Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Raadsnotulen
R
1
Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum
11 maart 2009
Publicatiedatum
25 maart 2009
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 11 MAART 2009.
Aanwezig
: de leden mevrouw Alberts (SP), de heer Bakker (SP), mevrouw
Bergervoet (PvdA), mevrouw Boelhouwer (SP), mevrouw Bos (PvdA), de heer Van der
Burg (VVD), mevrouw Buurma-Haitsma (VVD), mevrouw Van Doorninck (GL), de heer
Van Drooge (CDA), de heer Flos (VVD), mevrouw Van der Garde (PvdA), mevrouw Gazic
(PvdA), de heer Geurts (GL), de heer De Goede (GL), mevrouw Graumans (PvdA),
mevrouw Hauet (PvdA), mevrouw Hoogerwerf (D66) (vanaf 14.50 uur), de heer Ivens
(SP), mevrouw Kaplan (PvdA), de heer Limmen (CDA), mevrouw Logtenberg (PvdA), de
heer Mahdi (PvdA), mevrouw Mahrach (PvdA), de heer Manuel (D66), mevrouw Manuela
(PvdA), mevrouw Meijer (SP), de heer Mulder (PvdA), de heer Nederveen (VVD),
mevrouw Ornstein (VVD), mevrouw Van Pinxteren (GL), mevrouw Van der Pligt (SP),
mevrouw Riem Vis (PvdA), de heer Roos (PvdA), de heer Sajet (PvdA), mevrouw
Sargentini (GL), de heer Straub (PvdA) (vanaf 19.30 uur), mevrouw Ulichki (GL), de heer
Ünver (PvdA) (vanaf 13.20 uur), de heer Verweij (VVD), mevrouw Willemse (PvdA), de
heer De Wit (VVD), de heer De Wolf (PvdA), de heer Van ’t Wout (VVD).
Afwezig
: de leden mevrouw Burke (PvdA), de heer Van der Meer (GL), de heer
Sajet (PvdA).
Aanwezig:
de burgemeester de heer Cohen (Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en
Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie) en de wethouders de heer Asscher
(Financiën, Economische Zaken, Onderwijs, Jeugdzaken), mevrouw Gehrels (Kunst en
Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop), de heer
Herrema (Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten), de heer Ossel (Zee- en Luchthaven, Armoede, Werk en Inkomen,
Diversiteit en Grotestedenbeleid), de heer Van Poelgeest (Ruimtelijke Ordening,
Grondzaken, Waterbeheer en ICT), mevrouw Vos (Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie,
Openbare Ruimte en Groen).
Afwezig:
geen der wethouders.
Middagzitting op woensdag 11 maart 2009
Voorzitter
: mr. M.J. Cohen,
burgemeester
, alsmede het raadslid de heer Nederveen,
plaatsvervangend voorzitter
.
Raadsgriffier:
mevrouw mr. M. Pe.
Verslaglegging:
Notuleerservice Nederland.
De
VOORZITTER
opent de vergadering om 13.03 uur.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
2
De
VOORZITTER:
Ik open de vergadering van de gemeenteraad van Amsterdam.
1
Mededelingen.
De
VOORZITTER:
Er is bericht van verhindering van de heer Straub wegens
werk, van mevrouw Burke wegens persoonlijke omstandigheden, van de heer Sajet
wegens ziekte en van de heer Van der Meer. Ik deel u verder mee dat er sprake zal zijn
van een avondzitting.
Ik deel u mee dat op 23 februari 2009 Ernst Dienaar is overleden. Hij zat van 1970
tot 1974 namens de Partij van de Arbeid in de gemeenteraad en werkte daarnaast als
advocaat. Ernst Dienaar was een groot liefhebber van de Amsterdamse grachten en wie
is dat niet? Behalve liefhebber was hij ook voorvechter van die grachten in een periode
dat dit nodig was. In zijn raadsperiode streed hij tegen het dempen van een aantal
grachten. Ook na zijn raadsperiode bleef hij actief bij de grachten betrokken, onder meer
via de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad. Het is spijtig dat hij de
mogelijke plaatsing van de grachtengordel op de Werelderfgoedlijst niet heeft kunnen
meemaken. Het heeft hem echter ongetwijfeld deugd gedaan dat daar wel aan gewerkt
wordt. Hij was lid van het vierkoppige hoofdstembureau en bovendien een trouw,
consciëntieus en betrouwbaar lid. Hij heeft die taak tot aan zijn overlijden op 82-jarige
leeftijd vervuld. Dat zegt veel over zijn toewijding. Ik stel u voor een ogenblik stilte in acht
te nemen.
(S
tilte
.)
Dank u wel.
2
Notulen van de raadsvergadering op 11 februari 2009.
De notulen worden goedgekeurd.
3
Vaststelling van de agenda.
De
VOORZITTER:
Ik stel voor, eerst na te gaan welke agendapunten zonder
discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden afgedaan.
4A
Brief van de heer T. Herrema, wethouder van Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Volkshuisvesting en Monumenten inzake zijn terugtreding als wethouder.
Dit punt wordt even aangehouden.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
3
5
Mondeling vragenuurtje.
Dit punt wordt even aangehouden.
6
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisneming
van:
1. het rapport van de gemeentelijke ombudsman inzake de tweede verzakking
van de Vijzelgracht;
2. de bestuurlijke reactie van het college van burgemeester en wethouders op het
rapport van de gemeentelijke ombudsman inzake de tweede verzakking van de
Vijzelgracht;
3. het incidentenplan;
4. de opdrachtformulering aan de commissie-Veerman
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 126).
Dit punt wordt even aangehouden.
7
Voordracht van de raadsleden mevrouw Van Pinxteren, mevrouw Bergervoet en
de heren Flos, Van Drooge, Bakker en Manuel inzake de enquête naar voorbereiding,
besluitvorming en uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn (Gemeenteblad afd. 1, nr.
124).
Dit punt wordt even aangehouden.
7B
Benoeming van de leden en de voorzitter van de enquêtecommissie inzake
voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 127).
Dit punt wordt even aangehouden.
5A
Benoeming van de leden voor de Commissie voor Welstand en Monumenten
2009 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 121).
Dit punt wordt even aangehouden.
De
VOORZITTER
nodigt de leden Mahdi, De Wit en Alberts uit, met hem het
bureau van stemopneming te vormen.
8

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
4
Voordracht van het presidium van 13 januari 2009 tot vaststelling van het
reglement van orde voor de raad van Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 19).
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 19 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
9
Voordracht van het presidium van 13 januari 2009 tot vaststelling van de
Verordening op de raadscommissies (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20).
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 20 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
10
Voordracht van het presidium van 27 februari 2009 tot vaststelling van de
Verordening op de fractieondersteuning 2009 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 117).
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 117 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
11
Voordracht van het presidium van 27 januari 2009 tot vaststelling van het rapport
van de Rekenkamer van Amsterdam inzake het toezicht op Accountancy en Advies
Amsterdam (ACAM) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 118).
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Van der Garde.
Mevrouw
VAN DER GARDE:
Ik wil er niet over spreken. Het presidium heeft hier
heel hard aan gewerkt. Ik wil daarom graag – en ik hoop dat ik dit namens de gehele raad
doe – het presidium van harte danken voor zijn inzet. Wij zien het niet echt, maar wij
maken er wel gebruik van.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 118 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
12
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 25 november
2008 tot kennisneming van het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam, getiteld: Duurzaam
durven, doen en doorgaan 2008-2012 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 76).
Dit punt wordt even aangehouden.
13

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
5
Preadvies van het college van burgemeester en wethouders van 25 november
2008 op de notitie van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 9 juni 2008, getiteld: Hoe
de SP Amsterdam mensen aan het werk wil helpen via een gemeentelijk re-
integratiebedrijf, en op de notitie van de raadsleden de heer Ünver en mevrouw Van der
Garde van 9 juni 2008, getiteld: Weer aan het werk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 107).
Dit punt wordt even aangehouden.
14
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 december
2008 tot kennisneming van de notitie Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg
Amsterdam 2009-2012 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 59).
Dit punt wordt even aangehouden.
15
Preadvies van het college van burgemeester en wethouders van 2 december
2008 op de notitie van de raadsleden mevrouw Burke, mevrouw Willemse, mevrouw Bos
en de heer Geurts van 19 februari 2008, getiteld: Een roodgroene coalitie zorgt voor
roodgroene daken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 61).
Dit punt wordt even aangehouden.
16
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 9 december
2008 inzake de vaststelling van de Visie Museumkwartier (Gemeenteblad afd. 1, nr. 108).
Dit punt wordt even aangehouden.
17
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 december
2008 tot vaststelling van de erfpachtconversies ten gunste van de grondexploitatie van het
Hamerstraatgebied (Gemeenteblad afd. 1, nr. 109).
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 109 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
18
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 20 januari 2009
tot vaststelling van het herziene investeringsbesluit voor het Sportpark Sloten
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 110).
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 110 van afd. 1 van het Gemeenteblad.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
6
19
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2007
tot vaststelling van de Bijzondere subsidieverordening basiskwaliteit woningbouw
marktsector Amsterdam 2008 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 111).
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 111 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
20
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2009
tot beschikbaarstelling van een krediet voor de realisatie van een bewaarhaven voor
pleziervaartuigen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 112).
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 112 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
21
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 december
2008 tot kennisneming van de tarieven voor de parkeervoorzieningen in 2009
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 113).
Dit punt wordt even aangehouden.
22
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 februari
2009 tot kennisneming van het onderzoek Economische effecten vertraagde oplevering
verbouwing Rijksmuseum (Gemeenteblad afd. 1, nr. 114).
Dit punt wordt even aangehouden.
22A
Actualiteit van het raadslid de heer Van der Meer van 6 maart 2009 inzake de
feestelijke opening van de Hermitage Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130).
Dit punt wordt even aangehouden.
23
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 februari 2009
tot beschikbaarstelling van een krediet voor een technologie-impuls in de uitvoering van
parkeerhandhaving (Gemeenteblad afd. 1, nr. 116).

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
7
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 116 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
24
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 10 februari
2009 tot vaststelling van de eerste begrotingswijziging van de begroting 2009
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 120).
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 120 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
25
GEHEIM (Gemeenteblad afd. 1, nr. 119).
Dit punt wordt even aangehouden.
26
GEHEIM (Gemeenteblad afd. 1, nr. 115).
Dit punt wordt even aangehouden.
4
Mededeling van de ingekomen stukken.
De
VOORZITTER:
Op verzoek van mevrouw Willemse wordt voorgesteld om het
raadsadres van voetbalclub GeuzenMiddenmeer en anderen in handen te stellen van het
college ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT.
Op verzoek van de heer Van Drooge wordt voorgesteld om het raadsadres van de
heer Post, voorzitter van het dagelijks bestuur van stadsdeel Amsterdam-Noord inzake de
veerverbinding Javakade-Motorkade in handen van het college te stellen ter afdoening en
een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
Conform besloten.
Ledenbrief van de VNG van 22 januari 2009 inzake Modelverordening
percentageregeling beeldende kunst.
Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
Raadsadres van de heer R. de Ruiter, namens Streaming Projects bv van
26 januari 2009 inzake de Noord/Zuidlijn en risicomanagement.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
8
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten.
Brief van de heer H.M. Meijerink, namens Hemony Advocaten van
12 januari 2009 inzake intrekking bezwaarschrift ex art. 7.1 AWB tegen
voorbereidingsbesluit.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
Raadsadres van een burger van 26 januari 2009 inzake de
Belastingdienst.
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
Raadsadres van een burger van 26 januari 2009 inzake belastingen die
ten goede moeten komen aan maatschappelijke en economische ontwikkeling.
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
Raadsadres van voetbalclub GeuzenMiddenmeer e.a., gericht aan het
college van burgemeester en wethouders, t.a.v. de heer M. van Poelgeest, wethouder
Ruimtelijke Ordening van 21 januari 2009 inzake onvoldoende sportmogelijkheden op
sportpark Voorland in Watergraafsmeer.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en
ICT.
Ledenbrief van de VNG van 19 januari 2009 inzake aanbieding van de
notities Zicht op integriteit en Registratie integriteitschendingen.
Besloten is, deze notities voor kennisgeving aan te nemen.
Raadsadres van burgers van 27 januari 2009 inzake de ingang aan de
Zandvoortselaan te Zandvoort van de Amsterdamse Waterleiding Duinen.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en
ICT.
Raadsadres van de heer B.J. Robbers, voorzitter van het Integraal
Burgwallen Overleg van 28 januari 2009 inzake overlast van boten in de Burgwallen.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
9
leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en
ICT.
10°
Raadsadres van mevrouw drs. E. Eshuis, voorzitter van de Amsterdamse
Raad voor de Stadsontwikkeling van 29 januari 2009 inzake de strategienota
Coalitieproject 1012.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter
zake.
11°
Brief van mevrouw C. Gehrels, wethouder Kunst en Cultuur, van
28 januari 2009 inzake de lancering van NY400.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
12°
Brief van de Onderwijsraad van 23 januari 2009 inzake aanbieding van
het advies Partners in onderwijsopbrengst en opbrengstgerichtheid en wegwerken van
tekorten.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
13°
Raadsadres van een burger, gericht aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, van 29 januari 2009 inzake dubbele loyaliteit.
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
14°
Raadsadres van een burger van 28 januari 2009 inzake aanvulling op zijn
eerdere raadsadressen over armoedebeleid.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie,
Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid.
15°
Raadsadres van mevrouw I. Kelderman, algemeen directeur van de
Stichting Streetcornerwork, gericht aan de leden van de Raadscommissie Zorg, van
2 februari 2009 inzake het project WorkForce.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare
ruimte en Groen.
16°
Brief van de heer D. de Jager, portefeuille Verkeer van stadsdeel
Westerpark, gericht aan de heer T. Herrema, wethouder Verkeer, van 28 januari 2009
inzake autovrije dag in stadsdeel Westerpark.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
10
17°
Raadsadres van de heer A.M.C.A. Hooijmaijers, voorzitter van
Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 28 januari 2009 inzake de
beslissing omtrent goedkeuring bestemmingsplan Amstelkwartier Binnendijks.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen, teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen
ter zake.
18°
Brief van de heer F. Ossel, wethouder Haven, van 2 oktober 2008 inzake
de samenwerking tussen Amsterdam en Rotterdam ten aanzien van Port Community
Systeem.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
19°
Raadsadres van burgers van 6 oktober 2008 inzake de actie voor de
bevordering van verkeersveiligheid van de Stadionweg na een dodelijk fietsongeval.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten.
20°
Brief van de Inspectie Werk en Inkomen van 4 februari 2009 inzake
aanbieding van het rapport Perspectief op duurzame uitstroom uit de WWB.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
21°
Raadsadres van een burger van 9 februari 2009 inzake een compliment
over de renovatie van het blok Admiralengracht 279-281.
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
22°
Ledenbrief van de VNG van 2 februari 2009 inzake de nota Verslag
conferentie Aanpak Racisme en Discriminatie.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
23°
Ledenbrief van de VNG van 28 januari 2009 inzake bedragen
leerlingenvervoer.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
24°
Brief van het Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs van 3 februari 2009
inzake aanbieding van de nota Pieken aan de Amstel deel 5, sector Hospitality.
Besloten is, deze nota voor kennisgeving aan te nemen.
25°
Ledenbrief van de VNG van 30 januari 2009 inzake participatiebudget.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
11
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
26°
Brief van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid van 19 januari 2009
inzake aanbieding van het Werkplan 2009 van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid.
Besloten is, dit plan voor kennisgeving aan te nemen.
27°
Raadsadres van mevrouw drs. E. Eshuis, voorzitter van de Amsterdamse
Raad voor de Stadsontwikkeling van 2 februari 2009 inzake de Visie Museumkwartier.
Besloten is, dit raadsadres te betrekken bij agendapunt 16, vaststelling van de
Visie Museumkwartier.
28°
Brief van de heer H.H.J. Mertens van 13 januari 2009 inzake aanbieding
van de rapportage van de Commissie Verbetering Bestuur Amsterdam, getiteld: De stad is
een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.
Besloten is, deze rapportage in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter
zake.
29°
Raadsadres van een burger, gericht aan stadsdeel Zeeburg, doorgeleid
op 12 februari 2009 aan de raad, van 17 januari 2009 inzake handhaving van de
bouwvergunning van het blok 31 IJburg.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en
ICT.
30°
Ledenbrief van de VNG van 27 januari 2009 inzake economische crisis –
Wat kunnen gemeenten doen?
Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
31°
Raadsadres van heer drs. R. Post, voorzitter van het dagelijks bestuur
van stadsdeel Amsterdam-Noord, gericht aan het college, van 30 januari 2009 inzake de
veerverbinding Javakade-Motorkade.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten.
32°
Raadsadres van de heer C. Vonk, secretaris van ROVER, regio
Amsterdam, van 10 februari 2009 inzake de doortrekking van de Noord/Zuidlijn naar
Amstelveen.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
12
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter
zake.
33°
Raadsadres van een burger van 4 februari 2009 inzake de verhoging van
het parkeertarief van de bewonersvergunning.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten.
34°
Raadsadres van een burger van 6 februari 2009 inzake het toestaan van
een nieuwe horecavestiging op het Waterlooplein 129 in het kader van de
bestemmingsplanwijziging Groot Waterloo.
Besloten is, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Centrum.
35°
Raadsadres van een burger van 11 januari 2009 inzake het uurtarief voor
alfahulpen in de thuiszorg.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare
ruimte en Groen.
36°
Raadsadres van een burger van 12 februari 2009 inzake wijziging van
betaald parkeren.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten.
37°
Raadsadres van de heer C. Vonk, secretaris ROVER, Regio Amsterdam,
van 12 februari 2009 inzake de aanleg van ‘De Rode Loper', de route tussen het Centraal
Station en het Weteringcircuit.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten.
38°
Raadsadres van een burger van 12 februari 2009 inzake The Gates to the
Future, de oprichting van een eigentijds monument in Amsterdam.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
13
leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en
ICT.
39°
Raadsadres van een burger, gericht aan het college, van 12 februari 2009
inzake een klacht over de behandeling door het stadsdeel Westerpark.
Besloten is, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Westerpark.
40°
Raadsadres van een burger van 9 februari 2009 inzake een concrete en
duurzame oplossing voor geloofsconflicten onder de mensheid.
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
41°
Ledenbrief van de VNG van 6 februari 2009 inzake inventarisatie van
investeringsprojecten.
Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
42°
Raadsadres van de heer J. Rol, voorzitter van de Vereniging
Stadsvervoerbelang van 16 februari 2009 inzake de inspraakreactie over de Visie
Museumkwartier.
Besloten is, dit raadsadres te betrekken bij agendapunt 16, vaststelling van de
Visie Museumkwartier.
43°
Raadsadres van een burger, gericht aan het college van burgemeester en
wethouders, van 15 februari 2009 inzake de ontwerpopgave Repetitief meubilair
Vondelpark.
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
44°
Raadsadres van een burger van 16 februari 2009 inzake het aanvullend
openbaar vervoer (aov) in de toekomst.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare
ruimte en Groen.
45°
Ledenbrief van de VNG van 17 februari 2009 inzake Prijs der Gemeenten.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
46°
Brief van burgemeester mr. M.J. Cohen van 18 februari 2009 inzake het
voorlopig besluit van het college van burgemeester en wethouders betreffende het advies
van de commissie-Mertens over het bestuurlijk stelsel.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
14
Besloten is, dit besluit in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter
zake.
47°
Raadsadres van een burger van 4 februari 2009 inzake het verzoek tot
uitbreiding van de SW-regeling.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie,
Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid.
48°
Raadsadres van de Stichting Child Support van 17 februari 2009 inzake
een klacht tegen de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling wegens onbehoorlijk handelen.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie,
Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid.
49°
Raadsadres van de Stichting Child Support van 17 februari 2009 inzake
een klacht tegen de wethouder Onderwijs en Jeugdzaken wegens onbehoorlijk bestuur.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie,
Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid.
50°
Raadsadres van burgers, gericht aan Nuon, van 21 februari 2009 inzake
een klacht over de tarieven en salarissen bij Nuon.
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
51°
Raadsadres van een burger, gericht aan de Dienst Belastingen, van
24 februari 2009 inzake de WOZ-waarde 2009.
Besloten is, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
52°
Ledenbrief van de VNG van 11 maart 2009 inzake de stand van zaken
betreffende de Dienstenrichtlijn.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
53°
Raadsadres van Wijn en Stael Advocaten bv, namens P1 Parking
Amsterdam, van 11 februari 2009 inzake de inspraakreactie op de nota van
uitgangspunten De Rode Loper.
Besloten is, dit raadsadres door te geleiden naar stadsdeel Centrum.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
15
54°
Ledenbrief van de VNG van 25 februari 2009 inzake de openstelling van
vacatures in de bestuurlijke organisatie van de VNG.
Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening.
55°
Ledenbrief van de VNG van 25 februari 2009 inzake de deelname aan de
benchmark Sturen op veiligheid.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
56°
Brief van mevrouw M.F. Stein, griffier van de gemeente Den Haag, van
11 februari 2009 inzake extra vergoeding voor raadsleden.
Besloten is, deze brief door te geleiden naar het presidium van de gemeenteraad
ter afdoening.
57°
Raadsadres van een burger van 24 februari 2009 inzake nevenfuncties
van raadsleden.
Besloten is, dit raadsadres door te geleiden naar het presidium ter afdoening.
58°
Brief van de heer drs. E.G.H. van Dijk, griffier van de gemeente
Waterland, van 24 februari 2009 inzake de aangenomen motie betreffende de toekomst
van het Markermeer en het IJmeer.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
59°
Raadsadres van het Zoölogisch Museum Amsterdam van 24 februari
2009 inzake de verdwijning van het Zoölogisch Museum Amsterdam van de Universiteit
van Amsterdam.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie,
Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop.
60°
Raadsadres van de heer F. Ligtvoet, voorzitter van de Huurdersvereniging
Amsterdam, van 9 februari 2009 inzake aanpassing van het tarief stadswarmte naar
aanleiding van introductie van het capaciteitstarief.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de
leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en
ICT en aan de leden van de Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport
en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
16
61°
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 19 februari
2009 inzake de beantwoording van de motie-Meijer, nr. 644 van 2007, over het preadvies
op de notitie-Willemse-Burke-Mulder: Netwerk van postzegels: ontmoetingsplekken.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
62°
Bezwaarschrift van bewoners van het Cerescomplex aan de
Weesperstraat van 25 februari 2009 inzake extra milieuvervuiling in de Weesperstraat.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter
zake.
63°
Brief van de heer T. Herrema, wethouder Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten inzake terugtreding als wethouder.
Besloten is, deze brief te behandelen bij agendapunt 4A.
64°
Brief van burgemeester mr. M.J. Cohen, namens het college van
burgemeester en wethouders, van 2 maart 2009 inzake de tijdelijke portefeuilleverdeling
na het vertrek van wethouder Herrema.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
65°
Brief van het dagelijks bestuur van stadsdeel Oud-Zuid van 3 maart 2009
inzake het besluit van deelraad Oud-Zuid over de Visie Museumkwartier.
Besloten is, dit besluit te betrekken bij agendapunt 16, vaststelling van de Visie
Museumkwartier.
66°
Raadsadres van de heer V. Geerling, voorzitter van de Vereniging
Spiegelkwartier, van 3 maart 2009 inzake het verzoek tot financiële ondersteuning van de
ondernemers in het Spiegelkwartier in Amsterdam.
Besloten is, dit raadsadres te betrekken bij agendapunt 22, onderzoek
economische effecten vertraagde oplevering verbouwing Rijksmuseum.
67°
Brief van de heer L. Asscher, wethouder Financiën, van 4 maart 2009
inzake aanbieding van het Financieel Meerjarenperspectief 2010-2013.
Besloten is, dit rapport te bespreken in de Raadscommissie Financiën,
Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven.
68°
Notitie van de raadsleden de heer M. Mulder en mevr. H.J.T. Willemse
van 9 maart 2009, getiteld: Een participatiefonds voor de woningbouw. Geen crisisbouw in
tijden van bouwcrisis (Gemeenteblad afd. 1, nr. 131).
Besloten is, deze notitie in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen om preadvies.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
17
69°
Brief van mevrouw drs. C.G. Gehrels, wethouder Bedrijven, van 9 maart
2009 inzake aanvullende informatie met betrekking tot beschikbaarstelling van een krediet
voor een technologie-impuls in de uitvoering van parkeerhandhaving.
Besloten is, deze brief te betrekken bij agendapunt 23, nr. 116, Krediet voor een
technologie-impuls in de uitvoering van parkeerhandhaving.
70°
Brief van de heer D. van der Horst van 10 maart 2009 inzake een
raadsenquête betreffende voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van de bouw van
de Noord/Zuidlijn.
Besloten is, deze brief te betrekken bij de agendapunten 6 en 7, Onderzoek naar
de besluitvorming omtrent de bouw van de Noord/Zuidlijn.
Besloten is tot het instellen van de enquêtecommissie Noord/Zuidlijn. Deze brief
zal derhalve in handen worden gesteld van de enquêtecommissie ter afdoening.
71°
Raadsadres van de heer N. van Paridon, hoofd Openbaar Vervoer van de
Stadsregio Amsterdam van 5 maart 2009 inzake uitfasering NVB in Stadsregio
Amsterdam.
Besloten is, dit raadsadres in handen te stellen van het college van burgemeester
en wethouder teneinde het te behandelen in de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer
en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
72°
Brief van de heer L. Asscher, wethouder Financiën en Economische
Zaken, van 6 maart 2009 inzake de start van de inspraak over de conceptstrategienota
Coalitieproject 1012 naar aanleiding van de notitie Resultaten consultatieronde
conceptstrategienota 1012.
Besloten is, de uitkomsten van de inspraakprocedure in handen van het college
van burgemeester en wethouders te stellen teneinde ze te betrekken bij de door hen in te
dienen voorstellen ter zake.
4A
Brief van de heer T. Herrema, wethouder van Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Volkshuisvesting en Monumenten inzake zijn terugtreding als wethouder.
Bij dit punt wordt betrokken ingekomen stuk nr. 63.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Herrema.
Wethouder
HERREMA:
Ik ben blij dat ik in de laatste vergadering waarin ik u mag
toespreken nog gezorgd heb voor een politieke noviteit. Een al afgetreden wethouder
spreekt u hier toe als in functie zijnde.
Van optimisme naar realisme. Dit was mijn analyse van de gezondheid van het
project Noord/Zuidlijn toen ik in 2006 bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het project
kreeg. Alhoewel ik blond ben, ben ik niet als dom blondje in het project gestapt. Er lagen

