Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Raadsnotulen
R
1
Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum
26 juni 2008
Publicatiedatum
13 augustus 2008
Middagzitting op donderdag 26 juni 2008
Voorzitter:
mr. M.J. Cohen,
burgemeester
, alsmede het raadslid de heer Nederveen,
plaatsvervangend voorzitter
, en het raadslid Bakker,
plaatsvervangend voorzitter
.
Raadsgriffier:
mevrouw mr. M. Pe.
Verslaglegging:
Notuleerservice Nederland.
Voorzitter: de heer Nederveen
De
VOORZITTER
heropent de vergadering om 13.00 uur.
De
VOORZITTER
: Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad van
Amsterdam.
10
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2008 tot
vaststelling van de Voorjaarsnota 2008 (Gemeenteblad afd.1, nr. 256).
De
VOORZITTER
: Ofschoon wij gisteravond gebleven waren bij de punten 15 en
16, eerste termijnbehandeling, stel ik voor om nu, volgens afspraak agendapunt 10 aan te
vangen. Ik stel voor om als eerste het woord te geven aan de Partij van de Arbeid in de
persoon van mevrouw Van der Garde, de fractievoorzitter.
Mevrouw
VAN DER GARDE
: Misschien moeten we aan de heer Limmen vragen
of het inderdaad zo is dat ik die fractievoorzitter ben, maar de heer Limmen is er nog niet,
zie ik. Het is, voorzitter, om enigszins op adem te komen en wat tijd te rekken. Ik kom net
van de fiets.
De
VOORZITTER
: Ik meld de raad dat wethouder Herrema een uurtje later komt.
Mevrouw
VAN DER GARDE
: Ik word ondertussen gebeld door twee fractieleden
die tien minuten tot een kwartier later komen, dus dan weet u dat ook.
Het is druk om zaken te combineren. Er wordt mij wel eens gevraagd of het lastig
is: werk, gemeenteraad en kinderen. Ik was op weg van school hiernaartoe en toen
bedacht ik mij dat ik wel even via huis de bakfiets moest halen. Anders kunnen de
kinderen in de pauze van de raad niet mee via de crèche naar huis, voordat ik ga koken.
Vandaar dat ik iets later was dan de bedoeling was.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
2
Lesgeven en lid zijn van de gemeenteraad is inderdaad druk, maar ik zou niet
anders willen, want het is een ongelooflijk boeiende combinatie. Jongeren in de klas
vormen namelijk onze toekomst, de toekomst van Amsterdam, en die toekomst is
hoopgevend. Leerlingen bruisen van het leven en creativiteit. Ze zoeken naar identiteit en
naar experiment. Dat is niet alleen zo op de school in Zuidoost, waar ik lesgeef, maar ook
op vele andere scholen in Amsterdam. Het Amsterdam dat ik in mijn klas zie, is het
Amsterdam dat ik in mijn raadswerk centraal stel. Amsterdam is een stad met perspectief
en een bloeiende stad. Het is ook een ongedeelde stad. Dat is een speerpunt van deze
coalitie, een van de speerpunten.
In die ongedeelde stad is de afgelopen jaren heel veel geïnvesteerd. Er ging extra
geld naar kinderen via het programma Kinderen Eerst. Er was meer aandacht en geld
voor armoedebestrijding en er was het programma Wij Amsterdammers voor de sociale
cohesie. De afgelopen twee jaar is heel hard gewerkt door het college aan de uitvoering
van al deze programma's. Ik ben, dat mag ook wel gezegd worden, trots op deze
wethouders. U verwacht – ik kijk vooral naar de collega's maar ook naar de
belangstellenden, de ambtenaren en de pers – van mij natuurlijk een positief verhaal,
want de Partij van de Arbeid bestuurt immers al jaren in Amsterdam en wij zijn de partij
die gelooft in de maakbaarheid van de samenleving. Dat positieve verhaal kan ik zeker
houden: Amsterdam Topstad, daling van de werkloosheid en Amsterdam als een van de
meest aantrekkelijke steden van de wereld om in te wonen. Met een andere kant kan ik
jullie nu natuurlijk verrassen en ik kan een realistisch en een wat somberder verhaal gaan
houden over de verwachting van de tweedeling die maar toeneemt: sociaal-cultureel en
sociaal-economisch, maar dan vinden jullie de partij van de Arbeid waarschijnlijk weer te
defaitistisch. Het enige echte verhaal is een verhaal waarin beide kanten terugkomen.
Wij zijn bezig om een stad te creëren waarin jonge ambitieuze Amsterdammers
alle kansen krijgen die ze nodig hebben om zich volledig te ontplooien. Aan de andere
kant gaat het niet overal goed genoeg. Er zijn gezinnen, waarvan kinderen niet de kans
krijgen die ze wel verdienen. De afgelopen maanden waren de berichten wat
dubbelzinnig. Aan de ene kant werden we geconfronteerd met een falende jeugdzorg en
een toenemende sociaal-culturele kloof tussen de bevolkingsgroepen in de stad. Ik vind
dat frustrerende berichten. Aan de andere kant stijgt het gemiddelde inkomen van de
Amsterdammers en daalt het aantal overlastgevende hanggroepen in de stad en
bovendien blijkt uit de cijfers van de afgelopen maanden dat Amsterdam een van de
meest geliefde plekken ter wereld is om te wonen en te werken en dat steeds meer
mensen tevreden zijn over hun woonsituatie in hun wijk. Ook dat zijn zaken die we niet
moeten vergeten.
