Bron: Raad Type document: Voordracht Nummer Gemeenteblad: 1091
Onderwerp: Voorstel van het raadslid A.J. Holvast c.s. inzake het bestemmingsplan Coentunnel.
Datum publicatie:19-12-1990 Datum Raad:19-12-1990
Besluit Raad: Ingetrokken Afdeling: SO/RO Tekst:
Afd. 1 (1990)
Nr. 1091. Voorstel van het raadslid A.J. Holvast c.s. inzake het bestemmingsplan Coentunnel.
Amsterdam, 19 december 1990. Aan de Gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van Burgemeester en Wethouders van
5 december 1990 met betrekking tot hun reactie aan Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland inzake de bezwaarschriften tegen het bestemmingsplan Coentunnel
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1037); Overwegende:
dat het voor Gedeputeerde Staten niet mogelijk is, binnen de wettelijke
termijn van zes maanden over de resultaten van het onderzoek naar de
milieu-effecten van de tweede Coentunnel te beschikken en zodoende bij hun
besluitvorming geen afdoende antwoord kunnen geven op ingediende
bezwaarschriften;
dat alleen het zuidelijke deel van het bestemmingsplan in procedure kan
worden gebracht, omdat het stadsdeel Amsterdam-Noord het bestemmingsplan
vooralsnog niet wenst vast te stellen;
dat het Kabinet grote problemen heeft bij het financieren van de gewenste
uitbreiding van het openbaar vervoer en nog grotere financile problemen
heeft aangekondigd;
Voorts overwegende dat uit de resultaten van de Verkeersmilieu Atlas van
Amsterdam 1990, waar de wethouder voor Milieu de kwalificaties "schokkend
en verontrustend aangaf", blijkt:
a dat bij het uitvoeren van de milieuvariant (- 8% autoverkeer) emissie van
vuile lucht in Amsterdam nog circa 10% boven de normen van het Nationaal
Milieubeleidsplan + blijft;
b dat de milieuvariant aannames gebruikt waarvan de uitvoerbaarheid uiterst
twijfelachtig is: massaal gebruik van fluisterasfalt, verhoging van de
autokosten met 30% en snelle uitvoering van een vergaand openbaar-
vervoerpakket;
c dat de milieuvariant niet uitgaat van het nemen van maatregelen in de
sfeer van de ruimtelijke ordening (fysieke beperkingen voor het autoverkeer)
en zo de verantwoordelijkheid wel erg sterk in Den Haag legt;
Ten slotte overwegende:
- de prioriteit in het Programakkoord 1990-1994: het terugdringen van het
autoverkeer;
- de effecten van ingebruikneming van de Zeeburgertunnel en de plannen voor
de Wijkertunnel;
- dat uitvoering van het door zijn Vergadering aangenomen voorstel van de
raadsleden Papineau Salm en Molleman (Gemeenteblad 1990, afd. 1, nr. 280, blz.
586) leidt tot uitbreiding van de capaciteit van alle categorien
autoverkeer in de Coentunnel en een sneltramvariant bevat waarvan geen
vervoerskundige onderbouwing bekend is, alsmede een trac dat niet (meer)
wordt bepleit, Spreekt uit:
- niet langer uit te gaan van de wenselijkheid van een tweede Coentunnel;
- absolute prioriteit te geven aan het versneld aanleggen van de
noord-zuidlijn als onmisbare regionale oeververbinding.
De leden van de Gemeenteraad,
A.J. Holvast A. Tanja
(Ingekomen - onder letteraanduiding G - en ingetrokken in de
avondzitting op woensdag 19 december 1990).
|