Type dokument: Voordracht
Nummer Gemeenteblad: 531
Titel:
Voorstel van raadslid Van der Laan c.s. inzake beoordeling
investeringsakkoord Vinex.
Datum voordracht: 19940713
Datum behandeling Raad: 19940713
Besluit Raad: ingetrokken en vervangen door nr. 532
Afdeling / Politieke partij: PvdA
Nr. 531. Voorstel van raadslid Van der Laan c.s. inzake beoordeling
investeringsakkoord Vinex.
Amsterdam, 13 juli 1994.
Aan de Gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van Burgemeester en Wethouders
van 30 juni 1994 inzake de beoordeling van het investeringsakkoord Vinex
voor de gemeente Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 499, en bijlage R);
Overwegende:
dat de gezamenlijke investeringsinspanning van het rijk en de regio in
het Vinex-akkoord een belangrijke bijdrage levert aan de ruimtelijke
ontwikkeling van de regio Amsterdam in de periode 1995-2005;
dat het Vinex-akkoord, gezien de vele grote onderwerpen en de lange
looptijd die het bestrijkt, onvermijdelijk losse einden kent, die voor de
regio echter slechts aanvaardbaar kunnen zijn, indien en voor zover over
het gezamenlijk met het rijk opvangen van tegenvallers deugdelijke
afspraken zijn gemaakt;
dat het College van Burgemeester en Wethouders in zijn voordracht van
30 juni 1994 voor het te sluiten uitvoeringsconvenant daarvoor goede
randvoorwaarden heeft geformuleerd, die echter op drie onderdelen
onvoldoende waarborg scheppen en tot een onaanvaardbare aanslag op de
gemeentelijke vermogenspositie zouden kunnen leiden, te weten:
a zonder kennis van de resultaten van de proefaanlanding is het
onduidelijk welk bedrag in feite gemoeid zal zijn met de aanleg van
Nieuw-Oost;
b de kosten van de aanleg van de Noord-Zuidlijn zijn thans niet vast te
stellen;
c het door het College van Burgemeester en Wethouders voorgestelde
voorbehoud met betrekking tot de rijksbeslissing over de financiering
van de stadsvernieuwing na 1997 kan in zijn huidige tekst slechts leiden
tot verlaging van de binnenstedelijke woningbouwtaakstelling en zou
omwille van het evenwicht tussen de nieuwe en de bestaande stad mede
betrekking moeten hebben op de taakstelling in Nieuw-Oost,
Besluit:
aan deelname aan de voorbereiding van het uitvoeringsconvenant de
volgende aanvullende randvoorwaarden te verbinden:
1. definitieve instemming met de aanleg van Nieuw-Oost kan eerst
worden gegeven na het bekend worden van de resultaten van de
proefaanlanding;
2. voor de meerkosten van de aanleg van de Noord-Zuidlijn (thans voor
het deel Buikslotermeerplein-Zuid/WTC begroot op 1,2 miljard gulden) dient
een deugdelijke regeling te worden getroffen;
3. de woningbouwtaakstelling in Nieuw-Oost dient vooralsnog te worden
beperkt tot 12.000 en voor het overige te worden gekoppeld aan de uitkomst
van de rijksbeslissing over de voortgang van de stadsvernieuwing na 1997.
De leden van de Gemeenteraad,
E.E. van der Laan
L.M. Cornelissen
(Ingekomen - onder letteraanduiding A - en ingetrokken in de middagzitting
op woensdag 13 juli 1994).
|