|
Beantwoording vertrouwelijke vragen van de fracties van de PvdA, GroenLinks en
de VVD die alsnog openbaar zijn inzake de Noord-Zuidlijn. |
Amsterdam, 18 september 2002
. |
Aan de Gemeenteraad
Beantwoording vertrouwelijke vragen van de fractie van de PvdA die alsnog
openbaar zijn.
10. Verzekeringen.
a
Is mogelijke schade als gevolg van technische calamiteiten gedekt door de
CAR-polis, ook als die calamiteiten zich voordoen terwijl er conform het
ontwerp is gebouwd?
b
Is mogelijke gevolgschade van technische calamiteiten volledig gedekt,
bijvoorbeeld schade aan bouwwerken langs het tracé, extra bouw- en
ontwerpkosten enz.?
c
Welke soorten schade zijn uitgezonderd van dekking?
d
Wanneer zijn de onderhandelingen over de CAR-polis afgerond, en indien ze na
aanvankelijke afronding zouden zijn heropend, om welke redenen is dat dan
gebeurd?
e
Kunnen de CAR-polis en eventuele andere relevante verzekeringsbescheiden aan de
Gemeenteraad worden overgelegd ter beoordeling?
f
Is mogelijke schade als gevolg van technische calamiteiten gedekt door de
CAR-polis, ook als die calamiteiten zich voordoen terwijl er conform het
ontwerp is gebouwd?
g
Is mogelijke gevolgschade van technische calamiteiten volledig gedekt,
bijvoorbeeld schade aan bouwwerken langs het tracé, extra bouw- en
ontwerpkosten enz.?
h
Welke soorten schade zijn uitgezonderd van dekking?
i
Wanneer zijn de onderhandelingen over de CAR-polis afgerond, en indien ze na
aanvankelijke afronding zouden zijn heropend, om welke redenen is dat dan
gebeurd?
j
Kunnen de CAR-polis en eventuele andere relevante verzekeringsbescheiden aan de
Gemeenteraad worden overgelegd ter beoordeling?
Inleidend.
De passage in de ontwerp-raadsvoordracht over de CAR is slechts zeer summier.
Wij beoogden daarmee een onderscheid aan te geven tussen schade gedekt door de
CAR en schade waarvoor de schaderegeling Noord-Zuidlijn in het leven is
geroepen. Om aan de behoefte van een meer grondige toelichting te voldoen,
hebben we in de bijlage Toelichting verzekeringen Noord-Zuidlijn
een uitvoerige uiteenzetting van de verzekeringen van de Noord-Zuidlijn
gegeven.
Teneinde de risicos te beheersen, en daarmee te voorkomen dat
verzekeringen moeten worden aangesproken, zijn de volgende maatregelen genomen:
·
het tracé volgt zo veel mogelijk het stratenpatroon, waarmee invloed op
bestaande bebouwing wordt beperkt;
·
bij de keuze van de bouwtechnieken voor de verschillende tracé-delen
heeft risicoreductie een belangrijke rol gespeeld;
·
de boortunnels liggen op een diepte waarbij invloed op bestaande
paalfunderingen minimaal is;
·
er is een groot aantal proeven gedaan om de ontwerpuitgangspunten te
bevestigen;
·
er is een grootschalig casco/funderingsonderzoeks- en -herstelprogramma
uitgevoerd aan de panden langs het tracé;
·
de invloed van de bouw op de omgeving wordt volcontinu bewaakt middels een
monitoringssysteem;
·
de aannemers zijn bij hun inschrijving gecontroleerd op een aantal
kwaltiteitseisen. 10
a.
Ja, mits de technische calamiteiten tot gevolg hebben dat er een materiële
schade ontstaat. Als er conform het ontwerp wordt gebouwd, ontstaat er geen
materiële schade in de zin van de CAR-polis.
10b.
Ja, mits er een materiële schade ontstaat die niet voorzienbaar is.
10c.
In zijn algemeenheid voor de CAR: schades die niet hebben geleid tot een
materiële schade in de zin van de CAR-polis of schades waarbij het
aansprakelijkheidsvereiste ontbreekt.
