Bron: Raad
Type document: Voordracht
Nummer Gemeenteblad: 45
Onderwerp: Notitie Vernieuwing Weteringcircuit.
Datum publicatie:26-01-1999
Datum Raad:03-02-1999
Besluit Raad: conform besloten
Comm. van Advies: Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken
Datum CvA:13-01-1999
Datum B&W:12-01-1999
Afdeling: Ruimtelijke Ontwikkeling Infrastructuur en Beheer
 
Tekst:
 
Nr. 45.
Notitie Vernieuwing Weteringcircuit.
 
Amsterdam, 26 januari 1999.
 
Aan de Gemeenteraad
 
Bij het ontwerponderzoek naar de mogelijkheden van een goede inpassing van de
in- en uitgangen voor het station van de Noord-Zuidlijn onder de Vijzelgracht
is vastgesteld dat er in het gebied van het Weteringcircuit kansen liggen die
het waard zijn nader te worden onderzocht. Deze kansen komen voort uit de
ingreep in dit gebied door de aanleg van het station Vijzelgracht en uit de
wens om in dit gebied een ondergrondse parkeergarage te realiseren. Na een
opdracht van voormalig wethouder voor Verkeer, de heer Cornelissen, terzake
is in overleg tussen de Dienst Binnenstad en de dienst Infrastructuur,
Verkeer en Vervoer de als bijlage aan deze raadsvoordracht gevoegde notitie,
getiteld: Vernieuwing Weteringcircuit opgesteld.
 
De notitie beoogt reeds lopende onderzoeks- en ontwerptrajecten te bundelen,
waaronder de studie naar de versterking van de Singelgrachtzone als stedelijk
element, zodat de ontwikkelingen met elkaar in verband kunnen worden gebracht
en integraal kunnen worden afgewogen. Naar verwachting komt deze aanpak de
uiteindelijke kwaliteit ten goede en wordt door middel van een goede
afstemming de hinder bij de uitvoering van de werken gereduceerd. Deze aanpak
is het resultaat van de doelstelling om met de aanleg van de Noord-Zuidlijn
kansrijke ontwikkelingen in de omgeving te stimuleren.
 
De notitie concludeert dat verder onderzoek zeer zinvol is. Na besluitvorming
kan een masterplan voor het gebied worden opgesteld. Daarin worden plek,
omvang en ruimtelijke inpassing van de diverse programma-onderdelen bepaald
en meer in detail vastgelegd. Op basis van dit plan kan een gedetailleerde
kostenbegroting worden gemaakt en kunnen voorstellen worden gedaan voor de
dekking van die kosten. Op basis van dit plan kan een uitvoeringsplan worden
opgesteld, waarbij de planning van de uitvoering van de Noord-Zuidlijn
maatgevend is.
 
De Commissie voor Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken heeft de
notitie besproken op 13 januari 1999, om nadere informatie verzocht en
gevraagd de notitie te agenderen voor behandeling in uw Vergadering.
Op grond van vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen:
 
De Gemeenteraad van Amsterdam,
 
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 26 januari 1999,
 
Besluit:
 
I in te stemmen met de bij dit besluit behorende Notitie
Vernieuwing Weteringcircuit;
 
II de bestuurlijke en ambtelijke verantwoordelijkheid voor een op te
stellen masterplan voor de inrichting van het gebied
Weteringcircuit bij de wethouder voor de Binnenstad: Openbare
Ruime, Verkeer en Parkeren, respectievelijk de Dienst Binnenstad
te leggen, waarbij als randvoorwaarde wordt uitgegaan van de Nota
van Uitgangspunten Singelgrachtzone; Openbare ruimte;
 
III de uitvoeringskosten van dit plan te ramen en de kosten van het
projectleiderschap hiertoe te dekken uit de parkeergelden van de
Dienst Binnenstad ten bedrage van Ÿ 250.000;
 
IV de beslissing over een parkeergarage in het plangebied te nemen
op grond van een integraal plan voor het gebied, waarbij in ieder
geval wordt afgezien van een garage in een verbrede bouwput in
combinatie met het station Vijzelgracht;
 
