Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
1
DEFINITIEF
Vergadering
Openbare vergadering van de raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten
Vergaderdatum
3 februari 2010 van 09.00 tot 12.27 uur en van 13.30 tot 16.42 uur in zaal 0239 van
het stadhuis
Verslag vastgesteld op
15 februari 2010
Voorzitter
: de heer Van Drooge (CDA)
Portefeuillehouder:
de heer Gerson
Commissiegriffier:
mevrouw Coppen
Verslaglegging:
de heer Bollinger (Notuleerservice Nederland)
Aanwezige commissieleden
: de heer Bakker (SP), mevrouw Bergervoet (PvdA),
de heer Flos (VVD), de heer Manuel (D66), de heer Molenaar (GL), mevrouw Netjes
(CDA), mevrouw Van Pinxteren (GL)
Afwezige commissieleden
: de heer Beishuizen (VVD), de heer Geurts (GrLi),
mevrouw Hauet (PvdA), de heer Mahdi (PvdA), de heer Sancisi (D66), mevrouw Van der
Werf (CDA).
Overige aanwezigen:
de heren Kempers, Weenink, Kosse, Witte, Bormans, Spee,
Regalado van Os, Suk, Haarman en Kuné, mevrouw Barendrecht, mevrouw Hilhorst en
mevrouw Zwaan (DIVV), de heer Dijk (PBNZL), de heer Limmen (CDA), de heer Van der
Pol (Ombudsman), de heren Klandermans, Vinken en Van Groeningen (DW)
Algemeen
1.
Opening
De
VOORZITTER
opent de vergadering om 09.00 uur en heet de aanwezigen
welkom.
2.
Mededelingen
De
VOORZITTER
deelt mee dat de heer Manuel vanochtend niet aanwezig is,
vanmiddag wel. Vandaag wordt in de commissie over de omgevingsrisico’s van het boren
voor de Noord/Zuidlijn gesproken, een stuk dat wellicht naar de Raad wordt gepiept. De
enquêtecommissie heeft aanbevolen nog inspraak te houden over de risico’s van het
boren. Die vindt volgende week plaats op 11 februari 2010 in de avond, in de Raadszaal.
Bewoners en deskundigen, intern en extern, komen aan het woord en het debat is ook
live op AT5 te zien.
Er zijn nagestuurde stukken en brieven, namelijk Coöperatie Servicehuis van
agendapunt 13, de Opbrengstenmonitor VGS van punt 27 en informatie over het skimmen
van parkeerautomaten naar aanleiding van de rondvraag. Er volgt nog een uitnodiging
voor het afscheidsdiner na de verkiezingen.
De vierde GVB-kwartaalrapportage 2009 van de heer Kroon is uitgedeeld.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
2
Wethouder
GERSON
geeft aan dat de onder voorbehoud verstrekte stukken
gisteren door het College zijn vrijgegeven. Die kan men in de openbaarheid bespreken.
Spreker geeft een korte toelichting waarom bepaalde stukken van de agenda zijn
afgehaald. De voortgangsnotitie over de taxi’s is bijna gereed. Die komt volgende week.
Bij het Centraal Station beperkt men het verlengen van de taxivergunning tot een jaar, in
afwachting van de nieuwe wet. Het ging om 996 chauffeurs en nu hebben 350 chauffeurs
een verlenging aangevraagd. 150 chauffeurs hebben hun vergunning ingeleverd en
ongeveer 500 willen hem inleveren. Op die manier gaat het nog slechts om 400
vergunningen. Dat zijn hanteerbare proporties. Het toezicht op de standplaats is
verscherpt met behulp van een flexteam met 28 boa’s. Er is een advies over de nieuwe
Taxiwet op komst van de Raad van State. In maart 2010 zal de Tweede Kamer het
voorstel bespreken.
De heer
FLOS
vraagt over de Taxiwet wat het College heeft ondernomen. Hoe is
de vertraging ontstaan?
Wethouder
GERSON
geeft aan dat het een tijd duurt een nieuwe wet te maken.
De staatssecretaris heeft vaart gemaakt. Over het veiligheidsteam komt nog een nader
voorstel van het College. Het short-staybeleid voor woonboten vergt meer tijd. Er liggen
drie varianten voor, maar dat is een zaak voor een nieuw bestuur. Spreker geeft een
correctie door op een stuk ter kennisname, namelijk stuk 28, de Erfgoedverordening. Men
zal de inspraak alsnog doen, en de zin over het opschorten van het besluit van de Raad
moet er uit worden gehaald. Het besluit wordt opnieuw vastgesteld, na inspraak.
Ook is er de brief over het lek in de damwand bij het Centraal Station, dat
afgelopen dinsdag definitief is hersteld. De bouwput Centraal Station is inmiddels geheel
op diepte.
3.
Vaststellen agenda
Het avonddeel van de vergadering vervalt, waarover betreffende woordvoerders
van de fracties op de hoogte worden gesteld.
Akkoord.
4.
Inspreekhalfuur publiek
Er zijn geen insprekers.
5.
Actualiteiten
Er zijn geen actualiteiten.
6.
Conceptverslag van de openbare commissievergadering VV van 13 januari 2010
De heer
FLOS
wijst op de discussie over de milieueisen aan woningen. De
wethouder moet vandaag in de openbaarheid aangeven dat spreker is uitgenodigd voor
het overleg tussen de heer Steenwinkel, de wethouder en de Vereniging Eigen Huis om te
komen tot een convenant.
Wethouder
GERSON
beaamt dat hij daarover contact met de heer Flos heeft
gehad. Er is een conceptconvenant tussen Vastgoedbelang en Westerpark opgesteld.
Naast Vastgoedbelang en de beleggers zijn er de eigenaarbewoners, vertegenwoordigd
in een VvE. Misschien zijn twee convenanten mogelijk, waarmee men ook recht doet aan

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
3
de verschillende posities. In het convenant moet een artikel worden toegevoegd: mocht
vrijwilligheid niets opleveren, na een aantal maanden of jaren, dan gaat fase 2 in met een
vorm van verplichten.
De heer
FLOS
beaamt dat het zijn voorstel was een apart convenant op te
stellen. Spreker is blij dat men zich nu gezamenlijk gaat inzetten voor redelijke
voorwaarden. Als die niet blijken te werken, kan men met meer urgentie de bewoners
gaan overreden toch mee te doen.
De commissie keurt het verslag goed.
7.
Conceptverslag van de openbare gezamenlijke commissievergadering VV, AZ,
ROW en FEZ d.d. 13 januari 2010
Akkoord.
8.
Openstaande toezeggingen
De heer
MOLENAAR
vraagt wanneer het automatisch rijden in de commissie aan
de orde kan komen.
Wethouder
GERSON
antwoordt dat het in april of mei 2010 zal zijn. Het wordt een
open voorstel met plussen en minnen.
De heer
MOLENAAR
vraagt naar de opzet van de autovrije dag 2010.
Wethouder
GERSON
zal het nagaan.
De heer
MOLENAAR
wijst op de toezegging over verkeersregelinstallaties voor
fietsers, nummer 50. Wanneer komt die?
Wethouder
GERSON
geeft aan dat de brief volgende week wordt verstuurd.
De heer
MOLENAAR
gaat in op toezegging 54, namelijk drie toezeggingen die
niet bij de stukken zitten.
Wethouder
GERSON
geeft aan dat ook die volgende week worden verstuurd.
De heer
MOLENAAR
vraagt naar de toezegging op 11 november 2009 over een
reactie op het onderzoek van de VU naar wat een parkeerplek op straat waard is.
Wethouder
GERSON
zal het laten nagaan.
De heer
MOLENAAR
vraagt naar de volgende stap in het kader van Auto in de
stad en een verkeerscirculatieplan.
De
VOORZITTER
stelt voor die vraag in de Rondvraag te stellen.
9.
Openstaande schriftelijke vragen / openstaande moties / initiatiefvoorstellen
De heer
MOLENAAR
wijst op de aangenomen motie over de tussenstand van
zaken rond de stadshartlus. Lukt dat voor 1 maart 2010?
Wethouder
GERSON
zal de commissie een brief sturen.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
4
De heer
MOLENAAR
wijst erop dat het gaat om motie 782. Dezelfde vraag geldt
voor de aangenomen motie 786 over dubbellaags fietsparkeren.
Wethouder
GERSON
zal zijn best doen de moties voor 1 maart 2010 te
behandelen.
10.
Rondvraag / TKN
De heer
FLOS
wijst op drie artikelen in de Telegraaf over de bezoekerspas, vieze
bussen en over lijn 25. Wethouder Vos gaf aan dat de milieuzone voor vrachtauto’s te
weinig zou opleveren in het kader van stikstofdioxide. Daarvoor wordt de euronorm 5
gesteld. Voor de eigen stadsbussen zal de euronorm 3 gelden in het nieuwe Programma
van Eisen. Aan de particuliere sector worden blijkbaar strengere eisen gesteld dan de
overheid zichzelf stelt. Dat is onterecht en onrechtvaardig. Wil de wethouder de
stadsregio verzoeken de normen gelijk te trekken?
Wethouder
GERSON
kan het bericht nu niet verifiëren. Het Programma van Eisen
wordt door de regioraad vastgesteld. Hij zal een en ander nagaan en de commissie of
Raad informeren.
De heer
FLOS
wil antwoord voor de laatste Raadsvergadering. Dan kan de Raad
alsnog met een aanvullend advies komen.
Wethouder
GERSON
denkt dat het moet lukken voor 17 februari 2010.
De heer
FLOS
wijst erop dat de stadsregio waarschijnlijk besluit lijn 25 vanaf
2012 niet meer het zuidelijke deel van de Rijnstraat te laten aandoen. Is dat zo? Zal men
het proberen te voorkomen?
Wethouder
GERSON
geeft aan dat het onderdeel van het Programma van Eisen
is. De stadsregio heeft er een evenwichtige afweging over gemaakt. Er is geen reden daar
nu van af te wijken.
De heer
LIMMEN
wijst erop dat het enquêterapport over de Noord/Zuidlijn is
behandeld. De 88% groei van het openbaar vervoer heeft niet plaatsgevonden tussen
1993 en 2005. Wat betekent dat voor de baten van de Noord/Zuidlijn? Er werd uitgegaan
van 160.000 reizigers, met de nodige reistijdwinst. Een reëel beeld van de baten is
noodzakelijk voor goede prognoses over de toekomst en het draagvlak in de stad en
Raad. Waarom zijn die baten hoger ingeschat dan in de rapporten van ECORYS?
Wethouder
GERSON
zal in februari 2010 de cijfers over de groei nog eens
toesturen, inclusief een toelichting op de verhouding van kosten en baten.
De heer
BAKKER
wil naast de baten ook de kosten onder de loep nemen.
Wethouder
GERSON
vindt die vraag te ingewikkeld. Hij heeft de Raad al
mondeling geïnformeerd over de cijfers. Die heeft spreker paraat. Daarnaast is er het
succes van de Ringlijn en de opwaardering van de Amstelveenlijn. Die gegevens zijn er.
De heer
BAKKER
vraagt te informeren bij de heer Veerman welke kosten deze
heeft meegerekend. Die onderbouwing moet niet moeilijk te geven zijn.
Wethouder
GERSON
wil het debat met de heer Veerman niet overdoen.
De
VOORZITTER
begrijpt dat de wethouder meer tijd nodig heeft voor de vraag
van de heer Bakker. Dat komt op de toezeggingenlijst.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
5
De heer
MOLENAAR
gaat in op stuk ter kennisname 5, de afdoening van de
motie. Die is inmiddels achterhaald door de toezegging in de regioraad. De wethouder
kondigde eerder het nieuwe brommerbeleid aan. Lukt dat?
Wethouder
GERSON
heeft niet een nieuw brommerbeleid toegezegd, wel heeft
hij gesprekken met de Fietsersbond en het ministerie gevoerd. Het probleem is duidelijk
en het besluit is een zaak voor de nieuwe Raad.
De heer
MOLENAAR
geeft aan dat de auto in de stad in de structuurvisie
terugkomt,
naast
een
uitwerking
van
het
verkeerscirculatieplan
Binnenstad.
Beantwoording voor 1 maart 2010 staat haaks op een gedegen onderzoek waarnaar is
gevraagd. Wanneer kan een serieus plan van aanpak in de commissie worden
besproken?
Wethouder
GERSON
antwoordt dat het meeste werk voor de studie is verricht,
maar eerst moet men beleidsmatige keuzes maken in een nieuw programakkoord. Dat
kan niet voor 1 maart 2010.
Mevrouw
BERGERVOET
wijst erop dat de roltrappen en liften van de metro
Oostlijn vaak niet werken. Dat is een topstad onwaardig. Bij de Ringlijn is afgesproken dat
ten minste een van de twee niet kapot zou zijn: de lift of roltrap. Kan de wethouder
daarvoor zorgen, ook bij de Oostlijn?
Wethouder
GERSON
is het daarmee eens. Voor de vervanging is het krediet al
door de Raad vastgesteld. Hij zal informeren naar de laatste stand van zaken.
De heer
FLOS
wil dat de wethouder of DIVV niet wachten op het krediet.
Wethouder
GERSON
sluit zich daarbij aan.
Mevrouw
BERGERVOET
merkt op dat een gevaarlijke verkeerssituatie is
ontstaan bij de busbaan en het fietspad bij het Centraal Station. Er zijn snel
noodmaatregelen nodig.
Wethouder
GERSON
kan de gevaarlijke situatie uit eigen waarneming
bevestigen. De coördinatiegroep Stationseiland houdt de situatie daar in de gaten en
spreker zal haar erop attenderen.
De heer
BAKKER
dankt voor de brief over het skimmen van de
parkeerautomaten. Een van de aanbevelingen van de commissie-Veerman was het
versneld in gebruik nemen van de lijn in Noord. Is er al duidelijkheid over?
Wethouder
GERSON
excuseert zich voor de late informatievoorziening. Noord is
het niet op alle punten met het onderzoeksrapport eens. Hij zal het aan de commissie
toesturen. Het stuk metrolijn kost op jaarbasis veel geld. Noord wijst erop dat de invloed
op het onroerend goed onvoldoende is meegerekend en aan de batenkant moet
meetellen. Een versnellingsvariant kan zijn om Noord als proeftraject zonder passagiers te
gaan gebruiken.
De
VOORZITTER
merkt op dat de wethouder de toezegging doet het rapport op
korte termijn aan de commissie te sturen.
De heer
BAKKER
gaat in op de spitsheffing. Wat voor zin heeft het als de
kilometerheffing helemaal niet doorgaat? De proef is vrijwillig. Staat de uitkomst dan ook
niet bij voorbaat vast? Wat wordt het spitstarief, tussen de 2 en 8 cent? Hoeveel kost de
hele proef?
Wethouder
GERSON
gaat ervan uit dat de kilometerheffing er komt. De proef is