Hier zit een college met capabele wethouders. Er gaan heel veel zaken goed en
dus kunnen we trots zijn op Amsterdam. Maar de taak van een sociaal-democratische
partij is ook om te zorgen dat het goed gaat met de hele stad en dat iedereen
meeprofiteert van die mooie kanten van Amsterdam en dat kan nog beter. De fractie van
de Partij van de Arbeid diende de afgelopen twee jaar wat eigen initiatieven in, juist ook
voor die groepen die blijven worstelen en het moeilijk hebben. Onze motie voor een
superteam schuldhulpverlening van vorig jaar – u kunt het zich misschien nog herinneren
– heeft ertoe geleid dat nu bij acht van de tien schuldhulpbureaus huisbezoeken en
begeleiding van afhakers plaatsvinden. Er is uitbreiding van straatcoaches over de hele
stad
gerealiseerd
en
er
zijn
gezinscoaches,
die
de
begeleiding
van
multiprobleemgezinnen op zich nemen. We hebben een aanpak tegen radicalisering en
voor het met elkaar in gesprek gaan. Deze voorstellen zijn noodzakelijk om ervoor te

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
3
zorgen dat Amsterdam ook voor deze groepen een geweldige plek wordt om te wonen en
waar gelijke kansen worden geboden.
Maar de voorstellen zijn nog niet genoeg. Ik ben nu toe aan het realistische
verhaal met de kanten waarbij het echt nog beter moet, namelijk de resultaten van de
operatie
Frankenstein
, zoals die vanaf het begin aan wordt genoemd. Deze hebben een
chaos bij de begeleiding van jongeren aan het licht gebracht, een chaos die de PvdA-
fractie al eerder aanstipte in haar notitie over jeugd en veiligheid. Ik noem er een paar,
even voor de herinnering. Bij het Bureau Halt is onvoldoende meetbaar effect. Bij de
jeugdreclassering valt de helft van de jongeren terug in het oude gedrag, 85% heeft weer
politiecontacten. Nog steeds zijn in sommige gezinnen tien tot twintig hulpverleners actief.
Ziet u ze al in uw huiskamer? Ze zijn allemaal eigenaar van slechts een deel van het
probleem binnen zo'n gezin, waardoor het totale probleem alleen maar groter wordt. Zo
willen wij het toch niet? Het kan best gezellig zijn dat bezoek, zeker als er een
voetbalwedstrijd is, maar als de mensen zich bezighouden met de problemen binnen het
gezin, moet het ook anders kunnen. De onderzoeken van dit college en de Rekenkamer
tonen aan hoe belangrijk het is dat we daadwerkelijk, eenduidig, helder en efficiënt te
werk gaan in deze hulpverlening.
Het was een risico, maar het is nu een zegen dat wethouder Asscher deze
problemen, die overigens overal in het land spelen, in Amsterdam open en bloot op tafel
legde. Nu moeten we ervoor zorgen dat het zo snel mogelijk tot betere resultaten leidt. De
organisaties moeten eindelijk gaan samenwerken in een systeem met een
eindverantwoordelijke. Als wij die eindverantwoordelijke niet zijn, moeten we die
verantwoordelijkheid misschien maar eens nemen. Zoals ik enkele maanden geleden
samen met Jesse Bos bepleitte in een notitie, is het belangrijk om die
eindverantwoordelijke te hebben in een eenduidige Amsterdamse aanpak.
Dit lerend vermogen is ook belangrijk als het gaat om de strijd tegen de
tweedeling. Wij weten dat die heel complex is en dat extra geld wellicht zal helpen, maar
het is zeker niet de enige oplossing. En over geld gesproken – we hebben het over de
voorjaarsnota – helaas staat de gemeente er financieel juist nu wat minder goed voor, in
ieder geval minder goed dan een jaar geleden. Er zijn tegenvallers bij de Noord/Zuidlijn en
het afvalenergiebedrijf verbrandt dan wel afval maar het produceert nog steeds geen
kilowatt aan energie. Het schijnt, zo zegt wethouder Carolien Gehrels, ons dan wel geen
geld te kosten, maar we krijgen wel wat minder geld binnen dan we hebben begroot.
We lijken te worden ingehaald door statistische en demografische trends als het
gaat om die tweedeling, maar wij als fractie hebben een aantal sociaal-democratische
idealen en daar blijven we voor gaan. De problemen in de uitvoering moeten we zien te
overwinnen. We moeten komen tot een ongedeelde stad. Dat moeten we doen zonder
Topstad te laten varen, zonder dat het toerisme terugloopt en zonder dat we wegvallen uit
de status van aantrekkelijk woonwerkstad. We moeten die werkelijkheden en die trends,
die we zien aankomen, niet lijdzaam ondergaan, maar we moeten met noeste arbeid
zorgen dat de emancipatie aan de onderkant van Amsterdam doorzet. De opdracht voor
dit college, maar ook voor ons als raad, is daarmee wel lastig. Het is een moeilijke maar
ook een interessante opdracht, namelijk om te zoeken naar verbindingen, naar andere
probleemeigenaren. We moeten doorpakken en over onze eigen denkkaders en
regelzucht heen kijken. Het is een uitdaging, zo heet dat tegenwoordig in
managementtermen.
