelijke IJ-oevers voor het ISV-budget, dat begin volgend jaar plaatsvindt, willen wij in ieder geval aan het in orde brengen van de voorkant de hoogste prioriteit geven. De motie is ondertekend door mij en de heer Marres van de fractie van de PvdA, maar ook door de heer Flos van de VVD-fractie, mevr. Spee-Rouppe van der Voort van de CDA-fractie, de heer Manuel van de D66-fractie, mevr. Meijer van de SP-fractie, mevr. Van Pinxteren van de GroenLinks-fractie en mevr. Kalt van de fractie van Amsterdam Anders/De Groenen.

De VOORZITTER deelt mede dat is ingekomen:
18°
Motie van 4 december 2002 van de raadsleden Bijlsma, Marres, Flos, Spee-Rouppe van der Voort, Manuel, Kalt, Meijer en Van Pinxteren inzake prioriteitgeving benodigde budget stadzijde Centraal Station (Gemeenteblad afd. 1, nr. *B).

De motie wordt voldoende ondersteund en terstond in behandeling genomen.

De heer BIJLSMA: Ik vervolg mijn betoog. Het gaat om grote bedragen en het is een zeer ingewikkeld project. De Noord-Zuidlijn zal onder het station moeten worden aangelegd, terwijl alle treinen in bedrijf moeten blijven. De wegverbinding moet tijdens de werkzaamheden gehandhaafd blijven. De tunnel moet worden aangelegd, er zullen nieuwe pontaanlegplaatsen moeten worden gerealiseerd en er moet nog een busstation op éénhoog worden gemaakt. Gecompliceerder kan je het bijna niet bedenken. De financiering heeft ons zorgen gebaard en daarom hebben wij een groot aantal vragen gesteld. Wij hebben uitvoerige inlichtingen gevraagd bij de ambtenaren en zijn tevreden met de moeite die men heeft genomen voor de uitleg. Wij danken de wethouder daarvoor. Toch gaan wij nog op een paar punten in.
Waar is het aantal kostenposten, waarvan wij menen dat je daar in de toekomst kritisch naar moet kijken? Een deel van het budget, 56 miljoen euro, wordt gehaald door de toekomstige exploitatie aan de IJzijde. Het Grondbedrijf stelt dat eruit te halen. Wij blijven daarover twijfels hebben, maar kunnen ook het tegendeel niet bewijzen. Het blijft een heikel punt, omdat het een belangrijk deel van de dekking uitmaakt. Het is van groot belang dat wij op dat punt goed op de hoogte worden gehouden, zodat tijdig kan worden ingegrepen als blijkt dat daar de exploitatie misloopt. De NS zal akkoord moeten gaan met het verlengen van de stationshal naar de IJzijde. Die opdracht is nog niet gegeven. Hoe staat het met die opdracht? Wanneer kunnen wij die van de NS tegemoetzien? Daarmee hangt de hele aanleg samen.
Ik kom op een aantal bedragen dat niet in het bedrag van 110 miljoen euro zit. Dat is de aanvaarbescherming, die uit het Stadsvernieuwingsfonds wordt gedekt. Dat is een deugdelijke dekking. In verband met het verleggen van de vaargeul komt deze dichter bij de pontveren te liggen en daarvoor is aanvaarbescherming nodig, want anders zou het busstation kunnen instorten. Ook komt er een dynamisch reizigersinformatiesysteem. Dat wordt bij het ROA aangevraagd en levert ook nog eens een bedrag van 18 miljoen euro op. De toekomstige loon- en prijsstijgingen hoopt men via het Rijk en uit de exploitatie te krijgen. Wij weten dat het Rijk niet al te goed is in het financieren van de echte loon- en prijsstijgingen en soms op een lager bedrag gaat zitten. Dat is een aantal onzekere punten dat nu niet in het bedrag zit, maar waarvoor wel een dekking is aangegeven. Maar voor een deel van die dekking moet nog een besluit worden genomen.
