Bron: Raad
Type document: notulen
Onderwerp: Raadsvergadering 12 december 2001 (middag)
Datum publicatie:01-03-2002
Datum Raad:12-12-2001
 
Tekst:
 
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 12 EN DONDERDAG 13 DECEMBER
2001.
 
Aanwezig: de leden Van der Aa (PvdA), mevr. Alberts (SP), Arda
(D66), mevr. Asante (PvdA), Bakker (SP), Balak (CDA), mevr.
Boerlage, mevr. Bruines (D66), Van der Burg (VVD), Bijlsma
(PvdA), mevr. Codrington (GroenLinks), Dales (VVD), Danen
(Amsterdam Anders/De Groenen), mevr. Elatik (PvdA),
Frankfurther (D66), Goedhart (CDA), Goring (VVD), Grifhorst
(PvdA), Grondel (GroenLinks), Hafkamp (VVD), Halbertsma (PvdA),
Hemmes (D66), mevr. Hofmeijer (GroenLinks), Hooijmaijers (VVD),
Houterman (VVD), Huffnagel (VVD), Jamari (PvdA), mevr. Irik
(PvdA), mevr. Kalt (Amsterdam Anders/De Groenen), K”hler
(GroenLinks), mevr. Van der Linden (VVD), Van Lohuizen
(Amsterdam Anders/De Groenen), mevr. Maij (CDA), Meijer (PvdA),
mevr. Van Oudenallen (Mokum Mobiel'99), mevr. ™ztok
(GroenLinks), Paquay (SP), Piersma (PvdA), Van Poelgeest
(GroenLinks), mevr. Riem Vis (PvdA), mevr. Spier-van der Woude
(VVD), Stadig (PvdA), mevr. Sweet (PvdA), De Vries (PvdA) en
Yalin (PvdA).
 
Afwezig: geen der leden.
 
Middagzitting op woensdag 12 december 2001.
 
Voorzitter: mr. M.J. Cohen, burgemeester.
 
Secretaris: drs. E. Gerritsen, gemeentesecretaris.
 
De VOORZITTER: Ik moet deze raadsvergadering op een iets andere
manier beginnen dan gebruikelijk, want gisteren heeft ons het
droevige bericht bereikt, dat Richard Ronteltap is overleden.
Verleden week heeft hij zijn huis in overspannen toestand
verlaten en gisteren is hij bij Freiburg in Duitsland gevonden.
Met een korte onderbreking maakte hij vanaf januari 1978 tot
april 1990 deel uit van de VVD-fractie in deze Raad. Hij hield
zich hier onder meer bezig met Volkshuisvesting, Financi‰n en
Ruimtelijke Ordening.
Degenen die hem nog als raadslid hebben gekend, memoreren
zijn aparte stemgeluid en typeren hem als een gedreven persoon
die zijn dossiers tot in de details beheerste. Hij was, hoewel
principieel, gevoelig voor argumenten, al had hij soms wat
minder oog voor sentiment. Velen zullen zich hem herinneren als
iemand die zich beijverde voor het behoud van een evenwichtige
bevolkingsopbouw in de stad. In een tijd waarin menige
Amsterdammer naar een overloopgemeente verhuisde, pleitte hij
voor het wonen in de plaats waar men werkt. Hij was een verwoed
voorvechter van verlaging van de onroerende-zaakbelasting en
hij kon felle pleidooien houden tegen de erfpacht. De debatten
met wethouder Schaefer zullen velen zich nog voor de geest
kunnen halen. In 1990 was hij de eerste die de transfer van de
centrale stad naar een stadsdeel maakte, waarmee hij het belang
van het stelsel van stadsdelen sterk onderstreepte. Als
voorzitter van het stadsdeel Amsterdam-Zuid heeft hij dat
stadsdeel vorm gegeven. Behalve Welzijn heeft hij in de acht
jaar van zijn voorzitterschap alle beleidsterreinen in zijn
portefeuille gehad. Verleden jaar trad hij terug als lid van
het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid.
Richard werd 60 jaar oud. Wij gedenken hem met eerbied en met
genegenheid.
 
