Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Motie
R
1
Jaar
2010
Afdeling
1
Nummer
37
Publicatiedatum
5 februari 2010
Ingekomen onder
G
Ingekomen op
woensdag 20 januari 2010
Behandeld op
woensdag 20 januari 2010
Status
Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van Pinxtereren inzake het rapport van de
Enquêtecommissie Noord/Zuidlijn (budget raadstoets voor grote projecten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van de enquêtecommissie inzake
voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn van
15 december 2009 tot vaststellen van het rapport, instemmen met de conclusies en
overnemen van de aanbevelingen van de enquêtecommissie (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 10), waarin de aanbeveling aan de raad wordt gedaan de eigen
kennisinfrastructuur te verbeteren;
Overwegende dat:
de gemeenteraad van Amsterdam lering wil trekken uit een aantal projecten dat
de laatste jaren tot grote kostenoverschrijdingen heeft geleid, zoals de
NoordZuidlijn en de afvalenergiecentrale;
zelfs als het college zijn voordrachten voor grote infrastructuurprojecten extern
laat toetsen en deze toets ter beschikking stelt van de raad, er nog steeds vaak
sprake zal zijn van moeilijk af te wegen of te duiden zeer technische elementen in
de voordrachten;
toepassing van de Regeling Risicovolle Projecten weliswaar zorgt voor meer
vereisten waaraan bij het begin van het project moet worden voldaan;
maar dat daarin nog onvoldoende de zelfstandige positie van de raad, die zijn
budgetrecht goed moet kunnen uitoefenen, wordt onderkend;
Concluderende dat:
daarom de uiteindelijke collegevoordracht in opdracht van de raad door van het
college onafhankelijke deskundigen zou moeten worden getoetst;
dan de raad een beter zicht heeft op eventuele onvoldoende uitwerking van
specialistische elementen in de voordracht zoals bijvoorbeeld risicoreservering en
open einderegelingen op cruciale onderdelen waar dat niet zou behoren te
gebeuren;

Jaar
2010
Afdeling
1
Nummer 37
Datum
3 februari 2010
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Motie
R
2
dan de raad een beter zicht kan krijgen op de toereikendheid van de begroting;
daarmee een echt goede afweging kan maken van het projectvoorstel;
deze werkwijze in andere landen heel gebruikelijk is,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
I
in een voordracht aan de raad over een project boven € 100 miljoen een
deelbudget van 1 promille van het projectbudget ter beschikking te stellen aan de
raad, om een eigen onafhankelijke toets op het projectvoorstel te laten uitvoeren,
tenzij er goede redenen worden aangevoerd om het in een concreet geval niet te
doen;
II
de toets die ten behoeve van de raad wordt uitgevoerd ten minste dient te
omvatten het toetsen van de kengetallen, de onderliggende scenario’s in de
business case, de planrisico’s, de bouwrisico’s, de juridische risico’s en de kosten
en baten van de af te sluiten verzekeringen en daarnaast een advies dient te
worden gegeven over de door het college ingerichte of in te richten
projectorganisatie;
III een nadere uitwerking te maken voor de wijze waarop deze toets door de raad
wordt gerelateerd of opgenomen in de Regeling Risicovolle Projecten;
IV deze uitwerking zo spoedig mogelijk voor te leggen aan de raad, uiterlijk in mei
2010.
Het lid van de gemeenteraad,
A. van Pinxteren
Toelichting.
Ad I
De bewijslast om aan te voeren dat een concreet project niet zodanig risicovol
is dat deze toets door de raad nodig is, ligt bij het college. Dat kan
bijvoorbeeld zijn omdat al op andere wijze in de toetsing is voorzien, of dat het
project weliswaar groot in omvang is, maar een laag risico kent. De raad kan
besluiten af te zien van het gebruik van dit budget.
Ad II
De precieze opdracht wordt per geval door de raad bepaald. De raad kan ook
besluiten dat in een concreet geval een simpeler opdracht voldoende is. De
griffie wordt verzocht hiervoor een procedure uit te werken.
Ad III Hierbij ook te voorzien in een procedure voor die projecten die weliswaar een
budget boven € 100 miljoen maar een relatief klein risico hebben, en die
gevallen die een wat kleiner budget maar juist een hoog risicoprofiel hebben.