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
6
daarop gericht. Het idee van het anders betalen van mobiliteit wordt breed gedragen in de
regio van Amsterdam, zo blijkt ook uit de brief van de voorzitter van het
bereikbaarheidsplatform, mevrouw Post. Het bedrijfsleven werkt actief mee en een
kopgroep van bedrijven wil mensen stimuleren in ander gedrag. De vrijwilligheid maakt
niet uit, omdat het gaat om gedragsveranderingen en het bekijken van de effecten ervan.
Men begint met duizend mensen, waarna men in fases uiteindelijk tienduizend mensen
erbij betrekt. Dat zijn dan geen vrijwilligers meer. Het spitstarief hangt samen met het
maandelijks bedrag dat men vooraf ontvangt. Er zijn vier tarieven bedacht en uit de proef
zal blijken welk tarief landelijk het meest geschikt is. De totale proef over drie jaar is
ongeveer 45 miljoen euro, inclusief de inbouw van de kastjes. Daarvan wordt driekwart
door de regering betaald en de rest grotendeels door de stadsregio en de provincies
Noord-Holland en Flevoland, naast het bedrijfsleven dat ook 20 miljoen euro investeert in
informatievoorziening.
De heer
BAKKER
begrijpt dat de kilometerheffing en het spitstarief één pakket
vormen.
Wethouder
GERSON
licht toe dat men de wet moet afwachten over anders
betalen voor mobiliteit.
Mevrouw
NETJES
vraagt of drie kwart door het Rijk wordt betaald, naast de
20 miljoen euro door het bedrijfsleven.
Wethouder
GERSON
antwoordt dat het Rijk drie kwart van de kosten betaalt, de
stadsregio en twee provincies elk een kwart. Daarnaast maakt het bedrijfsleven zelf
interne extra kosten om aan de proef mee te kunnen doen. Dat laatste is geen onderdeel
van de genoemde 45 miljoen euro.
Mevrouw
NETJES
heeft al vragen gesteld over de roltrappen van het station
Lelylaan.
Wethouder
GERSON
zal het nagaan.
De heer
FLOS
constateert over de stukken ter kennisname 3 en 8, over de
wachtlijstproblematiek en P+R, dat de wethouder er een toezegging over heeft gedaan.
Waarom is die niet nagekomen?
Wethouder
GERSON
beaamt dat die toezegging is gedaan. Er is ook indringend
naar gekeken. In de garage Markenhoven zijn veertig plaatsen beschikbaar voor
binnenstadbewoners tegen een bepaald tarief, zo werd vanuit de dienst aangegeven.
Daarnaast gaat men op het Zeeburgereiland een grote P+R aanleggen, waarbij men een
proef gaat doen om het probleem rond parkeren in de binnenstad aan te pakken. Daarbij
moet men mild omgaan met de bestaande regels. Dan kan men in de praktijk laten zien
hoe een en ander werkt.
De heer
FLOS
zal er kort op terugkomen bij het agendapunt over P+R.
De heer
MOLENAAR
vond de notitie Contracteringsstrategie beheer en
onderhoud railinfrastructuur ingewikkeld. Is een presentatie daarover mogelijk?
De
VOORZITTER
begrijpt dat het een formeel verzoek is om een presentatie in
de nieuwe commissie te laten houden.
Verkeer, Vervoer en infrastructuur
De agendapunten 11 en 12 zijn gevoegd behandeld.
11.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
7
Omgevingsrisico’s boorproces Noord/Zuidlijn
12.
Noord/Zuidlijn: tweezijdig boren
Insprekers
De heer
VAN LAMOEN
spreekt namens de Bovengrondse. Het rapport van de
enquêtecommissie concludeert dat de Raad vele jaren achtereen onjuist of onvolledig is
geïnformeerd door het College over de kosten, risico’s en verzekeringen van de
Noord/Zuidlijn. De Raad dient zijn controlerende functie beter uit te oefenen om herhaling
te voorkomen. Bij de risico’s van het boorproces moet men alle relevante gegevens boven
water halen en zo nodig extern laten toetsen. De risicoanalyse database bevat een
inventarisatie van alle risico’s. Waarom worden de technische gegevens onder de pet
gehouden? Zit er licht tussen de gegevens van de risicoanalyse database en de
ontvangen informatie? Er is bodemonderzoek gedaan door middel van een boring of
sondering om de 20 m. De ruwe gegevens daarvan worden nog steeds geheim
gehouden. Ook die moeten controleerbaar en openbaar zijn. In paragraaf 5 van het stuk
over de omgevingsrisico’s boorproces staat dat een aantal second opinions over kleine
kansen met grote gevolgen nog niet beschikbaar is. Die moet men openbaar maken om
de risico’s goed in te kunnen schatten. De Bovengrondse vindt het bij de huidge stand van
zaken onverantwoord groen licht te geven voor de aanleg van de boortunnels. Eerst moet
alle relevante informatie openbaar worden.
De heer
DALHUISEN
spreekt in op persoonlijke titel. Hij heeft al vele keren
ingesproken over de aanleg en veiligheid van de Noord/Zuidlijn, conferenties
georganiseerd met deskundigen en geconstateerd dat hij soms door de feiten gelijk krijgt.
Spreker heeft elk boorproces in Nederland geïnventariseerd en daarbij is telkens de boor
een keer vastgelopen. Dat hoeft niet de klassieke blow-out te betekenen, maar wel een
enorme verstoring van de bodem aan de oppervlakte. Dat kan in het ergste geval leiden
tot een krater. Dat is al verschillende keren gebeurd, bijvoorbeeld bij de Sofiaspoortunnel
en de Westerscheldetunnel. Als men besluit te gaan boren, moet men ervoor zorgen dat
erboven niemand woont, werkt, winkelt of rijdt. Men kan het risico op ernstige persoonlijke
ongelukken immers niet nemen. Als men de gifbeker wil leegdrinken, dient hij volledig
leeggedronken te worden. Spreker is bang dat in de toekomst opnieuw een
enquêtecommissie nodig zal, evenals een strafrechterlijk onderzoek.
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt wat er gebeurt als de boor vastloopt.
De heer
DALHUISEN
antwoordt dat het boorfront onder hoge druk staat. Door
een verstoring of oneffenheid in de bodem raakt de druk weg en stort de aarde terug in de
boorkop. Dat gebeurt heel plotseling en het meetsysteem zal het slechts achteraf kunnen
constateren.
De heer
BAKKER
vraagt of het waarschijnlijk is dat de boor een keer zal
vastlopen, gezien de ervaringen met andere boortunnels.
De heer
DALHUISEN
beaamt dat. De kans op een blow-out is klein, maar uit
ervaringen elders blijkt dat de kans op ernstige verstoring van de bodem groot is.
De heer
SCHIEBROEK
spreekt in op persoonlijke titel. Hij hoopt dat sprake is van
voortschrijdend inzicht bij de raadsleden. In 1998 schreef spreker een rapport over de
schade aan het historisch erfgoed door de aanleg van de Noord/Zuidlijn, op verzoek van
Vereniging van Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad. Het rapport is nog volledig
actueel en spreker raadt het de commissie van harte aan. De buitenlandse deskundigen
spreken heel globaal over de Amsterdamse bodem, zonder te beseffen dat het een
uitermate gecompliceerde kwestie is. Spreker heeft ervaring met werk in de bodem, met
funderingen, en soms zijn de palen totaal verdwenen in de ondergrond omdat zij geen
weerstand kregen. Spreker maakt de vergelijking met het wad, waar men op enkele

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
8
meters in de blubber stapt en wegzakt. Nederlandse deskundigen zijn vaak beter op de
hoogte van de Amsterdamse ondergrond, zoals de heer De Waal en de heer Hoekstra.
De
VOORZITTER
stelt voor het rapport aan de griffie te overhandigen, zodat die
kopieën kan ronddelen.
NB. Kopieën zijn dezelfde middag uitgedeeld.
De heer
FLOS
zal vragen over het grondonderzoek aan de wethouder stellen.
Een presentatie daarover is beloofd, maar nog niet gerealiseerd.
Mevrouw
NETJES
is nieuwsgierig naar de twee belangrijkste conclusies van het
rapport.
De heer
SCHIEBROEK
wil meer informatie over de bodem van het tunneltracé.
Een sondering om de 25 m is te grof. Detailinformatie over de ondergrond is tijdens de
vergadering lastig te geven. Spreker stelt voor het rapport onder de aanwezigen te
verspreiden.
Toelichting
De heer
DIJK
(Projectbureau) geeft een toelichting op het tweezijdige boorproces,
de risico’s van het boren en de voorbereidingen. De omgevingsrisico’s komen op 11
februari 2010 uitgebreider aan bod. Oorspronkelijk zou het boren op het natte Damrak
starten en daar vandaan via Rokin, Vijzelgracht, Ceintuurbaan en Scheldeplein bereiken.
Nu begint men vanaf het natte Damrak tot het Rokin in twee tunnels, en vervolgens
transporteert men de boor naar het Scheldeplein om daar vandaan de stad in te werken.
Dat heeft voordelen: het is robuuster, men is minder afhankelijkheid in de uitvoering met
minder risico op uitlopen in de planning en er is een kortere uitvoeringstijd zodat de
openbare ruimte in de stad eerder gereedkomt. Begin oktober 2009 heeft het
projectcommissariaat geadviseerd tot tweezijdig boren over te gaan en op 11 november
2009 is het principebesluit in de commissie besproken. Nu ligt het definitieve besluit voor,
nadat een aantal risico’s en financiële kaders verder is uitgezocht. Men is nu bezig met de
werkterreinen voor het tweezijdig boren, namelijk op het Scheldeplein, op de middenberm
van de A10 en een aan de Amstel waar de bentonietscheidingsinstallatie komt te staan.
Op die manier kan de afvoer van de grond met schepen plaatsvinden. Er zijn extra
boorschilden besteld en aanpassingen gedaan aan de fundatievloeren van de stations.
Spreker gaat in op de informatievoorziening en communicatie met bewoners en
ondernemers langs het tracé. In het stuk gaat het om de omgevingsrisico’s van het
boorcontract, maar daarnaast zijn er andere risico’s, zoals technische, financiële en
planningsrisico’s. Volgende week wordt ingegaan op alle omgevingsrisico’s, gevolgen en
maatregelen, inclusief de vliegende brigades. De eerste boormachine is vrijwel gereed en
de tweede wordt al ingetakeld. Ook is men bezig met het bevriezen van het natte Damrak,
naast het werk aan de verankering van de kademuur. Dat alles loopt volgens planning.
Zeventig mensen houden zich bezig met het begeleiden van het boorproces. De
starthandeling vindt plaats op 11 maart 2010, met het inzegenen van de boormachine. In
de Q4 2009 staat de planning, inclusief de scopewijzigingen en verwerking van de
aanbevelingen van de commissie-Veerman.
De
VOORZITTER
schorst de vergadering van 10.41 tot 10.47 uur.
Commissie
De heer
BAKKER
geeft aan dat in het stuk over de 500 miljoen euro van de
commissie-Veerman staat vermeld dat de Q4 2009 vertrouwelijk zal worden behandeld,
maar dat is niet waar. Van een burger is een brief ontvangen, die kwartaalrapportage 3
van 2009 niet kon krijgen. Ook dat is niet goed. Kan er helderheid over worden
verkregen? Het boren is niet zonder risico. De commissie-Veerman adviseerde om
900 miljoen euro te reserveren. Hoeveel zit er nu concreet in het risicofonds, zonder de
500 miljoen euro? Is het 398 miljoen of 173 miljoen euro? Januari 2010 was het
point of

