Bron : CvA
Onderwerp : Besluitenlijst van de Commissie Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en
Sociale Zaken (Köhler) d.d. 17 juni 1998
Comm. van Advies : Commissie Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale Zaken (Köhler)
Datum CvA : 17-06-98
COMMISSIE VERKEER, VERVOER, INFRASTRUCTUUR EN SOCIALE ZAKEN
Vergadering: Commissie voor Verkeer, Vervoer, Infrastructuur en Sociale
Zaken
Datum: 17 juni 1998
Plaats: kamer 0239 Stadhuis
Aanwezige leden:
mw. Bruines (voorz.), dhr. Köhler (weth.), mw. Irik, dhr. Bijlsma en dhr. De
Vries (PvdA), dhr. Paquay (SP), mw. Hofmeijer (GroenLinks), dhr. Van Lohuizen
(AA/De Groenen), dhr. Goedhart (CDA), dhr. Arda (D66), mw. Van Oudenallen
(MMž99) en dhr. Hooijmaijers (VVD).
Aanwezige ambtenaren: dhr. Van Ooijen (secr. algeheel/ROIB), mw. Westera
(secretariaat cie./ROIB), mw. Lenshoek (afd. Soc. Zaken),dhr. Van Rijnberk
(DIVV), dhr. Van Hattum, dhr. De Lannoy, dhr. Klinkert (Proj.b. NZ-lijn),
dhr. Smit (dRO), dhr. Elderhorst en dhr. Hakfort (PMB).
Bericht van verhindering ontvangen van:
Goedgekeurd op: 26 augustus 1998
Wijzigingen:
blz. 14 agendapunt II.V.1 en II.V.2, 1e regel toevoegen:
žMw. Van Oudenallen deelt mee dat de wethouder reeds vijf kwartier bezig
is met de beantwoording van één agendapunt en gezien het late tijdstip
zij te vermoeid is geraakt om e.e.a. nog te kunnen bevatten.ž
Punt: Onderwerp:
Blok I Algemeen
I.A.1 Opening
Voorzitter opent de vergadering.
I.A.2 Mededelingen
Voorzitter deelt mee dat aan de agenda van heden wordt toegevoegd de
vaststelling van het verslag van de Hoorzitting iz het bestemmingsplan
Noord/Zuidlijn d.d. 9 juni 1998.
Voorts deelt zij mee dat de vergadering eventueel vervolgd wordt
hedenavond vanaf 20.30 uur. Vervolgens deelt zij mee dat de cie. leden
de volgende stukken in de afgelopen tijd nog hebben nagezonden gekregen,
nl. het verslag van de hoorzitting van 9 juni jl., een aanvulling op
het bestemmingsplan, een brief van de DIVV d.d. 12-6-98 inzake wijzging
beantwoording zienswijze audit en de beantwoording van de schriftelijke
vragen van de VVD en de PvdA.
Er hebben zich elf insprekers gemeld en volgens de verordening van de
cva hebben zij recht op 20 min. inspreektijd. Zij stelt echter voor om
alle elf insprekers één termijn te geven van 2 minuten. Gaat de cie.
hiermee akkoord?
Dhr. Hooijmaijers gaat hiermee akkoord met één uitzondering nl. om de
mensen die niet op de hoorzitting zijn geweest de volle drie minuten te
geven.
Dhr. Bijlsma deelt mee dat de hoorzitting uitsluitend voor het
bestemmingsplan was en de zaken die nu op de agenda staan zijn dusdanig
belangrijk dat hij voorstelt om iedereen de volle drie minuten
spreektijd te geven.
Dhr. Van Lohuizen is het eens met dhr. Bijlsma.
Dhr. Payuay is het ook eens met dhr. Bijlsma.
Voorzitter concludeert dat de insprekers allen drie minuten spreektijd
krijgen.
Dhr. Hooijmaijers deelt mee een mededeling van de wethouder te hebben
verwacht over de berichten in de krant m.b.t. een uitspraak van de Raad
van State over het bestemmingsplan IJ-oevers. Hij neemt aan dat het
college hierover gesproken heeft.
Wethouder deelt mee dat die uitspraak geen enkel gevolg heeft voor de
bespreking van heden over het bestemmingsplan Noord/Zuid-lijn.
Dhr. Hooijmaijers vraagt of de RvS niets gezegd heeft over het onderdeel
dat dubbel in de bestemmingsplannen zit.
Wethouder deelt mee dat dit niet het geval is, dit plan kan door.
Mw. Van Oudenallen vraagt of de weth. door de uitspraak van de RvS op
het bestemmingsplan IJ-oevers geen enkele twijfel heeft omtrent het
bestemmingsplan NZ-lijn.
Wethouder deelt mee dat er altijd in de laatste fase naar de RvS kan
worden gegaan dus in dat opzicht is hij niet zonder twijfel maar in dit
geval gezien de uitspraken heeft hij geen enkele twijfel.
I.A.3 Termijnagenda
Dhr. Arda vraagt of de Wijziging Parkeerverordening voor de zomer in de
cie. aan de orde komt. Het staat nu nog PM.
Wethouder deelt mee dat voor de zomer niet lukt, het zal één van de
eerste vergaderingen na het reces worden.
I.A.4 Besluitenlijst van de openbare vergadering van de Cie. VVIS d.d.
20-5-1998.
Commissie akkoord.
I.A.5 Vaststelling agenda CvA d.d. 1 juli 1998.
Toegevoegd worden de agendapunten:
I.A.7 Voorstel van het raadslid Bijlsma voor een gecombineerd Werkbezoek
Cie. VVIS/Cie. VSRG naar Lissabon.
III.S.5 Sted. Bureau Deskundigheidsbevordering en Informatievoorziening.
(wordt nagezonden)
Commissie akkoord.
