Bron : Raad
Onderwerp : Herziening grenzen grootstedelijk project Noord-Zuidlijn.
Portefeuille : Wethouder Verkeer
Afd./Pol. partij : Ruimtelijke Ontwikkeling Infrastructuur en Beheer
Indicateur nr. : 97/86
Datum Raad : 17-12-97
Comm. van Advies : Verkeer, Milieu, Cultuur en Monumentenzorg
Datum CvA : 10-12-97
Datum B&W : 25-11-97
Datum publikatie : 02-12-97
Gemeenteblad nr. : 806
Nr. 806.
Herziening grenzen grootstedelijk project Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 2 december 1997.
Aan de Gemeenteraad
Inleiding.
Bij uw besluit van 31 mei 1995, nr. 293, heeft u, in goed overleg met de
betrokken stadsdelen, de Noord-Zuidlijn aangewezen als grootstedelijk
project in de zin van art. 35 van de Verordening op de stadsdelen. Tevens
heeft u daarbij besloten tot het terugnemen van een aantal bevoegdheden
ten behoeve van de realisering van het project. In deze bevoegdheden-
verdeling is begrepen een regeling met betrekking tot het overleg met de
betrokken stadsdelen.
Het in de oorspronkelijke aanwijzing begrepen gebied is gebaseerd op het
toenmalige voorkeurstracé. Aangezien reeds toen duidelijk was dat in de
verdere besluitvorming wijzigingen in dit voorkeurstracé zouden kunnen
optreden, is bij de aanwijzing reeds rekening gehouden met die
mogelijkheid. Onder punt II juncto punt X van uw vorengenoemde besluit is
namelijk bepaald, dat nadere detaillering en eventuele wijziging van de
gebiedsbegrenzing kan worden aangebracht, zulks in overleg met het
betrokken stadsdeel/de betrokken stadsdelen.
Inmiddels heeft u, naar aanleiding van de vaststelling van het Programma
van Eisen voor het kerntraject Noord-Zuidlijn, bij uw besluit van 14 mei
1997, nr. 231, de oorspronkelijke aanwijzing aangepast. Deze aanpassing
hield verband met de in het programma van eisen opgenomen verschuiving
van het tracé naar het midden van de Nieuwe Leeuwarderweg, en de
verplaatsing van het tracé naar de Ferdinand Bolstraat/het Europaplein.
De nu aan de orde zijnde aanpassing strekt ertoe het gebied waar de
aanwijzing betrekking op heeft, zodanig uit te breiden dat het
ontwerpbestemmingsplan Noord-Zuidlijn zoals dat inmiddels is opgesteld,
geheel binnen het gebied valt. Dit met het oog op het meenemen in het
ontwerpbestemmingsplan Noord- Zuidlijn van:
-de verschuiving van de rijstroken en de afslagbogen van de Nieuwe
Leeuwarderweg;
-de eventuele oostligging van het tracé bij het Centraal Station;
-de varianten van mogelijke in- en uitgangen van de stations Vijzelgracht
en Ferdinand Bolstraat/Ceintuurbaan;
-de mogelijke locaties van nooduitgangen op het Cornelis Troostplein en
de Churchill-laan;
-een verruiming van de boog van het ondergronds railtracé bij de RAI.
Over voornoemde aspecten zal nog definitieve besluitvorming plaatsvinden.
Deze aspecten worden op dit moment al als mogelijkheid in het ontwerp-
bestemmingsplan opgenomen, opdat een latere herziening van het
bestemmingsplan niet nodig zal zijn. Hiermee wordt een eventuele
vertraging van de procedures voorkomen.
Daarnaast zijn, overeenkomstig de bestemmingsplankaart, de marges
plaatselijk verruimd door, daar waar dit zonder reden nog niet het geval
was, de grenslijn vloeiend te laten verlopen.
Aanpassing gebiedsbegrenzing grootstedelijk project.
Het vorenstaande betekent, dat de gebiedsbegrenzing als volgt wordt
aangepast:
-een verbreding van het aanwijzingsgebied rond de Nieuwe
Leeuwarderweg;
-een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van de afslagbogen
van de Nieuwe Leeuwarderweg;
-een verbreding van het aanwijzingsgebied ten oosten van het
Stationsplein;
-een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van het
Weteringcircuit;
-een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van de bebouwing
Albert Cuypstraat 76-80;
-een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van de bebouwing
Ceintuurbaan 83-87;
-een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van het Cornelis
Troostplein;
-een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van de Churchill-
laan, voorzover gelegen ten westen van de Scheldestraat;
-een verbreding van het aanwijzingsgebied ter plaatse van het
Europaplein.
Het gebied waarop de aanwijzing als grootstedelijk project, na doorvoering
van vorenstaande aanpassingen, betrekking heeft, is weergegeven op 16
kaarten, welke bij deze voordracht zijn overgelegd.
Overleg met de betrokken stadsdelen.