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
9
no return
voor het tweezijdige boren. Er zijn voorbereidingskosten van enkele miljoenen
euro’s gemaakt. Hoeveel zijn het er en waar bestaan die uit? Bij besluit B begrijpt spreker
dat de financiering nu uit het bestaande budget komt, vooruitlopend op definitieve
voorstellen ter financiering van de 500 miljoen euro. Hoe zit dat? Op pagina 25 in de Q4
gaat het om 530 miljoen euro. Hangt dat samen met de indexering? Wat gebeurt er als
men de bodem gaat ‘ontvriezen’? Zijn op enig moment twee boren tegelijk aan het werk?
Op welk traject? Hoe zit het met de schilden voor het station die worden weggehaald?
Hoe groot is de kans dat een boor zal vastlopen? Zijn de technische gegevens van de
risicoanalyse database geheim? Waarom? Eenzelfde vraag geldt voor de ruwe gegevens
van het bodemonderzoek. Blijkbaar vindt men de risico’s van het boren aanvaardbaar,
anders was men er niet aan begonnen. Dan neemt men een scheur in de muur van de
Beurs van Berlage voor lief, zo vindt een meerderheid van de Raad. Vindt de Raad de
maatregelen om de risico’s en calamiteiten te beheersen goed genoeg? De SP denkt dat
er een goed alternatief is. Men moet niet gaan boren, zo zal een motie van de SP in de
Raad bepleiten. Spreker stelt voor de omgevingsrisico’s boorproces te piepen naar de
Raad.
Mevrouw
BERGERVOET
wil over het grondonderzoek meer informatie. In het
stuk over tweezijdig boren staat op bladzijde 1 een verwijzing naar de risicoreservering.
Betreft dat de 500 miljoen euro? Of betreft het een gewenste besparing die uiteindelijk
toch niet te realiseren valt? In het taalgebruik is het stuk soms erg technisch van aard en
moeilijk te begrijpen. Zo gaat het op pagina 2 over het Scheldeplein om ‘intensievere
overlast voor de bewoners’ en omgevingseffecten die ‘gekwantificeerd’ zijn. Hoeveel
overlast mag men daar verwachten? Een vertaalslag is nodig. Ook de ‘betere condities
voor baan en bovenbouw’ zijn zonder toelichting duister. De PvdA pleit voor het zo snel
mogelijk in gebruik nemen van het tracé in Noord naar het Centraal Station, met
passagiers. Wat is een brilwand? En een ‘gedragen projectplanning’ op pagina 4? Is
daarbij sprake van een mogelijk open einde qua financiering? Wat bedoelt men met de
een-na-laatste alinea op pagina 4? De werkzaamheden op de Vijzelgracht duren drie
maanden korter, maar op de totale bouwtijd is dat gering. Geeft het werk op het
Scheldeplein inderdaad geen problemen voor andere projecten in de stad? Wat waren de
reacties van de bewoners Scheldeplein? Spreekster gaat ervan uit dat geen andere
risico’s en soorten overlast bij het tweezijdig boren ontstaan dan er al waren. Is dat zo?
De hoorzitting volgende week over de omgevingsrisico’s is een goed idee. De inspreker
sprak van een kans op een blow-out als kleine kans met groot gevolg. Hoe denkt de
wethouder over dat risico?
Mevrouw
VAN PINXTEREN
merkt op dat veel van haar vragen al zijn gesteld
door de vorige sprekers. De inspreker sprak over het mogelijk afzetten en ontruimen van
gebieden van de stad. Hoe is dat geregeld? Wanneer verwacht men dat de situatie
daarna weer veilig zal zijn? Waarom zijn de gegevens over het bodemonderzoek niet
openbaar? Bestaan ze wel? In het kader van het ontvriezen op het Damrak kan men beter
spreken van ontdooien.
De heer
FLOS
is benieuwd naar de Q4 2009 en de nieuwe prognose van de
kosten voor de Noord/Zuidlijn. De nieuwe commissie komt wellicht pas in mei 2010 bijeen.
Zal de wethouder de oude of nieuwe commissie informeren over de nieuwe cijfers en
prognoses? Wanneer is dat te verwachten? Er zijn goede argumenten voor het
tweezijdige boren. Er is door spreker een toezegging over het grondonderzoek gevraagd,
die niet is waargemaakt, om de staten van boringen en sonderingen onder ogen te
krijgen. De details over het boorproces moeten ook aan de heren Mair en Kovari worden
voorgelegd. Een extra check is nuttig. Waarom is die informatie nu niet voorradig? Op
pagina 5 van de omgevingsrisico’s ontbreekt het risico van verzakkingen als gevolg van
het boorproces. Bij welke categorie hoort die? Spreker gaat af op de drie genoemde
deskundigen. Onderaan bladzijde 6 staat dat de heer Veerman nog enkele vragen heeft
gesteld over het vriesscherm en de stabiliteit op het natte Damrak, waarop notities zijn
geschreven en het proces is afgerond. Wat is daarvan de conclusie? Op pagina 7 gaat
het om onderhoud boormachine op andere locaties waarvoor nog extra maatregelen

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
10
moeten worden getroffen. Kan daarover meer worden verteld? Wanneer moet men
stoppen met boren? De VVD vindt het onnodig de Raad elke keer bijeen te roepen. Dat is
in eerste instantie ter beoordeling van de aanwezige deskundigen, onder bestuurlijke
verantwoordelijkheid. Maar het doorwerken is niet alleen een technische beslissing, maar
ook een maatschappelijke. Impact hangt af van de volgende elementen: de ernst in
technische zin, de voorspelbaarheid van wat is gebeurd en de gevolgen van het stilleggen
van het werk, inclusief de maatschappelijke gevolgen die soms doorslaggevender zijn dan
de puur technische redenen. Die elementen moet men wegen al dan niet door te gaan
met het werk. Hoe worden de Raad en bevolking meegenomen over de voortgang van het
boorproces?
Mevrouw
NETJES
dankt voor de toelichting. Zij is benieuwd naar de sessie
volgende week. Het CDA vindt doorgaan met de aanleg belangrijk voor de stad, maar het
vergroten van het draagvlak onder de bevolking blijft een punt van aandacht. Goede
informatievoorziening en communicatie met de bevolking zijn noodzakelijk.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
is het eens met de heer Bakker over kwartaalrapportages
die voortaan openbaar moeten worden behandeld, vanaf Q1 2010, met elementen in een
bijlage die vertrouwelijk moet kunnen blijven. Naar de Q4 2009 en de vertrouwelijke
elementen zal spreker nog kijken, maar men kan de stand van zaken in het openbaar
bespreken. Spreker zal ervoor zorgen dat de voortgang van het proces niet wordt
vestoord door de verkiezingen en indien er nieuwe informatie is, tijdig de commissie
inlichten. In de Q4 is de uitslag terug te vinden van de exercitie met de risicodatabase van
200 miljoen, waarna de commissie-Veerman met het voorstel over de dekking van de
500 miljoen euro kwam. Die twee samen vormen de nieuwe risicoanalyse in de Q4. Het
College zal de dekking van de 500 miljoen euro bij de jaarrekening aangeven. De kosten
van het tweezijdig boren zijn uit het beschikbare budget gehaald, omdat het risicofonds
nog niet is gedekt. Bij het boren zijn goede voorbereiding en beheersing van de risico’s
essentieel, evenals duidelijkheid over de aanpak bij calamiteiten. Vorige week bleek dat
het waarschuwingssysteem goed werkt. Belangrijk element van het tweezijdig boren is de
robuustheid, waardoor de omgevingsrisico’s verminderen, en minder overlast bij het
Centraal Station. Met de bewoners op het Scheldeplein wordt goed gecommuniceerd over
overlast en compenserende maatregelen.
De heer
DIJK
(Projectbureau) gaat in op de kosten van het
point of no return
. Die
tot 1 januari 2010 bedragen 4 miljoen euro en zijn voor de voorbereiding. De kosten van
het aanschaffen van de extra boorschilden om de planning te halen zijn voor na 1 januari
2010. Dat zijn investeringskosten. Het ontdooien van het vriesscherm hangt samen met
de kademuur Damrak en de nodige extra stabiliteit voor de boormachine. De verankering
van de kademuur is inmiddels klaar. In de eerste tracé wordt niet met twee boormachines
tegelijk gewerkt. Als het Rokin is bereikt, blijft het schild zitten en de volgwagens worden
aan de tweede boormachine gekoppeld voor het tweede tracé. Vanaf het Scheldeplein
werkt men wel met twee boormachines, afhankelijk van de voortgang bij de stations
Vijzelgracht. Als men de vloer van station Rokin heeft aangelegd, dan kan de doorbraak
worden gerealiseerd om bij de boormachine te komen en het graafwiel van binnenuit te
ontmantelen. De databaserisico’s worden niet aan de openbaarheid prijsgegeven, omdat
dat de onderhandelingspositie van de gemeente kan beïnvloeden. Alle experts hebben
wel alle grondgegevens ontvangen. Volgende week zal ook blijken dat men geen
gegevens over de grond probeert achter te houden. Het is een enorm groot archief en
vooral technisch van belang.
De heer
FLOS
vraagt of de drie deskundigen alle grondgegevens hebben kunnen
inzien.
De heer
DIJK
beaamt dat. De intentie is volgende week alle informatie toe te
lichten over de grondgegevens. De aanleg van de Noord/Zuidlijn is het best te vergelijken

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
11
met ondergrondse tunnelaanleg in andere steden in Nederland. Ook daar ging de meeste
aandacht uit naar het minimaliseren van de zettingen. Een blow-out ontstaat als de
tegendruk door lucht wegvalt, maar hier is een bentonietspoeling gaande wat het gevolg
veel kleiner maakt. Dat zijn maatregelen in het kader van de beheersing. Volgende week
volgt meer informatie. Voldoende technische informatievoorziening staat soms haaks op
begrijpelijke informatie en communicatie met Raad en bewoners. Dat blijft een
aandachtspunt. Voor de bewoners en ondernemers op het Scheldeplein is een aantal
bijeenkomsten georganiseerd. De brilwand betreft de muur voor de schacht, met een
rubberen vlak tegen lekkages. Een gedragen projectplanning is nodig voor het draagvlak
in de eigen projectorganisatie en met de aannemers.
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt of die op een haar na gereed is.
De heer
DIJK
verwacht geen grote problemen meer op dat gebied. Op het
Scheldeplein zal er meer overlast voor bewoners en ondernemers zijn dan eerder werd
gedacht. De aan- en afvoer kan ondergronds plaatsvinden, al zullen er ook
hijswerkzaamheden moeten plaatsvinden. De verkeerssituatie wordt met alle betrokken
partijen en stadsregisseur in de gaten gehouden en besproken. Het onderhoud van de
boormachine vindt regulier in de stations plaats. Aanvullende maatregelen zijn pas nodig
als onderweg onderhoud nodig blijkt.
Wethouder
GERSON
gaat in de Q4 2009 uit van de eerder genoemde
500 miljoen euro. Die wordt verwerkt in de normale risicoanalyse.
De heer
BAKKER
vraagt of het risicofonds wordt opgehoogd tot 900 miljoen euro.
Het tweezijdig boren wordt gefinancierd uit de 500 miljoen euro, maar het betreft een
andere wijze van werken en geen risico. De dekking klopt niet.
Wethouder
GERSON
begrijpt de vraag. Er is nog geen formele dekking voor de
500 miljoen euro, al heeft de Raad aangegeven dat het verstandig is er rekening mee te
houden. In de aanbevelingen van Veerman staat ook het tweezijdig boren, naast meer
doen aan de omgeving. In de Q4 2009 worden de risico’s nauwkeurig op een rij gezet en
ook de extra kosten. Waarschijnlijk blijft men binnen de 3,1 miljard euro, namelijk de al
gedekte 2,6 miljard plus de 500 miljoen euro van de commissie-Veerman. Dat is in de Q3
aangekondigd en wordt in de Q4 2009 uiteengezet. Het streven om de risico’s terug te
brengen, vereist beheersmaatregelen die ook geld kosten.
De heer
BAKKER
merkt op dat de commissie-Veerman de risicoreservering met
500 miljoen euro wil verhogen. Kan men het tweezijdig boren uit een risicoreservering
halen?
Wethouder
GERSON
doet dat niet. Hij neemt het advies van Veerman over en
denkt niet de volle 500 miljoen euro als dekking nodig te hebben.
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt of er met de cryptische omschrijving van
omgevingsrandvoorwaarden van het tweezijdig boren wordt bedoeld dat er sprake is van
een voorspoedige voorbereiding.
De heer
DIJK
vindt het een mooie vertaling.
Mevrouw
NETJES
vraagt of de geheime rapportages nu van de baan zijn, met
uitzondering van de risico’s die niet in de openbaarheid kunnen worden besproken.
Wethouder
GERSON
antwoordt dat de Q4 2009 nog in de oude stijl is opgesteld,
met een vertrouwelijk en openbaar deel. Vanaf Q1 2010 is er een openbare
kwartaalrapportage, met mogelijk een vertrouwelijke bijlage. De risicoanalyse database
staat niet in de kwartaalrapportage. Die wordt niet openbaar gemaakt, maar de oude en
nieuwe commissie kan er zeker inzage in krijgen. Het betreft een grote hoeveelheid