I.A.6 Verslag van de hoorzitting van de Cie. VVIS betreffende het
Bestemmingsplan Noord/Zuidlijn d.d. 9 juni 1998.
Commissie akkoord.
I.A.99 Rondvraag.
geen punten.
Blok II Verkeer (incl. regio), Vervoer, Infrastructuur
II.V.1 Subsidieaanvraag Noord/Zuidlijn.
Inspreekster mw. Visser namens Behou Gerard Dou, deelt mee dat een
samenwerkingsovereenkomst gebaseerd op het Programma van Eisen niet kan.
De projectgroep heeft een definitief PvE opgesteld buiten de commissie
om, het is op 9 juni jl. naar de stadsdelen gestuurd met de mededeling
dat dit de definitieve is. Er wordt gesteld dat er regionale lijnen
moeten komen, geen light-rail. Dan kan niet worden volstaan met een
raadsbesluit van de gemeente Amsterdam. De schaderegeling valt niet
onder het bestemmingsplan NZ-lijn, hiervoor is een aparte regeling en
degene die aanlegt moet zich verzekeren. Er wordt gesteld dat Amstelveen
een directe verbinding krijgt, niet vermeld wordt dat de verbinding met
het Amstelstation verdwijnt. Volgens spreekster is dit niet nodig.
In de Vinex nota wordt de OV verbinding genoemd, hier is geen NZ-lijn
voor nodig.
Het Rokin, de Zuidas en noem maar op, er zijn zoveel economische harten.
Nut en noodzaak is lariekoek. Spreekster vraagt de commissie haar
verhaal over de vervoerswaarde aandachtig te bestuderen.
Inspreker dhr. Haije namens het Genootschap van Insprekers, deelt mee
dat vorige week de NZ-lijn op het maaiveld is gebracht en nu op de rails
gezet in de Scheldestraat. Er was enige verwarring over de NZ-lijn
tussen Caïro en Kaapstad maar dit is opgelost. M.b.t. de verbinding met
Aždam Noord weet men dat de helft van het autoverkeer door de IJ-tunnel
sluipverkeer is, van ring tot ring of binnendoor. Het verkeer wordt naar
plekken geleidt die via de Coentunnel of de Schellingwoudertunnel beter
te bereiken waren. De ringweg A10 bestaat al lang maar wordt niet
gebruikt zoals bedoeld was. Een gebrekking tramsysteem buiten de A10,het
ontbreken van Transferia en stoptreinen op zwakstroom die maar 50 km per
uur gaan kunnen als belangrijkste factoren worden aangemerkt. Binnen de
A10 ontbreken tramrailbogen op veel kruispunten. Spreker hoopt dat de
volgende minister van transport de essentie van de Europese richtlijn
91/440 begrijpt. Een OV bedrijf is een garage met veel belangstelling
voor rollend materieel en de arbeidsvoorwaarde voor het personeel. Dat
er ook nog gereden moet worden is bijzaak. Een normaal tram/bus kaartje
in het buitenland heeft na afstempelen een bepaalde geldigheidsduur. De
zonering heeft alleen tot verwarring geleidt. Dan is er sprake dat er
een mini metro komt. Een spectaculair Nederlands produkt waar Amsterdam
als eerste eer mee kan behalen. Wanneer er te lang wordt gewacht is
Rotterdam het eerst. Wanneer men niet weet waar de mini metro moet
worden besteld dan kan de weth. zich tot hem wenden.
Dhr. Van Lohuizen vraagt welke Europese richtlijnen dhr. Haije bedoeld.
Dhr. Haije deelt mee dat richtlijn 91/440 de splitsing tussen
infrastructuur en alles wat daar bij hoort zoals b.v. energievoorziening
en beveiliging en aan de andere kant de dienstverlening plus
vervoerswaarde en vervoerswerktuigen. E.e.a. is verplicht gesteld voor
de nationale spoorwegen. De NS stelt e.e.a. zo lang mogelijk uit, maar
als er sprake moet zijn van integraal openbaar vervoer dan zou dit
zelfde gelden voor provincies en gemeenten.
Inspreker dhr. Hageman namens Vereniging Stadsvervoerbelang, deelt mee
dat de Ver. Stadsvervoerbelang tegen de NZ-lijn is vanwege de slechte
kwaliteit ervan. De NZ-lijn is geen vervanging voor autožs op
toeleidende wegen. Er ontstaat slechtere bereikbaarheid van Amsterdam
als geheel. Er zijn veel opheffingen van bestaande ov lijnen gepland. Er
wordt een verkeerschaos gecreëerd, trams vertrekken te laat. Als
voorbeeld noemt spreker dat op 9 juni jl. žs avonds er 50 bussen waren
uitgevallen en in plaats van vijf trams reden er drie op lijn 12. De
stations komen op onjuiste plaatsen om goedkope parkeergarages mogelijk
te maken. Dit eist extra rijstroken waardoor openbaar vervoer verdwijnt.
Straks is er geen halte meer tussen Spui en Vijzelgracht. Hierdoor
trekken kantoren naar buiten Amsterdam. Dan gaat 2/3 van het personeel
per auto i.p.v. 1/4. De streekbussen worden ingekort terwijl er een
overeenkomst is gesloten met Purmerend en Zaanstad dat er naar het CS
gereden kan worden. Door DIVV is toegegeven dat 1x overstappen 30%
vervoersverlies geeft. Dan maken mensen geen gebruik van het OV.
Ervaringen uit het buitenland wijzen erop dat een groot deel van de
criminaliteit plaatsvindt in de trein. Tourniquets helpen dus niet, er
dient personeel in de trein aanwezig te zijn en dat is niet goedkoper.
Dhr. Bijlsma deelt mee dat de helft van de bussen naar het CS gaan en de
helft naar het Buikslotermeerplein. Wat vindt dhr. Hageman daarvan.
