Bron : Raad
Onderwerp : Zesde voorbereidingskrediet Noord-Zuidlijn.
Portefeuille : Wethouder Verkeer
Afd./Pol. partij : Ruimtelijke Ontwikkeling Infrastructuur en Beheer
Indicateur nr. : 1999/2934
Datum Raad : 14-04-99
Besluit : conform besloten
Comm. van Advies : Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken
Datum CvA : 24-03-99
Datum B&W : 16-03-99
Datum publikatie : 01-04-99
Gemeenteblad nr. : 163
Nr. 163.
Zesde voorbereidingskrediet Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 1 april 1999.
Aan de Gemeenteraad
Op 29 juni 1998 is de subsidieaanvraag voor de rijksbijdrage in voorberei-
dings- en uitvoeringskosten van de Noord-Zuidlijn via het Regionaal orgaan
Amsterdam (ROA) aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gezonden.
Afgifte van de beschikking van de subsidieaanvraag werd 31 december 1998
verwacht.
Aangezien (opname van de Noord-Zuidlijn in de realisatietabel van) het
Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) 1999-2003 echter later
werd vastgesteld dan werd aangenomen, is afgifte van de beschikking nu
gepland voor 1 mei 1999.
De minister heeft in maart 1996 het subsidiekader gewijzigd, waardoor de
gemeente Amsterdam de mogelijkheid kreeg een rijksbijdrage van 50% te
ontvangen voor de voorbereidingskosten. De gemeente Amsterdam heeft op
19 december 1996 een eerste beschikking ontvangen van 25 miljoen gulden, die
de uitgaven dekten van 50% van de voorbereidingskosten tot 1 juli 1997. In
november 1997 is via het ROA een suppletoire subsidieaanvraag ingediend van
18,05 miljoen gulden ter dekking van de voorbereidingskosten tot en met 1997.
Een tweede suppletoire subsidieaanvraag van 17 miljoen gulden ter dekking van
de voorbereidingskosten voor het jaar 1998 is via het ROA in mei 1998
verstuurd.
Het risico dat de gemeente loopt met betrekking tot het ongedekte deel van de
voorbereidingskosten, wordt, indien het project onverhoopt niet doorgaat,
gedekt in de voorziening algemene exploitatierisicoþs. Dit risico wordt
sowieso kleiner door de beschikking op de eerste en tweede suppletoire
aanvraag van de rijksbijdrage die, nu het MIT is vastgesteld, binnenkort
wordt verwacht. De ministeriële beschikking zal samen met de gemeentelijke
bijdrage de dekking zijn voor de nog door uw Vergadering beschikbaar te
stellen uitvoeringskredieten.
Zesde voorbereidingskrediet.
Tot en met 1998 zijn reeds vijf voorbereidingskredieten door uw Vergadering
gehonoreerd voor een totaalbedrag van 120,3 miljoen gulden. Voor 1999 wordt
nu aan uw Vergadering een zesde voorbereidingskrediet voorgelegd voor een
bedrag van 75 miljoen gulden. De kostenraming van de voorbereidingskosten van
1 januari 1999 tot en met 31 december 1999 ziet er als volgt uit:
engineering................................................ fl 31.600.000;
onderzoeken/inventarisaties................................ fl 2.550.000;
proeven en diversen........................................ fl 27.150.000;
bezetting directie......................................... fl 3.681.000;
advieskosten, audits, projectbegeleiding................... fl 4.400.000;
........................................................... fl 69.381.000;
bij: rente (raming 1999)................................... fl 5.000.000.
In het hierbij overgelegde overzicht van de perioderamingen is te zien dat de
voorbereidingskosten van de Noord-Zuidlijn voor 1999 zijn gestegen ten
opzichte van de voorgaande perioden.
Deze stijging is het gevolg van werkzaamheden die, vooruitlopend op afgifte
van de beschikking, direct of indirect te maken hebben met de start van de
aanleg van de Noord-Zuidlijn (bouwproces-monitoring, legeskosten voor
bouwaanvragen, praktijkproeven enz.).
Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te
nemen:
De gemeenteraad van Amsterdam,
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 1 april 1999,
Besluit:
een zesde krediet van 75 miljoen gulden beschikbaar te stellen voor de
voorbereidende werkzaamheden voor 1999 ten behoeve van het project Noord-
Zuidlijn.
|