Bron: Raad
Type document: Bijlage
Nummer Gemeenteblad: A (3-10)
Onderwerp: STRUCTUURPLAN AMSTERDAM 1991
Datum publicatie:--1992
 
Tekst:
 
DE STADSDELEN: BELEID EN MAATREGELEN
III
 
III.1. Binnenstad (A)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.1.1. Beleid
 
01 2
Het beleid is gericht op het handhaven en versterken van de stedelijke
milieutypes I en II.
 
02 1
De Binnenstad wordt als economisch, cultureel en historisch centrum
behouden en versterkt. Mogelijkheden tot veranderingen in het gebruik van
de Binnenstad zijn fysiek bepaald door de ruimtelijke en bouwkundige
structuur.
Naast het behouden en versterken van de genoemde functies zal ook het wonen
in dit stadsdeel worden versterkt.
 
03 1
Een samenhangende ontwikkelingsstrategie voor de gehele Binnenstad is
nodig. Hiermee moet de achterstand in kwaliteit en kwantiteit zijn
ingelopen op het moment dat de IJ-oeverlocaties "op de markt" komen.
 
04 2
Vooral voor het noordelijke deel van de Binnenstad is een inhaalactie
nodig. Een opwaardering van dit gebied als onderdeel van de toplocatie zal
een positieve invloed hebben op de waarde van het te ontwikkelen gebied de
IJ-oever.
 
05 2
Een diversiteit aan functies zal worden nagestreefd.
 
06 2
Naast de projecten in de stadsvernieuwings-gebieden zal elders meer
kwaliteit en diversiteit in het wonen worden bevorderd en een voortgaande
inspanning voor het wonen boven winkels en bedrijven worden geleverd.
 
07 1
De Binnenstad zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
08 3
Het beleid is gericht op het voorkomen van een toename van de leegstand en
het bevorderen van
hergebruik van leegstaande panden.
 
09 3
In aansluiting op het rapport van de Adviesgroep Binnenstad is een plan van
aanpak voor het Centrum van Amsterdam opgesteld ten behoeve van een actief
beheer van dit stadsdeel.
Het maken van bestemmingsplannen en het verder uitwerken van dit
Structuurplan in een ruimtelijk/functionele differentiatie vormen hierin
belangrijke elementen. In de uitwerking zal het beleid worden vastgelegd
met betrekking tot de spreiding van de diverse functies in de delen van de
Binnenstad. Op basis hiervan worden de wenselijk geachte
bestemmingsveranderingen gestimuleerd.
 
10 2
De ontwikkeling van moderne kantoren aan de SpuistraatÄNieuwezijds
Voorburgwal en het DamrakÄRokin zal worden gestimuleerd door toepassing
van
ver- of nieuwbouw zonder evenwel de schaal en de diversiteit van het gebied
aan te tasten.
 
11 1
Intensieve zorg voor de historische stad met haar waardevolle
stedebouwkundige structuur is vereist. Dit kan onder meer door een actief
beleid te voeren ten aanzien van de architectonische kwaliteit van verbouw
en nieuwbouw in de Binnenstad.
 
12 2
Voor de (bestaande) Binnenstad zijn de volgende beleidslijnen van
toepassing:
* leegstand en achteruitgang worden actief bestreden. Dit geldt met name
voor het gebied tussen de Warmoesstraat en de Geldersekade en in het
gebied Spuistraat-Nieuwezijds Voorburgwal;
* de werkfunctie (in het bijzonder in kantoren) gemengd met wonen wordt
versterkt in het westelijke deel van de grachtengordel en in het gebied
Nieuwezijds Voorburgwal-Spuistraat;
* culturele en uitgaansfuncties worden gestimuleerd in de directe omgeving
van het Leidseplein, het Rembrandtplein, de Nes en het Oosterdok;
* het woonmilieu wordt, onder handhaving van de menging met andere
functies, verbeterd op de Westelijke en Oostelijke Eilanden, in de
Haarlemmerbuurt, in de Jordaan, op de Nieuwmarkt, de Hoogte Kadijk en in
de Plantagebuurt;
* de woon- en andere functies, voor zover deze passen in het
Binnenstadsbeleid, worden beschermd in de zogeheten gemengde gebieden
Utrechtsebuurt, Weesperbuurt, delen van de grachtengordel, Leidse- en
Weteringbuurt (exclusief de directe omgeving van het Leidseplein);
* in het gehele gebied kan wonen verticaal worden gemengd met kantoren en
voorzieningen;
* de diversiteit aan functies wordt bevorderd;
* culturele voorzieningen in de Binnenstad gericht op de etnisch-culturele
minderheden worden bevorderd.
 
13 1
Het kernwinkelapparaat blijft geconcentreerd in het gebied
NieuwendijkÄKalverstraat, DamrakÄRokin en LeidsestraatÄ Reguliersbreestraat.
Een vernieuwing van het kernwinkelapparaat wordt nagestreefd door middel
van uitbreiding (onder andere aan de IJ-oevers) en verbetering van
kwaliteit.
 
14 1
Het beleid is gericht op het versterken van de regionale en nationale
functie van het kernwinkelapparaat van de Binnenstad.
 
15 2
De kwaliteit van de openbare ruimte zal belangrijk worden verbeterd.
Gestreefd wordt naar een stedelijk milieu dat zowel wat betreft de ambiance
als de bereikbaarheid voldoet aan internationale maatstaven.
 
16 2
Herinrichting van onder andere het Stationsplein en de Prins Hendrikkade is
essentieel om een goede, comfortabele overgang van de IJ-oevers naar het
bestaande winkelapparaat te bewerkstelligen.
 
17 3
Een integrale aanpak van de openbare ruimte wordt nagestreefd om de diverse
ambities voor de ontwikkeling van het water, de pleinen, straten en stegen
op elkaar af te stemmen.
 
18 1
Er zullen op zo kort mogelijke termijn hoogwaardige
ontwikkelingsmogelijkheden worden geboden in het centrale deel van de IJ-
oever (nabij het Centraal Station).
Het ontwikkelen van het centrale IJ-oevergebied tot nieuwe toplocatie wordt
ondersteund door kwalitatief hoogwaardige kantoren langs de IJ-boulevard-
oost en -west.
 
19 2
De ontwikkelingen op de noordelijke en zuidelijke IJ-oevers zullen op
elkaar worden afgestemd.
 
20 2
In de afweging van wonen en economische functies op nieuwbouwlocaties in de
Binnenstad wordt de taakstelling tot behoud van werkgelegenheid in de
Binnenstad, sterker dan tot nu toe het geval is geweest, betrokken.
 
21 3
Er wordt (door bij voorbeeld het wegnemen van juridisch-planologische
belemmeringen in geval van ver-, her- of nieuwbouw) tegemoet gekomen aan de
huisvestingswensen van met name kleine en middelgrote kantoorgebruikers.
 
22 2
Het terugdringen van het gebruik van de auto in het woon-werkverkeer wordt
ondersteund door het bieden van (her)vestigingsmogelijkheden op goed per
openbaar vervoer bereikbare locaties in de Binnenstad.
 
23 2
Kwalitatieve verbeteringen van het openbaar vervoer, onder meer op het punt
van comfort, betrouwbaarheid, frequentie en sociale veiligheid, worden
nagestreefd.
 
24 2
De bereikbaarheid van de Binnenstad voor essentieel autoverkeer wordt
verbeterd. Hierbij wordt het langparkeren door woon-werkverkeer
tegengegaan.
 
25
Ter verbetering van de ambiance van het stadshart wordt gestreefd naar
"blik van de straat", dat wil zeggen: het inwisselen van het huidige
parkeerareaal op de openbare weg voor parkeerruimte in gebouwde
voorzieningen langs onder andere het Rokin en de Nieuwezijds Voorburgwal en
de IJ-as; zie ook het convenant kernwinkelapparaat.
 
III.1.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt circa 7150. De woningproduktie bestaat voor minimaal 50 procent
uit vervangende nieuwbouw. Daarnaast wordt de produktie gerealiseerd door
woningbouw langs de IJ-oever (Oosterdok), door ontwikkeling van
PAL-locaties, door verbouw tot huisvesting van alleenstaanden en
tweepersoonshuishoudens (HAT) en appartementen en door wonen boven
bedrijven.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt 1430 woningen.
 
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
02
Er worden ten minste 2000 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Niet-hinderlijke bedrijven worden gevestigd langs:
* de Prins Hendrikkade en
* het noordelijke deel van Oostenburg, Kadijken-Oost, het oostelijke deel
van de Czaar Peterbuurt en gedeelten van Uilenburg.
 
04
Ten behoeve van de verdere planontwikkeling en ter voorbereiding van de te
maken bestemmingsplannen is voor de IJ-oevers een nota van uitgangspunten
en voor het oostelijke deel van de Binnenstad een structuurschets
opgesteld.
 
05
Nieuwe mogelijkheden zullen worden gecre‰erd door het aantrekken van
belangrijke vestigingen voor toplocaties als:
* IJ-oevers/Oosterdok: kantoren, winkels, horeca, nautisch kwartier,
museum, wonen, ruimte voor grotere en kleinere publieksmanifestaties en
een groene Plantage met een accent op natuur, milieu en recreatie;
* Valkenburgerstraat en Rapenburgerstraat: kantoren, onderwijs en wonen;
* PTT-hoofdpostkantoor en Telecomgebouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal:
publieksfuncties als winkels;
* Driehoek KalverstraatÄHeiligewegÄSingel: winkels en wonen.
 
06
In het kader van het plan van aanpak voor het Centrum van Amsterdam wordt
geregeld gerapporteerd in de vorm van een periodieke rapportage over de
ruimtelijke ontwikkelingen in de Binnenstad om tot een zo effectief
mogelijke be‹nvloeding te kunnen komen.
 
07
Om het winkelapparaat meer kwaliteit en allure te geven, is verbetering van
de openbare ruimte een voorwaarde. Maatregelen op het gebied van
bestrating, aanzien van de winkelpanden (reclame, rolluiken, uitstalling
van waren) en een zorgvuldig beheer worden daartoe genomen.
 
08
Nieuwe looproutes en verblijfsgebieden, met name tussen de Dam en het
Waterlooplein, worden ingericht. Ook buiten het stadshart worden
verschillende gebieden aangepakt: het Nautisch Kwartier rondom het
Oosterdok, het Kleine- Gartmanplantsoen en binnenkort het Frederiksplein.
Het Nieuwmarktplein is tegelijkertijd met de renovatie van de Waag
heringericht.
 
09
De capaciteit van de NV Nederlandse Spoorwegen op het traject
SloterdijkÄCentraal Station zal worden vergroot door het vermeerderen van
het aantal sporen ter hoogte van de Zaanstraat van vier naar zes.
 
10
In het verlengde van het stedelijk openbaar vervoer op de ringspoorbaan zal
een kruisingsvrije hoogwaardige openbaar-vervoerverbinding langs de
zuidelijke IJ-oever in de richting van het oostelijk havengebied en
Zeeburg/Nieuw-Oost worden aangelegd.
 
11
In het kader van het Verkeers- en Vervoerplan 1990 wordt nader onderzoek
verricht naar de mogelijkheden tot ondertunneling van (delen van) openbaar-
vervoerlijnen. Vooruitlopend op vervoerskundige en technische studies is op
de Plankaart vooralsnog een indicatief traject aangegeven voor een Noord-
Zuidverbinding.
 
12
Er wordt ruimte gereserveerd voor een aansluiting van de metro-oostlijn op
de raillijn langs de IJ-as (Westerdoksdijk), nabij het Centraal Station.
 
13
Voor uitbreiding van het stedelijk railnet wordt een reservering getroffen
voor een railtunnel onder het IJ. De uitwerking zal plaatsvinden in relatie
tot de besluitvorming over de Noord-Zuidverbinding.
 
14
Ter uitvoering van het streven naar een grofmaziger net van autohoofdroutes
binnen de stad worden de volgende maatregelen genomen:
* voor de gehele route Haarlemmerweg Ä Haarlemmer Houttuinen Ä Prins
Hendrikkade zal de noodzaak van handhaving van deze routes als
stedelijke infrastructuur worden onderzocht, in samenhang met de
realisering van de IJ-Boulevard-oost en -west. De Zeeburgerdijk zal na
realisering hiervan de functie als stedelijke infrastructuur verliezen;
* een onderzoek naar de effecten van het instellen van eenrichtingsverkeer
op radiale hoofdroutes in de centrale stadswijken (Vijzelstraat,
Rozengracht, Haarlemmerweg/ Haarlemmer Houttuinen);
* onderzoek naar de mogelijkheden en consequenties (met inbegrip van de
termijnen) van het vervallen of beperken van de gebruiksmogelijkheden
voor doorgaand stedelijk autoverkeer voor de route Haarlemmerweg Ä
Haarlemmer Houttuinen Ä Prins Hendrikkade Ä Eilandenboulevard Ä
Zeeburgerdijk Ä Zuiderzeeweg (in samenhang met de IJ-boulevard-oost en -
west).
 
