Bron             : Raad
Onderwerp        : WIJZIGING VERORDENING NADEELCOMPENSATIE EN PLANSCHADE
                   NOORD- ZUIDLIJN.
Portefeuille     : wethouder Financi%n
Afd./Pol. partij : CO-FIN
Datum Raad       : --
Datum publikatie : 18-05-01
Gemeenteblad nr. : 49

Volgn. 49 WIJZIGING VERORDENING NADEELCOMPENSATIE EN PLANSCHADE NOORD- ZUIDLIJN. Burgemeester en Wethouders van Amsterdam brengen ter algemene kennis, dat de Gemeenteraad bij zijn besluit van 9 mei 2001, nr. 267, heeft besloten, vast te stellen de volgende Wijziging van de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn en toelichting. I Art. 3 wordt gewijzigd en als volgt gelezen: Art. 3 De bepaling van de hoogte van het nadeel en de nadeelcompensatie. 1. Met inachtneming van het bepaalde in art. 13 brengt de adviescommissie advies uit over de omvang van het nadeel en de hoogte van de nadeelcompensatie. 2. Voorzover de omvang van het nadeel kan worden vastgesteld op basis van de winstderving van de verzoeker, wordt de tijdens de aanleg van de Noord-Zuidlijn door de verzoeker behaalde winst (inkomsten) vergeleken met de door hem v››r de aanleg van de Noord-Zuidlijn behaalde gemiddelde winst (gemiddelde inkomsten) in de daarvoor in aanmerking komende, in beginsel vijf jaren. Het aldus verkregen resultaat zal worden gecorrigeerd met een inflatiecorrectie en, voorzover aanwezig, gecorrigeerd met een toepasbare branchecorrectie. II De tekst van de toelichting op art. 1 (begripsomschrijvingen), sub j, Winst, eerste alinea wordt vervangen door: j. Winst: de nadeelcompensatie kan worden bepaald op basis van de gederfde winst (art. 3, lid 2). De ad-vies-commissie dient de Gemeenteraad te adviseren om-trent de te vergoe-den na-deel- compen-satie. Het is dan ook de adviescommissie die in de praktijk de omvang van de gederfde winst bepaalt. III De tekst van de toelichting op art. 2 (het recht op nadeelcompensatie), lid 1, ad 4 (begroting van de schade), wordt vervangen door: Ad 4. Begroting van de schade. De Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord- Zuidlijn formuleert in art. 3, leden 1 en 2, regels voor de wijze van schadebegroting. Uitgangspunt daarbij is dat de adviescommissie in beginsel vrij is in de wijze waarop zij de omvang van de schade en de hoogte van de nadeelcompensatie vaststelt. Aangezien het op voorhand niet mogelijk is alle vormen waarin zich het nadeel kan voordoen, te bepalen en er al naar gelang de omstandigheden van het geval meerdere methoden denkbaar zijn met behulp waarvan in de praktijk de schade kan worden begroot, wordt dit overgelaten aan de adviescommissie. Aangezien bepaling van het nadeel op basis van de winstderving in het kader van nadeelcompensatie, maar ook bij andere formeel wettelijke schadevergoedingsregelingen als bijvoorbeeld art. 49 van de WRO, een veelgebruikte methode is en het bieden van meer duidelijkheid vooraf omtrent de wijze van schadebegroting wenselijk kan zijn, is hiervoor een specifieke bepaling opgenomen. Een nadere uiteenzettting is geformuleerd in de toelichting op art. 3. IV De volgende tekst van de toelichting op art. 2 (het recht op nadeelcompensatie), lid 1, ad 5 (normaal maatschappelijk risico) komt te vervallen: "Wel heeft in het kader van de rechtszekerheid, gelet op de wens die naar voren kwam uit het maatschappelijk overleg, een nadere invulling plaatsgevonden van het normaal maatschappelijk risico wat betreft de ondernemers. Daarvoor zij verwezen naar art. 3, lid 2, van de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade en deze toelichting ten aanzien van dat artikel". V