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
12
detailinformatie.
De
VOORZITTER
constateert dat het stuk Omgevingsrisico’s boorproces in de
Raad van februari 2010 is geagendeerd. Het stuk tweezijdig boren is voor kennisgeving
aangenomen
23.
Voortgang
tegemoetkomingsregeling
ondernemers
en
economisch
(verblijfs)klimaat rond bouwlocaties Noord/Zuidlijn
Commissie
Mevrouw
BERGERVOET
is teleurgesteld over wat er nu voorligt, omdat de
commissie-Veerman ruimhartigheid heeft bepleit en hier geen sprake is van normaal
ondernemersrisico. Het gaat om een aanpassing van de tegemoetkomingsregeling. Dat
schiet niet op. Ook is er het economische verblijfsklimaat dat zorgwekkend is, zeker op de
Vijzelgracht. De PvdA heeft er in de Raad al nadrukkelijk aandacht voor gevraagd. Een
economisch actieplan is een goed idee. Spreekster wil het stuk piepen naar de Raad en
pleit voor een motie over een bevoorschotting voor mensen die nu buiten de
nadeelcompensatie vallen, zoals de nieuwkomers en rechthebbenden op pensioen.
Daarvoor moet men de regeling oprekken, in afwachting van de daadwerkelijke
aanpassing en vaststelling van de compensatieregeling. In de voorschotregeling kan men
bijvoorbeeld 500 euro per maand voor de huur krijgen. Dat helpt om het uit te kunnen
zingen. Daarnaast duurt het traject voor schade boven een bepaalde drempelbedrag erg
lang. Men moet de drempel verhogen en het schadebureau mandateren ook grotere
schades zelf te kunnen behandelen zonder tussenkomst van de schadecommissie.
Spreekster zal nog met een nadere invulling van de twee voorstellen komen. Zij vraagt om
agendering van het stuk in de Raad.
De
VOORZITTER
geeft aan dat het stuk in februari 2010 in de Raad aan de orde
zal komen. Ook is een raadsadres van de heer Schraven binnengekomen, dat men bij de
bespreking moet betrekken.
Mevrouw
NETJES
vindt het een sympathieke motie van de PvdA. Zij is benieuwd
naar de reacties van de ondernemers op de regeling. Er zijn grote verschillen tussen de
ondernemingen. Kan de wethouder daarop ingaan?
Beantwoording
Wethouder
GERSON
is
het
eens
met
mevrouw
Bergervoet.
Een
raadsbehandeling is goed, al is de motie wellicht overbodig. De tegemoetkomingsregeling
komt er snel aan. Zij is rond en spreker zal haar aan de commissie doen toekomen, zodat
die in de eerste Raad na de verkiezingen kan worden aangenomen als de commissie
ermee instemt. Met de ondernemers is goed contact en dat blijft zo, ook in de nieuwe
bestuursperiode. De nadeelcompensatie is zeer belangrijk, vooral in de situatie waarbij de
werkzaamheden een aantal jaren langer duren dan gepland en aangekondigd. Dat vergt
extra maatregelen. In de door de Raad vastgestelde verordening voor compensatie staat
slechts dat er een commissie komt, die gaat uitrekenen wat rechtvaardig is. Na overleg
heeft de betreffende commissie een brief op 19 januari 2010 geschreven aan de Kamer
van
Koophandel,
waarin
een
conceptregeling
voor
schadecompensatie
wordt
aangekondigd voor begin februari 2010. Het tweede punt is het doorbreken van teveel
aan bureaucratie. Ook de commissie ziet het belang daarvan in. Het kan zijn dat men geld
uitkeert tot een bepaald bedrag, waarbij de ondernemer het recht op claims achteraf
behoudt, op basis van de boekhouding. Dat alles wordt in een voorstel gevat. Het initiatief
van de PvdA is een ondersteuning van het beleid.
Het stuk is naar de Raad gepiept.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
13
De
VOORZITTER
geeft aan dat agendapunt 17 na de middagpauze zal worden
behandeld.
13.
Coöperatie Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten
De
VOORZITTER
geeft aan dat vandaag de tweede termijn plaatsvindt.
Inspreker
De heer
KOERSELMAN
spreekt opnieuw namens firma Parkmobile in. Hij blijft bij
het eerder ingenomen standpunt. Spreker heeft voor zijn reactie gewacht op stukken die
zouden volgen. Dat is niet gebeurd, wel is een in zijn ogen onvolledige brief van de
wethouder ontvangen. Spreker blijft bij zijn standpunt op het gebied van aanbesteding,
mededinging en privacy. Hij verzoekt de commissie niet in te gaan op het voorstel van de
wethouder om tot goedkeuring van de coöperatie over te gaan.
Commissie
De heer
FLOS
vindt het moeilijk kiezen tussen de standpunten van de aannemer
en gemeente. Het gaat om ingewikkelde juridische zaken rond eigendomsrecht. Dat is
lastig. Spreker wacht de beantwoording van de wethouder af, maar misschien is dit een
zaak voor de rechter.
De heer
MOLENAAR
dankt voor de brief. Waarom zijn Den Haag en Rotterdam
in de oprichting van het Servicehuis afgevallen, zo heeft hij al eerder gevraagd? Wat zijn
de risico’s voor Amsterdam als men hiermee in zee gaat?
Mevrouw
BERGERVOET
vindt de afweging lastig en kan zich aansluiten bij de
woorden van de heer Flos. De inspreker staat het vrij naar de rechter te stappen.
Mevrouw
NETJES
sluit zich daarbij aan.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
betreurt het dat de heer Koerselman niet kan instemmen
met de oprichting, ondanks alle gesprekken om tot een vergelijk te komen. Het is een vrij
herkenbare situatie, los van alle complexiteit rond privacy. Er is sprake van een nieuw
initiatief waarbij een particuliere partij heeft meegeholpen een product te ontwikkelen. De
gemeente heeft zich voorzichtig opgesteld en een duidelijk onderscheid gemaakt in
trajecten. De private partij had verwachtingen voor de toekomst, ook dat is duidelijk en
acceptabel. De gemeente heeft gevraagd wat het bedrijf kon betekenen en wat voor
financiële consequenties daarbij hoorden. Het aanbod van de private partij ging de
gemeente echter te ver. In het nieuwe model kiest de gemeente juist voor meer
concurrentie. Als deze partij meent dat haar onrecht wordt aangedaan, dan neemt de
wethouder het haar niet kwalijk naar de rechter te stappen. Het besluit kan worden
genomen in de Raad, in afwachting op een juridische uitspraak. Den Haag en Rotterdam
bleken nog niet zo ver met de digitalisering, maar die gaan waarschijnlijk wel meedoen.
De risico’s voor de gemeente zijn gering, terwijl de opbrengsten groot zijn.
De heer
FLOS
vraagt of de wethouder nog steeds beweert dat de markt geen
interesse had in een landelijke database die toegankelijk is voor alle partijen. Dat staat in
de voordracht, terwijl de inspreker iets anders beweert.
Wethouder
GERSON
heeft ook in de brief aangegeven dat er overleg is geweest,
waarbij door het bedrijf voorwaarden zijn gesteld die te ver gingen.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
14
De
VOORZITTER
constateert dat het stuk naar de Raad kan.
14.
Actualisatie Nota van uitgangspunten IJtram tweede fase
De heer
BAKKER
gaat in op de discussie over breed of smal materieel, waarbij
de wethouder altijd pleit voor breed materiaal. Blijkbaar geldt dat niet voor de IJburgtram,
terwijl daar wel een grote vervoersvraag bestaat en toeneemt. Zelfs een opwaardering tot
sneltram zit er helaas niet in, noch een IJmeerverbinding naar het Centraal Station. Men
dient over te stappen op IJburg en dat is vaak een belemmering voor gebruik. Waarom
kiest men hier voor smal materieel, ook in verband met agendapunt 33 en het openbaar
vervoer in de Amsterdamse metropool?
De heer
MOLENAAR
leest in het stuk dat de oorspronkelijke uitgangspunten niet
meer voldoen, gelet op dat er nu anders tegen versneltramming wordt aangekeken. Wat
bedoelt men daarmee? Bij de materieelkeuze moet men ook het meenemen van zes tot
tien fietsen betrekken.
Wethouder
GERSON
wijst op de manier waarop IJburg en Almere zich nu
ontwikkelen. IJburg krijgt aansluiting op het stedelijk tramnet, waarbij de tram ook door de
stad heen moet kunnen rijden. Daarom is dit materieel handig. Almere zal op een andere
wijze worden ontsloten met openbaar vervoer, met wellicht een halte op IJburg om over te
stappen. Twee systematieken zijn soms onhandig, maar alles mengen is nog slechter. De
les van de Amstelveenlijn is dat het mengen niet werkt. Voor de betrouwbaarheid kiest
men daarom voor een ongelijkvloerse metrokwaliteit. In de nieuwe ov-visie kan men over
een en ander doorpraten en besluiten nemen. De fiets staat niet in dit stuk, maar de wens
van GroenLinks is bekend. Het gaat dan per fiets om drie of vier passagiers minder.
De heer
BAKKER
vindt het vreemd dat Amstelveen blijkbaar anders wordt
gewogen dan IJburg of Osdorp.
De
VOORZITTER
stelt vast dat het stuk op 17 februari 2010 in de Raad wordt
behandeld.
15.
Zuidtangent Oost, Nota van uitgangspunten
De heer
MOLENAAR
vraagt of de Zuidtangent Oost opgeknipt wordt of niet.
Wethouder
GERSON
geeft aan dat de stadsregio er nog geen definitief oordeel
over heeft. Het tracé wordt nu gekozen, waarbij het de vraag is of men in een keer
doorrijdt of het in tweeën splitst.
De
VOORZITTER
verwacht dat het stuk wordt gehamerd in de Raad.
16.
Beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet project Hoogwaardig
Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam Zuid
De heer
MOLENAAR
vraagt naar de planning voor de uitvoering. Stichting
Oeverlanden wijst erop dat variant 1-plus dwars door het volkstuincomplex heen gaat.
Rijdt die variant over de A4, zoals op de tekening staat aangegeven?
Wethouder
GERSON
beaamt dat sprake is van een misverstand.
De heer
WEENINK
(DIVV) geeft aan dat het projectbesluit voor de zomer zal

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
15
vallen. In de tweede helft van 2011 of begin 2012 wordt het werk uitgevoerd, zodat men
pas medio 2012 klaar zal zijn met deze verbinding.
Akkoord behandeling in de gemeenteraad.
De
VOORZITTER
schorst de vergadering van 12.25 tot 13.30 uur.
17.
Herinrichting Leidsebuurt
De
VOORZITTER
wijst erop dat vandaag de tweede termijn plaatsvindt.
Insprekers
Mevrouw
BILDER
is bewoonster van de Leidsegracht. Zij wijst op de beperkte
ruimte in de fietsenstalling en het groeiende probleem van de scooters en brommers, die
ook ergens moeten worden gestald. Hoe wil men de situatie in de hand houden tot 2013?
Dat vereist een mentaliteitsverandering bij alle Amsterdammers. Ook moet men in de
stukken en discussies een verschil maken tussen de Leidsebuurt en Leidseplein.
Mevrouw
DE WINTER
is van bewonersgroep Leidse In Last en keert zich tegen
het plan. De tramhalte wordt verplaatst in het plan en komt uit het zicht van de andere
haltes te liggen. Overstappen betekent dan verder lopen. Met de inrichting van het huidige
Leidsebosje is niets mis. Het groen daar moet worden gehandhaafd en zeker niet worden
aangetast door een taxistandplaats. Het is verkeerd veel geld uit te geven aan een
cosmetische operatie.
De heer
VAN DER HORST
spreekt in op persoonlijke titel en verzoekt de
commissie dringend de halteverplaatsing af te wijzen. Het Centrum wil meer ruimte voor
voetgangers, maar daarvoor moeten deze wel meer gaan wandelen naar de halte. Het
fijnmazige tramnet wordt hier opgeofferd. Bewaakt iemand de belangen van het openbaar
vervoer nog? De wethouder kent het verschil tussen reistijd en rijtijd niet. Het is onwaar
dat de stadsregio en GVB tegen zijn vanwege vier seconden reistijdverlenging. Rover, de
Reizigeradviesraad, Stadsvervoerbelang, GVB en ARS weten allemaal dat het een
onmogelijke opgave is.
Commissie
De heer
MOLENAAR
merkt op dat de nazending niet veel nieuws bevatte. De
discussie spitst zich toe op de plek van de taxistandplaats, de ov-haltes en
fietsparkeergarage. De standplaats kan naar het Leidsebosje worden verplaatst, maar er
mag geen risico zijn op schade aan de bomen en het groen. Het keren van taxi’s kan
leiden tot verkeerschaos en is onverstandig. Hoe lost men dat op in het ontwerp? De
Tesselschadestraat kan als kleinschalige taxistandplaats richting oost worden gebruikt om
passagiers af te voeren en er ligt een TCA-voorstel voor een keerlus op de Leidsebrug.
Kan daarnaar onderzoek worden gedaan? Spreker is niet voor het Raamplein en
Leidsebrug, omdat de Stadhouderskade hoofdnet auto is. Er zou een fietsparkeergarage
voor 1200 plekken worden gerealiseerd, maar die is in het besluit geschrapt. Hoe wil men
het fietsparkeren faciliteren? Er zijn in stadsdeel Centrum en stadsdeel Oud-West twee
tegenstrijdige besluiten genomen over Raamplein en Leidsebosje. Daarom is de
beslissing nu aan de Raad en centrale stad. De verplaatsing van de ov-haltes is geen
halszaak voor GroenLinks, maar de verplaatsing komt het plein wel ten goede. Spreker is
blij met de expliciete verwijzing naar het stadsbalkon in Groningen en andere geslaagde
voorbeelden van fietsparkeren waarbij men rechtstreeks de garage in kan rijden. Het mag
meer kosten om de fietsgarage groter te maken dan de 2700 plekken. Het grote aantal
plekken op het maaiveld is een punt van zorg, zeker als de garage op het Raamplein
geschrapt blijft.
De heer
BAKKER
vraagt waarom GroenLinks voor het verplaatsen van de haltes