Dhr. Hageman deelt mee van mening te zijn dat alle bussen naar het CS
moeten.
Tot slot deelt dhr. Hageman mee dat het ž7e documentž niet ter visie
lag.
Inspreker dhr. V. Wouden namens Metro Beraad Noord, hetgeen aan de
commissie is meegedeeld wordt bij het verslag gevoegd, zie bijlage 1.
Inspreker dhr. Versteeg namens St. Rover, deelt mee dat veel wat hij had
willen zeggen reeds gezegd is door dhr. Van Lamoen tijdens de
hoorzitting. Hij is het eens met een passage uit een brief als reactie
op de audit dat e.e.a. prematuur is. De Noord/Zuid-lijn dient een
toevoeging te worden aan het bestaande OV net, een versterking. Er moet
niet worden gesneden in het huidige net. Tot slot merkt spreker op zijn
opmerkingen ook nog schriftelijk aan de commissie kenbaar te zullen
maken.
Inspreker dhr. Poppe (belanghebbende), hetgeen aan de commissie is
meegedeeld wordt bij het verslag gevoegd, zie bijlage 2.
Inspreker dhr. Van Lamoen namens Platform Metro, vraagt de commissie
vijf bladzijden tekst alsmede de rechtmatigheidsbeoordeling die hij
zojuist heeft uitgedeeld goed door te lezen alvorens zij een besluit
neemt, zie bijlage 3.
Gezien de tijd zal hij zich beperken tot enkele hoofdlijnen. M.b.t. de
procedure rond de subsidieaanvraag vindt spreker het niet juist dat
heden de cie. behandeling plaats vindt, volgende week gemeenteraad en
over zes maanden komt er een besluit van het ministerie. De commissie
zou meer tijd moeten krijgen om zich in de stukken te verdiepen en dit
levert geen vertraging op voor het afgeven van de beschikking door de
minister. De commissie beschikt naar zijn mening niet over alle
relevante stukken, m.n. de risico analyse (management en verdeling). De
financiële consequenties zijn niet te overzien. Een debacle zoals met de
Stopera heeft plaatsgevonden is niet ondenkbaar. De directeur van het
Projectbureau NZ-lijn probeert e.e.a. door te drukken. Er dient meer
tijd te zijn om alle financiële consequenties te kunnen overzien. Door
deskundigen worden de kosten op 3,6 miljard gulden geraamd. De afdekking
van de budgetoverschrijding is niet vastgelegd in de Wet en Besluit
Infrastructuurfonds. Het Rijk dient zich te commiteren aan de risico
analyse anders is er geen sprake van afdekking. Spreker is van mening
dat de cie. de stukken van 9 oktober nog dienen te ontvangen. Er is
sprake van groot risico, het is niet veilig. Hij verwijst naar punt 4 in
zijn tekst m.b.t. de risicožs. Voorts deelt hij mee dat er een gewijzigd
Genmod model komt n.a.v. verkeersgedrag en meerdere spitsperiodes. Hij
vraagt een nieuwe vervoerswaarde berekening op basis hiervan omdat hij
twijfels heeft over de ophoogfactoren van 4 naar 5. Er dient
onderbouwing te komen van de cijfers van het GVB over de vervoerswaarde
van de afgelopen twintig jaar. Spreker vraagt de commissie op dit moment
niet in te stemmen met de voorstellen.
Dhr. Hooijmaijers deelt mee dat dhr. Van Lamoen stelt dat de sub.
aanvraag wel uitgesteld kan worden en vraagt of uitstel van de sub.
aanvraag bedenkend dat niet de gemeente maar het ROA aanvraagt en er
data gehaald moeten worden of dit bewust niet genoemd is of is er een
andere reden?
Tweede vraag is n.a.v. de rechtmatigheid en de financiering. Het eerste
deel van de uitgedeelde tekst van dhr. Van Lamoen kan spreker volgen,
ook de conclusie, maar m.b.t. het Besluit Infrastructuurfonds minder.
Als u de cie. de Boer aanhaalt en aangeeft dat de kostendekkingsgraad
niet wordt verhoogd. Waar haalt u dat vandaan?
Dhr. Van Lamoen antwoordt dat de beoordeling is geschreven op het moment
dat de AGV notitie nog niet beschikbaar was. Vooralsnog wordt uitgegaan
van de audit AGV Nieuwe Gein waarvan de conclusie recht overeind blijft.
Er wordt voorgesteld om lijn 25 op te heffen en een aantal andere lijnen
in te korten. De NZ-lijn diende een aanvulling van het bestaande net te
worden. Gezien de voorwaarde door de raad gesteld eind 1996 kan de
netoptimalisatie niet worden doorgevoerd.
Inspreekster mw. Minkiewicz (belanghebbende), hetgeen aan de commissie
is meegedeeld wordt bij het verslag gevoegd, zie bijlage 4.
Inspreker dhr. Van Dam, kleine kraai, deelt mee de afgelopen tijd drie
brieven aan de voorzitter van de commissie te hebben gestuurd. Hij heeft
begrepen dat de laatste twee haar nog niet hebben bereikt. Hij
overhandigt afschriften van deze twee brieven aan de secretaris van de
cie. Spreker is van mening dat de hoorzitting gehouden op 9 juni jl.
over het bestemmingsplan NZ-lijn nog niet is afgelopen. Hij beroept zich
op de Wet Algemeen Bestuursrecht. Hij vindt het verwarrend dat de
commissieleden zowel spreken over het bestemmingsplan als over de
subsidieaanvraag. Spreker vindt het ongepast dat dhr. Hooijmaijers na
afloop van de hoorzitting nog in discussie is gegaan met enkele
insprekers. Tot slot is spreker van mening dat de rechter een uitspraak
over deze gang van zaken dient te doen.