(De Raad neemt staande een minuut stilte in acht)
 
De VOORZITTER: De Commissie voor de Werkwijze heeft
besloten dat deze vergadering in principe uit drie dagdelen zal
bestaan.
 
Aan de orde is de agenda.
 
1
.................................. .... ....................... ............................................  
29
Voordracht van Burgemeester en Wethouders van 29 november
2001 inzake het project Tweede Coentunnel/Westrandweg
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 944).
 
De heer FRANKFURTHER (orde): Wij pleiten voor uitstel van
dit punt. Wij hebben dit nieuwe plan drie‰nhalve week geleden
voor het eerst onder ogen gekregen. Verleden week, op
sinterklaasavond, is het in de commissievergadering aan de orde
geweest. Op dat moment waren drie commissieleden verhinderd.
Het verslag van deze bijeenkomst is nog niet gereed, dus wij
weten niet wat daar is besproken en wat de antwoorden van de
wethouder waren. Dit dossier heeft een looptijd van 30 jaar en
ik heb daarvan 20 jaar meegemaakt. Waarom moet dit opeens zo
snel door de Raad worden gejaagd? De fractie van D66 heeft zich
niet goed kunnen voorbereiden en zij heeft zich niet nader
kunnen ori‰nteren. E‚n van de redenen daarvan is dat de
begroting aan de orde was en is. Wij verzoeken het College,
uitstel te verlenen, behalve als dat ontoelaatbaar is, of als
wij de gemeente daardoor schade toebrengen.
 
Wethouder STADIG: De opmerking dat dit dossier inmiddels
een looptijd heeft van 30 jaar, heb ik vaker gehoord. Er zijn
echter ook personen die van mening zijn dat dat een reden is,
er nu daadwerkelijk mee te beginnen. Er is de laatste maanden
sprake van een dynamiek op dat punt en het College hecht eraan
deze dynamiek vast te houden. Er is immers een samenhang tussen
dit proces en dat met betrekking tot de Noord-Zuidlijn. In
beide gevallen zijn belangrijke rivierkruisende verbindingen
aan de orde. In het ene geval geldt dat voor het openbaar
vervoer en in het andere voor de auto. Het is daarom niet
toevallig dat wij tussen beide een relatie leggen.
Als de Raad pleit voor uitstel, komt dit punt in januari
2002 aan de orde. In de regio zal dat psychologisch verkeerd
uitwerken en dat zou het College betreuren. Ik heb begrip voor
het argument van de heer Frankfurther dat hij een en ander wil
voorbereiden. De materie is echter niet volledig nieuw, want
dit is een uitwerking van discussiepunten die eerder aan de
orde zijn geweest en van een aantal moties. Ik vraag de
Voorzitter daarom, dit punt op de agenda te laten staan.
 
De heer VAN POELGEEST: Mijnheer de Voorzitter. Het wordt
mij aan de hand van het antwoord van de wethouder niet geheel
duidelijk of het dermate spoedeisend is dat deze zaak vandaag
moet worden behandeld. Het is niet duidelijk of er anders
sprake is van nadelige financi‰le gevolgen voor de gemeente
Amsterdam.
De relatie die de wethouder legt met de Noord-Zuidlijn,
was er reeds. Ik doel op de verbinding boven en onder het IJ.
Dat is eerder echter niet een reden geweest om deze punten
gekoppeld te behandelen. Als er sprake is van wederzijdse
afhankelijkheid, moet de wethouder ons dat meedelen. Daarover
is ons namelijk niets bekend en de wethouder heeft zojuist niet
gezegd dat dat het geval is, dus ik heb de indruk dat er geen
spoedeisende argumenten zijn. Dit onderwerp kan daarom mijns
inziens in januari 2002 worden behandeld.
 
Wethouder STADIG: Mijnheer de Voorzitter.
Wethouder Dales weet wat hij vandaag over de Noord-Zuidlijn
heeft bekend gemaakt. Ik kan daarover beter geen uitspraken
doen.
 
Mevr. BOERLAGE: Begrijp ik het goed dat wij later moeten
kiezen tussen een tunnel voor openbaar vervoer en een tunnel
voor auto's?
 
Wethouder STADIG: Wij proberen beide tunnels te
realiseren.
 
