Bron: Raad Type document: notulen
Onderwerp: Raadsvergadering 4 juli 2001 (middag) Datum publicatie:05-09-2001
Datum Raad:04-07-2001 Tekst:
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 4 JULI 2001.
Aanwezig: de leden Van der Aa (PvdA), mevr. Alberts (SP), mevr.
Asante (PvdA), Bakker (SP), Balak (CDA), mevr. Boerlage
(GroenLinks), mevr. Bruines (D66), Bijlsma (PvdA), alleen 's
avonds, Cherribi (PvdA), mevr. Codrington (GroenLinks), Danen
(Amsterdam Anders/De Groenen, mevr. Elatik (PvdA), Goedhart
(CDA), Goring (VVD), Grifhorst (PvdA), Grondel (GroenLinks),
Hafkamp (VVD), Halbertsma (PvdA), Hemmes (D66), mevr. Hofmeijer
(GroenLinks), Hooijmaijers (VVD), Houterman (VVD), Huffnagel
(VVD), mevr. Irik (PvdA), mevr. Kalt (Amsterdam Anders/De
Groenen), K"hler (GroenLinks), mevr. Krikke (VVD), mevr. Van
der Linden (VVD), Van Lohuizen (Amsterdam Anders/De Groenen),
mevr. Maij (CDA), Meijer (PvdA), mevr. Van Oudenallen (Mokum
Mobiel'99), Paquay (SP), Piersma (PvdA), Van Poelgeest
(GroenLinks), mevr. Spier-van der Woude (VVD), Stadig (PvdA),
mevr. Sweet (PvdA), De Vries (PvdA) en Yalin (PvdA).
Afwezig: de leden Dales, Frankfurther en mevr. Tz tok.
Middagzitting op woensdag 4 juli 2001.
Voorzitter: mr. M.J. Cohen, burgemeester.
Secretaris: drs. E. Gerritsen, gemeentesecretaris.
Aan de orde is de agenda. 1
.............................
........................................
...........................
11
Voordracht van Burgemeester en Wethouders van 21 juni
2001 tot verwerving en ontruiming, vestiging van opstalrechten
respectievelijk voor het metrostation en de metrotunnelbuis,
alsmede delegatie van de bevoegdheid voor het vestigen van
opstalrechten voor de Noord-Zuidlijn (Gemeenteblad afd. 1, nr. 432).
De heer PAQUAY: Mijnheer de Voorzitter. Mijn fractie zal
tegen deze voordracht stemmen, omdat zij de Noord-Zuidlijn in
de meest ruime betekenis van het woord niet `ziet zitten', wat
inmiddels bekend is.
De vraag is wat de mogelijke gevolgen zouden kunnen zijn,
als het onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd
bijvoorbeeld tot gevolg heeft dat het metrostation zoals in
de Ferdinand Bolstraat niet wordt gebouwd of de route van de
buis wordt veranderd. Ik stel vast dat 16.8 miljoen gulden
extra wordt uitgegeven aan zaken waarmee wij vooraf geen
rekening hebben gehouden. Tot slot stel ik vast dat er een fout
in de voordracht staat. Mijns inziens is dit stuk in de
Commissie voor Financi%n enz. behandeld in plaats van in de
Commissie voor Volkshuisvesting enz. Ik heb er namelijk zelf in
de Commissie voor Financi%n enz. over gesproken en ik ben geen
lid van de Commissie voor Volkshuisvesting enz.
De heer VAN LOHUIZEN: Mijnheer de Voorzitter. Ik sluit
mij kortheidshalve graag aan bij de opmerkingen van de heer
Paquay. Mijn fractie stemt eveneens tegen de voordracht.
Wethouder STADIG: Mijnheer de Voorzitter. De heer Paquay
heeft gelijk dat het stuk in de Commissie voor Financi%n enz. is behandeld.
(Mevr. HOFMEIJER: Ik was erbij en ben lid van de
Commissie voor Verkeer enz.)
Het is inderdaad in de Commissie voor Verkeer enz. behandeld.
De heer Paquay heeft gelijk dat niet was voorzien dat een
extra bedrag van 16,8 miljoen gulden nodig was. Ik zal daarop
echter geen toelichting geven, want de oorzaken zijn in de
voordracht vermeld.