V voor de berekening van de capaciteit van een ondergrondse garage
uit te gaan van de doelstellingen van het Verkeers- en
Inrichtingsplan met betrekking tot de binnenstad, en van de
behoefte in het gedeelte van De Pijp, dat binnen de invloedssfeer
van de garage valt, met de aantekening dat het beleid is gericht
op vervanging van plaatsen op het maaiveld;
 
VI het station Vijzelgracht uit te werken volgens het
referentiemodel, met dien verstande dat het besluit over de
aanleg van de verbinding tussen straatniveau en zuidelijke
controlehal op een zo laat mogelijk tijdstip wordt genomen;
 
VII de mogelijkheid te bieden voor een oostÄwestmetro en
afslagvariant voor een ondergrondse railverbinding;
 
VIII de voor de aanleg van de Noord-Zuidlijn noodzakelijke
werkzaamheden bepalend te laten zijn voor de eventuele werken op
grond van het masterplan voor het gebied.
 
Afschrift van dit besluit zal aan Burgemeester en Wethouders worden gegeven.
 
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
 
M. Sint S. Patijn
 
secretaris burgemeester
 
Verschenen 29 januari 1999.
 
 
Bijlage, behorende ontwerp-besluit nr. 45 van 1999.
 
NOTITIE VERNIEUWING WETERINGCIRCUIT.
 
1. Inleiding.
 
Het ontwerponderzoek voor de inpassing van het station Vijzelgracht van de
Noord-Zuidlijn, waarbij verschillende partijen betrokken zijn, heeft
vastgesteld dat er in het gebied van het Weteringcircuit kansen liggen die
het waard zijn nader te worden onderzocht. Deze kansen komen voort uit de
ingreep in dit gebied door de aanleg van het station Vijzelgracht voor de
Noord/Zuidlijn en uit de wens om in dit gebied een ondergrondse parkeergarage
te realiseren.
In april 1998 is afgesproken tussen:
Ä de Dienst Binnenstad (sectoren Openbare ruimte en Bouwen, Wonen,
Economie [BOR]);
Ä de dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (afdeling
projecten);
Ä de dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (Directie
Noord/Zuidlijn);
Ä de Bestuursdienst, de sector Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur
en Beheer, om een notitie op te stellen.
Deze notitie geeft een globaal beeld van de vraagstukken en mogelijkheden van
stedelijke vernieuwing. Dit ten behoeve van verdere besluitvorming.
Is een meer diepgaand onderzoek zinvol, is verder maatschappelijk overleg
wenselijk?
 
2. Aanleiding en achtergrond.
 
In de loop van de tijd zijn diverse opties aan de orde gesteld voor een
parkeergarage in dit gebied. Deze opties verschillen wat betreft plek en
omvang. Bij de bespreking van de modellenstudie van de inpassing van het
station Vijzelgracht heeft de wethouder voor Binnenstad/BOR verzocht, een
variant voor een parkeergarage onder de Singelgracht bij de studies voor het
gebied te betrekken.
De projectorganisatie voor de parkeergarages heeft onderzoek gedaan naar een
garage onder de Singelgracht in de nabijheid van het Weteringcircuit. Dit
heeft nog niet geleid tot een beslissing over een parkeergarage. Er is alle
betrokkenen veel aan gelegen om een einde te maken aan de onduidelijkheid
over de parkeergarages in de omgeving van de Vijzelgracht. Een keuze uit deze
opties is essentieel voor de uiteindelijke inrichting van het gebied.
 
Uit het maatschappelijk overleg over de inpassing van het station
Vijzelgracht is naar voren gekomen dat verbetering van de verkeersveiligheid
op het Weteringcircuit dringend gewenst is.
 
Het Weteringcircuit, ‚‚n van de kralen aan de ketting van de Singelgracht,
staat al lang in het centrum van de belangstelling van de stedenbouwkundigen.
Een nota van uitgangspunten voor de Singelgrachtzone is vastgesteld. De
Singelgrachtzone is ‚‚n van de beeldbepalende elementen in de stad, maakt
deel uit van hoofdnet Auto en Fiets en is bovendien een toeristische
vaarroute en recreatieve wandelroute. Bijzondere plekken als het Leidseplein,
het Weteringcircuit en het Frederiksplein behoren tot het plangebied.
Voor de ontwikkeling, de inrichting en het beheer van de Singelgrachtzone
hebben zes stadsdelen en de centrale stad een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid.
 