De heer PAQUAY: Ik zou het toch fijn vinden een antwoord
te ontvangen op de door de heer Van Poelgeest gestelde vragen.
Een psychologische verbondenheid interesseert mij niet, want
die geldt voor allerlei zaken. Kan de wethouder uitleggen
waarom dit onderwerp vandaag moet worden behandeld?
 
De heer GOEDHART: Ik heb de indruk dat wij op een
inhoudelijke discussie overgaan. Naar mijn idee is het daarom
goed deze zaak vandaag te behandelen.
 
De VOORZITTER: De vragen hebben nog steeds betrekking op
de orde. De vraag is immers of wij dit onderwerp al dan niet
behandelen. Wethouder Stadig heeft een aantal argumenten
genoemd, waarover vervolgens vragen zijn gesteld. Ik stel voor,
daarop een antwoord te geven en een en ander in een kort
ordedebatje te bespreken.
 
Wethouder DALES: Vanochtend is met een aantal leden van
de Raad over de Noord-Zuidlijn gesproken, namelijk de leden van
de Commissie voor Verkeer en Vervoer. Ook een aantal
fractievoorzitters was daarbij aanwezig en vervolgens heb ik
met de pers gesproken.
De link met de regio is dat de samenwerking met de regio
dringend noodzakelijk is - in het bijzonder de partners met wie
wij in het Bereikbaarheidsoffensief Noordelijke Randstad zitten
- bij de oplossing van het tekort dat is ontstaan op de Noord-
Zuidlijn. Ik begrijp daarom dat wethouder Stadig zegt dat wij
geen goed signaal afgeven als wij vandaag niet over de
Coentunnel spreken. Het een hangt immers met het ander samen.
Als wij hen bereid willen vinden, moeten wij ervoor zorgen dat
er zaken zijn die de partners in dat geheel een plezier doen.
Ik vind dat wethouder Stadig gelijk heeft.
 
De VOORZITTER: Het College stelt voor, dit onderwerp te
behandelen. De argumenten zijn mijns inziens duidelijk.
Graag
verneem ik of de Raad daarmee akkoord gaat.
 
De heer FRANKFURTHER: Ik heb de indruk dat de meerderheid
van de Raad het standpunt van het College steunt. De D66-
fractie is er niet op uit, de gemeente Amsterdam schade toe te
brengen. Helaas kunnen wij morgen waarschijnlijk niet deelnemen
aan het debat. Wij hebben ons immers niet voldoende kunnen
voorbereiden. Mijn fractie zal daarom morgen tegen deze
voordracht stemmen. Ik stel desalniettemin voor, de werkwijze
te volgen die door de wethouder is aangegeven.
 
De heer VAN POELGEEST: Het is mij niet duidelijk op grond
waarvan de heer Frankfurther meent dat de meerderheid van de
Raad het standpunt van het College volgt. Slechts een beperkt
deel van de fracties heeft zich uitgesproken over dit
onderwerp. Ik stel voor dat hij afwacht totdat alle fracties
hun mening hebben gegeven.
Op grond van de opmerkingen van wethouder Dales zouden
wij er eerder voor pleiten dit punt gezamenlijk met de Noord-
Zuidlijn te behandelen. Dat agendapunt zal waarschijnlijk eind
januari 2002 in deze Raad aan de orde komen.
(De VOORZITTER: Ik onderbreek u, want ik wil niet
dat het debat bij dit agendapunt wordt gevoerd.)
Ik vind het niet juist dat slechts het College
inhoudelijke argumenten kan aandragen. Ik vind dat niet in de
haak. Wethouder Dales is begonnen met het aandragen van
inhoudelijke argumenten.
 
De heer PIERSMA: Het moet niet te hard worden gespeeld.
Er werd een inhoudelijke vraag aan het College gesteld en
daarop werd antwoord gegeven. Het was niet de bedoeling
inhoudelijk over dit onderwerp te discussi‰ren. Als men geen
inhoudelijk antwoord van het College wenst, dan moet men geen
inhoudelijke vraag stellen.
De fractie van de PvdA was liever eerder op de hoogte
geweest van de bezwaren. Het was mogelijk geweest, dat in de
commissievergadering aan de orde te stellen, al was dat niet
zinvol geweest voor de afwezigen. Wij vinden het niet
bezwaarlijk de behandeling voort te zetten, maar wij wachten de
reactie van de andere fracties af.
 