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
18
grote bestuurlijke opgaven. Nieuwe contracten, veiligheidsvraagstukken met De
Bovengrondse, professioneel risicomanagement, de moeilijke relatie met bewoners en
ondernemers en de vechtrelatie met aannemers. Ik wist dat het vooral een
slechtnieuwsgesprek met de stad zou worden, maar ik ben toch aan deze klus begonnen.
In het belang van het project en van de stad was meer realisme en risicobewustzijn
absoluut noodzakelijk. Ook de verhoudingen met bewoners en aannemers dienden sterk
verbeterd te worden.
Dit realisme heeft de afgelopen jaren geleid tot forse vertragingen en honderden
miljoenen euro’s meerkosten. Op basis van de laatste prognose is het einde daarvan nog
niet in zicht. Daarmee is de geloofwaardigheid van het project in het geding, om maar met
de woorden van de burgemeester te spreken. Het gaat ook verder. Het raakt ook de
geloofwaardigheid van het politiek handelen toen en nu. Gebleken is dat de aannames bij
het raadsbesluit om te starten weinig realistisch waren, met forse overschrijdingen die de
gebruikelijke risico’s bij grote projecten flink overstijgen. Ook de twee verzakkingen
leidden tot meer kosten en vertragingen.
Over de geboorte van het project en de uitvoering daarna zal – als u daartoe
uiteraard besluit – een raadsenquêtecommissie zich buigen. Of de raad bij zijn startbesluit
alle relevante informatie heeft gekregen, zal dan moeten blijken. Het is aan de
raadsenquêtecommissie om hierover uitspraken te doen en niet aan mij. Uiteraard zal ik
mijn kennis en kunde daarvoor volledig ter beschikking stellen.
De afgelopen maanden groeide ook mijn overtuiging dat de stad, maar ook het
projectbureau, nog niet klaar was voor het ingrijpende boorproces. Zowel de
voorbereiding van de uitvoering als de communicatie over de risico’s moeten beter
georganiseerd worden. De afschuwelijke gebeurtenissen in Keulen onderstrepen
nogmaals de keiharde noodzaak hiertoe. Ook deze conclusie leidt echter weer tot verdere
vertraging en kostenoverschrijdingen. Die tijd is echter absoluut noodzakelijk om de
werkzaamheden goed voor te bereiden.
Deze uitkomst – meer realisme en verantwoord verder gaan – valt onder mijn
bestuurlijke verantwoordelijkheid. Nu de ombudsman het proces van herstart bij de
Vijzelgracht als zorgvuldig kwalificeert, meen ik dat ik bestuurlijk persoonlijk niet veel
fouten heb gemaakt. Feit blijft wel dat ik verantwoordelijk ben en verantwoordelijkheid
draag voor de uitvoering en de daarbij gemaakte fouten. Ook foutieve aannames uit het
verleden vallen onder deze politieke verantwoordelijkheid.
Als geboren Fries uit een gereformeerd gezin is eigen verantwoordelijkheid mij
met de moedermelk bijgebracht. Een sorry-cultuur rond de Noord/Zuidlijn past niet in mijn
bestuursstijl en doet afbreuk aan de politieke geloofwaardigheid. Volgens sommigen is
mijn keuze een te strenge uitleg van de politieke verantwoordelijkheid, of van de
Carrington-doctrine voor zover die in de politiek bestaat. Ik deel die mening niet. Wanneer
een project zo uit de hand loopt en weinig van het idee bij het begin werkelijkheid wordt, is
de geloofwaardigheid in het geding. Niet alleen van het project zelf, maar ook van het
politieke handelen. In mijn opvatting mag er bij dit project in de politiek geen sprake zijn
van een sorry-cultuur. Wel van verantwoording afleggen en consequenties daaruit
trekken. Er staan dit jaar lastige afwegingen rond de Noord/Zuidlijn op uw agenda.
Verantwoord afmaken lijkt me ook dan het motto. En misschien helpt hierbij de spreuk: als
het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.
Je zou bijna vergeten dat mijn portefeuille uit meer dan de Noord/Zuidlijn bestond.
In wil tot slot een paar resultaten noemen waar ik trots op ben. Bij Verkeer noem ik
uiteraard de wielklem. Het is een klein symbool dat heel veel betekent. Ook de grote
overeenkomst met het Rijk over de wegverbreding van de A6, de A9 en de A10 en de

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
19
uitbreiding van het openbaar vervoer, de ov SAAL. De invoering van betaald rijden en de
invoering van de proef die dit jaar in de regio begint. Het verbeteren van het openbaar
vervoer met het opknappen van de metro en het bestellen van nieuwe metrostellen. En
natuurlijk de aanpak van onze lieverdjes, de Amsterdamse taxichauffeurs. Maar ook de
dienstverlening met de burgerservicecode en een veel realistischere benadering van het
project Antwoord. In de monumentensfeer de Unesco-voordracht voor de
Werelderfgoedlijst, het Amsterdams restauratiefonds en twee restauratie-kanjerprojecten:
de Oude Kerk en de Portugees Israëlische Synagoge. Daarnaast meer aandacht voor het
jonge erfgoed in deze stad. Bij Wonen denk ik vooral aan de niet mogelijk geachte
overeenkomst met de corporaties Bouwen aan de stad, in het begin van deze periode,
samen met wethouder Van Poelgeest. Ook de Parkstaddeal die de stedelijke vernieuwing
in West een socialer en meer op de bewoners gericht gezicht heeft gegeven. Daarna de
wijkaanpak waardoor vele miljoenen euro’s extra in de Amsterdamse wijken wordt
gestoken, met veel ruimte voor bewonersinitiatieven.
Ik was nog niet klaar met Amsterdam. En uit de vele reacties uit alle hoeken van
mijn portefeuille blijkt dat ook veel bewoners en organisaties nog niet klaar met mij waren.
Toch scheiden onze wegen door het project dat diepe sporen in de stad trekt.
Ik dank het college voor de collegiale samenwerking in de afgelopen jaren. Ik
dank de commissie en de raad voor het in mij gestelde vertrouwen en de constructieve
wijze van samenwerken. Dank ook aan het personeel van de gemeente voor alle
ondersteunende werkzaamheden in welke vorm dan ook. Het verschil wordt uiteindelijk
gemaakt in de uitvoering. Speciaal dank aan mijn directe team met Anneke en Marloes.
Ik dank de stad Amsterdam dat ik hem de afgelopen jaren met lef en liefde heb
mogen dienen.
(
Applaus
.)
De
VOORZITTER:
Beste Tjeerd, leden van de raad, dames en heren, donderdag
19 februari 2009 kondigde Tjeerd Herrema aan dat hij zijn wethouderschap zou
neerleggen. Dat was voor velen, ook voor ons in het college en voor mij, een verrassing.
In 2002 begon Tjeerd Herrema als wethouder met een stevige portefeuille. Na zijn
stadsdeelvoorzitterschap van Zeeburg stond zijn koffer al klaar voor een lange reis naar
Nepal toen hem werd gevraagd om als wethouder de verantwoordelijkheid te nemen voor
een aantal stoere dossiers vol zand en stenen, beton en asfalt. Wonen, Verkeer, Vervoer
en Monumenten. Allemaal tastbare zaken en vooral ook zichtbare zaken. Tjeerd was zich
er heel goed van bewust dat het juist in deze schijnbaar harde dossiers ook over mensen
gaat en hij wist dat ook uit te dragen. Hij droeg de verantwoordelijkheid over alle zaken
waar Amsterdammers dagelijks tegen aankijken, in wonen of over struikelen. Hij vond dat
niet erg, hij wist waar hij aan begon. Hij voelde gepaste trots bij het feit dat hij leiding
mocht geven aan een prestigieus en complex project als de Noord/Zuidlijn. Hij beet zich
vast in de materie. Hij was tevreden over de huzarenstukjes van de lijn. De complexe
technieken, de vorderingen, bijvoorbeeld in Amsterdam-Noord bij de Sixhaven. Hij was
ook kritisch. Inmiddels is mede dankzij zijn inspanningen het project verzekerd en is een
flink aantal risico’s in contracten met aannemers afgekocht. Zijn leidraad was, hij zei het
net nog eens: het optimisme dat nodig is als motor om een ambitieus project te beginnen,
moet in de uitvoeringsfase plaatsmaken voor realisme. Dat realisme heeft een flink aantal
tegenvallers zichtbaar gemaakt, nog afgezien van de problemen bij de Vijzelgracht.
Daaruit heeft Tjeerd uiteindelijk politieke consequenties getrokken.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
20
In zijn verklaring op 19 maart 2009 zei Tjeerd: “De lijst met argumenten om te
blijven is lang. 2009 is een oogstjaar. Op de vele terreinen van mijn portefeuille ben ik
trots op de dingen die we in de stad in gang hebben gezet.” Vervolgens ging alle
aandacht in die verklaring – hoe kan het ook anders – uit naar dat ene project, de
Noord/Zuidlijn. Laat ik ook een paar van de andere wapenfeiten van Tjeerd noemen.
Dingen die ons allen welbekend zijn, maar die zoals we weten snel ondergesneeuwd
dreigen te raken in het licht van dat ene moeilijke prachtproject. Ik citeer opnieuw Tjeerd
in zijn verklaring.
Ik noem bij het dossier Wonen Bouwen aan de Stad en de Woonvisie. Concreet
gezegd: stevige afspraken met corporaties over datgene wat zij moeten leveren op de
woningmarkt. De wijkaanpak, een woord met een wereld daarachter. De stappen op het
taxidossier. De invoering van de kwaliteitstaxi op het CS. Het overtuigen van Den Haag
om meer lokaal mogelijk te maken. De proef met de kilometerheffing die er nu komt. De
nominatie van de grachtengordel voor de Werelderfgoedlijst. Voorrang voor een Gezonde
Stad. Onder die noemer is een flink aantal zaken in gang gezet. De milieuzone, de
parkeertarieven, de uitbreiding van de Park and Rideterreinen, de regeling Autodelen.
Raadslid Robert Flos zal Tjeerd ongetwijfeld eeuwig dankbaar zijn voor de een-tweetjes
die zij over de parkeertarieven hebben gehad. Op dat laatste dossier, maar eigenlijk bij
alle onderwerpen, liet Tjeerd zich kennen als een bekwaam bestuurder. Slim in het
politieke spel, recht door zee, niet bang, integer en daadkrachtig.
Als we dat lijstje bekijken, en het is natuurlijk maar een greep uit wat hij allemaal
gedaan heeft, dan zijn het feitelijk stuk voor stuk moeilijke prachtprojecten. Oneerbiedig
gezegd: rotklussen. Maar wel mooie rotklussen. Het Parool noemde hem om die reden
ooit de bad guy van het college. Er waren echter ook andere klussen zoals de
dienstverlening. Hij heeft de burgerservicecode ingevoerd, afspraken en termijnen
waaraan de gemeente zich moet houden bij contacten met de burger. Hij had meer
ambities op dat terrein. De dienstverlening aan burgers stond bij hem hoog in het vaandel.
Steeds weer hamerde hij er bij al zijn ambtenaren op dat brieven van burgers netjes en
tijdig moesten worden afgehandeld. Ik zei in het begin al dat hij nooit uit het oog verloor
dat het allemaal om mensen gaat. Wat merkt de Amsterdammer hiervan, was een van zijn
stereotiepe uitroepen achter de schermen. Iedere vrijdag was hij de hort op. Dan liet hij
het stadhuis en alle ambtenaren een dagje voor wat ze waren en trok hij erop uit om te
praten met Amsterdammers op straat.
Tjeerd, je was voor ons, en dan spreek ik zonder enige twijfel voor iedereen in
deze zaal, geen bad guy. Voor ons was en ben je een good guy. Iemand met het hart op
de juiste plaats. Iemand die met rechte rug en opgeheven hoofd deed wat jij vond dat
moest gebeuren. Tjeerd, jij was het die de Geurt Brinkgrevebokaal in het leven riep voor
de beste herbestemming van een pand. Ik hoop en verwacht dat je een mooie
herbestemming vindt. Namens college en raad, hartstikke bedankt.
(
Applaus
.)
De
VOORZITTER
schorst de vergadering.
De
VOORZITTER
heropent de vergadering.
5
Mondeling vragenuurtje.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
21
Vragen van het raadslid Flos inzake gevolgen van de milieuzone voor de
voedselbank Amsterdam.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Flos.
De heer
FLOS:
Het college heeft armoedebestrijding hoog op zijn prioriteitenlijst
staan. De voedselbanken moeten de stad uit. Het college heeft het milieu hoog op zijn
prioriteitenlijst staan. De vieze vrachtwagens moeten de stad uit. De VVD vindt overigens
ook dat vieze vrachtwagens de stad uit moeten. Wij vinden ook dat voedselbanken in feite
niet nodig zouden moeten zijn, maar als ze het gevolg zijn van een particulier initiatief,
vooruit dan maar. Wij werden laatst opgeschrikt door een artikel in het Noord-Hollands
Dagblad dat hier niet zo heel veel gelezen wordt, maar dat deels waar blijkt te zijn. Er is
een vrachtwagen van een voedselbank uit de Zaanstreek voor zover ik weet, die
binnenkort Amsterdam niet meer in mag om voedsel van het Foodcenter of van andere
locaties in Amsterdam naar een voedselbank buiten Amsterdam te brengen. Mocht dit
waar zijn, dan vinden wij het doorgeslagen milieugekte. Misschien kan het college ons
echter geruststellen. Daarom hebben wij een aantal vragen.
Is het college met de VVD van mening dat organisaties als de voedselbank door
de ingevoerde milieuzone in grote problemen raken? Zo ja, is het college bereid om deze
situatie voor de voedselbanken niet alleen kortstondig met een tijdelijke ontheffing, maar
ook langdurig, dus met een ontheffing die langer duurt dan een jaar, op te lossen?
Is het college bereid om ook voor de voedselbanken in de regio deze uitzondering
te maken?
Is het college met de VVD van mening dat ook voor andere organisaties,
bijvoorbeeld in de kunst- en cultuursector, de kosten voor een nieuwe vrachtwagen niet
zijn op te brengen? Deze organisaties zouden misschien een nieuwe vrachtwagen
moeten kopen, wat ten koste zou gaan van de armoedebestrijding waaraan deze
stichtingen een bijdrage leveren.
Is het college met de VVD van mening dat de Amsterdammers en de
Amsterdamse economie er niet bij gebaat zijn als organisaties als de voedselbank of
ondernemers in de kunst- en cultuursector die de aanschaf van een vrachtwagen de das
om zou doen, door de milieuzone worden gedwongen hun werkzaamheden te staken dan
wel grote sommen geld uit te geven aan een nieuwe vrachtwagen in plaats van aan
activiteiten waarvoor ze primair bedoeld zijn?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Vos.
Wethouder
VOS:
Ik beantwoord de vragen van de heer Flos graag. Ik ben het met
hem eens dat we in alle redelijkheid naar dit soort situaties moeten kijken. Daarom heeft
het college naast de milieuzone voor vrachtauto’s een gemeentelijk ontheffingsbeleid voor
de milieuzone voor vrachtauto’s vastgesteld. Daarbinnen bestaat de mogelijkheid om aan
bedrijven een langdurige ontheffing van maximaal een jaar te verlenen. De commissie die
dit beoordeelt, kijkt speciaal naar de situatie van het bedrijf. Als het dusdanig kwetsbaar is
dat de continuïteit in gevaar komt, dan is dat een grond om ontheffing te verlenen. Er kan
natuurlijk ook in algemenere zin geoordeeld worden dat de nadelige gevolgen zeer veel
zwaarder zijn dan het positieve effect van de milieuzone. De commissie bekijkt in alle
redelijkheid de gevolgen die de milieuzone mogelijk voor het bedrijf heeft. De
investeringssom kan buitenproportioneel zijn in relatie tot het doel van de milieuzone. Dat

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
22
heeft ertoe geleid dat de voedselbank in Amsterdam een langdurige ontheffing van een
jaar heeft gekregen. Ze kan die periode gebruiken om naar oplossingen te zoeken. Een
mogelijkheid zou kunnen zijn om via fondsen en sponsoren een schoner voertuig aan te
schaffen. Haar is de kans geboden om naar een oplossing te zoeken. Mocht ook na een
jaar geen oplossing voorhanden zijn, dan bestaat opnieuw de mogelijkheid om een
verlenging van de ontheffing te vragen. Die mogelijkheid bestaat.
Het mag duidelijk zijn dat we in dat jaar een oplossing voor dit probleem proberen
te zoeken. Ik zal er zelf ook over meedenken. Dit is een algemeen geldende regeling die
ook voor de voedselbanken in de regio geldt. Ook allerlei andere organisaties of bedrijven
waarvoor het invoeren van de milieuzone tot buitenproportionele effecten leidt, kunnen
een beroep op deze regeling doen. Ze kan ook gelden voor andere sectoren die u noemt,
in de kunst- en cultuursector. Ik heb begrepen dat uit die hoek nog geen ontheffingen zijn
aangevraagd. Aan de ene kant is er het economische belang van het bedrijf. Dat mag niet
disproportioneel geschaad worden. Aan de andere kant staat het belang van de
milieuzone. Die hebben we niet voor niets in deze stad ingesteld. Dat belang dient ook
gewaarborgd te worden en de commissie zal dat steeds moeten afwegen. Volgens mij
heb ik hiermee al uw vragen beantwoord.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Flos.
De heer
FLOS:
Ik ben deels tevreden met de antwoorden en deels niet. Ik ben
tevreden over het feit dat er een commissie bestaat die ontheffingen verleent en dat er in
deze concrete gevallen ontheffingen zijn verleend. Ik ben iets minder tevreden over het
feit dat de wethouder zegt dat het om een langdurige ontheffing gaat, maar we praten hier
over een ontheffing van maximaal een jaar, waarna de situatie opnieuw kan worden
bekeken. Ik vraag me ten principale af of wij een organisatie als de voedselbank moeten
vragen om 50.000 euro aan sponsorgelden te vinden voor een nieuwe vrachtauto terwijl
ze dat geld veel beter zou kunnen besteden aan voedselpakketten. Mijn vraag is daarom
of u bereid bent om de voedselbanken een langdurige ontheffing van bijvoorbeeld vijf jaar
te geven en deze regels ook op andere bedrijven toe te passen. De volledige omvang van
de economische crisis was ten tijde van het instellen van de milieuzones nog niet
duidelijk. Het zou slecht zijn om bedrijven slechts voor een jaar zekerheid te bieden en
niet langer. Ook daarover is mijn vraag of de wethouder bereid is om de langdurige
ontheffing van een jaar om te zetten naar meerjarige ontheffingen.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Vos.
Wethouder
VOS:
Natuurlijk moet elk geval bekeken worden. Ik begrijp uw zorgen
over de voedselbank. Die deel ik ook. Ik ben er echter niet voor om voor een organisatie
een uitzondering te maken. Ik vind het verstandig om voor een beleid te kiezen waarbij
we, wanneer een organisatie failliet dreigt te gaan of in buitenproportionele problemen
dreigt te raken, de mogelijkheid van een ontheffing bekijken. Dat is in dit geval ook
gedaan. Volgend jaar zal dit opnieuw bekeken worden. Ik ben er echter niet voor om al op
voorhand te zeggen: u krijgt een ontheffing voor vele jaren. Wij kijken ook naar andere
bedrijven in de stad, want er zijn natuurlijk ook andere bedrijven die mogelijk in de
problemen kunnen komen. De regel dat een bedrijf niet failliet mag gaan door het
invoeren van de milieuzone geldt voor iedereen. Iedereen kan er ook een beroep op
doen. Langs die lijn zou ik graag willen kijken naar uitzonderingen. Ik ben zelf uitdrukkelijk
bereid om te bekijken of we binnen een jaar voor de voedselbank een andere oplossing

