Type dokument
Voordracht
Nummer Gemeenteblad
1453
Titel
Nota van het raadslid mevr. Tanja en het duo-raadslid Holvast, getiteld: 
Schoon op weg in Amsterdam (over een milieuvriendelijk verkeersbeleid, 
het terugdringen van het woon-werkverkeer en investeren in het openbaar 
vervoer).
Datum voordracht 19891106. 
Tekst
Nr. 1453.Nota van het raadslid mevr. Tanja en het duo-raadslid Holvast, 
getiteld: Schoon op weg in Amsterdam (over een milieuvriendelijk 
verkeersbeleid, het terugdringen van het woon-werkverkeer en investeren 
in het openbaar vervoer).

Amsterdam, 6 november 1989.

   Aan de Gemeenteraad

   Inleiding.

   Als historici in 2050 nog eens onderzoek gaan doen naar de parlementaire 
geschiedenis van de 20ste eeuw, zullen ze het beeld krijgen van een door 
milieu-items beheerste verkiezingscampagne in het jaar 1989. Alle 
politieke partijen noemen milieu als prioriteit en spreken bevlogen over 
de uitdaging voor de jaren negentig. Nadat de zorg voor het milieu 
jarenlang werd beschouwd als de politieke hobby van een handjevol 
idealistische volkorenvreters met geiteharen sokken, pakken zelfs ministers 
de fiets om het volk te laten zien hoe groenbewust ze zijn.
   De zomer van 1989 zal de geschiedenis ingaan als de lange, hete zomer 
van het milieu.
   Ook in Amsterdam is er sprake van een oplevende bezorgdheid. Met 
name het verkeer in de hoofdstad is verantwoordelijk voor vergaande 
milieuvervuiling. Het autoverkeer zorgt op maar liefst 23 plaatsen voor 
een concentratie stikstofdioxyde (NOx) die ver boven de wettelijk 
toegestane waarde ligt. Ook de geluidshinder van het autoverkeer overtreft 
de wettelijke normen. De wethouder voor Milieuhygiëne reist Europese 
conferenties af en komt tot de conclusie dat aan vergaande maatregelen 
niet valt te ontkomen. Ambtenaren brengen een werkbezoek aan 
historische Italiaanse steden en zien met eigen ogen dat een vrijwel 
autovrije binnenstad de leefbaarheid verbetert en de centra van deze 
steden aantrekkelijk maakt. "Zo kan het ook," denken ze en komen 
met enthousiaste verhalen terug.
   Het College van Burgemeester en Wethouders is echter nog op een 
ouderwetse manier bezig met een andere uitdaging van de jaren negentig: 
economische groei. Deze moet Amsterdam van een zonnig plekje 
verzekeren in het Europa zonder grenzen. De economische groei staat 
in zijn optiek gelijk aan het verbeteren van de autobereikbaarheid. Zorg 
voor het milieu? 
   Grote steden mogen best een beetje viezer zijn dan de provincie, is de 
opvatting van een verantwoordelijk wethouder. Amsterdam kan best iets 
vuiler zijn, maar dan moet Harderwijk wel ietsje schoner worden.
   In de ontwerp-begroting voor 1990 is 21 miljoen gulden gereserveerd 
voor  de aanleg van nieuwe autowegen. De ontwikkeling van de IJ-oevers 
gaat gepaard met verbreding van de IJ-boulevards en de aanleg van 
nieuwe snelwegen, zoals een tweede Coentunnel en de westelijke 
Randweg. Terwijl die IJ-oevers zich uitstekend lenen voor een 
voortvarend openbaar-vervoerbeleid, blijkt dat het College voor 
Burgemeester en Wethouders vrede heeft met een extra uitstoot van 
12% van gassen. De discussie gaat niet over de wijze waarop de 
milieuvervuiling kan worden teruggedrongen, maar over hoe alles 
gewoon kan doorgaan ondanks een steeds slechter wordend milieu. 
   De penibele situatie waarin het Amsterdams milieu zich bevindt en de 
toenemende overlast van auto's in de stad, zijn voor Groen Links 
aanleiding, en niet voor het eerst, voorstellen te doen om de situatie te 
verbeteren. De partijen die nu deel uitmaken van Groen Links, deden al 
in 1976 voorstellen om de hoeveelheid auto's in de stad terug te dringen. 
Op 11 oktober 1976 legden de raadsleden Van de Ven, Lankhorst en 
Vernooy (PPR) een alternatief plan voor, getiteld: Amsterdam, het is niet 
nodig dat je huilt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 999, blz. 1933). Het 
toenmalige College van Burgemeester en Wethouders heeft nooit 
antwoord gegeven. Acht jaar later ondernam de PPR-fractie een nieuwe 
poging. In de nota van het raadslid Van der Horst van 23 mei 1984, 
getiteld: Geef Amsterdam de straat terug (Gemeenteblad afd. 1, nr.964, 
blz. 2213), werd een groot aantal voorstellen gedaan om een 
milieuvriendelijk verkeersbeleid op te zetten en de bereikbaarheid van de 
stad te verbeteren. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft 
hierop nooit een reactie geschreven. Hetzelfde lot trof de nota van de 
raadsleden Van Schijndel en Köhler van 21 april 1982 over het 
parkeerbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 587, blz. 1027).
   Weliswaar erkenden achtereenvolgende colleges van Burgemeester en 
Wethouders dat het toenemend autoverkeer de stad er niet aangenamer 
op maakt, maar drastische maatregelen bleven uit. Wellicht zorgt de 
opgeleefde bezorgdheid over het milieu er deze keer voor, dat zelfs het 
Amsterdamse College van Burgemeester en Wethouders op dit punt in 
beweging is te krijgen. 
   Onder het motto "Amsterdam is een rode stad die graag iets groener wil 
worden" streeft Groen Links ernaar dat Amsterdam zijn mondaine wensen 
gaat combineren met creatieve en aantrekkelijke oplossingen om het 
autoverkeer tegen te gaan. Waarom zou Amsterdam zichzelf niet in de 
schijnwerpers zetten door ervoor te zorgen dat men zich met het openbaar 
vervoer snel, efficiënt en comfortabel kan verplaatsen en dat je zonder 
zorgen de fiets kunt pakken, zodat wethouders en ambtenaren van overal 
vandaan zich komen vergapen aan een mooie, gedeeltelijk autovrij 
gemaakte stad die tot grotere economische bloei komt en tegelijkertijd 
schoner wordt.