15
Voor een goede bereikbaarheid van de Binnenstad en de IJ-oevers zullen, ter
vervanging van de huidige routes via de Spaarndammerdijk, de Tasmanstraat,
de Eilandenboulevard en de Zeeburgerdijk, het westelijke en oostelijke deel
van de IJ-boulevard worden aangelegd.
Ter wille van de verkeerscirculatie worden deze routes in het centrale deel
van de IJ-oevers, via de De Ruijterkade, verbonden.
 
16
In de zone Nieuwezijds Voorburgwal Ä Damrak Ä Rokin en de IJ-oever wordt
ernaar gestreefd, het parkeerareaal op de openbare weg in te wisselen voor
parkeerruimte in gebouwde voorzieningen.
 
17
In overleg met de betrokken nutsbedrijven wordt nagegaan welke
nutsvoorzieningen nieuw aangelegd of aangepast zullen worden, waarbij
tevens een zo goed mogelijke invulling van de openbare ruimte wordt
nagestreefd.
 
18
De plannen van particuliere natuur- en milieu-educatieve organisaties om te
komen tot een profilering van De Groene Plantage in de Plantagebuurt tussen
het Tropenmuseum en de Hortus Botanicus worden ondersteund.
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.2. Westpoort (B)
 
III.2.1. Beleid
 
01 1
De Westpoort wordt ingericht tot een allround bedrijvengebied, met aandacht
voor kwaliteitsverhoging en differentiatie in bedrijfsterreinen, dit ter
versterking van de Amsterdamse driehavenstructuur: zeehaven, luchthaven en
telehaven.
 
02 1
De vestigingsvoorwaarden voor distributie- en handelsactiviteiten worden
verder ontwikkeld om internationaal te kunnen blijven concurreren.
Aansluiting op hoogwaardige bovenstedelijke infrastructuur in directe
relatie met Schiphol is hierbij uitgangspunt.
 
03 1
Milieu-ruimtevragende bedrijvigheid wordt gezoneerd ter voorkoming van
overlast aan andersoortige bedrijven en woongebieden.
 
04 1
Het gemeentelijk beleid is neergelegd in het Activiteitenplan Westelijk
Havengebied (juli 1988).
Voor het tot ontwikkeling brengen van het gebied zijn drie locaties
aangewezen tot speerpuntlocatie.
 
05 2
De ontwikkeling van de werkgelegenheid op het nevencentrum rondom het
Station Sloterdijk heeft prioriteit.
Hierbij dient te worden ingespeeld op de toenemende vraag van gebruikers
naar een combinatie van kantoorruimte met (hoogwaardige) bedrijfs- c.q.
produktieruimte.
De acquisitie dient gericht te zijn op internationaal geori‰nteerde
communicatie-intensieve bedrijven en hoofdkantoren van (multinationale)
ondernemingen.
 
06 2
De Alfa-driehoek dient ruimte te bieden aan de toenemende vraag van
gebruikers naar hoogwaardige bedrijfs- c.q. produktieruimten gecombineerd
met kantoren.
 
07 2
Om het woon-werkverkeer per auto terug te dringen zal voor het nevencentrum
Sloterdijk een parkeerbeleid worden ontwikkeld.
 
III.2.2. Maatregelen
 
01
Op basis van inrichtingsschetsen zullen voor de Westpoort
bestemmingsplannen worden opgesteld.
 
02
Voor de deelgebieden Alfa-driehoek en Sloterdijk III zullen globale
bestemmingsplannen worden opgesteld. Aan de gemeente Haarlemmerliede en
Spaarnwoude zal worden gevraagd hetzelfde te doen voor het deelgebied
Houtrakpolder (herziening bestemmingsplan Ruigoord 1984).
 
03
Het gebied wordt ruimtelijk verkaveld door de aanleg van groenstroken. In
principe wordt elk deelgebied (bedrijvencluster) afgescheiden, conform het
Groenstructuurplan Westelijk Havengebied van april 1989 van de voormalige
Dienst Openbare Werken.
 
04
De prijsdifferentiatie binnen de Westpoort zal worden vergroot.
 
05
Voor de drie speerpuntgebieden Alfa-driehoek, Sloterdijk III en
Houtrakpolder-zuid zal een investeringsprogramma worden opgesteld en
uitgevoerd.
 
06
Per speerpuntgebied wordt een model-erfpacht-huurcontract opgesteld waarin
de speciale inrichtingseisen worden vastgelegd.
 
07
In de Westpoort worden, naast het bieden van ruimte voor havendoeleinden en
off-shore, de volgende activiteiten gerealiseerd of gepland:
* een vuilverbrandings- en -verwerkingsinrichting (AVI-West);
* een uitbreiding van de rioolwaterzuiverings-inrichting ter vervanging
van de RI-West;
* een kolengestookte elektriciteitscentrale;
* emplacementen ten behoeve van de NV Nederlandse Spoorwegen, mede om
ruimte te maken voor de woningbouwplannen in het oostelijk havengebied;
* opslag- en verwerking van verontreinigde grond.
 
08
Binnen de Westpoort zal worden voorzien in een uitbreiding van het
spoorwegennet en de vestiging van een railoverslagcentrum, teneinde beter
te kunnen inspelen op de gewenste groei van het goederenvervoer per spoor.
Zo zal in het plangebied Teleport-Amsterdam in het noordoostelijke kwadrant
een reservering voor een goederenspoor worden opgenomen. Daarmee wordt een
verbinding mogelijk tussen het Westhavenweg-emplacement en de westelijke
tak van de ringspoorbaan.
 
09
In het plangebied Teleport-Amsterdam zal rekening worden gehouden met de
aanleg van de Hemboog, de verbindingsboog tussen de Hemspoorlijn en de
westelijke tak van de ringspoorbaan.
 
10
Op Sloterdijk II en III worden voorzieningen getroffen voor het vestigen
van kleine bedrijven op verzamelterreinen en/of in verzamelgebouwen.
 
11
De ontbrekende delen in de recreatieve Brettenroute naar Spaarnwoude zullen
worden aangelegd.
 
12
Tussen de Groote Braak en Spaarnwoude zal het Geuzenbos worden aangelegd.
 
13
De hierna volgende wegen worden aangelegd:
* Seineweg;
* Westrandweg tussen de A10 en A9.
 
14
In de bestemmingsplannen voor de Westpoort zal rekening worden gehouden
met
een aansluiting NoordzeewegÄN5, waarbij de Haarlemmerweg zal worden
aangepast tot stadsautoroute.
 
15
De bestaande en de nieuwe Coentunnel dienen zodanig te worden ingericht dat
de uitbreiding van de infrastructuur in hoofdzaak ten goede komt aan
doelgroepenverkeer (zakelijk verkeer, carpoolers, goederenvervoer en
openbaar vervoer). Nader onderzoek, onder meer naar de gevolgen voor de
autointensiteiten op de aansluitende routes in de westelijke tuinsteden, is
hiertoe noodzakelijk. Daarbij wordt de aanleg van een regionale
railverbinding, waarmee Zaanstad-Oost kan worden aangesloten op de ringbaan
om Amsterdam, ruimtelijk niet onmogelijk gemaakt.
 
16
Voor de Westpoort zal een verkeerscirculatieplan worden opgesteld. Door de
aanleg van de tweede Coentunnel en de Westrandweg is speciale aandacht voor
de secundaire wegenstructuur vereist.
 
17
Er zal een onderzoek worden verricht naar de vestigingsmogelijkheden van
een zogeheten railservicecentrum. Het goederenvervoer van en naar Schiphol,
alsmede naar de andere werkgebieden, zal in dit centrum gegroepeerd worden
voor verder snel transport over de Europese raillijnen. Het centrum zal
daarop worden aangetakt.
 
18
Mogelijkheden om een nieuwe autopontverbinding ter hoogte van de
Coentunnel, tevens route voor gevaarlijke stoffen, aan te leggen worden
onderzocht.
 
19
In overleg met de nutsbedrijven en anderen wordt onderzocht, of de in de
Westpoort opgenomen kabel- en leidingenstroken nog voldoen aan de behoefte.
Aanzet hiervoor is de gewijzigde ontwikkeling voor het gebied.
 
20
Naast verplaatsing van de RI-West van de locatie Oostoever aan de
Sloterplas naar het terrein van de RI-Groote IJpolder zal de RI-Groote
IJpolder (industri‰le zuivering) naar verwachting in de jaren negentig door
de toename van bedrijfsactiviteiten in de Westpoort moeten worden
uitgebreid.
 
III.3. Westerpark (C)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.3.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Door middel van behoud en herstel wordt het stedelijke milieutype II
gehandhaafd of versterkt met een hoge graad van menging van wonen en
overige functies.
Verbetering van de kwaliteit van het woonmilieu staat daarbij voorop.
 
03 3
De woonfunctie zal, ook daar waar deze nog niet feitelijk wordt bedreigd,
worden beschermd.
 
04 1
De woonfunctie wordt uitgebreid door herbestemming van verouderde
bedrijfsterreinen en havengebieden.
 
05 1
Uitgaande van een integrale aanpak zal een hoog tempo worden gehandhaafd
bij de stadsvernieuwing.
Daarbij hebben behoud en herstel in het algemeen de voorkeur boven sloop en
vervangende nieuwbouw.
 
06 2
Het beleid is gericht op behoud en revitalisering van de werkfunctie en de
buurt- en wijkvoorzieningenstructuur. De mogelijkheden voor kleinschalige
instellingen en bedrijven om zich te vestigen zullen, waar wenselijk,
worden verbeterd.
 
07 3
Wat de winkelfunctie betreft, zal de al ingeslagen weg van meer ruimtelijke
concentratie worden voortgezet.
 
08 2
Bestaande bedrijven, die wegens overlast voor de omgeving en/of
bedrijfseconomische eisen niet op de huidige plaats kunnen worden
gehandhaafd, zullen zoveel mogelijk worden verplaatst naar gebieden aan de
rand van de 19de-eeuwse gordel of naar andere werkgebieden in Amsterdam.
 
09 3
Getracht wordt de parkeerproblematiek voor de bewoners te beperken en het
"verblijfsklimaat" te verbeteren.
 
III.3.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 1750. De woningproduktie bestaat voor een groot deel uit
vervangende nieuwbouw. Daarnaast vindt uitbreiding plaats op de locaties
Graanelevator/Stenen Hoofd (na 1994), Houthavens en het
Gemeentewaterleidingen-terrein, waarbij de mogelijkheid van woningproduktie
voor 1995 mede afhangt van de hinderzone van het abattoir.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt 350 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
02
Er worden ten minste 2700 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Bedrijfsruimte wordt geschapen op terreinen en in bedrijfsverzamelgebouwen.
De belangrijkste concentraties zijn:
Markthallen/Van Slingelandtstraat en het westelijke deel van de droge
Houthavens.
 
04
Het Westerpark wordt heringericht en uitgebreid in de Overbrakerpolder.
 
05
In aansluiting op het stedelijk openbaar vervoer op de ringspoorbaan zal
langs de zuidelijke IJ-oever een kruisingsvrije hoogwaardige stedelijke
raillijn worden aangelegd.
 
06
Er zal een studie worden verricht naar een railverbinding via de
Haarlemmerweg naar het Station Sloterdijk.
 
07
De IJ-boulevard-west zal worden aangelegd ter verbetering van de
bereikbaarheid van de Binnenstad en de IJ-oever en ter vervanging van de
bestaande hoofdroutes.
 
III.4. Oud-West (D)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.4.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Door middel van behoud en herstel wordt het stedelijke milieutype II
gehandhaafd of versterkt met een hoge graad van menging van wonen en
overige functies.
Verbetering van de kwaliteit van het woonmilieu staat daarbij voorop.
 
03 3
De woonfunctie zal, ook daar waar deze nog niet feitelijk wordt bedreigd,
worden beschermd.
 