Op 15 augustus 1997 hebben de bestuurders van de stadsdelen (met uitzondering
van het stadsdeel Westerpark) en de betrokken wethouders van de centrale stad
een intentieverklaring getekend waarmee zij de Nota van Uitgangspunten
Openbare ruimte Singelgrachtzone als richtlijn onderschrijven voor verdere
planontwikkeling.
 
Naar aanleiding van de bestuurlijke behandeling van de nota van
uitgangspunten is in opdracht van de portefeuillehouder Binnenstad/BOR een
quick scan uitgevoerd naar de haalbaarheid van het idee om een of meer
parkeergarages onder de Singelgracht te bouwen. Deze mogelijkheden worden
daarbij gezien als een aanvulling op de in het VIP genoemde opties voor
parkeergarages.
 
In deze collegeperiode zal volgens de planning van de dIVV een groot deel van
de hoofdwegen in de Singelgrachtzone worden vernieuwd en geherprofileerd. Een
van de voorgenomen werken is de vernieuwing van de brug tussen het
Weteringcircuit en de Stadhouderskade/Ferdinand Bolstraat. Bovendien staat de
aanleg van parkeergarages op het programma. Besluiten in het kader van deze
notitie zijn vanwege deze doelstelling urgent.
 
De inspraak over de inpassing van de toegangen van het station Vijzelgracht
is afgerond.
Een overzichtelijke, strategisch gelegen zuidelijke controlehal volgens de
hoofdlijnen van het Referentiemodel kan op verschillende manieren worden
ontsloten; de definitieve uitwerking van de uiteindelijke verbinding van de
hal met het straatniveau Ä (rol)trappen en toegangen Ä kan in de laatste fase
van de planvorming plaatsvinden.
Uit de rapportage over het gevoerde maatschappelijk overleg komt naar voren
dat belanghebbenden veel waarde hechten aan nader onderzoek naar de
mogelijkheden van een haakse kruising ter plaatse van het huidige
Weteringcircuit.
 
In de loop van de werkzaamheden van het ontwerpatelier voor de inpassing van
het station Vijzelgracht van de Noord-Zuidlijn is duidelijk geworden dat
herinrichting van het Weteringcircuit tot een rechte kruising wellicht
belangrijke voordelen biedt die nadere verkenning verdienen:
Ä grotere verkeersveiligheid (overzichtelijk, þ simpelþ kruispunt);
Ä betere (zuidelijke) toegang tot het station van de Noord-
Zuidlijn;
Ä betere overstap tussen kruisende tramlijnen;
Ä goede overstap tussen Noord-Zuidlijn en tram;
Ä goede overstap tussen parkeergarage en openbaar vervoer (lokale
transferiumfunctie);
Ä betere gebruiksmogelijkheden van het stedelijk groen, in
aansluiting op de looproute langs het water naar het Museumplein;
Ä betere inpassing van mogelijke ondergrondse parkeergarages;
Ä (faseringsmogelijkheden voor de uitvoering).
 
De notitie doet voorstellen voor een aanpak waarmee deze aanleidingen met
elkaar in verband worden gebracht en integraal kunnen worden afgewogen. Deze
aanpak komt de uiteindelijke kwaliteit ten goede en reduceert de hinder bij
de uitvoering door de onderlinge afstemming. Deze aanpak is het resultaat van
de doelstelling om met de aanleg van de Noord-Zuidlijn kansrijke
ontwikkelingen in de omgeving te stimuleren.
 
3. Programmatische keuzemogelijkheden.
 
Voor het definitieve ontwerp van de zuidelijke toegangen van het station
Vijzelgracht en voor de inrichting van de openbare ruimte van het
Weteringcircuit moeten keuzen worden gemaakt voor de programmatische
uitgangspunten.
 
Parkeergarages.
 