   Structurele maatregelen.

   Dagelijks passeren 650.000 auto's de Amsterdamse grenzen. Een flink 
deel daarvan, dertig procent, bestaat uit woon-werkverkeer. Die 
forensenstroom groeit nog steeds. Files op de toegangswegen zijn aan de 
orde van de dag, maar in de stad zelf zijn ook regelmatig 
verkeersopstoppingen. De groei van het autoverkeer is gedeeltelijk te 
verklaren, doordat in de regio Amsterdam de werkgelegenheid toeneemt. 
Het zijn voornamelijk niet-Amsterdammers die hier werken.
   Amsterdam slibt dicht. Ook voor automobilisten wordt de 
bereikbaarheid minder, wanneer er overal files staan en de verkeerschaos 
door foutparkeerders nog wordt vergroot.

   In de binnenstad is overdag 30% van de parkeerplaatsen bezet door 
auto's van forensen, maar ook de bereikbaarheid aan de stadsranden is 
aan het verslechteren. Zelfs de economische paradepaardjes Schiphol en 
Zuidoost zijn niet langer filevrij. Voor bedrijven die zich in Amsterdam 
willen vestigen, is een vervuilde stad geen aantrekkelijke vestigingsplaats. 
   Amsterdam moet de concurrentie met andere grote steden aangaan 
door zijn sterke punten uit te buiten, zoals zijn mooie historische 
stadshart, en ook het woonklimaat moet aantrekkelijker worden gemaakt. 
Voor Groen Links is hierbij het uitgangspunt een schoon Amsterdam. 
Dat wil zeggen, dat ook in Amsterdam de vervuiling ten minste aan de 
wettelijke normen moet voldoen. Op basis van een verkeersmilieukaart 
moet er een verkeersplan worden opgesteld waarin het autoverkeer 
taakstellend wordt teruggedrongen met 50% (vanaf het niveau in 1989) 
in tien jaar.
   De bereikbaarheid van de stad moet worden verbeterd. Vanwege de 
gevolgen die de groei van het woon-werkverkeer met zich brengt, moet 
dit allereerst worden teruggedrongen.
   De realisatie van deze uitgangspunten wordt dichterbij gebracht, 
wanneer de reistijd met het openbaar vervoer of de fiets korter is dan 
met de auto, de kwaliteit van het openbaar vervoer en de fietsroutes 
wordt verbeterd, het aantal parkeerplaatsen drastisch wordt beperkt en de 
kosten van het openbaar vervoer lager zijn dan de autokosten.

