Gemeenteblad 

 
afd. 1

nr. 531
    
  Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid Van Poelgeest inzake ‘geheime afspraak’ tussen collegepartijen inzake de Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 8 oktober 2002.
 

Aan de Gemeenteraad  


Het raadslid M. van Poelgeest heeft op 7 oktober 2002, op grond van art. 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht: 

Inleiding. 
Op zaterdag 5 oktober 2002 berichtte Het Parool dat bij het sluiten van het programakkoord de collegepartijen een geheime afspraak hebben gemaakt ten aanzien van de definitieve beslissing over de aanleg van de Noord-Zuidlijn. De afspraak zou inhouden dat de collegepartijen akkoord gaan met de definitieve aanleg van de Noord-Zuidlijn wanneer de extra overschrijdingen beperkt blijven tot 130 dan wel 132 miljoen euro.
Op het moment dat het programakkoord werd gesloten, was nog niet duidelijk wat de resultaten zouden zijn van de toen nog lopende derde aanbestedingsronde. Hoewel het oude College al eerder (februari 2002) de Gemeenteraad heeft voorgesteld uit te spreken dat de Raad akkoord kon gaan met een plafond van toen nog 290 miljoen gulden voor extra overschrijdingen, zijn de bedragen op initiatief van een raadsmeerderheid geschrapt. De meerderheid van de fracties wilde zich toen niet op voorhand binden aan welk bedrag dan ook.

Op grond van het vorenstaande stelt vragensteller de volgende vragen. 
     1.   Is het waar dat bij de onderhandelingen over het programakkoord ook afspraken zijn gemaakt ten aanzien van de voorwaarden waaronder de drie collegepartijen definitief akkoord zouden gaan met de aanleg van de Noord-Zuidlijn? Als een dergelijke afspraak is gemaakt, was één van de voorwaarden dat een nieuwe overschrijding van het budget voor de Noord-Zuidlijn beperkt zou blijven tot 130 c.q. 132 miljoen euro? 
     2.   In het programakkoord is een passage opgenomen waarin staat dat het staand beleid ten aanzien onder meer de Noord-Zuidlijn wordt voortgezet. Het staand beleid was en is erop gericht om de lijn aan te leggen. Moet deze passage zo gelezen worden dat de lijn sowieso wordt aangelegd? Of zijn hier in de onderhandelingen voorwaarden aan gekoppeld? Als hier voorwaarden aan gekoppeld zijn, welke zijn dit dan? En waarom zijn deze voorwaarden niet opgenomen in het akkoord?  De volgende vragen hebben betrekking op de situatie waarin een afspraak over de voorwaarden waaronder collegepartijen akkoord gaan met de definitieve aanleg van de Noord-Zuidlijn inderdaad gemaakt is, maar niet is opgenomen in de tekst van het programakkoord. 
     3.   Wat waren de overwegingen om de afspraak niet op te nemen in het programakkoord? Waarom wegen deze redenen volgens het College van Burgemeester en Wethouders op tegen het democratisch recht van de Raad om te weten wat er is afgesproken tussen collegepartijen? 
     4.   Kan het College van Burgemeester en Wethouders aangeven op welke wijze de Gemeenteraad het College kan afrekenen op afspraken die in het geheim zijn gemaakt? 
     5.   In een brief van 4 oktober 2002 maakt het College van Burgemeester en Wethouders bij monde van wethouder Dales de fractie van GroenLinks verwijten dat de partij reeds tot een oordeel is gekomen over de vraag, of 130 miljoen euro te veel is of niet, terwijl belangrijke informatie nog onderweg is. Deze informatie betreft onder meer de financiële gevolgen van het nieuwe kabinetsbeleid voor Amsterdam.
Was alle relevante informatie, waaronder de financiële gevolgen van het nieuwe kabinetsbeleid, bekend bij de onderhandelende collegepartijen toen zij in april 2002 afspraken dat de nu voorgestelde 130 miljoen euro voor de gemeente te dragen is?
Zo ja, kan het College uitleggen hoe het deze informatie heeft weten te verzamelen? Zo nee, is het College bereid toe te geven dat hier de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet? 
     6.   Zijn er nog andere geheime afspraken gemaakt tussen collegepartijen waarvan de Gemeenteraad niet in kennis is gesteld?
Zo ja, is het College van Burgemeester en Wethouders bereid deze afspraken aan de openbaarheid prijs te geven?Zo nee, waarom niet? 

Ter beantwoording van deze vragen wordt het volgende medegedeeld.
     1 tot en met 5. Bij de onderhandelingen over het programakkoord zijn afspraken gemaakt over de Noord-Zuidlijn. Deze staan in het programakkoord.
Daarnaast is er een afspraak gemaakt over een mogelijke aanvulling op het reeds gereserveerde budget. Dat de hoogte van dit bedrag niet is bekendgemaakt, had te maken met de onderhandelingspositie van de gemeente Amsterdam. Dat bedrag maakt deel uit van het totale bedrag dat deze coalitie wenst uit te geven in deze collegeperiode.
Overigens was en is van een geheim definitief en onvoorwaardelijk akkoord geen sprake.
Hiermee acht het College van Burgemeester en Wethouders de vragen 1 tot en met 5 van vragensteller beantwoord.  
     6.  Dit is volstrekt geheim.  

Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,  

E. Gerritsen M.J. Cohen 
secretaris burgemeester
 Verschenen 9 oktober 2002.