04 1
Uitgaande van een integrale aanpak zal een hoog tempo worden gehandhaafd
bij de stadsvernieuwing.
Daarbij hebben behoud en herstel in het algemeen de voorkeur boven sloop en
vervangende nieuwbouw.
 
05 2
Het beleid is gericht op behoud van de werkfunctie en de buurt- en
wijkvoorzieningenstructuur. De mogelijkheden voor kleinschalige
instellingen en bedrijven om zich te vestigen zullen, waar wenselijk,
worden verbeterd.
 
06 3
Bestaande bedrijven, die wegens overlast voor de omgeving en/of
bedrijfseconomische eisen, niet op de huidige plaats kunnen worden
gehandhaafd, zullen zoveel mogelijk worden verplaatst naar gebieden aan de
rand van de 19de-eeuwse gordel of naar andere werkgebieden in Amsterdam.
 
07 3
Getracht wordt de parkeerproblematiek voor de bewoners te beperken en het
"verblijfsklimaat" te verbeteren.
 
III.4.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 950, inclusief het woningaantal op de reservering voor de Hogere
Economische School op het Wilhelmina Gasthuis-terrein. Dit betreft
overwegend vervangende nieuwbouw. De gemiddelde woningproduktie per jaar
bedraagt 190 woningen.
 
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar de afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor
de woningbouw.
 
02
Er worden ten minste 2700 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties of en particuliere eigenaren.
 
03
Bedrijfsruimte wordt geschapen op terreinen en in bedrijfsverzamelgebouwen,
voornamelijk gelegen aan de rand van de 19de-eeuwse wijken.
 
04
Het WG-terrein is bestemd voor woondoeleinden, buurtvoorzieningen, een
centrum voor startende bedrijven en andere bijzondere voorzieningen, zoals
het hoger beroepsonderwijs en kunstenaarsateliers.
 
III.5. De Pijp (E)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.5.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Door middel van behoud en herstel worden de stedelijke milieutypen II en
III gehandhaafd of versterkt met een hoge graad van menging van wonen en
overige functies. Verbetering van de kwaliteit van de woonmilieus zal
daarbij voorop staan.
 
03 1
Het Heinekenterrein krijgt een gemengde bestemming, waarbij ook stedelijke
belangrijke functies een plaats kunnen krijgen.
 
04 3
De woonfunctie zal, ook daar waar deze nog niet feitelijk wordt bedreigd,
worden beschermd.
 
05 1
Uitgaande van een integrale aanpak zal een hoog tempo worden gehandhaafd
bij de stadsvernieuwing. Daarbij hebben behoud en herstel in het algemeen
de voorkeur boven sloop en vervangende nieuwbouw.
 
06 2
Het beleid is gericht op behoud van de werkfunctie en de buurt- en
wijkvoorzieningenstructuur. De mogelijkheden voor kleinschalige
instellingen en bedrijven om zich te vestigen zullen, waar wenselijk,
worden verbeterd.
 
07 2
Bestaande bedrijven, die wegens overlast voor de omgeving en/of
bedrijfseconomische eisen, niet op de huidige plaats kunnen worden
gehandhaafd, zullen zoveel mogelijk worden verplaatst naar gebieden aan de
rand van de 19de-eeuwse gordel of naar andere werkgebieden in Amsterdam.
 
08 3
Getracht wordt de parkeerproblematiek voor de bewoners te beperken en het
"verblijfsklimaat" te verbeteren.
 
III.5.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 1100. Dit betreft circa 150 woningen en mogelijk meer op
aanvullende locaties. De belangrijkste locatie is het Heinekenterrein,
waarvoor de herbestemming wordt voorbereid. De vervangende nieuwbouw zal
ten minste 950 woningen bedragen.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt circa 200 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
02
Er worden ten minste 6000 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
III.6. Oost (F)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.6.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Door middel van behoud en herstel worden de stedelijke milieutypen II en
III gehandhaafd of versterkt met een hoge graad van menging van wonen en
overige functies.
Verbetering van de kwaliteit van de woonmilieus staat daarbij voorop.
 
03 3
De woonfunctie zal, ook daar waar deze nog niet feitelijk wordt bedreigd,
worden beschermd.
 
04 1
Uitgaande van een integrale aanpak zal een hoog tempo worden gehandhaafd
bij de stadsvernieuwing.
Daarbij hebben behoud en herstel in het algemeen de voorkeur boven sloop en
vervangende nieuwbouw.
 
05 2
Het beleid is gericht op behoud van de werkfunctie en de buurt- en
wijkvoorzieningenstructuur. De mogelijkheden voor kleinschalige
instellingen en bedrijven om zich te vestigen zullen, waar wenselijk,
worden verbeterd.
 
06 2
Bestaande bedrijven die, wegens overlast voor de omgeving en/of
bedrijfseconomische eisen, niet op de huidige plaats kunnen worden
gehandhaafd, zullen zoveel mogelijk worden verplaatst naar gebieden aan de
rand van de 19de-eeuwse gordel of naar andere werkgebieden in Amsterdam.
 
07 3
Getracht wordt de parkeerproblematiek voor de bewoners te beperken en het
"verblijfsklimaat" te verbeteren.
 
III.6.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 1500. Dit betreft overwegend vervangende nieuwbouw.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt 300 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar de afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor
de woningbouw.
 
02
Er worden ten minste 2500 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Het te realiseren woonmilieu kan getypeerd worden als stedelijk milieu II.
 
04
Bedrijfsruimte wordt geschapen op terreinen en in bedrijfsverzamelgebouwen
voornamelijk gelegen aan de rand van de 19de-eeuwse wijken.
Routes als de Wibautstraat/Weesperstraat zijn geschikte vestigingsplaatsen
voor bedrijven met een meer stedelijke functie die moeten worden
verplaatst.
 
05
Om de sociale veiligheid te vergroten en de bereikbaarheid van het station
te verbeteren, zal het Muiderpoortstation ingrijpend moeten worden
verbouwd.
 
06
Er zal ruimte worden gereserveerd voor spooruitbreiding op de trajecten
Muiderpoort Ä Weesp en er zal nader technisch en vervoerskundig onderzoek
worden verricht naar een eventuele spooruitbreiding voor het traject
Muiderpoort Ä Amstel Ä Duivendrecht.
 
08
Door herstructurering van de Eerste Van Swinden-straat wordt de
wijkwinkelfunctie versterkt.
 
III.7. Zeeburg (G)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.7.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Door middel van behoud, herstel en nieuwbouw worden de stedelijke
milieutypen I, II, III en IV gehandhaafd of versterkt.
Verbetering van de kwaliteit van de woonmilieus staat daarbij voorop.
 
03 1
Het oostelijk havengebied wordt herbestemd, overwegend ten gunste van de
woonfunctie.
 
04 1
Het eiland Zeeburg zal gedeeltelijk worden herbestemd ten gunste van
woningbouw (circa 1800 woningen) en kantoor- en bedrijfsbestemmingen.
 
05 1
Voor de eerste fase van Nieuw-Oost, een woongebied van circa 11.000
woningen, worden in samenhang met het in ontwikkeling zijnde oostelijk
havengebied en het eiland Zeeburg de plannen zover voorbereid dat de
woningproduktie in 1996 kan starten.
 
06 1
Voor Nieuw-Oost, als stedelijke uitbreiding van circa 23.000 woningen in
het IJ-meer, zullen de noodzakelijke voorbereidingen worden getroffen. Voor
het in dit Structuurplan vast te leggen afgeronde plan voor Nieuw-Oost
vanaf de eerste fase van 11.000 woningen via 15.000 in 2005 tot circa
23.000 omstreeks 2015 wordt een structuurplanuitwerking opgesteld op basis
van de bestaande MER en aanvullingen daarop voor de te nemen
uitvoeringsbesluiten. Kenmerk van de ontwikkeling van dit stadsdeel zal
zijn een integrale benadering van het milieu.
 
07 2
Bij de planvorming voor Nieuw-Oost tot een nieuw stadsdeel met circa 23.000
woningen moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van een
eventuele latere uitbouw van infrastructurele verbindingen met Almere.
 
08 3
De woonfunctie zal, ook daar waar deze nog niet feitelijk wordt bedreigd,
worden beschermd.
 
09 1
Uitgaande van een integrale aanpak zal bij de stadsvernieuwing een hoog
tempo worden gehandhaafd.
Daarbij hebben behoud en herstel in het algemeen de voorkeur boven sloop en
vervangende nieuwbouw.
 
10 2
Het beleid is gericht op behoud van de werkfunctie en van de buurt- en
wijkvoorzieningenstructuur. De mogelijkheden voor kleinschalige
instellingen en bedrijven om zich te vestigen zullen, waar wenselijk,
worden verbeterd.
 
11 2
Bestaande bedrijven, die wegens overlast voor de omgeving en/of
bedrijfseconomische eisen niet op de huidige plaats kunnen worden
gehandhaafd, zullen zoveel mogelijk worden verplaatst naar gebieden aan de
rand van de 19de-eeuwse gordel of naar andere werkgebieden in Amsterdam.
 
12 2
Op het bedrijfsterrein Panama zal actiever worden ingespeeld op de " nieuwe"
vraag van gebruikers naar een combinatie van (hoogwaardige) bedrijfsruimte
met kantoren.
 
13 3
Locaties in Nieuw-Oost, bestemd voor (enige) concentratie van
werkgelegenheid, zijn te vinden nabij de aansluiting IJ-as/Ringweg en langs
de centrale ontsluitingsas. Daarnaast wordt gestreefd naar kleine
kantoorlocaties binnen de woonomgeving.
In Nieuw-Oost wordt vooralsnog niet uitgegaan van een
werkgelegenheidsconcentratie die de omvang en allure heeft van een
nevencentrum.
 
14 1
Het IJ-meer en de Diemerzeedijk en omgeving worden heringericht en
gesaneerd.
 
15 2
Er worden nieuwe recreatieve mogelijkheden gecre‰erd, met name voor de
oever- en waterrecreatie. Ecologisch waardevolle delen worden zoveel
mogelijk geconserveerd.
 
16 3
Getracht wordt de parkeerproblematiek voor de bewoners te beperken en het
"verblijfsklimaat" te verbeteren.
 
III.7.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 5600, waarvan 900 in de Indische buurt en 4700 in het oostelijk
havengebied. Het gaat hierbij voornamelijk om woningbouw op nieuwe
locaties. In de genoemde periode zal een aanzienlijk deel van de eerste
fase oostelijk havengebied (die loopt tot 1996 en in totaal 5750 woningen
omvat) worden gerealiseerd. De vervangende nieuwbouw zal ten minste
750 woningen bedragen.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt circa 1100 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
02
Er worden ten minste 1300 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Een bestemmingsplan wordt opgesteld voor de nieuwe woonwijk in het
oostelijk havengebied met in totaal uiteindelijk 8500 woningen in
milieutype II en met op de kop van de Oostelijke Handelskade een overgang
naar milieutype I.
 
04
In het oostelijk havengebied blijven gehandhaafd:
* het Veemarktterrein als werkgebied voor te verplaatsen bedrijven uit de
stadsvernieuwingsgebieden;
* de bedrijvenstrook langs de Cruquiusweg, ten oosten van het voormalige
abattoir;
* de passagiersterminal op de Oostelijke Handelskade.
 
05
De verplaatsing tot buiten het oostelijk havengebied wordt bevorderd van:
* de aan water gebonden bedrijven naar de Westpoort en de overige
bedrijven naar Sloterdijk of andere bedrijfsterreinen in Amsterdam;
* de vestigingen van de NV Nederlandse Spoorwegen (Rietlanden);
* de LPG-stations, in samenhang met de te verplaatsen NS-activiteiten en
de stedelijke routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
 
06
Het Flevopark/Nieuwe Diep wordt heringericht.
 
07
In aansluiting op het stedelijk openbaar vervoer op de ringspoorbaan zal
langs de zuidelijke IJ-oever een kruisingsvrije, hoogwaardige stedelijke
raillijn door het gebied worden aangelegd tot in Nieuw-Oost.
 
08
Op het traject Centraal Station Ä oostelijk havengebied Ä Nieuw-Oost Ä
Almere wordt een reservering voor een treinverbinding opgenomen.
 
