Bron : Raad
Onderwerp : Voorbereiding partiële herziening bestemmingsplan
Noord-Zuidlijn.
Portefeuille : Wethouder Ruimtelijke Ordening
Afd./Pol. partij : Ruimtelijke Ontwikkeling Infrastructuur en Beheer
Indicateur nr. : ROIB 1999/2338
Datum Raad : 31-03-99
Besluit : conform besloten
Comm. van Advies : Volkshuisvesting, Stadsvernieuwing, Ruimtelijke Ordening en
Grondzaken
Datum CvA : 24-03-99
Datum B&W : 09-03-99
Datum publikatie : 18-03-99
Gemeenteblad nr. : 131
Nr. 131.
Voorbereiding partiële herziening bestemmingsplan Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 18 maart 1999.
Aan de Gemeenteraad
De beoogde uitbreiding van het Noord- en Zuid-Hollandsch Koffiehuis aan het
Stationsplein is in strijd met het bij uw besluit van 2 september 1998, nr.
437, vastgestelde bestemmingsplan Noord-Zuidlijn. Ter plaatse van het
Stationsplein is in het bestemmingsplan een relatief ruime marge aangehouden
ten aanzien van het ondergrondse railtracé, waardoor het koffiehuis binnen de
grenzen van dit bestemmingsplan is komen te vallen. Het koffiehuis is in zijn
bestaande grootte in het bestemmingsplan opgenomen. Inmiddels is duidelijk
dat ter plaatse van de uitbreiding van het koffiehuis noch onder-, noch
bovengronds wordt gebouwd ten behoeve van de Noord-Zuidlijn. Het nemen van
een voorbereidingsbesluit ten behoeve van de uitbreiding van het Noord- en
Zuid-Hollandsch Koffiehuis heeft derhalve geen invloed op de
bouwplanprocedures voor de Noord-Zuidlijn.
De Commissie voor Volkshuisvesting, Stadsvernieuwing, Ruimtelijke Ordening en
Grondzaken zal deze voordracht op 24 maart 1999 behandelen.
Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te
nemen:
De Gemeenteraad van Amsterdam,
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 18 maart 1999,
Besluit:
I een partiële herziening van het bestemmingsplan Noord-Zuidlijn
voor te bereiden met betrekking tot de gronden waarop de
uitbreiding van het Noord- en Zuid-Hollandsch Koffiehuis is
beoogd, zoals met een zwarte omlijning is aangegeven op de bij de
voordracht overgelegde tekening;
II te bepalen, dat dit besluit met ingang van 8 april 1999 in
werking treedt.
|