10d en e.
De onderhandelingen over de verzekeringspolissen lopen nog steeds. Nadere
resultaten verwachten wij medio september 2002. We zullen deze beoordelen en
bespreken, en zo snel als mogelijk u vervolgens de conceptpolissen toesturen.
Mogelijk ten overvloede, zodra de eerste spa de grond in gaat, zijn deze
werkzaamheden sowieso verzekerd, net zoals dat nu ook al met de tijdelijke
maatregelen het geval is.
14. Overzicht kostenontwikkeling.
a
Kan een gespecificeerd overzicht worden gegeven van de kosten per onderdeel en
totaal, van de bedragen waarop de beschikking is gebaseerd en de bedragen
waarmee thans wordt gerekend, alles omgerekend in euro's?
b
Zijn extra rentekosten in verband met bouwtijdverlenging in het budget
opgenomen?
c
Om welke reden is het subsidiebedrag onlangs met 22,3 miljoen verminderd?
d
Is het bedrag van 100 miljoen gulden ofwel 45 miljoen euro, dat eerder als
UNA-geld naar de regio ging, dezelfde 45 miljoen euro die nu als dekkkingsbron
wordt genoemd in de ontwerp-voordracht?
14a.
De break-down van het budget en de prognose van de projectkosten naar de
afzonderlijke contracten classificeren wij als zeer vertrouwelijk
,
omdat bij het onverhoopt uitlekken van deze gegevens de onderhandelingspositie
van de gemeente schade kan oplopen. Wij volstaan hier met een consolidatie op
groepsniveau:
In miljoen euro; prijspeil 2001 |
Budget | Prognose
| Verschil |
Bouwkosten |
985 |
1139 | - 154
|
Bijkomende kosten | 37 |
37 |
-,- |
VAT-kosten | 204
| 231 |
- 27 |
Totaal projectkosten |
1226 | 1407
| - 182 |
Het budget is gelijk aan de oorspronkelijke raming: dat wat het had mogen
kosten. De prognose is gelijk aan de actuele raming: dat wat het gaat kosten,
waarin begrepen de huidige aanbesteding (= realiteit) en de ramingen van de nog
aan te besteden contracten.
Het totale verschil is het tekort op de projectkosten. Dat is tegen het
prijspeil van 2001 182 miljoen euro (zie de ontwerp-voordracht van 24 juni
2002, blz. 9).
Wellicht ten overvloede: het totaal financieel tekort conform de
ontwerp-voordracht van 24 juni 2002 is 182 miljoen euro projectkosten + 22
miljoen euro rijkssubsidie = 204 miljoen euro (zie ook het antwoord op vraag 14
c). Hiervan is door het rijk en de regio 74 miljoen euro gedekt. Als de
Gemeenteraad akkoord gaat met het saldo van 130 miljoen euro, is het totale
financiële tekort ten opzichte van het budget weggewerkt.
14b
.
Het uitgangspunt voor de tijdsdimensie in de projectfinanciën is dat
jaarlijkse nominale stijgingen gedurende de gehele projectduur tot 2011 van
(bouw)kosten worden gedekt door dezelfde nominale stijging van
opbrengsten (subsidie rijk, gemeentelijk aandeel). Deze jaarlijkse
nominale stijgingen definiëren wij als de indexering. In dat kader speelt
geen rentecomponent.
14c.
In het budget van de Noord-Zuidlijn doen we jaarlijks aannamen voor loon- en
prijsstijgingen, zowel voor de projectkosten als voor de
projectopbrengsten (rijkssubsidie en gemeente). De
wérkelijke loon- en prijsstijgingen zullen uiteraard nooit precies
gelijk zijn aan die aannames. Zo hebben we voor de jaren 1999, 2000 en 2001 een
loon- en prijsstijging voor de rijkssubsidie aangenomen van 3%, 5% en 5%. Tot
op heden heeft het rijk voor diezelfde periode concreet toegezegd: 2,5%, 3,25%
en 3,8%. Het verschil tussen de voorlopige realiteit en de aangenomen cijfers
in het budget is berekend op 22,3 miljoen euro.