De heer VAN LOHUIZEN: Datgene wat wethouder Dales heeft
opgemerkt, is ons enkele uren geleden ter ore gekomen. Er is
sprake van een enorm pak papier met informatie. Wij konden deze
informatie nog niet bestuderen, laat staan dat wij deze konden
laten bezinken. Wij pleiten er daarom voor, de behandeling van
dit punt uit te stellen.
 
De VOORZITTER: Wij kunnen uitvoerig over deze zaak
debatteren, maar ik wil weten of de Raad al dan niet
voorstander is van behandeling. Daartoe breng ik deze vraag in
stemming.
 
Aan de orde is de stemming over de vraag of agendapunt 29
in de vergadering van heden al dan niet in behandeling wordt
genomen.
 
De VOORZITTER: Ik constateer dat de fracties van
GroenLinks, de SP, Amsterdam Anders/De Groenen, D66 - behoudens
de wethouder - en mevr. Boerlage tegenstander zijn van
behandeling van dit agendapunt op dit moment. De overige
fracties zijn voorstander van behandeling. Dat houdt in dat dit
punt op de agenda blijft staan ter bespreking.
 
De discussie en besluitvorming over punt 29 wordt even
aangehouden.
 
Punt 30 wordt even aangehouden.
&nbs

...............................................
.....................................
.............

4
Stemming over de ingediende moties/amendementen van
raadsleden inzake de begroting voor 2002 (Gemeenteblad afd. 1,
nrs. 689-787 en 790-830).
 

.....................................
.............................................................
...............................................
.......................................

De heer BAKKER: Mijnheer de Voorzitter. Motie nr. 731 zal
gewijzigd worden ingediend. De heer K”hler had in de
commissievergadering geen spreektijd meer, maar hij mompelde de
vraag of dat als `besturen op hoofdlijnen' kan worden
beschouwd. Ik heb daarop geantwoord dat dat inderdaad het geval
is en deze mening ben ik nog steeds toegedaan. Juist voor een
geslaagd milieubeleid zijn zichtbare en concrete maatregelen
belangrijke succesfactoren. De heer K”hler kan dat desgewenst
navragen bij de heer Grondel, die daarvan beter op de hoogte
is. Bovendien kan het onderzoek, waarnaar in de gewijzigde
motie wordt gevraagd, beperkt blijven. Er is immers reeds veel
onderzoek verricht. De energie kan daarom vooral worden gericht
op een eventuele concrete uitvoering van bijvoorbeeld een
proefproject.
Motie nr. 793 over de WIBO-woningen wordt eveneens
gewijzigd ingediend. In het besluit komt het absolute getal van
80 procent te vervallen.
Mede naar aanleiding van datgene wat deze ochtend over de
Noord-Zuidlijn is meegedeeld, wijzen wij nogmaals op motie nr.
792 waarbij de gelden die voor de Noord-Zuidlijn zijn bestemd,
worden ingezet voor woningbouw. Dit, mede gezien de discussie
over IJburg, die wethouder Stadig twee weken geleden met ons
heeft gevoerd.
De wethouder twijfelde over de vraag of het middensegment
in de nieuwe tranche van woningen eenvoudig kan worden
gerealiseerd. Hij heeft daarbij echter opgemerkt dat dat wel
mogelijk zal zijn als wij hem geld geven. Dat zullen wij doen.
Ik dien dus twee gewijzigde moties in.
(Wethouder DALES: Begrijp ik het goed dat u het
tekort op de Noord-Zuidlijn wilt inzetten voor de woningbouw?)
Dat heeft wethouder Dales goed begrepen. Het is een
keuze.
Tenslotte trekken wij motie nr. 732 technisch in, die op
een ander moment weer terugkomt.
 
De moties-Bakker (nrs. 731, 732, en 793), ingetrokken
zijnde, maakt geen onderwerp van behandeling meer uit.
 

.........................................
..............................
...................................................................
....................................

De vergadering wordt geschorst van 16.45 uur tot 19.30
uur.