Bron : Raad
Onderwerp : Notitie van het raadslid Arda, getiteld: Alternatieve
watermodellen Rokin*).
Afd./Pol. partij : D66
Datum Raad : 16-06-99
Besluit : om preadvies
Datum publikatie : 02-06-99
Gemeenteblad nr. : 311
Nr. 311.
Notitie van het raadslid Arda, getiteld: Alternatieve watermodellen Rokin*).
Amsterdam, 2 juni 1999.
Aan de Gemeenteraad
Inleiding.
Langs het gedempte deel van het Rokin zal een station worden aangelegd voor
de toekomstige Noord-Zuidlijn. In de plannen van het College van Burgemeester
en Wethouders zal bij de aanleg van dit station ook een ondergrondse
parkeergarage worden aangelegd onder het gedempte deel van het Rokin tussen
de Langebrugsteeg en het gebouw Industria. De huidige parkeerplaats op het
maaiveld (120 parkeerplaatsen) zal dan verdwijnen.
Er zijn twee plannen ontwikkeld voor de inrichting van de openbare ruimte op
het gedempte deel van het Rokin. Het eerste plan voorziet in een plein (het
pleinmodel). Het tweede plan brengt het water terug op het Rokin (het
watermodel). In dit laatste model wordt het oorspronkelijke waterpatroon van
de middeleeuwse stad weer zichtbaar gemaakt.
Het watermodel is tot nu toe door verschillende betrokken instanties en
belangengroepen als onbevredigend ervaren. Een van de belangrijkste punten
van kritiek was de geringe breedte en diepte van het beoogde water. Bij
verschillende betrokkenen kon de indruk niet worden weggenomen dat er door
het College van Burgemeester en Wethouders onvoldoende serieus of onvoldoende
creatief was geprobeerd om een watermodel te ontwikkelen dat zou
tegemoetkomen aan de wensen en suggesties van het merendeel van de betrokken
partijen. In deze notitie worden alternatieve watermodellen gepresenteerd,
die mogelijk voorzien in dit tot nu toe ontbrekende watermodel.
Voorgeschiedenis.
Het Rokin was in 1994 in het kader van het Verkeers- en Inrichtingsplan (VIP)
aangewezen als mogelijke locatie voor een ondergrondse parkeergarage. Bij
besluit van 19 december 1996, nr. 708, ging uw Vergadering akkoord met het
stedenbouwkundig programma van eisen (SPvE) voor de inpassing van deze
*) Met dank aan de werkgroep Stadsontwikkeling van de afdeling Binnenstad
van D66-Amsterdam.
garage. Hierbij werd de mogelijkheid opengehouden om het water terug te
brengen op het in de jaren dertig gedempte Rokin. Zo kon de historische loop
van de Amstel tot aan de Dam worden hersteld.
Er werden twee modellen ontwikkeld voor de inrichting van de openbare ruimte
bij de inpassing van het metrostation met bijbehorende parkeergarage: een
pleinmodel en een watermodel. In januari 1998 zijn deze voor inspraak
vrijgegeven. Het watermodel betrof een smalle gracht met een minimale breedte
van 8,75 m. Er was verder geen duidelijkheid over de diepte van het water. Zo
leeft de opvatting tot op de dag van vandaag dat het hier gaat om ondiep
water, dat door zijn geringe breedte meer lijkt op een vijver dan op een
Amsterdamse gracht. Het kon dan ook weinig bekoring opwekken bij de meeste
bij de inspraak betrokken groepen.
De Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg (ARM) en de Amsterdamse Raad voor
Stadsontwikkeling (ARS) vonden dat het smalle water geen recht deed aan de
oorspronkelijke loop van de Amstel. Om aan deze kritiek tegemoet te komen
werd een tweede watermodel uitgewerkt met een minimale breedte van 16 m.
Consequentie van dit model was dat het dubbelspoor van de trambaan werd
gereduceerd tot een verstrengeld spoor. Met de huidige intensiteit aan
tramverkeer op het Rokin moest dit model al direct worden aangemerkt als
niet-realistisch.
In de daarop volgende discussie werd een nieuw watermodel gepresenteerd
waarbij een bomenrij, welke oorspronkelijk was geprojecteerd langs de
oostkant van het Rokin, is komen te vervallen. Deze ruimte werd in het nieuwe
model aan het water toegevoegd. Het verstrengeld spoor werd weer
teruggebracht naar een dubbelspoor. Zo kreeg het water een minimale breedte
van 11,2 m.
Stand van zaken.