Het is overigens kwestie van communicerende vaten: als we in het budget een
lagere aanname voor loon- en prijsstijging hadden gedaan, was het tekort op de
rijkssubsidie kleiner geweest, maar het tekort op de projectkosten groter. Per
saldo zou het materieel niets uitmaken. Duidelijk mag zijn dat er geen sprake
is van een verminderd subsidiebedrag.
14d.
Ja, de gemeente heeft destijds 100 miljoen gulden gestort in het regionaal
mobiliteitsfonds. Onder verwijzing naar die storting heeft de gemeente overlegd
met de regio over een herprioritering. De regio heeft daarmee ingestemd. Met
de regio is afgesproken dat de projecten die naar achteren zijn geschoven bij
nieuwe verdeelrondes, met eerste prioriteit zullen worden behandeld.
15. Planologisch-juridische problemen en afspraken met stadsdelen.
a
Kan een gespecificeerd overzicht worden verstrekt van de noodzakelijke
vergunningen per onderdeel inzake de volgende aspecten per vergunning:
de huidige stand van zaken;
de verwachte termijn van afwikkeling;
hoe de stand is ten opzichte van de planning ten tijde van de beschikking;
welke instantie de vergunning verstrekt.
b
Welke afspraken zijn hierover gemaakt met de betrokken stadsdelen, op welke
wijze wordt het proces vanwege de centrale stad begeleid en hoeveel mensen zijn
hier vanwege de centrale stad mee bezig?
c
Kunnen eventuele vergoedingskosten die het gevolg zijn van een fout van het
stadsdeel, op dat stadsdeel worden verhaald?
d
Kan worden aangegeven waar knelpunten worden verwacht of waar die mogelijk
zijn, respectievelijk welke tijdsmarges zijn ingebouwd?
e
Zijn er bedragen vastgelegd in de opdrachten aan de aannemers voor
vergoedingskosten bij stilstand en hoe luiden die? Is vastgelegd onder welke
omstandigheden de gemeente wél of niet wordt geacht de oorzaak van de
schade te zijn?
f
Zijn er bedragen gereserveerd voor het risico van stilstandvergoeding aan de
aannemer?
g Welke onderdelen zijn niet
begrepen in de aanvankelijke bouwvergunning, en kunnen deze in de gevraagde
rapportage worden meegenomen?
h
Kunnen ook de vergunningen in de rapportage worden meegenomen van die
omgevingsprojecten die vertraging van de eigenlijke Noord-Zuidlijnwerkzaamheden
zouden kunnen veroorzaken? Idem voor bijvoorbeeld bentonietplatforms en
soortgelijke tijdelijke onderdelen van de uitvoering waarvoor des-ondanks een
bouwvergunning nodig is?
i
Zijn de bouwvergunningen voor bentonietplatforms zonder meer geldig voor de
periode dat zij nodig zijn?
15a.
Dit overzicht ligt vertrouwelijk ter inzage.
15b.
Met de stadsdelen Amsterdam-Noord en Amsterdam-Centrum zijn werkafspraken
(ondertekend door de directeur Noord-Zuidlijn en de stadsdeelvoorzitters)
gemaakt waarin de stadsdelen de intentie en inspannings-verplichting uitspreken
om tijdig mee te werken aan het verlenen van de noodzakelijke vergunningen ten
behoeve van de uitvoering van de Noord-Zuidlijn. Met het stadsdeel Oud-Zuid
zijn dergelijke afspraken in een vergevorderd stadium. Met alle stadsdelen is
een regelmatig maandelijks overleg, waarbij ook de stand van
zaken van de vergunningen wordt doorgesproken. Zo nodig is er ook rechtstreeks
ambtelijk contact tussen de stadsdelen en het projectbureau/adviesbureau
Noord-Zuidlijn.
15c.