Als er alsnog een alternatief wordt gekozen, moet ook een
aantal andere zaken op een andere wijze worden geregeld. Voor
dit onderwerp geldt dan dat wordt nagegaan in welk stadium het
is. Het verwerven van de opstalrechten neemt immers nogal wat
tijd in beslag. Het is mogelijk halverwege het proces aan te
geven dat wij niet meer zijn ge<nteresseerd en het is voor de
inmiddels verworven rechten mogelijk na te gaan of wij deze
terug kunnen verkopen. Als wij dermate dramatische besluiten
zouden nemen, zouden wij nog een aantal problemen onder ogen
moeten zien. De heer Van Lohuizen grijnst breeduit, want ook
hij `ziet de metrolijn niet zitten'. Het College hoopt echter
dat hij deze ooit ziet liggen. De discussie wordt gesloten.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de Raad neemt mitsdien het besluit, vermeld op
blz. 2758 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
..................................
...........................................
.................................
63
Benoeming van een wethouder.
Hierbij zijn tevens aan de orde:
Schrijven van mevr. P. Krikke van 28 juni 2001, houdende
mededeling dat zij met ingang van 6 juli 2001 haar functie van
wethouder van Amsterdam neerlegt.
Adres van mevr. E. Visser, van 2 juli 2001 inzake de
benoeming van een nieuwe VVD-wethouder.
De Burgemeester draagt het presidium over aan wethouder Van der Aa.
De BURGEMEESTER: Mijnheer de Voorzitter. Lieve Pauline.
Jouw vertrek naar Arnhem betekent niet alleen een gevoelig
verlies voor Amsterdam en voor ons als gemeenteraad. Mijn
gedachten gaan ook uit naar een persoon bij wie je vertrek
letterlijk een zeer groot gat achterlaat, namelijk Stan
Huygens. In zijn journaal vormde jij tussen al die pakken en
uniformen een frisse verschijning met je zo herkenbare
handelsmerk, je big smile. Ik teken daarbij meteen aan dat je
niet uit was op eigen roem. De aard van je werk brengt eenmaal
met zich mee dat je op veel plaatsen je gezicht moet laten zien
en dan kom je nog eens ergens. Niet waar? Niet alleen in Nederland.
Met onverdroten ijver, als een ware zendeling,
verkondigde je de economische mogelijkheden van de Amsterdamse
regio op talrijke missies in den vreemde. Dat deed je met
succes. Ruim 400 bedrijven zijn tijdens jouw wethouderschap
naar onze hoofdstad gekomen. Cisco en Worldcom zijn daarvan
voorbeelden, maar ook Philips hebben wij hier mogen
verwelkomen. Geen moeite was je te veel.
Veel ambtelijke PR-missies heb je geleid en de mensen
die ik daarover heb gesproken, hebben allemaal bewondering voor
je uithoudingsvermogen. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds
laat werkte je overvolle programma's af.
Jetlag of geen jetlag, Koreanen, Japanners en Amerikanen
maakten kennis met jouw onverwoestbare, positieve instelling en
kundigheid over zaken. Heel bijzonder is ook dat je als
wethouder contact onderhoudt met de burgemeester van Beijing.
Is dat een echt probleem, of ambtelijk leed? Dat is een
voorbeeld van een vraag die je vaak stelt en waarmee je snel
tot de kern van de zaak doordringt. Dat geeft ook meteen aan
dat je praktisch bent, van aanpakken weet en beseft welke rol
een bestuurder heeft.
De functie van wethouder was je op het lijf geschreven en
deze heb je sinds 1996 dan ook met vrucht en verve vervuld. De
wijze waarop je het gunstige economische tij hebt benut om de
Amsterdamse economie met een extra ICT-pijler te schragen,
dwingt respect af. Mede door jouw inspanningen is Amsterdam de
eerste ICT-stad op het Europese continent. Daarmee bevorder je
een meer diverse economie met als strategische gedachte dat,
als het eens tegen mocht zitten, er altijd wel een branche is
die floreert. Daarom hecht je ook zo aan het stimuleren van
nieuwe bedrijvigheid in Amsterdam. Je hebt dan ook veel
projecten voor het starten van ondernemingen opgezet en
Amsterdam plukt daar nu en in de toekomst vruchten van. Een
ander wapenfeit tijdens je wethouderschap is dat de kwijnende
werkfunctie van de binnenstad nieuw leven is ingeblazen. Het
aantal arbeidsplaatsen in het centrum is in de afgelopen 6 jaar
met 14.000 gegroeid tot 93.000.
