Type dokument:  Voordracht
Nummer Gemeenteblad:    669
Titel:
   Voorbereiding bestemmingsplan Rembrandtplein e.o. in relatie tot de
   Noord-Zuidlijn.
   Datum
   19941020
Datum behandeling Raad: 19941102
Besluit Raad:   conform besloten
Portefeuille:   Wethouder Ruimtelijke Ordening
Afdeling / Politieke partij:    Stedelijke Ontwikkeling


Nr. 669.    Voorbereiding bestemmingsplan Rembrandtplein e.o. in relatie
            tot de Noord-Zuidlijn.

                                                 Amsterdam, 20 oktober 1994.

   Aan de Gemeenteraad

   De komst van de Noord-Zuidlijn werpt in allerlei opzichten zijn
schaduwen vooruit. In de ruimtelijke strategie ten aanzien van de
bereikbaarheid en de ontwikkeling van de binnenstad gaat het om een
kernproject. De dynamiek die hiervan het gevolg zal zijn, vormt een
belangrijk aandachtspunt in het ruimtelijk en investeringsbeleid voor de
komende jaren, ook al in de periode vóór realisering. Bezien moet worden
welke ruimtelijk-economische effecten gewenst zijn, hoe de omgeving van de
stations zich dient te ontwikkelen en welke grenzen hieraan moeten worden
gesteld. Daarnaast is het van het grootste belang dat uw Vergadering zich
kan uitspreken, of ontwikkelingen die zich ten gevolge van de komst van de
Noord-Zuidlijn vanuit de particuliere sector voordoen, gewenst zijn en
derhalve dienen te worden gestimuleerd, of ongewenst zijn en dus dienen te
worden tegengegaan. Hierbij vormen juridisch-planologische maatregelen het
eerst aangewezen middel. Een en ander is reeds in het door uw Vergadering
vastgestelde beleidsplan Binnenstad (Gemeenteblad 1993, bijlage F) als
beleidsopgave genoemd.
   Voor het gebied waar de Noord-Zuidlijn onderdoor zal lopen, zijn van het
Centraal Station tot het Weteringcircuit de volgende planologische
regelingen van kracht (of in procedure).
1.    Bestemmingsplan IJ-oevers (in procedure).
2.    Bestemmingsplan Nieuwendijk-Kalverstraat e.o.
3.    Bestemmingsplan Burgwallen Oude Zijde. (Het ontwerp van de derde
      herziening is in procedure).
4.    Verordening ex art. 43 van de Woningwet (Binnengasthuisterrein).
5.    Leefmilieuverordening Rembrandtplein e.o.
6.    Ontwerp-bestemmingsplan De Munt (in procedure; het gebied valt binnen
      het gebied van de Leefmilieuverordening Rembrandtplein e.o.).
7.    Bestemmingsplan Amstelveld-Den Texbuurt.
8.    Bestemmingsplan Leidse- en Weteringbuurt.
   Voor het tracé van de Noord-Zuidlijn wordt een bestemmingsplan
voorbereid dat puur instrumenteel is; dat wil zeggen, puur gericht op de
aanleg van tunnels, stations en bovengronds spoor.
   Voor het mogelijk maken van gewenste ontwikkelingen zullen te zijner
tijd ongetwijfeld aanpassingen van de vigerende bestemmingsplannen nodig
zijn. Om ongewenste ontwikkelingen tegen te houden zijn de vigerende
regelingen voorlopig voldoende, behalve de Leefmilieuverordening
Rembrandtplein e.o., vanwege de afwijkende systematiek. Een
leefmilieuverordening bevat immers wel een regeling om hinderlijke functies
te beperken, maar functies die niet expliciet zijn uitgesloten of aan een
vrijstelling gebonden, zijn toegestaan. Bouwplannen worden getoetst aan de
Bouwverordening voor zaken als bouwhoogten enz. Om ervoor te zorgen dat ook
voor dit gedeelte van het tracé en de omgeving daarvan ongewenste
ontwikkelingen effectief kunnen worden tegengegaan, is een
voorbereidingsbesluit nodig, omdat bouwaanvragen voor ongewenst geachte
initiatieven op grond daarvan kunnen worden aangehouden.
   Sinds de vaststelling van het Beleidsplan Binnenstad zijn er door het
rijk toezeggingen gedaan ten aanzien van de financiering van de Noord-
Zuidlijn. Er is langs de Vijzelstraat en de Vijzelgracht een toename van
bouwinitiatieven te constateren. Het moment lijkt daarom gekomen om dit