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
23
kunnen zoeken. Ik wil me daar uitdrukkelijk ook zelf mee bemoeien. Mocht het niet lukken,
dan kunnen we volgend jaar de situatie opnieuw bekijken en bezien hoe we andere
oplossingen kunnen zoeken.
Vragen van het raadslid Van Drooge inzake het stopzetten van de online
concertzender Fabchannel per 13 maart 2009.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van Drooge.
De heer
VAN DROOGE:
Afgelopen vrijdag werd duidelijk dat de Amsterdamse
online concertzender Fabchannel ermee stopt. Aankomende vrijdag gaat de website op
zwart en is het gedaan met live-uitzendingen van concerten in Paradiso en de Melkweg
op internet. Daarmee komt een einde aan wat ik enigszins badinerend een van de love
baby’s van deze wethouder noem. Schreef wethouder Gehrels immers niet vol trots in de
notitie Amsterdams mediabeleid 2009-2013 dat “de snelle groei van onder andere
Fabchannel laat zien dat Amsterdam voor Nederland, maar ook voor de rest van de
wereld toonaangevend is op het terrein van de media”? De gemeente heeft een groot
financieel belang in Fabchannel, 25%. De beëindiging van de uitzendingen roept bij het
CDA een aantal vragen op.
Hoeveel geld heeft de gemeente Amsterdam in totaal in Fabchannel gestopt?
Hoeveel geld is Amsterdam definitief kwijt nu Fabchannel ermee stopt?
Wat heeft de deelname van de gemeente in Fabchannel Amsterdam opgeleverd?
Wat is bijvoorbeeld de economische spin-off geweest? Hoeveel mensen keken er eigenlijk
naar de concerten op Fabchannel?
Stopt Fabchannel ermee omdat er geen advertenties meer worden verkocht of
omdat er alleen maar concerten van C-artiesten werden uitgezonden?
Was het niet te voorzien dat grote platenmaatschappijen niet staan te trappelen
om de uitzendrechten van hun A-artiesten weg te geven?
Hoe stevig was destijds eigenlijk de businesscase op basis waarvan het college
besloot om in Fabchannel te stappen?
Vindt de wethouder van Cultuur het nog steeds een overheidstaak om te
participeren in een online concertzender? Vindt de wethouder dergelijke uitgaven in het
licht van de economische recessie waarmee we nu kampen nog steeds verantwoord?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Gehrels.
Wethouder
GEHRELS:
Dank u wel voor uw vragen. Ik hoorde vorige week, op
5 maart 2009, na de commissievergadering dat dit zou gebeuren. Ik heb u toen dus niet
kunnen informeren, maar nu wel. Fabchannel heeft negen jaar bestaan. U spreekt over
een love baby. Dat was het van het Ministerie van EZ en van het Ministerie van OCW lang
voordat Amsterdam een deelneming kreeg in 2007. Het groeide heel snel. In november
2007 was er nog sprake van 7000 unieke bezoekers per dag en nu zijn het 15.000 unieke
bezoekers, dus dat is nogal wat. Over het geld kunnen we in de commissie spreken.
Omdat het om gevoelige informatie gaat, weet u dat wij eerder deze besluiten kabinet
hebben behandeld. Ik wil u ook voorstellen om dat nu ook te doen, ook omdat op dit
moment nog allerlei zaken uitgezocht worden. De balans tussen kosten en baten is
vandaag nog niet helemaal op te maken. Ik zal mijn best doen om op 26 maart 2009 de
stand op dat moment met u te bespreken.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
24
Wat heeft onze deelname opgeleverd? Ik noemde u al een aantal
bezoekerscijfers, die waren heel hoog. Er was een Nederlandse en een Engelse site,
maar ook een Duitse en een Spaanse. Er staat nu onder andere een HD-studio in
Paradiso waar vooral het Ministerie van OCW in heeft geïnvesteerd. In 2008 is de site
uitgeroepen tot beste entertainmentsite van 2008. Er is 1,5 miljoen keer gestemd. Het
publiek koos Fabchannel als beste in de categorie entertainment. Het heeft de Heipaal
2008 gewonnen, een prijs van een vooraanstaand vakblad in de entertainmentbranche.
Het zag er daarom heel goed uit. Ik moet u zeggen dat het er in januari 2009 nog steeds
goed uitzag. Waarom ging het dan toch mis? De rechten blijven een groot punt van
discussie, dat weten we. We hebben dat ook steeds gemerkt. Er zijn wel vorderingen
geboekt, maar het blijft een punt van discussie. Het ging overigens niet om C-artiesten,
maar A-artiesten en in een zeldzaam geval B-artiesten, een beetje afhankelijk van degene
die de artiesten categoriseert. C-artiesten heb ik niet gezien.
We hebben de businesscase behandeld en destijds als stevig betiteld. We
hebben toen ook gesproken over het publieke belang. Dat is wat mij betreft niet
veranderd. Mijn opvatting over wat wel en geen overheidstaak is, is niet veranderd. Mijn
opvatting over hoe de wereld er nu voor staat, is natuurlijk wel veranderd sinds oktober
2007. We zijn nu anderhalf jaar verder. Ik zei al dat het er in januari 2009 allemaal nog
heel redelijk uitzag, maar het afketsen van een aantal deals met grote bedrijven en
platenmaatschappijen heeft wel degelijk te maken met de kredietcrisis waar we nu in
zitten. Ik ben ook bang dat dit niet de laatste culturele instelling is die we dit jaar hier
bespreken.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van Drooge.
De heer
VAN DROOGE:
Dank u wel, wethouder, voor de antwoorden. We
stemmen er natuurlijk volledig mee in om het financiële deel kabinet in de commissie te
behandelen. Mijn vraag blijft echter: hadden we niet kunnen voorzien dat de
rechtenkwestie waarover men nu struikelt een probleem zou vormen? Was dat in de
businesscase niet duidelijk? In januari 2009 gaat alles nog goed, we zijn nu twee
maanden verder, er ketsen een paar grote deals af en de zender gaat kopje onder. Dat
lijkt mij een beetje veel van het goede. Konden we dat niet voorzien?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Gehrels.
Wethouder
GEHRELS:
Ik wil nuanceren dat de zender kopje onder gaat. De raad
van commissarissen heeft in overleg met de aandeelhouders besloten om de zaak
voorlopig te bevriezen. De holding gaat als het ware slapen. U zegt dat de zender op
zwart gaat, dat is ook zo, maar hij kan op een gegeven moment ook weer op wit gaan als
de tijd daar is. Dat nuanceert uw opmerking dat hij kopje onder gaat. Dat is belangrijk. Het
is ook niet opeens gebeurd, dat geldt ook voor de rechten. We wisten al heel lang dat die
kwestie speelde. Dat is bijvoorbeeld ook bij Cultureplayer het geval. Iedereen in de
branche zegt dat dit op een goede manier geregeld moet worden. Dat is een enorme
zoektocht. Raadpleegt u er juristen maar eens over. We hebben een aantal stappen
gezet, maar niet genoeg om ze op dit moment ten goede te laten komen aan de
businesscase. In een ander economisch tij was dat misschien anders geweest.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Ivens.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
25
De heer
IVENS:
Op 26 maart 2009 zullen we horen met hoeveel risico’s de
gemeente heeft ondernomen. Dat is iets waarvoor we altijd moeten uitkijken. Toen we
destijds over deze deelneming spraken, bestonden die risico’s ook al. Toen werd al
gezegd dat de grote platenmaatschappijen niet mee wilden doen. Nu verschuilt u zich
achter de economische crisis. Waarom, want deze risico’s bestonden destijds ook al? U
wilde er destijds een publieke taak van maken en geen private taak. U definieerde de
publieke taak toen als citymarketing. We gaan Amsterdam promoten. U noemde de
bezoekers van de website. Volgens mij was het daar nooit om te doen, maar was het
bedoeld om het toerisme in Amsterdam een extra oppepper te geven. Kunt u zeggen wat
het resultaat van Fabchannel op dat gebied is geweest?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Gehrels.
Wethouder
GEHRELS:
Het feit dat er naast een Nederlandse en een Engelse ook
een Duitse en een Spaanse site is, zegt al iets. 15.000 unieke bezoekers per dag zegt
ook iets. Dat is gemiddeld Ahoy. Een gemiddeld theater in Amsterdam is niet eens zo
groot. De effecten in termen van citymarketing kan ik u op dit moment niet noemen. We
hebben het wel gevolgd en ik zal de cijfers op 26 maart 2009 voor u meenemen. We
hebben van tevoren de risico’s geïnventariseerd. We wisten dat het een deelneming
betrof waarover geen maximale zekerheid was te geven. Daarom heb ik altijd het publieke
belang benadrukt. Het is een innovatief instrument. Als het klip-en-klaar was geweest dat
er een rendement op te behalen viel, dan was de markt er wel eerder ingestapt. Dat
wisten we, want dat hebben we toen ook met elkaar besproken.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Roos.
De heer
ROOS:
De gemeente neemt deel in dit soort ondernemingen, niet omdat
ze belegt, maar omdat er een publiek belang gediend wordt dat niet goed door de markt
wordt behartigd. Naast datgene wat de heer Ivens al zei, toerisme, ging het ook om
ondersteuning van het al ingezette beleid op cultuurgebied. Kan Cultureplayer nu nog
verder gaan of is daar ook een rem op gezet?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Gehrels.
Wethouder
GEHRELS:
Dat is precies een punt dat nu naar voren komt. Het is ook
een pijnpunt, want Fabchannel leverde de kennis en de technologie en simpelweg ook
mensen. Dat geldt overigens niet alleen voor Cultureplayer, maar ook voor het IDFA. Dat
was een heel belangrijke klant en is nu even zoekende. Ik zal u er op 26 maart 2009 meer
over vertellen, maar het is een heel goed punt.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Limmen.
De heer
LIMMEN:
De wethouder zei dat ze afgelopen donderdag 5 maart 2009
de raad hierover niet kon informeren omdat ze dit toen nog niet wist. Dat zei ze aan het
begin van haar eerste termijn. Vervolgens zegt ze in haar antwoord dat er al langer
problemen waren en dat er ook al langer over werd gesproken. Hoe verhoudt zich dat met
elkaar?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Gehrels.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
26
Wethouder
GEHRELS:
Ik kan u een uitgebreide chronologie geven. Wij kregen
elke drie maanden een soort voortgangsrapportage. Ik zei u dat het er in januari 2009
allemaal nog redelijk uitzag. Het beeld was toen nog positief, maar daarna viel een
sponsordeal weg. Daarna bleek dat de cijfers tot en met juli 2009 op het randje van de
businesscase zaten. De zender gaat dus ook niet kopje onder. We hebben besloten om
ermee te stoppen. Dat heeft ook te maken met de vooruitzichten. Als het economisch tij
anders was geweest, dan waren we misschien nog een kwartaal doorgegaan. We hebben
mijlpalen afgesproken. Het geld dat we ter beschikking hebben gesteld is in tranches
verdeeld. Als men een mijlpaal haalt, dan krijgt men de volgende tranche. De eerste
mijlpaal was gehaald en in juni 2009 zouden we bekijken of de tweede was gehaald. We
voorzien nu al dat dit niet zo zal zijn dus daarom denk ik dat dit besluit op een goed
moment genomen is. De zaak is ook niet uit onze handen gegleden of zo. Het was een
heel actief besluit.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Nederveen.
De heer
NEDERVEEN:
Naar aanleiding van de uitlatingen van de wethouder stel
ik vast dat zij verzuimd heeft om de gelegenheid te baat te nemen om de raad hierover –
eventueel vertrouwelijk – te informeren. U ziet al enige tijd dat er zwaar weer op komst is
voor een partner waarbij wij financieel betrokken zijn. Ik begrijp dat u willens en wetens
hebt nagelaten de raad daarover al dan niet vertrouwelijk te informeren. Ik wijs dat af.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Gehrels.
Wethouder
GEHRELS:
Ik ben het vanzelfsprekend niet met u eens. Ik wees u op
de situatie in januari 2009. Ik noemde de driemaandelijkse rapportages. Ik zei u dat we
een actief besluit hebben genomen. Ik doe dat nu naar aanleiding van vragen. Ik heb u
gezegd dat ik bij de vorige commissievergadering nog niet op de hoogte was van de
kennis die ik nu heb. Ik zal u de volgende vergadering informeren over de precieze gang
van zaken.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer De Goede.
De heer
DE GOEDE:
Ik stel voor dat we dit inhoudelijk in de komende
commissievergadering bespreken en daarbij terugkijken. Ik wil nu even vooruitkijken. Een
groot deel van mijn fractie heeft alle mooie concerten nog niet gezien. Dat geldt voor veel
raadsleden. Welke mogelijkheden zijn er om ervoor te zorgen dat de zender vrijdag niet
op zwart gaat en dat de huidige concertregistraties behouden blijven en ook worden
uitgezonden? Bent u als aandeelhouder in het bedrijf bezig om te bekijken of het mogelijk
is om in ieder geval de inhoud veilig te stellen voor iedereen die hem wil zien?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Gehrels.
Wethouder
GEHRELS:
De inhoud is veiliggesteld en zit in de bv waarvan wij
aandeelhouder zijn. Het vreemde is dat het bewaren van de inhoud helemaal geen geld
kost. Die is van de bv en is veiliggesteld. Uitzending ervan kost wel geld omdat we dan
Buma/Stemra-rechten moeten betalen. Dat zijn kosten die we op dit moment niet willen
maken. Mochten uw collega’s nog eens willen kijken, dan zal ik ernaar vragen en kunnen

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
27
we op 26 maart 2009 bezien wat we op dat vlak kunnen doen. Voor het grote publiek zal
dat op korte termijn absoluut niet meer kunnen. Tegen de heer Van Drooge zei ik al dat
na zwarte tijden misschien weer anders gekleurde tijden komen.
Vragen van het raadslid Boelhouwer inzake het voornemen van
Amsterdam om voorlopig niet in windenergie te investeren.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Boelhouwer.
Mevrouw
BOELHOUWER:
Ik zal vier vragen stellen die ik kort even zal inleiden.
De kredietcrisis heeft vrijwel de gehele wereld in haar greep en dus ook Amsterdam.
Fabchannel gaat op zwart en dat is volgens de wethouder mede het gevolg van de
kredietcrisis. Op dit moment is het college druk doende om te bekijken of het
collegeakkoord nog volledig uitgevoerd kan worden. Ook de begroting 2009 staat ter
discussie. Alle beleidsvoornemens worden op dit moment gewogen en er wordt bekeken
of ze nog uitgevoerd kunnen worden. Wethouder Asscher heeft bij herhaling gezegd dat
er nog geen keuzes zijn gemaakt, maar dat er wel keuzes gemaakt moeten worden.
Daarom vond ik het vreemd om vorige week in Het Parool te moeten lezen dat de
gemeente Amsterdam voorlopig niet investeert in grote projecten voor duurzame energie
zoals een windmolenpark in de Noordzee. De kredietcrisis en de financiële tegenvallers
van de Noord/Zuidlijn zouden dat niet toelaten. Volgens Het Parool had het Klimaatbureau
dit besloten in overleg met mevrouw Vos. Een dergelijk voorstel zou in de financieel
slechte tijden waarin we nu leven sneuvelen in het college en in de raad. Een en ander
was bevestigd door de woordvoerder van mevrouw Vos. Anders zou u nog kunnen
zeggen dat ik inhaak op een ongefundeerde hype. Zo stond het althans in de krant. Dit
college presenteerde en presenteert zich als groen en milieuvriendelijk. Als we Het Parool
echter mogen geloven, dan is het groene vernisje van het college vliesdun. Als het
economisch iets minder gaat, dan gaan de maatregelen op milieugebied als eerste op de
schop. De SP vindt projecten op milieugebied belangrijk. Minstens zo belangrijk als
bijvoorbeeld projecten om de stad te promoten bij internationale bedrijven, ondernemers
en toeristen. Duurzaamheid is ook een attractie. Daarom stellen wij u de volgende vragen:
Klopt het bericht in Het Parool? Heeft het college besloten om in de naaste
toekomst in elk geval niet in grote projecten op het gebied van duurzaamheid te
investeren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Betekent dit dat het college uit angst voor de raad voorlopig helemaal geen
nieuwe ideeën op het gebied van vergroening en dergelijke zal presenteren?
Wat is de rol van het Klimaatbureau hierbij? Heeft dat hierbij een flinke vinger in
de pap?
Wij denken dat het stimuleren van duurzaamheid op milieugebied juist in deze tijd
kansen biedt. Bent u dat met ons eens en kunt u dat toelichten?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Vos.
Wethouder
VOS:
Dank, mevrouw Boelhouwer, dat u deze vragen hebt gesteld
zodat ik een aantal volstrekte misvattingen direct uit de wereld kan helpen. Het artikel in
Het Parool droeg inderdaad als kop ‘Gemeente niet in windenergie’. Wij zouden niet meer
in grootschalige duurzame energieprojecten willen investeren. Dat klopt voor geen meter
kan ik u zeggen. Inmiddels is mij duidelijk geworden dat het artikel is gebaseerd op de
mededeling van de heer Swager van Meewind dat Amsterdam niet deelneemt aan het

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
28
project Meewind. Dat klopt inderdaad. Meewind is een organisatie die mede op initiatief
van de provincie Noord-Holland opgericht is. Het is een organisatie die wil investeren in
een windpark op de Noordzee. Er zijn gesprekken met deze organisatie gevoerd, maar
we hebben besloten om er niet aan deel te nemen omdat Meewind geen concreet
perspectief kon bieden om op afzienbare tijd een windpark te realiseren. Wij hebben dus
inderdaad gezegd dat wij niet aan dat initiatief mee zullen doen. Er zijn overigens ook
andere initiatieven om wind op zee te benutten, bijvoorbeeld Zeekracht van de Stichting
Natuur en Milieu en Eneco. Zo zijn er nog meer initiatieven. Er zijn nogal wat partijen en
initiatieven op dit moment. Nu moeten vooral vergunningen worden verleend door het
Ministerie van VROM, want iedereen staat te trappelen om te beginnen met het benutten
van wind op zee.
Zelf zijn we bezig met het opstellen van een plan voor grootschalige duurzame
energie. Wij kiezen nu in eerste instantie voor investeringen in duurzame energie in en om
de stad. Dat wil overigens niet zeggen dat wind op zee voor ons helemaal uitgesloten is.
Het plan dat wij nu uitwerken heeft echter betrekking op duurzame energie in en om de
stad. Wij zien op dat gebied een aantal heel grote kansen en het college is bezig om dit
nu uit te werken. De haven biedt enorme kansen om het gebruik van windenergie flink uit
te breiden. Dat kan verdubbeld worden daar. We onderzoeken ook allerlei andere
mogelijkheden. We doen ook onderzoek naar zonne-energie. We ontwikkelen voorstellen
om een schaalsprong op dat terrein te realiseren. Biomassa is sowieso een belangrijke
bron van duurzame energie. We hebben ons Afvalenergiebedrijf, dat op dat terrein grote
prestaties levert en straks nog grotere prestaties zal gaan leveren. Wij doen heel veel aan
stadsverwarming. Kortom: er ligt een stevig pakket.
Het college praat op dit moment inderdaad over de benadering van de
kredietcrisis. Waar liggen economische kansen? Waar liggen kansen voor
werkgelegenheid? Vorige week zaterdag hebt u een artikel van mijn hand in de Volkskrant
kunnen lezen waarin ik een pleidooi houd voor datgene wat u ook zegt. Nu investeren in
energiebesparing levert werk op, lagere lasten voor burgers en kansen voor het klimaat.
In die geest is het college bezig om een plan te ontwikkelen om werkgelegenheid, een
beter klimaat en lagere lasten voor burgers te combineren. Wij zullen een plan daarvoor
aan u voorleggen. Onze ambitie staat recht overeind.
6
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisneming
van:
1. het rapport van de gemeentelijke ombudsman inzake de tweede verzakking
van de Vijzelgracht;
2. de bestuurlijke reactie van het college van burgemeester en wethouders op
het rapport van de gemeentelijke ombudsman inzake de tweede verzakking
van de Vijzelgracht;
3. het incidentenplan;
4. de opdrachtformulering aan de commissie-Veerman
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 126).
7
Voordracht van de raadsleden mevrouw Van Pinxteren, mevrouw Bergervoet en
de heren Flos, Van Drooge, Bakker en Manuel inzake de enquête naar voorbereiding,

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
29
besluitvorming en uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn (Gemeenteblad afd. 1, nr.
124).
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Bergervoet.
Mevrouw
BERGERVOET:
Er ligt opnieuw een keihard oordeel van de
ombudsman voor. Het college komt voor de tweede keer thuis met een rapport met dikke
onvoldoendes. Het beeld verschilt niet heel veel van dat van het eerste rapport. Om eerlijk
te zijn hadden we dat ook niet verwacht. De Partij van de Arbeid is echter opnieuw
verbijsterd over het feit dat er op 10 september 2008 opnieuw zoveel mis kon gaan. Een
slechte communicatie, een ambtelijke cultuur die zich kenmerkt door een gebrek aan
samenwerking en een chaotische gang van zaken bij de gewraakte voeg en de zwakke
plek in de diepwand. De Partij van de Arbeid is vooral heel verontwaardigd over de
opvang van de bewoners en de omgang met de bewoners. Zij zijn op de eerste plaats
onjuist en onvolledig geïnformeerd toen de werkzaamheden werden hervat. De wethouder
heeft zelf gesproken van ‘een stomme brief’. U vindt het zelf ook een stomme brief. Dan
zwijg ik nog maar over de opvang van de bewoners na het incident. Het was een chaos
en een puinhoop. “Tot ver in de avond”, ik citeer nu de ombudsman, “was er geen sprake
van coördinatie van de opvang van de bewoners.” Er was wel op drie plaatsen een
vergadering gaande. Dan denk je als gewone burger toch bij jezelf: hoe moeilijk kan het
zijn? Komt er dan niemand op het idee erheen te gaan en de mensen te vertellen wat er
aan de hand is, wat er gebeurd is, waarom zij hun huis niet meer in mogen en waar ze nu
naartoe moeten? Nogmaals: verbijsterend en ontluisterend. Er ligt nu een nieuw
incidentenplan waar ik zo dadelijk nog even op terugkom.
Nog even over de conclusies en aanbevelingen van het rapport van de
ombudsman. Toen het incident op 10 september 2008 plaatsvond, waren de conclusies
en aanbevelingen van het eerste rapport – over de gebeurtenissen in juni 2008 – nog niet
bekend. Het is goed om dat nog even te benadrukken. Deze conclusies en aanbevelingen
konden natuurlijk nog niet zijn toegepast. Gelukkig lezen we ook in het tweede rapport dat
er al zaken waren verbeterd. Er is sprake van meer bestuurlijke betrokkenheid en de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht had zich al een iets onafhankelijker rol toegemeten. Er ging
echter ook verschrikkelijk veel mis. In december 2008 hebben wij in de raad, en daarvoor
in de Commissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten, gesproken over acties en zaken die al in gang zijn
gezet. Wethouder Herrema en wethouder Van Poelgeest hebben toen gezegd dat ze heel
veel dingen in gang hadden gezet om ervoor te zorgen dat de ambtelijke organisatie beter
haar werk doet en dat zoiets niet meer kan gebeuren. Vorige week heeft wethouder Van
Poelgeest in de Commissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten nogmaals benadrukt dat, zolang wij niet zeker weten
dat de ambtelijke organisaties in staat zijn om een dergelijk proces goed te begeleiden, er
natuurlijk geen sprake kan zijn van het hervatten van de werkzaamheden. Dat staat nog
helemaal los van de aanbevelingen die de commissie-Veerman zal doen. Wethouder Van
Poelgeest heeft ook gezegd dat hij extern zal laten toetsen of de ambtelijke organisatie op
orde is. Zo niet, dan kunnen we niet verder gaan. Die externe toets en de zekerheid dat
de ambtelijke organisatie dit werk aankan, is voor de Partij van de Arbeid een sine qua
non. Ik ben benieuwd of alle aanbevelingen uit het rapport worden overgenomen. Ik heb
gemerkt dat wethouder Van Poelgeest namens het college enige aarzeling uitte bij een
van de aanbevelingen. Ik wil graag dat hij dit nog eens nader toelicht.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
30
Dan het incidentenplan. Dat ligt er nu, maar het is niet heel erg toegankelijk.
Namens de Partij van de Arbeid wil ik dat de wethouder met dit incidentenplan naar de
bewoners stapt. U hebt daartoe misschien nog niet de gelegenheid gehad. Ga met dit
plan naar de bewoners, bespreek het met hen en leg hen uit wat er gebeurt als zich zoiets
nog een keer voordoet. Zij willen heel graag weten waar ze dan naartoe moeten. Bij wie
moeten ze zijn? Tijdens een vergadering van de bewonersorganisatie vroegen ze al:
kunnen we niet meteen naar de ombudsman? Hij legde uit dat dit niet zijn taak was. Het is
echter wel zaak dat voor de bewoners heel duidelijk is waar zij terecht kunnen als er iets
aan de hand mocht zijn. Verder hebben de bewoners een brief geschreven die de leden
van de Commissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten gisteren allemaal hebben gekregen. Het is een keurige
brief zoals we van de bewoners gewend zijn waarin zij een aantal zaken vragen. Ik wil
graag de reactie van de wethouder op deze brief horen. Verder is voor het incidentenplan
van belang: oefenen, oefenen, oefenen. We hebben het er al eerder over gehad. Een
incidentenplan is mooi op papier, maar we moeten ook oefenen om te bekijken hoe het in
de praktijk werkt als er iets gebeurt. Wie moet dan wat doen? U hebt dit al toegezegd,
maar ik hoor het graag nog een keer.
Ik denk dat ik het hierbij kan laten, maar ik zal even kijken of ik niets vergeten ben
omdat we een aantal agendapunten hebben gevoegd. Wij stemmen in met de opdracht
aan de commissie-Veerman. Ze krijgt een ruime opdracht. Laten we afwachten wat er
uitkomt. Laten de dame en de heren snel aan het werk gaan.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Van Pinxteren.
Mevrouw
VAN PINXTEREN:
Mevrouw Bergervoet zei het al, de uitkomst van het
tweede rapport van de ombudsman was helaas niet helemaal onverwacht, maar weer
heel erg pittig. Op 10 september 2008 is heel veel misgegaan, net zoals bij de eerdere
verzakking op 19 juni 2008. We kunnen er heel lang over praten en dat moeten we ook
doen, maar voor de bewoners die al zo lang opgescheept zitten met sores is het het
meest schrijnend. Zij moesten verkassen, verkeerden wekenlang in onzekerheid en zaten
maandenlang in tijdelijke huisvesting. Een aantal panden is inmiddels opgekocht, maar
het was natuurlijk nooit de bedoeling dat het zo ver zou komen. Dat is een uitermate
verdrietige zaak. Mevrouw Bergervoet zei ook al – en dat is van belang bij de beoordeling
van dit rapport – dat de tweede verzakking optrad voordat de ombudsman zijn rapport
over de eerste verzakking afleverde. Het is in elk geval een troost, een kleine troost, dat
blijkt dat al na het eerste incident in juni 2008 verbeteringen door de projectorganisatie en
de diensten in gang waren gezet. Ze hebben toen een herstelplan gemaakt en door de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht laten toetsen. Er zijn ook zogeheten Texplormetingen
gedaan. We hebben echter al in december 2008 besproken dat de korte tijdspanne niet
lang genoeg was om de veranderingen ook bij iedereen in de organisatie echt tussen de
oren te krijgen. Ik heb er in december 2008, net als anderen, ook al op aangedrongen dat
van belang is: oefenen, oefenen, oefenen. Mevrouw Bergervoet zei het ook al.
Een belangrijke conclusie uit het rapport vind ik ook dat de beslissing om de
werkzaamheden in september 2008 te hervatten, met de kennis van dat moment,
verantwoord was. Het is ook belangrijk dat de wethouders en ook de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht en de Dienst Bouw- en Woningtoezicht in het stadsdeel in de zomerperiode
hebben ingegrepen toen het projectbureau al weer heel snel verder wilde werken zonder
te weten wat er precies verkeerd was gegaan. Onder andere daaruit blijkt dat de
bestuurlijke betrokkenheid was versterkt, was toegenomen. Het onderzoek met behulp