09
Er zal ruimte worden gereserveerd voor spooruitbreiding op het traject
Centraal Station Ä Muiderpoort Ä Weesp.
 
10
Ter vervanging van de huidige routes via de Eilandenboulevard en de
Zeeburgerdijk wordt het oostelijke deel van de IJ-boulevard aangelegd.
Zodra de IJ-boulevard en de Panamaweg voor het verkeer zijn opengesteld,
wordt de Zeeburgerdijk uit het hoofdnet Auto genomen. Tot dat moment zullen
aanvullende maatregelen worden getroffen die de verkeersveiligheid op de
Zeeburgerdijk, met name voor fietsers, waarborgen.
 
17
In het stadsdeel worden, met name in het oostelijk havengebied, voor de
auto, het openbaar vervoer en de fiets wijkontsluitingsroutes gecre‰erd.
Momenteel wordt voor de auto uitgegaan van de Panamaweg, aansluitend op de
Zeeburgerdijk en voor tram en fiets van een aansluiting op de
Veelaan/Molukkenstraat en een tram richting "de binnenring".
 
18
In overleg met de gemeente Diemen worden reserveringen getroffen: tussen
Nieuw-Oost en Diemen/Amsterdam-Zuidoost voor trac‚s van railvervoer en
langzaam verkeer en tussen Nieuw-Oost en de A1 voor een trac‚ voor de bus,
langzaam- en autoverkeer.
 
III.8. Bos en Lommer (H)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.8.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
De stedelijke milieutypen III en IV worden gehandhaafd of versterkt.
 
03 2
De woonfunctie wordt beschermd en plaatselijk versterkt door aanvullende
woningbouw en stadsvernieuwing.
 
04 2
Bij vernieuwing ligt het accent op behoud en herstel. Uitgangspunt hierbij
is handhaving van het grote aantal goedkope woningen.
 
III.8.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt circa 400. Het gaat hierbij om woningbouw op nieuwe locaties.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
De belangrijkste locatie is het Bos en Lommerplein.
Het halen van het woningbouwprogramma is afhankelijk van het treffen van
geluidwerende maatregelen (onder andere op genoemd plein).
 
02
Er worden ten minste 2300 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Delen van het stadsdeel komen in aanmerking voor
stadsvernieuwingsmaatregelen.
 
04
Het Groengebied Overbrakerpolder zal worden ingericht.
 
05
De ontwikkelingen in het draagvlak op middellange termijn geven op zichzelf
geen aanleiding tot uitbreiding van de winkelvoorzieningen. Echter,
modernisering en herstructurering van het winkelcentrum Bos en Lommerplein
kunnen leiden tot schaalvergroting en versterking van dit centrum.
 
06
Er zal een studie worden verricht naar een railverbinding via de
Haarlemmerweg naar het Station Sloterdijk.
 
07
Ter uitvoering van het streven naar een grofmaziger net van autohoofdroutes
binnen de stad zal onderzoek worden verricht naar de mogelijkheden en
consequenties van het vervallen of beperken van de gebruiksmogelijkheden
voor doorgaand stedelijk autoverkeer voor de routes Hoofdweg (ten noorden
van de Jan van Galenstraat), Burgemeester De Vlugtlaan en Bos en
Lommerweg;
dit in samenhang met een mogelijke aanpassing van de aansluitingen op de
A10 tussen de Jan van Galenstraat en de Haarlemmerweg en tevens in
samenhang met de planontwikkeling van het Bos en Lommerplein en omgeving.
 
08
De ontbrekende delen van een recreatieve fietsroute in de Brettenzone naar
het recreatiegebied Spaarnwoude zullen worden aangelegd.
 
09
Het Erasmuspark met aangrenzende sportparken krijgt de bestemming
"Stedelijk Groen".
 
III.9. De Baarsjes (J)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.9.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Het stedelijke milieutype II wordt gehandhaafd of versterkt.
 
03 2
De woonfunctie wordt beschermd en plaatselijk versterkt door aanvullende
woningbouw.
 
04 2
Bij vernieuwing ligt het accent op behoud en herstel. Uitgangspunt hierbij
is handhaving van het grote aantal goedkope woningen.
 
III.9.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 kan worden gebouwd,
bedraagt 200.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
02
Er worden ten minste 4000 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Het gebied wordt aangewezen als stadsvernieuwingsgebied.
 
III.10. Zuid (K)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.10.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een bijdrage leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
De stedelijke milieutypen I, II en III worden gehandhaafd of versterkt.
Door middel van behoud en herstel zal in het gebied met milieutype II de
hoge graad van menging van wonen en overige functies worden gehandhaafd of
versterkt.
Verbetering van de kwaliteit van het woonmilieu staat daarbij voorop.
 
03 3
Het Museumplein zal als groot open plein geschikt voor diverse
activiteiten, zoals manifestaties en demonstraties, worden gehandhaafd.
Hierbij moeten uitbreiding van het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum
Vincent van Gogh mogelijk zijn.
 
04 3
De woonfunctie wordt, ook daar waar deze nog niet feitelijk wordt bedreigd,
beschermd.
 
05 2
Het beleid is gericht op behoud van de werkfunctie en de buurt- en
wijkvoorzieningenstructuur. De mogelijkheden voor kleinschalige
instellingen en bedrijven om zich te vestigen zullen, waar wenselijk,
worden verbeterd.
 
06 2
Bestaande bedrijven, die wegens overlast voor de omgeving en/of
bedrijfseconomische eisen niet op de huidige plaats kunnen worden
gehandhaafd, zullen zoveel mogelijk worden verplaatst naar gebieden aan de
rand van de 19de-eeuwse gordel of naar andere werkgebieden in Amsterdam.
 
07 1
In het nevencentrum Station Zuid zijn op korte termijn de mogelijkheden
voor realisatie van kantoren (conform het bestemmingsplan Prinses
Irenestraat en omgeving) volledig benut. Er zal vooralsnog geen uitbreiding
van de capaciteit plaatsvinden.
 
08 1
Om het woon-werkverkeer per auto terug te dringen zal een parkeerbeleid bij
de nevencentra worden ontwikkeld.
 
09 3
Getracht wordt de parkeerproblematiek voor de bewoners te beperken en het
"verblijfsklimaat" te verbeteren.
 
III.10.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd bedraagt
1700. Het gaat hierbij om woningbouw op nieuwe locaties.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt 350 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar de afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor
de woningbouw.
De belangrijkste locatie is het Olympisch- Stadionterrein en omgeving.
 
02
Er worden ten minste 3000 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Aantasting van de woonfunctie zal door het maken of aanpassing van
bestemmingsplannen worden tegengegaan. Waar mogelijk, zal de
oorspronkelijke woonfunctie weer worden hersteld.
 
04
De Schinkelbuurt en het Duivelseiland komen in aanmerking voor toepassing
van de regelingen die behoren bij een aanwijzing tot
stadsvernieuwingsgebied.
De Hoofddorppleinbuurt en de Stadionbuurt komen in aanmerking voor
toepassing van de regelingen die behoren bij een aanwijzing tot
verbeteringsgebied in het kader van de aanpak van de gordel 20-40.
 
05
Voor het Stadionplein en omgeving wordt gestreefd naar verbetering van het
woon- en verblijfsklimaat en van voorzieningen op buurt- en wijkniveau.
Voor het gebied van het Olympisch Stadion worden plannen ontwikkeld voor
woningbouw en andere functies (commerci‰le en niet-commerci‰le functies,
zoals een verzorgingshuis).
 
06
Bij de ontwikkeling van het herinrichtingsplan voor het Museumplein, door
het stadsdeel Zuid, zal in verband met de bereikbaarheid van de
verschillende in de nabijheid liggende functies van stedelijk belang,
rekening houdend met mogelijke aftakkingen van de Noord-Zuidlijn zoals op
de kaart Studievarianten is aangegeven, de mogelijkheid worden onderzocht
voor de bouw onder het plein van een parkeergarage met een capaciteit van
circa 500 plaatsen, zo mogelijk tevens geschikt voor bussen, en ter
vervanging van in beginsel hetzelfde aantal maaiveldparkeerplaatsen.
 
07
Het Zuidplein dient te worden heringericht om een bij de functie passend
hoogwaardig bedrijfsklimaat te realiseren.
 
08
In het kader van de optimalisering van het gebruik van sportvelden wordt
nader onderzocht, of het sportpark Parnassus (1 ha) herbestemd kan worden
ten behoeve van kantoren en/of bedrijven.
 
09
Het Vondelpark wordt heringericht, waarbij het parkkarakter wordt
versterkt.
 
10
Een fietsroute langs de Schinkel tussen het Vondelpark en het Amsterdamse
Bos wordt aangelegd.
 
11
In het verlengde van de Cornelis Krusemanstraat zal een railtunnel onder de
Schinkel, aansluitend op de Louwesweg, worden aangelegd.
 
12
Ter uitvoering van het streven naar een grofmaziger net van autohoofdroutes
binnen de stad zal onderzoek worden verricht naar de consequenties voor de
stedelijke infrastructuur van het vervallen of beperken van de
gebruiksmogelijkheden voor (doorgaand) stedelijk autoverkeer op de route
Ceintuurbaan.
Daarbij zal worden aangegeven wat de consequenties zijn voor de
capaciteits-/ intensiteitsverhouding op de Stadhouderskade en aanvoerende
routes.
 
13
Bedrijfsruimte wordt geschapen op terreinen en in bedrijfsverzamelgebouwen.
De belangrijkste concentraties zijn:
Ä het Schinkel;
Ä het Haarlemmermeerstation en omgeving.
 
III.11. Rivierenbuurt (L)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.11.1. Beleid
 
01 2
Het stedelijke milieutype III wordt gehandhaafd of versterkt.
 
02 2
De woonfunctie wordt beschermd en plaatselijk versterkt door aanvullende
woningbouw.
 
03 2
Bij vernieuwing ligt het accent op behoud en herstel. Uitgangspunt hierbij
is handhaving van het grote aantal goedkope woningen.
 
III.11.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 200-400. Hierbij is het realiseren van meer dan 200 woningen
afhankelijk van de mogelijkheden tot benutting van potenti‰le locaties
langs de Europaboulevard en de President Kennedylaan (nabij het
Mirandabad).
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
02
Er worden ten minste 2100 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Delen van dit stadsdeel komen in aanmerking voor
stadsvernieuwingsmaatregelen.
 
04
Uitbreiding van de RAI ter grootte van 12.000 m2 tentoonstellingsvloer ter
plekke van een deel van het Beatrixpark is in uitvoering. Besloten is, een
volgende uitbreiding, indien noodzakelijk zou blijken deze in de directe
omgeving te laten plaatsvinden, niet in het Beatrixpark te realiseren.
 
III.12. Watergraafsmeer (M)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.12.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
De stedelijke milieutypen III en IV worden gehandhaafd of versterkt.
 
03 2
De woonfunctie wordt beschermd en plaatselijk versterkt door aanvullende
woningbouw.
 
04 2
Bij vernieuwing ligt het accent op behoud en herstel. Uitgangspunt hierbij
is handhaving van het grote aantal goedkope woningen.
 
05 2
In samenhang met de geplande bouw van woningen in het Julianapark worden
nieuwe mogelijkheden geboden voor kantoren.
 
06 1
In het nevencentrum Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer (WCW) zullen
voor kantoren en kantoorachtige bedrijven, die geori‰nteerd zijn op de daar
gevestigde wetenschappelijke instellingen en instituten, mogelijkheden
worden geboden voor vestiging in het Science Park.
 
07 2
Op het bedrijvengebied de Weespertrekvaart wordt actiever ingespeeld op de
"nieuwe" vraag van gebruikers naar een combinatie van (hoogwaardige)
bedrijfsruimte met kantoorruimte.
 
08 2
De recreatieve gebruikswaarde van de Watergraafsmeer dient te worden
versterkt.
 
III.12.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 1250. Het gaat hierbij om woningbouw op nieuwe locaties.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt 250 woningen.
De belangrijkste locaties zijn het Julianapark en de Omval. Hier wordt
overwegend in de gesubsidieerde marktsector gebouwd. Overige
woningbouwmogelijkheden komen aan de orde in de structuurplanuitwerking
voor dit stadsdeel.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
02
In aanvulling op de nota Tweede fase optimalisering gebruik Amsterdamse
sportvelden 1989Ä2000 zal in de structuurplanuitwerking worden onderzocht,
of er een herverdeling mogelijk is tussen de in het stadsdeel aanwezige
sportparken (Voorland, Drieburg en Middenmeer).
 
03
Er worden ten minste 1200 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
04
Ten behoeve van de realisering van de woningbouwtaakstelling en andere
elementen (infrastructuur, groen) is het noodzakelijk gebruik te maken van
de uitwerkingsbevoegdheid van het Structuurplan.
 