Er moet een keuze worden gemaakt voor een definitieve locatie of locaties.
Er was in beginsel een aantal mogelijkheden:
Ä een openbare garage met ongeveer 385 parkeerplaatsen in de
verbrede bouwput van het station;
Ä een garage met ongeveer 200 parkeerplaatsen in de bouwput van het
station (andere doelgroep; wellicht bewoners);
Ä een garage onder het Van Randwijckplantsoen;
Ä een garage van nader te bepalen omvang (tot 1000 plaatsen) nabij
de Weteringlaan juist ten noorden van de brug over de
Singelgracht;
Ä een garage onder de Singelgracht van een nader te bepalen omvang
(wellicht als ‚‚n van een reeks).
 
Kiezen voor een openbare garage in combinatie met het station van de Noord-
Zuidlijn wordt op inhoudelijke en praktische gronden niet meer voorgesteld.
In een eerder stadium is deze mogelijkheid nog wel als haalbaar aan het
bestuur voorgelegd. De haalbaarheidstoets betrof op dat moment uitsluitend de
bouwtechnische haalbaarheid.
De uitwerking van deze optie leert dat de in- en uitritten van een dergelijke
garage verkeerskundig niet op een aanvaardbare manier zijn in te passen.
Daarbij komt dat deze garage hoge extra bouwkundige kosten met zich brengt.
De aanleg van deze garage veroorzaakt tevens veel hinder voor de omgeving
(vanwege de noodzakelijke bredere bouwput) en belemmert de bereikbaarheid van
de binnenstad.
 
Op grond van deze argumenten is, om onnodige kosten te voorkomen, geen
ontwerpcapaciteit meer ge‹nvesteerd in deze optie en worden andere
mogelijkheden aan het bestuur voorgelegd. Een keuze voor een grote openbare
garage in een verbrede bouwput is niet meer mogelijk zonder ontwerpschade en
vertraging van het begin van de aanleg van de Noord-Zuidlijn.
Een garage nabij de Weteringlaan is eigenlijk alleen mogelijk bij een keuze
voor het model þhaakse kruisingþ.
 
Openbare ruimte.
 
De inrichting van de openbare ruimte na aanleg van de Noord-Zuidlijn moet nog
worden ontworpen.
Er zijn in beginsel twee mogelijkheden:
Ä herstel van het bestaande verkeerscircuit (met naar verhouding
kleine aanpassingen);
Ä een haakse kruising.
 
Restruimte:
 
Ä een kleinere garage voor een andere doelgroep (bewoners?);
Ä een sportcentrum of zwembad;
Ä een kunstcentrum of galerie;
Ä een þentertainment centreþ;
Ä een centrum voor popmuziek, met oefenruimtes;
Ä een discotheek.
 
4. Toelichting.
 
4.1. Het station.
 
Bij de inspraak over de inpassing van het station Vijzelgracht zijn twee
modellen gepresenteerd voor de zuidelijke toegangen van het station: het
DPVE-model en het okselmodel. Naar aanleiding van het gevoerde overleg over
de inpassing van de in- en uitgangen wordt voorlopig voorgesteld te kiezen
voor een ontsluiting volgens het DPVE-model. Dit model past in het budget van
de Noord-Zuidlijn.
 
De zuidelijke toegang van het station Vijzelgracht kan bij een herinrichting
met een rechte kruising aanmerkelijk worden verbeterd. De afstand tussen het
þdiepe stijgpuntþ (de roltrappen naar het perron) en de toegang is korter dan
in alle andere modellen. De toegang ligt bovendien in het verlengde van het
diepe stijgpunt; de ruimte wordt overzichtelijker. Daglicht zal verder in de
ondergrondse ruimte kunnen doordringen en dat is van wezenlijk belang voor de
ori‰ntatie en de sociale veiligheid.
 