   Trendbreuk noodzakelijk.

   Voorrang geven aan het openbaar vervoer vraagt grote investeringen om 
achterstanden weg te werken. Uiteindelijk is dit natuurlijk besparend als 
vervuiling en gezondheid, ruimte- en energiegebruik worden meegerekend. 
Het is vooral een taak van het rijk een verdere groei van het autoverkeer te 
verhinderen, maar dat neemt niet weg dat de gemeente zelf nogal wat 
mogelijkheden heeft, mee te werken aan een trendbreuk ten bate van het 
openbaar vervoer. Naar de mening van Groen Links is het uitblijven van 
rijksbeleid geen alibi om klagend, vragend en volgend tegenover het rijk 
te staan.
   Ook als door fiscale maatregelen en elektronische tolheffing het 
autogebruik flink duurder is geworden, zijn fysieke beperkingen tegen de 
auto(mobilist) in de stad noodzakelijk. Op het terrein van de ruimtelijke 
ordening heeft de gemeente tal van mogelijkheden, die onvoldoende 
worden gebruikt. Filebestrijding door aanleg van meer rijbanen en wegen 
is geen oplossing van het probleem, maar een verplaatsing en is bovendien 
voor de Amsterdamse binnenstad desastreus. Na het gereedkomen van de 
ringweg moet er een moratorium voor de aanleg van snelwegen in en door 
Amsterdam worden afgekondigd.

   Compacte stad.

   Door ervoor te zorgen dat degenen die in Amsterdam werken, ook in 
Amsterdam komen te wonen, wordt het forensisme teruggedrongen. 
   Compact bouwen betekent kortere reisafstanden en dat is gunstig voor 
het milieu. Dit betekent niet dat alles zomaar moet worden volgebouwd. 
Een stad is alleen leefbaar als er voldoende openbare ruimte en groen is, 
zoals parken en pleinen. Bouwen in hoge dichtheden heeft vooral zin op 
plaatsen die per openbaar vervoer goed zijn te bereiken.

   Voorwaarde voor een leefbare compacte stad is het terugdringen van het 
aantal auto's en het aantal parkeerplaatsen. Veel ruimte voor de auto is in 
tegenspraak met het uitgangspunt van de compacte stad. Wonen is een 
recht; je auto voor de deur niet. Verder zijn hierdoor de kosten van de 
stadsvernieuwing en nieuwe woningbouwlocaties hoger dan noodzakelijk. 
Er moet dan ook geen bijdrage uit het Stadsvernieuwingsfonds komen 
voor gebouwde parkeervoorzieningen. In plaats daarvan moet ervoor 
worden gezorgd, dat datgene wat er in Amsterdam wordt bijgebouwd, 
zoals nieuw-Oost, gedeeltelijk autovrij wordt opgezet en uitstekend per 
fiets en openbaar vervoer bereikbaar is. Een nota van de Dienst 
Ruimtelijke Ordening over een autovrije wijk ligt alweer twee jaar 
onder in de la. Deze moet alsnog worden betrokken bij de opzet van 
nieuwe wijken.

   Parkeerverbod in de binnenstad.