05
Langs de Gooiseweg en op het Julianaplein zal circa 23.000 m2
kantoorvloeroppervlak worden gerealiseerd. Daarnaast wordt in het kader van
de uitwerking van het Structuurplan voor circa 20.000 m2
kantoorvloeroppervlak locatiecapaciteit gezocht die past binnen de milieu-
en bereikbaarheidcriteria.
 
06
Het bedrijvengebied Weespertrekvaart, Amstel I en Amstel II zal mede als
gevolg van het voltooien van de ringweg worden heringericht.
 
07
Op het nevencentrum Station Amstel (de Omval) worden op korte en
middellange termijn de nog aanwezige mogelijkheden voor uitbreiding van
kantoorfuncties (circa 78.000 m2) volledig benut.
 
08
Een deel van de agrarische gronden in de Grote Duivendrechtsche Polder
wordt voor de recreatie bestemd, een en ander in samenhang uit te werken
met de ontwikkeling van het Groengebied Amstelland.
 
09
Om de recreatieve gebruikswaarde van de Watergraafsmeer te verhogen worden
nadere uitwerkingsplannen gemaakt. Hierin zal Franckendael als onderdeel
van de groenstructuur een centrale plaats innemen.
 
10
Er zal ruimte worden gereserveerd voor spooruitbreiding op de trajecten
Muiderpoort Ä Weesp en er zal nader technisch en vervoerskundig onderzoek
worden verricht naar een eventuele spooruitbreiding voor het traject
Muiderpoort Ä Amstel Ä Duivendrecht.
 
11
Een fietsbrug over de Duivendrechtsevaart zal worden aangelegd als
onderdeel van de fietsroute naar het Groengebied Amstelland.
 
III.13. Amsterdam-Noord (N)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.13.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Het in gang zijnde vernieuwingsproces is gebaseerd op het behoud en herstel
van de bebouwing.
De woonfunctie zal, ook daar waar deze nog niet wordt bedreigd, worden
beschermd.
 
03 2
De stedelijke milieutypes III en IV worden gehandhaafd of versterkt.
Verbetering van de kwaliteit van de woonmilieus staat daarbij voorop.
 
04 1
Het stedelijke woongebied wordt uitgebreid.
 
05 1
Het specifieke karakter van de tuindorpen en de dijkbebouwing wordt
gehandhaafd.
 
06 1
Het beleid is gericht op het handhaven en versterken van de
landschappelijke en ecologische betekenis van Waterland, overeenkomstig de
bepalingen in het streekplan Waterland.
 
07 2
Zowel de woon- als de werkfunctie wordt versterkt. Door verbetering van de
bereikbaarheid wordt de samenhang met de overige stadsdelen belangrijk
verbeterd.
 
08 1
Een verdere versterking van de regionale winkelfunctie van het
Buikslotermeerplein wordt niet beoogd.
 
09 2
De ontwikkelingen op de noordelijke en zuidelijke IJ-oever zullen op elkaar
worden afgestemd.
 
10 1
Voor de noordelijke IJ-oever wordt een structuurplanuitwerking opgesteld.
 
11 2
De kantoorontwikkeling op het Buikslotermeerplein en omgeving zal worden
bevorderd.
 
12 1
De milieu-overlast zal moeten worden verminderd door " milieuvriendelijke"
produktie- en ontwikkelingstechnieken te bevorderen en door activiteiten op
het gebied van de vuilverwerking naar de Westpoort te verplaatsen.
Bijzondere aandacht heeft het beperken van de milieubelasting door AKZO en
het omleiden van routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen buiten de
woongebieden.
 
13 1
De bereikbaarheid zal worden verbeterd door nieuwe c.q. mogelijke
uitbreiding van oeververbindingen en uitbreiding van het railnet.
 
III.13.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 2400-2700, waarbij het halen van het maximum samenhangt met
eventuele versnellingsmogelijkheden. Het gaat hierbij voornamelijk om
woningbouw op nieuwe locaties. De stadsvernieuwingsproduktie zal circa 300
bedragen.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt circa 480-540 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
De belangrijkste locaties zijn:
* Kadoelen/Oostzanerwerf;
* een gedeelte (circa 6 ha) van Sportpark Buiksloterbanne;
* Buiksloterbreek;
* Zuiderzeewegtrac‚;
* Caritasgebied;
* Zilverberg.
 
02
Er worden ten minste 1200 woningen met subsidie verbeterd. De uitvoering
geschiedt door corporaties en particuliere eigenaren.
 
03
Het groengebied ten oosten van het Noordhollandsch Kanaal (middengebied van
Amsterdam-Noord) wordt onderzocht op mogelijke herbestemming voor
woningbouw. Een deel van de huidige functies zal elders worden
gecompenseerd.
 
04
Het stadsdeelcentrum Buikslotermeerplein zal verder worden ontwikkeld door
het realiseren van voorzieningen, kantoorvestigingen in de zakelijke
dienstverlening en woningen. Het doorgroeien van het stadsdeelwinkelcentrum
naar een "stadscentrum" wordt niet toegestaan.
 
05
Groenvoorzieningen buiten de ringweg worden aangelegd in de Buikslotermeer,
bij de Noorder IJpolder, in de omgeving van de Nieuwe Gouw en het
recreatiegebied Kinselmeer.
 
06
Parkgebieden worden in combinatie met recreatieve fietsroutes verder
ontwikkeld. Het betreft hier verbetering en uitbreiding van het
W.H. Vliegenbos, met bijbehorende fietsroute, inrichting van de Noorder
IJplas met de fietsroute naar de Zaanstreek en de routes door Banne
Buiksloot en Kadoelen naar Waterland en het recreatiegebied Het Twiske.
 
07
De reserveringen voor volkstuinen worden gehandhaafd.
 
08
In het kader van de optimalisering van het gebruik van sportvelden kan 8,5
ha worden herbestemd. Een gedeelte van Sportpark Buiksloterbanne (6 ha) ten
behoeve van wonen, een deel van Sportpark Melkweg (1,5 ha) ten behoeve van
verkeer en een deel van Sportpark Schellingwoude (1 ha) ten behoeve van
recreatie. Voor een deel van het Sportpark Buiksloterbanne (3,5 ha) zal
elders compensatie worden gevonden.
 
09
Terreinen van verschillende omvang voor gehandicaptenvoorzieningen,
kleinschalige voorzieningen voor zwakzinnigenzorg en een verpleeghuis
zullen worden gereserveerd.
 
10
Het, in samenhang met maatregel 11, reserveren van trac‚s voor goede en
directe openbaar- vervoersverbindingen met de andere stadsdelen.
Voor de volgende verbindingen zijn trac‚s gereserveerd:
* een tunnel onder het IJ;
* een trac‚ langs de Nieuwe Leeuwarderweg en het Buikslotermeerplein;
* een trac‚ IJdoornlaan, richting Waterlandplein;
* een trac‚ IJdoornlaan, via Banne Buiksloot naar Kadoelen/Oostzanerwerf
en Molenwijk;
* een route via het Mosplein naar de Florabuurt, Tuindorp Oostzaan en de
Molenwijk;
* regionale uitbreidingsmogelijkheden van het net in de richtingen
Zaanstad/Oostzaan en Purmerend.
 
11
Het, afhankelijk van de uitkomsten van de technische en vervoerskundige
studies in het kader van het Verkeers- en Vervoerplan 1990 naar de
ondertunnelingsopties van het openbaar vervoer en in samenhang met de
vorengenoemde railtrac‚s, reserveren van trac‚s voor regionale
railverbindingen.
 
12
De bereikbaarheid wordt verbeterd door het realiseren van de volgende
wegverbindingen:
Ä aansluiting A10/Nieuwe Gouwweg/IJdoornlaan;
Ä de aanleg van de tweede Coentunnel.
 
13
De bestaande en de nieuwe Coentunnel dienen zodanig te worden ingericht dat
de uitbreiding van de infrastructuur in hoofdzaak ten goede komt aan
doelgroepenverkeer (zakelijk verkeer, carpoolers, goederenvervoer en
openbaar vervoer). Nader onderzoek, onder meer naar de gevolgen voor de
auto-intensiteiten op de aansluitende routes in de westelijke tuinsteden,
is hiertoe noodzakelijk.
Daarbij wordt de mogelijkheid betrokken om ruimte te reserveren voor een
regionale railverbinding, waarmee Zaanstad-Oost kan worden aangesloten op
de ringbaan om Amsterdam.
 
14
De oeververbindingen over het IJ voor langzaam verkeer worden verbeterd.
 
15
Een regionale leidingstrook, overeenkomstig het streekplan Amsterdam-
Noordzeekanaalgebied, wordt gereserveerd.
 
16
De rioolwaterzuiveringsinrichting Noord zal worden verplaatst naar de RI-
Oost.
 
17
De vuilverbranding Noord zal worden gesloten. De functie wordt overgenomen
door de nieuw te bouwen afvalverwerkingsinrichting-West.
 
III.14. Geuzenveld/Slotermeer (P)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.14.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Het stedelijke milieutype IV wordt gehandhaafd of versterkt.
 
03 2
De woonfunctie wordt beschermd en plaatselijk uitgebreid door aanvullende
woningbouw in en aan het stedelijke gebied.
 
04 2
Op de mogelijkheden van het uitbreiden van de werkfunctie zal worden
geanticipeerd door het reserveren van zogeheten vierde generatie
bedrijfsterreinen nabij de geprojecteerde Westrandweg.
 
05 1
In samenhang met de nieuwe uitbreidingen wordt het bestaande railnet
verbeterd en uitgebreid.
 
06 2
Het beleid met betrekking tot de winkelfunctie is gericht op concentratie
van deze voorzieningen.
 
III.14.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt 2300-2500, waarbij het halen van het maximum samenhangt met de
mogelijkheid van het optimaal benutten van de locatie Lambertus Zijlplein
door aanpassing van de verkeersstructuur. Het gaat hierbij om woningbouw op
nieuwe locaties.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt 460-500 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
De belangrijkste locaties zijn:
* Geuzenveld-west;
* Noordzijde/Slotermeerlaan;
* Plein '40-'50;
* Sam van Houtenstraat;
* kop Eendrachtspark;
* Abraham Kuyperlaan/Troelstralaan/Lambertus Zijlplein.
 
02
De nieuwe woongebieden zijn ter ondersteuning van de bestaande
voorzieningen in de Binnenstad en de westelijke tuinsteden. In de nieuwe
woongebieden worden geen stadsdeelvoorzieningen gerealiseerd.
 
03
De ontbrekende delen van een recreatieve fietsroute in de Brettenzone naar
het recreatiegebied Spaarnwoude zullen worden aangelegd.
 
04
Een recreatieve fietsroute Sloterpark Ä Ookmeer Ä Osdorperbinnenpolder Ä
Osdorperweg naar Spaarnwoude zal worden gerealiseerd.
 
05
In de planvorming van de verschillende bouwlocaties in het landelijk gebied
zal rekening moeten worden gehouden met de effecten van de herbestemming op
milieu en landschap.
 
06
Op de ringspoorbaan zal een kruisingsvrije hoogwaardige stedelijke
railverbinding worden aangelegd.
 
07
Een aantal trac‚s dient beter geschikt te worden gemaakt voor
railverbindingen van buitenwijken met het centrum.
Het betreft de trac‚s:
* Burgemeester R”ellstraat;
* het zuidelijke deel van de Abraham Kuyperlaan;
* een verbinding naar de nieuwe woningbouwlocaties in Geuzenveld-west,
aansluitend op een nieuw station Geuzenveld.
 
08
De locatie van een station Geuzenveld en de daarop aansluitende
railverbinding zullen worden vastgelegd in de uitwerking van het
Structuurplan voor de westrand.
 
09
De Haarlemmerweg (N5) zal worden teruggebracht tot een stadsautoroute.
Aansluitend hierop wordt onderzocht hoe de relatie tussen de functies in de
Brettenzone en de westelijke woonwijken kan worden verbeterd.
 
10
In samenhang met de planvorming voor de locatie Lambertus Zijlplein zal
onderzocht hoe het trac‚ Burgemeester R”ellstraat Ä Abraham Kuyperlaan
tussen de Dr. H. Colijnstraat en de Ruys de Beerenbrouckstraat kan worden
aangepast, waarbij zowel het afgraven van delen van het talud als het
opheffen van de functie voor doorgaand autoverkeer in overweging wordt
genomen.
 