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
31
van Texplormetingen bleek een verstandige keuze te zijn, maar die methode blijkt ook zijn
beperkingen te hebben. Op grond van de kennis achteraf zou het herstelplan beter
hebben kunnen zijn.
Het is heel belangrijk dat de bewoners onjuist en onvolledig over dat onderzoek
geïnformeerd zijn. De wethouder zegt dat dit niet de opzet was. Dat geloof ik graag, maar
het was wel verdomd slordig. Op dat punt is het oordeel dan ook terecht: onbehoorlijk. Het
grootste probleem bij dit project – ook dat hebben we vaker moeten constateren hoewel ik
niet zeker weet of het het grootste probleem is, het is echter een groot probleem – is de
communicatie. De communicatie verloopt nog steeds niet goed en dan vooral de
communicatie met wat ik maar de bovenwereld noem. De bewoners, de mensen op
straat, de mensen in de stad. Ook de communicatie tussen het projectbureau en de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht verliep niet goed. De afspraken waren duidelijk: meld
relevante voorvallen. Kennelijk was niet duidelijk wat relevant is. Daar moet duidelijk over
gesproken worden.
Het is jammer om te constateren dat de Dienst Milieu en Bouwtoezicht op
10 september 2008 helemaal niet gewaarschuwd is. Dat brengt mij bij twee conclusies uit
het rapport van de ombudsman die volgens mij gepreciseerd zouden moeten worden. Ik
had het op prijs gesteld als ze duidelijker waren geweest. De indruk ontstond dat het
projectbureau en de Dienst Milieu en Bouwtoezicht hadden zitten slapen. In de commissie
gaf de ombudsman toe dat het projectbureau fouten had gemaakt bij de inschatting, door
de inadequate reactie en door de deskundigen niet te waarschuwen. Ik vind het jammer
dat dat niet duidelijk is gezegd omdat het leidde tot allerlei veronderstellingen die achteraf
niet bedoeld bleken te zijn. In het rapport staat ook, niet in de conclusies, maar wel in het
commentaar erop van de ombudsman bij de persconferentie en tegenover de
commissieleden: “Van betrokkenheid van de wethouders in de zomerperiode is niets
gebleken.” Vervolgens worden de acties, het ingrijpen en de aangescherpte afspraken
afzonderlijk besproken. Bij navraag daarover zei de ombudsman: “Het blijkt niet uit de
schriftelijke stukken.” Die nuance echter, in dit geval niet onbelangrijk, heeft hij niet in zijn
verklaringen aangebracht. Ik vind dat onzorgvuldig.
Inmiddels is er weer veel gebeurd. De nieuwe doorrekening aan de hand van de
ontwikkelingen in 2008 was voor wethouder Herrema aanleiding om af te treden. Dat is
begrijpelijk, maar jammer. De burgemeester heeft dat zojuist ook verwoord. Kennis van dit
dossier bouwt iemand niet snel op. Was dit rapport zelf de aanleiding zoals wel is
gesuggereerd? Ik betwijfel het. Hoe negatief het ook is, dit was niet helemaal onverwacht.
Het was half februari 2009 niet ineens een nieuw feit.
(De heer
FLOS:
Wat bedoelt u met uw opmerking dat dit niet helemaal
onverwacht was? Op 10 september 2008 zijn er cruciale fouten gemaakt.
Daaraan voorafgaand zijn er wel degelijk stevige afspraken gemaakt over
de manier waarop gehandeld moest worden bij incidenten. Er zijn
ontzettend grote fouten gemaakt die naar mijn mening wel degelijk
verwijtbaar zijn. Ik begrijp niet dat u vindt dat dit soort fouten te
verwachten waren.)
U concludeert dat ze verwijtbaar waren. Dat is iets anders. Ik wil alleen maar
zeggen dat wij, toen we in december 2008 hierover discussieerden, inmiddels wisten wat
er in september 2008 was gebeurd. Ik heb toen gezegd – en anderen hebben dat ook
gedaan – dat we konden verwachten dat de gebeurtenissen van 10 september 2008 geen
gunstiger beeld zouden opleveren. We hebben allemaal geconstateerd dat de opvang
toen gebrekkig was. De wethouders hebben toen ook al tegen ons gezegd dat alle
verbeteringen die in de zomerperiode waren afgesproken in september 2008 nog niet

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
32
volledig waren geïmplementeerd. In dat opzicht is dit niet onverwacht. Daarom kan ik me
niet voorstellen dat dit in februari 2009 ineens het nieuwe feit zou zijn dat de heer
Herrema deed besluiten om af te treden. Dat bedoel ik.
(De heer
FLOS:
Dan wil ik mevrouw Van Pinxteren vragen wat er nog
geïmplementeerd moet worden aan de afspraak om 112 te bellen in het
geval dat zich een incident voordoet?)
Kennelijk moet er geïmplementeerd worden dat mensen weten dat ze dit moeten
doen en dat ze het ook doen. Het is niet gebeurd en dat wisten we toen al. Dat bedoel ik.
Het mag duidelijk zijn dat ik het er niet mee eens ben. Ik vraag me ook de hele tijd af hoe
het in godsnaam mogelijk is dat zulke dingen niet gebeuren. Daar zijn we het denk ik
allemaal over eens. Dat het niet gebeurd is, hebben we al eerder moeten constateren.
(De heer
VAN DROOGE:
Ik heb ook nog een vraag aan mevrouw Van
Pinxteren. Zij stelt duidelijk dat de maatregelen al in de zomer van 2008
waren genomen, maar nog niet waren geïmplementeerd. Ik lees dat ook
in het rapport van de ombudsman. In dat licht vind ik het vreemd dat begin
september 2008 wordt besloten om opnieuw te gaan graven terwijl men
wist dat de maatregelen die het projectbureau naar aanleiding van de
eerste verzakking had genomen nog niet waren geïmplementeerd.
Technisch gesproken is het dan misschien toegestaan om weer te
beginnen, maar de organisatie was er niet klaar voor. Hoe kunt u dan
zeggen dat dat goed is?)
Ik zeg niet dat dat goed is. Ik constateer dat de ombudsman zegt dat het, met de
kennis van toen, verantwoord was om weer te beginnen. Ik constateer dat er toch iets fout
is gegaan. Dat betekent dat we achteraf constateren dat niet bij iedereen tussen de oren
zat wat hij moest doen. Dat feit ligt op tafel. Ik verwacht niet van een wethouder dat hij alle
medewerkers in de bouwput zelf gaat vragen of ze precies weten wat hen te doen staat.
In december 2008 heb ik wel gezegd dat oefenen belangrijk was. Ik begrijp dat daaraan
ook gewerkt wordt. U weet dat ik ook al heb aangeboden dat de commissieleden maar al
te graag bezorgde en bange bewoners willen spelen. Wij kunnen ons inmiddels alle rollen
in dit spel heel goed voorstellen en ons er prima in inleven. Wij willen daarom graag
helpen met oefenen. Die oefening was toen kennelijk echter nog niet gehouden. Dat is
mijn enige constatering.
(De heer
VAN DROOGE:
Mevrouw Van Pinxteren weet ook dat de
wethouder van Verkeer en Vervoer eind augustus 2008 een bezorgde
brief naar de dienst heeft gestuurd waarin hij schreef dat de
aanbevelingen nog geïmplementeerd moesten worden omdat men anders
niet kon beginnen. Hij wist in de zomer dat dit nog niet het geval was. De
ombudsman concludeert dat het technisch mogelijk was om weer te
beginnen. De menselijke factor die erbij hoort, was echter nog niet op
orde.)
Dan vraag ik aan u: hoe wilt u toetsen of dat in orde is? Achteraf is het
gemakkelijk praten. Ik krijg de indruk dat de heer Van Drooge dat eigenlijk ook vindt.
(De
VOORZITTER:
Ik twijfel er niet aan dat de heer Van Drooge hier in
zijn eigen termijn op ingaat.)
Het moment van bezinning waarover wij in december 2008 al spraken, krijgt nu
vorm. Het college vraagt de commissie-Veerman om een advies te schrijven. Ik heb
vanochtend naar het spoeddebat over de Noord/Zuidlijn in de Tweede Kamer mogen
luisteren. Er wordt veel verwacht van de commissie-Veerman. Ik kan u zeggen dat ook wij
veel van de commissie-Veerman verwachten. Zij moet een belangrijk advies geven. De

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
33
raad stelt zo dadelijk voor om een enquête in te stellen omdat er kennelijk zoveel dingen
verkeerd zijn in de organisatie, in de aansturing, in de berekeningen, in de communicatie
dat de feiten ervan op tafel moeten komen. De reactie van het college op het rapport van
de ombudsman is eerlijk te noemen en – voor zover op dat moment mogelijk – adequaat.
Het incidentenplan is nu verbeterd. Dat heeft even geduurd omdat met alle betrokken
diensten moest worden gesproken. Bij een volgend incident, maar ook bij andere
projecten in de stad, komt het erop aan dat iedereen weet wat hij moet doen. Vandaar ook
de oefening.
Samenvattende conclusie over het rapport en de reactie van GroenLinks: het is
een hard rapport waarmee we echt iets moeten doen. Het is jammer dat het niet overal
even helder is geformuleerd, maar het is zeer bruikbaar als basis voor verbeteringen in
het project. Bovendien heeft de stad Amsterdam recht op een betere organisatie van dit
project. Daarbinnen echter vooral de bewoners en ondernemers die te maken hebben met
het project. De mensen die er de meeste directe hinder en onzekerheid van ondervinden,
hebben recht op een betere en vooral zorgvuldiger behandeling.
Als u het goedvindt, wil ik meteen iets over de voordracht voor de enquête
zeggen. Als eerste indiener van deze enquête die we gelukkig allemaal onderschrijven
denk ik dat ik er goed aan doe om er iets over te zeggen. Het mag duidelijk zijn dat de
nieuwe cijfers over de prijs en de duur van het project voor de raad aanleiding waren om
te grijpen naar het zwaarste middel dat we hebben, de enquête. De belangrijkste vraag is
eigenlijk heel simpel: hoe heeft het zo ver kunnen komen en hadden wij dit kunnen
weten? Het is goed dat het college laat onderzoeken hoe het verder moet met de
Noord/Zuidlijn. Dat is ook in eerste instantie de verantwoordelijkheid van het college. Wij
zullen het advies van de commissie-Veerman kritisch bekijken. Het is daarbij ook zaak dat
wij weten wat er in het verleden is gebeurd, waar het mis is gegaan. Dat zal de raad
helpen bij de beoordeling van de voorstellen voor de toekomst.
De enquête heeft een tweeledig doel. Wij hebben dat in goed overleg met de zes
partijen besproken. De waarheidsvinding over de voorbereiding, de besluitvorming en de
uitvoering. De enquêtecommissie moet vrij zijn om alles tussen het moment waarop de
raad de Noord/Zuidlijn te berde bracht tot aan vandaag daarbij te betrekken. Daarom laten
we de formulering van de exacte vragen over aan de enquêtecommissie. Wij moeten
voorkomen dat we ons op de verkeerde vragen vastleggen.
Het tweede doel is om lering te trekken die nuttig is voor de toekomst. Niet alleen
voor de beoordeling van andere grote projecten, maar – ik zei het zojuist al – om te
beoordelen of op grond van de waarheidsvinding uit het verleden kennis kan worden
vergaard om de collegevoorstellen voor het grootste en meest urgente project op dit
moment – de Noord/Zuidlijn, in welke vorm dan ook – te beoordelen.
Over dit tweede doel wil ik nog iets duidelijker zijn. Het zou onverteerbaar zijn als
de raad door deze introspectieve actie, die we allemaal nodig vinden, zelf weer vertraging
en kostenoverschrijding zou veroorzaken. Daarom willen we haast maken, zonder slordig
te worden. Daarom moet de enquêtecommissie ernaar streven om nog voor het
zomerreces aan de raad te rapporteren. De raad heeft, als hoogste orgaan van de stad,
een eigen politieke verantwoordelijkheid. Het werk ligt nu op de gevoelige punten, de
diepe stations in de binnenstad, stil. Dat kost per week een heleboel geld. Het college en
de raad hebben daarom de verantwoordelijkheid om goed, maar snel te werken. Ik dring
er dan ook op aan om zo snel mogelijk voor goede, deskundige ondersteuning van de
commissieleden te zorgen.
De voordracht voor de benoeming wordt apart behandeld, maar ik wil er toch iets
over zeggen. In de Commissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
34
Volkshuisvesting en Monumenten hebben we natuurlijk over deze voordracht gesproken.
We stellen voor om niet de woordvoerders over de Noord/Zuidlijn als commissielid te
benoemen. Dat geeft ons, de woordvoerders, de gelegenheid om zelf onze kennis over de
mogelijkheden voor de toekomst te vergroten. In 2008 hebben wij immers bij het
Zuidasproject geconstateerd dat het heel prettig is om onafhankelijk van het college
deskundigen te horen. Dat is een optie waartoe wij graag bereid zijn. Ik zeg dat ook in de
richting van de heer Bakker.
Tot slot de voorgedragen leden van de enquêtecommissie. Wij zijn blij dat alle
partijen de voordracht voor deze enquête dragen. Dat er geen lid van D66 in zit, is in goed
overleg gebeurd. Onze verordening stelt domweg dat er vijf leden in moeten zitten. Wij
gaan ervan uit – en dat verzoek ik ook de enquêtecommissie – dat de commissie er zorg
voor draagt dat er een goed gesprek met de fractie van D66 komt over haar vragen over
de Noord/Zuidlijn. Dat zou recht doen aan het feit dat zij mede-indiener van dit voorstel is.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Flos.
De heer
FLOS:
Als de aannemer, het projectbureau en de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht na de eerste lekkage op 10 september 2008 beter hadden opgetreden, dan
was de kans op een tweede lekkage aanzienlijk kleiner geweest. Dat is volgens mij de
centrale conclusie van het rapport van de ombudsman. De ombudsman maakt op dit punt
dan ook een zeer terecht verwijt aan de gemeente. Juist dit punt wordt in de reactie van
de gemeente min of meer betwist onder de noemer: beter overleg is geen garantie voor
succes. Het ging echter niet alleen om beter overleg. Het ging ook over een betere
analyse van de gebeurtenissen.
De ombudsman kwalificeert het optreden van de gemeente bij de voorlichting aan
de bewoners over het onderzoek van Deltares als onbehoorlijk. Ze schoot ernstig tekort
bij de opvang van diezelfde bewoners. Het functioneren van de gemeente en in het
bijzonder van het projectbureau Noord/Zuidlijn in deze kwestie wil de VVD-fractie
kwalificeren als ontluisterend, onprofessioneel en bij tijd en wijle zelfs als roekeloos. Ik
schaam mij hiervoor. Roekeloos omdat men na juli 2008 zonder nader onderzoek naar de
oorzaken van de verzakkingen verder wilde gaan. Het is heel goed dat de Dienst Milieu
en Bouwtoezicht toen alsnog Deltares heeft ingeschakeld en er vervolgens een
Texplormeting is verricht. Ook het informeren van de bewoners over de resultaten van de
Texplormeting is heel slecht verlopen. Dat geldt ook voor de gang van zaken rondom het
incident op 10 september 2008. Het projectbureau of de dagelijks aanwezige
toezichthouder had het hogere management moeten inschakelen. Dat lukte niet. Hij had
de Dienst Milieu en Bouwtoezicht moeten inschakelen. Dat is niet gebeurd. Hij had 112
moeten bellen en ook dat is niet gebeurd. Er is wel een incidentenplan, maar blijkbaar
worden mensen niet geïnstrueerd voor het geval zich incidenten voordoen. Wij vinden dat
laakbaar. De slechte samenwerking tussen de aannemer, de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht en het projectbureau Noord/Zuidlijn loopt als een rode draad door dit hele
project heen. De wethouders zijn verantwoordelijk voor een goede samenwerking van hun
diensten. Het goed functioneren van vooral het projectbureau Noord/Zuidlijn, waarvoor de
wethouder Verkeer verantwoordelijk is, had misschien de tweede verzakking kunnen
voorkomen of de omvang ervan kunnen voorkomen. In dat geval had een aantal
bewoners nu misschien nog in hun huis gewoond. Dat is een zeer ernstige conclusie. De
wethouder Verkeer die toen hiervoor verantwoordelijk was, is al afgetreden. Ik ben blij –
laat ik me daartoe beperken – dat hij in het verhaal dat hij nu heeft gehouden het rapport

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
35
van de ombudsman in elk geval heeft genoemd. Wij nemen aan dat dit mede een reden
was om af te treden en niet alleen de overschrijding van het budget met 300 miljoen euro.
Bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht zijn sommige zaken beter gegaan, ondanks
het feit dat de heer Van Poelgeest, de wethouder die verantwoordelijk is voor de Dienst
Milieu en Bouwtoezicht, uitging van het adagium: geen bericht is goed bericht. Overigens
was dit vooral in de periode tot aan de eerste verzakkingen in juli 2008 van toepassing.
Het blijft natuurlijk toch vreemd gezien het feit dat elders in de stad, bijvoorbeeld bij het
Bos en Lommerplein, allerlei zaken op het gebied van bouw- en woningtoezicht verkeerd
gingen. We hebben dit ook in de commissie al gezegd. Het was al lang bekend dat de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht zowel in kwalitatief opzicht als in kwantitatief opzicht niet op
orde was. Desondanks vinden wij het te ver gaan om nu een tweede gele kaart aan de
wethouder voor de Dienst Milieu en Bouwtoezicht uit te delen, ook vanwege de inbreng
van de ombudsman in de commissie en het tegenspel dat deze wethouder in de tweede
periode heeft geboden. Het mag echter duidelijk zijn dat een gewaarschuwde wethouder
voor twee telt. Wij verwachten dat het van nu af aan niet meer ligt aan de implementatie,
maar dat deze van een dusdanig niveau is, dat dit soort grote fouten niet meer voorkomt.
Wij willen graag van wethouder Van Poelgeest als verantwoordelijk wethouder voor de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht horen of hij dat beaamt.
Ik zou hier graag ook de wethouder die verantwoordelijk is voor de aannemerij ter
verantwoording willen roepen. Een ding is namelijk wel duidelijk. De kwaliteit van de
diepwanden bij het station Vijzelgracht en misschien ook bij het station Rokin is onder de
maat. Dat is onacceptabel voor een stad als Amsterdam. Deze kritiek is des te
prangender als we zien wat zich in Keulen heeft voorgedaan. Misschien is het goed als de
wethouder die op dit moment verantwoordelijk is voor de Noord/Zuidlijn, de heer Van
Poelgeest, ingaat op de vraag of de kwaliteit van de diepwanden daar en hier wel of niet
te vergelijken is. Hiermee rond ik mijn opmerkingen over het rapport van de ombudsman
af.
Wij steunen de instelling van de enquêtecommissie volledig. Er zijn zoveel
verhalen dat vanaf het begin van de besluitvorming over dit project dat teruggaat tot 1988
tot nu allerlei fouten zijn gemaakt, dat wethouders niet goed geïnformeerd zouden zijn dan
wel niet goed geïnformeerd zouden hebben, dat het goed is als de onderste steen nu
boven komt door middel van de raadsenquête. De enquêtecommissie heeft in ieder geval
de middelen om mensen te verplichten om te verschijnen en onder ede te horen. Ruud
Nederveen, een gerenommeerd raadslid, zal onze vertegenwoordiger in de commissie
zijn.
Tot slot de opdrachtformulering van de commissie-Veerman. Deze is nogal kort
en algemeen. Ik heb om een toelichting gevraagd en om de cv’s van de personen die in
de commissie zitten. Die heb ik niet gekregen. Ik zou ze graag alsnog ontvangen.
Misschien is het mogelijk om dat vanavond te doen. De commissie is door het college
ingesteld en dat bepaalt de opdrachtformulering. Desondanks zetten wij zeer grote
vraagtekens bij de eerste opdracht: een advies te geven over de voortgang van het
project in de meest brede zin, waarbij alle alternatieven in beeld zijn. Wij denken dat een
dusdanig brede formulering grote onzekerheid teweeg kan brengen bij bijvoorbeeld
investeerders op de Zuidas of in Amsterdam-Noord over de vraag of het project überhaupt
gerealiseerd wordt, vanaf Amsterdam-Noord tot aan Zuid/WTC. Ik wil graag horen of het
college van mening is dat de aanleg van alleen een Noordlijn straks een reële optie is.
Valt dat binnen de scope van de commissie-Veerman? De VVD vindt dat in principe het
gehele traject aangelegd moet worden. Ik wil graag horen wat het college hiervan vindt en
afhankelijk daarvan zal ik misschien in de tweede termijn een motie indienen.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
36
(De heer
BAKKER:
U vindt het geloofwaardig om de commissie de
opdracht te geven om alles te onderzoeken, behalve stoppen? Heel veel
mensen zullen dan toch denken: zo lust ik er nog wel een paar? Een
dergelijk onderzoek overtuigt mensen toch niet?)
Dat vraag ik me af. Wij vinden dat de opdracht aan de commissie zou moeten zijn:
onderzoek hoe dit project met de huidige scope verantwoord verder kan. Punt. Niet
datgene wat u voorstaat: onderzoek alle mogelijkheden. Dat is te breed geformuleerd.
Bovendien zegt u dat de Amsterdammer het anders niet meer snapt. Als we naar
enquêtes kijken, dan vindt 40% dat de lijn sowieso aangelegd moet worden. 20% vindt dat
de lijn in een of andere vorm aangelegd moet worden en ook 20% vindt dat we moeten
stoppen. Ik denk dat de Amsterdammer denkt: er is verdorie wel heel veel gedoe in de
stad, maar de lijn moet wel verder aangelegd worden.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Bakker.
De heer
BAKKER:
Van bouwput tot beerput. Of: ‘van sleutelproject tot slagveld’
had de ondertitel van het rapport van de ombudsman kunnen luiden. Wat er allemaal naar
boven komt, liegt er niet om. De kwalificatie van de ombudsman – onbehoorlijk – is dan
ook onontkoombaar. De ombudsman moet die tik voor de tweede keer uitdelen.
Onbehoorlijk extra large zou ik zeggen. De bewoners zijn gepiepeld, toezichthouders zijn
niet ingelicht, er zijn dubieuze herstelmethoden gebruikt, chaotische taferelen rond de
bouwput, geëvacueerde bewoners, een cultuur van gebrek aan samenwerking tussen
aannemer, projectbureau en de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, een financieel debacle.
Inderdaad een bouwput als drama. Het rapport heeft zijn schaduw dan ook
vooruitgeworpen. Het college stelt een onderzoek in, er komt een onderzoek van de raad
en de verantwoordelijke wethouder Herrema heeft zijn knopen geteld en is afgetreden. De
burgemeester bleef opvallend stil. Sprak hij zich na de verzakking nadrukkelijk uit en repte
hij van de geloofwaardigheid van het project, nu heerst er stilzwijgen terwijl de trekker van
het project er toch mee gestopt is. Ik ben benieuwd naar het oordeel van onze
burgemeester en met mij veel Amsterdammers denk ik. Hoe ziet u de geloofwaardigheid
van het project? Van optimisme naar realisme predikte Herrema. Ik weet niet of deze
boodschap bij het projectbureau is aangekomen. Is het nu afgelopen met de monomane
technologische krachtpatserij die klaarblijkelijk geen politieke sturing duldde en het liefst
een gang graaft met een vrijbrief en een blanco cheque van de belastingbetaler? Dat
maakt het aftreden van Herrema begrijpelijk. Ik wil graag de visie van de wethouder op de
situatie bij het projectbureau.
Dan de andere betrokken dienst, de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Een dienst die
onder vuur ligt. We hebben de Probo Koala gehad, het Bos en Lommerplein en nu de
verzakking op de Vijzelgracht. Deze dienst heeft nog een lange weg te gaan. De
wethouder heeft na de eerste verzakking actie ondernomen en de dienst heeft zijn rol om
onafhankelijk een oordeel te vormen op zich genomen. Wethouder Van Poelgeest
ontsnapt dus. We hebben wel vragen over de rol van het bestuurlijk team. Hoe scherp
gaat hij dit invullen? Hoe groot is het realisme? Er is flink wat werk aan de winkel.
Als we terugkijken, dan zien we dus een slagveld. Twee onderzoeken moeten er
enige ordening in brengen en een uitweg bieden. Voor de SP is stoppen en een alternatief
vervoer bieden een mogelijke uitweg. Herrema predikte: van optimisme naar realisme.
Een goede preek die hopelijk niet aan dovemansoren is gericht. Ik vrees echter met grote
vreze. Ik heb namelijk een citaat uit het Financieele Dagblad. Dat is een dagblad waarvan
ik denk dat de oplage omhooggaat in deze tijd. In een vergelijking met Keulen zegt dr. ir.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
37
S. van Baars, universitair docent Grondmechanica aan de Technische Universiteit Delft:
“In Amsterdam wordt alles gemonitord en bij onregelmatigheden wordt het werk direct
stilgelegd.” Die man heeft het rapport van de ombudsman duidelijk niet gelezen.
Wethouder, wilt u deze man nooit tot de bouwput toelaten?
De enquêtecommissie. We hebben er al eerder om gevraagd en het is goed dat
ze er nu komt. Ik denk dat ze voortvarend aan de slag moet. Ik denk dat het ook goed is
dat de woordvoerders Noord/Zuidlijn een actievere rol gaan spelen en zelf informatie gaan
vergaren om een goed oordeel te kunnen vormen over de rapporten die uit zullen komen.
Ik ben blij dat mevrouw Van Pinxteren er al iets over zei.
De commissie-Veerman heeft inderdaad een ruime opdracht meegekregen. Het is
een goede opdracht, maar wij willen haar graag nog iets preciseren. Daarvoor heb ik een
motie. Ik zal het besluit ervan even voorlezen. Dat het wenselijk is dat de commissie-
Veerman de meest aantrekkelijke alternatieven ook financieel onderbouwt, waarbij tevens
bekeken wordt of de huidige contracten omgezet kunnen worden.
(De heer
MANUEL:
Bedoelt u ook andere alternatieven dan verder gaan
met de aanleg van de Noord/Zuidlijn?)
Een alternatief zou kunnen zijn gedeeltelijk afbouwen of eerder sluiten van de
ring. Er zijn volgens mij al diverse mogelijkheden geopperd door mensen die verstand
hebben van verkeerskundige zaken. Dat soort alternatieven hoort er volgens ons zeker
bij.
(De heer
FLOS:
U schrijft in uw motie dat u wilt bekijken of de huidige
contracten omgezet kunnen worden. Wat is de scope van omzetten? Is
dat van geannuleerd tot gewijzigd of alleen een van beide?)
Dat is heel breed. Stel dat het eerder sluiten van de ring een alternatief zou zijn,
dan kunnen mensen die nu aan de Noord/Zuidlijn aan het werk zijn ander werk gaan
verrichten. Daardoor blijft de financiële schade misschien beperkt. Dat soort omzettingen
bedoel ik. Zo breed mogelijk. De heer Veerman moet dat maar in al zijn wijsheid
beslissen.
(De heer
FLOS:
De heer Bakker geeft geen antwoord op mijn vraag. Wat
bedoelt u met omzetting van huidige contracten? Bedoelt u daarmee het
wijzigen van contracten of ook het opzeggen van contracten en de kosten
daarvan?)
Alles.
De
VOORZITTER
deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
73º
Motie van het raadslid Bakker inzake opdrachtverlening commissie-
Veerman (Gemeenteblad afd. 1, nr. 132).
Besluit:
Dat het wenselijk is dat de commissie-Veerman de meest aantrekkelijke
alternatieven ook financieel onderbouwt waarbij tevens bekeken wordt of de huidige
contracten omgezet kunnen worden.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van Drooge.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
38
De heer
VAN DROOGE:
De toon van deze vergadering is rustig en zeer bezorgd.
Dat is ook begrijpelijk, want het tweede rapport van de ombudsman maakt duidelijk dat er
bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn opnieuw op een onthutsende manier dingen verkeerd
zijn gegaan. Er is al veel over gezegd. In zijn bestuurlijke reactie geeft het college toe dat
er een cultuuromslag moest komen van optimisme naar realisme, maar dat dit nog niet
voldoende bij de diensten was doorgevoerd. Ik zei net al in een interruptie tegen mevrouw
Van Pinxteren: hoe kan dat nu? Mevrouw Van Pinxteren vindt het een troost dat het
rapport van de ombudsman in september 2008 pas na de verzakking uitkwam. Voor het
CDA moet er gewoon realisme zijn bij het management van zo’n groot en gevoelig en
prestigieus project. Ter verdediging wordt aangevoerd dat bij de tweede verzakking het
rapport van de ombudsman nog niet was verschenen. Daar ben ik niet van onder de
indruk. U zei dat het een troost was dat het rapport van de ombudsman pas erna uitkwam
en niet ervoor. Dat vind ik raar.
(Mevrouw
VAN PINXTEREN:
Nee, dat heb ik niet gezegd. Ik heb
geconstateerd dat het rapport pas na het incident van 10 september 2008
verscheen. Ik heb ook geconstateerd dat het voor ons een troost was dat
er in elk geval al zelfstandig lerend vermogen in de organisatie was. U
koppelt nu twee dingen aan elkaar die ik niet heb gezegd. De notulen
zullen het bewijzen.)
Dan kom ik er meteen op terug, mevrouw Van Pinxteren. Het feit dat u stelt dat
het een troost is dat de dienst een zelflerend vermogen bezit, is voor mij veel te weinig.
Wij worden hier toch niet bestuurd door rapporten van de ombudsman? Het college
bestuurt deze stad toch? Dat is verantwoordelijk?
(Mevrouw
VAN PINXTEREN:
Ik zeg juist dat dit niet het geval is.)
Dat zal niet het geval zijn, maar als u zegt dat we moeten wachten op een rapport
van de ombudsman voordat we iets kunnen doen…
(Mevrouw
VAN PINXTEREN:
Dat zeg ik dus niet.)
In mijn beleving komt het zo over.
Laat ik verder gaan. Ik vind het een reden om vraagtekens te zetten bij de
beslissing om door te gaan. De ombudsman zegt dat het technisch verantwoord was om
door te gaan. Men had uitgezocht wat er aan de hand was. Men had bedacht wat er
moest gebeuren. Dat is echter niet genoeg. Men moet ook bekijken of de technische
oplossingen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Daar zat de zwakke plek. De zwakke
plek was dat we wisten wat er moest gebeuren, maar dat het op het moment suprême niet
gebeurde. De organisatie leert inderdaad zelf, dat is ook verstandig, maar ze moet het
geleerde ook uitvoeren. Dat is de bestuurlijke verantwoordelijkheid. We kunnen niet
zeggen: er komt een rapport van de ombudsman, dat was er nog niet en dus wisten we dit
niet. De diensten wisten het en hadden het moeten weten en moeten implementeren. Als
de bestuurders weten dat de organisatie er nog niet klaar voor is om de nieuw bedachte
manier toe te passen, dan moet je niet beginnen. Er bestaat een bestuurlijke
verantwoordelijkheid. Ik vind daarom dat datgene wat het bestuur, wat de wethouder nu
zegt – dat hij zich gesterkt voelt door het rapport aan de ombudsman – op zijn
Amsterdams gezegd een gotspe.
(Wethouder
VAN POELGEEST:
Ik neem aan dat de heer Van Drooge
daarbij op mij doelt. Kunt u me het betreffende citaat geven?)
Zowel de heer Herrema als u heeft gezegd dat u zich gesterkt voelde door het
rapport. De ombudsman heeft over de uitvoering gezegd dat die goed was. Mijn stelling
is: op het moment dat je weet hoe je iets moet uitvoeren, maar de organisatie is er nog