   Het aantal auto's moet minder worden, maar hoe? Een aantal 
maatregelen, zoals het duurder maken van het autorijden en het 
goedkoper maken van het openbaar vervoer, valt buiten de bevoegdheden 
van de gemeente. Wel kan de gemeente Amsterdam de stad minder 
toegankelijk maken voor rijdende en geparkeerde auto's. Tot nu toe is 
nooit voor definitieve fysieke belemmeringen gekozen. De auto kan zo 
goed als zonder problemen zijn gang gaan; zo is de gemiddelde 
bereikbaarheid vanuit de regio per auto nog steeds veel beter dan per 
openbaar vervoer (zie periodieke rapportage binnenstad 1989).
   Er moeten gerichte maatregelen worden genomen om het autoverkeer 
in de stad tegen te gaan. Een goed middel is een parkeerverbod in de 
binnenstad. Groen Links stelt voor te beginnen met de grachtengordel. 
Hier komt een algeheel parkeerverbod buiten een (beperkt) aantal 
beheerde parkeerplaatsen. Deze zone moet jaarlijks worden uitgebreid. 
Het moet fysiek onmogelijk worden  gemaakt, in die desbetreffende 
zone te parkeren.
   Groen Links stelt voor om tegelijkertijd een experiment te starten met 
het afsluiten van de binnenstad voor autoverkeer in de spits (alleen 
vergunninghouders/bewoners worden toegelaten).
   Beide maatregelen, een parkeerverbod en een beperkte toelating, zijn 
met name voor de binnenstad aantrekkelijk, omdat daarmee het aantal 
geparkeerde auto's met een derde wordt verminderd. Tegelijkertijd moet 
de openbare ruimteworden heringericht ten gunste van voetgangers en 
fietsers. 
   De bereikbaarheid voor het overige (auto)verkeer, onder andere voor 
laden en lossen, blijft daarmee in stand. Ter voorkoming van het 
zogenaamde sluipverkeer komt ook een aantal omringende woonwijken 
voor deze maatregelen in aanmerking.
   Doorgaand verkeer in smalle straten waar trams rijden, zoals in de Van 
Woustraat en de Kinkerstraat, moet worden tegengegaan. Op 
hoofdtramroutes, zoals de Kinkerstraat en de Vijzelstraat, moet 
eenrichtingsverkeer worden ingesteld. Alsdan komt er meteen meer 
ruimte voor de fiets. 

   Tegengaan van parkeren.

   Het aantal parkeerplaatsen in Amsterdam moet worden verminderd. De 
parkeernorm voor bedrijven moet terug naar één parkeerplaats op 150 
vierkante meter bedrijfsruimte. Groen Links is tegen nieuwe 
parkeergarages in het Centrum, tenzij dat onderdeel is van een 
parkeerbeleid waarbij er bovengronds meer parkeerplaatsen verdwijnen 
dan er ondergronds bijkomen en er afdoende maatregelen worden 
genomen om het parkeren tegen te gaan. Tot op heden is er nog geen 
goed handhavingsbeleid ontwikkeld om het woon-werkverkeer tegen te 
gaan; daarom zullen nieuwe parkeergarages, zoals het College van 
Burgemeester en Wethouders die nu voorstelt, het woon-werkverkeer 
doen toenemen. 
   Alle parkeerplaatsen dienen betaalde parkeerplaatsen te worden, met 
fors hogere parkeertarieven dan nu het geval is. Bewoners in Amsterdam 
die een auto hebben, kunnen tegen een maandelijkse vergoeding een 
parkeervergunning krijgen. Bij de herinrichting van straten moeten 
voortaan de belangen van de niet-autobezitters centraal staan.
   Een grote stimulans om per auto naar de kantoren aan de rand van de 
stad te gaan, is de ruime parkeergelegenheid aldaar. Voor nieuw te 
vestigen bedrijven moet de parkeerruimte worden ingekrompen tot 
vorenbedoelde parkeernorm.

   Goederenverkeer laad- en losplaatsen.

   Beperking van het woon-werkverkeer geeft het zakelijk verkeer meer 
ruimte. Momenteel levert de bevoorrading van winkels en bedrijven veel 
problemen op. Bij het laden en lossen wordt de weg geblokkeerd. Dit 
levert gevaarlijke situaties op voor andere weggebruikers en bewoners. 
Waar regelmatig blokkades voorkomen, moeten laad- en losplaatsen 
worden gemaakt. Het bedrijf dat deze laad- en losplaatsen nodig heeft, 
zal ze dan beheren.
   Grote vrachtwagens moeten worden geweerd uit de stad. Zij zorgen 
voor veel overlast en gevaarlijke verkeerssituaties. Bovendien 
veroorzaken vrachtwagens voor miljoenen guldens schade aan het 
wegdek.
   Overslagcentra aan de rand van de stad moeten ervoor zorgen dat in 
plaats van vrachtwagens kleinere auto's de winkels en bedrijven 
bevoorraden. 

   Openbaar vervoer op maat.