In de werkafspraken met de stadsdelen Amsterdam-Noord en Amsterdam-Cenrum is
opgenomen dat deze stadsdelen bereid zijn mee te werken aan een snelle
afhandeling van de vergunningaanvragen die door het Projectbureau
Noord-Zuidlijn worden ingediend. Het stadsdeel zal het projectbureau onverwijld
op de hoogte stellen indien problemen worden verwacht met betrekking tot de
vergunningverlening.
Daarnaast is voor het stadsdeel Amsterdam-Noord bepaald dat de kosten die
verband houden met de door het stadsdeel Amsterdam-Noord voorgestelde,
respectievelijk veroorzaakte wijzigingen, alsmede die van planologische
ontwikkelingen rondom voormelde stations (Buikslotermeerplein en Johan van
Hasseltweg), de Nieuwe Leeuwarderweg en de Sixhaven voor rekening van het
stadsdeel Amsterdam-Noord zijn. Indien de plannen vertraging opleveren voor het
project Noord-Zuidlijn door een doen of nalaten van het stadsdeel
Amsterdam-Noord, staat het stadsdeel garant voor deze vertragingsschade.
15d.Zie het overzicht vermeld onder a.
15e
en 15f.
Met de aannemers wordt overeengekomen dat de gemeente verantwoordelijk is voor
de noodzakelijke vergunningen voor de opzet van het project,
terwijl de aannemers verantwoordelijk zijn voor de vergunningen voor de
uitvoering van het project.
De bestekken zijn RAW-bestekken onder het regime van de Uniforme
Administratieve Voorwaarden (UAV). Daarin wordt geregeld op welke wijze met
vertraging wordt omgegaan en dat partijen gehouden zijn, zoveel mogelijk
schadebeperkende maatregelen te nemen.
15g.
De belangrijkste vergunningen in het licht van de thans voorliggende
aanbesteding zijn meegenomen in het gepresenteerde overzicht.
Op het projectbureau is een overzicht beschikbaar van alle vergunningen die
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het project Noord-Zuidlijn. Deze lijst
kan door de raadsleden op verzoek worden ingezien.
15h.
Zie het overzicht als bedoeld onder 15a.
15i.Ja.
17. Specifieke risicoreserves.
a
Kan de passage op blz. 5 van de ontwerp-voordracht onder III worden toegelicht?
Onder specifieke risicoreserves worden de fondsen verstaan die binnen de
contracten Passage CS/metrostation CS en Boortunnels
zijn gevormd als extra voorziening naast de post onvoorzien ten behoeve van
specifieke risicos. Voor de passage CS/metrostation CS is hiertoe in het
contract een gezamenlijk domein in het leven geroepen. Hierin is een aantal
risicovolle activiteiten (bouwputwanden onder het Centraal Station, inkoop van
boorpalen, grout en diepwanden) ondergebracht, waarvoor de aannemer en de
gemeente de risicos delen. Voor de boortunnel is een soortgelijke
voorziening getroffen voor onder andere het risico van het niet halen van de
gemiddelde boorsnelheid.
Beantwoording vertrouwelijke vragen van de fractie van GroenLinks die alsnog
openbaar zijn. II. Risicos.
II.2 en II.3. Wat verzekerbaar.
Voor een uitgebreide toelichting van wat gedekt is in de bouwverzekeringen, en
wat niet, verwijzen we naar het antwoord op vraag III.
III. Verzekeringen.
1.
Hoe zit de CAR-verzekering in elkaar (wat is onrechtmatige daad)? 2.
Welke kosten/risicos zijn niet verzekerd? 3.
Wanneer zijn de verzekeringscontract in te zien? 4.
Hoeveel kosten zijn er opgenomen voor sluiting winkels e.d. ten gevolge van
calamiteiten?
III.1 en III.2.
De passage in de raadsvoordracht over de CAR is slechts zeer summier. Wij
beoogden daarmee een onderscheid aan te geven tussen schade gedekt door de CAR
en schade waarvoor de schaderegeling Noord-Zuidlijn in het leven is geroepen.
