Gemeente Amsterdam
Bestuursdienst

commissie VV


     
     

Datum12 maart 2009
Ons Kenmerk
Behandeld doorir. S. Jacobs
Doorkiesnummer     020 552 2748
Faxnummer020 552 2127
E-mailsjacobs@bda.amsterdem.nl
 
Onderwerp Financiële prognose Noord/Zuidlijn per 1 januari 2009

Geachte leden van de raad,

Met deze brief wil ik u informeren over de financiële prognose Noord/Zuidlijn uit de vierde kwartaalrapportage van 2008. Uit deze prognose blijkt opnieuw een stijging van kosten en risico's en een vertraging van de oplevertermijn.
In deze brief ga ik achtereenvolgens in op de achtergrond van deze prognose, de gesignaleerde kosten, opbrengsten, redenen voor vertraging, en op enkele specifieke geïdentificeerde risico's.

Achtergrond
Uit de financiële prognose van het vierde kwartaal 2007, aan u gepresenteerd in het voorjaar van 2008, kwam een veel somberder beeld naar voren dan eerder was verwacht. De prognose liet een kostenstijging zien van € 86,5 miljoen. Daarnaast werden er voor € 225,9 miljoen aan risico's geïdentificeerd. Voor toenmalig wethouder Herrema was dit reden om nog sterker dan daarvoor te gaan sturen op het identificeren van kosten en risico's. Dit heeft geleid tot een andere weging en waardering van risico's op het gebied van geld en tijd, hetgeen tot uitdrukking komt in deze nieuwe prognose. Daarnaast hebben de aanbevelingen van het auditteam Korf/Horvat tot nieuwe inzichten geleid. De incidenten op de Vijzelgracht hebben uiteraard ook tot de nodige kostenverhogingen en vertragingen geleid.

Auditteam Korf/Horvat
Naar aanleiding van de prognose van vorig jaar heeft het college aan het auditteam Korf/Horvat gevraagd om de planning en financiële analyse van het projectbureau door te lichten.

Het auditteam constateert in haar laatste rapportage dat er, sinds het begin van haar onderzoek, voortgang is geboekt op het terrein van projectbeheersing. Zo heeft het projectbureau een financieel directeur aangesteld en wordt er nadrukkelijker gestuurd op risicomanagement. Het auditteam constateert echter ook dat er nog veel moet gebeuren voordat er sprake is van een zodanige projectbeheersing dat er in onderlinge samenhang door het project Noord/Zuidlijn en het project Amsterdam Metrosystems (AMSYS, dit project gaat over de treinen, exploitatiesystemen en overige voorzieningen) wordt gewerkt aan een 'werkend vervoerssysteem'. Het Collegeonderschrijft de bevindingen van Korf/Horvat.
Er wordt nog teveel gedacht in delen van het project. Het eindproduct, een rijdende metro die onderdeel is van een bestaand openbaarvervoersysteem blijft hierdoor teveel buiten beeld.

Het College kiest ervoor om op een andere manier om te gaan met risico's. Risico's die zich met een kans van meer dan 90% zullen voordoen worden in het vervolg opgenomen in de kostenparagraaf. Deze nieuwe weging van de risico's heeft er mede toe geleid dat de risico's die in de vorige prognose werden geïdentificeerd zich nu deels manifesteren als kosten.

Op basis van de ervaringen van voorgaande jaren houdt het college een voorzichtigere planning aan. Nu worden ook risico's in de planning mee gewogen in de te verwachten opleverdatum. Dit leidt ertoe dat de metro met een zekerheid van 85% zal worden opgeleverd in het najaar van 2017.

Kosten
De financiële prognose laat opnieuw een kostenstijging zien. De nu geïdentificeerde kosten tellen op tot een totaal van € 320 miljoen. In de rapportage wordt daarbij een bandbreedte van € 30 miljoen naar boven en naar beneden gehanteerd. Tegenover de kosten staan zekare opbrengsten (uit BON-route middelen en middelen voor tunnelveiligheid) van in totaal € 52 miljoen. Naast deze zekere opbrengsten ziet het college nog voor ongeveer € 48 miljoen aan mogelijke opbrengsten.

Het college kiest ervoor om aan de kostenkant de onderkant van de bandbreedte te nemen. Het college doet dit om zo alle partijen op scherp te zetten wat betreft kosten- en risicobeheersing. Aan de opbrengstenkant boekt het college alleen de zekere opbrengsten in. Hoewel er goede kansen zijn om de opbrengsten te verhogen kiest het college er voor om deze opbrengsten pas te boeken als ze zeker zijn.

Het college geeft het Projectbureau een inspanningsverplichting ten aanzien van de geprognosticeerde kosten te sturen op de onderkant van de bandbreedte (€ 290 miljoen) en maximale inzet te plegen op kansen voor besparingen en extra opbrengsten.