   Voor het handhaven van de bereikbaarheid van Amsterdam is het 
noodzakelijk dat er een goed alternatief voor de auto beschikbaar is. Het 
openbaar vervoer in en om Amsterdam zal daarom sneller, 
betrouwbaarder en frequenter moeten worden. Openbaar vervoer op maat 
is concurrent van de auto. 
   Nu heeft de tram in Amsterdam een gemiddelde snelheid van 15 
kilometer per uur. Daar fiets je fluitend voorbij. Wacht- en overstaptijden 
meegerekend blijkt de huidige tram geen bijster snel vervoermiddel te zijn. 
   De capaciteit van het lokale en interlokale openbaar vervoer zal moeten 
worden verveelvoudigd. De huidige knelpunten in het spoorwegnet moeten 
daarom zo snel mogelijk worden opgelost. In dit kader is het noodzakelijk 
dat de Hemboog, een spoorverbinding tussen Zaanstad en Schiphol, wordt
aangelegd. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft echter 
anders besloten; het wil het tracé door het gebied Teleport Amsterdam 
Sloterdijk naar het NS-station Sloterdijk volbouwen met kantoren. Over 
enkele weken gaan de eerste twee bouwaanvragen in procedure.
   Groen Links dringt aan op een heroverweging van dit besluit, nu het 
belang van vervoer per spoor snel toeneemt. De directie van de NV 
Luchthaven Schiphol onderschrijft het belang van de Hemboog voor de 
toekomstige ontwikkeling van de luchthaven. Provinciale Staten blijven 
voor de Hemboog kiezen, zo blijkt uit hun recente structuurschets. Ook 
bij de NV Nederlandse Spoorwegen (NS) bezint men zich op de vraag, 
of moet worden vastgehouden aan een eerdere ontkenning van het belang 
van een rechtstreekse verbinding naar Noord-Holland boven het 
Noordzeekanaal.
   Verder moet de gemeente bij de NS pleiten voor een verdubbeling van 
de spoorlijn naar Utrecht.

   Ondergronds.

   Het is moeilijk voor te stellen, hoe met de huidige tram- en buslijnen 
twee- tot driemaal zoveel passagiers zouden kunnen worden vervoerd. In 
sommige straten, bij voorbeeld de Leidsestraat, ontbreekt eenvoudigweg 
de ruimte. Ondergrondse oplossingen moeten worden overwogen; daarom 
heeft Groen Links het College van Burgemeester en Wethouders gevraagd 
om een studie naar de mogelijkheden van een ondergrondse 
railverbinding.
   Het traject zal van Noord via het Centraal Station naar het Museumplein 
en vandaar wellicht naar Buitenveldert of de nieuwe wijken in West 
(tuinbouwgebied Sloten, Middelveldsche Akerpolder) moeten lopen. Een 
dergelijke railverbinding moet een regionale functie krijgen. Het 
fijnmaziger tram- en busnet behoudt hierbij een lokale functie. Het ligt 
voor de hand deze verbinding (al dan niet als sneltram) door te trekken 
naar onder andere Purmerend, Zaandam, Uithoorn en Schiphol-Oost.

   Tram en bus.

   Naast de aanleg van regionale railverbindingen moet ook de kwaliteit 
van het lokale openbaar vervoer worden verbeterd. De doorstroming van 
trams en bussen moet worden verbeterd door verkeerslichten beter op het 
openbaar vervoer af te stellen. Als het openbaar vervoer blijft stagneren, 
moet de desbetreffende straat worden afgesloten voor het autoverkeer. 
Wie wel eens door de Utrechtsestraat komt, weet dat zoiets daar bepaald 
geen luxe zou zijn. 
   De laatste tijd wordt er geëxperimenteerd met de zogeheten shuttle-bus. 
De naam suggereert snelheid, en niet ten onrechte. Bij knelpunten worden 
aparte busbanen aangelegd, zodat men aan de file voorbij zoeft, met een 
kopje koffie en een krantje binnen handbereik. Door deze vlotte 
verbinding, gecombineerd met extra service, moet de automobilist uit de 
auto worden gelokt; een goed experiment, dat moet worden uitgebreid 
naar werkgebieden, zoals Schiphol (Oost), Sloterdijk, Diemen-Zuid en 
het World Trade Center/Buitenveldert. 
   Wel moet bij het uitbreiden van het aantal buslijnen worden bedacht 
dat ook bussen de stad vervuilen. Ondergetekenden pleiten voor een 
onderzoek naar de mogelijkheid, bussen op milieuvriendelijke 
brandstoffen, zoals waterstof en ethanol, te laten rijden, maar ook meer 
en goedkoper taxivervoer en klein busvervoer dragen bij tot een 
fijnmaziger openbaar-vervoernetwerk. 