Conform het bepaalde in punt II juncto X van uw besluit van 31 mei 1995,
nr. 293, tot aanwijzing van het grootstedelijk project Noord-Zuidlijn, heeft
overleg over de aanpassing van de gebiedsbegrenzing plaatsgevonden in het
kader van de ambtelijke werkgroep Noord-Zuidlijn. De werkgroep kan zich
vinden in de hier voorgestelde gebiedsbegrenzing. Er bestond geen behoefte
aan apart bestuurlijk overleg.
Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, de gebiedsbegrenzing zoals
vermeld onder punt I van uw besluit van 31 mei 1995, nr. 293, en zoals
gewijzigd bij uw besluit van 14 mei 1997, nr. 231, te wijzigen.
Deze voordracht zal op 10 december 1997 worden besproken in de
vergadering van de Commissie voor Verkeer, Milieu, Cultuur en
Monumentenzorg.
Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te
nemen:
De Gemeenteraad van Amsterdam,
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 2 december
1997;
Gelet op de Verordening op de stadsdelen;
Gelet op zijn besluit van 31 mei 1995, nr. 293;
Gelet op zijn besluit van 14 mei 1997, nr. 231;
Gelet op het overleg in de ambtelijke werkgroep grootstedelijk project
Noord-Zuidlijn,
Besluit:
Ide begrenzing van het grootstedelijk project Noord-Zuidlijn, zoals
aangegeven in zijn besluit van 31 mei 1995, nr. 293, onder punt I, en
zoals gewijzigd bij zijn besluit van 14 mei 1997, nr. 231, zodanig te
wijzigen, dat de begrenzing loopt zoals aangegeven op de bij het
onderhavige besluit behorende kaarten, nrs. 1 tot en met 16 en de
plankaart grootstedelijk project Noord-Zuidlijn, en ongeveer te
omschrijven als volgt:
in het stadsdeel Amsterdam-Noord gaat het om het gebied ten zuiden
van de ringweg-Noord, direct grenzend aan en inclusief de rijbanen van
de Nieuwe Leeuwarderweg. Aansluitend betreft het de rijbanen van de
IJ-tunnelweg. Na de passage van de brug Kraaienplein verlaat het tracé
de IJ-tunnelweg en gaat het rechtdoor, ten zuidoosten langs het Noord-
hollandsch kanaal en de voorhaven van het Noordhollandsch kanaal.
Vervolgens betreft het een strook door het IJ, naar de binnenstad.
Achter het Centraal Station ter hoogte van de De Ruijterkade verbreedt
het tracé zich tot circa 260 meter. Aan de voorzijde van het Centraal
Station, halverwege de brug over het Open Havenfront, versmalt het
tracé zich en gaat het schuin over het water van het Damrak. Vanaf de
kruising met de Oudebrugsteeg gaat het verder tussen de gevelwanden
van het Damrak, over de Dam tussen het Damrak en het Rokin. Het
gebied betreft vervolgens het Rokin tussen de gevelwanden, tot aan het
Spui. Vandaaruit gaat het verder in een schuine lijn over het water van
het Rokin richting Munt. Dan verder, tussen de gevelwanden van de
Vijzelstraat en Vijzelgracht, over het Weteringcircuit, met een
plaatselijke verbreding ter hoogte van de Weteringschans, naar de Stad-
houderskade.
In het stadsdeel De Pijp betreft het het gebied van de Ferdinand
Bolstraat; aan de oostzijde inclusief de direct aan deze straat grenzende
bouween-heden; aan de westzijde enige panden meer en tevens een deel
van de binnentuinen. Voorbij de hoekpanden aan de zuidzijde van de
Van Ostadestraat betreft het het gebied van de Ferdinand Bolstraat
tussen de gevelwanden, met een plaatselijke verbreding ter hoogte van
het Cornelis Troostplein. In het stadsdeel Rivierenbuurt betreft het
vervolgens het gebied tussen de gevelwanden van de Scheldestraat, met
een verbreding ter plaatse van de Churchill-laan. Vervolgens wordt aan
de oostzijde van het Europaplein de gevelwand gevolgd, terwijl aan de
westzijde het tracé in een schuine lijn in de richting van de Europabou-
levard gaat. Ter plaatse van de Europaboulevard wordt een afstand van
circa 45 meter aangehouden ten opzichte van de gevels aan de oostzijde,
en een afstand van circa 17 meter ten opzichte van de bebouwing van de
RAI. Daarna gaat het tracé in westelijke richting, tussen de zuidelijke
rijstrook van de A10-zuid en, op een afstand van circa 5 meter, de
bebouwing van de RAI. Vervolgens gaat het in stadsdeel Zuid tussen de
rijstroken van de A10-zuid tot aan de kruising met de Parnasusweg;
II te bepalen, dat zijn besluit van 15 mei 1995, nr. 293, en zijn besluit van
14 mei 1997, nr. 231, voor het overige in stand blijven;
III te bepalen, dat het besluit tot herziening van de gebiedsbegrenzing in
werking treedt op 29 december 1997
|