Voorzitter, als ik voor de klas sta, dan ga ik ervan uit dat mijn dertig leerlingen hun
eindexamen halen. Voor sommige zal het niet in een keer lukken, maar die motiveer ik
dan om het de tweede keer wel goed te doen. Iedereen binnenboord houden is de enige

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
4
manier om een zo hoog mogelijk slagingspercentage te halen. Voor de stad geldt
hetzelfde. Als wij accepteren dat mensen hun talenten niet ontwikkelen, dan zullen ze dat
ook niet doen. Als wij niet samen met Amsterdammers aan de onderkant vechten voor
een beter bestaan, dan blijft dat bestaan voor hun kinderen ook onbereikbaar. Eigenlijk
kies ik voor twee sporen. We blijven inzetten op de groei en bloei van de stad Amsterdam
en wij proberen de trend te keren als het gaat om de Amsterdammers die nu nog
achterblijven. Als we daarop inzetten, dan kijken wij over tien jaar trots terug, net zoals
sociaal-democraten nu terugkijken op de invoering van de achturige werkdag, sociale
woningbouwprojecten, onder andere ook in deze stad, de invoering van de AOW en de
bijstand. Ook zij kijken nu terug op een socialer en eerlijker Nederland, waar mensen
kansen konden krijgen en grijpen.
Een aantal Amsterdammers dat heeft geprofiteerd van die emancipatieslag is nu
een trots onderdeel van mijn Partij van de Arbeid-fractie. De fractie zit vol van
eigenzinnige types die zichzelf hebben geëmancipeerd, omdat ze de kans kregen en
bovenal omdat ze de kans zelf hebben gegrepen, soms met hulp van anderen. Neem
bijvoorbeeld de zoon van een melkboer, nu politiek dier en vastgoedspecialist, of de
vrouw die opgroeide in Overtoomse Veld en haar carrière in de gezondheidszorg, haar
eigen bedrijf, runt, of de man die opgroeide in de volksbuurt Bos en Lommer en nu een
wereldwijd gerespecteerd viroloog in het AMC is, kinderen van de eerste generatie
migranten die nu klaar zijn met hun opleiding en midden in de Amsterdamse samenleving
zitten, waar ze geboren en getogen zijn, vrouwen die hier gekomen zijn vanuit het
voormalige Joegoslavië of vanuit Suriname en nu een nieuw zelfstandig leven hebben
opgebouwd in de stad Amsterdam. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Emancipatie en
verheffing zijn onverminderd actueel.
De eerste stap wordt gezet door te zeggen wat er fout is gegaan. Wij slagen erin
om op dit moment armoede te verlichten, want wij geven mensen wat extra's, maar onze
missie moet zijn om armoede te bestrijden. Wij slagen erin heel veel jongeren hulp te
bieden, maar onze missie moet zijn om jongeren echt te gaan helpen. We slagen erin om
mensen uit de uitkering te halen, maar wat wij willen, wat onze missie moet zijn, is om
deze mensen aan het werk te helpen.
Ten slotte, na deze korte les sociaal-democratie over een ongedeelde stad, komt
er een waarschuwing, niet voor u, maar voor de stad, want wij kunnen het niet alleen in de
Stopera. Het moet samen met alle Amsterdammers. Wij kunnen als politici weliswaar de
randvoorwaarden scheppen voor een solidair Amsterdam, maar wij kunnen er niet voor
zorgen dat Amsterdammers ook daadwerkelijk echt gaan samenleven. Wij kunnen
gemengd bouwen, maar dan zorg je er nog niet voor dat mensen buiten hun eigen groep
hun vrienden zoeken. Wij kunnen zorgen voor gelijke kansen, maar dan voorkom je nog
niet dat er niet-gemengde scholen zijn. Tenslotte kunnen we er echt wel iets aan doen om
radicalisering en bepaalde excessen tegen te gaan, maar we kunnen er niet voor zorgen
dat Amsterdammers elkaar blijven vertouwen in plaats van wantrouwen. Het is dus niet
een kwestie van geld of beleidsplannen alleen, maar het is vooral een kwestie van
mentaliteit in heel Amsterdam, hier in de Stopera en buiten op straat, in de grachten, in
Noord, in de Zuidas, want daar wonen grote vastgoedmagnaten geloof ik en ook die zijn
Amsterdammers. Een mentaliteit van vastberadenheid is wat we nodig hebben, een
vechtersmentaliteit in de politiek om de juiste kaders te scheppen, een vechtersmentaliteit
in de stad om te zorgen dat onze stad zich niet verdeelt in 171 kleine Amsterdammertjes.
Voorzitter, ik ga afronden. Het gaat goed met Amsterdam maar het kan nog veel
beter. U zult er, college, wat mij betreft, drie scheppen bovenop mogen doen. Als
Amsterdam moeten wij vastberadenheid tonen en voor volgend jaar betekent dat concreet

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
5
een aantal wensen. De plannen die er nu liggen voor armoedebestrijding, huisbezoeken,
aanpak van de overlast en beter onderwijs moeten sneller en beter uitgevoerd worden en
leiden tot resultaat. Als tweede moet de begeleiding van onze jeugd volgend jaar stap
voor stap helder en eenduidig worden ingericht met een begeleider per gezin die de
problemen oppakt, met nazorg naar justitiële projecten en met meer aandacht voor
preventie. Als derde noem ik het cement van de ongedeelde stad: politieagenten en
mensen in zorg en onderwijs. Zij willen hier graag lang blijven werken en wij moeten
zorgen dat het ook gebeurt en dat ze niet kiezen voor een baan buiten de stad, want
hierdoor bouwen deze professionals extra ervaring op met het werk in de stad en kunnen
ze onze kinderen nog meer kansen geven die ze verdienen.