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
39
niet klaar voor, dan moet je niet beginnen. Je moet er niet een element uithalen en
zeggen: ik voel mij gesterkt. Dat vind ik een gotspe.
(Wethouder
VAN POELGEEST:
Waar heb ik letterlijk gezegd dat ik mij
gesterkt voelde door het rapport?)
Ik zal het voor u opzoeken en in de tweede termijn zal ik het u zeggen.
(Wethouder
VAN POELGEEST:
U weet het nu niet?)
Nee. Op dit moment kan ik het niet uit mijn mouw schudden. Het dossier van dit
project is tamelijk dik zoals u weet.
(De heer
FLOS:
Misschien kan ik u het citaat geven. Het is geen citaat
van de heer Van Poelgeest. Het artikel in Het Parool waarin de heer Van
Poelgeest wordt geïnterviewd begint met: “Wethouder Maarten van
Poelgeest zou passief zijn geweest. Hij ziet dat anders en voelt zich
gesterkt door de conclusies van de ombudsman.”)
Het Parool zal het dan mis hebben.
Dan nog een ander punt met betrekking tot wethouder Van Poelgeest. Hij
verdedigt zichzelf en zijn dienst met het argument dat het de taak van de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht is om plannen en werkwijzen vooraf goed te keuren, maar dat het niet onder
zijn verantwoordelijkheid valt om ter plekke de bouw te controleren. Op grond van mijn
ervaring weet ik dat dit niet klopt. Als u ergens in Amsterdam wilt gaan heien of een
fundering wilt storten, dan bent u verplicht vooraf toestemming aan de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht te vragen voor de dag en de plaats. Als u dat niet doet, dan wordt het
bouwen gestopt. Dat is opdat de Dienst Milieu en Bouwtoezicht kan controleren en soms
daadwerkelijk aanwezig kan zijn. Men doet dat om datgene wat daadwerkelijk onder de
grond gaat naderhand niet geïnspecteerd kan worden. Bovendien bestaan er bij heien
ook risico’s. Iedereen die in deze stad werkzaamheden onder de grond uitvoert, moet dat
conform artikel 4.5 van de Bouwverordening Amsterdam melden en van tevoren
toestemming vragen. Mijn bijna retorische vraag aan de wethouder is dan ook: beschouwt
hij het bouwen van diepwanden als een doorsneeproces of als iets dat onder de grond
verdwijnt en toestemming en toezicht behoeft?
(Mevrouw
VAN PINXTEREN:
De heer Van Drooge gaat nu toch wel heel
erg ver. Hij suggereert dat dit hier allemaal niet gebeurt. Ook hier wordt
van tevoren toestemming gevraagd. Ook hier worden de normale
procedures gevolgd. Het verschil tussen de Noord/Zuidlijn en andere
projecten is dat er al toezichthouders zijn. Dat is een belangrijk verschil.
Wil de heer Van Drooge dat ambtenaren van de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht in de bouwput voortdurend mensen voor de voeten lopen?
U doet net alsof hier geen normale wettelijke controle plaatsvindt. U weet
dat dit niet waar is. Waarom suggereert u het dan? Waarom vraagt u naar
de bekende weg?)
Mevrouw Van Pinxteren, ik vraag niet naar de bekende weg. De wethouder heeft
in zijn toelichting gezegd dat de rol van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht tegenwoordig
anders is dan vroeger. Er hoeft niet ter plaatse gecontroleerd te worden. De
verantwoordelijkheid ligt bij de aannemer. In het algemeen klopt dat, maar het geldt niet
voor onderdelen die na afloop moeilijk te controleren zijn. Ik betwist dus datgene wat de
wethouder zei, namelijk dat het niet de taak van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht is.
Volgens mij is dat niet terecht. Bij zo’n gevaarlijk project is het wel degelijk verplicht om dit
te melden en de mogelijkheid te bieden om aanwezig te zijn. Hij kan niet zeggen dat de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht tegenwoordig die rol niet meer heeft. In dit speciale geval

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen

R

R
40
heeft hij dat wel. Laten we duidelijk zijn over de verantwoordelijkheid van de dienst
daarbij.
Tot slot: het is voor het CDA nog niet duidelijk wat de rol van het bestuurlijk team
is geweest. We weten nu dat het team geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor het
hervatten van de werkzaamheden. Wat zijn echter de grote potentieel financiële risico’s?
Wat was de rol van de wethouder van Financiën op dat moment? Het is zo’n enorm
belangrijk project, dat er niet voor niets een bestuurlijk team is gevormd. Waarom is
daaraan voorbijgegaan?
Tot zover het rapport van de ombudsman en de reactie van het college. Uiteraard
hebben wij kennisgenomen van het incidentenplan. Ik wil heel kort zijn over de
enquêtecommissie. Wij stemmen er uiteraard van harte mee in. Ik wil de woorden van
mevrouw Van Pinxteren onderstrepen. Het is van het grootste belang dat er snel gewerkt
wordt. Vooral bij de voorbereiding moet snelheid worden gemaakt. Als er gekozen moet
worden voor een goed rapport dat iets meer tijd in beslag neemt, dan staat bij ons de
kwaliteit voorop. We moeten snel beginnen, maar de kwaliteit van de enquête moet
vooropstaan.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Manuel.
De heer
MANUEL:
De wethouder van de Noord/Zuidlijn is vanmiddag vertrokken.
Hij heeft een goed afscheidsverhaal gehouden. Hij heeft een afweging gemaakt en de
argumenten op een rijtje gezet. Het zijn twee lange lijsten geworden die hij helaas niet
met ons heeft gedeeld. Ik denk dat we veel respect moeten hebben voor het feit dat hij
zijn politieke verantwoordelijkheid heeft genomen. D66 vindt dat echter ook erg jammer.
Het was mij een lief ding waard geweest als wethouder Herrema vandaag nog in functie
was geweest als wethouder van de Noord/Zuidlijn en dit debat met ons had kunnen
voeren. Ik denk dat het een ander debat was geworden en het had misschien ook een
andere uitkomst opgeleverd dan de wethouder wellicht voorvoelde. Het feit dat hij meende
te moeten vertrekken, hoeft niet noodzakelijkerwijs ook de mening van de gemeenteraad
te zijn.
Het tweede rapport van de ombudsman loog er niet om. Hij gaf opnieuw de
kwalificatie ‘onbehoorlijk’, onbehoorlijk bestuur. Het rapport schetst een onthutsend beeld
van de gang van zaken na de eerste lekkages in juni 2008. Er was opnieuw ontoereikend
toezicht. De samenwerking tussen het projectbureau en de Dienst Milieu en Bouwtoezicht
was slecht. De voorlichting aan de bewoners schoot tekort. Ze zijn althans niet volledig
voorgelicht. Toen het tweede lek ontstond en de verzakkingen plaatsvonden, was de
opvang ontoereikend. Toch is een aantal dingen in het rapport op zijn minst vreemd te
noemen. We hebben te maken met het storten van diepwanden. Dezelfde aannemer doet
dat op twee locaties in de stad. Hij heeft het zowel op de Ferdinand Bolstraat als op de
Vijzelgracht gedaan. Op de Ferdinand Bolstraat is de put bijna klaar. In een drukkamer
wordt nu het laatste zand weggehaald. Deze diepwanden schijnen van uitstekende
kwaliteit te zijn. De diepwanden die op de Vijzelgracht zijn gestort, zitten vol fouten. Er
zitten minstens 86 dubieuze plekken in. Dat is vreemd. Ik hoop dat een van de vele
onderzoeken – en dat zou denk ik toch dat van de commissie-Veerman moeten zijn –
aandacht zal besteden aan de vraag hoe een en dezelfde aannemer op twee plekken in
dezelfde stad vlakbij elkaar diepwanden produceert van zulk een verschillende kwaliteit.
Dat gegeven was na de verzakkingen van juni 2008 bekend en toen zijn er afspraken
gemaakt tussen het projectbureau, de Dienst Milieu en Bouwtoezicht en de aannemer om
verder te gaan en de zwakke diepwand stukje voor stukje af te graven.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
41
Het is daarom heel vreemd om in het rapport van de ombudsman te moeten lezen
dat op 10 september 2008 om 12.00 uur een slechte plek in de diepwand werd ontdekt,
een grote betonietinsluiting, een kleiachtige substantie. Dat is op zichzelf niet vreemd als
er 86 mogelijk slechte plekken in zitten. Op dat moment, om 12.00 uur was er een
toezichthouder van het projectbureau aanwezig. Er zijn verschillende lezingen over de
communicatie tussen de toezichthouder en de aannemer. De toezichthouder zegt dat hij
tegen de aannemer heeft gezegd dat hij maatregelen moest treffen. De aannemer zegt
dat hij dat op dat moment niet gehoord heeft. Vervolgens breekt er een periode van vijf
uur aan, van 12.00 uur tot 17.00 uur, waarin de toezichthouder van het projectbureau
kennelijk niets onderneemt. Hij schaalt niet op binnen de eigen organisatie en geeft
binnen het projectbureau niet door dat er een zeer dubieuze plek in de diepwand
gevonden is. Hij slaagt er ook niet in om de Dienst Milieu en Bouwtoezicht ervan op de
hoogte te stellen. Dat had misschien tot heel andere effecten kunnen leiden. Toen de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht ’s avonds op de hoogte werd gesteld, zei men daar: had
ons toch eerder op de hoogte gesteld, dan hadden we een andere hersteltechniek
gekozen. Achteraf is het altijd gemakkelijk praten, maar misschien had men dat ook echt
gedaan en was er helemaal geen lek en dus ook geen verzakking opgetreden. Het feit dat
de Dienst Milieu en Bouwtoezicht op 10 september 2008 om 12.00 uur niet van de
betonietinsluiting op de hoogte is gebracht en ook niet om 17.00 uur toen de aannemer
begon met boren in de betonwand, pleit de zittende wethouder Van Poelgeest vrij. Wij
kunnen hem geen verantwoordelijkheid aanrekenen voor de zeer dramatische
verzakkingen van 10 september 2008.
Als we het gehele rapport van de ombudsman beschouwen, en we zouden er iets
positief uit willen halen – en D66 wil dat eigenlijk wel – dan zouden we kunnen zeggen dat
alle problemen bij de Noord/Zuidlijn die we hier steeds weer opnieuw moeten bespreken,
voortkomen uit menselijk falen. In principe zijn er afspraken gemaakt, in principe zouden
mensen moeten weten wat ze zouden moeten doen in het geval dat er een plek in een
diepwand wordt aangetroffen zoals op 10 september 2008 gebeurde, maar het gebeurt
niet. Het gaat om communicatie tussen mensen en communicatie tussen diensten. De
techniek schiet niet tekort en daar ben ik erg blij mee. Bij de problemen met de
Noord/Zuidlijn zijn we nog niet tegen tekortkomingen van de techniek aangelopen. Voor
de eventuele voortgang van de aanleg van de Noord/Zuidlijn lijkt me dat erg belangrijk. Ik
hoop dat ook de commissie-Veerman hier rekening mee houdt.
Nu ik het toch over de commissie-Veerman heb, hopen wij dat deze commissie de
feiten op tafel legt. Wat zijn de risico’s? Wat zijn de eventuele meerkosten bovenop de
2,4 miljard euro die we nu al kwijt zijn aan de Noord/Zuidlijn? Op basis van die feiten, niet
elk jaar in een kleine portie aan ons opgediend, maar in een keer op tafel, kan de
gemeenteraad nog eens bekijken wat we met de Noord/Zuidlijn doen. Het mag duidelijk
zijn dat de voorkeur van D66 op dit moment nog steeds ligt bij het voltooien van de lijn. De
commissie-Veerman is voor ons een commissie die met haar rapport vooruit zal kijken
naar de mogelijkheden om verder te gaan met de aanleg van de Noord/Zuidlijn en ook
alternatieven zal bekijken en in kaart zal brengen. Wij zullen de motie van de SP daarom
steunen. De raadsenquête wordt gehouden door een commissie die terug zal kijken als
het aan ons ligt. Zij zal onderzoeken hoe het voornemen om de Noord/Zuidlijn ooit in de
gemeenteraad is opgekomen, welke spelers erbij betrokken zijn geweest en wat er
allemaal gebeurd is. Of, zoals mevrouw Van Pinxteren zei: “Hoe heeft het zo ver kunnen
komen?”
D66 steunt de voordracht voor de raadsenquête naar de aanleg van de
Noord/Zuidlijn van harte, maar wij zullen geen zitting nemen in de commissie. Dat heeft

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
42
volgens mij niet zozeer te maken met het feit dat in de verordening staat dat er maar vijf
leden in de enquêtecommissie plaats kunnen nemen. Die verordening kunnen we
aanpassen en dan hadden er zes leden in plaats kunnen nemen en had ook D66 eraan
deel kunnen nemen. Wat mij betreft heeft onze afwezigheid meer te maken met het feit
dat ik indertijd namens D66 betrokken ben geweest bij het go-besluit voor de
Noord/Zuidlijn. D66 heeft toen voorgestemd en mevrouw Van Pinxteren heeft denk ik
tegengestemd. Ik zou heel graag in de enquêtecommissie zitting nemen en de heer Dales
nog een keer voor mijn neus zien verschijnen. We hebben echter afgesproken dat de
woordvoerders niet in de commissie zullen gaan zitten. Daarom viel ik in ieder geval af als
lid van de enquêtecommissie. Voor mijn collega mevrouw Hoogerwerf geldt dat zij
rechtstreeks werkzaam is onder de heer Dales en er moeilijkheden zouden kunnen
ontstaan als zij in de enquêtecommissie plaats zou nemen. Daarom nemen wij geen deel
aan de raadsenquête, maar wij steunen haar van harte.
Tot slot wil ik nog iets meegeven aan de enquêtecommissie die we hoop ik zo
dadelijk instellen. De opdracht is heel breed. Wat ons betreft mag ze alles onderzoeken
wat er te onderzoeken valt in het hele traject van de Noord/Zuidlijn. Ik denk echter dat de
uitkomsten van de raadsenquête geen belemmering mogen vormen voor de voortzetting
van de Noord/Zuidlijn. Als de enquête meer tijd vergt, dan vindt D66 dat best. De
uitkomsten van het rapport van de commissie-Veerman moeten leiden tot het raadsdebat
waarin wij zullen besluiten hoe we met de Noord/Zuidlijn verder gaan. Als het nodig mocht
blijken te zijn, dan mag de raadsenquête naar het verleden van de Noord/Zuidlijn best iets
meer tijd in beslag nemen.
De
VOORZITTER
schorst de vergadering.
De
VOORZITTER
heropent de vergadering.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest.
Wethouder
VAN POELGEEST:
Ik zal de inbreng van verschillende partijen in de
volgorde waarin ze zijn gedaan langslopen. De verschillende punten komen daarbij
vanzelf aan de orde. Ik wil beginnen met de opmerkingen over het incidentenplan van
mevrouw Bergervoet. Er is hard gewerkt aan het incidentenplan. Ik heb dat ook in de
commissie gezegd. Het is een actie die al na de eerste verzakking in gang is gezet. Het is
evident dat er op 10 september 2008 op dat gebied veel fout is gegaan. De gemeente
heeft het absoluut niet goed gedaan en in de toekomst mag dit niet op dezelfde manier
gebeuren. Het heeft geleid tot een nieuw incidentenplan. Het college heeft het een week
geleden vastgesteld. Iedereen kent nu beter zijn of haar verantwoordelijkheden die nu
tamelijk precies zijn opgeschreven. Ik zal u er zo meteen nog iets over zeggen. Daarnaast
is een belangrijk kenmerk van het incidentenplan dat we ermee gaan oefenen. De manier
waarop de oefeningen vorm zullen krijgen, wordt uitbesteed aan een bureau dat daarin
deskundig is. Ik denk niet dat wij dat hier moeten bedenken. Het is echter zaak dat de
oefeningen plaatsvinden zoals we ook al rampoefeningen doen.
Als er sprake is van risicovolle werkzaamheden wordt van tevoren al bedacht
waar mensen bij een eventuele calamiteit opgevangen kunnen worden. Er wordt van
tevoren over nagedacht en er wordt ook over gecommuniceerd. Als het misgaat, dan
weten mensen ook waar ze naartoe kunnen. Ze worden daar op een goede manier
ontvangen. De nood- en hulpdiensten zijn daarbij in eerste instantie aan zet. Het is zo
geregeld dat na een uur een medewerker van de Dienst Werk en Inkomen aanwezig is.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
43
Het hangt een beetje van de aard van de calamiteit af, maar als het nodig is, dan is er ook
iemand van het projectbureau om tekst en uitleg te geven als die op dat moment ook
gegeven kan worden. Dat hangt natuurlijk heel erg af van het soort calamiteit. U vraagt of
het incidentenplan ook met bewoners kan worden besproken. Dat zeg ik u graag toe. Ik
weet nu niet precies hoe snel dat georganiseerd kan worden, maar u doet een goede
suggestie. We moeten dit gewoon doen.
U hebt mij ook gewezen op een brief van de bewoners van de Vijzelgracht. Daarin
komen twee vragen naar voren. De ene vraagt om een soort plan van aanpak om de
voortgangsrapportage over de aanbevelingen die de ombudsman zowel in het eerste als
in het tweede rapport heeft gedaan actief te volgen. Ik denk dat het goed is om dat te
doen en voor de bewoners en ook de raad inzichtelijk en transparant te maken welke
acties naar aanleiding van alle aanbevelingen zijn ondernomen en wat er verder nog mee
gebeurt. Dat gaan we regelen. Er is een specifieke vraag van huurders die langs de
Vijzelgracht wonen. Die kwam ook in een bewonersvergadering van afgelopen vrijdag
naar voren. Zij hebben soms het gevoel dat ze overgeslagen worden. Er wordt wel met
eigenaren over de aankoop van panden gepraat, maar huurders kunnen op grond van
allerlei omstandigheden daar weg willen. Ik heb vrijdag gezegd, en ik herhaal het hier, dat
wij er heel serieus naar kijken. Ik weet niet of er een regeling uit voortkomt of dat er
maatwerk per individu geleverd zal worden. De wens die geuit is, lijkt mij legitiem en ik
denk dat het goed is om dat vanaf deze plek te herhalen. Tijdens die
bewonersvergadering werd verzocht om ook een keer met de commissie-Veerman te
spreken. Ik heb daarover met de heer Veerman gebeld en de commissie is ertoe bereid.
Dat wordt nog georganiseerd. Er is niet om gevraagd, maar ik denk dat het goed is om dit
nog even te zeggen.
De externe toets en de ambtelijke organisaties van het projectbureau
Noord/Zuidlijn en de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Verschillende mensen hebben er in
verschillende woorden vragen over gesteld. Gaat het nu allemaal wel goed? We hebben
daar in de commissie over gesproken. U weet, en u kunt dat ook in de stukken
terugvinden, dat er al heel veel gebeurd is. Ik ga hier niet zeggen dat alles al pico bello in
orde is. Sterker nog: dat zou in tegenspraak zijn met afspraken die eerder, in
december 2008, met de raad zijn gemaakt. We hebben toen de voorwaarden voor het
verder ontgraven besproken. We zouden gaan bevriezen en we gaan pas ontgraven als
er aan een hele rij voorwaarden voldaan is. Een van de – niet onbelangrijke –
voorwaarden is dat de organisatie van zowel het projectbureau als de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht op orde is en adequaat is. Ik heb toen ook al gezegd dat we dat ook moeten
toetsen. Ik vind dat ik nu niet op die toets vooruit moet lopen en hier te zeggen in hoeverre
die organisatie wel of niet op orde is. Ik kan u alleen maar zeggen dat er met kracht aan
gewerkt is en met kracht aan gewerkt wordt, maar dat de toets daarbij beslissend zal zijn.
(De heer
FLOS:
Dit is een cruciaal element. Ik wil niet nog een keer te
maken krijgen met het feit dat we opnieuw begonnen zijn terwijl de toets
nog niet heeft plaatsgevonden. Ik wil eigenlijk dat u toezegt dat de toets
heeft plaatsgevonden voordat er opnieuw ontgraven wordt. Als er
opnieuw begonnen wordt met ontgraven, bent u van mening dat de Dienst
Milieu en Bouwtoezicht functioneert zoals hij zou moeten functioneren bij
de Noord/Zuidlijn. Datzelfde geldt ook voor het projectbureau.)
Ik wil u dat graag toezeggen, maar in feite is het overbodig omdat we dat al
hebben afgesproken. We hebben dit in december 2008 met elkaar afgesproken en ik zal
er ook niet van afwijken. De afspraak uit december 2008 dat er een toets komt en dat die
voor u inzichtelijk wordt gemaakt staat gewoon nog. Ik wil u nogmaals wel toezeggen dat