Inspreker dhr. Van der Horst (belanghebbende), deelt mee dat hij uit de
vele stukken en de stapels onderzoeken niet het beeld heeft gekregen dat
de NZ-lijn noodzaak is. Er blijkt geen substantiële bijdrage voor de
rest van het openbaar vervoer. Er wordt beperkt en selectief omgegaan
met gegevens uit de audit. De ophoging van de spitsfactor van 4 naar 5
kan spreker niet beargumenteerd terugvinden in de stukken. Het voorstel
is bezuinigen in het bestaande openbaar vervoer. Voorts vraagt hij of
bij de verhoging van 1,3 naar 3,6 in de voorstellen van de auditor ook
het tweede pakket bezuinigingen is doorgerekend. Hij vindt het prematuur
om acht jaar voor opening e.e.a. vast te stellen. Er dienen geen
bezuinigingen te worden gestapeld. Het OV wordt ten onrechte overhoop
gehaald. De stukken wekken de indruk dat het project positief zal
uitpakken. Maar spreker is van mening dat het OV ondergeschikt wordt
gemaakt aan de NZ-lijn.
Er zijn jaren studies gedaan maar er kan niet aangetoond worden dat het
positief uitpakt.
Tot slot vraagt spreker de commissie om niet in te stemmen met de
voorstellen terzake.
Dhr. Paquay vraagt of dhr. v.d. Horst iets concreter kan zijn m.b.t. de
te positieve indruk van de stukken.
Dhr. V.d. Horst deelt mee dat er verschillende rekenmethodes zijn
gebruikt waarbij de exploitatiekosten zwaar zijn onderschat.
Spreker
toont een zelf gemaakte grafiek waaruit blijkt dat tussen het Rokin en
het Centraal Station in de spits sprake is van een piek-bezetting. Het
aanbod dient hierop afgestemd te worden. Volgens spreker is de bezetting
ongunstig. Men komt met de treinen niet uit door in de binnenstad te
stapelen. Een korte lijn met keertijd verlies, waar precies gekeerd moet
worden is nog niet bekend. Hij vindt dat de voorstellen niet waterdicht
zijn.
Wethouder vraagt welke norm dhr. v.d. Horst heeft voor de materieel
inzet.
Dhr. v.d. Horst deelt mee niet uit te gaan van de zit norm maar in de
spits pers je die mensen niet in bus of tram. Vergelijking met de
oostlijn is veel meer inzet bij minder passagiers.
II.V.1 Subsidieaanvraag Noord/Zuidlijn.
II.V.2 Bestemmingsplan Noord/Zuidlijn.
Eerste termijn Commissie
Dhr. Bijlsma deelt mee dat hij het woord zal voeren voor de PvdA-fractie
m.b.t. subsidieaanvraag en dhr. De Vries m.b.t. het bestemmingsplan. Hij
zal nu allerlei vragen stellen en zijn standpunt bekend maken in de
Raad.
Er dient voldoende duidelijkheid te komen over de risicožs voor de
gemeente. Het žgo no gož moment wordt bepaald aan het eind van het jaar.
Er is sprake van een soort tijdsklem. Dit is niet met opzet gebeurd,
want de ambtenaren hebben veel werk verricht. Dit soort zware
onderwerpen is moeilijk te beoordelen voor een modaal raadslid. Spreker
zou voor de toekomst andere werkafspraken hierover willen maken. Hij is
het eens met het collegebesluit dat de subsidieaanvraag wordt ingediend
voor de gehele Noord/Zuidlijn. Dit moet helder zijn richting Rijk.
Voorts vraagt spreker naar de publicatie van dhr. Frieling m.b.t.
station De Pijp, of de adviezen die hij nu uitspreekt twee jaar geleden
ook al bekend waren bij het college.
Vervolgens wil hij uitgewerkt terugzien de watervariant bij station
Rokin voor b.v. vervoer over water. Als hier hogere kosten aan verbonden
zijn wil hij dat voor de raadsbehandeling weten. De parkeergarage
Weteringcircuit dient de raming niet te blokkeren. Het doet spreker
deugd dat organisaties als de ENFB, ouderenorganisaties en gehandicapten
zijn ingeschakeld bij de voorbereiding. Alleen financieel is hier niets
over terug te vinden. De fietscoördinator heeft een rapportage toegezegd
voor deze week, spreker wil deze voor de raadsbehandeling hebben.
Ondanks sober en doelmatig wil spreker voor de bovengrondse stations een
betere kwaliteit dan nu voorstaat. Wil men concurreren met de auto dan
dient er een beschutte en verwarmde plek op de stations aanwezig te
zijn. Het žhokjež bij het WTC is veel te klein. De PvdA-fractie wil
weten wat het kost om die kwaliteit te realiseren op de stations.
Vervolgens wil spreker een lijst hebben met de niet-subsidiabele kosten,
o.a.
- exploitatieverlies GVB;
- kosten bereikbaarheid buurten;
- kosten eigen wensen stations;
- rentekosten voorbereidingskosten;
- nog meer parkeergarages (voorkomen camel nose)
- vervuilde grond.
Wethouder deelt mee dat voor dit laatste punt ook een subsidieaanvraag
wordt ingediend bij het Rijk.
Dhr. Bijlsma vraagt of er voor het boren ook gedacht is aan het
uitbesteden hiervan, b.v. Rijkswaterstaat. Het risico wordt dan beperkt.
M.b.t. de exploitatie heeft spreker twijfels over welke eisen het Rijk
nu gesteld heeft. Hij wil de briefwisseling van het Rijk zien m.b.t. de
kostendekkingsgraad en de vervoerswaarde. Over de 1e netoptimalisatie
was de Minister niet tevreden. Er is handmatig een tweede uitgevoerd.
Deze tweede wil spreker hebben voor de raad. Voorts wil hij de cijfers
van de afgelopen vijf jaar hebben.