Meteen aan het begin van je wethouderschap vormden de
havenpoolarbeiders een zware klus. Nachtenlang heb je stevig
met werkgevers en vakbonden over hun lot onderhandeld. Als een
volleerd diplomaat bleef je bruggen bouwen, al moet de moed je
nu en dan wel in de schoenen zijn gezakt. Je hield je poot
stijf en uiteindelijk kon er voor 290 van de 315 poolarbeiders
een regeling worden getroffen.
Een ander karwei dat door velen wordt geroemd, is je
bemoeienis met winkelcentrum Kraaiennest.
De dreigende sluiting van de Albert Heijn die je met
voormalig burgemeester Patijn wist te voorkomen en de
huurverlaging, die je later voor de winkeliers wist te
bewerkstelligen, zijn niet onopgemerkt gebleven. Een sterk
staaltje vormt ook het Nemo. Je kreeg de opdracht het opnieuw
op poten te zetten met als prettige randvoorwaarde dat het
dezelfde functie moest behouden en dat er geen gemeentegeld
meer bij mocht. Het was een soort mission impossible, maar het
is gelukt. Samen met Guusje Ter Horst, die je nu als
burgemeester van Arnhem vaker in de zusterstad Nijmegen zult
ontmoeten, heb je de herprofilering van de Nieuwendijk ter hand
genomen. Jullie hebben vele, eertijds aan het gezicht
onttrokken gevels weer in volle glorie tevoorschijn getoverd.
Het is een indrukwekkende lijst met resultaten en om alvast in
Tour de France-termen te spreken `een mooie palmares'. Ik weet
echter dat het jou niet om dit soort successen als zodanig
gaat. Het gaat er jou om dat mensen werk hebben, of dat ze dat
krijgen. Jij bent ervan overtuigd dat het hebben van werk voor
een mens het beste is dat hem kan overkomen. Mensen krijgen
daardoor weer greep op hun leven.
Het levert sociale contacten op, collega's, en je
verdient je eigen brood. Kortom, je vindt dat werk emancipeert,
dat het structuur geeft in het leven en gelukkig maakt. Dat
werk moet er echter wel zijn en daarvoor heb jij je als
wethouder voor Werkgelegenheid ingezet. Dat deed je met hoofd
en hart. Alleen al bij buitenlandse bedrijven leverde dat
27.000 arbeidsplaatsen op. Leden van de Raad,
Als burgemeester maak ik mij toch wel een beetje zorgen
over Amsterdamse wethouders die burgemeester worden. Neem
bijvoorbeeld Guusje Ter Horst. Zij is koud drie maanden weg of
er staat in de krant dat 30 ambtenaren van de gemeente Nijmegen
gewond zijn geraakt. Die 30 en nog 800 ambtenaren hadden zich
vrijwillig onderworpen aan een teambuildingsessie en over
gloeiende kolen gelopen. Wij houden Arnhem en Landsmeer scherp
in de gaten in het besef dat Amsterdamse overheidsdienaren niet
zo gek te krijgen zijn. Ik zou trouwens meteen een IBS-je uitschrijven.
Pauline, jij kreeg je ambtenaren wel gek, want je zette
hen aan tot grootse prestaties. Al liepen ze niet voor jou over
kolen, ze gingen wel voor je door het vuur. Ik weet zeker dat
de medewerkers van de gemeente en de inwoners van Arnhem ook
met jou zullen weglopen.
Jij hebt er de kwaliteiten voor in huis. Je bent aimabel,
een echte bruggenbouwer en schrikt er niet voor terug je rug
recht te houden als de situatie daarom vraagt. Kortom, je bent
een sociale, verstandige en mede daardoor een effectieve bestuurder.
Het was voor ons een voorrecht met jou te werken, al was
het voor mij persoonlijk wat kort. Arnhem krijgt met jou een
parel van onze keizerskroon. Het zal jou en Ron goed gaan.
Graag overhandig ik je een cadeau. Op het eerste gezicht zou je
zeggen dat het voor de prijzenkast van Vitesse is, hoewel ik
niet weet of hij die heeft. Als je beter kijkt, zie je het
wapen van Amsterdam en het devies heldhaftig, vastberaden en
barmhartig, waaraan jij de afgelopen jaren invulling hebt gegeven.