Bij de vaststelling van het DPvE van de Noord-Zuidlijn in november 1996 is
tevens de contour van de bouwput voor het station Vijzelgracht vastgesteld.
Om een openbare garage met een capaciteit van ongeveer 400 plaatsen te kunnen
bouwen boven het station, moet de bouwput ongeveer 2,5 meter worden verbreed;
speciale trekvoorzieningen zijn dan vereist om de bouwputbodem voldoende
vormvast te maken tegen opdrijvende krachten. Een keuze voor dit model met
een verbrede bouwput is dus een wijziging van het DPvE. In de bouwput van het
station Vijzelgracht Ä dat wil zeggen: zonder deze breder te maken dan
noodzakelijk voor het station Ä zou echter wel een bewonersgarage kunnen
worden gemaakt voor Ä om de gedachten te bepalen Ä 200 auto's … Ÿ 50.000 per
plaats; aan een bewonersgarage worden minder vergaande eisen gesteld dan aan
een openbare voorziening. Onderwerp van onderzoek is eventueel ook een andere
bestemming van de ruimte in de bouwput boven het station.
 
4.2. Parkeergarages.
 
In het plangebied (de Vijzelgracht en het Weteringcircuit) wordt gezocht naar
een plaats voor een (ondergrondse) parkeergarage, onder meer in het kader van
het Verkeers- en Inrichtingsplan (VIP). In het VIP wordt uitgegaan van een
parkeergarage bij het Weteringcircuit voor 500 plaatsen voor bezoekers van de
zuidelijke binnenstad. Er zijn verschillende locaties in de nabijheid van het
Weteringcircuit onderzocht. Uit informeel overleg over een garage onder de
bestaande kinderspeelplaats bleek een sterke tegenstand bij betrokkenen;
besluitvorming over dit voorstel is uitgebleven.
 
Het idee om de parkeergarage te combineren met het station Vijzelgracht van
de Noord-Zuidlijn bleek technisch uitvoerbaar; de kosten per parkeerplaats
bleken echter naar verhouding hoog, de verkeerskundige inpassing slecht. Een
volgend voorstel betrof een garage onder het water van de Singelgracht
(wellicht als onderdeel van een ring van garages rond de binnenstad); deze
optie wordt ook genoemd in het programakkoord.
In een brief van de directeur van de dIVV (van 14 januari 1998) zijn de voor-
en nadelen van drie varianten (in de Singelgracht nabij het Weteringcircuit,
onder het Van Randwijkplantsoen en de Vijzelgracht) beschreven. Inspraak over
de locatie van de parkeergarage is toen uitgesteld om een nieuwe
mogelijkheid, uitgaande van een haakse kruising op het Weteringcircuit, in de
afweging mee te kunnen nemen.
 
Het ontwerpoverleg in het atelier voor de inpassing van de toegangen van het
station leidde tenslotte tot enkele mogelijkheden, die het beste kunnen
worden afgewogen in een beoordeling van het gebied als geheel.
 
Met het oog op de capaciteit van de garage moet worden opgemerkt dat in het
gebied van het stadsdeel De Pijp (ofwel het nieuwe stadsdeel Amsterdam-Oud
Zuid) dat binnen de invloedssfeer van een eventuele garage valt, een grote
behoefte aan parkeergelegenheid bestaat, bijvoorbeeld voor bezoekers van de
Albert Cuypmarkt. Daarbij wordt aangetekend dat het beleid is gericht op
vervanging van parkeerplaatsen op het maaiveld.
 
Nabij de Weteringlaan Ä het verlengde van de Vijzelgracht ter hoogte van het
huidige Weteringcircuit Ä zou een naar verhouding simpele, ondiep gelegen
openbare garage van 500 of zelfs 1000 plaatsen kunnen worden gemaakt, met een
inrit en een uitrit onmiddellijk ten noorden van de brug (brug nr. 84) over
de Singelgracht, dus nabij de bron van het verkeer (de Stadhouderskade). De
afwikkeling van het verkeer van en naar een garage van een dergelijke omvang
vraagt uiteraard nader onderzoek. De aanleg van deze garage betekent wel dat
een tijdelijke oplossing moet worden gevonden voor de speeltuin, uitgaande
van terugkeer in het plangebied.
 
De beslissing over de precieze plaats en omvang van de garage nabij de
Weteringlaan behoeft niet onmiddellijk te worden genomen. Naar het zich laat
aanzien, kan de openbare garage altijd nog worden aangelegd. In de tijd dat
de afwegingen worden gemaakt, kan het Adviesbureau Noord-Zuidlijn verdere
voorbereidingen treffen voor de diepe bouwput.
 