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
16
is, terwijl men ook kan kiezen voor het openbaar vervoer in plaats van voor het plein.
De heer
MOLENAAR
vindt de verplaatsing van de ov-haltes geen verslechtering,
zoals sommige insprekers wel beweren.
Mevrouw
BERGERVOET
heeft niet een ander standpunt sinds de vorige
vergadering, al heeft zij aarzelingen bij de verplaatsing van de haltes van het openbaar
vervoer. Kiezen tussen een mooi plein en goed en bereikbaar openbaar vervoer met
makkelijke overstapmogelijkheden betekent een keuze voor het openbaar vervoer. Rover,
Stadsvervoerbelang, stadsregio en GVB geven aan dat sprake is van een verslechtering.
Wat is de laatste stand van zaken rond de taxistandplaats? Is het alternatief Raamplein
daarvoor nog onderzocht?
De heer
BAKKER
vindt het jammer dat de fietsenstalling duur en klein is, maar
daar moet men zich bij neerleggen. Waarom moet er toch een taxistandplaats op het
Raamplein komen? Is dat een serieuze optie? Het verplaatsen van de tramhaltes is
onnodig. Ook op het Rembrandtplein is geen sprake van nieuwe allure na de
herinrichting, al moet er wel iets gebeuren op het Leidseplein. De nadelen wegen echter
niet op tegen de gesuggereerde voordelen van het plan.
De heer
MANUEL
is blij met de herinrichting van het plein. Het is een mooi plan.
Dat de tramhalte weggaat, betekent een meerwaarde voor het plein. De taxistandplaats
moet goed in het zicht blijven en daarom is het Leidsebosje een goede locatie. Het
Raamplein is te ver weg en sluit ook niet aan op het hoofdnet auto. Wel heeft spreker
zorgen over de monumentale bomen. Kan er zekerheid worden gegeven dat de bomen op
het Leidsebosje geen schade zullen ondervinden? Het aantal ondergrondse fietsplekken
in de buurt moet omhoog, zodat men het maaiveld leger kan houden. Waarom gebeurt
dat niet?
De heer
FLOS
dankt voor de aanvullende brief van de wethouder. De voordracht
is aangepast, nu men ook het Raamplein gaat onderzoeken. De VVD vindt dat de
bezwaren niet zijn weggenomen. Wat nu voorligt, beide voorstellen over de
taxistandplaats, ziet spreker niet zitten. Het Raamplein is niet op zichtafstand en op het
Leidsebosje zal overlast voor de bewoners ontstaan, met een mogelijke verstopping van
het hoofdnet auto en kerende auto’s omdat de linksaf eruit zal gaan. Daarnaast is de
buffer op 1 km afstand geen goed idee. Bij de Appeltjesmarkt kan men iets moois doen
met de openbare ruimte in plaats van met taxi’s. Ook de verplaatsing van de ov-halte is
geen goed idee. Het zal zorgen voor vertraging in de aansluiting tussen tram en tram, en
ook de zichtafstand tussen haltes verdwijnt. De VVD is er nog niet uit, maar neigt naar
een negatief oordeel. Kan de taxistandplaats op de Leidsegracht worden geplaatst, met
een buffer op het Raamplein? Is dat overwogen?
Beantwoording
Wethouder
GERSON
begrijpt de dilemma’s voor de VVD, maar op een bepaald
moment moet men wel voor stedenbouwkundige kwaliteit kiezen. Goede openbare ruimte
kost geld. Het Leidseplein is een van de belangrijkste pleinen van de stad. Men moet de
kans nu aangrijpen. Er zijn drie discussiepunten. Bij een taxistandplaats op het Raamplein
zijn de tegenargumenten belangrijker dan de voordelen, maar die worden nog eens op
een rij gezet. Spreker is voor een standplaats op het Leidsebosje, waar geen groen
verloren gaat. Er komt zelfs groen bij. Dat wordt bij het inrichtingsplan ook concreet
aangetoond en anders gaat het plan niet door. Op de Stadhouderskade komt een apart
stoplicht zodat de taxi’s gereguleerd linksaf kunnen. Problemen in de verkeerssituatie zijn
er alleen in de nacht en alleen in het weekeinde.
De heer
FLOS
wijst erop dat iedere auto overdag een U-bocht moet maken.
Wethouder
GERSON
ontkent dat.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
17
De heer
WITTE
(DIVV) laat een tekening zien van de taxistandplaats en
omgeving.
Wethouder
GERSON
gaat in op de suggestie over de kleine standplaats op de
Tesselschadestraat. Die heeft een specifieke functie en kan daar blijven. Het zou
onverstandig zijn varianten op de Leidsebrug in onderzoek te nemen, omdat men dan het
wezen van het plan aantast door verkeer toe te staan.
De heer
MOLENAAR
wijst erop dat een meerderheid van de commissie vindt dat
de ov-halteverplaatsing naar die brug niet hoeft. Dan kan een standplaats daar wel
komen.
Wethouder
GERSON
blijft beide opties ontraden. De buffer moet nog worden
bestudeerd. De taxiwereld is aan het veranderen en men kan chauffeurs op hun
groepsgedrag steeds beter aanspreken.
De heer
FLOS
vraagt of met een buffer op de Appeltjesmarkt een tweede
U-turn
moet worden aangelegd om op de taxistandplaats te komen.
Wethouder
GERSON
beaamt dat, maar die situatie zal zich vooral na 24.00 uur ’s
nachts voordoen. Dan is er weinig ander verkeer.
De heer
MOLENAAR
vraagt of de variant met de buffer op de Stadhouderkade uit
beeld is. Onderzoekt men alleen de buffer op de Appeltjesmarkt?
Wethouder
GERSON
geeft aan dat de buffer op de Stadhouderskade niet meer in
het voorstel staat. Dat is geen optie meer. Bij de ov-halte zijn de voordelen groter dan de
nadelen. Het is een essentieel onderdeel van het gehele plan. Er worden nog telgegevens
verzameld en geanalyseerd om precies te weten om hoeveel mensen en bewegingen het
gaat. Dan is er de kwestie van de fietsenstalling. Spreker bespeurt dat hij de commissie
heeft kunnen overtuigen de stalling niet nog groter te maken vanwege de hoge kosten en
sociale onveiligheid. Bij de bouw van grotere projecten moet men voortaan ook de stalling
van fietsen meenemen. Bijvoorbeeld bij City was dat een goed idee geweest. Een fietser
wil zo dicht mogelijk bij zijn eindpunt aankomen. Mogelijk zijn er aanvullende
fietsenstallingen aan de randen van het gebied te bouwen. Een ondergrondse
fietsenstalling bij het Raamplein heeft nooit tot het plan behoord. Men begint bovengronds
en als er voldoende behoefte blijkt te bestaan, kan men in een later stadium een
ondergrondse garage gaan bouwen.
De heer
MOLENAAR
wijst op paragraaf 2.1.6, waarbij sprake is van twee
ondergrondse
fietsparkeerstallingen
in
de
Leidsebuurt:
onder
het
Kleine
Gartmanplantsoen en het Raamplein, samen voor 4000 plaatsen. Dat is gewijzigd in 2700
plaatsen op het Kleine Gartmanplantsoen. De stalling op het Raamplein is blijkbaar
geschrapt. Is sprake van een direct inrijdbare fietsenstalling?
Wethouder
GERSON
beaamt dat op het Leidseplein een direct inrijdbare stalling
wordt gerealiseerd. Op het Raamplein komt geen ondergrondse stalling in eerste
instantie. Men begint bovengronds. Voor een eventuele latere ondergrondse garage is
extra budget nodig.
De heer
FLOS
weet dat de wethouder voor een verplaatsing van de ov-halte is.
Kan men op de Leidsebrug hetzelfde aantal taxi’s kwijt, als men de halte op het
Leidseplein niet verplaatst?
Wethouder
GERSON
zal het laten uittekenen, omdat de bushalte daar wel blijft
bestaan terwijl de tram er langs blijft rijden. Principieel is het geen goed idee de auto terug
te halen naar het Leidseplein.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
18
De heer
FLOS
stelt voor het toe te voegen aan de opties. Hij denkt erover om er
een amendement over in te dienen.
Wethouder
GERSON
denkt dat het technisch niet kan. Dan is verder onderzoek
ook niet nodig.
Mevrouw
NETJES
gaat in op het fietsparkeren bij station Zuid. Het is haar twee
keer overkomen dat zij ervoor moest betalen, al was dat onterecht.
Wethouder
GERSON
was er vorige week. Hij kan zich de opmerking van
mevrouw Netjes niet voorstellen.
De heer
MANUEL
denkt dat het stuk niet naar de Raad kan worden doorgeleid.
De
VOORZITTER
inventariseert de voor- en tegenstanders van een
raadsbehandeling.
De heer
BAKKER
zal een amendement in de Raad indienen. Hij vindt het stuk
niet rijp voor raadsbehandeling.
Mevrouw
BERGERVOET
geeft aan dat het naar de Raad mag, maar dat het stuk
inderdaad nog niet rijp is. Er moeten nog zaken worden uitgezocht en spreekster wil het
met haar fractie kunnen bespreken.
De heer
MOLENAAR
vindt dat het stuk naar Raad kan. Het proces duurt al zes
jaar, al is het lastig dat er nu weer allerlei varianten op tafel komen.
De heer
MANUEL
denkt dat er grote wijzigingen in het plan moeten worden
aangelegd, maar het stuk mag wel naar de Raad.
De heer
FLOS
vindt het niet verstandig.
Mevrouw
NETJES
vindt raadsbehandeling wel op zijn plaats.
De
VOORZITTER
schat in dat een meerderheid voor raadsbehandeling is.
Mevrouw
BERGERVOET
ontkent dat. Men moet nog eens goed naar de
voordracht kijken, de gestelde vragen beantwoorden en opnieuw gaan tekenen.
De
VOORZITTER
constateert dat de SP en D66 ook nee zeggen, evenals de
heer Flos. De meerderheid van de commissie wil het stuk niet doorgeleiden naar de
Raad.
Wethouder
GERSON
wijst erop dat nu geen aanwijzingen zijn aangedragen hoe
men verder wil gaan. Hij stelt voor dat de fracties zich onderling beraden op een
meerderheid voor onderdelen van het plan. Anders komt hetzelfde plan over vier
maanden opnieuw terug. Spreker doet een beroep op de commissie de voordracht in de
Raad aan de orde te stellen om de richting aan te geven.
De
VOORZITTER
merkt op dat de commissie het plan uitvoerig heeft besproken.
Hij roept de fracties op schriftelijk bij de wethouder aan te geven welke keuzes men wil
maken.
Wethouder
GERSON
kan alleen doen waar een meerderheid voor is.
De heer
MOLENAAR
geeft de suggestie het onderwerp zonder voordracht te
piepen. Dan kan men met moties de nodige richting aangeven.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
19
De
VOORZITTER
ontkent die mogelijkheid.
De heer
MOLENAAR
doet een beroep op de PvdA. In de Raad kan men de finale
besluitvorming afronden.
Mevrouw
BERGERVOET
vindt het stuk niet rijp voor raadsbehandeling.
De
VOORZITTER
constateert dat de commissie blijft bij het standpunt.
Wethouder
GERSON
vindt het buitengewoon jammer.
De commissie stemt niet in met raadsbehandeling.
18.
Stand van zaken voortgangsrapportage Naar een gezonde taximarkt
Van de agenda afgevoerd.
De agendapunten 19 en 20 zijn gevoegd behandeld.
19.
Initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Molenaar van GroenLinks, getiteld: De
fietser koning, fietsstraten en fietspaden voor Amsterdamse tweewielers
20.
Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel van raadslid Molenaar “De fietser koning”
Insprekers
De heer
DE WITH
(namens de Fietsersbond) is blij met de voorliggende nota en
de reactie van het College. De Fietsersbond zal zich blijven inzetten dat de fietser ook in
de volgende bestuursperiode weer als een koning zal worden behandeld. Een fietser
verdient dat ook. Hij stoot niets uit, neemt bijna geen ruimte in, maakt geen herrie, rijdt
niemand dood, is gezond, sneller en goedkoper. De fiets heeft ruimte nodig. 2,5 m is
gewenst beleid voor de fietspaden. Het fietsen moet per route worden bekeken en niet per
knelpunt. Stadsdeelgrenzen bestaan niet voor een fietser. Spreker dankt de
commissieleden voor de getoonde aandacht de afgelopen jaren. Daarom biedt hij een
poster uit 1977 van de Fietsersbond aan over het ruimtegebruik door de verschillende
vervoersmodaliteiten.
De heer
VAN DER WERFF
spreekt op persoonlijke titel in en deelt zijn
inspraaktekst uit, die ingaat op het autodenken van beleidsmensen, automobilisten,
fietsers en voetgangers. Men gaat er te vaak van uit dat de auto het belangrijkste is in het
verkeer en voorrang verdient. Tijd is geld en daarom wordt doorstroming essentieel
geacht. Zo parkeert men vaak dubbel op de fietsstrook, met gevaarlijke situaties als
gevolg. Men kan echter ook op de autorijstrook gaan parkeren. Dat is minder gevaarlijk
voor fietsers en de achteropkomende auto’s kunnen er simpelweg omheen rijden.
De heer
BAKKER
vraagt wat de inspreker concreet voorstelt.
De heer
VAN DER WERFF
antwoordt dat concrete voorstellen in zijn notitie
staan.
Commissie
De heer
MOLENAAR
vindt dat Amsterdam fietsstad moet blijven. Men moet meer
ruimte voor het groeiend aantal fietsers vinden, door fietspaden op het hoofdnet fiets
structureel te verbreden en in verblijfsgebieden fietsstraten aan te leggen, waar de auto te

