............................
........................................
...........................

5? Adres van P. Paschenegger, voorzitter van het Wijkcentrum
d'Oude Stadt, van 26 maart 2001 inzake het funderingsherstel in
het kader van de bouw van de stations voor de Noord-Zuidlijn.
 
Besloten wordt, dit adres in handen van Burgemeester en
Wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het
antwoord te zenden aan de leden van de Commissie voor Verkeer,
Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken.
 

.......................
.................................

12? Adres van mevr. M. Brouwer van 21 maart 2001 inzake
voorbereidende werkzaamheden betreffende de Noord-Zuidlijn.
 
Besloten wordt, dit adres in handen van Burgemeester en
Wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het
antwoord te zenden aan de leden van de Commissie voor Verkeer,
Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken.
 

............................
.......................................
.................................

32
Advies van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften
van 29 maart 2001 inzake het bezwaarschrift van de Stichting
Wijkopbouworgaan Wijkcentrum Ceintuur, gericht tegen het
raadsbesluit van 29 november 2000, nr. 842, strekkende tot
onder meer herziening van de gebiedsbegrenzing van het
grootstedelijk project Noord-Zuidlijn (Gemeenteblad afd. 1, nr.
175).
 
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming goedgekeurd; de Raad neemt mitsdien het besluit,
vermeld op blz. 1082 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
 

.....................................................
.......................................
..............................................

18
Voordracht van Burgemeester en Wethouders van 29 maart
2001 tot vaststelling van het onteigeningsplan Noord-Zuidlijn
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 173).
 
De heer DANEN: Mijnheer de Voorzitter. Is het opportuun
een besluit te nemen over het onteigeningsplan Noord-Zuidlijn?
Het is immers duidelijk geworden dat er vertraging zal optreden
bij de aanleg van de Noord-Zuidlijn. In diverse interviews
wordt zelfs gesproken over afstel van het hele project. Daarbij
komt dat er nog geen onherroepelijke uitspraak bij de Raad van
State ligt, wat inhoudt dat onteigening voorlopig niet aan de
orde is. Wij achten het verstandiger de besluitvorming uit te
stellen tot op het moment dat wij zeker weten dat de Noord-
Zuidlijn er komt.
 
(Applaus)
 
De heer PAQUAY: Mijnheer de Voorzitter. Ik sluit mij
kortheidshalve volledig aan bij de woorden van de heer Danen.
In de Commissie voor Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en
Sociale Zaken zijn deze zaken eveneens besproken. Ik heb het
betoog van de heer Danen niet gevolgd, maar weet zeker dat hij
de juiste woorden heeft gesproken.
 
Wethouder KTHLER: Mijnheer de Voorzitter. Ik dank de heer
Danen voor zijn vragen, maar kan hem niet tegemoet komen. Het
besluit van de Raad van State over het bestemmingsplan, waarop
deze onteigeningen onder andere indirect zijn gebaseerd, is
onherroepelijk. Dat geldt niet voor het deel ondergronds
station, maar de panden daar omheen vallen buiten de grens van
het niet goedgekeurde deel van het bestemmingsplan en daarmee
kan worden doorgewerkt. Het is mogelijk dat er vertraging
optreedt, maar deze is niet zodanig dat wij dat verder moeten
bevorderen door zaken te vertragen die op dit moment in het
juiste tempo worden uitgevoerd. Wij zijn van mening dat het het
best is door te werken.
De onteigeningsplannen lopen parallel aan pogingen tot
een minnelijke schikking en beide zaken behoren tot de
voorbereidende werkzaamheden. Als de werkzaamheden nog niet
aanvangen, maakt dat niet uit. Het ergste wat er kan gebeuren
is, dat wij daar een pand in minnelijke schikking hebben
verworven. Overigens ga ik ervan uit dat de werkzaamheden
doorgaan. Wellicht gaan de bouwwerkzaamheden enkele maanden
later van start dan eerder werd voorzien, maar dat doet niet af
aan het feit dat wij op dit moment moeten doorgaan met dit
plan. Als wij dat niet doen, hebben wij voor deze plaatsen
onvoldoende rechtsgronden op het moment dat wij kunnen gaan
bouwen. Het is een wat technisch betoog, maar in de Commissie
voor Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken is het
uitgebreid besproken. De heer Danen kon daarbij niet aanwezig
zijn, maar ik kan er op dit moment niet verder op ingaan.
 
De heer DANEN: Mijnheer de Voorzitter. De mogelijkheid
bestaat dat wij inderdaad een pand hebben verworven en dat het
niet is uit te sluiten dat de Raad van State zegt dat wij niet
ondergronds mogen bouwen. Wij hebben dan een pand, waarmee wij
niets kunnen beginnen en dat zou ik betreuren.
 
Wethouder KTHLER: Mijnheer de Voorzitter. Dat is mogelijk
en dat komt niet alleen door het voorliggende onteigeningsplan,
maar ook door de pogingen tot minnelijke verwerving die reeds
worden gedaan. Het zijn panden die minnelijk worden verworven
voor een prijs die ertoe bijdraagt dat deze eenvoudig op de
markt zijn terug te brengen, als wij er in het kader van de
Noord-Zuidlijn niets mee moeten doen. Naar aanname krijgen wij
niet met een financieel verlies te maken krijgen.
 
De discussie wordt gesloten.
 
Aan de orde is de stemming over de voordracht.
 
De heer PAQUAY (stemmotivering): Wij stemmen tegen deze
voordracht.
 
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de Raad neemt mitsdien het besluit, vermeld op
blz. 1071 van afd. 1 van het Gemeenteblad,
 
34

.......................
.........................................
...........................

De vergadering wordt om 16.32 uur geschorst tot 19.30
uur.