Dan vraagt spreker of het beoogde materieel met andere steden wordt
ontwikkeld. Het NS materieel is te zwaar. Er wordt gesproken over light
rail in de beantwoording.
Wethouder deelt mee dat er t.z.t. materieel gekocht zal worden en dat
nog niet bekend is welk materieel precies.
Dhr. Bijlsma geeft de weth. de suggestie mee om e.e.a. gezamenlijk te
doen.
Vervolgens vraagt spreker of door het Rijk aan Rotterdam ook de eis
gesteld is om meer opbrengst te halen. Zo niet, dan kan deze eis ook
niet aan Amsterdam worden gesteld.
Begint eind 1998 het VAT-budget? Hoe sluit e.e.a. aan en zijn er
overlappingen?
Wat gebeurt er als de aanbesteding veel hoger uitvalt dan geraamd is.
Neemt het Rijk evt. gat voor 95% voor haar rekening?
Voorts deelt spreker mee nog enkele stukken te missen, nl.:
- lijst met risicožs + verdeling.
- rapp. Twijnstra/Gudde (desnoods vertrouwelijk ter inzage).
Wanneer tijdens de onderhandelingen met het Rijk uitkomsten bekend zijn
dan dient dit tussentijds aan de Raad te worden gemeld.
Wethouder deelt mee dit reeds schriftelijk te hebben toegezegd.
Dhr. Bijlsma vraagt of er rekening is gehouden met de mogelijkheid dat
de rechter het anticiperen niet toestaat. Tot slot vraagt spreker
wanneer de aanliggende bestemmingsplannen worden behandeld.
Dhr. De Vries deelt mee dat nog enkele zaken m.b.t. het bestemmingsplan
niet helder zijn. Hoe zit het met de anticipatieprocedure? Is de
onteigeningsprocedure al gestart?
Kan het slechtste scenario worden weergegeven qua tijd als b.v. de Raad
van State schorst. Blijven keuzes v.w.b. de stations nog mogelijk of
ligt met het bestemmingsplan alles vast. Hoe wordt omgegaan met de twee
ingangen noord/zuid. De luchtkokers niet hoger dan 5 m., zijn
uitzonderingen mogelijk? De nooduitgangen dienen op de kaart te worden
aangegeven. Overleg met het stadsdeel hierover.
Spreker is bij de gegeven beantwoording niet tevreden over het punt dat
station Sixhaven niet op de kaart wordt aangegeven. Er dient te worden
meegenomen dat het station Joh. van Hasseltweg wellicht verschuift naar
het zuiden.
Dan m.b.t. het station De Pijp merkt spreker op dat het jammer is dat
sommige direct belanghebbenden zoals de Bloemenkiosk op het Picoplein
niet betrokken zijn geweest.
Er dient antwoord van het college te komen over goede doorstroming en
sociale veiligheid in en bij de stations.
De toegangscontrole op het maaiveld is niet bevredigend beantwoord (zie
tek. 12, deel II bijlage). Waarom is niet verder uitgewerkt als de
beeldbepalende panden hoek Ceintuurbaan in tact blijven. Voor de
naamgeving voor het station in De Pijp dient een procedure te worden
vastgesteld. Hiervoor wordt eventueel een motie ingediend.
Tot slot dringt spreker aan om m.b.t. de kunst in de stations het
regelen hiervan mee te nemen in de definitieve ontwerpen van de
stations.
Dhr. Hooijmaijers deelt mee dat de VVD een beoordeling zal geven op
basis van de kosten van de aanleg, de exploitatie, het bestemmingsplan
en de risicožs.
Hij is het eens met dhr. Bijlsma om voor de toekomst afspraken te maken
m.b.t. het vaststellen van bestemmingsplannen in de raad. Het is
moeilijk zeker voor nieuwe raadsleden om een goede afweging te kunnen
maken.
Spreker is voor het indienen van de subsidieaanvraag voor de gehele
lijn. De suggestie om Noord nu niet aan te leggen wordt verworpen.
E.e.a. is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om slechts een deel te
realiseren is onverantwoordelijk gezien de kosten. Dit zou 20%
vervoerswaarde daling geven hetgeen betekent dat de kostendekkingsgraad
op 43% uitkomt. Na 2003 komen alleen nog lijnen voor rijkssubsidie in
aanmerking die een kostendekkingsgraad van 50% halen (oostlijn, ringlijn
en amstelveenlijn). Het huidige openbaar vervoer kan dan niet meer
betaald worden. Dat is dan alleen mogelijk door inverdienen op andere
lijnen. Spreker geeft de weth. mee richting Rijk dat het Rijk de
Noord/zuidlijn wil, het niet aanleggen van Noord geeft 20%
vervoerswaarde daling en het Rijk dient er voor te zorgen dat de motor
van de economie (Amsterdam) blijft functioneren.
M.b.t. de beantwoording van vraag drie van de VVD wordt gesteld dat
ambtelijk is overeengekomen dat de eigen bijdrage van het ROA en Aždam
de laatste betalingstermijn van het project zal vormen.
Spreker vraagt op welk ambtelijk niveau dit is overeengekomen met het
Rijk en waar dat is vastgelegd.
M.b.t. de schade is er nog geen enkele verklaring binnen dat iemand
verkocht heeft. Alleen de ABN/AMRO stuurt brieven om zoveel mogelijk
geld binnen te halen. Wellicht kan een ontbindende factor voor de aanleg
in de schaderegeling worden opgenomen.
Spreker pleit ervoor dat mensen moeten weten wie er in aanmerking komen
voor schadevergoeding en er een globale schatting van de kosten moeten
worden gemaakt zodat kosten gespreid kunnen worden.
Hij is het eens met dhr. Bijlsma over het lijstje niet-subsidiabele
kosten.
Voorts is hij van mening dat 10% onvoorzien veel te laag is ingeschat.