Om aan de behoefte van een meer grondige toelichting te voldoen, hebben we in
bijlage Toelichting verzekeringen Noord-Zuidlijn een uitvoerige uiteenzetting
van de verzekeringen van de Noord-Zuidlijn gegeven. III.3.
De onderhandelingen over de verzekeringspolissen lopen nog steeds. Nadere
resultaten verwachten wij medio september 2002. We zullen deze beoordelen en
bespreken. De polissen liggen dan zo spoedig mogelijk vertrouwelijk ter inzage.
Mogelijk ten overvloede: zodra de eerste spa de grond in gaat, zijn deze
werkzaamheden sowieso verzekerd, net zoals dat nu ook al met de tijdelijke
maatregelen het geval is. III.4.
Als er sprake is van materiële schade in de zin van de CAR-polis, is ook
de vervolgschade (causaliteit!) verzekerd, inclusief de schade als gevolg van
het moeten sluiten van winkels.
Vertrouwelijke vragen van de fractie van de VVD die alsnog openbaar zijn.
Vraag 4 (vergunningenrisicos).
Vraag: In hoeverre is er nog sprake van risicos voor het hele project
juridisch, financieel en qua tijdsplanning op grond van de nu nog
lopende rechtszaken tegen verleende vergunningen, onder meer rond de
monumentvergunning bij het Centraal Station (blz. 22), de bouwvergunning voor
het station Rokin (blz. 23), de bouwvergunning voor het casco Vijzelgracht
(blz. 23) en de bouwvergunning voor het station Ceintuurbaan (blz. 24)?
Voor de beantwoording van deze vraag is een notitie, getiteld: Stand van zaken
Procedures en Vergunningen, van 10 september 2002 opgesteld en heeft prof.
Koeman een juridische risicoanalyse uitgevoerd. Deze documenten liggen
vertrouwelijk ter inzage bij de sector Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en
Beheer (ROIB) van de Bestuursdienst.
Vraag 5 (dekking vergunningsrisicos).
Vraag: Indien die risicos er inderdaad zijn, in hoeverre zijn die dan
afgedekt binnen het totale project?
Zie ook het overzicht vergunningen zoals toegelicht in het antwoord op vraag 4.
De mogelijke vertragingsrisicos verschillen van geval tot geval.
Uitgangspunt is een gedegen voorbereiding met goed gemotiveerde
belangenafwegingen. Indien onverhoopt toch vertraging optreedt, zal deze worden
behandeld conform de daartoe strekkende bepalingen in de UAV (Uniforme
Administratieve Voorwaarden) waardoor partijen gehouden zijn, zoveel als
mogelijk schadebeperkend te handelen. In het uiterste geval kan het werk worden
geschorst conform paragraaf 14 van de UAV.
Vragen 12 en 13 (verzekeringen).
Vraag: Op welke wijze en door wie ook extern -
heeft u laten checken in hoeverre de aansprakelijkheid voor onverwachte
tegenslagen tijdens de bouw en calamiteiten goed in kaart zijn gebracht en
vervolgens zijn afgedekt in duidelijke afspraken?
Vraag: Op welke wijze en door wie ook extern -
heeft u laten checken hoe compleet de CAR-verzekering mogelijke risicos
en calamiteiten afdekt, en welke risicos en calamiteiten de
CAR-verzekering niet afdekt? Welke voorzieningen zijn vervolgens getroffen voor
de mogelijk niet met de CAR-verzekering te dekken risicos en
calamiteiten?
Voor het integrale verzekeringsdossier hebben wij VGA Verzekeringen
ingeschakeld. VGA onderhoudt op haar beurt de contacten met
verzekeringsmakelaars en de (her)verzekeraars. De verzekeringen (CAR, AVB en
PI) dekken een groot deel van bouwcalamiteiten in de breedste zin. Voor een
uitvoerige uiteenzetting van wat gedekt is en niet gedekt is, verwijzen wij
naar de bijlage, getiteld: Toelichting Verzekeringen Noord-Zuidlijn. De
onderhandelingen over de verzekeringspolissen lopen nog; nadere resultaten
verwachten wij medio september 2002. De polissen liggen daarna zo spoedig
mogelijk vertrouwelijk ter inzage.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
|
E. Gerritsen |
M.J. Cohen |
secretaris |
burgemeester |
Verschenen 2 oktober 2002.