   Het luchtverkeer.

   Niet elke uitbreiding van het openbaar vervoer is een goede zaak. 
Onlangs maakte Schiphol een omvangrijk uitbreidingsplan bekend. Een 
verdubbeling van het luchtverkeer wordt in het vooruitzicht gesteld.
   Groen Links gaat niet akkoord met een dergelijke ongelimiteerde groei 
van Schiphol. Vervoer door de lucht is bij voorbeeld tien keer meer 
milieuvervuilend dan vervoer per spoor. Ook zal de groei van Schiphol 
eensterke groei van het autoverkeer naar de luchthaven tot gevolg 
hebben, waardoor de milieuvervuiling nog verder toeneemt.

   Wanneer het tracé voor de Train … Grande Vitesse (TGV) wordt 
aangelegd, is veel Europees luchtverkeer overbodig. De luchthaven is 
dan snel bereikbaar vanuit het centrum van vele plaatsen in Europa en 
kan haar functies als intercontinentale "mainport" behouden. Ook geeft 
dit de mogelijkheid het charterverkeer te verminderen.
   Schiphol moet een uitstekende aansluiting krijgen op het 
goederenspoorwegnet, zodat een aanzienlijk deel van het snelgroeiende 
luchtvrachtverkeer niet over de weg wordt aan- en afgevoerd en vervoer 
per spoor vaker een concurrerend alternatief kan bieden voor 
(door)vervoer door de lucht.

   Bedrijven investeren mee in het openbaar vervoer.

   De gemeente moet bij bedrijven pleiten voor de vervanging van 
reiskostenvergoedingen door abonnementen op het openbaar vervoer. 
Dit kan worden uitgewerkt door per bedrijfsgebied met de daar aanwezige 
bedrijven een overeenkomst te sluiten. De gemeente kan beginnen om met 
Schiphol een dergelijke overeenkomst af te sluiten. Hier werken 
momenteel 35.000 werknemers, van wie tot nu toe slechts 20% met het 
openbaar vervoer komt. Dat dit kan, is al bewezen. De FNV heeft met 
Schiphol en een aantal vervoersorganisaties al afspraken in die richting 
gemaakt. Door middel van dergelijke afspraken geven bedrijven aan, hoe 
ze het gebruik van het openbaar vervoer door werknemers zullen 
bevorderen, bij voorbeeld door het vervangen van de reiskostenvergoeding 
door abonnementen voor het openbaar vervoer. De gemeente moet dat 
verder oppakken door toe te staan dat er bij nieuwe bedrijven een beperkt 
aantal parkeerplaatsen komt, bij voorkeur in gebouwde 
parkeervoorzieningen, en de bedrijven aan te bieden in een goed openbaar 
vervoer te investeren dat een halte heeft voor de deur van het bedrijf. Zo 
ontstaan buslijnen (waaronder shuttle-bussen) die op de behoeften van de 
werknemers zijn toegesneden. Ook biedt het Gemeentevervoerbedrijf 
collectieve abonnementen op het stadsvervoer aan en bemiddelt hiervoor 
bij de andere vervoerbedrijven. Bovendien moet de gemeente een actieve 
rol spelen in het verschaffen van informatie over de relatie tussen het 
verkeer en het milieu en alternatieven voor de auto propageren en 
stimuleren.

   Milieupromotieteam.

   Het verschaffen van goede informatie kan het beste worden gedaan door 
een speciaal daarvoor in het leven te roepen milieupromotieteam. In dit 
team moeten deskundigen op de terreinen van verkeer en milieu, maar 
ook van marketing en reclame komen te werken, aangevuld met 
ambtenaren van het Gemeentevervoerbedrijf.
   Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers zullen bij de 
werkzaamheden moeten worden betrokken. Het team wordt tijdelijk 
ingesteld.
    Het milieupromotieteam moet bedrijven en de werknemers benaderen 
met heldere informatie over de schadelijke gevolgen van het autoverkeer 
en alternatieven aangeven.
   Dit moet gepaard gaan met aantrekkelijk informatiemateriaal: brochures 
en ander schriftelijk materiaal, maar ook bij voorbeeld videoprogramma's. 

   Amsterdammers fietsen.