Omdat voor dit soort voorstellen vaak ook geld nodig is, zijn wij niet bang om goed
naar ons zelf te kijken. Het geldt voor de gemeente en natuurlijk voor de Stopera: de
broekriem kan nog iets worden aangetrokken, zodat er minder geld wordt besteed in het
stadhuis en meer in de stad. Daarmee geven we in elk geval een goed voorbeeld aan de
Amsterdammer. Wij moeten vandaag en morgen de stappen zetten om ervoor te zorgen
dat de emancipatieslag door Amsterdammers in een moeilijke positie wordt gemaakt en
dat we over tien jaar niet tegen een gesegregeerde stad aankijken. Onze voorstellen
zullen zeker niet een alomvattende oplossing zijn, maar ze zijn wel onderdeel van die
oplossing. Ze zijn onderdeel van de vele stappen die we de komende jaren nog moeten
zetten.
(De heer
MANUEL
: Ik hoorde mevrouw Van der Garde in haar verhaal
wel een paar keer de tweedeling in de stad aanroeren, de segregatie. Zou
het misschoen kunnen zijn dat we juist te maken hebben met die sterke
tweedeling in Amsterdam, het verschil tussen arm en rijk, omdat de
sociaal-democraten te weinig oog hebben voor de middengroepen en dat
de middengroepen daardoor de stad verlaten?)
Ik zou graag de cijfers van u willen zien dat de middengroepen op dit moment de
stad verlaten. Ik zat al te wachten op uw interruptie, want u was ook bij de algemene
beschouwingen de enige die durfde en eigenlijk vind ik dat jammer. Ik vind dat de Partij
van de Arbeid de komende tijd bezig moet blijven om niet alleen de middengroepen hier
te houden, want daarin zitten ook veel van die leerkrachten, politieagenten en mensen in
de zorg die elkaar nodig hebben in de stad, maar om er ook voor te zorgen dat de
groepen daaronder en daarboven blijven. Amsterdam is een gemengde stad en dat hoort
zo te blijven.
Voorzitter, echt als afronding: zoals een leerkracht aan het begin van een
schooljaar steeds weer zo 25 tot 30 gezichten ziet, net zo veel inzet moeten wij weer
tonen in deze stad voor het begeleiden naar het eindexamen voor een ticket naar de
toekomst en te zorgen voor de toekomst van Amsterdam.
Na mijn verhaal zou ik heel graag niet een maar zelfs twee fractiegenoten de
gelegenheid willen geven, als dat mogelijk is, om hun woord te doen. Michiel Mulder, onze
financieel woordvoerder, zou graag iets toelichten over de voorjaarsnota. Daarna zou ik
nog heel kort het woord willen geven, als u dat wilt voorzitter, aan de heer Olij.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Mulder.
De heer
MULDER
: Na deze visionaire en op punten emotionele speech van onze
fractievoorzitter zal ik wellicht wat tegenvallen, omdat ik wat meer op de techniek inga en
op de concrete voorstellen. Evenwel, het is van belang om het goed te doen, denk ik. Dus
ik vraag daar nog even uw aandacht voor.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
6
Ik zal hier een nadere toelichting geven over wat de verhalen concreet moeten
betekenen en de motie toelichten. Maar laat ik eerst nog wat zeggen over de procesgang,
want het onderwerp van de motie is een ombuigingsoperatie. Het is mij gebleken dat het
geen sinecure is om een dergelijke ombuigingsoperatie voor te stellen. Ik ben dan ook
enkele mensen specifiek dank verschuldigd. Ten eerste is dat mede-initiatiefnemer
Maarten van der Meer, dankzij wiens vindingrijkheid, redelijkheid, energie, vernuft,
politieke kwaliteiten en inzet, wij nu een ombuigingsoperatie (u lacht erom, ik ben
bloedserieus) kunnen voorstellen die zowel haalbaar is als ambitieus. Ten tweede is dat
Marijn Ornstein, die ik dank verschuldigd ben voor de coöperatieve houding van de VVD
in een vroeg stadium en de constructieve gesprekken voor de totstandkoming van de
motie. En nu vergeet ik natuurlijk nog mensen, zoals de heer Van Drooge en heel veel
fractiegenoten, die ik daarmee allemaal tekortdoe, maar laat ik er dit over zeggen: ik
constateer dat in deze vier dagdelen coalitie en oppositie op veel fronten lijnrecht
tegenover staan, ik noem Voorrang voor een Gezonde Stad en de jaarrekening, maar wat
dadelijk zal blijken is dat zij elkaar op inhoud vinden bij de voorjaarsnota. Laat dat een
helder signaal zijn aan het college.
Laat ik even ingaan op die ombuigingsoperatie, om te beginnen. Wij zien ruimte
om minimaal 20 miljoen euro te besparen op het gemeentelijk apparaat. Dit is niet zozeer
vanwege de tegenvallers op de Noord/Zuidlijn, maar omdat wij denken dat die ruimte er is
en effectiever aangewend kan worden voor de Amsterdammer. Dit heeft ook te maken
met de Wet van Weber die terecht zegt dat grote organisaties, niet alleen overheden, als
vanzelf steeds verder uitdijen en wij vinden dat de raad zich verantwoordelijk moet voelen
als operating power. Maar natuurlijk is het zo dat, willen wij als raad nieuwe uitgaven
doen, de financiële situatie inmiddels zodanig is dat wij dan ook moeten aangeven wat wij
niet willen. Beide zal ik doen. Ik begin daarmee met de ombuigingsopties.