(Applaus)
Wethouder mevr. KRIKKE: Mijnheer de Voorzitter. Vergeef
mij dat ik niet direct op uw hartelijke woorden inga. De reden
daarvan is niet dat ik mijn persoonlijke gevoelens niet wil
uiten zoals ik dat regelmatig in de pers lees maar omdat ik
dit moment zo lang mogelijk wil koesteren. De pers is verder
overigens altijd objectief en aardig over mij geweest. Nu ben
ik nog wethouder en tot op de laatste seconde zal ik mij zo
voelen. Als u morgenavond om 00.00 uur even tijd voor mij heeft
en een notulist ter beschikking heeft, zal ik inhoudelijk
antwoorden. Anders moet dat wachten tot de receptie op
vrijdagmiddag 6 juli aanstaande, waarop ik iedereen inclusief
de collega's van de fractie van de SP, waarvan ik weet dat zij
dit soort rituelen niet graag bijwonen hoop te zien. Ik zal
op dit moment het College en de Raad niet vertellen hoe wij het
de afgelopen vijf jaar eigenlijk hadden moeten doen, of hoe
Amsterdam in de toekomst dient te worden bestuurd. Dat gebeurt
op dit soort momenten nogal eens, maar dat geeft mijns inziens
geen pas. Ik was er bij toen wij hebben besloten wat wij hebben
besloten en neem daarvoor de volledige verantwoordelijkheid.
Daarnaast dien ik mij te onthouden van een toekomstdevies, want
daarop kan ik politiek niet meer worden afgerekend. Van mijn
afscheid zal ik geen politieke happening maken.
Het politieke werk gaat natuurlijk door. Politiek is
kiezen, bijvoorbeeld het ervoor kiezen om geen wethouder meer
te zijn. Het is in ieder geval mijn persoonlijke keuze en voor
alle duidelijkheid merk ik op dat deze niet is ingegeven door
afnemende belangstelling voor dit eervolle en fascinerende
ambt. Ook word ik niet verteerd door brandende ambities. Het is
berhaupt de allereerste keer in mijn leven dat ik ergens op
heb gesolliciteerd. Dat doe ik de komende zes jaar en zo
mogelijk de komende twaalf jaar in ieder geval niet meer.
Wederom heb ik een hoofdprijs gewonnen en daarmee ben ik als
een kind zo blij. Misschien is de stap wel ingegeven door
heimwee naar Guusje. In ieder geval ga ik de andere collega's
in het College, de Raad en zeker ook in mijn fractie heel erg
missen. Dat mag ik nog een dagje uitstellen, omdat ik mijn zeer
gewaardeerde collega en persoonlijke vriend Geert Dales nog
even moet vervangen. Ik wens je een voorspoedig herstel en vind
het ontzettend leuk dat je hier vandaag bent. Wie je straks in
het College als nieuwe collega naast je krijgt, beslist
uiteraard de Gemeenteraad. Dat is immers het hoogste orgaan.
Mocht hij instemmen met onze voordracht, dan krijgt het College
de beschikking over twee volstrekt verschillende, ware
liberalen met een eigen gezicht, stijl en taal. Ik houd een
abonnement op Het Parool en zal via AT5 en het internet volgen
hoe dat allemaal gaat.
Ik zie alle mensen nog die achter, naast en om mij heen
hebben gestaan en daarop verheug ik mij. In aanwezigheid van de
Raad, richt ik een woord van dank tot alle mensen die mijn werk
zo fantastisch hebben ondersteund. De ambtenaren, wier
boegbeeld ik mocht zijn, zijn werkelijk van hele grote klasse
en van een groot kaliber. Wat ik `mijn kabinetje' noem, Remco,
Pieter en Mechteld, is van onschatbare waarde geweest.
Wat maakt het leven op het stadhuis aangenamer dan een
uitstekend korps portiers, bodes en chauffeurs? Als zij ooit
een andere baan zoeken in Arnhem schijnen binnenkort
vacatures vrij te komen en ik ken een oud-wethouder die graag
een warme aanbevelingsbrief schrijft. Ik zal verder geen poging
doen het personeelsbestand te plunderen, maar wellicht zal ik
wat bedrijven adviseren zich wat dichter bij het Ruhrgebied te vestigen.
Ik nodig iedereen uit mij op te komen zoeken, een stukje
met mij mee te lopen door Arnhem en dan zal het duidelijk zijn
waarom ik dit zo'n uitdaging vind.
Amsterdam, lieve mensen, het ga jullie goed.
(Applaus)
De heer GORING: Mijnheer de Voorzitter. Namens de fractie
van de VVD stel ik de heer Hooijmaijers voor als opvolger van
wethouder Krikke.