   Veel Amsterdammers nemen de fiets als vervoermiddel. In de 
binnenstad wordt zelfs 30% van de verplaatsingen per fiets gedaan. Het 
aantal potentiële fietsers is echter veel groter. De helft van alle 
autoritten is korter dan 7 kilometer. Voor dit soort ritjes is de fiets een 
prima vervoermiddel. Om automobilisten te bewegen achter hun stuur 
vandaan te komen, is het echter nodig dat het fietsen veiliger en 
comfortabeler wordt. Door de gemeente is totnu toe 29,5 miljoen gulden 
aan het fietsbeleid besteed. Het fietsroutenet is vastgelegd in het 
Verkeerscirculatieplan.
   Veel knelpunten zijn hiermee opgelost, maar het fietsroutenet is nog 
lang niet af. Op dit moment zijn bij de Werkgroep Fiets nog circa 140 
projecten in behandeling. Op een aantal kruisingen in de stad moet de 
verkeersveiligheid voor fietsers worden verbeterd.
   Daar waar er te weinig ruimte over is voor een veilige fietsroute, moet 
ruimte worden gemaakt ten koste van het autoverkeer. Dat kan door een 
parkeerverbod, eenrichtingsverkeer of totale afsluiting voor het 
autoverkeer. 
De Haarlemmerdijk en de Haarlemmerstraat lenen zich voor afsluiting 
voor autoverkeer en verandering in fietsroute.
   Verkeerslichten moeten meer op de doorstroming van fietsers worden 
ingesteld.
   Verder is de fiets bij uitstek geschikt voor het voor- en natransport in 
aansluiting op het openbaar vervoer. Daarom moet de gemeente bij de NS 
pleiten voor meer mogelijkheden voor stalling, huur en het in de trein 
meenemen van fietsen. Ook in huidige en toekomstige metrorijtuigen moet 
daar meer ruimte voor komen en de toegang van de metrostations voor 
fietsers moet worden verbeterd.
   Een belangrijke belemmering om te gaan fietsen is de grote kans dat 
fietsen worden gestolen. Voor 25% van de Amsterdammers is dat een 
reden, de fiets te laten staan. Daarom moeten er meer bewaakte 
fietsenstallingen komen. Er moet een stallingkaart worden ingevoerd die 
geldig is voor alle fietsenstallingen in Amsterdam en ook de 
mogelijkheden een fiets te huren, moeten worden versoepeld. Een fiets 
huren op het Amstelstation en deze terugbrengen bij het Centraal Station 
maakt het gebruik van de fiets een aantrekkelijke aanvulling op het 
openbaar vervoer.

   Financiering.

   In deze nota stelt Groen Links onder meer een uitbreiding van het 
openbaar vervoer voor. De exploitatielasten komen voor rekening van 
het rijk en dat moet zo blijven.
   Groen Links vindt dat de gemeente op het terrein van de financiering 
een aantal mogelijkheden heeft die moeten worden benut, te weten: 
-  investeringen dienen te worden voorgefinancierd ten behoeve van 
belangrijke schakels in het openbaar-vervoernet, zodat bij het 
gereedkomen van nieuwe woon-/werklocaties het openbaar vervoer vanaf 
de eerste dag aanwezig is. Nu is het maar al te vaak zo, dat alleen de 
auto-ontsluiting aanwezig is en er mobiliteitspatronen worden opgebouwd 
die moeilijk zijn te veranderen;
-  uit gemeentelijke middelen dient te worden (mee)geïnvesteerd bij de 
aanleg van knooppunten van het openbaar vervoer en de aanleg van een 
tunnel voor de oost-westverbinding achter het Centraal Station. De 
geschatte meerkosten van ongeveer 125 miljoen gulden zijn aanleiding 
voor het College van Burgemeester en Wethouders, bij voorbaat af te zien 
van deze mogelijkheid, terwijl de voordelen voor het gehele gebied van 
het Centraal Station onomstreden zijn. Tegelijkertijd wordt wel bijna de 
gehele positieve grondopbrengst gereserveerd door de gemeente voor de 
aanleg van de autoinfrastructuur, die enkele honderden miljoenen guldens 
gaat kosten;
-  voor beheer en exploitatie van parkeervoorzieningen dienen rendabele 
constructies te worden gezocht. Het parkeeraanbod in de binnenstad dient 
te worden verkleind en de lasten van de burger die wel gebruik wil blijven 
maken van deze voorziening dienen te worden verhoogd. De extra 
inkomsten die dat oplevert, dienen te worden ingezet voor de verbetering 
van de dienstverlening van het openbaar vervoer in Amsterdam;
-  bij de verdeling van de rijksmiddelen ten behoeve van het 
mobiliteitsscenario en het bereikbaarheidsplan voor de Randstad dient een 
groter deel voor het openbaar vervoer te worden gereserveerd. 
   Hoofdpunten voor een milieuvriendelijk verkeersbeleid.