Ten eerste is dat een overhead value analysis. Dit is een operatie waarbij wordt
gekeken welke taken de gemeente doet en welke overhead daarbij past. Eerdere
operaties, ook wel liefkozend de Sinterklaasoperatie en de 10%-operatie genoemd, zijn
telkens langs de weg van ‘De kalkoen vragen wat er op het kerstdiner moet komen’,
gelopen en hierdoor blijven hoeken van het stadhuis buiten beeld. Je vindt van alles
behalve een kalkoen. Bovendien is het een goede manier van bezuinigen: niet redeneren
vanuit hoe we het altijd gedaan hebben, maar vanuit hoe het zou kunnen. Hierbij kan de
post communicatie betrokken worden. Elke gemeentelijke club heeft nu zijn eigen
communicatiemedewerkers, communicatiebudget en communicatiefolders. Het is klip en
klaar dat het een tandje minder kan.
Ten tweede gaat het om de inhuur van externen. Als we vooraf toetsen, in plaats
van achteraf accorderen, op basis van deugdelijke argumentatie en inhoudelijke
overwegingen over de inhuur van externen, zijn wij ervan overtuigd dat wij al in 2009 een
fors bedrag hiervoor kunnen inboeken, omdat het een post is, waar enige flexibiliteit in zit.
Wij hebben allemaal kunnen zien dat deze post de afgelopen jaren enorm is gestegen. Er
is in de commissie over gesproken en het kwam weer ter sprake bij de jaarrekening.
Ten derde gaat het om de post incidenteel bij de loonontwikkeling. De jaarlijkse
stijging van salarissen die samenhangt met hogere salarisschalen door een jaarlijkse
periodiek heet de post incidenteel. Ons voorstel zou zijn om te kijken naar een slimme
opbouw van het loongebouw, bijvoorbeeld via een taakstelling op de stijging van die post,
zodat eventuele hogere salarispostschalen gecompenseerd worden, bijvoorbeeld door
mensen in dienst te nemen bij lagere salarisschalen en door het knippen van functies in
junior en senior of af te stappen van de jaarlijkse periodiek. Bij de rijksoverheid zijn goede
voorbeelden van het succesvol verlopen van een dergelijke operatie.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
7
Ten vierde gaat het om een samenvoeging van diensten en bedrijven. Het aantal
diensten en bedrijven in Amsterdam is extreem hoog. Rotterdam heeft er bijvoorbeeld 22
tegen 31. Dit leidt tot veel dienstspecifieke overhead, die met minder diensten niet nodig
zou zijn. Een goed voorbeeld is de opheffing en de samenvoeging van de dAB. Wij
vragen het college hier nog eens goed naar te kijken.
Op de andere ombuigingsrichtingen zal de heer Van der Meer ingaan.
Wij vinden het van belang dat het college haast maakt met deze ombuigingen,
zodat het zwaartepunt in 2010 kan vallen maar, zoals gezegd, wij verwachten al in 2009,
met name op het gebied van inhuur van externen, substantiële inspanningen.
Dan kom ik op het positieve deel van mijn verhaal. In de moties zult u een aantal
bestedingsrichtingen aantreffen. Ten eerste wil de PvdA prioriteit stellen bij het beter
toegankelijk maken van sport en cultuur voor alle jeugd, denk aan het sportfonds, dat
beter aan de man gebracht moet worden, zodat wellicht uitbreiding mogelijk is, ook naar
de sector cultuur. Alle jeugd van Amsterdam moet kunnen genieten van sport en cultuur
en moet daarbij niet afhankelijk zijn van het inkomen van zijn of haar ouders. Verder
vinden wij ook extra geld voor cultuur en sport in de vorm van de Sportnota van belang.
Aangaande cultuur moet mij van het hart dat wij ernaar streven een substantieel deel
hiervan voor de pijler
Prachtstad
uit te trekken, maar het debat komt in het najaar aan de
orde.
Vervolgens komt de stadsreclassering. Mevrouw Van der Garde ging er al even
op in. De recidive ligt zeer hoog.
(Mevrouw
HOOGERWERF
: Ik heb zeer veel vragen over de motie, maar
daar kom ik zo meteen wel zelf aan toe. Begrijp ik het nou goed, maar
misschien hoorde ik het niet goed, dat wat u wilt voorstellen voor kunst en
cultuur aan Prachtstad en krachtwijken wordt besteed of heb ik dat
verkeerd begrepen?)
Dat staat als zodanig niet in de motie. Ik heb alleen gezegd dat in het debat dat
wij in het najaar nog gaan hebben over cultuur, wij met name aandacht zullen besteden
aan de pijler Prachtstad.
Het gaat bij de stadsreclassering om jongeren die vanuit justitiële trajecten en
Bureau Halt in een gezinssituatie terugkomen die niet deugt en die vatbaar zijn voor
herhaling. De eerste maanden na een van deze landelijke trajecten zijn cruciaal ter
voorkoming van recidive. Het gaat om nazorg van jongeren die in de fout zijn gegaan en
in een van de 1175 trajecten zitten die als straf worden aangeboden in Amsterdam. Wat
we willen is dat jongeren na reclassering en Halttrajecten beter in de gaten worden
gehouden. Een begeleider heeft 15 jongeren onder zijn hoede en doet een aantal zaken
die onder andere in de notitie van onze fractievoorzitter Manon van der Garde ook staan
toegelicht.