De heer VAN POELGEEST: Mijnheer de Voorzitter. Vier weken
geleden tipte ik de heer Hooijmaijers als nieuwe wethouder en
dat bracht in eerste instantie wat hoongelach in de Raad
teweeg. Ik merkte daarbij op dat hij een uitgesproken mening
heeft en een bestuurder zou zijn die wat wil. De Raad heeft
naar aanleiding van deze woorden wellicht geconcludeerd dat wij
de kandidatuur van de heer Hooijmaijers steunen, maar ik moet
hem helaas teleurstellen. Wij steunen zijn kandidatuur niet en
voeren daarvoor de volgende argumenten aan.
Het is bekend dat het in 1998 niet onze voorkeur had een
breed College te vormen. Dat is uiteindelijk wel gebeurd en dat
had te maken met het feit dat er voor ons een aanvaardbaar
programakkoord was, dat het voor ons mogelijk maakte
belangrijke zaken in de stad te doen. Wij hebben dan ook
geaccepteerd dat wij samen met de fractie van de VVD in het
College zitting moesten nemen.
Dat is er ook de reden van dat wij voor twee wethouders
van de VVD-fractie hebben gestemd. Inmiddels is de politieke
situatie veranderd, wat bekend is.
Het gaat erom dat de fractie van de VVD andere zaken
nastreeft dan wij voor deze stad wensen, dus om politieke
redenen gaan wij niet akkoord met de kandidatuur van de heer
Hooijmaijers. Daarbij komt dat de heer Hooijmaijers
herhaaldelijk heeft gezegd dat de Noord-Zuidlijn toch wel 3
miljard gulden zal gaan kosten, wat wij vanuit bestuurlijk
oogpunt onverstandig vinden. Dat heb ik enkele weken geleden
eveneens opgemerkt. Wij twijfelen er daarom aan of de heer
Hooijmaijers thuishoort in het College van Burgemeester en Wethouders.
(Mevr. VAN OUDENALLEN: Is het geen
verkiezingsstuntje van de fractie van GroenLinks om dit op deze
wijze op te merken?)
Nee, dat is het niet. In de periode van 1994-1998 hebben
wij eveneens tegen wethouders van de VVD-fractie gestemd. Mevr.
Van Oudenallen kan dat nagaan.
De heer PIERSMA: Mijnheer de Voorzitter. Uit de woorden
aan het begin van het betoog van de heer Van Poelgeest blijkt
dat hij van mening is dat de heer Hooijmaijers wat wil, maar
meteen daarna merkt hij op dat hij niet instemt met de kandidatuur.
(De heer VAN POELGEEST: De reden is dat hij wat
anders wil dan wij en dat zal hij zelf ongetwijfeld bevestigen.)
Mijn toelichting was mijns inziens niet storend. De heer
Hooijmaijers wil wat en dat is voor mijn fractie een goede
reden om zijn kandidatuur te steunen. Wij delen niet de zorgen
van de fractie van GroenLinks, want het programakkoord dat door
de fracties van GroenLinks, de VVD, de PvdA en D66 is
onderschreven, blijft gehandhaafd. Als iemand wat wil en van
plan is dat programakkoord mede uit te voeren, heten wij hem welkom.
De heer PAQUAY: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb gelezen
dat de heer Hooijmaijers zichzelf de `clochard' van deze Raad
heeft genoemd, waarna ik mij afvroeg wat de rest van deze Raad
dan moet verdienen.
(De VOORZITTER: Voelde u zich gepasseerd?)
Een ander punt is dat de heer Hooijmaijers, op welke
wijze wij ook naar hem kijken, geen vrouw is. De vraag is wat
de ingrijpende verandering van de verhouding van de sekse
binnen het College tot gevolgen zal hebben. De verhouding was
volgens mij 1:1, maar dat verandert in 2:6 of 2:5. Wij wachten het af.
Het blijft echter merkwaardig, omdat mevr. Van der Linden
twee weken geleden als het beste raadslid werd bestempeld en
zij is nota bene lid van de fractie van de VVD. Het was
wellicht verstandig geweest de ene flitsende vrouw door de
andere te vervangen, maar ook dat is niet gebeurd. Ik vind het
eveneens merkwaardig dat de fractie van de VVD de kans voorbij
heeft laten gaan de eerste zwarte wethouder in Amsterdam te leveren.
Er zijn nog negen maanden te gaan tot aan de verkiezingen
en wij hebben een leegloop van het College achter de rug.
