Vragen van de leden Verbugt en Hofstra (beiden VVD) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over mogelijk kwaliteitsverlies van het openbaar vervoer in de regio Amsterdam in relatie tot de Noord-Zuidlijn.(Ingezonden 12 april 1999)
1
Heeft de Noord-Zuidmetrolijn in Amsterdam negatieve gevolgen voor het voorzieningenniveau van het tram- en busnet in de regio?
2
Raken delen zoals de Rivierenbuurt, de Stationwegbuurt, Oost, Noord, Buitenveldert en Amstelveen belangrijke en frequente lijnverbindingen kwijt en daarmee tevens hun directe verbinding met het centrum?
3
Kunt u de Kamer nader berichten over de gevolgen van de invoering van de Noord-Zuidlijn voor de kwaliteit van het openbaar vervoernet en de verkeersafwikkeling in de Amsterdamse regio?
4
Wanneer kunt u de Kamer berichten over de omvang van de investeringslasten van de Noord-Zuidlijn en de exploitatie?
Antwoord
Antwoord van minister Netelenbos (Verkeer en Waterstaat). (Ontvangen 27 april 1999)
1
Door de Noord/Zuidlijn is het mogelijk een optimalisatie van het bus- en tramnet te realiseren. Na aanleg van de Noord/Zuidlijn ontstaat er uiteindelijk een situatie, waarin op netwerkniveau sprake is van sneller, beter betrouwbaar en meer efficiënt openbaar vervoer.
2
Het Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) heeft een optimalisatiestudie verricht naar het openbaarvervoernetwerk na indienststelling van de Noord/Zuidlijn. Deze studie is onlangs (29 maart 1999) aan mij aangeboden. Het ROA heeft uitdrukkelijk aangegeven dat het resultaat van de optimalisatiestudie geen blauwdruk is voor de toekomstige lijnvoering en dat voorstellen allerminst vastliggen. Uit de studie blijkt dat alle in uw vraag genoemde stadsdelen en Amstelveen directe verbinding met het centrum van Amsterdam behouden. Voor sommige wijken en buurten kan er sprake zijn van een kleine verslechtering door frequentieverlagingen, een extra overstap of iets langere loopafstanden. Er is echter sprake van een evenwichtige opbouw van het openbaar vervoernetwerk, zodat per saldo na indiensttreding van de Noord/Zuidlijn veel meer reizigers te maken krijgen met een verbetering.
3
Voor mij zal bij de beoordeling van de voorstellen van het ROA voor een optimalisatie van het openbaarvervoernetwerk een rol spelen dat de «winst» door toedoen van de Noord/Zuidlijn, die in verhouding met andere Amsterdamse openbaarvervoerverbindingen een hogere (iets meer dan 50%) kostendekkingsgraad kent, behouden blijft. Vele reizigers zullen in plaats van tram en bus kiezen voor de Noord/Zuidlijn, wat niet zonder gevolgen kan blijven voor de betreffende tram- en busverbindingen. Het ROA en de gemeente Amsterdam hebben overigens zelf als randvoorwaarde voor de optimalisatiestudie geformuleerd dat de kwaliteit van het netwerk (het voorzieningenniveau) in de regio niet mag worden aangetast. Gegeven het feit, dat de Noord/Zuidlijn hoogwaardig, snel en betrouwbaar openbaar vervoer biedt met goede aansluitingen op belangrijke knooppunten als Amsterdam CS en Amsterdam Zuid/WTC, heb ik er alle vertrouwen in dat de gemeente en het ROA deze randvoorwaarde kunnen waarmaken.
4
Ik zal voor afgifte van de beschikking, waarmee een subsidie voor aanleg van het project wordt verleend, met u in overleg treden. Naar verwachting is voor de zomer de beoordeling van het project op hoofdlijnen afgerond. Ik kan u toezeggen dat op een aantal belangrijke onderdelen ik u eerder in kennis zal stellen van mijn standpunt terzake. In dit verband bent u reeds eerder geïnformeerd over belangrijke onderdelen van de beoordelingsprocedure, zoals de vervoerwaarde van de Noord/Zuidlijn. Hierover heb ik u reeds mijn standpunt doen toekomen.
|