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
20
gast is. De uitwerking is aan de stadsdelen, maar de regie ligt bij de DIVV en de
wethouder in de voorbereiding van het meerjarenbeleidsplan fiets. Het is hoogtijd om de
fiets als de belangrijkste verkeersdeelnemer in de stad te behandelen. Lof heeft
GroenLinks voor ter kennisname stuk 15 over de verkeersveiligheid, waarin de wethouder
een aanvullende aanpak aankondigt met eenzelfde ongevallenreductie als tijdens de
eerste jaren van de black spotaanpak. Dat kost 2,5 miljoen euro per jaar, waarmee 35
onveilige plekken in de stad kunnen worden aangepakt, bovenop de black spots. Spreker
neemt aan dat ook de andere partijen dit voorstel zullen omarmen. Hoe staat het met het
overleg met de stadsdelen over het jaarlijks opfrissen van wegmarkeringen?
Mevrouw
BERGERVOET
vindt het een sympathieke notitie en reactie van het
College. De fietsstraat in Aalten was geen succes, omdat de automobilisten geïrriteerd
raakten en de fietsers niet aan de kant gingen. Het is de vraag of het op de straten van
Amsterdam beter zal gaan. Zal het er veiliger op worden? Dat betwijfelt spreekster.
De heer
BAKKER
vindt de aandacht voor fietsen goed, al kan er in sommige
stadsdelen meer aan worden gedaan. In de notitie staan goede suggesties, maar de
fietsstraat lijkt hem in het assertieve Amsterdamse verkeer onwerkbaar. Spreker heeft
complimenten voor het zorgvuldige antwoord op de brief van bezorgde ouders.
De heer
MANUEL
vindt het een goede notitie van GroenLinks. 30 kilometerzones
lijken voor Amsterdam beter dan fietsstraten. Die zones kan men in de buurten uitbreiden.
Ook pleit GroenLinks voor de uitbreiding van het hoofdnet fiets en de verbreding van de
fietspaden, ten koste van de auto. Het hoofdnet auto wordt door GroenLinks – waar
mogelijk – gefrustreerd, zoals op de Wibautstraat.
De heer
BAKKER
vraagt of D66 tegen het plan voor de Wibautstraat heeft
gestemd.
De heer
MANUEL
ontkent dat, maar hij constateert een automatisme bij
GroenLinks om de auto af te willen knijpen. Men moet het hoofdnet auto respecteren.
Mevrouw
NETJES
heeft complimenten voor de sympathieke notitie.
De heer
FLOS
vindt dat de titel van de notitie beter had kunnen luiden: de fietser
heiligen. In de praktijk zorgen fietsers voor veel onveiligheid op fiets- en voetpaden. De
VVD is geen antifietspartij, maar GroenLinks doet aan dagdromen met een anti-
autoverhaal. De fietser heeft het in Amsterdam al heel goed: 50% binnen de ring en in het
centrumgebied nog meer. Men moet het hoofdnet auto echter niet inkrimpen ten behoeve
van de fietsstroken van 2,95 en vrijliggende fietspaden van 3,40 m. Spreker ziet geen heil
in fietsstraten.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
begrijpt dat de auto te gast is op een fietsstraat. Het hangt
af van het soort straat en de verdere uitwerking. In de Kerkstraat of Spiegelstraat is de
situatie feitelijk al zo, maar op de grachten is vaak sprake van een gevecht tussen auto’s
en fiets. In de uitwerking moet men concreet voorstellen doen waar het mogelijk is en
waar niet. Ook kan men proeven doen. Het jaarlijks opfrissen gaat plaatsvinden.
De heer
MOLENAAR
zal het stuk naar de Raad sturen.
De
VOORZITTER
geeft aan dat procedureel het initiatiefvoorstel van de heer
Molenaar in de Raad in stemming wordt gebracht. De reactie van College is ter
kennisname. Het voorstel komt op 17 februari 2010 in de Raad.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
21
De agendapunten 21 en 22 zijn gevoegd behandeld.
21.
Initiatiefvoorstel van het raadslid Manuel (D66), getiteld “De overheid &
parkeerbeleid: Dat kan vriendelijker!”
22.
Initiatiefvoorstel van de heer Manuel “De overheid en parkeerbeleid”
Commissie
De heer
MANUEL
doet in het initiatiefvoorstel een aantal klantvriendelijke
voorstellen, zoals de bezoekerspas.
Mevrouw
BERGERVOET
is altijd voor een bezoekerspas geweest. Bij de
behandeling van VGS in 2007 heeft de PvdA een motie ingediend voor een bezoekerspas
die inkomensgerelateerd was. Nu ligt er een nieuwe voorstel.
De heer
MANUEL
neemt aan dat na de verkiezingen een bezoekerspas wordt
gerealiseerd, zodat de mensen als zij bezoek krijgen, gebruik kunnen maken van een
kortingskaart. Waar kiest de PvdA voor? Voor mensen met een minimum inkomen?
Mevrouw
BERGERVOET
is altijd voor een bezoekerspas geweest. De PvdA kiest
altijd voor de sterkste schouders, de zwaarste lasten. Een bezoekerspas die
inkomensgerelateerd was, bleek niet goed uit te werken en daarom wordt nu een
experiment met een generieke pas gedaan. Als dat de enige mogelijkheid is, gebeurt dat.
De heer
MANUEL
is er blij mee. Er komt een generieke bezoekerspas na de
verkiezingen. Spreker is het College dankbaar voor het uitgebreide commentaar op de
notitie.
Mevrouw
BERGERVOET
vindt het een sympathiek initiatief van D66, al kan
volgens het College niet alles worden uitgevoerd. Het is goed dat ook D66 voor een
bezoekerskaart is.
De heer
BAKKER
heeft ook complimenten voor D66. De reactie van het College
is verstandig. Het is een prikkel om de mogelijkheden die de techniek biedt, op te blijven
zoeken om het betalen zo veilig en gemakkelijk mogelijk te maken.
De heer
MOLENAAR
vindt het een goede notitie van D66 en reactie van het
College. Ook D66 was voor een experiment in een stadsdeel, net zoals GroenLinks, SP
en PvdA.
De heer
MANUEL
beaamt dat.
De heer
FLOS
vindt het een goed voorstel.
Mevrouw
NETJES
sluit zich daarbij aan. Tweetaligheid is voor toeristen
belangrijk.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
sluit zich aan bij de fractiewoordvoerders.
De heer
MANUEL
geeft aan dat zijn notitie niet naar de Raad hoeft. De
commissie omarmt zijn voorstel.
De
VOORZITTER
stelt vast dat de commissie heeft kennisgenomen van het

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
22
initiatiefvoorstel
.
De inspraaktekst van de heer Van der Werff is rondgedeeld.
De
VOORZITTER
schorst de vergadering van 15.00 tot 15.05 uur.
De agendapunten 24 en 25 zijn gevoegd behandeld.
24.
Evaluatie 10 centzones in het kader van motie Geurts inzake Parkeerverordening
2009
25.
Effectevaluatie parkeertariefmaatregelen Amsterdam
Commissie
De heer
FLOS
merkt op dat dit onderzoek van het College aantoont wat de VVD
altijd al heeft beweerd: de verhoging van de parkeertarieven is asociaal. De zwakste
schouders dragen de zwaarste lasten. 25% van de mensen krijgt minder bezoek en 10%
van het bezoek komt korter of later of op zondag. Bij de ouderen komt 32% minder
bezoek en bij mensen met een laag inkomen is dat 40% minder. Zelfs het veronderstelde
voordeel van meer voorradige plekken blijkt niet op waarheid te berusten: 57% ziet geen
effect op straat en ruim 25% vindt het vinden van een plek moeilijker dan voorheen. De
enige echt sociale maatregelen zijn het verlagen van de parkeertarieven. De VVD zal zich
daarvoor hard maken de komende periode.
De heer
MANUEL
vraagt of het een breekpunt bij de coalitieonderhandelingen zal
zijn.
De heer
FLOS
vindt dat de PvdA verkiezingsretoriek in de pers gebruikt door te
beweren dat de VVD in 2005 een amendement over een algemene bezoekerskaart niet
heeft gesteund. Amendementen over een bezoekerskaart bij de menukaart parkeren in
2005 en bij de parkeerverordening in november 2009 zijn door de PvdA niet gesteund. Nu
vindt slechts een pilot in één stadsdeel plaats. Daarom zal spreker een initiatiefvoorstel
voor een snelle invoering van de bezoekerskaart indienen in de eerstvolgende
raadsvergadering.
Mevrouw
BERGERVOET
vindt het verwijt aan de PvdA onjuist. Er bestaat al een
kraskaart voor ouderen, en de PvdA heeft zich altijd ingezet voor een bezoekerskaart voor
de lagere inkomens.
De heer
FLOS
wijst erop dat de PvdA altijd systematisch tegen de algemene
invoering van een bezoekerskaart is geweest. Nu het verkiezingstijd is, speelt men goed
weer.
Mevrouw
BERGERVOET
voelt zich een roepende in de woestijn, omdat de PvdA
heeft geprobeerd de laagste inkomens te compenseren met de specifieke parkeerkaart.
Dat is helaas niet gelukt en daarom kiest men nu een generieke bezoekerspas.
De heer
FLOS
is er blij mee. De PvdA neemt blijkbaar afstand van haar asociale
parkeerbeleid. De fijnstofnormen zijn al in orde voordat de parkeertariefsverhoging inging.
Daarnaast wordt stikstofdioxide met deze maatregel te veel teruggedrongen, die pas in
2015 behoort te worden behaald. Daarom is het ook om redenen van luchtkwaliteit
verantwoord de parkeertarieven te reduceren.
Mevrouw
BERGERVOET
vindt dat het betoog van de heer Flos te veel is gericht
tegen de PvdA.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
23
De heer
FLOS
wijst erop dat de PvdA telkens tegen een algemene
bezoekerskaart heeft gestemd. Nu blijkt dat men minder bezoek krijgt, met name de
ouderen en mensen met een laag inkomen.
Mevrouw
BERGERVOET
heeft zich bij de vaststelling van VGS gerealiseerd dat
er voor de laagste inkomens mogelijke negatieve inkomenseffecten zouden zijn, waarvoor
ook een compensatieregeling is ingericht. Als dat niet kan, dan wordt een generieke
bezoekerspas ingevoerd. Spreekster gaat in op de evaluatie van de 10 centzone. Die
heeft goed uitgewerkt voor de economische veerkracht van de oude winkelstraten. De
zone moet men in stand houden en niet aan de stadsdelen overlaten, zeker in deze
moeilijke economische tijden.
De heer
MANUEL
merkt op dat hij een andere conclusie trekt uit de evaluatie
10 centzone. Het maakt immers niets uit voor het economische klimaat in een
winkelstraat.
Mevrouw
BERGERVOET
wijst op het stuk waarin staat dat de ondernemers de
zone ervaren als een steun in de rug.
Mevrouw
NETJES
wijst erop dat 16% van de ondernemers een omzetstijging
waarneemt. In de perceptie van veel ondernemers wordt de maatregel positief
beoordeeld.
De heer
MOLENAAR
heeft niet zo’n diffuus beeld als in het stuk staat. Er is
sprake van oneigenlijk gebruik, 60% staat er langer dan is toegestaan, winkeliers bezetten
de plekken, het leidt niet tot extra parkeerruimte en wel tot inktvlekwerking en oneigenlijke
concurrentie. Het scheelt veel parkeerinkomsten. Er is voor GroenLinks geen reden door
te gaan met de 10 centzones. Zij zijn duur, contraproductief en ondermijnen het
parkeerbeleid. Spreker is blij dat door de hogere parkeertarieven de automobiliteit met
procenten is gedaald. Er zijn 7% minder bezoekers. De in VGS afgesproken
doelstellingen worden daarmee behaald en de effectiviteit van een prijsmaatregel is ook
bewezen. Bij drie kwart van de mensen is geen sprake van minder bezoek. Ook bestaan
er goede alternatief zoals P+R, openbaar vervoer en de fiets, naast de pilot met een
bezoekerspas. Als dat laatste tot extra automobiliteit leidt, is het contraproductief.
De heer
FLOS
merkt op dat het alternatief blijkbaar niet wordt gebruikt. Bezoek
blijft weg. Doet dat GroenLinks niets?
De heer
MOLENAAR
geeft aan dat een derde van de 65+’ers aangeeft dat hun
bezoek is verminderd. Kennelijk weet men niet dat er een kraskaart is, waarmee zij hun
bezoek voor de helft van het geld kunnen ontvangen. Het probleem is minder groot dan
de evaluatie suggereert. Betere communicatie over de kraskaart zal helpen.
De heer
BAKKER
wijst op het effect van de verhoging van de parkeertarieven,
positief en negatief. Men moet maatregelen treffen om de negatieve effecten te
verzachten. Gratis openbaar vervoer en een bezoekerskaart zijn goed, naast meer
communicatie over de kraskaart.
Mevrouw
NETJES
pleit voor de 10 centzones.
De heer
MOLENAAR
merkt op dat het slechts is gebaseerd op het gevoel van de
ondernemers. Er zijn geen cijfers waaruit blijkt dat het voor de economie in de straat beter
is. Tegenover de genoemde 16% staat een daling van 12% bij andere ondernemers.
Netto levert de zone niets op.
Mevrouw
NETJES
ziet de daling van 12% niet staan. De algemene perceptie van
de ondernemers is dat de maatregel als positief wordt gezien. Dat geeft de doorslag. De