Mensen hebben wel eens gezegd dat het College in Amsterdam wel
een duiventil lijkt. Ik stel een vraag die belangrijk is voor
het nemen van een beslissing over de kandidatuur.
De opmerking over de Noord-Zuidlijn met betrekking tot
het bedrag van 3 miljard gulden, waarnaar zojuist door de heer
Van Poelgeest werd verwezen, vond ik nuttig en dat zou wat ons
betreft een pr, kunnen zijn.
Kan de heer Hooijmaijers ons de garantie geven dat hij de
komende negen maanden deze periode heeft hij nog te gaan tot
aan de verkiezingen daadwerkelijk de functie van wethouder
zal vervullen, tenzij de Raad hem naar huis stuurt. In tweede
termijn, nadat mijn fractie een antwoord op deze vraag heeft
ontvangen, zal mijn fractie een besluit nemen.
De heer GOEDHART: Mijnheer de Voorzitter. Wij wensen
wethouder Krikke geluk met haar benoeming in Arnhem. Als
wethouder Ter Horst burgemeester van Nijmegen mag worden, zou
het vreemd zijn als wethouder Krikke niet burgemeester van
Arnhem mag worden. Dit neemt niet weg dat wij van mening zijn
dat zij niet had moeten solliciteren.
Van de acht wethouders die zijn begonnen in dit College,
zijn er nog twee over, wat wij te weinig vinden. Wij menen dat,
als een College aantreedt, het mogelijk moet zijn dat er iemand
van positie verandert als daarvoor redenen zijn aan te geven.
Als zes van de acht wethouders voor een andere functie kiezen,
is dat naar onze mening echter te veel. Wij zijn namelijk van
mening dat daardoor de geloofwaardigheid van het bestuur wordt
aangetast en wethouder Krikke had daaraan consequenties moeten
verbinden, temeer omdat zij deel uitmaakt van een fractie die
binnen twee raadsperioden nog niet eenmaal erin is geslaagd een
wethouder zijn termijn uit te laten dienen. Wij vinden dat met
name de fractie van de VVD als bestuurderspartij een
bedenkelijke prestatie heeft neergezet qua continu<teit. Dit
beeld, dat wij slecht vinden, wordt door het vertrek van
wethouder Krikke bevestigd.
De vraag is of de heer Hooijmaijers een goede kandidaat
is om wethouder Krikke op te volgen. In de loop van de tijden,
op het moment dat er over de politieke toekomst van de heer
Hooijmaijers werd gespeculeerd, zijn daarover veel twijfels
geuit. Wij delen deze echter niet. Mijn fractie is van mening
dat hij het hart op de goede plaats draagt, dat hij veel kennis
heeft en bekwaam moet worden geacht een dergelijke functie uit
te oefenen. Wij vinden het daarom een goede keuze hem als
opvolger voor te dragen. Dit neemt echter niet weg dat wij van
mening zijn dat de fractie van de VVD niet een kandidaat voor
deze opvolging zou moeten voordragen. Het is bovendien een
termijn die, omdat de fractie van de VVD dermate veel
wethouders liet vertrekken, niet rechtvaardigt dat er tot een
benoeming van een wethouder wordt overgegaan. Ondanks het feit
dat wij de heer Hooijmaijers alle succes toewensen, zullen wij
niet voor zijn benoeming stemmen.
Mevr. KALT: Mijnheer de Voorzitter. Wij zullen wethouder
Krikke missen en dat is positief bedoeld. Het aardige van de
heer Hooijmaijers is dat het meteen duidelijk is waarover hij
spreekt, maar het is te betreuren dat ik het meestal niet met
hem eens ben. Wij stemmen tegen zijn benoeming. Dat wil niet
zeggen dat wij tegen de heer Hooijmaijers zijn, maar aan onze
keuze liggen politieke redenen ten grondslag. Daarbij komt dat
het anders onaardig zou zijn tegenover wethouder Dales.
De heer HEMMES: Mijnheer de Voorzitter. Wij hebben
inmiddels geleerd dat er binnen negen maanden nog wel eens iets
moois tot stand kan worden gebracht. De fractie van D66 gaat
ervan uit dat er iets moois uit kan komen. De wethouder in spe
heeft veel ervaring en maakt reeds een lange periode deel uit
van deze Raad. Wij steunen de kandidatuur. Mijn fractie hoopt
niet dat hij de voormalige wethouder geheel doet vergeten, maar
wel dat hij een indruk achterlaat alsof hij veel langer dan
negen maanden in dit College heeft gezeten.