Opbouw kosten
De kostenstijging is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de incidenten op de Vijzelgracht. Deels gaat het om directe kosten, zoals het herstellen van de diepwanden en het vergoeden van schade aan de panden. Daarnaast hebben de incidenten gezorgd voor gevolgkosten bij andere delen van het project. Ze zijn er bij het centraal station vertragingen opgetreden naar aanleiding van de incidenten.
De hogere kosten worden verder veroorzaakt door hogere kosten voor spoortechniek en afbouw, een toename van VAT (voorbereiding, administratie en toezicht) -kosten, hogere ramingen voor het schadebureau.

Het voorzichtiger benaderen van het project heeft er tot slot voor gezorgd dat bepaalde bouwrisico's op een andere, zwaardere manier worden gewogen. Ook dit zorgt voor hogere kosten. Deels voor de bouwrisico's zelf en deels voor de te nemen beheersmaatregelen.

Vertragingen
In de nieuwe prognose is op een andere manier naar de planning gekeken. Dit leidt ertoe dat met een zekerheid van 85% de Noord/Zuidlijn in het najaar van 2017 zal rijden.

De start van het boren van de metrotunnels is vertraagd tot begin 2010. Eerder aanvangen met het boorproces kan niet omdat de stations bij Rokin en Vijzelgracht voor die tijd niet klaar zijn.

De afgravingswerkzaamheden aan de stations Rokin en Vijzelgracht liggen stil. Deze zullen pas hervat worden als er een goedgekeurd herstelplan is en het duidelijk is dat de organisatie op orde is. De werkzaamheden aan de andere delen gaan verder. Met het projectbureau Noord/Zuidlijn is afgesproken dat voor eventuele risicovolle werkzaamheden expliciete toestemming van het bestuur nodig is.

Risico's
Een aantal risico's die kunnen leiden tot vertragingen en/of hogere kosten, zijn op dit moment nog niet meegenomen in deze prognose. Het gaat dan om risico's die op dit moment nog niet zijn te kwantificeren. Het college hecht er aan deze risico's wel nu al te benoemen. Deze risico's staan in de raadsvoordracht allen benoemd (pagina 8). In deze brief wil ik er drie uit lichten.

De ontwikkelingen in het denken over tunnelveiligheid maken dat er mogelijk een brandwerende coating moet worden aangebracht in de tunnelbuizen. Dit kan een vertraging betekenen van ongeveer negen maanden. Deze mogelijke vertraging is nog niet meegenomen in de ramingen. De komende tijd wordt met de brandweer gekeken naar de noodzaak voor deze maatregel.

Bij het herstelplan voor de stations Vijzelgracht en Rokin, zijn er risico's dat de werkplannen voor vriezen, boren en ontgraven niet op tijd klaar zijn. Dit komt door de herziene rolverdeling tussen de Dienst Milieu en Bouwtoezicht en het Projectbureau Noord/Zuidlijn en de zorgvuldigheid en nauwkeurigheid die bij het toetsen worden betracht. Ook bestaat hier een risico dat men langer moet vriezen dan eerder werd aangenomen en dat de ontgravingsproductie zal tegenvallen.

Op dit moment is voor de aanlanding van de Noord/Zuidlijn op station Zuid voorzien in een enkel spoor. Dit leidt ertoe dat er minder mensen vervoerd kunnen worden. Dit kan betekenen dat een scopewijziging vereist is die een keervoorziening op een andere locatie inhoudt. De technische implicaties en financiële risico's zullen in de komende tijd worden uitgewerkt. Deze mogelijke vertraging hangt samen met de met het feit dat er tot nog toe niet wordt gewerkt aan een 'werkend vervoerssysteem'. Het project is zodanig gericht op de technische kant van het bouwen van diepe stations en tunnels dat er weinig oog is voor de vereisten van het eindproduct, een rijdende metro die onderdeel is van een bestaand openbaar vervoersysteem.

De directeur IVV heeft als ambtelijk opdrachtgever de opdracht gekregen om toe te zien op de benodigde samenhang in denken over en werken aan het project. De uitwerking hiervan zal voor de zomer gereed zijn.

De risico's die specifiek samenhangen met het boorproces worden op dit moment bekeken en doorgerekend. Een rapportage hiervan is naar verwachting dit voorjaar klaar en zal apart met u worden besproken.

Veerman
Het College heeft toen de prognoses half februari 2009 bekend werden, besloten om een externe commissie onder leiding van oud minister Cees Veerman om advies te vragen. Deze commissie, die inmiddels aan de slag is, is gevraagd te adviseren over:
1.   De scope van het project. Dat betekent een advies te geven over de voortgang van het project In de meest brede zin, waarbij alle altematieven in beeld zijn en eveneens de maatschappelijke kosten en baten In ogenschouw worden genomen.
2.   De organisatie van het project.
3.   De financiering. Het College wiJ graag een advies over een mogelijk betere of allernatieve wijze van financieren.

De commissie Veerman is gevraagd om voor de zomer haar advies aan het College aan te bieden. Ook het Rijk heeft aangegeven het advies van de commissie Veerman af te wachten.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben,


Maarten van Poelgeest, Waarnemend Wethouder NoOrd/Zuidlijn