voorbereidingsbesluit nu ook daadwerkelijk te nemen.
   Daar komt bij dat als onderdeel van het verbeteren van de kwaliteit van
de Binnenstad er overeenstemming met de bloemenkooplieden aan de Singel is
bereikt over de verdere ontwikkeling van de Bloemenmarkt en het vernieuwen
van de bloemenkramen. Gedeeltelijk zijn deze afspraken in strijd met de
Leefmilieuverordening Rembrandtplein e.o., omdat geen bebouwing is
toegestaan op de bestemming openbare ruimte. Een voorbereidingsbesluit is
ook hierom gewenst.
   Met betrekking tot de begrenzing van het voorbereidingsbesluit wordt ter
wille van de overzichtelijkheid voorgesteld, niet alleen voor de naaste
omgeving van de Vijzelstraat en de Bloemenmarkt een voorbereidingsbesluit
te nemen, maar het besluit te laten gelden voor het gehele gebied, waarvoor
nu de Leefmilieu-verordening (LMV) Rembrandtplein e.o. van kracht is. Het
is namelijk niet nu al vast te stellen, hoever het invloedsgebied van de
Noord-Zuidlijn zich zal uitstrekken. Gesproken wordt van een straal van 300
m rond stations-in- en -uitgangen, maar ook van een straal van 500 m. Met
die laatste maat wordt vrijwel het gehele LMV-gebied bedekt.
   Bovendien moet binnen enkele jaren in elk geval voor het gehele gebied
een bestemmingsplan worden gemaakt, omdat de Leefmilieuverordening, hoewel
deze in de praktijk goed functioneert, na afloop van de maximale termijn
van tien jaar niet meer kan worden verlengd. Voor hetzelfde gebied mag niet
opnieuw een Leefmilieuverordening worden gemaakt (art. 30 van de Wet op de
stads- en dorpsvernieuwing). Dit pleit ervoor, het voorbereidingsbesluit
voor het gehele gebied te laten gelden.
   Dit alles overwegende stellen wij u voor, een voorbereidingsbesluit te
nemen voor het gebied dat wordt begrensd door de Leidsegracht, de
Beulingstraat, de Singel, de Amstel en de Keizersgracht, zoals dit op de
bij deze voordracht overgelegde kaart met zwarte omlijning is aangegeven.
   Aangezien het bedoelde gebied behoort tot de bebouwde kom, ten aanzien
waarvan in het bij uw besluit van 13 november 1991, nr. 882, vastgestelde
Structuurplan Amsterdam 1991 aanwijzingen voor de bestemming zijn gegeven,
kan bij het voorbereidingsbesluit worden bepaald, dat dit vervalt, indien
niet binnen twee jaar na de inwerkingtreding ervan een ontwerp-
bestemmingsplan ter inzage is gelegd. Wij stellen u voor, dat u deze
termijn van twee jaar opneemt in uw besluit.
   De Commissie voor Volkshuisvesting, Stadsvernieuwing, Ruimtelijke
Ordening en Grondzaken heeft op 12 oktober 1994 met deze voordracht
ingestemd.
   Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit
te nemen:

   De Gemeenteraad van Amsterdam,

   Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 20 oktober 1994;
   Overwegende, dat het hierna te noemen gebied behoort tot de bebouwde
kom, ten aanzien waarvan in het bij zijn besluit van 13 november 1991, nr.
882, vastgestelde Structuurplan Amsterdam 1991 aanwijzingen zijn gegeven
voor de bestemming;
   Gelet op art. 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,

   Besluit:

  I   te verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het
      gebied dat wordt begrensd door de Leidsegracht, de Beulingstraat, de
      Singel, de Amstel en de Keizersgracht, zoals dit op de bij deze
      voordracht overgelegde kaart met zwarte omlijning is aangegeven;

 II   te bepalen, dat dit besluit met ingang van 9 november 1994 in
      werking treedt;

III   te bepalen, dat het voorbereidingsbesluit voor de onder I
      omschreven gebieden vervalt, indien niet binnen twee jaar na de
      inwerkingtreding van dit besluit het ontwerp van een
      bestemmingsplan voor de desbetreffende gebieden ter inzage is
      gelegd.