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
24
beoogde reductie van 0,2 mg is niet gehaald. Het is 0,1 mg geworden. Is dat een
teleurstelling? Weegt dat op tegen de nadelen op sociaal gebied? Meer dan een kwart
van de mensen krijgt minder bezoek. Het CDA heeft in 2008 een motie van de VVD voor
een algemene bezoekerspas gesteund. De PvdA kondigde toen een experiment aan.
Mevrouw
BERGERVOET
heeft toen gevraagd uit te zoeken of een
inkomensgerelateerde pas tot de mogelijkheden behoorde. Dat bleek niet te kunnen,
omdat parkeertarieven geen inkomenspolitiek mogen zijn.
Mevrouw
NETJES
merkt op dat de PvdA dat ook van tevoren had kunnen
bedenken. Zij hoopt dat de bezoekerspas er nu toch kan komen.
De heer
MOLENAAR
wijst op bladzijde 4 onderaan, de economische effecten,
waar staat dat in de referentiestraten een meerderheid van de ondernemers aangeeft dat
het aantal klanten is afgenomen en in de 10 centzondes geven meer ondernemers aan
dat de omzet is gedaald dan dat deze is toegenomen.
De heer
MANUEL
vindt de parkeertarieven een belangrijk punt. Als men de
tarieven verlaagt, zou dat verschil uitmaken in de totale opbrengsten? Wellicht kan het
dan budgetneutraal plaatsvinden.
De heer
MOLENAAR
merkt op dat het niet gaat om het middel maar om het doel.
De bedoeling van de tarieven is niet om de gemeente inkomsten te geven, maar om iets
aan de mobiliteit en parkeerbereikbaarheid in de stad te doen.
De heer
MANUEL
wijst op de effecten voor de luchtkwaliteit. Er komen zware
financiële tijden aan. De inkomsten zijn deels al ingecalculeerd in de begroting van de
gemeente. De bezoekerspas voor alle Amsterdammers gaat veel geld kosten. Ook dat
wordt een lastige kwestie in tijden van bezuiniging. Het 10 centstarief blijkt weinig zin te
hebben. Het effect op de omzet is positief maar gering. Er is oneigenlijk gebruik en de
handhavingskosten zijn hoog. Men kan het beter overlaten aan de stadsdelen. Die
kunnen de afweging maken of zij de maatregel willen en de kosten willen dragen. Men
moet het zeker niet centraal gaan besluiten.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
is verbaasd over de bijdrage van de heer Flos, die kennelijk
een ander rapport heeft gelezen dan nu voorligt. Het verhogen van de parkeertarieven
leidt tot een afname van het verkeer met 6,8%. Het onderliggende rapport is voorzichtig
met een conclusie over het effect van de verhoging en van het economische klimaat. De
3,8% is het minimum, structureel.
De heer
FLOS
geeft aan dat er twee keer zoveel kilometers worden
binnengehaald als men moest.
Wethouder
GERSON
vindt het ronduit sociaal dat 750.000 Amsterdammers
gezondere lucht inademen. Er zijn negatieve bijeffecten, zoals minder bezoek voor
sommige mensen, maar de VVD gooit het kind met het badwater weg. Men moet de
proporties in het oog houden. In het rapport staat dat 38% van de respondenten een
modaal inkomen heeft en 39% een bovenmodaal inkomen. Er staat nergens dat met
name de inkomensgroepen met lage inkomens weinig of minder bezoek krijgen.
De heer
FLOS
wijst op pagina 49, waar staat dat 40% minder bezoek krijgt bij
huishoudens met een inkomensgrens beneden modaal en bij huishoudens bovenmodaal
is dat 22%.
Wethouder
GERSON
merkt op dat ook mensen met een laag inkomen blij zijn
met een gezonde lucht, als zij het moeten afwegen tegen wat minder bezoek. Het College

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
25
is tevreden met het resultaat. De kraskaart is onvoldoende bekend en het College heeft
gisteren besloten er iets extra’s aan te gaan doen.
De heer
FLOS
ziet de bezoekerskaart nergens terug.
Wethouder
GERSON
bespreekt vandaag dit rapport. Het College heeft de motie
voor een proef met de bezoekerskaart overgenomen. Die wordt uitgevoerd.
De heer
MOLENAAR
wijst erop dat de wethouder twee maanden geleden een
amendement van de VVD ontraadde om meer te doen dan een pilot in één stadsdeel.
Vindt het College dat nog steeds?
Wethouder
GERSON
voert de motie van de Raad uit. Het College doet wat de
Raad hem vraagt. Uit de evaluatie over de 10 centzone komt een gemengd beeld naar
voren. Voor het College geeft de doorslag dat het bedrijfsleven erop aandringt het
experiment door te zetten, stadsbreed en gedurende een jaar. Een nieuwe Raad kan met
het bedrijfsleven in overleg treden. Het toezicht wordt verscherpt en de winkeliers worden
aangesproken op hun gedrag en dat van hun werknemers.
De
VOORZITTER
constateert dat beide stukken ter kennisneming zijn
aangenomen.
De heer
FLOS
heeft geen behoefte aan doorgeleiding. Er is een initiatiefvoorstel
door de VVD ingediend voor de invoering van de algemene bezoekerskaart.
26.
Voortgangsrapportage P+R 2009
Inspreekster
Mevrouw
BOERLAGE
spreekt in namens Schoon Genoeg van Vuile Lucht. Zij
vindt het een interessant rapport, al was het moeilijk er tijdig inzage in te krijgen. Het
betrof immers een geheim stuk. Er moeten veel investeringen plaatsvinden voor P+R, ook
voor de exploitatie. Wat men per plek uitgeeft is een hoog bedrag. Ook als men zich aan
de regels van Europa houdt, gaan er nog steeds te veel mensen te vroeg dood. In
Amsterdam is dat gemiddeld een half jaar, vanwege het fijnstof. Er moeten minder
autoritten komen en P+R is erg duur. Een goedkopere manier is het gratis openbaar
vervoer voor ouderen. tweeduizend mensen stappen dan over van de auto op de tram en
bus. Dat levert meer op per euro aan minder vervuiling. 25% van de mensen bij P+R geeft
aan dat men eerder met het openbaar vervoer reisde. Dat is geen winst.
De
VOORZITTER
heeft aan de inspreekster al uitgelegd dat de stukken kabinet
zijn verstuurd, omdat zij gisteren nog in het College aan de orde zijn geweest. Het was
een keuze tussen behandeling in mei 2010 of nu, onder embargo verstuurd. Daarom is
deze ongebruikelijke gang van zaken veroorzaakt.
De heer
FLOS
vindt het vreemd. De reden van kabinet-versturing was dit keer de
marktgevoelige informatie, zo staat ook in het stuk aangegeven. Het is geen
standaardprocedure dat stukken die in het College worden behandeld, daarom kabinet
worden verzonden.
De
VOORZITTER
beaamt dat het niet standaard zo is. Deze gang van zaken had
niet gemoeten. In de huidige hectiek is dat niet goed verlopen.
Commissie
De heer
MOLENAAR
is blij dat het onderzoek klaar is. Het College wil de

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
26
exploitatie van P+R VGS-kostendekkend maken en na de verkiezingen aan het bestuur
voorleggen, maar de motie van de heer Molenaar vroeg om P+R rendabeler te maken.
VGS-kostendekkend betekent nog altijd dat de stad er per plek 1200 euro per jaar op toe
moet leggen. Men moet de prijs van 10 euro doorrekenen om te bekijken hoe P+R
kostendekkender dan VGS kan worden.
De heer
FLOS
vraagt of 10 euro voor GroenLinks bespreekbaar is.
De heer
MOLENAAR
merkt op dat de bezoeker 10 euro gemiddeld een prima
prijs vindt voor P+R met een aantal dagkaarten openbaar vervoer.
Mevrouw
NETJES
merkt op dat in de motie een bedrag van 12.000 euro per jaar
wordt genoemd.
De heer
MOLENAAR
denkt dat het een fout in de motie is.
Mevrouw
NETJES
is teleurgesteld over de voortgang met de uitbreiding van P+R-
voorzieningen. Was dat niet te voorzien? Wat voorspelt de vertraging voor de toekomst?
Is een inhaalslag mogelijk? Het CDA vindt dat er meer P+R-voorzieningen in de stad
moeten komen.
De heer
BAKKER
vindt P+R goed maar ook erg duur, zeker ondergrondse
voorzieningen. Zijn goedkopere oplossingen mogelijk? Kan men iets doen aan de
hoeveelheid gratis ov-kaarten?
De heer
FLOS
vindt P+R een positieve manier om de mobiliteit te herschikken.
Het gaat slechts om 1150 plekken en de VVD wil naar 5000 plekken in de stad. Niet alle
exploitatiekosten komen uit VGS. Gelden die uit de automobiliteit komen, zijn geschikt
voor dit doel. De beheerskosten moet men inderdaad terugdringen, maar niet door het
tarief te verhogen. 5 ov-kaartjes is misschien te veel van het goede. Als dat onvoldoende
is, dan mag men van de VVD een groter beslag leggen op de overige parkeerinkomsten.
De heer
BAKKER
wijst erop dat slechts 11% van de mensen aangeeft dat men
weet wat P+R is. Daar is een slag te maken.
De heer
FLOS
begrijpt punt 6 niet.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
wijst op het dilemma bij de P+R-terreinen dichtbij een
knooppunt van openbaar vervoer. Met de stadsregio is men er ook mee bezig.
Zeeburgereiland en Gaasperplas zijn de beste voorbeelden, naast een grote plek in
Noord voor 1000 auto’s in de toekomst. Het gaat om prioriteitverlening in het
mobiliteitsfonds. 1200 euro is inderdaad ook in VGS-opzicht een tekort. De volgende
Raad kan afwegingen over het tekort maken. Misschien heeft men te lichtvaardig gedacht
voldoende plekken te kunnen vinden. Men zal het moeten doen met wat nu is bereikt.
Punt 6 hangt samen met een subcategorie in VGS, namelijk extra kosten voor de kaartjes.
Die blijken echter niet nodig te zijn. Dat is een meevaller die in Gaasperplas wordt
ingezet.
De commissie heeft kennisgenomen van de voortgangsrapportage.
27.
Opbrengstenmonitor VGS
Commissie
De heer
FLOS
ziet hierin de weerslag terug van eerdere discussies. Men parkeert

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
27
minder. Sommige partijen vinden dat positief, maar de VVD niet. Men kan de tarieven
best verlagen, waardoor iets meer verkeer ontstaat en meer inkomsten. Dan hoeft het
helemaal niets te kosten, al begrijpt de VVD dat een verlaging 10 miljoen euro per jaar
gaat kosten. De aannames blijken niet altijd te kloppen. Dat is zorgwekkend: ruim een
derde komt door verkeerde veronderstellingen, terwijl wel forse maatregelen worden
genomen. In 2009 zijn er 97,9 miljoen euro minder parkeerinkomsten. Voor de centrale
stad wordt het extra zwaar weer, omdat de stadsdelen hetzelfde blijven ontvangen.
De heer
MOLENAAR
vindt het goed dat de automobiliteit verder daalt. Dat was
het doel van VGS en is goed voor de luchtkwaliteit. Het bijstellen van de winstverwachting
is nodig voor 2010 en 2011. Verdere tariefsverhogingen zijn onnodig voor de komende
periode, behoudens inflatiecorrectie of als de luchtkwaliteit zou verslechteren. Helaas is
sprake van toegenomen onbetaald parkeren. In sommige delen van de stad is de
betalingsgraad afgenomen van 90% naar 70%. Er lijkt sprake van een schrikeffect in het
tweede kwartaal. Wethouder Gehrels heeft een dubbele parkeerboete bij Cition
voorgesteld en die systematiek kan de betalingsgraad inderdaad verbeteren. Wordt de
brede boa ook bij Cition ingevoerd? Wanneer?
Mevrouw
NETJES
vraagt of niet was te voorzien dat inkomsten zouden gaan
dalen, gezien de ervaringen in Utrecht. Op pagina 42 staat dat de forse tariefsverhoging in
2009 een schrikeffect kan hebben veroorzaakt. Gegevens van Stadstoezicht wijzen juist
niet in die richting. Spreekster vraagt om uitleg.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
geeft aan dat sprake is van minder-meer. De verhoging van
de tarieven heeft per saldo 11 miljoen euro meer in kas gebracht. Men had gedacht dat
het ongeveer 20 miljoen euro zou zijn. De inkomsten zijn dus wel gestegen. Als men de
tarieven gaat verlagen, zullen de inkomsten aanzienlijk dalen. Bij een tariefsverlaging van
20% betekent dat een daling van ongeveer 15 miljoen euro, maar dat is een ruwe
schatting. De stadsdelen mogen er niet op achteruitgaan, zo is hen beloofd. De
stadsdelen kunnen elkaar ook bijstaan, zodat de centrale stad er ongeveer 3 miljoen euro
extra voor moet uittrekken in 2010. Methodes om de betalingsgraad te verhogen zijn
noodzakelijk, al dan niet in de vorm van hogere boetes. Het citaat op bladzijde 342 geeft
het dilemma goed weer. In het vierde kwartaal 2009 zijn de opbrengsten weer gestegen.
De heer
MOLENAAR
vraagt of wethouder Gehrels een dubbele parkeerboete
voorstelt in verband met de betalingsgraad.
Wethouder
GERSON
denkt dat de betalingsgraad moet worden verhoogd. Dat is
een gezamenlijke opgave. Wethouder Gehrels is betrokken bij Cition en wil daar de
betalingsgraad verhogen met een dergelijke maatregel.
Voor kennisgeving aangenomen.
28.
Brief aanvullende vragen inzake garageverordening
De
VOORZITTER
stelt voor ook de (uitgedeelde) beantwoording op de vragen
van de heer Van Drooge bij dit punt te betrekken.
Mevrouw
NETJES
is bezorgd over de verordening. Zij vraagt de heer Flos
waarom zijn partijgenoot in stadsdeel Centrum met de verordening is gekomen.
De heer
FLOS
heeft lang geleden vragen gesteld. Het CDA legt geen directe link
tussen de centrale verordening en de garageverordening van stadsdeel Centrum. Die is
er wel degelijk, omdat in artikel 8.1 van de centrale verordening staat dat er geen
parkeervergunningen worden verstrekt aan degenen die over een stallingsplaats