Verder moet er in Amsterdam een coördinatiepunt komen dat, in opdracht van de
gemeente, de informatievoorziening ten behoeve van de reïntegratie van ex-
gedetineerden gaat vervolgen. Kinderen van ex-gedetineerde vrouwen moeten
opgevangen worden, zodat zij niet, zoals nu vaak, zelf in de criminaliteit belanden. Tijdens
de detentie moeten lifecoaches worden aangesteld die helpen met de voorbereiding van
de invrijheidstelling. Doel hiervan is het oplossen van de maatschappelijke problemen die
re-integratie bemoeilijken door nazorg en preventie, en waar mogelijk zien wij synergie
met de gezinsaanpak en al andere bestaande hulptrajecten.
Vervolgens kom ik op het punt van de agenten, de leraren en verpleegkundigen,
die onze fractievoorzitter al aanstipte. De dreigende tekorten zijn onaanvaardbaar. Bijna
de helft van het aantal plekken voor agenten wordt opgevuld door mensen in opleiding en

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
8
dat kan toch niet de bedoeling zijn? Het is een substantieel probleem en wij vragen het
college deze problemen daadkrachtig aan te pakken en hiertoe een plan van aanpak aan
de raad voor te leggen met een aantal elementen. Wij denken aan extra huizen voor
verpleegkundigen, onderwijzers en agenten, door een deel van de hypotheek rentevrij te
financieren conform de systematiek van de starterlening, het opnieuw opzetten van het
diversiteitbeleid in de zorgsector; integraal, dus ook in samenwerking met scholen. Het
programma Zorgen in cultureel personeel dat met succes gedraaid heeft van 2003 tot
2006 heeft onder andere opgeleverd dat bijna 4000 mensen voorlichting kregen over
werken in de zorg; 65% van de zorginstellingen ontwikkelde intercultureel beleid. Ik zie
dat de heer Van der Burg zich even aan de beraadslaging onttrekt op dit punt. 100
leidinggevenden en 35 teams volgden training. 30 personen werden opgeleid tot
manager. 33% Meer instroom van biculturele leerlingen in zorgopleidingen vond plaats.
Dit project is dus uiterst succesvol geweest, maar het is als een plumpudding ingezakt,
toen er mee werd gestopt. Terwijl de gemeente ruim 0,3 miljoen euro bijlegde, waren de
zorginstellingen bereid om 1,4 miljoen euro bij te dragen. De gemeente hoeft het dus niet
allemaal zelf te doen. Wij vragen het college dan ook om bij de uitwerking van deze
plannen de organisaties te betrekken en waar mogelijk voor cofinanciering te zorgen.
Tevens zou het college afspraken moeten maken met commissaris Welten dat, als de
gemeente bereid is te investeren in zaken als flankerend arbeidsmarktbeleid en huizen,
de hoofdcommissaris meer geld moet uittrekken voor het salaris van agenten, in het
bijzonder voor hen die na een paar jaar werkervaring hier weg dreigen te gaan, omdat ze
in een andere gemeente meer kunnen verdienen. Dan houden we alleen de onervaren
agenten over en dat is niet de bedoeling. Verder gaat het om de topopleiding van de
academieleraren. Dat komt uiteraard in een later stadium nog aan de orde. Het huidige
plan van de topopleiding is om in september te starten met 1 miljoen euro voor tachtig
leraren voor 2008/2009. Conform de inbreng van mevrouw Riem Vis in de vorige
raadsvergadering, of die daarvoor, moet dan in 2010 begonnen worden met een
masteropleiding. Voor onderwijskwaliteiten op zwakke scholen en huiswerkbegeleiding is
extra geld nodig. De Witte Tulp heeft daar goede ideeën over die wij zouden willen
ondersteunen vanuit de gemeente. Flankerend beleid voor leraren zou wat ons betreft
onder andere moeten bestaan uit het cofinancieren van de opleiding van leraren die
zonder kwalificatie voor de klas staan. Zij moeten het geld nu allemaal zelf betalen. Denk
ook aan alle maatregelen die in samenwerking met het APO worden getroffen.
Ook in de bereikbaarheid willen we verder gaan investeren. Het gaat om fijnmazig
openbaar vervoer en het extra inzetten op het opzetten van buurtbusjes. Dat kan op
verschillende manieren: het stop en go-busje, de voormalige opstapper, kan als voorbeeld
dienen, maar ook kan gedacht worden aan buurtbusjes waarbij vrijwilligers een rol spelen
of in samenwerking met re-integratietrajecten. Zo kunnen de kosten gedrukt worden.
Ten slotte noem ik stedelijke ontwikkeling. Wij willen geld uittrekken voor
stedelijke ontwikkeling, dat wil zeggen: wij willen het geld dat het college wil overhevelen
van het resultaatsgebied naar de algemene dienst in het kader van het vereveningsfonds
(punt 33 van de agenda) uiteindelijk weer laten terugvloeien. In onze optiek zijn er in dit
resultaatsgebied voldoende problemen die de aandacht vragen, zoals het tempo van de
woningbouwproductie en de waarborgen voor kwaliteit, zodat wij het niet verantwoord
vinden om op deze wijze een permanente schuif toe te passen. Wij denken dan aan
fondsvorming ten behoeve van het blijven compenseren van de oude rijksbijdragen voor
ISV, strategische aankopen en kwaliteitswaarborgen en een fonds voor ouderen voor het
overbruggen van het huurverschil tussen een oude en een nieuwe zorgwoning. Dit plan
staat toegelicht in onze raadsnotitie Beter wonen voor ouderen. Verder gaat het over het

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
9
realiseren van groene daken – ook hierover hebben wij een notitie ingediend – en de
wijkcentra Wonen waarvan wij vinden dat die verder versterkt moeten worden, bij
voorkeur structureel, zodat deze volwaardige expertisecentra kunnen worden, waarmee
bewoners een vuist kunnen maken richting corporaties. Met name bij de stedelijke
vernieuwing is dat van groot belang in verband met alle sloop en nieuwbouw die
momenteel plaatsvindt.