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
44
wij de afspraak uit december 2008 zullen nakomen als u dat helpt, maar ik benadruk het
feit dat we die afspraak al hebben gemaakt en dat het mij niet aangaat om allerlei
inhoudelijke oordelen te geven over de staat van de organisatie, behalve dan dat er met
man en macht en zelfs met vrouw en macht aan wordt gewerkt. De toets is uiteindelijk
beslissend. Overigens, mijnheer Flos, u vroeg naar een implementatie op een zodanig
niveau dat dit nooit meer zal gebeuren. U weet zelf dat 100% zekerheid in dit soort
gevallen nooit te geven is. U weet dat ook. De toets zal ik ook aan de raad toesturen.
Dan de conclusie over het incident op 10 september 2008. We hebben er in de
commissie ook over gediscussieerd. Op het gevaar af dat dit een herhaling van zetten
wordt, is en blijft het college van oordeel dat meer overleg niet leidt tot de zekerheid dat
de verzakking niet was voorgekomen. Dat is net een nuance anders dan in het rapport
van de ombudsman. De woorden van de heer Flos in de richting van de aannemer
onderschrijf ik. Er is een kleine disbalans in het beeld veroorzaakt die de ombudsman niet
is aan te rekenen, maar die het gevolg is van het feit dat de ombudsman alleen het
handelen van de gemeente onderzoekt en niet dat van de aannemer. Ik herhaal dat nu
kort.
De heer Flos vroeg naar een vergelijking met de gebeurtenis in Keulen. Ik wil
eerst meer weten over wat daar precies aan de hand is voordat we er allemaal over gaan
speculeren. Er zijn mensen van het projectbureau naartoe gegaan. Er heeft ook overleg
plaatsgevonden, maar u begrijpt dat men in Keulen ook nog onderzoekt wat daar precies
aan de hand is. Zolang dat nog niet duidelijk is, denk ik dat het niet goed is om te
speculeren over dingen die mogelijk hetzelfde of juist heel anders zouden zijn. U hebt nog
recht op het cv van de commissieleden. Ik weet niet precies wat er fout is gegaan, want ik
had u toegezegd dat u dat zou krijgen. U krijgt het alsnog.
De opdrachtformulering aan de commissie-Veerman. Het belang van deze lijn en
het belang van openbaar vervoer voor de Amsterdamse binnenstad staat voor het college
niet ter discussie. Dat belang is groot, ook als we de binnenstad in de toekomst vitaal
willen houden. Vitaal als woongebied, maar ook vitaal als werkgebied. We zijn nu wel op
een punt aanbeland waarop het, ook gezien de grote overschrijdingen waarover we nog
zullen gaan spreken, verstandig is om alles nog eens goed onder de loep te nemen. Als
wij een gezaghebbend advies van de commissie-Veerman willen hebben, dan moeten we
haar de mogelijkheid geven om alles onder de loep te nemen en geen opties op voorhand
uit te sluiten. Dat is de reden dat het college met opzet deze opdrachtformulering zo ruim
heeft gemaakt. Het is niet iets wat wij makkelijk hebben gedaan. Ik begrijp heel goed wat
de heer Flos zegt en wat we mogelijk hiermee in werking kunnen zetten. Het geeft echter
wel aan dat de ernst van de situatie voor ons een reden was om de opdracht zo ruim te
formuleren. Dus de optie dat het advies erop uit zou kunnen draaien – wat wij geen van
beiden weten – dat alleen de Noordlijn gebouwd moet worden, is iets wat de commissie-
Veerman moet overwegen. Wij moeten de rust hebben om dat advies even af te wachten.
Mijnheer Bakker, u hebt een vraag aan de burgemeester gesteld waarvan ik denk
dat de burgemeester die zelf moet beantwoorden. U hebt ook gevraagd naar de staat van
de organisatie, het projectbureau en de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Daar heb ik
antwoord op gegeven. Wat uw vraag over het bestuurlijk team betreft, denk ik dat het
college zelf moet bepalen hoe het zijn werkzaamheden organiseert. Het college is
collectief politiek verantwoordelijk. U moet wel weten dat ook wethouder Asscher, als
verantwoordelijk wethouder van Financiën, nauw betrokken is bij alle discussies over de
Noord/Zuidlijn.
(De heer
BAKKER:
Hoe actief is dat bestuurlijk team? Wat moet ik me
daarbij voorstellen? Is er nu een verandering in opgetreden of wordt er af

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
45
en toe een rapport bekeken? Denkt men ook een beetje vooruit? Daar wil
ik graag inzicht in krijgen.)
Misschien kan de heer Asscher er zelf kort ook iets over zeggen. U kunt zich
voorstellen dat de wethouder van Financiën zeer nauw betrokken is bij de gesprekken
over de overschrijdingen. Ik weet niet of dat allemaal via een vergadering van het
bestuurlijk team gebeurt. Het college moet zelf bepalen hoe het zijn werkzaamheden
organiseert. U vraagt of er door de afdeling Financiën voldoende wordt meegekeken. Het
antwoord daarop is ‘ja’.
Tot slot kom ik bij de heer Van Drooge.
(De heer
VAN DROOGE:
Ik wil tegen de wethouder zeggen dat ik door
het bekende koppenduiveltje bij de neus ben genomen. Boven het artikel
waarin u geciteerd wordt, staat dat u zich gesterkt voelt door het rapport
over de Noord/Zuidlijn, maar u wordt nergens geciteerd dus ik neem dat
terug. Ik heb het onjuist geciteerd.)
Dank u. Ik zal zo nog even terugkomen op het oordeel dat wij zorgvuldig zijn
geweest. In dat opzicht voelt het college zich wel gesteund door het feit dat wij vonden en
vinden dat wij in de zomer, tot aan het besluit om verder te werken, zorgvuldig te werk zijn
gegaan. In de manier waarop u dit net naar voren bracht zat te veel de suggestie dat wij
van mening zouden zijn dat de gemeente niets valt aan te rekenen en dat wij ons gesterkt
voelen door het rapport. Die suggestie zou ik graag van tafel willen halen omdat ik denk
dat het college in zijn bestuurlijke reactie, maar ook in reacties in de pers die ik zelf heb
gegeven, ruimhartig heeft toegegeven dat wij op de avond zelf, via de bewonersbrief en in
de bouwput niet goed zijn opgetreden. Daarom sloeg ik hierop aan, want dat mag niet de
suggestie zijn. De gemeente heeft dingen gewoon fout gedaan. Dat was niet goed.
U zegt ook dat op grond van wettelijke voorschriften iemand van de Dienst Milieu
en Bouwtoezicht aanwezig moet zijn. Het is net even anders dan u zei. De formele
activiteit is het weggraven van grond. De diepwand is al gemaakt. Het ding dat onder de
grond zit, is al eerder gemaakt. Bij het maken van de diepwand moet toezicht aanwezig
zijn, ook door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Ik weet niet uit mijn hoofd hoe dat
indertijd vorm is gegeven. Het door u genoemde artikel slaat niet op het moment dat de
grond wordt weggegraven en datgene wat onder de grond zit dus zichtbaar wordt. Als de
grond bij wijze van spreken weer teruggestort wordt en het bouwelement weer
onzichtbaar wordt gemaakt, dan is het artikel wel van toepassing. We kunnen er ook nog
een paar juristen op zetten om te bekijken hoe het artikel precies in elkaar zit, maar bij het
weggraven van grond hoeft er niet dagelijks een toezichthouder van het projectbureau bij
te staan, en ook nog eens een toezichthouder van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht.
(De heer
VAN DROOGE:
Ik maak hier bezwaar tegen. Mijn kritiek is dat
bij het bouwen van de diepwanden de Dienst Milieu en Bouwtoezicht wel
degelijk verplicht is om toezicht daarop te houden. Het gaat mij niet om
het afgraven van de grond, maar om een aantal rotte diepwanden. Elke
keer wordt de suggestie gewekt dat de aannemer zelf verantwoordelijk is.
Ik zeg dat dit maar betrekkelijk waar is. Natuurlijk is de aannemer
verantwoordelijk, maar de gemeente is wel degelijk verplicht om er
toezicht op te houden. Ze legt dat zelf ook vast. U kunt daarom niet
zeggen dat de slechte damwanden alleen de schuld van de aannemer
zijn. Ik vind dat we de bestuurlijke verantwoordelijkheid daarvoor duidelijk
moeten vastleggen. Daar gaat het me om. Niet om het afgraven op het
moment van het ongeval.)

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
46
Dan is het duidelijk, want het leek er even op dat volgens u ook bij het afgraven
de Dienst Milieu en Bouwtoezicht aanwezig moest zijn. Dit rapport gaat niet over de
manier waarop de damwanden indertijd zijn gemaakt en hoe het toezicht daarop in elkaar
zat. Daarom is het heel lastig om daarover in de ene richting of in de andere richting
uitspraken te doen. We kunnen het allemaal onderzoeken, maar het is aan de raad om te
beslissen of u dat wilt.
Tot slot uw opmerking over het oordeel van de ombudsman of het besluit om tot
hervatting van de werkzaamheden over te gaan zorgvuldig is genomen of niet. Het
rapport van de ombudsman is op dat punt tamelijk duidelijk. De vraag is niet of het in
technische zin verantwoord was, maar of het proces om tot dat besluit te komen
zorgvuldig is geweest. Het oordeel van de ombudsman is dat het op een zorgvuldige
manier heeft plaatsgehad. U hoeft het daar niet mee eens te zijn. Het CDA kan daarover
een afwijkende mening hebben. U kunt vinden dat het onzorgvuldig is gebeurd en dat het
college, in casu de heer Herrema en ik, er op dat moment nooit mee akkoord had kunnen
gaan. Dat kan uw inhoudelijke oordeel zijn. Als u dat vindt, dan moet u mij nu gewoon
wegsturen. Ik heb dan, samen met de heer Herrema, een onverantwoorde beslissing
genomen met grote gevolgen. Als u daar niet toe bereid bent, dan vind ik dat u in de
eerste termijn een heel grote broek hebt aangetrokken. Als u dat doet, dan moet u ook
doorzetten. Ik ben daarom benieuwd of u inderdaad vindt dat wethouder Herrema en ik
een onverantwoorde beslissing hebben genomen door akkoord te gaan met hervatting
van het werk op basis van de Texplormeting, het plan van aanpak, enzovoort. Volgens mij
moet u daar duidelijk over zijn, want anders blijft het hangen.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan burgemeester Cohen.
Burgemeester
COHEN:
De heer Bakker heeft mij gevraagd waar ik was. Ik heb
daar vier antwoorden op. Het eerste antwoord is dat de reactie van het college duidelijk
was. Ik maak deel uit van het college. We hebben een woordvoerder en u kunt er dus van
uitgaan dat ik mij daar achter heb gesteld. Als ik mij niet vergis ben ik hierover twee keer
ondervraagd in Het Gesprek met de Burgemeester op AT5. Voor het geval u hebt
gekeken had u mij kunnen zien bij De Wereld Draait Door en gisteren bij Pauw en
Witteman.
(De heer
LIMMEN:
Hier maak ik bezwaar tegen. Dit is de gemeenteraad
van Amsterdam. Hier moet u verantwoording afleggen. Het gaat niet aan
om tegen een raadslid dat een belangrijke vraag over zo’n project stelt, te
zeggen: sorry, u had televisie moeten kijken.)
Ik geef antwoord aan de heer Bakker omdat hij zei dat ik er de vorige keer was.
Waar was ik toen? Bij een persconferentie. Ik heb in de raad over dit onderwerp nooit het
woord gevoerd. Ik heb de vraag op deze manier opgevat en dacht dat het verstandig was
om op deze manier antwoord te geven. Ik hoor het wel in de tweede termijn.
(Wethouder
VAN POELGEEST:
Ik wil nog even op de motie van de SP
ingaan. Als de raad dit wenst, en dat zal blijken bij de stemming over de
motie, dan kunnen we dit aan de commissie-Veerman meegeven. Ik kan u
niet toezeggen dat de commissie-Veerman dit ook zal doen. Verder is het
niet aan het college om deze motie aan te bevelen dan wel te ontraden.
Het is aan de raad om te bepalen of u dit aan de commissie-Veerman
mee wilt geven of niet.)
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Bergervoet.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
47
Mevrouw
BERGERVOET:
Ik maak graag gebruik van de gelegenheid om te
zeggen dat ik abusievelijk in de veronderstelling verkeerde dat wij de raadsenquête als
apart agendapunt zouden behandelen. Ik had niet goed opgelet, dat kan gebeuren.
Daarom wil ik er graag nog iets over zeggen. De meesten van ons hebben terecht de
nadruk gelegd op het rapport van de ombudsman. De inhoud geeft daar natuurlijk ook alle
aanleiding toe. We kijken terug op een korte periode en we zijn heel blij dat er raadsbrede
steun voor is. Het is heel goed om nu een raadsenquêtecommissie in te stellen en op een
veel langere periode terug te kijken met de vraag: hoe heeft dit allemaal kunnen
gebeuren? Welke besluiten zijn er genomen? Welke financiële besluiten zijn er genomen?
De Partij van de Arbeid is heel erg blij dat het zware instrument dat de raad nu inzet
raadsbreed wordt gedragen.
Verder ben ik blij met de toezegging van de wethouder aan de bewoners. De
Partij van de Arbeid vindt het erg belangrijk dat zij goed geïnformeerd worden, dat zij met
de commissie-Veerman kunnen spreken en dat zij met u van gedachten kunnen wisselen
over het incidentenplan. Daar wil ik het bij laten.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Van Pinxteren.
Mevrouw
VAN PINXTEREN:
Ik kan eigenlijk kort zijn. We hebben allemaal
duidelijk ons verhaal gehouden. Ook de wethouder was duidelijk. We zijn in elk geval
ontzettend blij met de toezeggingen over de verschillende vormen van overleg met de
bewoners, over de voortgangsrapportage, de positie van de huurders en dergelijke. Dat
zijn zaken die heel erg belangrijk zijn en die leggen we nu vast. Verder denk ik dat het
heel goed is als de raad de wens uitspreekt die in de motie van de SP is vastgelegd. Wij
zullen de motie dus steunen.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Flos.
De heer
FLOS:
Ik zal alleen nog even reageren op de commissie-Veerman. We
hebben gehoord wat de overwegingen van het college zijn. Laat het vooral een commissie
van het college blijven. Wij zouden misschien een iets andere opdrachtformulering
hebben meegegeven, maar als het college hiervoor kiest, dan zij dat zo. Wij zullen mede
om die reden zelf geen motie indienen, maar de motie van de heer Bakker ook niet
steunen omdat die de opdracht nog verder verbreedt.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Bakker.
De heer
BAKKER:
Het is goed dat er nu een grote inzet in de richting van de
bewoners gepleegd wordt. Dat lijkt me ook nodig en het is goed dat het nu grondig lijkt te
gebeuren. Mijn vraag aan de burgemeester is denk ik een beetje misverstaan. Na de
eerste verzakking zei u dat er een grote inzet gepleegd moest worden om de
geloofwaardigheid van het project te herstellen. Mijn vraag duidde een beetje daarop. Wat
hebt u gedaan om de geloofwaardigheid te herstellen en wat gaat u nog doen? Waren dat
de tv-optredens?
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van Drooge.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
48
De heer
VAN DROOGE:
Ik geloof dat ik in de eerste termijn met mijn interrupties
al duidelijk ben geweest. Laat ik nog een keer duidelijk zijn over het tweede deel van de
bijdrage van de wethouder. Toen we dit in de commissie bespraken, hebt u de rol van de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht toegelicht. U hebt gezegd dat die op afstand stond. Mijn
aanvulling daarop was: denk erom, dat geldt voor alles, maar niet op het moment dat u de
grond in gaat. Wat er is gebeurd, zal boven water moeten komen, want we kunnen niet
zomaar zeggen dat we het niet weten. Het gaat niet om de ontgraving zelf, wethouder.
Daarover is van alles in de wet geregeld, maar dat is op dit moment niet aan de orde.
Dan uw reactie op mijn opmerkingen over de hervatting van het werk. Wethouder,
het rapport van de ombudsman is duidelijk. Daarin staat dat, nadat de Texplormeting was
gedaan en we wisten wat er aan de hand was, het niet onverantwoord was om het werk te
hervatten. Dat het college daarmee instemde, was daarom ook niet onverantwoord. Dat is
juist. Ik onderschrijf dat volledig. Ik zeg alleen: als je op grond van de Texplormeting en op
grond van de gemaakte afspraken weer begint te ontgraven, dan moet je ervoor zorgen
dat dit ook in de organisatie vastligt. Op het moment dat er weer begonnen wordt, moet er
volgens het protocol gewerkt worden. Dat was nog niet in de organisatie verankerd en dat
is een bestuurlijke verantwoordelijkheid. Achteraf gezien betreur ik dat. Of ik er zo zwaar
aan til dat ik een motie van wantrouwen moet indienen, is aan mij. Ik zeg ook niet dat ik
het zo zwaar laat wegen dat ik u weg wil sturen, allesbehalve. Ik zeg: let wel op. We
zeggen nu achteraf: oefenen, oefenen, oefenen. Mevrouw Van Pinxteren heeft ons
allemaal aangeboden als proefkonijnen om met u mee te doen. Achteraf kunt u echter ook
best zeggen: het was verstandiger geweest als we, toen we allemaal de resultaten van de
Texplormeting wisten en de consequenties ervan kenden, dit goed in de organisatie
hadden verankerd. Ik geef toe dat we achteraf gemakkelijk kunnen zeggen dat het niet
goed is gegaan. Laten we echter nog eens constateren dat, als er veranderingen
optreden bij zo’n gevoelig project dat zo belangrijk is, we achteraf wel degelijk moeten
zeggen dat het fout is gegaan. Ik neem dit niet zo zwaar op dat ik het een motie van
wantrouwen waard vind. Ik ben het volstrekt eens met datgene wat de heer Flos erover
zei. We hebben er in december 2008 het een en ander over gezegd en dat is genoeg.
Achteraf kunnen we echter best zeggen: dat was niet goed. We hebben er genoeg over
gezegd. Ik dank de wethouder voor zijn beantwoording.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Manuel.
De heer
MANUEL:
Dank aan de wethouder voor zijn beantwoording. Het kwam
ongeveer overeen met onze discussie in de commissie. We zijn in afwachting van het ene
onderzoek dat al loopt en het andere onderzoek dat zo meteen zal beginnen.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest.
Wethouder
VAN POELGEEST:
Ik zal nog even iets zeggen over de diepwand.
Die kan onderzocht worden. U weet dat er in 2003 begonnen is met het maken ervan. U
zegt toch dat het college bij het besluit om het werk te hervatten in gebreke is gebleven.
Dat zegt u. Dan kunt u zeggen: ach, het is een klein puntje en het is allemaal achteraf. U
suggereert echter wel degelijk in uw betoog dat de lekkage niet was voorgekomen als ik
iets beter had opgelet en had bekeken of de organisaties er klaar voor waren. Ik weet niet
of dat inderdaad uw oordeel is, maar als dat wel zo is, dan vind ik dat u de daarvoor
verantwoordelijke bestuurders weg moet sturen. Dit is immers geen kleine zaak. De
stelling van het college is dat het besluit om het werk te hervatten op dat moment een

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
49
verantwoord besluit was. Ook omdat in het samenwerkingsprotocol tussen het
projectbureau en de Dienst Milieu en Bouwtoezicht het een en ander is gebeurd en er
allerlei gesprekken daarover hebben plaatsgevonden. De ombudsman oordeelt dat dit op
een zorgvuldige manier is gebeurd. U kunt er een andere mening over hebben, maar ik
denk dat het niet om een nuance gaat. Dat oordeel moet het CDA echter zelf vellen.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr.
132).
De motie-Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 132) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 132)
is aangenomen met de stemmen van de VVD en het CDA tegen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 126 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 124 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
5A
Benoeming van de leden voor de Commissie voor Welstand en Monumenten
2009 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 121).
7B
Benoeming van de leden en de voorzitter van de enquêtecommissie inzake
voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 127).
De
VOORZITTER:
Ik heb net in het bureau van stemopneming de heren Mahdi,
De Wit en mevrouw Alberts benoemd. Mevrouw Alberts moeten wij er niet in benoemen
omdat zij een van de kandidaat-leden is van de enquêtecommissie. Ik stel u daarom voor
om haar nu het nog kan te vervangen door mevrouw Sargentini.
De
VOORZITTER
schorst de vergadering.
De
VOORZITTER
heropent de vergadering.
Ingeleverd werden 39 stembiljetten.
Benoemd zijn tot:

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
50
Leden van de Commissie voor Welstand en Monumenten (Binnenstad)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 121): de heer M. Homan en de heer F. Schmidt met 39
stemmen voor.
Leden van de Commissie voor Welstand en Monumenten (negentiende-eeuwse
ring en gordel ’20-‘40)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 121): de heer M. Reniers en de heer M.
van Winsen met 39 stemmen voor.
Leden van de Commissie voor Welstand en Monumenten (Tuinsteden en
werkgebieden)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 121): de heer M. Schenk en mevrouw G. Andela
met 39 stemmen voor.
Leden van de Commissie voor Welstand en Monumenten (Plaatsingscommissie)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 121): de heer R. Stenvert en de heer E. Orsel met 39 stemmen
voor.
Leden van de enquêtecommissie inzake voorbereiding, besluitvorming en
uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 127): mevrouw R.
Alberts, de heer B. Geurts, de heer M.H.J. Limmen en de heer R.Th.M. Nederveen met 38
stemmen voor en 1 stem blanco; de heer F. de Wolf met 37 stemmen voor, 1 stem tegen
en 1 stem blanco.
Voorzitter van de enquêtecommissie inzake voorbereiding, besluitvorming en
uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 127): de heer
M.H.J. Limmen met 38 stemmen voor en 1 stem blanco.
Secretaris van de enquêtecommissie inzake voorbereiding, besluitvorming en
uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 127): mevrouw
M. Pe met 38 stemmen voor en 1 stem blanco.
12
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 25 november
2008 tot kennisneming van het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam, getiteld: Duurzaam
durven, doen en doorgaan 2008-2012 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 76).
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Kaplan.
Mevrouw
KAPLAN:
Nadat we de nota Slimme haven hebben vastgesteld, ligt nu
het Milieubeleidsplan Haven voor ons. Het is goed dat de wethouder zo voortvarend te
werk gaat. Het spreekt de Partij van de Arbeid erg aan dat het milieubeleidsplan een
optimale balans probeert te creëren tussen een economische sterke haven met een
uitstekende concurrentiepositie en een goede kwaliteit van de leefomgeving. We vinden
dat terug in de vijf speerpunten van de nota, te weten optimalisering van ruimte- en
milieugebruik, schone scheepvaart, stimulering van goederenvervoer over water en spoor,
het stroomlijnen van de risico’s van gevaarlijke stoffen en proberen een voorbeeldfunctie
te vervullen. Daarbij horen veertig actiepunten. Ik neem aan dat deze in gang zijn gezet.
In de commissie is dit kort aan de orde gekomen, maar ik wil de wethouder hier toch twee
vragen stellen. Iedereen weet dat we in financieel kritieke tijden verkeren. Dat vraagt meer