Het tweede punt is de exploitatielasten. Je krijgt daar een grotere ruimte, wat toezicht en onderhoud vereist. Wij hebben dat opgeteld aan de hand van de antwoorden en dat zal per jaar 1,6 miljoen euro extra vergen. Wij denken dat het College daar aan de lage kant zit. Ik illustreer dat met een voorbeeld. De kap kost 31.000 euro per jaar. Wij hebben gevraagd waarin dat onderhoud zit: glazenwassen gebeurt eens in de vijf jaar en kost 6.000 euro per keer. Ik weet niet of de Raad wel eens het eigen huis heeft laten zemen, maar als je zo'n grote kap voor zo;n laag bedrag kan laten wassen, moet de gemeente onmiddellijk haar eigen glazenwassersbedrijf oprichten, want zo zijn wij bijzonder concurrerend bezig. Het bedrag voor het glazenwassen is te laag. Wij kunnen echter niet bewijzen dat het niet voor dat bedrag kan en zijn dan ook benieuwd met welk glazenwassers- en schildersbedrijf dit soort contracten kan worden afgesloten.
Dan de mogelijke projectrisico's. Bij de Noord-Zuidlijn hebben wij een motie aangenomen, waarin staat, of het niet mogelijk is te denken aan het weglaten van de kap aan de kant van het busstation als mogelijke dekking voor het bedrag van 25 miljoen euro die wij voor aanvullende werken aan de Noord-Zuidlijn nodig hebben? Wij hebben dat als suggestie meegegeven. Het College stelt nu toch voor die kap te laten doorgaan. Wij zijn nieuwsgierig hoe het bedrag van 25 miljoen euro voor de Noord-Zuidlijn bij de Voorjaarsnota alsnog kan worden gedekt. Op dit moment kunnen wij daarover niets zeggen.
Dan de projectrisico's. Wij hebben een mooi boek erover gekregen en hebben met de opdrachtgevers van DHV gesproken. Het betreft een totaalbedrag aan projectrisico's van 73 miljoen euro. Dat wordt voor eenvijfde deel gedekt. Wij hebben gevraagd hoe dat wordt ingeschat. Het antwoord was: wat je moet dekken hangt af van de financiële positie van de opdrachtgever. Dat is een vreemd antwoord. De gemeente is een grote opdrachtgever, dus men denkt te kunnen volstaan met een lage dekking. Als je een opdrachtgever hebt met weinig geld, moet je eigenlijk voor 100 procent je risico's indekken. Vandaar dat men op eenvijfde deel komt. Er wordt in feite twee keer een reductie toegepast. Er wordt maar een bepaald percentage gedekt van die 73 miljoen euro en vervolgens zegt men dat, omdat niet alles in een keer hoeft te worden gedekt en de zaak in de loop van het project zal verminderen, er in feite maar een bedrag is uitgetrokken van 15 miljoen euro voor mogelijke projectrisico's. De aanleg van het project zal zeker acht jaar duren. Wij denken dat het genoemde bedrag aan de lage kant is en dat wij bij het College de vinger aan de pols moeten houden. Deze moet de Raad voortdurend informeren.
Het laatste punt is de tunnelveiligheid. Wij hebben klachten van bewoners van Amsterdam-Noord ontvangen. Als je laat in de avond naar Amsterdam-Noord moet, moet je een eind omlopen door unheimische gedeelten, donker en slecht aangegeven. Toch zegt het College in antwoord op onze vragen dat daaraan in overleg met de uitvoerder aandacht wordt besteed. Ik kom daar telkens langs en merk dat het niet goed is aangegeven. In de nacht is dat erg unheimisch . De middentunnel van het Centraal Station is ook nog eens afgesloten. Je moet vaak nog verder doorlopen. Wat denkt het College te doen om deze situatie te verbeteren? Als suggestie geef ik mee dat er in ieder geval één groot bord moet staan met de tekst `Voor klachten belt u onderstaand nummer'. Iedereen die daar loopt, moet weten waar hij rechtstreeks met zijn klacht terecht kan. Daarover heb ik ook al eens met wethouder Dales gesproken. Graag verneem ik van de wethouder wat hij met die suggestie wil doen. Ik neem aan dat de handhaving van de sociale veiligheid tijdens al die ingewikkelde verschuivingen die voortdurend plaatsvinden, goed wordt gevolgd. Het is de drukste verkeersplek van Nederland en het is van groot belang dat het zo goed mogelijk wordt geregeld, want het duurt een groot aantal jaren voordat het project is aangelegd.
Wij stemmen in met de voordracht met inachtneming van de door ons gemaakte financiële aantekeningen. Het wordt een mooi pand aan de achterkant, maar wij zien graag dat ook de voorkant `spic & span' wordt uitgevoerd. In het voorjaar spreken wij verder.