   Ten slotte zijn de belangrijkste voorstellen van Groen Links nog eens op 
een rijtje gezet.

   Beperking van het autoverkeer.

-  Het terugdringen van het woon-werkverkeer krijgt prioriteit. 
-  Voor de binnenstad dient een parkeerverbod voor auto's te worden 
ingesteld, te beginnen met de grachtengordel.
-  Het starten van een experiment voor het afsluiten voor autoverkeer van 
de binnenstad in de spits.
-  Hoofdroutes van het openbaar vervoer waar de auto hinder oplevert 
(zoals de Utrechtsestraat), worden afgesloten voor de auto of er wordt op 
deze routes eenrichtingsverkeer ingesteld, zoals in de Vijzelstraat en de 
Kinkerstraat.
-  Zwaar vrachtverkeer naar de binnenstad dient drastisch te worden 
beperkt door het instellen van goederenoverslagcentra aan de rand van de 
stad. 
-  De parkeernorm voor nieuwe bedrijfsterreinen en kantoorlocaties dient 
te worden verlaagd tot één auto per 150 vierkante meter bedrijfsruimte, 

   Verbeteren openbaar vervoer.

-  Het aantal shuttle-bussen dient te worden uitgebreid.
-  Door goedkoper taxivervoer en kleine (bel)bussen zal het 
openbaar-vervoernetwerk fijnmaziger worden.
-  In het gebied Teleport Amsterdam Sloterdijk dient alsnog ruimte te 
worden gereserveerd voor het spoortraject van de Hemboog.
-  Aan ongelimiteerde groei van Schiphol zal geen medewerking worden 
verleend; Schiphol zal moeten aansluiten op het TGV-net en op het 
goederenrailnet. 
-  De gemeente dient een overeenkomst te sluiten met bedrijven over het 
terugdringen van het woon-werkverkeer met de auto, vermindering van de 
parkeerfaciliteiten te bewerkstelligen, inruil van de 
autoreiskostenvergoeding voor abonnementen op het openbaar vervoer te 
stimuleren en zorg te dragen voor de levering van een openbaar vervoer op 
maat.
-  Een milieupromotieteam zal informatie geven over 
openbaar-vervoersalternatieven en zal het gebruik van het openbaar 
vervoer bij de bedrijven dienen te stimuleren.

   De fiets.

-  Fietsroutes, fietsverhuur- en stallingsfaciliteiten dienen te worden 
uitgebreid en er dienen voor de fietser die zijn fiets in een openbaar 
vervoermiddel wenst te vervoeren, betere vervoersmogelijkheden te 
worden geschapen.

   Geen nieuwe wegen.

-  Er dient te worden gestreefd naar een moratorium voor de aanleg van 
autosnelwegen. De vierbaans IJ-boulevard, de tweede Coentunnel en de 
westelijke Randweg dienen niet te worden aangelegd.

   Financiering.

-  De gemeente dient belangrijke schakels in het openbaar-vervoernetwerk 
voor te financieren, zodat direct bij het gereedkomen van nieuwe 
projecten een goed openbaar-vervoernetwerk aanwezig is.
-  De gemeente zal (mee)investeren bij de aanleg van knooppunten van 
het openbaar vervoer.
-  Het beheer en de exploitatie van parkeervoorzieningen dienen rendabel 
te worden gemaakt.
-  Bij publiek-private samenwerkingsprojecten dienen bedrijven mee te 
investeren in het openbaar vervoer.
-  Het grootste deel van het geld van het Bereikbaarheidsplan Randstad zal 
worden bestemd voor het openbaar vervoer.

   Ondergetekenden stellen u voor, deze nota van een preadvies te voorzien. 

Het lid van de Gemeenteraad, A. Tanja
Het duo-raadslid, A.J. Holvast