Bron : Raad
Onderwerp : Toewijzing definitief referendumverzoek aanleg IJburg,
datumbepaling en afhandeling raadsadressen koppeling
referenda IJburg en Noord-Zuidlijn.
Portefeuille : Wethouder Bestuurscontacten
Afd./Pol. partij : Algemeen Bestuurlijke/Juridische Zaken
Datum Raad : 27-11-96
Besluit : conform besloten
Datum publikatie : 22-11-96
Gemeenteblad nr. : 733
Nr. 733. Toewijzing definitief referendumverzoek aanleg IJburg,
datumbepaling en afhandeling raadsadressen koppeling
referenda IJburg en Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 22 november 1996.
Aan de Gemeenteraad
Op 7 november 1996 heeft het referendumcomité IJburg - inmiddels
Stichting referendumcomité IJmeer Open geheten - een definitief
referendumverzoek met betrekking tot uw besluit van 4 september 1996,
nr. 380, inzake de aanleg van IJburg overhandigd. Het comité heeft in totaal
11.290 lijsten met 67.836 handtekeningen ingeleverd.
De afgelopen weken heeft de Dienst O+S, het Amsterdamse Bureau voor
Onderzoek en Statistiek, met behulp van het Bevolkingsregister via een
steekproef onderzocht, of het comité het vereiste aantal geldige
handtekeningen van ten minste 24.190 heeft ingeleverd.
Het resultaat van de steekproef is dat er voldoende geldige
handtekeningen zijn ingeleverd. Van het steekproefbestand van 511
handtekeningen waren 93 (18%) om de volgende redenen niet geldig:
a niet ingeschreven in het Bevolkingsregister van Amsterdam.... 86;
b niet kiesgerechtigd.......................................... 3;
c meer dan één keer getekend................................... 4.
Het aantal niet-geldige handtekeningen mocht maximaal 292 (62%)
bedragen, zodat de conclusie van de steekproef is dat voldoende geldige
handtekeningen zijn ingeleverd.
Krachtens de Verordening op het referendum (art. 4.2, lid 1) moet uw
Vergadering binnen vier weken na indiening van het definitieve verzoek een
besluit over toe-/afwijzing nemen. Het door u genomen besluit wordt via
een openbare kennisgeving bekendgemaakt.
Gezien het resultaat van de steekproef stellen wij u voor, in uw
vergadering van 27 november 1996 het referendumverzoek inzake de aanleg
van IJburg toe te wijzen.
Krachtens de Tijdelijke referendumverordening 1996 (art. 6.1, lid 1) moet
het referendum uiterlijk vier maanden na de dag waarop uw Vergadering
het definitieve verzoek heeft ingewilligd, plaatsvinden, dat wil zeggen:
uiterlijk 26 maart 1997. Over de datum heeft overleg plaatsgevonden met
het referendumcomité en met de Dienst voor het Bevolkingsregister. Het
comité heeft als eerste voorkeur de datum van 26 maart 1997 en als tweede
voorkeur 19 maart 1997 genoemd. In verband met de verhuizing van het
Bevolkingsregister in het paasweekend van 1997 naar een pand aan de
Stadhouderskade, stellen wij u voor, 19 maart 1997 als datum voor het
referendum over de aanleg van IJburg te bepalen.
Op 28 augustus 1996 heeft het raadslid R.H.G. van Duijn schriftelijk aan
uw Vergadering voorgesteld om de referenda over IJburg en Noord-
Zuidlijn op dezelfde dag in april 1997 te houden. Het Platform Metro en
het referendumcomité IJburg hebben dit voorstel ondersteund middels een
raadsadres van
2 september 1996. De heer Van Duijn voert twee argumenten aan voor het
houden van beide referenda op dezelfde dag: het werkt kostenbesparend en
opkomstbevorderend.
In de Tijdelijke referendumverordening 1996 zijn de spelregels voor het
indienen van een referendumverzoek en het houden van referenda vast-
gelegd. Met deze spelregels wordt gewaarborgd dat de referendum-
procedure zorgvuldig wordt doorlopen. Burgers kunnen aan de in de
verordening genoemde termijnen rechten ontlenen. Wij vinden het dan ook
van het grootste belang dat uw Vergadering zich houdt aan deze termijnen
en wijzen daarom het voorstel van de heer Van Duijn af.
Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te
nemen:
De Gemeenteraad van Amsterdam,
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 22 november
1996,
Besluit:
I het definitieve referendumverzoek van het referendumcomité IJburg
inzake de aanleg van IJburg (Gemeenteblad 1996, afd. 1, nr. 380) toe te
wijzen;
II te bepalen als datum voor het referendum over de aanleg van IJburg:
19 maart 1997.
|