De heer FLOS: Mevrouw de Voorzitter. Ik zal eerst ingaan op onze eigen inbreng en daarna een reactie geven op het betoog van de heer Bijlsma.
Wij zijn als VVD blij met de voorliggende voordracht. Wederom is er sprake van een enorme impuls van 210 miljoen euro, waarvan 42 miljoen door het Rijk, voor de bereikbaarheid van Amsterdam en met name voor het openbaar vervoer. Samen met de Noord-Zuidlijn zijn dat enkele mooie wapenfeiten.. De grote publieke werken worden, zoals ik ook al bij de Noord-Zuidlijn heb gezegd, door dit College voortvarend aangepakt, waarvoor hulde.
Met betrekking tot de financiën zijn wij zeer tevreden dat dit project binnen het oorspronkelijk geraamde budget kan worden gerealiseerd, met uitzondering van enkele planaanpassingen ten behoeve van de ruimtelijke inrichting en de kosten voor veiligheid. Daar waren wij echter zelf bij. Wij hebben gezegd dat er extra eisen aan het project moesten worden gesteld, dus het is logisch dat het daarom goedkoper wordt. Wij vinden dat de risicoparagraaf er goed uitziet en gaan akkoord met de risicoreservering van 27,3 miljoen euro, wetende dat wij in de toekomst meer moeten reserveren.
Wij hebben diverse vragen gesteld in de commissie over de tunnelveiligheid, de sociale veiligheid tijdens de bouw en ook over de hulpbruggen over het busstation. Deze vragen zijn schriftelijk, en naar ons idee, goed beantwoord. Wel vragen wij in deze raadsvergadering nadrukkelijk aandacht voor aspecten van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens de werkzaamheden. Communicatie is inderdaad belangrijk. De heer Bijlsma heeft dat ook al gezegd. Je moet de reizigers goed informeren over wat er gaande is en de mogelijkheid bieden om hun klachten eenduidig kwijt te kunnen.
Onze fractie heeft een beperkt aantal zorgpunten, namelijk de volgende: de taxistandplaatsen. Er is 20 vierkante meter beschikbaar voor drie taxistandplaatsen aan de achterzijde. Wij vinden dat krap bemeten en vragen ons af of dat niet tot chaos zal leiden. Wij weten dat aan de voorzijde weliswaar het huidige aantal standplaatsen behouden blijft, maar kunnen ons voorstellen dat in de nieuwe situatie taxichauffeurs reizigers liever aan de achterzijde afzetten.
Het tweede punt is de afstemming van de werkzaamheden van dit project met de Noord-Zuidlijn en het Oosterdokseiland. Dat luistert zeer nauw. Essentieel is dat die werkzaamheden op elkaar aansluiten, anders zal het grote gevolgen hebben voor de drie projecten. Het vergt dus veel van het coördinatiemanagement tussen die projecten.
Een klein punt is dat mijn voorstel voor het planten van bomen op het Stationsplein aan de achterzijde niet is gehonoreerd. Ik troost mij echter met de gedachte dat eventueel wel een beplanting onder de vides en het busplatform kan plaatsvinden volgens de antwoorden die ik van de wethouder heb mogen ontvangen.
Nu ga ik in op de reactie van de fractie van de PvdA. Wij steunen de motie van deze fractie van harte, maar wij vinden het raar dat twee jaar geleden het toenmalig raadslid de heer Huffnagel een motie heeft ingediend, die ervoor pleitte dat er een plein met allure aan de voorkant zou komen, waarbij ook het water zou worden betrokken, eigenlijk een extra mooie uitvoering van het Stationsplein. Deze motie heeft toen echter niet de steun van die fractie gekregen. Nu komt de PvdA wel met een motie om ervoor te zorgen dat er niet wordt bezuinigd op het stationseiland. Desondanks steunen wij de motie van de PvdA. Daarnaast zijn wij enigszins verbaasd dat wij eerst een commissiebehandeling hebben gehad, waar de fractie van de PvdA ter vergadering kwam met 53 vragen die snel werden beantwoord, dat vervolgens in de commissie, waar de zaak inhoudelijk wordt behandeld, met een grote mate van tevredenheid en een minimale tijdsbesteding het project wordt besproken en dat vervolgens in deze raadsvergadering weer nieuwe punten worden ingebracht. Ik twijfel hierdoor of de PvdA wel volmondig achter dit besluit staat. Ik neem aan dat de PvdA-fractie hierop wil reageren.

De heer BIJLSMA: Ik kan de heer Flos geruststellen. Ik had al gezegd het een mooi plan te vinden. Juist de antwoorden op onze vragen en de uitvoerige discussie die wij hebben gehad hebben tot de reductie van een aantal aandachtspunten geleid die wij scherp in de gaten moeten houden, omdat het zo'n ingewikkeld project betreft en er grote bedragen mee zijn gemoeid. Ik heb al gezegd dat wij de antwoorden op dit moment voldoende vinden om akkoord te gaan, maar de Raad moet wel scherp de vinger aan de pols houden om te voorkomen dat wij later voor onvoorziene uitgaven komen te staan, die wij nu niet inschatten. Die voorzichtigheid wil ik hierbij toch aantekenen. Wij stellen geen nieuwe vragen, maar de vragen vloeien voort uit antwoorden die wij hebben gekregen.