4.3. Kansen voor de openbare ruimte.
 
Een plan van aanpak voor de Singelgrachtzone Ä een nadere uitwerking van de
Nota van Uitgangspunten Openbare ruimte Singelgrachtzone Ä is in
voorbereiding. Kenmerkend voor de structuur van de Singelgrachtzone is het
lineaire karakter waarin bebouwing en þgroene knopenþ elkaar afwisselen. Deze
þgroene parelsþ als Weteringcircuit en Frederiksplein dienen meer dan nu het
geval is een verblijfsfunctie te krijgen.
 
De Vijzelgracht is een gedempte dwarsgracht, vergelijkbaar met het
Thorbweckeplein en het Koningsplein; de radiale Vijzelstraat liep
oorspronkelijk door over de oostelijke kade van de Vijzelgracht.
 
De vervanging van het huidige circuit door een haakse kruising biedt
mogelijkheden om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied als onderdeel van de
Singelgrachtzone te verbeteren.
 
Voor de inrichting van de openbare ruimte van de twee ruimten kan het profiel
van de Vijzelgracht zo worden opgebouwd dat de essenti‰le verschillen tussen
de straat en de voormalige gracht worden gehandhaafd (of liever versterkt).
 
Het Weteringcircuit kan meer als ‚‚n ruimte worden ingericht door ‚‚n soort
bestratingsmateriaal toe te passen en het aantal doorsnijdingen te verminde-
ren, zodat ‚‚n grote ruimte ontstaat. Bij ombouw tot een haakse kruising
wordt de þvijfdelingþ van het plein vervangen door een tweedeling.
 
De Vijzelgracht kan worden ingericht als ‚‚n hoofdruimte met ‚ ‚n nevenruimte
die gelijkwaardig zijn: de hoofdruimte met verkeer is gelijk aan de
Vijzelstraat, de nevenruimte is als het ware een gracht zonder water, met een
dubbele bomenrij; de oostelijke kade van voorheen is verbreed tot
hoofdverkeersruimte.
 
Een parkeergarage waarin ook een deel van het bewonersparkeren kan worden
opgevangen, biedt kansen om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren
door het evenredig verminderen van het parkeerareaal op maaiveld.
 
4.4. Verkeersveiligheid.
 
Het Weteringcircuit is een þblack spotþ waar meer dan twintig ongevallen per
jaar gebeuren, waarvan tien met letsel. Onderzoek (AVOC-studie van de dIVV)
heeft uitgewezen dat het kruispunt te groot is en daarmee onoverzichtelijk.
Voorgesteld werd de dubbele rijstroken te vervangen door enkele. De
oversteektijd van de fietser wordt daarmee veel korter; autoverkeer rijdt
niet langer þdubbeldikþ het kruispunt op.
De meest voorkomende ongevallen (door rood rijden en geen voorrang of
doorgang verlenen) kunnen hierdoor worden ondervangen.
Door een haakse kruising kan het aantal conflictpunten wordt teruggebracht.
 
Overig verkeer.
 
Afslagen naar de Den Texbuurt en het Eerste Weteringplantsoen worden opgehe-
ven of verlegd naar de Weteringschans. Een gevolg is wel dat auto's de Den
Texbuurt en het Eerste Weteringplantsoen minder gemakkelijk kunnen bereiken;
wellicht worden deze woonbuurten þautoluwþ.
 
De dubbele kruising bij de Vijzelstraat wordt samengetrokken tot ‚‚n
kruispunt de keermogelijkheid bij brug nr. 84 komt te vervallen.
 
De verkeerssituatie wordt verbeterd voor alle verkeersdeelnemers. Door haakse
bochten en een compacte layout wordt de rijsnelheid lager; de oversteeklengte
voor fietsers wordt korter; het kruispunt wordt beter regelbaar, met minder
verliestijd en wachttijd. Alleen voor de links afslaande fietsers verandert
de situatie niet wezenlijk: het blijft naar alle richtingen omslachtig.
 