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
28
beschikken.
De
linkse
deelraad
heeft
vervolgens
de
achtereenvolgende
stadsdeelwethouders gedwongen het beleid uit te voeren. Spreker heeft een
initiatiefvoorstel ingediend om die artikelen uit de verordening te halen.
Wethouder
GERSON
is blij dat de beantwoording heeft bijgedragen aan
duidelijkheid over hoe de verschillende tarieven zich met elkaar verhouden. Er is
bestendig stedelijk beleid en als men iets anders wil, moet dat op stedelijk niveau worden
besloten.
Voor kennisgeving aangenomen.
29.
Verkenning Openbaar Vervoer Nieuw-West
Commissie
De heer
BAKKER
gaat in op het aspect van de volkshuisvesting. De stedelijke
vernieuwing in Nieuw-West leidt niet tot een enorme verdichting. Het aantal inwoners is
gestegen met 1000 naar 133.000. Het was juist de bedoeling het draagvlak voor de
voorzieningen te verbeteren. Dat is opvallend en ook verontrustend.
Mevrouw
NETJES
betreurt het dat de motie van de heer Van Drooge over de
tram op de Allendelaan in de notitie niet is uitgewerkt. Met het College is spreekster het
eens dat de verbinding van Nieuw-West naar Schiphol een van de grootste opgaven is.
Het CDA pleit ervoor de tram van Slotermeer, via het Osdorpplein naar Schiphol door te
trekken.
Mevrouw
BERGERVOET
steunt het betoog van mevrouw Netjes over het
uitwerken van de motie. De Raad heeft voor vertramming gekozen. Op bladzijde 1, het
laatste streepje, staat aangegeven dat extra fijnmazig openbaar vervoer in Nieuw-West
zoals Stop/Go, niet nodig zou zijn. Fijnmazigheid is in Nieuw-West een probleem en
Stop/Go is een goede aanvulling.
De heer
MOLENAAR
sluit zich aan bij mevrouw Bergervoet.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
geeft aan dat sprake is van gezinsverdunning, maar dat is
een zaak voor een andere commissie. Als het aantal woningen gelijk blijft, neemt het
aantal inwoners af. De motie Van Drooge zal niet worden verwaarloosd. Er loopt een
studie naar de Westtangent, waarbij de verbindingen tussen Schiphol, Nieuw-West en
Sloterdijk worden bekeken en of een hoogwaardige openbaarvervoersverbinding (HOV)
mogelijk is. Meestal begint men met een busverbinding en als blijkt dat er voldoende
vraag is, dan gaat men over tot vertramming. Dat is een zaak voor de stadsregio. In de
vervolgstudie komt de fijnmazigheid aan de orde.
De heer
MOLENAAR
vindt de beantwoording teleurstellend. De motie over de
Allendelaan spreekt zich duidelijk uit voor vertramming.
Mevrouw
NETJES
is het daarmee eens.
Mevrouw
BERGERVOET
begrijpt dat de stadsregio erover gaat, maar zo staat
het niet in het stuk aangegeven. De motie was een opdracht van de Raad.
Wethouder
GERSON
geeft aan dat het stuk van voor de tijd van de motie is. In de
studie Westtangent wordt de motie wel meegenomen. De motie wordt uitgevoerd, maar
de kosten-baten worden nog op een rij gezet. De wens van de Raad is duidelijk.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
29
Voor kennisgeving aangenomen.
30.
Voorbereidingskrediet
en
eerste
uitvoeringskrediet
project
Renovatie
Amsterdamse Wegtunnels
De heer
MOLENAAR
vindt dat een groot potentieel financieel tekort weinig goeds
belooft bij de start van een groot project als dit. Wanneer is er meer helderheid over de
omvang van het tekort?
Wethouder
GERSON
antwoordt dat er voor de zomer 2010 duidelijkheid zal zijn.
Dan is er een nadere rapportage. Als het tekort 37 miljoen euro zou worden, moet men
goed naar alternatieven kijken.
Voor kennisgeving aangenomen.
31.
Procesevaluatie Veiligheidsteam Openbaar Vervoer
Van de agenda afgevoerd.
32.
Beschikbaarstelling van een uitvoeringskrediet ten behoeve van de Langzaam
Verkeer Verbinding Mosplein-Meeuwenlaan
Akkoord behandeling in de gemeenteraad.
33.
Nota gezamenlijk Openbaar Vervoer Amsterdamse Metropool
Voor kennisgeving aangenomen.
34.
Rapport gemeentelijke Ombudsman, Stroomlijning Klachten Openbaar Vervoer
De heer
VAN DER POL
(Ombudsman) heeft nog een brief aan de commissie
verstuurd. Vorige week is overleg gevoerd met de wethouders, ook die van de stadsregio,
en er is overeenstemming over de noodzaak van één loket waarna men verdeling kan
laten plaatsvinden. De activiteiten bij het GVB behoeven een herstart, nadat zij in het licht
van de ov-chipkaart waren stilgelegd. De geschillencommissie is niet een echt
laagdrempelige en effectieve voorziening. Men moet alternatieven overwegen, in de vorm
van het ov-loket die onafhankelijker moet worden, wél de nodige deskundigheid in huis
heeft, maar geen bevoegdheden. Bekeken wordt of een effectieve tweedelijns
klachtenbehandeling van de grond is te krijgen. Dat is de insteek voor de komende
periode.
Commissie
Mevrouw
BERGERVOET
dankt de ombudsman voor zijn uitstekende rapport. In
2008 zijn er 70.000 klachten bij het GVB ingediend. De commissie heeft er weinig zicht
op. Slechts 28 klachten komen bij de ov-geschillencommissie terecht.
De heer
VAN DER POL
wijst erop dat de 28 een landelijk cijfer is. Over het GVB
is geen cijfer bekend.
Mevrouw
BERGERVOET
vraagt om een jaarlijks overzicht van de klachten
openbaar vervoer in Amsterdam. De aanbevelingen van de ombudsman moeten worden
opgenomen in de komende concessievoorwaarden. Nu is er een voorstel voor de

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
30
tweedelijns klachtenbehandeling. Die moet in verband van de stadsregio worden
meegenomen. Wanneer komt er één loket? Inzicht in de aard van de klachten is
belangrijk om het openbaar vervoer te kunnen verbeteren. Een voortvarende uitwerking is
noodzakelijk.
De heer
MOLENAAR
vindt dat de tweedelijns klachtbehandeling gratis moet zijn.
Vindt het College dat ook? Anders dient spreker er een motie over in.
De heer
BAKKER
vindt het goed dat er aandacht voor dit onderwerp is. Ook
raadsleden kennen het probleem van onduidelijkheden in de verantwoordelijkheden voor
het regionale openbaar vervoer. Het loket voor tweedelijns klachten moet gratis zijn.
Beantwoording
De heer
VAN DER POL
vindt de concessie een punt, evenals de toekomstige
positie van het GVB. Wat nu is gedaan bij het GVB, moet ook gebeuren in regioverband.
Wethouder
GERSON
kan zich vinden in de hartenkreet van de heer Molenaar. De
tweedelijns klachtenbehandeling moet gratis zijn. De ombudsman is niet enthousiast over
de geschillencommissie. Een goede regeling vereist een gratis tweedelijns behandeling,
ook in stadsregionaal verband.
De heer
MOLENAAR
dankt de wethouder voor de toezegging.
Voor kennisgeving aangenomen.
35.
Presentatie
Strukton:
Alternatieve
Multifunctionele
Ondergrondse
Ruimte
Amsterdam
De
VOORZITTER
geeft aan dat dit agendapunt is vervallen. De wethouder stelt
een presentatie wel op prijs, later. Wethouder Herrema heeft het bedrijf voorgesteld om
met een plan te komen voor ondergronds parkeren. Het gaat ditmaal om een
ondergrondse garage bij het Marnixbad, te bouwen met privaat geld.
De heer
FLOS
wijst op een bijeenkomst in Carré over een parkeermogelijkheid
onder de Amstel.
Wethouder
GERSON
heeft nog geen officieel bericht of stuk van het bedrijf
ontvangen.
De
VOORZITTER
stelt vast dat het bedrijf een voorstel aan de wethouder zal
sturen, waarna een presentatie in de commissie kan plaatsvinden.
Volkshuisvesting
36.
Rapport gemeentelijke Ombudsman, Gebrekkige handhaving van short-stay
Akkoord.
37.
Wijziging Beleidsnotitie short-stay in verband met uitsluiten van woonboten
Van de agenda afgevoerd.
38.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
31
Toekomstige vraag naar wonen met zorg en contouren voor beleid
Inspreekster
Mevrouw
BOERLAGE
spreekt namens WOUW, een organisatie van
feministische oudere vrouwen, die ook een raadsadres heeft ingediend. Er is een groot
tekort aan nultredenwoningen. Als men daaraan niet kan voldoen, dan moet men dat
eerlijk aangeven en het cijfer niet in twijfel trekken of eentrapwoningen erbij betrekken.
Spreekster nodigt de commissieleden uit voor een discussiebijeenkomst op 11 februari
2010 in de ochtend. Dan praat men ook over Akropolis-achtige woonvormen en het
liftenprogramma.
De
VOORZITTER
constateert dat het stuk voor kennisgeving is aangenomen.
39.
Stand van zaken plan van aanpak Studentenhuisvesting
Commissie
Mevrouw
VAN PINXTEREN
vraagt aandacht voor de inbreng van mevrouw Hauet
die vanmiddag niet aanwezig kan zijn. De cijfers voor 2010 zien er goed uit. Zijn het ook
echt harde cijfers? Spreekster is blij met de onderbouwing in het stuk over de zin van
huurtoeslag voor onzelfstandige studenteneenheden. Zij heeft zorgen over de
jongerenhuisvesting, zeker over de uitvoering van de motie. Het blijkt dat studenten
prioriteit krijgen boven de jongeren. In de volgende bestuursperiode moet de
jongerenhuisvesting niet opnieuw achterblijven. Hoe wordt de jongerenhuisvesting
meegenomen in de nieuwe beleidsafspraken? Spreekster schaart zich achter het betoog
van mevrouw Hauet, dat zij aan de notulist overhandigt. Waarom zijn de projecten
Foelieweg en Daalwijk niet gehonoreerd wat subsidie betreft en Zeeburgereiland blok 15
wel? Waarom wordt niet gelabeld voor jongeren en studenten in Osdorp, Zuideramstel,
De Baarsjes en Bos en Lommer? Ook mevrouw Hauet is blij met de inzet van de
wethouder om de minister tot uitvoering van de motie inzake wederinvoering van subsidie
voor onzelfstandige woonruimte aan te sporen.
De heer
BAKKER
hoorde kort geleden over een mooi complex woningen voor
jongeren in Huizen. Het kan blijkbaar wel.
De heer
MANUEL
vraagt of het mogelijk is jongeren te huisvesten op een
studentencampus met een soort leeftijdscontract.
Mevrouw
VAN PINXTEREN
merkt op dat hij de stukken blijkbaar niet heeft
gelezen.
Beantwoording
Wethouder
GERSON
gaat in op de laatste stand van zaken, die in bijlage 1 is te
lezen, waar in het geel de risico’s zijn aangegeven. Met de jongerenhuisvesting op de
Zuidas is men hard bezig, evenals met de corporaties. Ook de ambtenaren blijven ermee
bezig, de komende maanden en jaren. Een aan leeftijd gebonden jongerencontract moet
men nog juridisch goed bekijken. Spreker is blij met het RIGO-rapport en zal de zaak nog
eens bij de minister bepleiten.
Voor kennisgeving aangenomen.
De
VOORZITTER
dankt de aanwezigen voor hun bijdrage en sluit de laatste
commissievergadering van deze periode om 16.42 uur.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
32
Volgende week donderdag vindt nog een debat over het boorproces plaats.
De commissie heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
LIJST TER KENNISNEMING
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
TKN 1
Project IJsei, raadsadres en antwoord ingebruikname busplatform
TKN 2
Fietsenstalling Govert Flinckstraat
TKN 3
P+R in relatie tot wachtlijstproblematiek (motie Flos)
TKN 4
Uitvoeringsbesluit vervanging Gooiseweg, tussen Daalwijkdreef en A9
TKN 5
Afdoening motie Molenaar/Bakker/Bergervoet inzake nieuw tarief enkeltje
ov-chipkaart
TKN 6
Beantwoording raadadres klacht Museumbrug
TKN 7
Afdoening raadsadres burger inzake parkeertarieven
TKN 8
P+R in relatie tot wachtlijstproblematiek (motie Flos)
TKN 9
Buslijn 60 Sloterdijk - Westerpark
TKN 10
renovatie Brug 0242, Magere Brug
TKN 11
Contracteringsstrategie beheer en onderhoud Railinfrastructuur
Op verzoek van raadslid Molenaar zal er voor de nieuwe commissie (na
de verkiezingen) een presentatie worden gegeven
TKN 12
Advies beëindiging acceptatieplicht strippenkaart in metro (GVB)
TKN 13
KEMA-rapport Veiligheid Lichtmastaansluitingen
TKN 14
Kredietaanvraag openbare verlichting
TKN 15
Proactieve Aanpak Verkeersveiligheid
TKN 16
Stand van Zaken ABVM - Wet kilometerprijs
Dienstverlening
TKN 17
Ranglijst overheid.nl Monitor Voortgang Behalen collegeambitie op het
gebied van digitale dienstverlening
Volkshuisvesting
TKN 18
Herziening sleutelverdeling ISV3
TKN 19
Rapportage Aanjaagteam vragen raadslid Bakker
TKN 20 Afdoening vraag van mevrouw Van Pinxteren over Westermarkt 3
TKN 21
Vervolg behandeling raadsadres Huurdersvereniging Amsterdam over
antikraak
TKN 22
Afdoening toezegging commissie, druk van corporaties op sv-urgenten
TKN 23 Woningmarktbeleid
TKN 24
Afdoening punt 5, toezegging 49
TKN 25
Vierde Kwartaalrapportage woningbouwproductie 2009
TKN 26
Raadsadres WOUW, Wonen voor ouderen
TKN 27
Beantwoording vragen raadslid Hauet over woningen Pieter de
Vlamingstraat
Monumenten
TKN 28
Vrijgeven van de concept centraal stedelijke Erfgoedverordening voor ter
inzagelegging overeenkomstig Monumentenwet
TKN 29
Monumenten langs de Noord/Zuidlijn
TKN 30
Toepassen van de hardheidsclausule Subsidieverordening monumenten
en beeldbepalende panden voor Keizersgracht 324 (Felix Meritis)

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Definitief Raadscommissieverslag,
3 februari 2010
VV
33
Ruimtelijke Ordening
TKN 31
Afhandeling motie Bestemmingsplan woonvoorzieningen
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
TKN 32
Beantwoording vragen sociale veiligheid openbaar vervoer
Volkshuisvesting
TKN 33
Vaststellen gewijzigd Handhavingsprotocol short-stay