De tekst van de toelichting op art. 3 (de hoogte van de nadeelcompensatie) wordt gewijzigd en als volgt gelezen: Art. 3. De hoogte van de nadeelcompensatie. Lid 1. In dit lid is de hoofdregel voor de schadebegroting opgenomen. De adviescommissie is bij haar advisering over de omvang van het nadeel en de hoogte van de nadeelcompensatie in beginsel vrij in de wijze waarop zij deze vaststelt, mits zij dit doet op een zo objectief mogelijke wijze. Daarbij zal de commissie aansluiting dienen te zoeken bij de bestaande praktijk in vergelijkbare nadeelcompensatiegevallen, alsmede de bestaande praktijk van andere wettelijke schadevergoedingsregeling, zoals de regeling van art. 49 van de WRO. Alle relevante schadeposten neemt zij daarbij in beschouwing. Gelet op hetgeen ook elders in deze toelichting reeds is aangegeven ten aanzien van de begroting van de schade, zijn in beginsel geen schadeposten uitgesloten. De omvang van het geleden nadeel wordt vastgesteld op basis van regels en procedures zoals die bij de toepassing van art. 49 van de WRO inzake planschadevergoeding worden gehanteerd, waarbij in de meeste gevallen de winst- of inkomstenderving de belangrijkste rol zal spelen. De hoogte van de nadeelcompensatie is, in aansluiting op de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot het bestemmingsplan Noord-Zuidlijn, niet in de verordening geregeld. Het wordt in eerste instantie aan de adviescommissie overgelaten vast te stellen in hoeverre er in verband met de aanleg van de Noord-Zuidlijn aanleiding bestaat tot toepassing van een aftrek wegens normaal maatschappelijk risico. Lid 2. Zoals hiervoor reeds aangegeven, zal bij vaststelling van de omvang van het nadeel de winst- of inkomstenderving in het algemeen de belangrijkste rol spelen. Hierin is aanleiding gevonden om, naast de hiervoor aangegeven algemene regel voor de vaststelling van het geleden nadeel en de nadeelcompensatie, ten aanzien van deze winst- of inkomstenderving een specifieke regeling op te nemen. De bepaling van de omvang van het nadeel op basis van winst- of inkomstenderving vindt plaats door de tijdens de aanleg van de Noord-Zuidlijn behaalde winst (inkomsten) te vergelijken met de door hem v››r de aanleg van de Noord- Zuidlijn behaalde winst (inkomsten) in de daarvoor in aanmerking komende, in beginsel vijf jaren. Het aldus verkregen resultaat wordt gecorrigeerd met een inflatiecorrectie en, voorzover aanwezig, met een toepasbare branchecorrectie. Door middel van toepassing van de inflatie- en branchecorrecties zal, na vaststelling welke normjaren worden gebruikt bij een individuele aanvraag voor nadeelcompensatie, vervolgens de werkelijk geleden schade zo nauwkeurig mogelijk worden vastgesteld. Als inflatiecorrectie zal worden gehanteerd de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde prijsindexcijfers voor de gezinsconsumptiereeks voor werknemersgezinnen met een gezinsinkomen beneden de loongrens van de ziekenfondsverzekering. De winstcijfers zullen daarnaast, voorzover mogelijk, nog per branche worden gecorrigeerd naar landelijke en/of lokale ontwikkelingen. Vervolgens wordt op de hoogte van de compensatie de in het kader van de onderhavige Verordening Nadeelcompensatie en Planschade te hanteren en hiervoor toegelichte normen gehanteerd. Zie ook de toelichting onder art. 2, lid 1, ad 4 (begroting van de schade). VI Deze wijziging van de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn te publiceren op de daarvoor gebruikelijke wijze. Burgemeester en Wethouders voornoemd, E. Gerritsen M.J. Cohen secretaris burgemeester