Het lag aanvankelijk in de bedoeling om op 11 mei 1999 een besluit te nemen
over deze zaak in Commissie voor Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale
Zaken. Er zou een keuze worden gemaakt tussen het pleinmodel en het
watermodel zonder bomen langs de oostkant van het Rokin (met een minimale
waterbreedte van 11,2 m). In de conceptraadsvoordracht inzake de inpassing de
stations van de Noord-Zuidlijn in de binnenstad, die was geagendeerd voor
deze commissievergadering, vroeg het College van Burgemeester en Wethouders
aan de leden van de commissie, in te stemmen met het pleinmodel voor de
herinrichting van het Rokin als grondslag voor een definitief ontwerp.
De ARS had voor deze vergadering geen keuze willen maken tussen de twee
modellen. Hij was van mening dat onder meer het watermodel onvoldoende op
zijn merites was beoordeeld. Bovendien vond de ARS dat het SPvE een
overbeladen programma behelsde, dat onvoldoende rekening hield met de
beschikbare ruimte. Het ARM sloot zich daarbij aan. De ARM pleitte verder
voor een watermodel met een royale breedte tussen de 12-15 m. Het door het
College van Burgemeester en Wethouders gepresenteerde model van 11,2 m
voldeed hier niet aan.
Drie alternatieve watermodellen.
Alle hierna beschreven watermodellen voldoen aan de door de ARM gestelde eis
van een royale waterbreedte en voorzien in 2,0-2,5 m diep water zonder te
tornen aan de capaciteit van de parkeergarage, zoals die door het College van
Burgemeester en Wethouders voor het watermodel langs het Rokin is voorgesteld
(230 parkeerplaatsen). Tekeningen van deze modellen zijn hierna weegegeven
(bijlagen A, B en C).
De modellen worden hierna kort besproken.
Model A (minimale waterbreedte 13,75 m).
In model A zijn twee wijzigingen aangebracht in het bestaande žbredež
watermodel (bijlage A), te weten:
1. de breedte van het dubbelspoor van de trambaan is teruggebracht van
6,60 m naar 5,80 m;
2. de brede voetgangersstrook langs de westzijde van het water is komen te
vervallen. Hiervoor in de plaats komt een schrikstrook van 0,25 m.
Ad 1.
De breedte van 6,60 m voor het dubbelspoor is vereist om twee nachtbussen
elkaar te laten passeren. Navraag bij de afdeling Ontwikkeling, Onderzoek en
Projecten van het Gemeentevervoerbedrijf leert dat de nachtbus in noordelijke
richting over de 5,0 m brede rijbaan met fietsstrook van de stadshartlus kan
rijden. De huidige žhalteringž staat dit zonder problemen toe. Dit betekent
dat het dubbelspoor met 0,80 m kan worden versmald.
Ad 2.
De brede voetgangersstrook van 2,00 m langs de westzijde van het water heeft
een geringe gebruikswaarde. Dit is af te leiden uit het geringe gebruik van
de voetgangersstrook langs de westzijde van het niet-gedempte Rokin. De
gedachte is dat bijna alle voetgangersverkeer zich zal afwikkelen over de
zogenaamde rode loper langs de westelijke gevelwand van het Rokin en over de
nieuw in te richten voetgangersstrook langs de oostelijke gevelwand van het
Rokin. Voor de oostzijde moeten nog plannen worden ontwikkeld. Een
rode-loper-achtige inrichting behoort tot de mogelijkheden.
Model B (minimale waterbreedte 12,95 m).
In model B is slechts één wijziging aangebracht in het bestaande žbredež
watermodel (zie bijlage B), te weten: de brede voetgangersstrook langs de
westzijde van het water komt te vervallen.
De breedte van 6,60 m voor het dubbelspoor blijft gehandhaafd. De nachtbussen
in noordelijke en zuidelijke richting blijven gebruikmaken van de trambaan.
Model C (minimale waterbreedte 13,00 m).
In model C zijn twee wijzigingen aangebracht in het bestaande žbredež
watermodel (zie bijlage C), te weten:
1. de breedte van het dubbelspoor van de trambaan is teruggebracht van
6,60 m naar 5,80 m;
2. de brede voetgangersstrook langs de westzijde van het water wordt
versmald van 2,00 m naar 1,00 m.
Ondanks de geringe gebruikswaarde van het voetpad langs de westzijde van het
water is hier voorzien in een smalle strook van 1 m. Hierdoor ontstaat een
voetgangersstrook van 0,75 m breed, die samen met de helft van de dekzerk
langs het water (0,25) een totale breedte oplevert van 1 m.
Diepte en kwaliteit van het water.