Tot slot willen we graag 2 miljoen euro incidenteel ter beschikking stellen voor de
uitbreidingsplannen van de Hortus, het educatiecentrum. Dit is vanuit allerlei hoeken van
belang, zowel als het gaat om groen als om Kinderen Eerst. De rest kan aangevuld
worden met geld van sponsors en derden.
Wij zijn ons er natuurlijk bewust dat wij met betrekking tot de genoemde bedragen
in de motie voor de uitgaven afhankelijk zijn van de mate waarin de ombuigingen slagen.
We zullen dan ook niet stellen dat wij deze bedragen eisen of uitgetrokken hebben. Wat
we wel eisen is dat het college serieus werk maakt van de ombuigingsoperatie en alles op
alles zet om niet alleen het genoemde bedrag van minimaal 20 miljoen euro te halen,
maar om ook alle genoemde opties serieus te onderzoeken, zodat het bedrag nog hoger
kan uitkomen.
Ten slotte nog een andere kwestie, voor ik tot een afronding kom; de
waterschapslasten in Amsterdam-Noord. Het is iedereen opgevallen dat in de
voorjaarsnota een fors bedrag opgenomen werd voor deze post, omdat mensen nu
dubbel betalen in Amsterdam-Noord. Het is het resultaat van een onderhandelingsproces
naar aanleiding van een mede door ons ingediende motie. De SP sprak in de commissie
van oplichting van de ene overheid door een andere. Ik kies mijn bewoordingen altijd wat
anders dan de heer Ivens, maar het basisgevoel dat er wellicht achter zit, dat het een fors
bedrag is, leeft bij ons beiden. Niet voor niets hebben wij in onze verkiezingsplannen
voorgesteld bij de waterschappen de hele zaak maar af te schaffen.
(De heer
LIMMEN
: Mijnheer Mulder, wij zouden het heel chique van u
vinden, als u zou aangeven dat het CDA met deze motie is gekomen en
dat de heer Van Drooge zich hier sterk voor heeft gemaakt.)
U haalt me de woorden uit de mond. Ik wilde namelijk ook dit punt positief
afsluiten door te zeggen dat wij het onverantwoord vinden dat Amsterdam-Noord dubbel
blijft betalen en ook hiervoor is de oplossing solidariteit. Wij danken in de raad de heer
Van Drooge voor zijn inzet bij de begrotingsbehandeling op dit punt en als eerste
ondertekenaar van een gezamenlijk ingediende motie. Het is heel goed dat de heer Van
Drooge zich op die manier vastgebeten heeft in het onderwerp, zoals hij dat wel vaker
heeft gedaan, wat altijd tot een mooi resultaat leidt, zodat de andere 44 raadsleden die
een dagje jonger zijn, nog veel kunnen leren van zijn ervaring en maatschappelijke kunde.
Wij denken dat wij met deze voorstellen verder werken aan de basis van een
sociaal Amsterdam, waar de solidariteit centraal staat en niet de segregatie, waar we ons
tot het uiterste inspannen om iedereen gelijke kansen te bieden op een mooi leven in
deze mooie stad, waar wij zo trots op zijn, waar niemand aan de kant hoeft te staan, maar
waar iedereen mee kan werken aan ons mooie Amsterdam.
Ten slotte zou ik de voorzitter willen vragen om de heer Olij het woord te geven,
zodat hij zelf een motie kan toelichten.
De
VOORZITTER
deelt mee dat is ingekomen:
68°
Motie van het raadslid Mulder c.s. inzake de ombuigingsoperatie
(Gemeenteblad, afd. 1, nr. 331).

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
10
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Olij.
De heer
OLIJ
: Voorzitter, ik zal het iets korter houden. Ik heb het er bij dit punt
een beetje bij gezocht. Het is mij toegestaan dit onderwerp hier even aan de orde te
stellen. Het is eigenlijk ook wel actueel, aangezien we het over geld hebben. Het gaat
namelijk over wethouder Wibaut. Toen hij in 1919 wethouder Financiën werd, was een
van zijn eerste uitspraken: “Om als gemeente een gulden te hebben, moet je er eerst
eentje zien te krijgen en om die te krijgen moet je hem ergens nemen. Als je de gulden
eenmaal hebt, kun je die maar een keer uitgeven.” Zo heeft hij de basis gelegd voor een
prudent financieel beleid. Hij was ook niet zo'n voorstander van het inhuren van externen.
Hij was voor sterke diensten en eigen bedrijven, maar dan moesten ze wel heel goed
functioneren. Hij had trouwens liever meer diensten dan minder diensten, want wat hem
betreft, was er direct een dienst Stadsontwikkeling gekomen en niet een afdeling, maar
daar hebben we het misschien later nog wel een keer over.