De heer FLOS: In ieder geval komen ook de plannen voor de voorzijde er. Voor de rest zeg ik: "Wethouder, de spade op de schouder, aan de slag en laten wij met het werk aanvangen"!

De heer MANUEL: Mevrouw de Voorzitter. Wij vinden het project IJsei een prima plan. Een groot aantal functies wordt op ingenieuze wijze met elkaar gecombineerd. Hulde daarvoor aan de ambtenaren die het project hebben uitgewerkt. Wij onderschrijven het college dat de heer Bijlsma zojuist heeft gegeven. Het was een goed, grondig en volledig verhaal en wij staan daar volledig achter. Uiteindelijk spreken wij over een project dat aardig wat geld kost, maar voor dat geld krijgen wij ook aardig wat terug. D66 is van mening dat je monumenten niet alleen moet renoveren, maar ze af en toe ook moet durven bouwen. Dat geldt niet alleen voor dit project IJzijde, maar ook voor de woningbouw. Ik zie dat onze woningbouwwethouder daar nog zit, die inmiddels al met IKEA-bouwpakketten aan de slag wil gaan. Dat is geen goed plan, mijnheer Stadig. Neem een voorbeeld aan de heer Van der Horst, die een prachtig plan gaat realiseren en doe dat vervolgens ook met de woningbouwproductie.
De motie van de heer Bijlsma is door ons mede ondertekend. Het is een prima motie. Juist ook aan de voorzijde van dit project kunnen wij meer allure aan de stad geven en kunnen wij het stationseiland weer een mooi aanzien geven. Daarom hebben wij die motie onderschreven.

Mevr. SPEE-ROUPPE VAN DER VOORT: Mevrouw de Voorzitter. De beoordeling door het CDA van een ambitieus en prestigieus project als IJzijde kent parallellen met de beoordeling van een project als de Noord-Zuidlijn. Het gaat om drie vragen: zit het plan goed in elkaar, wat zijn de financiële aspecten en wat zijn de risico's? Naar onze mening zit het plan goed in elkaar. Complimenten aan de wethouder. Het is niet alleen een praktisch goed plan, maar ook een mooi plan. Als je de maquette bekijkt die diverse malen in de commissievergadering is getoond, ziet het er overzichtelijker, transparanter en daarmee volgens ons veiliger uit.
Bereikbaarheid en openbaar vervoer zijn belangrijke punten voor een stad als Amsterdam, die soms al moeilijk bereikbaar is. Desalniettemin moeten wij bij een project inzake openbaar vervoer onze ogen niet sluiten voor het autoverkeer. Ik ben mij ervan bewust dat de veiligheid rond het station in de eerste plaats op het openbaar vervoer en de voetganger moet zijn gericht. Aan de andere kant is de parkeergelegenheid in de stad al beperkt, ook in de ondergrondse parkeergarages. De enige parkeergarage die dicht bij het station staat, is in de toekomst moeilijk bereikbaar. Ik wil het College toch nog eens vragen kritisch naar een oplossing hiervoor te zoeken, want ik vind het belangrijk dat niet alleen een `kiss-and-ride'-principe aan de achterzijde van het station wordt uitgebreid, maar dat er ook daadwerkelijk parkeergelegenheid is.
De financiële aspecten en de risico's zijn van alle kanten onderzocht en ik kan tot geen andere conclusie komen dan dat het project voor zover mogelijk is gedekt.
De motie van de heer Bijlsma hebben wij mede ondertekend en staan daar volledig achter. Het hele project is ooit begonnen met het overzichtelijker en veiliger maken van de voorzijde en nu het zwaartepunt op de achterzijde is komen te liggen, moeten wij de veiligheid aan de voorzijde niet uit het oog verliezen.
Verder sluit ik mij aan bij de opmerkingen met betrekking tot het kritisch blijven volgen van de kosten en de financiële ontwikkeling. Nogmaals onze complimenten voor het ontwerp.