Bijlage Toelichting Verzekeringen Noord-Zuidlijn
In deze bijlage volgt een uiteenzetting van:
1. De CAR-verzekering.
2.
De AVB-verzekering.
3. De PI-verzekering. 
A. Construction all risks verzekering (CAR)
De constructieverzekering heeft als voornaamste doelstelling alle bij de bouw
betrokken partijen tijdens de bouwperiode dekking te bieden tegen de geldelijke
gevolgen van materiële schade aan het werk, die zich bij de uitvoering
van het project kunnen voordoen. Voor wat betreft de verzekerde bedragen,
bestaat er een vierdeling in secties.
Sectie I: het werk
Het werk omvat de objecten die in aanbouw zijn en/of gereed zijn en
alle voor de bouw bestemde componenten. De dekking voor schade aan het
werk tijdens de bouwtermijn is als volgt geformuleerd:
materiële schade aan en/of verlies of vernietiging van verzekerde
objecten, onverschillig hoe ook ontstaan.
Onder beschadiging in de zin van de CAR-verzekering wordt fysieke aantasting
van het object verstaan, die tot uiting komt in een (blijvende) aantasting van
vorm of structuur. Er moet dus iets kapot zijn. Als het object niet beantwoordt
aan het doel waarvoor het is gebouwd èn niet beschadigd is, geeft de
polis hiervoor geen dekking.
Sectie II/III: aansprakelijkheid / bestaande eigendommen gecombineerd
Sectie II omvat schadeloosstellingen ingeval:
·
derden lichamelijk letsel hebben opgelopen, zijn gedood of in hun gezondheid
zijn geschaad. Uitgesloten is evenwel zogenaamde
werkgevers-/werknemersaansprakelijk voortvloeiende uit artikel 7:658 BW (zie
hiervoor AVB);
·
aan stoffelijke eigendommen van derden schade is toegebracht dan wel door
derden, als direct of indirect gevolg van zodanige schade aan eigendommen,
schade in hun vermogen is geleden.
Sectie III dekt schade aan en/of verlies of vernietiging van:
·
eigendommen van opdrachtgevers en gebruikers;
·
andere eigendommen die deel uitmaken van het werk;
·
andere eigendommen waarvoor een opdrachtgever aansprakelijk is;
·
eigendommen die de verzekerde onder zijn opzicht of in bewerking heeft.
Er is slechts dekking indien de materiële schade verband houdt met de
uitvoering van werken of bouwprojecten als omschreven in Sectie I.
Sectie IV: eigendommen van personeel
Dekt materiele schade aan of verlies van op het werk aanwezige eigendommen.
Voorbeelden van schades m.b.t. CAR:
1) Diepwanden van stations lekken Gedekte schade
·
Indien oorzaak is gelegen in een van buitenkomend onheil valt dit onder de
dekking van de CAR polis.
·
Schade aan een diepwand; dit is een gedekte schade onder de CAR polis.
Niet gedekte schade
·
De diepwanden voldoen niet aan de specificaties in het bestek, er is geen
zichtbare schade waarneembaar en de oorzaak gelegen in een fout ontwerp en/of
toepassing van foutieve materialen; dit is geen materiële schade in de zin
van de CAR polis dus geen dekking. Dergelijke schades zijn mogelijk gedekt
onder de BA polis (zie onder). 2) Schade aan omliggende grond
Gedekte schade
·
Indien t.b.v. de reparatie van een diepwand of vervanging van in de grond
aangebrachte verzekerde interesten materiële schade is ontstaan wordt de
schade aan de diepwand alsmede herstel van omliggende grond vergoed.