Meteen na de presentatie van het eerste watermodel (januari 1998) kon het
idee postvatten dat het zou gaan om ondiep water. Het water zou te ondiep
zijn om (rondvaart)boten toegang te verschaffen. Dit zou de gebruikswaarde
van het water verminderen. Een te water geraakte fiets zou boven het
wateroppervlak uitsteken. Straatvuil zou zich spoedig in het water ophopen.
Navraag bij de betrokken stedenbouwkundige van het projectbureau Noord-Zuid-
lijn en de tekenaar van de afdeling Ruimtelijk Ontwerp (Dienst Binnenstad,
sector Bouwen, Wonen en Economie) leert dat het water veel dieper zal zijn
dan tot nu toe is aangenomen. In het door het College van Burgemeester en
Wethouders voorgestelde watermodel zal het water een diepte hebben van
maximaal 2,5 m. Daarbij moet worden opgemerkt dat het gemiddelde grachtwater
in de Amsterdamse binnenstad 2,20-2,50 m diep is. Het water is dus voldoende
diep om dezelfde vormen van watergebruik (on)mogelijk te maken als in alle
andere grachten van de Amsterdamse binnenstad.
Het is onduidelijk gebleken, of het wenselijk is een sliblaag aan te brengen
boven het dak van de parkeergarage. De Dienst Riolering en Waterhuishouding
Amsterdam acht dit voor de waterkwaliteit niet noodzakelijk en mogelijk zelfs
ongewenst. Mocht men overgaan tot het aanbrengen van een sliblaag, dan acht
de dienst een sliblaag van 0,25-0,50 m ruim voldoende om een žnatuurlijkež
bodem van een Amsterdamse gracht te benaderen. Dit zou de diepte van het
water op 2,00-2,25 m; voldoende diep voor alle mogelijke waterverkeer.
Verder zal het water van het Rokin in direct contact staan met het water op
het Damrak via een buis die onder de Dam en onder het deels gedempte Damrak
doorloopt. Deze buis was v¢¢r de demping van het Rokin reeds aanwezig en is
nog geheel intact. Hiermee is de doorstroming en dus de verversing van het
water op het Rokin gegarandeerd. Vanuit milieu- of ecologisch oogpunt bezien
zal het water naar alle waarschijnlijkheid van eenzelfde kwaliteit zijn als
die van het omringende grachtenwater.
Logistieke structuur parkeergarage watermodel optimaal.
De logistieke structuur van de parkeergarage in het watermodel verschilt
enigszins van de logistieke structuur van de garage in het pleinmodel. De
garage in het watermodel voorziet in een lange inrit van ongeveer 250 m v¢¢r
de kaartcontrole plaatsvindt. De garage in het pleinmodel voorziet in een
korte inrit (< 50 m).
Uit de beperkte gegevens zoals die nu bekend zijn, ontstaat de indruk dat de
garage in het watermodel voorziet in een grotere buffer voor het inkomende
verkeer. Dit kan mogelijk leiden tot geringere opstoppingen op de
Stadshartlus. Voor een goede afwikkeling van het verkeer naar en van de
garage dient de logistieke structuur van de parkeergarage optimaal te zijn.
De problemen van de huidige parkeergarage van De Bijenkorf zijn voor een deel
af te leiden uit de beperkte logistieke structuur van deze garage.
Conclusie.
Na de vele dempingen, daterend uit de negentiende en het begin van de
twintigste eeuw, is er nu voor het eerst de mogelijkheid om iets van het
verdwenen water aan de stad terug te geven. In het geval van het Rokin gaat
het niet om een gegraven gracht, maar om de natuurlijke loop van de Amstel.
De in deze notitie gepresenteerde watermodellen voorzien in dit herstel. Het
water wordt breed en diep, waardoor het niet alleen mooi, maar ook bruikbaar
is, en de logistieke structuur van de parkeergarage is beter.
De kans om de Amstel zijn oorspronkelijke loop tot aan de Dam terug te geven
is waarschijnlijk eenmalig; reden te meer om deze mogelijkheid serieus te
bestuderen. Op grond hiervan verzoekt ondergetekende het College van
Burgemeester en Wethouders, preadvies op deze notitie uit te brengen, c.q.
deze notitie te betrekken bij de door het College in te dienen voorstellen
terzake.
Het lid van de Gemeenteraad,
A. Arda
Verschenen 11 juni 1999.
Bijlage A, behorende bij de notitie van het raadslid Arda van 2 juni 1999,
getiteld: Alternatieve watermodellen Rokin.
Bijlage B, behorende bij de notitie van het raadslid Arda van 2 juni 1999,
getiteld: Alternatieve watermodellen Rokin.
Bijlage C, behorende bij de notitie van het raadslid Arda van 2 juni 1999,
getiteld: Alternatieve watermodellen Rokin.
|