Dit moet minstens 15 20% zijn.
Vervolgens vindt spreker het onjuist dat het GVB de garantie voor de
vervoerswaarde geeft. Dit moet volgens hem DIVV zijn. Tevens wil hij
graag weten of hierover in de Cie. Ter Horst is gesproken.
In de beantwoording is uitgegaan van de bedrijfsgegevens van het GVB
omdat niet is uitgegaan dat een ander bedrijf de Noord/Zuidlijn zou
kunnen gaan exploiteren.
Spreker wil de formele garantie hierover weten. Voorts wordt gesteld
dat bij de afdekking van de vervoersopbrengsten eventuele tegenvallers
niet door het ROA worden opgevangen. Waar wordt dat op gebaseerd? Wat
is de uitval van het GVB tijdens de NZ-lijn aanleg? Hoe hoog is de
uitval wanneer het noordelijk deel wordt aangelegd?
Hoe is e.e.a. opgebouwd?
M.b.t. het bestemmingsplan merkt spreker op dat het voorstel van de
inspreker dhr. Hageman om de trap (oksel Weteringcircuit) richting
Leidseplein te laten lopen een zinnig voorstel lijkt. Hij zal hier
eventueel een motie voor indienen.
Het element van de kunst in de stations wil spreker zwaarder verankerd
zien in het bestemmingsplan. Er dient een minimaal percentage voor kunst
in de stations te worden vastgelegd.
Mw. Hofmeijer deelt mee begrepen te hebben dat dit in de ramingen was
inbegrepen. Hoe hoog is dat bedrag?
Dhr. Hooijmaijers deelt vervolgens mee nog geen reactie te hebben
gehoord op hetgeen insprekers hebben genoemd over de koppeling van
ondergrondse bestemming en/of luchtbestemming. E.e.a. dient in het
bestemmingsplan te worden vastgelegd.
Hoe zit het met de afslag Mosplein? S.v.p. onderbouwing. Voor de
naamgeving van het station in De Pijp stelt spreker voor om een
suggestie richting stadsdeel te doen om een termijn te stellen.
M.b.t. het risico heeft de VVD nog voorbehouden en twijfels. Hierover
komen nog schriftelijke vragen die voor de raad beantwoord kunnen
worden. Daarna zal worden bepaald of de VVD akkoord gaat.
Mw. Hofmeijer deelt mee zich te beperken tot de hoofdlijnen aangezien
het als nieuw raadslid anders niet te behappen valt. De vragen van
andere raadsleden volgt zij aandachtig. Groen Links is voor het indienen
van het hele traject, niet faseren. Wanneer een gedeelte wordt
gerealiseerd treedt er een daling van 20%passagiers. Wordt de
kostendekkingsgraad dan nog wel gehaald? Mogen wij als raadsleden ervan
uitgaan dat de ramingen juist zijn gezien de opmerkingen van dhr.
Hooijmaijers over het percentage onvoorzien. Spreekster maakt een
fractievoorbehoud ten aanzien van het punt risicomanagement en het
rapport Twijnstra/Gudde.
Vervolgens wil zij van de wethouder horen of er van alle eerdere
projecten geleerd wordt en alle mogelijkheden worden aangegrepen ter
realisering. Is er nog overleg met het ROA over de financiële bijdragen.
Zij heeft ook interesse in het lijstje waar dhr. Bijlsma naar vroeg,
zoals de niet-subsidiabele kosten m.n. de fietsenstallingen.
De plan-plus-kosten dienen te worden bekeken en kunnen een aantal
voorzieningen direct worden meegenomen met de aanleg van de NZ-lijn.
Een voorwaarde waar zwaar aan getild wordt door de fractie van Groen
Links is het behoud van het huidige voorzieningenniveau openbaar
vervoer. Geen lijnen inkorten alleen bij overlapping/dubbels. De NZ-lijn
moet geen bezuiniging inhouden voor het OV.
M.b.t. het exploitatieplan is het haar niet duidelijk waarom daar niet
meer over te vermelden valt. Waar hangt dit vanaf en wanneer is er dan
meer bekend.
De bezuinigingen op de stations vindt spreekster op de rand qua
veiligheid.
De sociale veiligheid van de passagiers staat voorop. Zijn er bij
calamiteiten wel genoeg nooduitgangen c.q. doorgangen. Voorts wil zij
een nadere toelichting bij de parkeergarages Rokin en Vijzelgracht.
Wanneer nu wordt ingestemd met de subsidieaanvraag betekent dit dan ook
accordering Rokin?
M.b.t. het bestemmingsplan wil spreekster weten of in gevallen waar de
plangrens Noord/Zuidlijn aan de rooilijn van woningen komt, welke
consequenties dit dan heeft voor de bewoners.
De naamgeving van het station in De Pijp is wat haar betreft žAlbert
Cuypž.
In de voordracht wordt gesteld dat er een positieve beschikking wordt
verwacht gebaseerd op de brief van 23 april jl? Maar voor de dekking is
geen oplossing en aan het eind van het jaar wordt de beschikking
verwacht. Volgens spreekster is dit tegenstrijdig.
Dhr. Arda deelt mee dankbaar gebruik te maken van alle toegestuurde
stukken, vragen van andere raadsleden en de gehouden hoorzitting. D66 is
altijd redelijk positief geweest in de afgelopen periode m.b.t. de
Noord/Zuidlijn. Nu wordt wederom een mijlpaal gehaald door goedkeuring
van het bestemmingsplan. Onzekerheid kun je volgens spreker creëren door
de hoeveelheid stukken en het aantal insprekers. In de pers was een
interessant artikel verschenen van Maurice de Hondt. De metro naar
Zuidoost indertijd had ook vele tegenstanders maar zit nu toch iedere
dag vol.