De overstapmogelijkheden worden aanzienlijk verbeterd met een conflictvrije
overstap tussen metro en binnenring. Er ontstaat een goede zichtrelatie en
kortere loopafstand van binnenring en metro naar radiale lijnen. Er is ruimte
voor hoogwaardige (brede en veilige) tramhalten en er kunnen vanzelfsprekende
oversteekplaatsen worden gemaakt.
De keer- en afslagmogelijkheden voor de tram moeten anders worden opgelost.
 
5. Fasering en tijdschema.
 
In overeenstemming met het tijdschema van de Noord-Zuidlijn wordt vanaf medio
1999 gedurende twee‰nhalf jaar gewerkt aan het station Vijzelgracht, volgens
de wanden/dakmethode. In deze periode, waarin in verschillende fasen de
wanden en het dak worden gemaakt, mogen geen verdere verstoringen optreden;
er kunnen geen andere werkzaamheden worden verricht nabij het
Weteringcircuit. Daaropvolgend wordt gedurende vier jaar onder het dak
gewerkt; de ruimte wordt uitgegraven. In die periode, meer in het bijzonder
van halverwege 2001 tot halverwege 2003, zouden werkzaamheden op en rond het
Weteringcircuit kunnen worden uitgevoerd. Voor planvorming en besluitvorming
over het Weteringcircuitgebied is dus ruwweg drie jaar beschikbaar (van nu
tot halverwege het jaar 2001).
 
Uit het tijdschema van de Noord-Zuidlijn kan worden afgeleid dat keuze voor
een garage voor bezoekers in een verbrede bouwput zal leiden tot vertraging
in de aanbesteding van dit bouwwerk. Bij de ontworpen bouwputcontour (zonder
verbreding) zijn er uiteenlopende gebruiksmogelijkheden van de þ restruimteþ
boven het station. Een garage van 200 plaatsen past goed in de
bouwputcontour; ook andere vormen van gebruik zijn mogelijk zonder
ontwerpschade.
 
6. Toedeling van de kosten.
 
Kosten onderzoek en ontwerp.
 
De Dienst Binnenstad zal voorzien in het projectleiderschap van de
stedenbouwkundige planvorming, op basis van inbreng vanuit de dienst IVV
(Noord-Zuidlijn, Beheer, Projecten c.q. Strategie en Beleid). Hiervoor is een
budget beschikbaar van Ÿ 250.000 uit de parkeergelden van de Dienst
Binnenstad.
De inbreng van de dienst IVV voor de planontwikkeling van de parkeergarage,
het opstellen van stedelijke randvoorwaarden voor het hoofdnet Rail en Weg
ter plaatse van het huidige circuit en de inpassingsplannen van de Noord-
Zuidlijn wordt voorzien uit de projectbudgetten en de normale middelen van de
dienst IVV (grootstedelijke taak waarvoor de dienst IVV verantwoordelijk is).
 
Uitvoeringskosten.
 
De uitvoeringskosten van de herinrichting van het gebied zullen worden
geraamd bij de verdere studie; daarbij hoort ook een voorstel voor de dekking
van die kosten. De bijdrage die kan worden toegerekend aan het project Noord-
Zuidlijn, is het bedrag dat nu reeds in het budget is opgenomen voor het
herstel van de bestaande toestand na inpassing van de toegangen volgens het
Referentiemodel (de uitwerking van het DPvE behorende bij het aanlegbesluit).
Een andere belangrijke kostendrager zal de parkeergarage zijn.
 
7. Vervolg.
 
Na besluitvorming over deze notitie kan een masterplan worden opgesteld voor
dit gebied. In het masterplan worden plek, omvang en ruimtelijke inpassing
van de diverse programma onderdelen bepaald en meer in detail vastgelegd
(1 : 1000) en een meer gedetailleerde kostenbegroting gemaakt. Op basis van
dit masterplan kan een uitvoeringsplan voor de realisering van de onderdelen
worden gemaakt, waarbij de planning van de Noord-Zuidlijn maatgevend is.
Verder kan op basis van het masterplan het definitieve inrichtingsplan voor
de openbare ruimte worden gemaakt.
 
8. Conclusies.
 
Zoals uit het voorgaande blijkt, is de verkenning van het bestaande materiaal
zodanig positief dat verdere uitwerking van een plan voor dit gebied zinvol
is.