Mevr. VAN OUDENALLEN: Mijnheer de Voorzitter. Mijn
fractie betreurt het dat er weer een wethouder vertrekt. De
heer Goedhart is daarop reeds ingegaan. Ik ben van mening dat
het goed is dat er voor de volgende verkiezingen afspraken
worden gemaakt met fracties die in het College willen zitten
over het vertrek van wethouders en de redenen daarvoor. Het kan
immers niet de bedoeling zijn dat het wethouderschap slechts
als startpositie wordt gebruikt. Dat neemt niet weg dat het een
goede zaak is dat Amsterdam wat dat betreft een kweekvijver is.
Ik vermoed dat wethouder Krikke, met haar tact en manier van
optreden, een fantastische burgemeester zal zijn. Het blijft
echter overeind dat wij door haar vertrek een goede wethouder
verliezen. Wij betreuren het dat er twee wethouders zijn
vertrokken en zouden graag willen dat er twee van andere
fracties voor in de plaats kwamen. Dat is echter niet gebeurd
en zal niet gebeuren. De heer Hooijmaijers zal daarom de
plaatsen van drie wethouders moeten opvullen, maar dat is hem
wel toevertrouwd. Wij steunen daarom zijn kandidatuur en wensen
hem veel succes.
De heer GORING: Mijnheer de Voorzitter. De heer Van
Poelgeest spreekt over de uitspraak van de heer Hooijmaijers
met betrekking tot de kosten van de Noord-Zuidlijn. De heer
Hooijmaijers heeft ons gewaarschuwd voor hogere kosten voor de
realisatie van de Noord-Zuidlijn en als de heer Van Poelgeest
daartegen bezwaar maakt, moet hij dat ook doen tegen het
omgekeerde. Het komt immers in deze Raad veelvuldiger voor dat
een raadslid meldt dat hij het niet eens is met de door het
College gemaakte raming. Het gebeurt nogal eens dat wij
opmerken dat dat bedrag lager kan uitvallen. Op dergelijke
momenten verneem ik echter niet van de heer Van Poelgeest dat
de desbetreffende bestuurder de markt in de kaart speelt. Dat
zou hij eveneens kunnen zeggen. Ik geef toe dat het niet vaak
voorkomt dat een raadslid waarschuwt voor hogere kosten, maar
het is een van zijn taken. Ik vind dat de heer Van Poelgeest
ons in het vervolg, steeds als hij van mening is dat voor een
project minder kosten moeten worden gemaakt, ervoor moet
waarschuwen dat wij de markt in de kaart spelen als wij het
voorstel accorderen. Ik heb de heer Hooijmaijers ongeconditioneerd
voorgedragen als opvolger van wethouder Krikke, waaruit de Raad
kan afleiden dat hij wethouder blijft gedurende de termijn van
negen maanden.
Ik erken het door de heer Goedhart aangedragen probleem.
Er wordt aan onze bestuurders getrokken. Kennelijk zijn wij in
staat bestuurders van een dusdanige kwaliteit te leveren dat de
rest van het land daarop graag een beroep doet. Het is volgens
mij een luxeprobleem. De heer Hooijmaijers heeft jarenlang
ervaring als raadslid en bestuurder binnen het ROA. Daarnaast
beschikt hij over de nodige kennis op het gebied van economische zaken.
Ik ben er daarom van overtuigd dat hij een
uitstekend wethouder voor Economische Zaken zal zijn.
(De heer GOEDHART: Bedoelt u te zeggen dat het nog
niet eens zeker is dat de heer Hooijmaijers gedurende negen
maanden in ons midden blijft?)
Ik heb zojuist aangegeven dat hij absoluut negen maanden
zal blijven.
De heer VAN POELGEEST: Mijnheer de Voorzitter. Ik voel
mij geroepen op het punt van de Noord-Zuidlijn terug te komen.
De heer Goring doet alsof de heer Hooijmaijers slechts heeft
gewaarschuwd voor een hoger bedrag.
(De heer GORING: De heer Hooijmaijers heeft slechts
gedaan wat een raadslid behoort te doen. Hij heeft gewaarschuwd
voor hogere kosten. Helaas heeft hij gelijk gekregen.)
Dat laatste wordt nog interessanter. Het is te betreuren
dat de heer Bijlsma er niet is, want de fractievoorzitter van
de VVD zegt dat de heer Hooijmaijers gelijk heeft gekregen. Er
staan wethouder Dales vrolijke onderhandelingen met alle
aannemers te wachten.