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
51
duidelijkheid over de financiële aspecten van de acties. Is het mogelijk om daar een
overzicht van te krijgen? In de commissie hebt u er al iets over gezegd, maar ik wil dat
nog een keer vastgesteld hebben. Daarnaast willen we dat u ons jaarlijks op de hoogte
houdt van de genomen acties.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Hoogerwerf.
Mevrouw
HOOGERWERF:
Heel kort. Het is belangrijk dat er een
milieubeleidsplan is voor een belangrijke dienst als de Haven Amsterdam. D66 vindt ook
dat er goede ambities in staan. Ik hoop echter ook dat ze realistisch zijn en dat we de
ambities die erin vermeld staan ook zullen verwezenlijken. Ik denk dat het goed is als u de
voortgang ervan regelmatig met de raad bespreekt. In de flap staat onder e, dat de haven
in 2015 een CO
2
-neutrale gemeentelijke organisatie is. De term ‘gemeentelijke
organisatie’ kan ik me op dit moment voorstellen, maar we weten niet of het in 2015 ook
nog een gemeentelijke organisatie zal zijn omdat we de komende tijd ook nog over de
verzelfstandiging van de haven gaan praten. Misschien was het handiger geweest om het
woord ‘gemeentelijke’ te schrappen.
Tot slot willen wij benadrukken dat wij – naast alle doelstellingen die in het
voorstel staan – er zeer aan hechten dat er grote aandacht is voor gevaarlijke stoffen, dat
goed bekeken wordt hoe deze worden opgeslagen en dat dit zodanig plaatsvindt, dat er
geen risico’s voor de Amsterdamse bevolking optreden. Een ander aspect dat volgens
ons te weinig aandacht heeft gekregen is geurhinder. Het is een fenomeen waarover
burgers ons regelmatig rapporteren dat ze er last van hebben. Ik denk dat het goed is om
daar aandacht aan te blijven besteden, naast de aspecten die in het voorstel staan.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van Drooge.
De heer
VAN DROOGE:
Volgens het CDA is het behoud en eventueel de
uitbreiding van de haven essentieel voor de toekomst van Amsterdam. In de Havenvisie is
het nodige vastgesteld over het economische belang en over datgene wat wel en niet
moet doorgaan. De ontwikkeling van de haven moet uiteraard zo milieuvriendelijk mogelijk
plaatsvinden. Daarom steunen we dit beleidsplan van harte. Ik ben het dan ook roerend
eens met de woorden van mevrouw Kaplan. In de commissie heb ik al gezegd dat er
enkele zaken zijn die ik erg wollig en te vrijblijvend vind geformuleerd. Misschien is dat
onvermijdelijk, maar een aspect vind ik te vrijblijvend. Dat kan eigenlijk niet. Deze raad
heeft een motie aangenomen over walstroom voor de binnenvaart en de uitbreiding van
walstroom voor rivierschepen. Wat zien we daarvan terug? Een rapport over de
mogelijkheden ervan. Wethouder, dat vinden wij te weinig. De raad heeft hierover een
besluit genomen en wij vinden dat de mogelijkheid van walstroom uitgebreid moet
worden. De heer De Goede en ik komen daarom met een amendement. De heer De
Goede zal het amendement zo dadelijk toelichten. Walstroom moet niet pas in 2025
eventueel ingevoerd worden, maar moet voor 2015 gerealiseerd zijn, in navolging van de
motie die al in december 2008 is aangenomen en uitgevoerd moet worden.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer De Goede.
De heer
DE GOEDE:
We gaan de commissie niet overdoen, dus ik houd het bij
complimenten voor de grote lijnen. Er vinden ontzettend veel acties op milieugebied
plaats. Het is heel goed om deze te bundelen. Ik was deze week nog in de havens en je

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
52
ziet nu al de effecten van het beleid dat is ingezet. Complimenten daarvoor voor u en uw
medewerkers. Een aantal dingen kunnen we aanscherpen. De heer Van Drooge noemde
al de termijnen voor het invoeren van walstroom. Die zijn wel erg lang. De ambitie is om
meer ligplaatsen voor de binnenvaart te realiseren, bijvoorbeeld bij het KNSM-eiland of bij
de Houthavens waar veel mensen wonen. Wij vinden dat daar zo snel mogelijk de juiste
stopcontacten aanwezig moeten zijn om de stekker van de boot in te steken en niet pas in
2025. Wij hebben een aantal moties en amendementen die ik hierbij in wil dienen. Ik
neem aan dat de voorzitter ze voor zal lezen. Een ervan beoogt om de invoering van
walstroom voor de binnenvaart te versnellen. Een ander amendement gaat over
walstroom bij de Passenger Terminal. In het plan staat dat dit onderzocht wordt, maar er
staat geen streefdatum bij. Wij willen het college aanmoedigen om te bekijken of het
mogelijk is dit in 2015 te realiseren. Mocht dit niet kunnen, dan willen wij graag nog in
deze bestuursperiode van u vernemen wat de mogelijkheden en de financiële
consequenties zijn.
Een motie gaat over het inkoopbeleid van de havens. In uw voorstel staat heel
expliciet dat de havens een eigen inkoopbeleid hebben. De gemeente heeft een centraal
inkoopbeleid vastgesteld. Met deze motie willen wij het college oproepen om het
inkoopbeleid van de havens te laten aansluiten bij dat van de rest van de gemeente en
dus geen apart inkoopbeleid te hanteren. Daarnaast willen we dat het inkoopbeleid
sociaal en duurzaam is, net als het inkoopbeleid voor de rest van de gemeente. We
hebben ook een voorstel voor de CCR-2-norm. Voor de niet-technici: dat is de
emissienorm voor de scheepvaart analoog aan de Euronorm voor vrachtwagens. U wilt
schepen die niet aan deze norm voldoen vanaf 2025 weren. Als we de Europese agenda
bezien, dan wil Europa dat de emissienormen al in 2020 worden gehaald. Wij roepen u
daarom op om dit vijf jaar eerder te realiseren. Mijn laatste motie gaat over de
emissieambitie in de stad. Daarover bestond enige onenigheid. We willen in 2025 40%
minder CO
2
uitstoten dan in 1990. Wij willen dat dit ook voor de havens geldt en ook voor
de scheepvaart en het wegverkeer in de havens.
(De heer
VERWEIJ:
Ik hoor de heer De Goede de wethouder aansporen
om een aantal ontwikkelingen iets te versnellen. Daar valt veel voor te
zeggen, maar kunt u reageren op het feit dat wij binnenkort voor een
enorme financiële operatie staan? Vindt u het niet verstandiger als de
consequenties van uw moties en amendementen meegewogen worden in
de totaalvisie die we nog steeds van het college moeten krijgen? Aan de
hand van dit plan kunnen we nu wel beslissen dat bepaalde schepen op
een bepaalde datum de haven niet meer in mogen, maar als dat
negatieve gevolgen heeft voor de haven, dan zet ik er toch vraagtekens
bij.)
Daar heb ik twee antwoorden op. Ten eerste zullen er kosten gepaard gaan met
het aansluiten van cruisschepen op walstroom. We willen graag heel snel weten wat dat
kost zodat we die afweging kunnen maken. Ten tweede de emissienormen. Europa heeft
bepaald dat ze in 2020 strikter moeten zijn. In het voorstel van het college staat dat in
overleg met de haven van Rotterdam voor 2025 is gekozen. Ik heb met collega’s in
Rotterdam gesproken. Zij zeggen dat ze er best nog eens over willen praten. Daarom is
dit een aanmoediging van het college om te bekijken of we die datum naar voren kunnen
halen. Hij ligt niet zo vast als het college stelt.
Mijn laatste opmerking gaat over het landschap in de havens. Milieu gaat vaak
over de natuur, maar ook het landschap maakt deel uit van het milieu. Het landschap in
de havens heeft ook een cultuurhistorie. Een eiland als Ruigoord heeft een geschiedenis.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
53
Er zijn daar eendenkooien geweest, de oude dijken van het IJ. Wij zouden het op prijs
stellen als in het beheer van de havens rekening wordt gehouden met de historische
waarden van het landschap in de havens. Ik kan me voorstellen dat dit niet allemaal in
een milieuplan gezet kan worden, maar het is een verzoek aan het college om er in het
standaardbeheerplan rekening mee te houden.
De
VOORZITTER
deelt mee dat de volgende moties en amendementen zijn
ingekomen:
74º
Amendement van het raadslid De Goede c.s. inzake walstroom voor
binnenvaartschepen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 133).
Besluit:
De tekst bij 3.2.3 acties – 12 “Haven Amsterdam streeft ernaar om in 2025
walstroom te hebben voor alle openbare ligplaatsen voor binnenvaartschepen” te wijzigen
in: “Haven Amsterdam streeft ernaar om voor 2015 walstroom te hebben voor alle
openbare ligplaatsen voor binnenvaartschepen”.
75º
Amendement van het raadslid De Goede inzake walstroom voor
cruiseschepen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 134).
Besluit:
Aan 3.2.3 acties – 13 toe te voegen: Walstroom voor cruiseschepen bij de
Passenger Terminal Amsterdam (PTA) in te voeren voor 2015.
76º
Motie van het raadslid De Goede inzake verduurzaming inkoopbeleid
binnen het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam 2008-2012 (Gemeenteblad afd. 1, nr.
135).
Besluit:
1. Dat de haven naast duurzaam inkopen ook aansluit bij het door het college
vastgestelde inkoopbeleid op het gebied van social return.
2. Het college te verzoeken om het inkoopbeleid van de haven aan te laten
sluiten bij dat van Concern Inkoop.
77º
Motie van het raadslid De Goede inzake het weren van schepen die niet
aan de CCR-2-norm voldoen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 136).
Besluit:
Het college te verzoeken om met andere havens en belanghebbenden in overleg
te treden met als doel de datum van waaraf binnenvaartschepen die niet voldoen aan de
CCR-2-norm worden geweerd te vervroegen van 2025 naar eind 2019.
78º
Motie van het raadslid De Goede inzake bijdrage van vrachtverkeer aan
de reductie van CO
2
-uitstoot (Gemeenteblad afd. 1, nr. 137).
Besluit:

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
54
Het college op te dragen ervoor te zorgen dat de totale uitstoot van CO
2
in het
havengebied, inclusief wegverkeer en scheepvaartverkeer, maar exclusief het
Afvalenergiebedrijf, in 2025 minimaal 40% lager is in vergelijking met 1990.
De moties en amendementen maken deel uit van de beraadslaging.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Verweij.
De heer
VERWEIJ:
De moties en amendementen laten op een aantal terreinen
geen plaats voor discussie meer over. Ook wij zijn voorstander van zoveel mogelijk
walstroom, maar er zijn enkele hindernissen bij gekomen. Hindernissen die zo essentieel
zijn dat de data die u voorstelt voor ons niet mogen leiden tot gevolgen die we niet kunnen
overzien. Wij willen u daarom vragen om alle moties en amendementen, maar zeker uw
voorstellen die tot grote investeringen zullen leiden – dat zal waarschijnlijk immers de
uitslag van het onderzoek zijn – op te nemen in het totaalplan dat hopelijk gepresenteerd
wordt. Ik kan dus wel instemmen met het streven naar walstroom, maar er zijn
ontwikkelingen bij gekomen. De VVD heeft dus bezwaar tegen het aannemen van deze
amendementen zonder dat er rekening wordt gehouden met financiële ontwikkelingen.
(De heer
DE GOEDE:
Als plannen financieel niet haalbaar zijn, dan
moeten we daar vanzelfsprekend over praten. We stellen nu de doelen en
de ambities vast. Als het college van oordeel is dat deze plannen niet
allemaal uitgevoerd kunnen worden omdat het de middelen daartoe niet
heeft, dan hoor ik dat graag van het college en dan gaan we daarover met
het college in debat. Geen probleem.)
Dan stel ik toch voor dat u de amendementen enigszins aanpast. In deze
amendementen staat dat er walstroom aanwezig moet zijn. Er staat geen tenzij in. Dat
heb ik althans niet gehoord.
(De heer
DE GOEDE:
Net als met zoveel beleidsmoties is dit het
streefdoel. Als het college er de middelen voor heeft, dan vinden wij dat
dit uitgevoerd moet worden op de genoemde datum. Als het college zegt
dat dit niet kan, dan hoor ik dat graag van het college. Misschien moeten
we even de reactie van de wethouder afwachten.)
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Ivens.
De heer
IVENS:
Er ligt een prima plan, wethouder. Een aantal aanscherpingen
dat GroenLinks net verwoord heeft, lijken mij goede verbeteringen. Het is echter een mooi
pakket en een plan waarin verschillende facetten die het milieu raken afgewogen worden.
Het bezit van een grote haven brengt veel activiteiten met zich mee. De wens om de
haven verder te laten groeien en in ieder geval niet te laten krimpen, leeft heel sterk. We
moeten er wel voor zorgen dat we de afspraken die we maken ook uitvoeren. Ik doel
daarmee vooral op de afspraken over de omgang met gevaarlijke stoffen. In onze ogen
zou het nog steeds mogelijk moeten zijn om af en toe tegen een bepaald bedrijf met
bepaalde activiteiten te zeggen: kom maar niet naar onze haven, want wij willen deze
stoffen hier niet hebben. Daarnaast vraagt de omgang met gevaarlijke stoffen constante
training en bijscholing. De haven zal daarin ook in moeilijke tijden moeten blijven
investeren. Een mooi plan waarmee we nu aan de slag gaan. Bewaak vooral de
uitvoering ervan. Het staat allemaal mooi op papier, maar het gaat uiteindelijk om datgene
wat er gebeurt.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
55
Ik heb nog één vraag die in de commissie een beetje is blijven liggen omdat u
daarvoor een beetje naar de wethouder Milieu keek. Die is nu gelukkig ook aanwezig. Het
gaat om de havenontvangstinstallaties ofwel de vuilnisbakken voor de schepen. Die
worden nog steeds niet helemaal indirect gefinancierd. Scheepseigenaren moeten nog
steeds betalen als ze hun afval af willen geven. Al lange tijd bestaat het streven – en ik
meen dat Amsterdam dat streven deelt – om via de havengelden automatisch te betalen
voor het afgeven van afval. Daardoor wordt er minder scheepsafval op zee of elders
geloosd. Tijdens de affaire met de Probo Koala is hier ook uitgebreid over gesproken. Ik
vraag me af of er al voortgang te melden is over de indirecte financiering van de
havenontvangstinstallaties.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Ossel.
Wethouder
OSSEL:
Ik zal mijn best doen om op alle vragen en moties in te gaan.
Misschien even een woord vooraf. Ik ben blij met uw positieve woorden. Ik realiseer me
heel goed dat we hier een eerste uitvoering geven aan de strategische Havenvisie. Het
betekent dat we een flink aantal zaken goed moeten onderzoeken om te weten tot hoe ver
we kunnen gaan en op welk moment. Daarnaast willen we een ambitie die overzienbaar
en haalbaar is. Hier en daar stelt u terecht vragen die echter op dit moment nog niet
helemaal beantwoord kunnen worden. Bij het maken van een begin is dat misschien niet
helemaal bevredigend, maar ik hoop op enig begrip. Ik deel de intentie met de heer
Verweij; waar het sneller kan, moeten we dat vooral ook doen. We praten over goede
zaken als walstroom. Dat willen we ook graag, maar er hangt inderdaad een prijskaartje
aan. Soms beslissen wij niet alleen over dat prijskaartje, maar de markt en de rederijen.
Gaan we daarin mee? Is het aantrekkelijk? We kunnen het stimuleren, maar uiteindelijk
zullen we moeten investeren. We moeten het proces goed bekijken. Voor een deel gaat
het om nieuwe zaken. Ik zeg dit opdat u mijn opmerkingen kunt plaatsen. Het is niet zo
dat we allerlei zaken niet willen, maar we willen ze op het goede moment als we weten of
ze kunnen. Daar is meer informatie voor nodig.
Mevrouw Kaplan vroeg om een overzicht van de financiën. We hebben er in de
commissie ook over gesproken. Voor de zomer komt het overzicht. Ik denk dat het heel
belangrijk is om een overzicht van de investeringen te hebben. Overigens zullen we in dat
overzicht ook een relatie moeten leggen met de huidige situatie van de gemeente, dat zal
duidelijk zijn. Voor alle investeringen geldt dat ze door een soort crisisbril zullen moeten
worden bekeken op noodzaak en nut. Dat geldt ook hiervoor. Een jaarlijkse monitor lijkt
mij heel belangrijk, zeker op dit punt. Als we zoveel onderzoeken doen, dan willen we niet
jarenlang wachten totdat we een juist beeld hebben, maar willen we elk jaar bekijken hoe
ver we zijn gekomen. Ik denk dat we daar een pittig gesprek met elkaar over moeten
hebben dus dat zal ik zeker doen.
Mevrouw Hoogerwerf wil realistische ambities terugkoppelen. Ik heb in mijn
antwoord aan mevrouw Kaplan al aangegeven dat ik het daarmee eens ben. U noemt ook
de CO
2
-neutrale gemeentelijke organisatie. Op dit moment is het Havenbedrijf inderdaad
een gewone gemeentelijke dienst die de interne regels moet volgen. We trekken dat
gewoon door. Ik denk niet dat we op onderdelen vooruit moeten lopen op discussies die
we mogelijk zouden gaan krijgen. Het zou interessant zijn als een andere organisatievorm
ook CO
2
-neutraal zou zijn. Die ambitie moeten we volgens mij gewoon vasthouden.
(Mevrouw
HOOGERWERF:
Ik wil even terug naar de realistische
ambities. Ik stelde mijn vraag daarover ook met het oog op de moties en
amendementen van GroenLinks. Ik neem aan dat u ook nog een soort

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
56
preadvies zult geven op de moties en amendementen in het licht van de
vraag of ze realistisch en betaalbaar zijn.)
Ja, daar zal ik zeker op terugkomen.
Net als de heer Ivens pleit u ook voor aandacht voor gevaarlijke stoffen in het
beleid. Dat ben ik met u eens. Ik denk dat we er in de rapportage aandacht aan zullen
schenken. We hebben het verslag over 2007 al aan u toegestuurd. Er komt een apart
verslag over 2008. We zullen er in de commissie over moeten praten, maar misschien ook
in de commissie van mevrouw Vos. U vraagt ook aandacht voor geurhinder. Dit dossier
wordt behoorlijk gedomineerd door andere vormen van milieuhinder, maar er moet ook
aandacht zijn en blijven voor geurhinder. We zullen er in onze rapportage op terugkomen.
De heer Van Drooge steunt het beleid ook. Dank daarvoor. Het mag hier en daar
iets concreter worden. Ik kom nog terug op de motie over de realistische tijdpaden die we
zouden moeten volgen. De heer De Goede vraagt aandacht voor het landschap in de
haven. U vraagt eigenlijk om er apart aandacht aan te besteden in het beheerplan dat we
krijgen. Dat lijkt me verstandig. De mate waarin en hoe we dat doen, zullen we in het
beheerplan zien. Het lijkt me goed om er een apart punt van te maken.
Ik zal de moties en amendementen even doornemen. In het amendement over
walstroom voor de binnenvaart pleit u ervoor om er een datum aan te verbinden. Wij
denken dat we hier eerst onderzoek naar moeten doen om te weten te komen wat een
realistisch tijdpad is. Walstroom als systeem staat nog flink in de kinderschoenen. Er moet
dus nog veel onderzoek gedaan worden, dat is niet anders. We streven er wel naar om
het zo snel mogelijk in te voeren. Wat mij betreft, praten we – als de onderzoeken er
aanleiding toe geven – op korte termijn over de vraag hoe we dit moeten gaan doen. We
moeten doodgewoon eerst meer informatie hebben.
(De heer
DE GOEDE:
2025 is zestien jaar na nu, dat is best lang. Het zijn
vier bestuursperiodes met vier wethouders. Er wordt al drie jaar
onderzoek naar gedaan. Zo langzamerhand moeten we toch wel weten
wat de mogelijkheden zijn. Een aantal schepen beschikt al over
walstroom. Dat is simpel 220 volt zoals we thuis ook hebben. Ik heb
begrepen dat de stekkers iets anders zijn. Heel erg technisch is het niet.
Ik denk dat we op heel korte termijn kunnen weten welk type stekker
nodig is en om hoeveel plekken het gaat. Het is geen rocket science.)
Ik kom er graag nog op terug. Drie jaar lijkt veel waar het gaat om een innovatieve
technologie. Het gaat echter niet alleen over de vraag of het kan, maar ook over de vraag
hoeveel geld het kost, waar we het moeten aanleggen, welk plan we ervoor moeten
maken et cetera. Het is dus niet zo dat we tot 2025 wachten voordat we u de stand van
zaken geven. Tussendoor zullen we dat ook doen. Ik wil u wel toezeggen dat als het
sneller kan, we het ook sneller moeten doen.
(De heer
DE GOEDE:
Kunnen we dan een datum afspreken waarop het
onderzoek klaar is en de kosten duidelijk zijn? Dan kunnen we er dan
weer over praten.)
Met uw permissie wil ik in de commissie terugkomen op de vraag op welke datum
we kunnen weten welke onderzoeken afgerond zijn en we over een mogelijke versnelling
kunnen praten. Akkoord?
(De heer
VERWEIJ:
Ik vind het een beetje verwarrend. Als we nu
besluiten om een datum aan te houden en vervolgens gaan we akkoord
met een onderzoek waaruit misschien een nieuwe datum voortkomt, dan
vind ik dit amendement overbodig. Sterker nog: in dit amendement staat
‘streeft’. U bent uw antwoord begonnen met te zeggen: als het sneller