11
Ruimte voor regionale leidingstroken, overeenkomstig het streekplan
Amsterdam-Noordzeekanaalgebied, wordt gereserveerd.
 
12
De mogelijkheden en consequenties (met inbegrip van de termijnen) worden
onderzocht van het vervallen of beperken van de gebruiksmogelijkheden voor
doorgaand stedelijk verkeer van de route Burgemeester R”ellstraat Ä
Abraham Kuyperlaan over het Lambertus Zijlplein.
 
III.15. Osdorp (Q)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.15.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Het stedelijke milieutype IV wordt gehandhaafd of versterkt.
 
03 2
De woonfunctie zal worden beschermd en plaatselijk uitgebreid door
aanvullende woningbouw in en aan het stedelijke gebied.
 
04 2
Het Osdorpplein zal in de komende jaren worden versterkt om te kunnen
functioneren als stadsdeelcentrum voor de stadsdelen Osdorp, Overtoomse
Veld en Slotermeer/Geuzenveld, inclusief de nieuwe woongebieden in de
Middelveldsche Akerpolder en het tuinbouwgebied Sloten.
 
05 2
De recreatieve functie van de Middelveldsche Akerpolder zal bij de
voortgaande verstedelijking verder moeten worden uitgebouwd.
 
06 3
Bij de ontwikkeling van nieuwe woongebieden wordt gestreefd naar een
menging van de functies wonen en werken.
 
07 1
In samenhang met de nieuwe uitbreidingen wordt het bestaande railnet
verbeterd en uitgebreid.
 
III.15.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt circa 1000. Het gaat hierbij om woningbouw op nieuwe locaties.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt circa 200 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
De belangrijkste locatie is Sportpark De Aker. Tevens wordt de verdichting
van de Osdorperweg voorbereid.
 
02
Voor de Middelveldsche Akerpolder II zullen voorbereidende maatregelen
worden getroffen, waardoor de woningproduktie in 1995 kan starten.
 
03
In samenhang met Middelveldsche Akerpolder II wordt de ontwikkeling
voorbereid van het zuidoostelijke deel van de Lutkemeerpolder. Hierbij
wordt uitgegaan van een gemengde (woon/werk)bestemming. Daarbij ligt in de
Middelveldsche Akerpolder het accent op wonen en in het gedeelte Lutkemeer
op werken. De ontwikkeling van een hoogwaardig bedrijventerrein in de
Lutkemeer dient in eerste instantie afgestemd te zijn op de behoefte van op
Schiphol geori‰nteerde bedrijven met een niet intensief karakter. De
interne zonering hangt samen met de situering van de halten van de mogelijk
in het gebied aan te leggen railinfrastructuur.
 
04
De nieuwe woongebieden zijn ter ondersteuning van de bestaande
voorzieningen in de Binnenstad en Osdorp. In de nieuwe woongebieden worden
geen nieuwe stadsdeelvoorzieningen gerealiseerd.
 
05
De ontwikkeling van de Osdorperbinnenpolder-zuid en een deel van de
Osdorperbovenpolder tot groengebied, waarin opgenomen groenvoorzieningen
met een bovenwijks karakter, zal ter hand worden genomen.
 
06
Een recreatieve fietsroute tussen het Amsterdamse Bos en Spaarnwoude op de
noordoever van de Ringvaart, een recreatieve fietsroute Sloterpark Ä
Ookmeer Ä Osdorperbinnenpolder Ä Osdorperweg, naar Spaarnwoude en een
recreatieve fietsroute Osdorperbinnenpolder-Zuid, via de Lutkemeerpolder
naar Lijnden, met een fietsbrug over de Ringvaart, zullen worden
gerealiseerd.
 
07
De locatie Sportpark De Aker (10 ha) zal, in het kader van de
optimalisering van het gebruik van sportvelden, worden herbestemd voor
woningbouw.
 
08
De volgende autohoofdwegen worden ontwikkeld:
de Westrandweg tussen de A10 en A9 en een verbinding tussen de afslag van
de A9 bij Badhoevedorp (T107) en het hoofdwegennet in West (Verlengde
Ookmeerweg). Het is van belang dat deze verbinding is gerealiseerd voordat
de woningbouw in de Middelveldsche Akerpolder II tot uitvoering komt.
 
09
De Middelveldsche Akerpolder wordt ontsloten vanaf de Plesmanlaan, de T-106
en de Baden Powellweg.
 
10
Er zal een railverbinding worden aangelegd naar de woningbouwlocaties
Sloten en de Middelveldsche Akerpolder.
 
Er wordt een reservering opgenomen voor een doortrekking van deze
verbinding naar de Lutkemeerpolder, een en ander afhankelijk van de
ontwikkelingen daar.
 
11
Ten behoeve van een samenhangende planvorming voor een extra NS-baan "om
de
West", parallel aan de Westrandweg, zal in het kader van de
uitwerkingsbevoegdheid voor de westrand de keuze van een rail-trac‚ in West
aan de orde komen. Aan de noordzijde leidt dit trac‚ naar een zogeheten
inland-terminal (overslagcentrum rail/water/weg) in de Westpoort. Tevens
kan het goederenvervoer van en naar Schiphol, alsmede naar de andere
werkgebieden, in dit centrum gegroepeerd worden voor verder snel transport
over de Europese raillijnen.
 
12
Ruimte voor regionale leidingstroken, overeenkomstig het streekplan
Amsterdam-Noordzeekanaalgebied, wordt gereserveerd.
 
III.16. Slotervaart en Overtoomse Veld (R)
 
(Figuur: zie papieren versie)
 
III.16.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Het stedelijke milieutype IV wordt gehandhaafd of versterkt.
 
03 2
De woonfunctie zal worden beschermd en plaatselijk uitgebreid door
aanvullende woningbouw in en aan het stedelijke gebied.
 
04 1
In samenhang met de nieuwe uitbreidingen wordt het bestaande railnet
verbeterd en uitgebreid.
 
05 3
In het nevencentrum Jan Tooropstraat zal de aandacht (gezien het recente
vertrek van enkele grootschalige gebruikers) worden gericht op de
mogelijkheden van hergebruik van de bestaande kantoorbebouwing.
 
06 1
De locatie Riekerpolder (onderdeel van het nevencentrum Slotervaart-Zuid)
wordt op korte termijn ontwikkeld. Hierbij ligt de nadruk op de vestiging
van luchthavengeori‰nteerde kantoren. Onderzocht zal worden hoe de ten
behoeve van de kantoorontwikkeling benodigde uitbreiding van de locatie op
de langere termijn kan worden ontwikkeld. In afwachting hiervan wordt
voorlopig rekening gehouden met een uitbreiding aan de westzijde.
 
III.16.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990-1994 kan worden gebouwd,
bedraagt 6500, exclusief de tweede fase van rioolwaterzuiveringsinrichting-
west en de laatste fase van het tuinbouwgebied Sloten. Het gaat hierbij
vooral om woningbouw op nieuwe locaties.
De gemiddelde woningproduktie per jaar zal 1300 woningen bedragen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
De belangrijkste locaties zijn:
* het tuinbouwgebied Sloten;
* de rioolwaterzuiveringsinstallatie West;
* het Koningin Wilhelminaplein;
* het Sportpark Haagseweg.
 
Daarnaast zal op een aantal kleinere locaties worden gebouwd.
 
02
In vorenstaande nieuwe woongebieden worden, met uitzondering van het
tuinbouwgebied Sloten, geen nieuwe winkelvoorzieningen gerealiseerd. Zij
dienen ter ondersteuning van de bestaande voorzieningen in de Binnenstad en
de westelijke tuinsteden. Voor de dagelijkse behoefte wordt in het
tuinbouwgebied Sloten een eigen centrum ontwikkeld.
 
03
Voor het Koningin Wilhelminaplein zullen plannen worden ontwikkeld ten
behoeve van een verdere uitbreiding en intensivering van de groothandels-
en nijverheidsfuncties, in de kleding- en textielbranche en aanverwante
bedrijfstakken.
De op het Koningin Wilhelminaplein nog beschikbare ruimte (circa 90.000 m2)
blijft in zijn totaliteit bestemd voor uitbreiding van vorengenoemde
activiteiten.
 
04
Kantoren (40.000 m2) en kantoorachtige bedrijven (30.000 m2) worden, in
samenhang met de aanleg van het groengebied langs de oever van het Nieuwe
Meer, ontwikkeld op een aantal locaties langs het trac‚ van de Oude
Haagseweg. Uitgifte blijft beperkt tot bedrijven die behoren tot de
categorie "Schiphol geori‰nteerd".
 
05
In het tuinbouwgebied Sloten zullen, in samenhang met de woningbouw in het
gebied, plannen worden ontwikkeld voor de realisatie van circa 12.500 m2
kantoorvloer in kleinschalige gebouwen langs de Geer Ban en 2500 m2 in het
centrumgebied.
 
06
De terreinen aan de Henk Sneevlietweg en Overschiestraat worden ontwikkeld
tot een gemengd kantoren- en bedrijvengebied met in totaal circa 35.000 m2
vloeroppervlak.
 
07
Locaties in de ringzone langs ringweg en ringspoorbaan, waar de huidige
bestemming haar functie heeft verloren, kunnen worden gebruikt voor
kantoor- en bedrijfsvestigingen, zo mogelijk in combinatie met aanvullende
woningbouw. Het heeft de voorkeur deze locaties te benutten voor
ondernemingen die geori‰nteerd zijn op Schiphol en/of de confectiebranche.
 
08
De recreatiemogelijkheden, met name voor oeverrecreatie, van de noordoever
van het Nieuwe Meer zullen worden uitgebreid, met inachtneming van het
waardevolle milieu ter plekke en het huidige recreatieve gebruik.
 
09
Ter hoogte van de Ringvaart zullen de ontbrekende schakels in de
recreatieve fietsroute Nieuwe Meer Ä Amsterdamse Bos worden aangelegd.
 
10
Een deel van Sportpark Sloten-Oost (3,5 ha) zal worden herbestemd ten
behoeve van verkeersdoeleinden.
 
11
Het tuinbouwgebied Sloten zal worden ontsloten vanaf de Henk Sneevlietweg,
het knooppunt A4-Geer Ban en de Plesmanlaan.
 
12
Onderzocht wordt, of de Oude Haagseweg in de richting van Schiphol kan
worden doorgetrokken.
 
13
Op de ringspoorbaan zal een kruisingsvrije hoogwaardige stedelijke
railverbinding worden aangelegd.
 
14
Er zal een railverbinding worden aangelegd naar de woningbouwlocatie
Sloten, via het trac‚ van de Louwesweg.
 
15
De aanleg van het Station Riekerpolder (ter ontsluiting van
bedrijfslocaties Riekerpolder en Oude Haagseweg, met een aansluiting op een
stedelijke raillijn), eventueel in plaats van het eerder in
structuurplannen gereserveerde station Henk Sneevlietweg (aansluitend op de
sneltram naar Middelveldsche Akerpolder/Sloten).
Plan- en besluitvorming, waaronder een eventuele keuze, zijn afhankelijk
van nadere studies naar de technische mogelijkheden.
 
16
Aansluitend op de Noord-Zuidlijn wordt een trac‚ voor een raillijn naar
Schiphol-Centrum gereserveerd, hetzij via het gebied Riekerpolder/Oude
Haagseweg, hetzij via de Zuidtak van de Ringspoorbaan.
 
III.17. Buitenveldert (S)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.17.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 2
Het stedelijke milieutype IV wordt gehandhaafd of versterkt.
 
03 2
De woonfunctie wordt uitgebreid door aanvullende woningbouw binnen het
gebied.
 
04 1
Er zal, verspreid over kleinere locaties, op korte termijn worden voorzien
in mogelijkheden voor de realisatie van maximaal 60.000 m2 kantoorvloer ten
behoeve van het Jollenpad (35.000 m2), het Schippersinternaat (5000 m2), De
Cuserstraat (10.000 m2) en de Drentestraat (10.000 m2).
Onder stringente voorwaarden en ter wille van het behoud of het aantrekken
van voor de Amsterdamse economie belangrijke bedrijven kan medewerking
worden gegeven aan bouwplannen in Buitenveldert boven deze 60.000 m2 tot
een
maximum van in totaal 55.000 m2 kantoorvloer-oppervlak ten behoeve van het
hoofdkantoor van de ABN/AMRO.
 