Het was niet slechts een waarschuwing, maar hij heeft
daarbij opgemerkt dat hij het geld meteen zou geven.
Tegelijkertijd werden er precaire onderhandelingen gevoerd met
verschillende bouwcombinaties. Er zijn enorme bedragen mee
gemoeid. Het is van belang deze precaire onderhandelingen niet
te storen en een passende bestuurlijke opstelling te kiezen.
Wij mogen van een fractie, die in Amsterdam reeds lange tijd
bestuursverantwoordelijkheid draagt, toch verwachten dat zij
dat begrijpt? In ieder geval geldt dit voor de heer
Hooijmaijers, die reeds langere tijd onderdeel uitmaakt van
deze Raad. Het is belangrijk te begrijpen dat dergelijke
interventies van een van de grootste coalitiepartijen
deraillerend zijn voor een dergelijk onderhandelingsproces.
Onzes inziens getuigt dit niet getuigt van een grote
bestuurlijke kwaliteit en dat is een van de redenen die ertoe
bijdraagt dat wij van mening zijn dat de heer Hooijmaijers niet
geschikt is voor de functie van wethouder. Mijn fractie stemt
daarom tegen zijn kandidatuur.
De heer PIERSMA: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb geen
behoefte aan het houden van drie termijnen. De fractie van de
PvdA heeft duidelijk gemaakt dat zij de kandidatuur steunt. De
fractie van GroenLinks compliceert de discussie enigszins,
omdat zij andere conclusies trekt. Ik begrijp dat, maar ik heb
geen behoefte eraan de discussies over al dan niet ongelukkige
uitspraken te herhalen.
Ik ben het er niet mee eens dat de heer Goring op de voor
de fractie van de VVD bekende wijze roept dat het zelfs een
voordeel is dat wethouders eerder vertrekken, omdat dit getuigt
van een grote kwaliteit. Deze fractie is in staat iedere misser
als een groot succes te defini%ren. Wij moeten niet eromheen
draaien, want het is betreurenswaardig. Ik meen dat de heer
Goring geen flauwe uitspraken moet doen in de trant van dat het
alleen maar aangenaam is. Het is niet aangenaam dat zes van de
acht wethouders zijn vertrokken. Daarover kan geen twijfel
bestaan. Het is gebeurd en wellicht is het goed daarover voor
de volgende periode afspraken te maken om te voorkomen dat het
nogmaals gebeurt.
De heer PAQUAY: Mijnheer de Voorzitter. Op de eerste
plaats kan ik wethouder Krikke meedelen dat er een
vertegenwoordiger van mijn fractie aanwezig zal zijn tijdens
haar afscheid. Op de tweede plaats deel ik mee dat negen
maanden ons wel voldoende lijkt voor de heer Hooijmaijers. Ten
derde roep ik de heer Hooijmaijers op morgen bekend te maken
dat de Noord-Zuidlijn waarschijnlijk 4 of 5 miljard gulden zal kosten.
Ik verzoek de Voorzitter de vergadering twee minuten te
schorsen voor beraad.
De vergadering wordt voor enkele minuten geschorst.
De Burgemeester neemt het presidium weer op zich.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering en geef het
woord aan de heer Paquay.
De heer PAQUAY (stemmotivering): Ik heb om schorsing
gevraagd omdat onze fractie verdeeld was, maar het is gelukt op
,,n lijn te komen. Het doorslaggevende argument is dat wij
verwachten dat de vergadertijd van de Raad aanzienlijk
vermindert, als de heer Hooijmaijers niet meer in de Raad maar
in het College zit. Dit was de druppel en daardoor zijn de
dwarsliggers in mijn fractie overgehaald de kandidatuur te
steunen. Daarbij komt dat het slechts voor een periode van negen maanden is.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER nodigt de leden mevr. Alberts, Goedhart en
Grifhorst met hem het bureau van stemopneming te vormen.
Ingeleverd werden 42 stembiljetten.
Benoemd wordt tot:
Wethouder van Amsterdam: A.M.C.A. Hooijmaijers.
De heer Hooijmaijers werd benoemd met 31 stemmen voor en
elf stemmen tegen.
De VOORZITTER dankt de leden van het bureau van
stemopneming voor de hem verleende hulp en wenst de heer
Hooijmaijers geluk met zijn benoeming.
De vergadering wordt van 17.00 tot 19.30 uur geschorst.
|