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
57
kan, dan doen we het. U kunt dit amendement gewoon overnemen, want
er staat ‘streeft’ in.)
Ik denk dat wij zelf het tijdstip van 2025 niet voor niets zo ver weg hebben gelegd.
Daarachter zit een inschatting van de ontwikkeling van de technologie en van de
implementatie. We moeten niet zomaar streven naar een datum, we moeten aan deze
datum vasthouden.
(De heer
VERWEIJ:
U moet consequent zijn, wethouder. In uw voorstel
streeft u ook naar 2025.)
Natuurlijk. Als wij een streefdatum noemen, dan kan dat 2025 zijn of 2015 of 2030
of 2010. Dit is een streefdatum op basis van een inschatting naar aanleiding van
onderzoek. Het enige wat ik u wil zeggen, is: ik zou dit amendement willen ontraden en
eens goed willen praten over de resultaten van onderzoek en bekijken of we het eerder
kunnen doen. Op dit moment kan ik daar niets over zeggen.
(De heer
VAN DROOGE:
In de commissie hebben we hier ook al
uitvoerig over gesproken. De wethouder was een beetje verbaasd over
het jaartal 2025. Ik ben nu stomverbaasd over de achterwaartse beweging
van de wethouder. 2015 is zes jaar na nu. We hebben zes jaar om iets te
realiseren wat al gedeeltelijk besteed is. Als u er zestien jaar van maakt,
dan schept u zo’n vergezicht dat u dat jaartal net zo goed niet op kunt
schrijven. Wij streven ernaar om walstroom te onderzoeken. Het is een
bestuurlijk monstrum om te zeggen dat u over zestien jaar iets zult
invoeren waarover u in het milieubeleidsplan schrijft dat het verstandig is
om in te voeren. Wethouder, ik vind het niet te geloven dat u hier zo
tegenin gaat.)
Amendementen hangen met elkaar samen. Er gaan meer amendementen over
walstroom, misschien kunt u dat met mij eens zijn. Er is ook een amendement ingediend
over walstroom voor cruiseschepen. U wilt voor 2015 walstroom voor cruiseschepen bij de
Passenger Terminal invoeren. Volgens mij staat daar het woord ‘streven’ niet bij, maar
laten we het daar niet over hebben. Ook daarvoor geldt dat we eerst onderzoek moeten
doen naar de effectiviteit van walstroom bij de Passenger Terminal. Het gaat om flinke
kosten. We moeten de kades herstructureren en ook de rederijen moeten flinke kosten
maken. We praten daarbij meteen over miljoenen euro’s. Ook daarvoor geldt: laten we als
ambitie neerzetten dat we dit willen doen en laten we goed ook de financiële
consequenties onderzoeken zodat we kunnen bekijken of we dit mogelijk eerder kunnen
doen, maar niet op dit moment. Ook dit amendement zou ik daarom willen ontraden.
De heer De Goede heeft ook een motie over verduurzaming van het inkoopbeleid
ingediend. Volgens mij is deze motie overbodig. Ik wil nog eens duidelijk stellen dat ook
de haven van Amsterdam gewoon de richtlijnen van Concern Inkoop en van het
inkoopbeleid van de gemeente moet volgen. Het betekent niet dat iedereen hetzelfde
doet, maar wel dat iedereen er op een goede manier mee omgaat. De afspraken op dat
gebied blijven echter gelden. U vraagt dus eigenlijk om datgene te doen wat we al doen.
(De heer
DE GOEDE:
De wethouder zegt dus toe dat de havens
aansluiten bij de raamcontracten van Concern Inkoop. Ik heb namelijk
andere signalen.)
Ja. Wij sluiten aan bij het inkoopbeleid van de gemeente en de richtlijnen die erbij
horen. Punt. Als er afwijkingen zijn, dan moeten we dat bespreken, want dan is er iets aan
de hand. Misschien is er een reden voor, maar dit is het algemene beleid dat ook de
Haven Amsterdam uitvoert.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
58
In de motie over de CCR-2-norm dringt u erop aan om aan te sluiten bij een
Europese doelstelling terwijl we landelijk afgesproken hebben om dit in 2025 in te voeren,
mijnheer Van Drooge. Het is misschien ver weg, maar misschien ook dichtbij als het gaat
om innovatie en technologische ontwikkeling. Natuurlijk willen we over van alles en nog
wat met Rotterdam praten, maar in principe willen we vasthouden aan de landelijke
afspraak die we gemaakt hebben. Er komt een regeling met een milieukenmerk waarbij
we schepen die nog niet voldoen aan de CCR-2-norm vanaf 2010 verplichten om extra te
betalen. Dat geld willen we in een soort CCR-2-normfonds stoppen van waaruit we aan
dat soort nodige investeringen willen bijdragen. Je zou kunnen zeggen dat het een soort
malusregeling is om dit al vanaf 2010 van de grond te tillen. Ik kan nu niet zeggen hoe dit
zich zal ontwikkelen, maar het is een manier om dit serieus aan te pakken. Mocht er
echter een definitief Europees besluit komen over de exacte norm waaraan we ons
moeten houden, dan ontstaat er een andere situatie. Op dit moment is dit de landelijke
afspraak die we gemaakt hebben.
De laatste motie handelt over het vrachtverkeer en de CO
2
-uitstoot. Ik denk dat
het een goede motie is. Ik heb er geen bezwaar tegen omdat ze de ambitie specificeert:
een reductie van 40% in het totale gebied, inclusief de scheepvaart. De tekst die nu
voorligt, kan aanleiding geven om er anders over te denken. Daarom ben ik het eens met
de motie en heb ik er geen bezwaar tegen.
(De heer
VERWEIJ:
Kunt u dan zeggen op welke manier u die norm
denkt te halen en wat deze motie zal betekenen voor de exploitatie van de
haven? Ik vind het namelijk nogal wat.)
Ook hier is een datum genoemd die in de richting van 2025 gaat. Ik denk dat u
een terechte vraag stelt. Het precieze antwoord in termen van investeringen en dergelijke
kan ik op dit moment niet geven. Daar is meer voor nodig. Ik heb u al toegezegd dat we
voor de zomer een overzicht krijgen van financiële investeringen.
(De heer
VERWEIJ:
Wethouder, dan moet u man en paard noemen. In
het eerste amendement staat het woord ‘streven’. In de laatste motie staat
heel duidelijk: “Het college op te dragen ervoor te zorgen dat…”. Er staat
geen streven meer in. Als wij zeggen: ‘dit wordt het’, dan moet het ook zo
gebeuren. Vandaar mijn vraag.)
Ik beschouw dit nogmaals gewoon als een specificatie van een afspraak die we al
hebben gemaakt, een reductie van 40%. Die staat recht overeind.
(Mevrouw
HOOGERWERF:
Het is mij nog niet duidelijk of u de motie over
de CCR-2-norm positief of negatief preadviseert.)
Die ontraad ik.
Er is ook nog een vraag aan wethouder Vos gesteld en daarom geef ik graag het
woord aan wethouder Vos.
(De
VOORZITTER:
Dan krijgt wethouder Vos nu van mij het woord.)
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Vos.
Wethouder
VOS:
De
heer
Ivens
stelde
een
vraag
over
de
havenontvangstinstallaties en de financiële regelingen daarvoor. Het gaat daarbij om
beleid dat op landelijk en internationaal niveau ontwikkeld wordt. Ik kan u niet zeggen wat
op dit moment de stand van zaken is. Ik heb eerlijk gezegd ook vraagtekens bij het
voorstel dat u doet. Ik ben een groot voorstander van het principe ‘de vervuiler betaalt’.
Het zou niet helemaal rechtvaardig zijn als iedereen aan de troep van een ander mee
moet betalen. Vanuit die overweging zet ik een kanttekening bij uw voorstel. Over dit soort

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
59
beleid wordt op dit moment nagedacht bij het Ministerie van VROM en ook internationaal.
De precieze stand van zaken kan ik u niet zeggen.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer De Goede.
De heer
DE GOEDE:
Ik wil even reageren op de preadviezen van de heer Ossel.
Het amendement over de walstroom voor binnenvaartschepen handhaven we. Ik zit een
beetje met de datum van de onderzoeken. Als u ons kunt toezeggen wanneer het
onderzoek naar de walstroom voor de cruiseterminal klaar is, dan ben ik bereid dat
amendement in te trekken. We moeten er in dat geval zeer spoedig over praten, in elk
geval voordat de begroting 2010 wordt vastgesteld. Als u dat kunt toezeggen, dan trek ik
dat amendement in. De motie over het inkoopbeleid is met de toezegging van de
wethouder overbodig geworden. Die trek ik in. De motie over CCR-2 trek ik in omdat ik
heb begrepen dat er op dit moment heel veel in beweging is. Ik vertrouw erop dat het
fonds zijn werk zal doen.
De motie-De Goede (Gemeenteblad afd. 1, nr. 135 en nr. 136), ingetrokken
zijnde, maken geen onderwerp van behandeling meer uit.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Ossel.
Wethouder
OSSEL:
Ik kan ook heel kort zijn. Als we hier afspreken dat we voor
de begroting 2010 gaan praten over de uitkomsten van het onderzoek op dat moment,
dan doe ik dat graag. We plannen het gewoon in. Ik kan natuurlijk niet precies zeggen wat
er uitkomt. Dan kunt u het amendement misschien intrekken.
(De heer
DE GOEDE:
Dan trek ik het amendement in.)
Het amendement-De Goede (Gemeenteblad afd. 1, nr. 134), ingetrokken zijnde,
maakt geen onderwerp van behandeling meer uit.
De discussie wordt gesloten.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Kaplan voor een stemverklaring.
Mevrouw
KAPLAN
(stemverklaring): Wij zullen het amendement-De Goede c.s.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 133) niet steunen omdat wij de onderzoeken af willen wachten.
De motie zullen we wel steunen omdat het een specificatie van het plan zelf betekent.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Verweij voor een stemverklaring.
De heer
VERWEIJ
(stemverklaring): Wij zullen het amendement-De Goede c.s
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 133) steunen vanwege het feit dat het woord ‘streven’ erin
staat. De tegenwerpingen heb u voldoende gehoord. Wij zullen de motie-De Goede
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 137) niet steunen omdat u niet duidelijke hebt gemaakt wat de
feitelijke consequenties zullen zijn.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Hoogerwerf.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
60
Mevrouw
HOOGERWERF
(stemverklaring): D66 steunt het amendement. De
motie-De Goede (Gemeenteblad afd. 1, nr. 137) zullen we niet steunen om dezelfde
reden als de VVD.
Aan de orde is de stemming over het amendement-De Goede c.s. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 133).
Het amendement-De Goede c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 133) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De
VOORZITTER
constateert dat het amendement-De Goede c.s.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 133) is aangenomen met de stemmen van de PvdA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Goede (Gemeenteblad afd. 1, nr.
137).
De motie-De Goede (Gemeenteblad afd. 1, nr. 137) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-De Goede (Gemeenteblad afd. 1, nr.
137) is aangenomen met de stemmen van de VVD en D66 tegen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 76 van afd. 1 van het Gemeenteblad, met
inachtneming van de daarin als gevolg van aanneming van het amendement-De Goede
c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 133) aangebrachte wijziging.
De
VOORZITTER:
Ik schors de vergadering tot 19.30 uur.
De
VOORZITTER
schorst de vergadering om 16.44 uur.

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
61
INDEX
107 Preadvies van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2008
op de notitie van het raadslid mevrouw Van der Pligt van 9 juni 2008, getiteld: Hoe de
SP Amsterdam mensen aan het werk wil helpen via een gemeentelijk re-
integratiebedrijf, en op de notitie van de raadsleden de heer Ünver en mevrouw Van der
Garde van 9 juni 2008, getiteld: Weer aan het werk ........................................................5
108 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 9 december 2008
inzake de vaststelling van de Visie Museumkwartier .......................................................5
109 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 december
2008 tot vaststelling van de erfpachtconversies ten gunste van de grondexploitatie van
het Hamerstraatgebied .....................................................................................................5
110 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 20 januari 2009
tot vaststelling van het herziene investeringsbesluit voor het Sportpark Sloten...............5
111 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2007
tot vaststelling van de Bijzondere subsidieverordening basiskwaliteit woningbouw
marktsector Amsterdam 2008...........................................................................................6
112 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2009
tot beschikbaarstelling van een krediet voor de realisatie van een bewaarhaven voor
pleziervaartuigen...............................................................................................................6
113 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 december
2008 tot kennisneming van de tarieven voor de parkeervoorzieningen in 2009 ..............6
114 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 februari 2009
tot kennisneming van het onderzoek Economische effecten vertraagde oplevering
verbouwing Rijksmuseum.................................................................................................6
115 GEHEIM.......................................................................................................................7
116 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 februari 2009 tot
beschikbaarstelling van een krediet voor een technologie-impuls in de uitvoering van
parkeerhandhaving ...........................................................................................................6
117 Voordracht van het presidium van 27 februari 2009 tot vaststelling van de
Verordening op de fractieondersteuning 2009..................................................................4
118 Voordracht van het presidium van 27 januari 2009 tot vaststelling van het rapport
van de Rekenkamer van Amsterdam inzake het toezicht op Accountancy en Advies
Amsterdam (ACAM)..........................................................................................................4
119 GEHEIM.......................................................................................................................7
120 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 10 februari 2009
tot vaststelling van de eerste begrotingswijziging van de begroting 2009........................7
121 Benoeming van de leden voor de Commissie voor Welstand en Monumenten
2009................................................................................................................................3, 49
124 Voordracht van de raadsleden mevrouw Van Pinxteren, mevrouw Bergervoet en de
heren Flos, Van Drooge, Bakker en Manuel inzake de enquête naar voorbereiding,
besluitvorming en uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn ..............................3, 28
126 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisneming van:
....................................................................................................................................3, 28
127 Benoeming van de leden en de voorzitter van de enquêtecommissie inzake
voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van de bouw van de Noord/Zuidlijn ......3, 49
130 Actualiteit van het raadslid de heer Van der Meer van 6 maart 2009 inzake de
feestelijke opening van de Hermitage Amsterdam ...........................................................6

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
62
131 Notitie van de raadsleden de heer M. Mulder en mevr. H.J.T. Willemse van 9 maart
2009, getiteld: Een participatiefonds voor de woningbouw. Geen crisisbouw in tijden van
bouwcrisis .......................................................................................................................16
132 Motie van het raadslid Bakker inzake opdrachtverlening commissie-Veerman........37
133 Amendement van het raadslid De Goede c.s. inzake walstroom voor
binnenvaartschepen........................................................................................................52
134 Amendement van het raadslid De Goede inzake walstroom voor cruiseschepen....52
135 Motie van het raadslid De Goede inzake verduurzaming inkoopbeleid binnen het
Milieubeleidsplan Haven Amsterdam 2008-2012 ...........................................................53
136 Motie van het raadslid De Goede inzake het weren van schepen die niet aan de
CCR-2-norm voldoen ......................................................................................................53
137 Motie van het raadslid De Goede inzake bijdrage van vrachtverkeer aan de reductie
van CO
2
-uitstoot..............................................................................................................53
19 Voordracht van het presidium van 13 januari 2009 tot vaststelling van het reglement
van orde voor de raad van Amsterdam ............................................................................4
20 Voordracht van het presidium van 13 januari 2009 tot vaststelling van de Verordening
op de raadscommissies ....................................................................................................4
59 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2008
tot kennisneming van de notitie Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg Amsterdam
2009-2012.........................................................................................................................5
61 Preadvies van het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2008 op
de notitie van de raadsleden mevrouw Burke, mevrouw Willemse, mevrouw Bos en de
heer Geurts van 19 februari 2008, getiteld: Een roodgroene coalitie zorgt voor
roodgroene daken.............................................................................................................5
76 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2008
tot kennisneming van het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam, getiteld: Duurzaam
durven, doen en doorgaan 2008-2012 .......................................................................4, 50
Bezwaarschrift van bewoners van het Cerescomplex aan de Weesperstraat van
25 februari 2009 inzake extra milieuvervuiling in de Weesperstraat ..............................15
Brief van burgemeester mr. M.J. Cohen van 18 februari 2009 inzake het voorlopig besluit
van het college van burgemeester en wethouders betreffende het advies van de
commissie-Mertens over het bestuurlijk stelsel ..............................................................13
Brief van burgemeester mr. M.J. Cohen, namens het college van burgemeester en
wethouders, van 2 maart 2009 inzake de tijdelijke portefeuilleverdeling na het vertrek
van wethouder Herrema. ................................................................................................15
Brief van de heer D. de Jager, portefeuille Verkeer van stadsdeel Westerpark, gericht aan
de heer T. Herrema, wethouder Verkeer, van 28 januari 2009 inzake autovrije dag in
stadsdeel Westerpark .......................................................................................................9
Brief van de heer D. van der Horst van 10 maart 2009 inzake een raadsenquête
betreffende voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van de bouw van de
Noord/Zuidlijn..................................................................................................................16
Brief van de heer drs. E.G.H. van Dijk, griffier van de gemeente Waterland, van
24 februari 2009 inzake de aangenomen motie betreffende de toekomst van het
Markermeer en het IJmeer..............................................................................................15
Brief van de heer F. Ossel, wethouder Haven, van 2 oktober 2008 inzake de
samenwerking tussen Amsterdam en Rotterdam ten aanzien van Port Community
Systeem ..........................................................................................................................10

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
63
Brief van de heer H.H.J. Mertens van 13 januari 2009 inzake aanbieding van de
rapportage van de Commissie Verbetering Bestuur Amsterdam, getiteld: De stad is een
schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel .........................................................11
Brief van de heer H.M. Meijerink, namens Hemony Advocaten van 12 januari 2009 inzake
intrekking bezwaarschrift ex art. 7.1 AWB tegen voorbereidingsbesluit...........................8
Brief van de heer L. Asscher, wethouder Financiën en Economische Zaken, van 6 maart
2009 inzake de start van de inspraak over de conceptstrategienota Coalitieproject 1012
naar aanleiding van de notitie Resultaten consultatieronde conceptstrategienota 1012
........................................................................................................................................17
Brief van de heer L. Asscher, wethouder Financiën, van 4 maart 2009 inzake aanbieding
van het Financieel Meerjarenperspectief 2010-2013 .....................................................16
Brief van de heer T. Herrema, wethouder van Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Volkshuisvesting en Monumenten inzake zijn terugtreding als wethouder ......................2
Brief van de heer T. Herrema, wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Volkshuisvesting en Monumenten inzake terugtreding als wethouder...........................15
Brief van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid van 19 januari 2009 inzake
aanbieding van het Werkplan 2009 van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid.....11
Brief van de Inspectie Werk en Inkomen van 4 februari 2009 inzake aanbieding van het
rapport Perspectief op duurzame uitstroom uit de WWB ...............................................10
Brief van de Onderwijsraad van 23 januari 2009 inzake aanbieding van het advies
Partners in onderwijsopbrengst en opbrengstgerichtheid en wegwerken van tekorten ...9
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 19 februari 2009 inzake de
beantwoording van de motie-Meijer, nr. 644 van 2007, over het preadvies op de notitie-
Willemse-Burke-Mulder: Netwerk van postzegels: ontmoetingsplekken........................15
Brief van het dagelijks bestuur van stadsdeel Oud-Zuid van 3 maart 2009 inzake het
besluit van deelraad Oud-Zuid over de Visie Museumkwartier ......................................16
Brief van het Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs van 3 februari 2009 inzake aanbieding
van de nota Pieken aan de Amstel deel 5, sector Hospitality.........................................10
Brief van mevrouw C. Gehrels, wethouder Kunst en Cultuur, van 28 januari 2009 inzake
de lancering van NY400....................................................................................................9
Brief van mevrouw drs. C.G. Gehrels, wethouder Bedrijven, van 9 maart 2009 inzake
aanvullende informatie met betrekking tot beschikbaarstelling van een krediet voor een
technologie-impuls in de uitvoering van parkeerhandhaving..........................................16
Brief van mevrouw M.F. Stein, griffier van de gemeente Den Haag, van 11 februari 2009
inzake extra vergoeding voor raadsleden.......................................................................14
Ledenbrief van de VNG van 19 januari 2009 inzake aanbieding van de notities Zicht op
integriteit en Registratie integriteitsschendingen ..............................................................8
Ledenbrief van de VNG van 11 maart 2009 inzake de stand van zaken betreffende de
Dienstenrichtlijn...............................................................................................................14
Ledenbrief van de VNG van 17 februari 2009 inzake Prijs der Gemeenten ......................13
Ledenbrief van de VNG van 2 februari 2009 inzake de nota Verslag conferentie Aanpak
Racisme en Discriminatie ...............................................................................................10
Ledenbrief van de VNG van 22 januari 2009 inzake Modelverordening percentageregeling
beeldende kunst................................................................................................................7
Ledenbrief van de VNG van 25 februari 2009 inzake de deelname aan de benchmark
Sturen op veiligheid ........................................................................................................14
Ledenbrief van de VNG van 25 februari 2009 inzake de openstelling van vacatures in de
bestuurlijke organisatie van de VNG ..............................................................................14

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
64
Ledenbrief van de VNG van 27 januari 2009 inzake economische crisis – Wat kunnen
gemeenten doen? ...........................................................................................................11
Ledenbrief van de VNG van 28 januari 2009 inzake bedragen leerlingenvervoer.............10
Ledenbrief van de VNG van 30 januari 2009 inzake participatiebudget ............................10
Ledenbrief van de VNG van 6 februari 2009 inzake inventarisatie van
investeringsprojecten ......................................................................................................13
Raadsadres van burgers van 27 januari 2009 inzake de ingang aan de Zandvoortselaan
te Zandvoort van de Amsterdamse Waterleiding Duinen .................................................8
Raadsadres van burgers van 6 oktober 2008 inzake de actie voor de bevordering van
verkeersveiligheid van de Stadionweg na een dodelijk fietsongeval..............................10
Raadsadres van burgers, gericht aan Nuon, van 21 februari 2009 inzake een klacht over
de tarieven en salarissen bij Nuon..................................................................................14
Raadsadres van de heer A.M.C.A. Hooijmaijers, voorzitter van Gedeputeerde Staten van
de provincie Noord-Holland van 28 januari 2009 inzake de beslissing omtrent
goedkeuring bestemmingsplan Amstelkwartier Binnendijks...........................................10
Raadsadres van de heer B.J. Robbers, voorzitter van het Integraal Burgwallen Overleg
van 28 januari 2009 inzake overlast van boten in de Burgwallen.....................................8
Raadsadres van de heer C. Vonk, secretaris ROVER, Regio Amsterdam, van 12 februari
2009 inzake de aanleg van ‘De Rode Loper', de route tussen het Centraal Station en
het Weteringcircuit ..........................................................................................................12
Raadsadres van de heer C. Vonk, secretaris van ROVER, regio Amsterdam, van
10 februari 2009 inzake de doortrekking van de Noord/Zuidlijn naar Amstelveen.........11
Raadsadres van de heer F. Ligtvoet, voorzitter van de Huurdersvereniging Amsterdam,
van 9 februari 2009 inzake aanpassing van het tarief stadswarmte naar aanleiding van
introductie van het capaciteitstarief ................................................................................15
Raadsadres van de heer J. Rol, voorzitter van de Vereniging Stadsvervoerbelang van
16 februari 2009 inzake de inspraakreactie over de Visie Museumkwartier ..................13
Raadsadres van de heer N. van Paridon, hoofd Openbaar Vervoer van de Stadsregio
Amsterdam van 5 maart 2009 inzake uitfasering NVB in Stadsregio Amsterdam .........16
Raadsadres van de heer R. de Ruiter, namens Streaming Projects bv van 26 januari 2009
inzake de Noord/Zuidlijn en risicomanagement................................................................7
Raadsadres van de heer V. Geerling, voorzitter van de Vereniging Spiegelkwartier, van
3 maart 2009 inzake het verzoek tot financiële ondersteuning van de ondernemers in
het Spiegelkwartier in Amsterdam ..................................................................................16
Raadsadres van de Stichting Child Support van 17 februari 2009 inzake een klacht tegen
de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling wegens onbehoorlijk handelen ....................13
Raadsadres van de Stichting Child Support van 17 februari 2009 inzake een klacht tegen
de wethouder Onderwijs en Jeugdzaken wegens onbehoorlijk bestuur ........................14
Raadsadres van een burger van 11 januari 2009 inzake het uurtarief voor alfahulpen in de
thuiszorg..........................................................................................................................12
Raadsadres van een burger van 12 februari 2009 inzake The Gates to the Future, de
oprichting van een eigentijds monument in Amsterdam.................................................12
Raadsadres van een burger van 12 februari 2009 inzake wijziging van betaald parkeren12
Raadsadres van een burger van 16 februari 2009 inzake het aanvullend openbaar vervoer
(aov) in de toekomst .......................................................................................................13
Raadsadres van een burger van 24 februari 2009 inzake nevenfuncties van raadsleden 15
Raadsadres van een burger van 26 januari 2009 inzake belastingen die ten goede
moeten komen aan maatschappelijke en economische ontwikkeling ..............................8
Raadsadres van een burger van 26 januari 2009 inzake de Belastingdienst ......................8

Jaar
2009
Afdeling
2
Vergaderdatum 11 maart 2009
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
65
Raadsadres van een burger van 28 januari 2009 inzake aanvulling op zijn eerdere
raadsadressen over armoedebeleid .................................................................................9
Raadsadres van een burger van 4 februari 2009 inzake de verhoging van het
parkeertarief van de bewonersvergunning .....................................................................11
Raadsadres van een burger van 4 februari 2009 inzake het verzoek tot uitbreiding van de
SW-regeling ....................................................................................................................13
Raadsadres van een burger van 6 februari 2009 inzake het toestaan van een nieuwe
horecavestiging op het Waterlooplein 129 in het kader van de
bestemmingsplanwijziging Groot Waterloo.....................................................................12
Raadsadres van een burger van 9 februari 2009 inzake een compliment over de renovatie
van het blok Admiralengracht 279-281 ...........................................................................10
Raadsadres van een burger van 9 februari 2009 inzake een concrete en duurzame
oplossing voor geloofsconflicten onder de mensheid.....................................................12
Raadsadres van een burger, gericht aan de Dienst Belastingen, van 24 februari 2009
inzake de WOZ-waarde 2009 .........................................................................................14
Raadsadres van een burger, gericht aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van
29 januari 2009 inzake dubbele loyaliteit..........................................................................9
Raadsadres van een burger, gericht aan het college van burgemeester en wethouders,
van 15 februari 2009 inzake de ontwerpopgave Repetitief meubilair Vondelpark .........13
Raadsadres van een burger, gericht aan het college, van 12 februari 2009 inzake een
klacht over de behandeling door het stadsdeel Westerpark...........................................12
Raadsadres van een burger, gericht aan stadsdeel Zeeburg, doorgeleid op 12 februari
2009 aan de raad, van 17 januari 2009 inzake handhaving van de bouwvergunning van
het blok 31 IJburg ...........................................................................................................11
Raadsadres van heer drs. R. Post, voorzitter van het dagelijks bestuur van stadsdeel
Amsterdam-Noord, gericht aan het college, van 30 januari 2009 inzake de
veerverbinding Javakade-Motorkade..............................................................................11
Raadsadres van het Zoölogisch Museum Amsterdam van 24 februari 2009 inzake de
verdwijning van het Zoölogisch Museum Amsterdam van de Universiteit van
Amsterdam......................................................................................................................15
Raadsadres van mevrouw drs. E. Eshuis, voorzitter van de Amsterdamse Raad voor de
Stadsontwikkeling van 2 februari 2009 inzake de Visie Museumkwartier ......................11
Raadsadres van mevrouw drs. E. Eshuis, voorzitter van de Amsterdamse Raad voor de
Stadsontwikkeling van 29 januari 2009 inzake de strategienota Coalitieproject 1012.....9
Raadsadres van mevrouw I. Kelderman, algemeen directeur van de Stichting
Streetcornerwork, gericht aan de leden van de Raadscommissie Zorg, van 2 februari
2009 inzake het project WorkForce ..................................................................................9
Raadsadres van voetbalclub GeuzenMiddenmeer e.a., gericht aan het college van
burgemeester en wethouders, t.a.v. de heer M. van Poelgeest, wethouder Ruimtelijke
Ordening van 21 januari 2009 inzake onvoldoende sportmogelijkheden op sportpark
Voorland in Watergraafsmeer...........................................................................................8
Raadsadres van Wijn en Stael Advocaten bv, namens P1 Parking Amsterdam, van
11 februari 2009 inzake de inspraakreactie op de nota van uitgangspunten De Rode
Loper...............................................................................................................................14