Mevr. VAN PINXTEREN: Mevrouw de Voorzitter. Er is al veel gezegd, dus ik kan kort zijn. Het is een groot, complex project, maar ik sluit mij aan bij mevr. Spee: het i s een mooi plan. Wij zijn dan ook blij dat dit plan op deze manier kan worden gerealiseerd. De heer Bijlsma geeft volgens ons terecht aan ? en daarom hebben wij de motie ook onderschreven ? dat wij de voorkant goed moeten aanpakken. Voor het geval daarover een misverstand mocht ontstaan, zeg ik er nog bij dat wij de motie ondersteunen, maar ons nadrukkelijk nog niet uitspreken over een of andere variant van de voorkant. Het moet goed worden opgelost.
Toch hebben wij ook nog zorg over het parkeren. Niet zozeer over het parkeren van auto's, maar over het parkeren van fietsen. Het is nog steeds niet geheel afgedekt of dat nu wel of niet goed gaat en ik spreek die zorg daarom uit. Dan is er nog een punt wat het fietsen betreft, namelijk het fietspad aan de achterkant. Van diverse zijden werd gesignaleerd dat het pad, gezien de stroom fietsers en brommers die daar rijden, vooral om van en naar de pont te gaan, eigenlijk te smal is en tot gevaarlijke situaties zal leiden. Ik heb begrepen dat de wethouder heeft gezegd dat daar heus wel iets aan te doen is. Dat zouden wij heel graag willen.

Mevr. VAN OUDENALLEN: Mevrouw de Voorzitter. Ook onze fractie ondersteunt de woorden van mevr. Spee. Wij hebben nog wel een paar vragen. Wij maken ons zorgen over het parkeren en over de fietsen. Gelukkig zijn er meer partijen in de Gemeenteraad die aan beide zaken denken. Komt de wethouder nu nog met een beter voorstel, zeker over het fietsverhaal?
Er liggen twee moties over de bereikbaarheid van de ANWB-parkeergarage, maar de vraag is of dit onder stadsdeel Centrum valt. Stadsdeel Centrum zegt dat dit bij de Gemeenteraad hoort. Wij nemen aan dat dit bij het Verkeerscirculatieplan 2003 goed wordt onderzocht en dat straks niet de vreemde situatie ontstaat dat mensen eerst de stad helemaal uit moeten rijden en een soort U-bocht maken, omdat het niet meer is toegestaan naar de parkeergarage te komen. Wij wachten het antwoord van de wethouder af.
De referendumverordening komt later aan bod. Dit is nu typisch een zaak waarbij je als Raad moet afspreken met welk percentage het bedrag mag worden overschreden. Anders hebben wij over een paar jaar hetzelfde probleem als bij de Noord-Zuidlijn, omdat wij dat niet hebben afgekaart in de referendumverordening. Ik geef het College dan ook mee om het punt van het bedrag van de overschrijdingen in de toekomst, mee te nemen in de referendumverordening, zodat straks niet wordt gezegd dat er hierover geen referendum kan worden gehouden. Dat hebben wij met de Noord-Zuidlijn gemerkt. Wij vragen om dit deel er op enigerlei wijze uit te lichten, zodat, als dit met miljoenen zou worden overschreden, wij in ieder geval een referendum kunnen houden.

(De heer FLOS: Wij gaan dit project nu starten en het komt niet meer terug in de Raad. Ik weet niet op welk moment mevr. Van Oudenallen dan een referendum wil houden. Wil zij, als halverwege de werkzaamheden blijkt dat het duurder wordt, dat het alsnog wordt stopgezet?)
Ik wil dat referendum niet zo graag, maar ik wil wel dat de mogelijkheid open blijft, als burgers zeggen: potverdorie, dat is ons nooit gezegd en er worden bedragen overschreden. Dan moet men niet zeggen: de Raad heeft niet opgelet, dus dat referendum kan niet. Ik wil dat het binnen het huidige budget blijft, maar een referendum moet niet onmogelijk worden gemaakt. Laat in ieder geval een referendummoment ter sprake blijven.

De heer H. BAKKER: Mevrouw de Voorzitter. Het doet mij plezier dat er bij de PvdA ook mensen zijn die af en toe over leuke plannen nadenken. Ik hoop dat de PvdA net zo over de veiligheid denkt en dat zij daar ook zo vlot mee zijn. Ik vind het een prima idee het Centraal Station zo mooi mogelijk te maken, want daarvoor is het een chaos. Ik steun de motie van de heer Bijlsma.