D66 is voor het indienen van het gehele traject en het binnenhalen van
zoveel mogelijk geld van het rijk. De gemeente hoeft niet alle
overschrijdingen z.i. te betalen.
M.b.t. de exploitatie is nog niet alles duidelijk, dit moet wel
duidelijk zijn op het moment dat de beschikking er komt. Spreker sluit
zich aan bij mw. Hofmeijer dat bij de bezuiniging op de stations het
minimum aan veiligheid is bereikt. Wanneer men kiest voor de
watervariant bij de garages zijn er nog verschilllen financieel? Kan de
Raad van State binnen een paar jaar anders besluiten? Hetgeen dhr.
Frieling in de pers heeft gesteld, is dat zo? Worden zaken voor de
toekomst uitgesloten door vaststellen van het bestemmingsplan voor de
aanleg. Het voorstel voor de Ceintuurbaan wijkt af van het besluit van
de vorige raad, D66 volgt het college in deze.
Tot slot merkt spreker op dat er instemming gevraagd wordt over de
beantwoording van alle zienswijzen. Wanneer dit formeel niet
noodzakelijk is doet hij hier liever geen uitspraak over aangezien het
onmogelijk is als nieuw raadslid om hier inhoudelijk volledig van op de
hoogte te zijn.
Dhr. Paquay deelt mee geen algemeen verhaal te houden aangezien zijn
voorganger dit al uitvoerig bij eerdere gelegenheden heeft gedaan. Hij
volstaat met het stellen van vragen.
1. De inspreker, dhr. Van Lamoen heeft dit reeds gevraagd maar geen
antwoord gehad, dus herhaald spreker deze: Wanneer de
subsidieaanvraag een paar maanden later wordt ingediend, wordt dan
de beschikking beïnvloed?
Wethouder antwoordt ontkennend.
2. Voor de f 215 miljoen en de f 235 miljoen is nog geen oplossing
gevonden.
Wat heeft de lobby tot dusver opgeleverd?
3. Het subsidiabele deel, is dit bedacht door het Rijk of door de
gemeente?
4. Er zijn deskundigen die zeggen dat de aanlegkosten 3x hoger zullen
zijn dan de raming. Is de weth. het hier mee eens? Wat zijn de
gevolgen hiervan? Of kan er over één of twee jaar opnieuw een
subsidieaanvraag worden ingediend.
5. Hoeveel is er in het programakkoord opgenomen voor de NZ-lijn?
6. Bij de verdeling van de risicožs betaald het rijk 95%?
7. Betaald het rijk het achterstallig onderhoud?
8. Bij žnieuw voor oudž (bruggen,kades) wordt de best quess
gehanteerd.
Is dit gebruikelijk en is dit betrouwbaar?
9. Over kabels etc.
is niets terug te vinden.
10. Deficit GVB bij de Ringlijn is dit door het Rijk gedicht?
11. De niet-subsidiabele kosten waar dhr. Bijlsma naar heeft gevraagd
ziet spreker met belangstelling tegemoet.
12. M.b.t. de kostendekkingsgraad, stijgt het gehele GVB-net met 1%?
13. f 39 miljoen opbrengst, overleg ROA/Rijk?
14. Pieken in het passagiersaanbod, gevolgen daarvan. Is de weth. het
daarmee eens?
15. Bij een netoptimalisatie van 3,5 % zoals dhr. Bijlsma stelde voor
het huidige net.
Garandeert u dan het huidige voorzieningenniveau?
16. Bij 3 x overstappen is een verlies van 30% reizigers. Hoe zit dat
bij de NZ-lijn?
Wethouder deelt mee dat niet meer en niet minder zal zijn. Gemiddeld is
er geen gevolg.
17. M.b.t. de werkgelegenheid, zijn de economische effecten berekend
voor het sluiten van de Ringlijn? Is dit nuttig om te doen?
18. Is er iets geregeld voor schade die na een aantal jaren blijkt?
19. Is er ooit een poging gedaan om private financiers te betrekken bij
het project?
20. Op de hoorzitting heeft dhr. Hooijmaijers gevraagd naar een anti-
speculatiebeding. Bestaat dit bij dit project?
Dhr. Goedhart deelt mee dat alvorens er ja gezegd kan worden tegen de
beschikking er eerst zekerheid moet komen over de risicožs en de
exploitatie. Het gaat om forse bedragen.
De subsidieaanvraag dient het gehele traject te bevatten. De uitleg van
Noord moet erbij, e.e.a. dient duidelijker gesteld te worden zodat er
geen optie is voor de minister.
Het betreft een regiolijn met rijksopdracht, dus moet er genoeg geld
beschikbaar worden gesteld. M.b.t. sober en doelmatig waarbij dan
bezuinigingen ad f 7 miljoen zijn gevonden, vindt spreker rommelen in de
marge. Het levert niet genoeg op en je kan het niet meer terugdraaien.
Wanneer er geen financiële besluitvorming wordt bereikt dan moet alles
maar opnieuw. Dan kan ook in de private sfeer worden gekeken. Vooralsnog
gaat spreker er vanuit dat het hier een financieel publieke financiering
betreft.
M.b.t. Noord is spreker van mening dat het hoe dan ook aangelegd moet
worden.
Voorts wil hij graag informatie over de uitspraak van de Raad van State
m.b.t. de IJ-oevers. De voorbereiding van het doortrekken van de
Ringlijn moet worden meegenomen. De fietsvoorzieningen dienen niet pas
in 2006 te worden gerealiseerd maar eerder. Dit moet met prioriteit naar
voren worden gehaald. Voor het Rokin stelt spreker voor om de
parkeergarage iets groter te maken zodat er niet bezuinigd hoeft te
worden op het perron. Voor de Vijzelgracht is een kruisstation
belangrijk. Dhr. Frieling is ongerust over de Oost/West-lijn. Met de
Weteringschans moet iets gebeuren. Voor de Pijp is gekozen om niet te
slopen maar er is niet genoeg geld. Panden hebben geen
eeuwigheidswaarde.