Niet gedekte schade
·
Het boorproces dient gestopt te worden i.v.m. problemen met de TBM. Teneinde
met boren verder te kunnen dient de omliggende grond voor de TBM verbeterd en
gestabiliseerd te worden middels injectie en/of grouting. De kosten hieraan
verbonden zijn niet gedekt onder de CAR polis daar er hier geen sprake is van
een materiële schade in de zin van de polis.
·
Er ontstaan problemen met het boren van de 2e
tunnel daar met het boren van de 1e
tunnel de grond verstoord is. De CAR polis biedt geen soelaas aangezien er
geen sprake is van materiële schade aan verzekerde interesten.
B. Aansprakelijkheidsverzekering bedrijven (AVB)
De AVB biedt dekking voor de aansprakelijkheid van de opdrachtgever en de door
de opdrachtgever ingeschakelde hulppersonen voor door derden geleden schade
(inclusief alle op geld waardeerbare gevolgschade en smartengeld) als gevolg
van:
·
Letsel of aantasting van de gezondheid al dan niet de dood ten gevolge hebbende
(personenschade);
·
Beschadiging, vernietiging, verontreiniging, verlies of het vuil worden van
zaken of het zich daarop of het daarin bevinden van vreemde stoffen
(zaakschade).
De AVB biedt geen dekking voor zogenaamd puur financieel nadeel. Onder puur
financieel nadeel wordt verstaan andere schade dan personen- en/of zaakschade
die door derden wordt geleden. De bij sectie II van de CAR genoemde uitsluiting
werkgevers-/werknemersaansprakelijkheid voortvloeiende uit artikel 7:658 BW
wordt ground up opgepakt door de AVB. Voorts wordt er dekking
geboden voor verschil in limieten ten opzichte van Sectie II van de CAR. Ergo:
de AVB is to follow de condities (en derhalve ook de uitsluitingen)
van Sectie II van de CAR indien de aansprakelijkheid groter is dan het
verzekerde bedrag inzake aansprakelijkheid als gedekt onder Sectie II.
Voorbeelden van schades m.b.t. AVB:
Gedekte schade
·
Ten gevolge van een bedrijfsongeval waarvoor de werkgever analoog aan artikel
7:658 BW aansprakelijk is, lijdt de werknemer inkomstenderving. Voorts worden
de door de ziektekostenverzekeraar gemaakte kosten in rekening gebracht bij de
werkgever. Beide schade elementen zijn gedekt onder de AVB.
·
Een materiele aansprakelijkheid schade van EUR 10 mio (per gebeurtenis) die is
gedekt onder Sectie II van CAR wordt voor het meerdere boven de limiet van
Sectie II vergoed. Niet gedekte schade
·
Financieel nadeel dat door derden wordt geleden zonder dat er sprake is van een
materiele schade aan panden komt niet voor vergoeding in aanmerking.
·
Voorzienbare schade aan derden. Dit zijn schaden die te allen tijde zouden
optreden, derhalve is er geen sprake van een onzeker voorval.
C. Professional indemnity (PI) of beroepsaansprakelijkheidsverzekering (BA)
De PI verzekering heeft als voornaamste doel het afdekken van de directe
(financiële) gevolgen van een ontwerpfout. Er wordt geen dekking geboden
voor de materiele schade (is CAR of AVB), doch wel voor de kosten die verband
houden met het herstel van de niet materiële schade die het gevolg is van
een ontwerpfout.
Voorbeelden van schades m.b.t. PI:
Gedekte schade
·
Bij de aanleg van een van de tunnelbakken is men in het ontwerp uitgegaan van
een te lichte fundering waardoor additionele kosten gemaakt dienen te worden om
deze (beroeps) fout te herstellen. Deze additionele kosten komen voor
vergoeding in aanmerking.
Niet gedekte schade
·
De te maken extra kosten als gevolg van een ontwerpfout die als de ontwerpfout
niet zou zijn gemaakt onderdeel zouden zijn geweest van de totale kosten van
het project. Hypothetisch: van de 13 contracten is voor contract 9 abusievelijk
vergeten om dat technisch en budgettair in het totaalproject op te nemen.
|