Wethouder VAN DER HORST: Mevrouw de Voorzitter. Zowaar weer een geweldig plan in de gemeente Amsterdam. Daarover mag best in positieve bewoordingen worden gesproken. De heer Flos heeft het al gezegd: na de Noord-Zuidlijn is dit toch weer een groot project. Het is een groot project, een belangrijk stuk entourage van het openbaar vervoer: 240.000 reizigers per dag. Het is goed voor Amsterdam en het is ook nog eens een pronkstuk voor Amsterdam als monument. Het is het dus waard om daar zo veel geld in te steken en moeite voor te doen. De heer Bijlsma heeft het al gezegd: wij doen iets aan de achterkant om het vooral ook mooier te maken aan de voorkant, want daarmee is het begonnen. Wij doen het voor die mooie entree van de stad naar het station. Daarover hebben wij in het verleden het hoofd gebroken: waar laten wij het busstation, hoe gaan wij het invullen en de achterkant is als het ware de oplossing voor de problemen aan de voorkant.
Vervolgens worden er veel problemen in dit ene grote project opgelost: problemen die te maken hebben met fietsen, openbaar vervoer, veiligheid en de doorstroming op de weg met het aanlanden van vervoer over water aan de achterzijde. Alles komt hier samen. Het College is dan ook blij dat de Raad dat in overgrote meerderheid steunt en hierin zeer kritisch volgend is geweest om het College te prikkelen een zo goed mogelijk product te leveren. Dat wat nu is gezegd, helpt daarbij om ons en de mensen die het gaan uitvoeren, scherp te houden.
Een van de zorgpunten wordt gevormd door de financiële risico's die daarin zitten. Collega Stadig zal straks ingaan op de grondexploitatie en de motie. Het is in ieder geval helder dat wij er nog niet zijn met het risico dat wij hebben genomen, letterlijk en figuurlijk. Dat heeft het College nog in een apart rapport aan de Raad toegezonden en dit is ook besproken. Wij hebben op dit moment 15 miljoen euro staan en zouden daaraan nog 12 à 13 miljoen willen toevoegen, maar daarover beschikt het College op dit moment niet. Dat is voor het College geen reden om te wachten met de uitvoering. Voor de start is die 15 miljoen euro voldoende voor het afdekken van een aantal risico's. Het College vindt dat die 12 à 13 miljoen euro nog wel moet worden gevonden voor het afdekken van die risico's. Dat is de tweetrapsraket waarover de heer Bijlsma sprak. De eerste trap is dat de risico's zich waarschijnlijk niet tegelijkertijd zullen voordoen. Dat is de reden waarom niet het hele bedrag, maar ongeveer eenvijfde daarvoor is genomen. Zo gaat dat met meer projecten. Het is zeer onwaarschijnlijk dat alle mogelijk te voorziene problemen zich op één moment en in alle hevigheid voordoen. Het College is zich ervan bewust dat er risico wordt gelopen en zal ernaar handelen de resterende 12 à 13 miljoen erbij te doen.
Dan zijn er kritische opmerkingen gemaakt over de opdracht aan de NS. Ik kan in algemene zin zeggen dat een en ander in goed overleg met de NS en haar B.V.'s is gegaan en dat alles op schema ligt. Er is op dit moment geen enkele reden te veronderstellen dat het niet goed zal gaan. Ik hoop de Raad daarover later aan de hand van een rapportage te berichten.
Er zijn twijfels over de exploitatielasten. Die twijfels heeft het College niet. Ook de heer Bijlsma zegt geen bewijzen te zien dat het fout zit en het College baseert zich op de ambtelijke berekeningen en gaat ervan uit dat wij met het bedrag uitkomen.
De sociale veiligheid is tijdens de bouw en in de toekomst een belangrijk punt. De komende jaren gebeurt er nogal wat en niet alleen hier, maar ook bij de Noord-Zuidlijn. De hele omgeving van het station wordt er dus niet vrolijker op. Je moet daar even doorheen om een mooi resultaat te bereiken. In de tussentijd wordt zo goed mogelijk gekeken naar de bereikbaarheid, de leefbaarheid, de veiligheid en de communicatie met de reizigers ter plekke. Het projectbureau zit naast de deur en het bord waar men zich kan melden, komt er. Het is goed dat mensen met de neus op het werk zitten. Ik zal daarvoor zorgen. De Raad zal ook bij de interimplannen zien, dat geprobeerd wordt ? niet alleen met hekken en borden ? via het menselijk gedrag de veiligheid zo goed mogelijk te realiseren. Dat betekent dat mensen de westelijke toegang worden ingeleid en dat zoveel mogelijk wordt getracht alle mensen die zich daarheen begeven, dezelfde route te laten lopen, want sociale controle is nog altijd het meest gediend door zoveel mogelijk mensen. Niemand moet verdwalen in het enorme gebied. Wij zullen daarover rapporteren.
De heer Flos had nog een paar praktische opmerkingen. Wij hebben daar in de commissie bij stilgestaan. Het College zal bezien hoe het staat met de taxistandplaatsen en wat er aan de achterzijde mogelijk is. Dat geldt ook voor parkeren en een aantal andere zaken. Ik vind het leuk dat de VVD pleit voor bomen en dat de heer Flos tevreden is met de beplanting in de vitrines. Het College dacht aan plastic planten, omdat anders het budget voor de exploitatie omhoog gaat en dan krijg ik de heer Bijlsma weer op mijn dak. Dat is echter ook groen, geloof ik.
Wat betreft het fietsen hebben wij duidelijk aangegeven in deze voordracht, dat het fietspad kan worden opgerekt, maar dat dit ten koste van iets anders gaat. Wij moeten kijken of, als het fietspad breder wordt, het voetpad niet te smal wordt. Het is een belangrijke fietsroute en wij zullen kijken of deze kan worden verbreed, maar dat moet niet iets anders letterlijk en figuurlijk in de wielen rijden.
Wij hebben nog een probleem te tackelen: het parkeren van fietsen. De heer Bijlsma heeft ook gevraagd of er iets aan de achterkant kan worden gerealiseerd. Er worden nu zeer ingenieuze trucs uitgehaald om de fietsflat een plek te geven en om zoveel mogelijk parkeerruimte voor de fiets beschikbaar te krijgen. Het College is er nog niet uit, maar is er volop mee bezig. De Raad wordt daarover een volgende keer bericht.
De ANWB-parkeergarage aan de voorkant wordt moeilijk bereikbaar. Dit heeft onze aandacht, maar in deze voordracht kunnen wij daaraan even niets doen, want de route aan de achterzijde wordt daardoor niet anders. Als wij spreken over de voorzijde, kom ik daarop uitgebreid terug, want dan komt ook ter discussie of de reservering voor de `links-affer' gaat worden gebruikt en hoe vervolgens de hele circulatie aan de voorkant zal plaatsvinden. Het heeft te maken met dit plan, de centrale stad, het hoofdnet Auto en het hoofdnet Openbaar Vervoer, maar ook met wat het stadsdeel daarvan zelf vindt. Wij komen daar nog uitgebreid over te spreken, maar in deze raadsvoordracht is het even geen onderwerp van discussie.