Men gaat onder panden door in de F. Bolstraat. Voor de toegangen dienen
op het gebied van veiligheid zaken geregeld te worden. Er is een marge
voor diepteligging van 0 tot 5 meter. Moet het iets dieper of hoger
t.b.v. de bereikbaarheid en/of de veiligheid. In de binnenstad zijn geen
nooduitgangen gepland, spreker wil hier meer informatie over.
Voor de bouwhoogte is 5 meter gekozen, waarom?
Tot slot deelt spreker mee dat in grote lijnen de CDA-fractie voor de
Noord/Zuidlijn is, alleen wel op een fatsoenlijke en goed betaalbare
manier.
Dhr. Van Lohuizen deelt mee dat het standpunt van zijn fractie bekend is
nl. tegen de Noord/Zuidlijn. Dit is door de toegezonden stukken niet
veranderd. Amsterdam Anders/De Groenen stemmen niet in met de
subsidieaanvraag en niet met het bestemmingsplan Noord/Zuidlijn.
Bij het referendum vorig jaar waren de hoofdpunten de financiering, de
ricicožs en wat er gebeurt met ons fijnmazig ov net. Daar is nog steeds
geen antwoord op. De samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en Rijk
heeft niet opgeleverd wat hij had moeten doen. De weth. zegt dat de
risicožs duidelijk moeten zijn bij de beschikking. Maar ik ben het met
dhr. Bijlsma eens dat we steeds verder een fuik ingaan. Er dient eerder
duidelijkheid te zijn voor burgers en raad.
Hij denkt niet dat eind 1998 gehaald wordt om de beschikking te krijgen.
De verschillende berekeningen m.b.t. de exploitatie door de audits maken
de lagere aantallen reizigers plausibeler. Het effect van de ringlijn is
beter dan verwacht. Maar er gaan ook geruchten dat lijn 51 en de
ringlijn worden leeggezogen door de NZ-lijn. Het schijnt ook zo te zijn
dat steeds meer mensen een overstap op het Centraal Station zoveel
mogelijk vermijden sinds de zomerdienstregeling van de NS. Duivendrecht
of Sloterdijk zijn comfortabeler. Wanneer de NZ-lijn er komt wordt
spreker nog meer somber, want dit heeft gevolgen voor het totale net.
M.b.t. de risicoverdeling sluit spreker zich aan bij dhr. Bijlsma m.b.t.
het rapp. Twijnstra/Gudde. Hij vindt het moedig van dhr. Hooijmaijers
dat deze durft uit te spreken dat het budget fors zal worden
overschreden. Het gestelde dat het ROA wel indient maar geen enkel
risico neemt vindt spreker onjuist.
Spreker deelt vervolgens mee dat de voorbereiding over het algemeen goed
is gedaan behalve bij de ruimtelijk economische effecten. Dit is echt
nonsens en hij raadt de weth. aan om dit rapp. niet mee te sturen.
Er is te weinig éénduidigheid zoals dhr. Arda en enkele insprekers al is
gemeld. Ook de uitspraak van de Raad van State m.b.t. de IJ-oevers
bevestigt dit.
De vragen van de PvdA m.b.t de nooduitgangen om de 250m. Bij de NZ/lijn
om de 300 m. Hier zijn toch richtlijnen voor van Binnenlandse Zaken?
Worden deze nu wel of niet aangehouden?
Voorts merkt spreker op dat alleen bij het Rokin apart besluitvorming
wordt gevraagd en alleen daar wordt bezuinigd. Spreker vindt dat dit in
het bestemmingsplan moet worden opgenomen. Het gevaar van het
anticiperen sluit aan bij het geen eerder is gezegd. Men moet zich
houden aan eerdere uitspraken van de raad. Tot slot deelt spreker mee
dat dhr. Niamut een motie had ingediend voor educatieve projecten. Hij
stelt voor om niet alleen de prožs maar ook de contražs hierbij op te
nemen.
Mw. Van Oudenallen deelt mee dat er na deze enorme woordenvloed weinig
nieuws te melden is.
Zij geeft de wethouder als politiek verantwoordelijke de suggestie om
e.e.a. goed af te wegen. Spreekster verwacht schadeclaims door het
doordrammen van een plan dat in haar ogen nog niet af is. Mokum Mobiel
is tegen de subsidieaanvraag en het bestemmingsplan Noord/Zuidlijn. Wat
is het ijkmoment voor het voorzieningenniveau.
De loopafstand voor ouderen en gehandicapten naar de stations is veel te
groot.
Waar worden de luchtkokers geplaatst? Spreekster vindt dat er wat
parkeergarages betreft tegenstrijdigheden zijn ten opzichte van het
programakkoord.
Dhr. Hooijmaijers deelt mee dat de VVD niet tegen parkeergarages is, het
is alleen de vraag waar worden ze gebouwd.
Wethouder deelt mee de beantwoording in vier aspecten onder te verdelen
nl.:
1. de studie ruimtelijk economische effecten;
2. de vervoerswaarde en exploitatie;
3. de subsidieaanvraag en de risicoverdeling;
4. het bestemmingsplan en de inpassing van de stations.
De gemeente en het Rijk hebben uitvoerig overleg gevoerd over de
regionale uitbreiding.
Ook voor de effecten rond de lijn o.a. naar Schiphol/Hoofddorp. Er zijn
studies verricht over de uitstraling van de lijn. Hiervan is een
samenvatting gemaakt tezamen met hetgeen er al bekend was van het
invloedsgebied. Schiphol is mededrager voor de arbeidsplaatsen. Dhr.
Poppe heeft gelijk v.w.b. de titel van het hoofdstuk. Het staat echter
|