05 1
Er bestaat momenteel geen noodzaak om de bestemming van de sportterreinen
ten zuiden van de A10 te heroverwegen, behoudens hetgeen bij maatregel 06
wordt vermeld en de voorgenomen vestiging van het hoofdkantoor van de
ABN/AMRO aan de Van Leijenberghweg.
 
06 2
De ontwikkelingen in het draagvlak op middellange termijn geven op zichzelf
geen aanleiding tot uitbreiding van de winkelvoorzieningen. Echter,
modernisering en herstructurering van het winkelcentrum Gelderlandplein
kunnen leiden tot schaalvergroting en versterking van dit centrum.
 
07 1
De bereikbaarheid per openbaar vervoer wordt in belangrijke mate verbeterd
door de aanleg van een railverbinding tussen Amsterdam en Amstelveen.
 
III.17.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 zal worden gebouwd,
bedraagt circa 350, waarbij ervan uit wordt gegaan dat het realiseren van
dit aantal afhankelijk is van de mogelijkheid de locatie
IJssloot/Amstelveenseweg te ontwikkelen. Dit betreft woningen op nieuwe
woningbouwlocaties.
 
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
De belangrijkste locatie is het Schippersinternaat en omgeving aan de
Amstelveenseweg.
 
02
Mogelijkheden voor extra aanvullende woningbouw worden onderzocht.
 
03
Het stadsdeel zal in samenspraak met het gemeentebestuur de mogelijkheden
voor de realisatie van nieuwbouw van (kleinschalige) kantoren nader
uitwerken. De belangrijkste locaties zijn: het Jollenpad met kantoorvilla's
in een omgeving met een groen karakter, passend bij de Schinkelzone, het
Gelderlandplein en de Lus (van de A10) waar, gezien het gunstige
bereikbaarheidsprofiel, de mogelijkheden kunnen worden benut voor dubbel
grondgebruik.
 
04
Ter hoogte van de Ringvaart zullen de ontbrekende schakels in de
recreatieve fietsroute Nieuwe Meer Ä Amsterdamse Bos worden aangelegd.
 
05
Wanneer een Nationaal Natuur- en Milieupark haalbaar blijkt, zal dat worden
gerealiseerd in het Amstelpark.
 
06
Ten behoeve van de uitbreiding van de RAI loopt er een procedure voor de
bouw van een hal van 12.000 m2 tentoonstellingsvloer ter plekke van een deel
van het Beatrixpark, gekoppeld aan het huidige complex. Daarnaast is
besloten dat wanneer een volgende uitbreiding van de RAI noodzakelijk zou
blijken, deze in de directe omgeving plaatsvindt, echter niet in het
Beatrixpark.
Ten behoeve van de eventuele verdere uitbreiding van de RAI wordt ter
hoogte van het voormalige trac‚ van rijksweg 3 een reservering opgenomen.
Als alternatief zal worden onderzocht in hoeverre de ruimte kan worden
benut op of onder het trac‚ van rijksweg 10, en vervolgens of locaties in
Zuidoost en Teleport aan de eisen voldoen.
Over uitbreiding ten zuiden van de A10 kan pas worden beslist wanneer deze
uitbreiding tegen de alternatieven kan worden afgewogen. Een
effectrapportage zal daarbij inzicht moeten bieden in de overlast voor de
omgeving, terwijl de economische noodzaak moet worden onderbouwd.
Ook dient een integrale studie naar het gehele centrumgebied rond de
A10ÄZuid, derhalve inclusief de lange-termijnuitbreiding van de RAI en het
World Trade Center en omgeving, beschikbaar te zijn, voordat besluitvorming
over nieuwe ontwikkelingen mogelijk is.
 
07
Op termijn wordt verwacht dat, in het kader van de optimalisering van het
gebruik van sportvelden, de ruimte van vijf voetbalvelden in dit stadsdeel,
of in het aangrenzende gebied van Amstelveen (Sportpark Het Loopveld), kan
worden vrijgemaakt. Te gelegener tijd zal hierop worden teruggekomen.
 
08
Er wordt een railtrac‚ gereserveerd over de Europaboulevard Ä De Boelelaan
Ä Van Leijenberghlaan Ä rijksweg 3-trac‚, in de richting van
Amstelveen/Kronenburg.
 
09
De mogelijkheid tot aanleg van een derde autoverbinding in de richting van
Amstelveen wordt ruimtelijk niet onmogelijk gemaakt; dit in afwachting van
nadere studie en besluitvorming in samenwerking met Amstelveen.
 
III.18. Zuidoost (T)
 
(figuur: zie papieren versie)
 
III.18.1. Beleid
 
01 1
Het stadsdeel zal een aandeel leveren in de stedelijke woningproduktie.
 
02 1
De woonfunctie dient te worden beschermd en versterkt. Hiertoe vinden drie
hoofdactiviteiten plaats:
 
* verbetering van de bestaande voorraad door het opknappen van de
hoogbouwwoningen, de herinrichting van de woonomgeving in de
hoogbouwgedeelten van de Bijlmermeer en de intensivering van het
onderhoud;
 
* de produktie van nieuwe woningen in de vorm van aanvullende woningbouw
met hoogwaardige woningtypen en woonmilieus (voornamelijk koopwoningen
in laagbouw);
 
* vergroten van de leefbaarheid en de veiligheid van de wijk. Voor zover
nodig zal de stedebouwkundige opzet van de wijk worden doorbroken.
Hoofddoel is het aanbrengen van meer variatie en differentiatie en het
verbeteren van de maatschappelijke positie van de huidige bewoners als
onderdeel van de stedelijke vernieuwing. De stedebouwkundige aanpak en
de maatschappelijke benadering dienen in onderlinge samenhang te worden
ontwikkeld.
 
03 1
Extra aanbod van mogelijkheden voor het realiseren van kantoorruimte is
vooralsnog ongewenst. Ontwikkelingsmogelijkheden in de "Bijlmerstrip"
dienen dan ook te worden gezocht in herverdeling van de huidige
uitbreidingsmogelijkheden binnen het stadsdeel in samenhang met de aanpak
van de hoogbouw.
 
04 1
Het verder benutten van de mogelijkheden voor het realiseren van bedrijfs-
en kantoorvloer in Amstel III is gewenst, waarbij er echter zorgvuldig voor
moet worden gewaakt dat de ontwikkeling in zuidoostwaartse richting niet
leidt tot een te onevenwichtige verdeling van de arbeidsplaatsen over de
stad, en met name niet tot een onaanvaardbare daling van de werkgelegenheid
in de Binnenstad.
 
05 2
Het subcentrum Ganzenhoef dient ingrijpend geherstructureerd te worden,
teneinde de economische en maatschappelijke levensvatbaarheid te vergroten
en de sociale veiligheid te verbeteren.
 
06 3
Bestaande buurtwinkelcentra dienen te worden gehandhaafd, zo nodig door
middel van herstructurering.
 
07 2
De totstandkoming van een cultureel centrum op stadsdeelniveau dient te
worden bevorderd.
 
III.18.2. Maatregelen
 
01
Het aantal woningen dat in de periode 1990Ä1994 kan worden gebouwd,
bedraagt 1500. Het gaat hierbij om woningbouw op nieuwe locaties.
De gemiddelde woningproduktie per jaar bedraagt circa 350 woningen.
Gestreefd wordt naar het realiseren van de maximale kwantitatieve
woningbouwprogramma's.
Voor de verdeling van het woningbouwprogramma naar financieringscategorie
wordt verwezen naar afspraken in het kader van het Plan van Aanpak voor de
woningbouw.
 
De belangrijkste locaties zijn:
* Dubbelink;
* Bijlmerweide, fase 1;
* Bijlmerpark;
* Ganzenhoef;
* Bijlmerstrip.
Daarnaast kan worden gebouwd op kleinere locaties.
 
02
De knelpunten met betrekking tot het woningbeheer en de inrichting van de
Bijlmermeer worden ge‹nventariseerd. Dit moet onder meer uitmonden in
nadere plannen om het woonmilieu en de verhuurbaarheid van de woningen in
het hoogbouwgebied te verbeteren.
 
03
De mogelijkheden voor extra aanvullende woningbouw worden onderzocht.
Op de Plankaart wordt op een mogelijke herbestemming ten gunste van de
woningbouw geanticipeerd.
 
04
Om de leefbaarheid en het imago van de Bijlmermeer als hoogwaardig woon-
werkmilieu te verbeteren, zal het gebied langs de Bijlmerdreef worden
ontwikkeld met woningbouw, publiekgerichte functies en kantoren,
overeenkomstig milieutype II. Hierbij geldt een minimum voor het te
ontwikkelen extra aantal woningen van 2100, waarvan circa 600 ten westen
van de spoorlijn naar Utrecht en circa 1500 woningen ten oosten daarvan.
Daarnaast wordt gedacht aan een maximumkantoorvloer-capaciteit van 80.000
m2
langs de Bijlmerdreef ten oosten van de spoorbaan, af te stemmen op
kantoorontwikkeling in Zuidoost.
 
05
Er worden vestigingsmogelijkheden gecre‰erd voor startende en doorgroeiende
bedrijven in de woongebieden (met name in de Bijlmermeer), onder andere
door middel van bedrijfs-verzamelgebouwen, de verbouw van parkeergarages en
het beschikbaar stellen van terreinen voor de vestiging van kleine
bedrijven.
 
06
In afwachting van de haalbaarheid van de bouw van een nieuw sportstadion en
een evenementenhal wordt een locatie gereserveerd nabij het metrostation
Strandvliet.
 
07
Het basisplan Groengebied Amstelland wordt verder uitgewerkt en
gerealiseerd.
Er wordt meegewerkt aan recreatieve voorzieningen voor zover passend bij
het groene karakter van het Gaasperpark.
 
08
Het geplande recreatiegebied Gaasperzoom en de golfterreinen bij de
Hogendijk moeten worden ontwikkeld.
 
09
Er wordt medewerking verleend aan de aanleg van een bos in de
Gemeenschapspolder.
 
10
De reserveringen voor volkstuinen en sportvelden blijven gehandhaafd.
 
11
Over de Weespertrekvaart moeten fietsverbindingen worden aangelegd met het
te ontwikkelen bos in de Gemeenschapspolder.
 
12
De aanleg van een recreatieve fietsroute tussen Zuidoost en de
Ouderkerkerplas wordt voorbereid.
 
13
Zuidoost zal worden aangesloten op de kruisingsvrije hoogwaardige
stedelijke openbaar- vervoerlijn op de ringspoorbaan.
Hiermee wordt een directe verbinding gelegd tussen Amstel III/Zuidoost,
Zuid en Sloterdijk.
 
14
In het verlengde van het metrotrac‚ wordt vanaf het Station Diemen-Zuid een
railtrac‚ gereserveerd in de richting van Nieuw-Oost.
 
15
De mogelijkheid tot aanleg van de verlengde Gooiseweg moet ruimtelijk niet
onmogelijk worden gemaakt, dit in samenhang met het versterken van de
recreatieve functie van de Gaasp.
 
16
Ter verbetering van de bereikbaarheid van Amstel III/AMC wordt een
aansluiting op de A9/A4 gerealiseerd.
 
17
Voor het nevencentrum Amstel III zal een parkeer- en handhavingsbeleid
worden ontwikkeld.
 
18
Er zal onderzoek plaatsvinden naar een railverbinding langs de
Bijlmerdreef, die het hoofdcentrum Bijlmer verbindt met Diemen en de
Watergraafsmeer en/of deel kan uitmaken van de zogeheten Zuidtangent
(project in studie, op initiatief van de provincie).
 
19
Er zal studie worden verricht naar een mogelijke aftakking van de metro-
Geinlijn naar Abcoude.
 
20
In het kader van het ontwikkelen van een gebiedsgericht verkeers- en
parkeerbeleid in de nevencentra is voor Zuidoost (Amstel III) een plan van
aanpak voor de mobiliteit opgesteld dat de komende jaren op een
proefondervindelijke wijze tot uitvoering zal worden gebracht.
 
21
Er wordt ruimte gereserveerd voor de aanleg van een spoorboog op de Zuidtak
van de ringspoorbaan, de zogeheten Utrechtboog.
 
BESCHRIJVING VAN DE KAARTEN IV
 
Algemeen
 
De plankaart is een integraal onderdeel van deel I van het Structuurplan.
De overige kaarten geven overzichten waarop in deel II (de Toelichting)
nader wordt ingegaan.
 