(Mevr. VAN OUDENALLEN: Kan de wethouder ingaan op mijn vraag over het referendum?)

(De VOORZITTER: Ik stel voor dat eerst wethouder Stadig antwoordt en dat wethouder Van der Horst daarna eventueel nog op het referendum ingaat.)

Wethouder STADIG: Mevrouw de Voorzitter. Met betrekking tot de motie is het inderdaad juist dat de komende maanden het nieuwe Financieel Perspectief IJ-oever wordt opgesteld en in de commissie wordt behandeld. Ik vat de motie op als een signaal waarmee het College rekening moet houden bij het opstellen daarvan. Ik wijs de Raad wel op de eraan vastzittende complicaties. In het Financieel Perspectief IJ-oever kwam een post van 10 x 30 miljoen euro vergoeding voort uit het Algemeen Stadsvernieuwingsfonds. Het probleem is dat het Algemeen Stadsvernieuwingsfonds in zwaar weer verkeert. Er is een landelijke discussie of het ISV wel de huidige omvang moet houden. Er zijn tegenwoordig kamerleden die autotunnels in Maastricht eruit willen financieren. Dat is wel heel ver van huis als je de oorspronkelijke filosofie van het ISV in je hoofd hebt. Als deze dingen niet doorzetten, blijft er landelijk gezien meer ISV-geld over en als Amsterdam er dan weer een deel van weet te bemachtigen, hebben wij vervolgens de vraag hoe dit geld over de stad wordt verdeeld. Er is meer dan alleen de IJ-oever.
Ik heb dan nog het probleem dat uit datzelfde ISV ook nog de grondkosten van alle woningbouwprojecten moeten worden gedekt. Zoals de Raad weet, hebben wij daar op dit moment een tekort van 95 miljoen euro. Dat is de totale context en daarbinnen neem ik het signaal van de motie serieus. Ik zeg echter wel, dat de Raad nog niet precies weet, waartegen hij dit afweegt, als hij de motie aanneemt. Dat zou nog wel eens ingewikkelder kunnen zijn dan men denkt, maar dat zien wij dan wel weer.

Wethouder VAN DER HORST: Mevrouw de Voorzitter. Ik moet even nagaan of ik de vraag van mevrouw Van Oudenallen goed begrijp. De Gemeenteraad controleert het College of het goed is gegaan met het budgetrecht. Ik snap de vraag van mevrouw Van Oudenallen over het referendum dan ook niet. Ik kan hem ook praktisch niet invullen. Stel nu dat halverwege of tweeënhalf jaar na oplevering uit alle berekeningen en afrekeningen blijkt dat er iets niet goed is gegaan, waarover zou het referendum dan inhoudelijk moeten gaan? Ik kan het moeilijk weer terugbrengen in de oude staat. Praktisch, vanuit mijn portefeuille, snap ik de vraag niet, maar ik breng hem graag over aan de Burgemeester. Misschien kan hij daar chocola van maken.