Kaart 1: de Plankaart
 
De legenda van deze kaart bevat een driedeling, gebaseerd op:
* de huidige bestemming, bestaand op 1 januari 1990;
* de nieuwe bestemming van gebieden die op korte termijn worden ontwikkeld
en waarvoor de plannen reeds worden voorbereid; start tussen 1990 en
1995;
* een mogelijke nieuwe bestemming van gebieden die op de lange termijn
moeten kunnen worden ontwikkeld, maar waarvoor nog voorbereidende
studies moeten worden verricht, te realiseren na 1995 of te reserveren.
 
De aanduiding van de toekomstige bestemming wordt geplaatst tegenover de
aanduiding van de huidige op te heffen bestemming.
Een kleurarcering is toegepast om de fasering van de toekomstige bestemming
te onderscheiden.
Een horizontale lijnarcering geeft aan dat een mogelijk voorstel door een
stadsdeel tot bestemmingswijziging ten gunste van wonen niet op bezwaren
stuit en dat, na vaststelling door de stadsdeelraad van de
bestemmingswijziging, de Plankaart hierop zal worden aangepast.
De huidige bestemming, bestaand op 1 januari 1990 buiten de gemeente
Amsterdam, is weergegeven in de lichtste tint van de desbetreffende kleur.
 
De legenda onderscheidt vier hoofdfuncties:
 
Wonen en Werken
* Stedelijke milieus zijn gemengde woon-werkgebieden die ruimtelijk en
functioneel een samenhang vertonen.
Er zijn vier verschillende milieus onderscheiden naar terreinoppervlak
bebouwd en vloeroppervlak wonen.
 
* Suburbaan milieu is een woongebied dat karakteristiek is voor de aan de
stad grenzende dorpskernen.
 
* Winkelstraat en stadsdeelcentrum zijn structuurbepalende elementen in de
openbare ruimte en voor de activiteiten die daar plaatsvinden.
 
* Dienstverlening is het type werkgebied waar bedrijven zich kunnen
vestigen uit de tertiaire en collectieve sector, die nabij woonbebouwing
zijn te handhaven.
 
* Bestemmingswijziging ten gunste van wonen toegestaan.
 
Bedrijfsterreinen
* Hoogwaardig bedrijfsterrein is een terrein met een bijzondere bestemming
waar bedrijven zich kunnen vestigen uit de secundaire sector, die nabij
woonbebouwing en dienstverlening zijn te handhaven.
 
* Bedrijfsterrein is een terrein van enige omvang (vanaf 2 ha) waar
industrie, groothandel, grootschalige detailhandel, garages,
vervoerbedrijven enz. gevestigd zijn.
 
* Industrieterrein is een terrein dat duidelijk gescheiden is van de
woonbebouwing, met de nadruk op vestigingen in de secundaire sector en
de groothandel. Het terreingebruik is intensief of extensief.
 
Groen en Landschap
* Stedelijk groen omvat de openbare groenvoorzieningen, de beperkt
toegankelijke sport- en volkstuinparken en begraafplaatsen en het
overige, niet openbare groen.
 
* Agrarisch gebied omvat voor landbouw en veeteelt ge‰xploiteerd grasland,
akkerbouw, tuinbouw en glastuinbouw dat gescheiden is van de overige
functies.
 
* Water omvat havens, plassen, grachten, kanalen, meren en die‰n.
 
Verkeer en Vervoer
* Autosnelweg is een rijksweg die kruisingsvrij is en gescheiden rijbanen
heeft.
 
* Hoofdweg betreft de wegen die minimaal noodzakelijk zijn voor de
ontsluiting van en de verbinding tussen de stadsdelen binnen de
agglomeratie.
 
* Spoorbaan (met stations) is het type railvervoer dat wordt ge‰ xploiteerd
door de NV Nederlandse Spoorwegen en kruisingsvrij is.
 
* Rails op eigen baan is het type openbaar railvervoer dat kruisingsvrij
gescheiden is van het overige verkeer en vervoer.
 
* Andere railverbinding is het type openbaar railvervoer dat al dan niet
op een vrije baan en/of gemengd met het overige verkeer en vervoer
rijdt.
 
* Pontverbinding is een vaarroute tussen de noordelijke en zuidelijke
oevers van het IJ en van het Noordzeekanaal.
 
* Verkeersareaal is grond bestemd voor een spooremplacement.
 
De spoorwegaansluitingen op industrieterrein en haven- en opslagterrein
zijn tot de desbetreffende categorie‰n gerekend.
Voor een nadere uitwerking van de wegen en sporen (en fietsroutes) die
behoren tot de stedelijke netten, zij men verwezen naar de Toelichting.
Deze uitwerking is ontleend aan het Verkeerscirculatieplan, aangevuld met
nieuwe projecten.
 
Kaart 2: gebieden met bijzondere waarden
 
Deze kaart geeft een overzicht van gebieden waarin samenhangende cultuur-
historische ontwikkelingen in de architectuur, stedebouw en de
landschapsarchitectuur zijn te onderscheiden.
Aangegeven zijn de karakteristieken van gebieden met bijzondere betekenis
voor de stad en haar stadsdelen, zoals beschreven in het studierapport
Ruimtelijke Karakteristieken van Amsterdam van de Dienst Ruimtelijke
Ordening (oktober 1989).
Deze studie is onder meer gebaseerd op het thans in voorbereiding zijnde
Monumenten Inventarisatie Project (MIP) 1850Ä1940 van het Bureau
Monumentenzorg Amsterdam.
Bij een eventuele herbestemming van terreinen zal deze kaart in de afweging
worden betrokken.
 
De legenda van de kaart bevat een tweedeling:
 
Bijzondere karakteristiek
* Stads- en dorpsgezicht v¢¢r 1850 betreft de stad binnen de Singelgracht,
aangewezen als beschermd stadsgezicht ‚n de beschermde dorpsgezichten in
Waterland.
 
* Stads- en dorpsgezicht in de periode 1850Ä1940 betreft een gebied buiten
de Singelgracht dat karakteristiek is te noemen voor de jongere
bouwkunst uit deze periode.
 
* Groen is een park of overig groen (zoals een begraafplaats) in en tussen
stadsdelen, waarvan bebouwing, uit oogpunt van ruimtelijke geleding,
moet worden voorkomen.
 
* Landschap is het open gebied rondom de stad van enig formaat, dat zoveel
mogelijk van verstedelijking vrijgehouden moet worden, zoals het
Nationaal Landschap Waterland, Amstelland en de Westrand.
 
* Water is een vaart, rivier, kanaal, meer of plas met een consistent
beeld, dat de stad geleedt en voor de stad beeldbepalend is.
 
* Radiale groene route is een zone opgenomen in de Nota Amsterdamse
prioriteiten en de randstadgroenstructuur. De zone is aanwezig of in
ontwikkeling.
 
Karakteristiek
* Bebouwd en onbebouwd zijn gebiedskenmerken die bepalend zijn voor het
ruimtelijk beeld.
 
* Groen is een park, parkstrook of overig groen in een stadsdeel.
 
* Vaart of vaarroute is een component van het landschap die een verbinding
vormt tussen het stedelijk en het landelijk gebied.
 
Kaart 3: de Milieukaart
 
Deze kaart geeft een overzicht van de locaties waar bronnen van gevaar
en/of hinder aanwezig zijn. Tevens wordt het beleid en de maatregelen
aangegeven ter handhaving en verbetering van het stedelijk milieu.
 
Luchtverontreiniging wegverkeer
Op de aangegeven wegvakken is de uitstoot van CO en NO2 hoger dan
respectievelijk 6000 microgram per m3 en 135 microgram per m3.
 
Zonering Schiphol en wegverkeerslawaai
Rondom Schiphol zijn contouren van gelijke Kosten-eenheden (KE) aangegeven.
Binnen de 35 KE-contour is nieuwe woningbouw niet toegestaan. Binnen de 40
KE-contour kunnen bestaande woningen voor geluidwerende voorzieningen in
aanmerking komen.
Op de aangegeven wegvakken is de geluidsbelasting op de gevels van de
aangrenzende bestaande woningen hoger dan de 65 dB(A). Deze woningen
komen
in principe in aanmerking voor subsidie voor geluidsisolatie.
 
Zonering industrielawaai
Rondom industrieterreinen met zogenaamde A-inrichtingen is de zone
aangegeven waarbinnen de geluidsbelasting hoger is dan 50 dB(A). Binnen
deze zone is nieuwe woningbouw aan beperkingen onderhevig en moet aan
bestaande woningen in sommige gevallen geluidwerende voorzieningen worden
getroffen.
 
Beperkende factoren voor hoogbouw
De hindernis beperkende vlakken ten gevolge van het opstijgen en landen van
vliegtuigen met de daarbij behorende hoogten ten opzichte van het NAP zijn
aangegeven. De straalpaden met obstakelhoogte ten opzichte van het NAP zijn
aangegeven.
 
Bodemverontreiniging
Per gebied is indicatief de mate van bodemverontreiniging aangegeven. Deze
is gebaseerd op een bewerking van de resultaten uit het indicatief
bodemonderzoek bij toekomstige woningbouwlocaties en renovatie in de
periode 1987Ä1989. Industrieterreinen en terreinen waarvan onvoldoende
gegevens voorhanden zijn, zijn niet ge‹ndiceerd.
 
Gevaar
Op deze indicatieve kaart staan de gevarenzones rondom gas- en
brandstofleidingen en munitieopslag vermeld. Voor de gevaarlijke-
stoffenroutes is geen gevarenzone aan te geven. De 10--6 en
10--8risicocontouren van de EVR-plichtige bedrijven zijn aangegeven.
Tevens zijn op deze kaart de doorgaande kabel- en leidingstroken
aangegeven.
 
Beleid en maatregelen
Op deze kaart staan de ruimtelijke, fysieke en beheersmaatregelen ter
bescherming van het milieu als afwegingskader van de ruimtelijke planning
aangegeven.
De volgende componenten zijn opgenomen:
* vier waterkwaliteitsfuncties, te weten: viswater, zwemwater, ecologische
kwaliteit en recreatiewater;
* geluidwerende schermen of wallen langs wegen en spoorwegen;
* waardevolle ecologische gebieden;
* bodemsaneringsprojecten;
* op te heffen gevaarlijke-stoffenroutes na het gereedkomen van de
ringweg;
* de 30 KE-contour van Schiphol.
 
Kaart 4: Verkeer en Vervoer
 
De Verkeers- en Vervoerkaart bestaat uit zes deelkaarten te weten:
 
Ä beleid, maatregelen en studie.
Deze kaart geeft de maatregelen weer voor het stedelijk rail, de auto-
infrastructuur en de waterwegen. Hierbij wordt onderscheiden wat te
ontwikkelen is voor 1995, wat te ontwikkelen of te reserveren is na 1995
en wat de studieprojecten zijn;
 
Ä hoofdnet Fiets.
Deze kaart geeft de fietsroutes weer die (minimaal) nodig zijn om het
fietsgebruik te bevorderen. Het fietsnet wordt gebruikt als
toetsingskader, waarbij kwaliteit en beschikbaarheid van de routes de
criteria vormen;
 
Ä hoofdnet Auto.
Deze kaart geeft de hoofdwegenstructuur weer waarmee kan worden voorzien
in de bereikbaarheid voor het essenti‰le autoverkeer en waarop het
doorgaande autoverkeer wordt geconcentreerd. Over een deel van de routes
van dit (functionele) net zijn met de stadsdelen financi‰le en
procedurele afspraken gemaakt. Op het hoofdnet Auto staat aangegeven
welke routes dit betreft, zoals is vastgesteld in het kader van de Nota
Stedelijke Infrastructuur;
 
Ä hoofdnet Stedelijk rail.
Deze kaart geeft weer welke railverbindingen noodzakelijk geacht worden
voor een goed functionerend stedelijk railnet;
 
Ä hoofdnet Vaarwegen.
Deze kaart bestaat uit hoofdvaarwegen die vallen onder het beheer van de
centrale stad en secundaire vaarwegen die vallen onder het beheer van de
stadsdelen;
 
Ä NS-rail.
Deze kaart laat zien welke uitbreidingen op het bestaande net voor 1995
en welke na 1995 gepland zijn. Het betreft te ontwikkelen trac‚s, te
reserveren trac‚s spoorverbredingen en nieuwe stations.
 
Kaart 1: De Plankaart;
 
Kaart 2: Gebieden met bijzzondere waarden
 
Kaart 3: De Milieukaart
 
Kaart 4: Verkeer en vervoer
 
(Kaart 1 t/m 4: zie papieren versie)