De heer BIJLSMA: Mevrouw de Voorzitter. Dank voor de antwoorden. Wij krijgen verschillende rapportages nog terug. Met betrekking tot het ISV-fonds hebben wij bij het programma van eisen vastgesteld dat het uit ISV Zuidelijke IJ-oevers moest komen en daar is 10 x 30 miljoen euro uitgetrokken. De wethouder heeft het signaal gegeven dat op dat bedrag moet worden bezuinigd, maar de motie is juist erop gericht bij die bezuinigingen in ieder geval ervoor te zorgen dat de voorkant, waarbij het gaat om een bedrag van 40 miljoen euro, bovenaan komt te staan, zodat daarop niet wordt bezuinigd en de bezuinigen elders binnen het budget worden gevonden. Dat signaal geven wij af.
Met betrekking tot de bereikbaarheid van de parkeergarage hebben wij een duidelijk antwoord gekregen. Deze is bereikbaar via de westelijke toegang. Ook daarvan krijgen wij, naar ik aanneem, de uitgewerkte plannen bij de bespreking van het financieel meerjarenperspectief. Ik neem aan dat dan de hele zaak aan de voorkant integraal wordt bekeken, omdat je daar de precieze bedragen moet weten. De wethouder heeft aangekondigd dat het in januari 2003 op de agenda in de Commissie voor Stadsvernieuwing enz. komt. Het zal dan in het voorjaar worden afgekaart. Hij gaat over het budget, maar de uitvoering ligt bij de wethouder Verkeer. Ik zou dan ook willen pleiten voor een gezamenlijke commissievergadering van de Commissie voor Verkeer enz. en de Commissie voor Stadsvernieuwing enz., zodat wij dat integraal kunnen bekijken. Die toezegging wil ik graag van het College hebben. Voorts dank ik het College voor de beantwoording en ik zie de uitwerking binnen enkele maanden tegemoet.

Mevr. VAN OUDENALLEN: Mevrouw de Voorzitter. Nog even een reactie op mijn opmerkingen over het referendum. Het gaat er niet om wat ik ervan maak, maar op het moment dat mensen iets zouden willen, moeten zij iets kunnen. Daarom licht ik dit punt er even uit. Ik zal dat voortaan bij grote projecten steeds doen. Zo lang het in de referendumverordening niet goed is vastgelegd, wil ik dat dit wordt aangestipt, zodat mensen later kunnen zeggen: de referendumverordening was nog niet op orde, maar wij zouden dat willen doen. Laten wij hopen dat niemand op het krankzinnige idee komt, maar het moet wel een mogelijkheid zijn, anders houden wij burgerrechten tegen.

Wethouder VAN DER HORST: Mevrouw de Voorzitter. Nogmaals hartelijk dank. Wij zullen als College fors aan de gang gaan. Het is nog maar de vraag of wij de bespreking in een gecombineerde commissievergadering zouden moeten doen. Het inhoudelijke plan komt in de Commissie voor Verkeer en Vervoer. Het financiële plaatje daarachter hebben wij nu ook niet in de commissie behandeld. Het College geeft de Raad nu een voordracht en wij bekijken dat integraal in het College. De inhoudelijke discussie kan dus in de Commissie voor Verkeer en Vervoer plaatsvinden. De fracties moeten dan op allerlei punten maar beoordelen of het plan voor de voorkant geschikt is of niet. Dat kan met geld te maken hebben, maar dat kan ook niet met geld te maken hebben.

(De heer BIJLSMA: Dat is waar, maar ik neem aan dat de behandeling dan gelijktijdig gebeurt. Misschien hoeft het niet in een gezamenlijke commissievergadering, maar wel ongeveer op dezelfde tijd, zodat wij niet eerst het budget vaststellen en daarna de uitwerking, maar dat wij echt weten waar wij aan toe zijn.)
Ik weet het niet tot op de dag nauwkeurig, maar het is aan het begin van het jaar 2003. Volgens mij loopt het gelijk op. Het College moet de Raad integraal voorbereid zaken aanbieden.

Aan de orde is de stemming over de motie.

De motie-Bijlsma c.s. (nr. *B) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

De VOORZITTER constateert, dat geen van de bij de stemming aanwezige leden zich tegen de motie heeft verklaard.

De voordracht (nr. 622) wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de Raad neemt mitsdien het besluit, vermeld op blz. 3113 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
........................................................
..................................
.............................................................

De vergadering wordt om 16.35 uur geschorst tot 19.30 uur.