Volgend jaar op 23 juni is het 150 jaar geleden dat Wibaut werd geboren en het
leek onze fractie en inmiddels de voltallige gemeenteraad, want ik heb hier een motie die
door alle partijen is ondertekend, een goed idee als wij volgend jaar een Wibautjaar
hebben. De man is van grote betekenis geweest voor de stad Amsterdam en eigenlijk
voor de hele gemeentepolitiek, gezien zijn vele publicaties tijdens zijn leven om de positie
van de gemeente in het land te versterken. Daarom doen wij het voorstel aan het college
om bij de begroting van 2009 geld vrij te maken. Hoeveel dat is, laten wij graag aan het
college over, nadat het zich georiënteerd heeft bij andere maatschappelijke organisaties,
zoals daar zijn de corporaties, de banken en nog veel meer, of zij mee willen doen en of
zij bij willen dragen, zodat wij in 2009 een mooi educatief, leerzaam Wibautjaar kunnen
houden.
De
VOORZITTER
deelt mee dat is ingekomen:
69°
Motie van het raadslid Olij c.s. inzake het Wibautjaar (Gemeenteblad, afd.
1, nr. 332).
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van der Burg.
De heer
VAN DER BURG
: Vanuit de VVD komen geen algemene
beschouwingen, want ik leefde – in ieder geval tot de speech van de Partij van de Arbeid
begon – in de gedachte dat we hadden afgesproken om geen algemene beschouwingen
te houden. Ik kan die ook niet snel in elkaar flansen, want ik kom niet verder dan dat
mevrouw Buurma een exotische Japanse is en dat mevrouw Ornstein in de sloppenwijken
van Sao Paulo heeft rondgelopen. Van de rest van mijn fractie weet ik even niet hoe het
zit, dus ik ga nu niet meteen alsnog alles in elkaar flansen.
We spraken af geen algemene beschouwingen te houden. Dat deden we gezien
de agenda van vandaag die overvol was. Tot mijn spijt moest ik ook akkoord gaan met dat
verhaal. Eigenlijk is het wel jammer dat we als raad soms onvoldoende tijd hebben en op
een ander moment onvoldoende tijd nemen om meer beschouwend bij zaken stil te staan

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
11
en dat we het vaak hebben over verklaringen van besluiten die we niet in een grotere
context plaatsen en dat we niet aangeven vanuit welke context we politieke keuzes
maken.
Voor de VVD zijn de afgelopen jaren en ook de komende jaren vier punten heel
nadrukkelijk belangrijk: een veilige stad, een bereikbare stad, een stad waarin het goed
wonen is en een bruisende stad, en dat alles binnen de context van onze kijk op de rol
van de overheid, waarover ik vorig jaar in de beschouwingen bij de voorjaarsnota ook het
een en ander heb gezegd, onder andere door Geert Dales te citeren tijdens zijn speech in
1999, waarin de VVD pleitte voor een, weliswaar sterke en krachtige overheid, maar dan
wel een overheid die stimuleert en niet almachtig en bevoogdend is. Dat is een van de
uitgangspunten, waar vanuit de VVD kijkt naar de punten die we in de raad te bespreken
hebben. Een ander punt is dat wij altijd zullen blijven hameren op het gelijkheidsbeginsel.
Iedere Amsterdammer is voor ons gelijk en dient als zodanig behandeld te worden, niet
alleen door de overheid als zodanig, maar ook door iedere Amsterdammer onderling. Een
ander punt, en dat hebt u bijvoorbeeld ook gemerkt bij de behandeling van de
jaarrekening gisteren, is dat wij het ook doen vanuit een stevige kijk op het financiële
beleid. Ik zou daarbij bijna de heer Olij gaan citeren die de heer Wibaut citeerde, waar het
ging om die ene gulden die nu een euro geworden is. We moeten altijd blijven beseffen
dat we het met overheidsgeld doen.
Die vier punten, vanuit die drie hoedanigheden bekeken, zijn in ieder geval de
basisprincipes van waaruit de VVD de zaak bekijkt. Het is jammer dat we daar
onvoldoende debat en onvoldoende discussie met elkaar over hebben, want we zijn het
vaak met elkaar eens, maar we maken ook verschillende keuzes en soms kan het ook
geen kwaad om aan elkaar, maar vooral ook aan de Amsterdammers, duidelijk te maken
waar die verschillen liggen. Nu gaan we het op een heleboel punten misschien niet zo
goed doen, maar als het gaat om Voorrang voor een Gezonde Stad doen we het gelukkig
wel goed. Zowel bij de voorjaarsnota vorig jaar, waar ik de heer Herrema als voorbeeld
nam voor ons allen – we waren het volstrekt met hem oneens en hebben hem op een
aantal punten te vuur en te zwaard bestreden maar we roemen hem wel om zijn 100%
inzet en het gaan voor datgene waar hij voor staat – alsook bij de Staat van de stad, toen
we zeiden: “De heer Mulder houdt vast aan het feit dat we de lasten niet gaan verhogen”,
is dat het afgelopen jaar gebeurd.
Mevrouw Van der Garde heeft natuurlijk volledig gelijk. De VVD-fractie durft als de
PvdA het woord voert, absoluut niet te interrumperen. Dat hebben we dus ook niet
gedaan bij de bijdrage van mevrouw Van der Garde. We hebben van u begrepen dat het
eigenlijk wel mag, en ik beloof u dat wij wethouder Vos straks als het VGS aan de orde
komt, alle ruimte zullen geven om te interrumperen en dan zult u zien dat u toch echt trots
op ons kunt zijn, omdat we dat toch gaan durven.
We staan bij het VGS lijnrecht tegenover elkaar, en daarom gebruiken we soms
ook harde woorden naar elkaar toe. Dat kan ook helemaal geen kwaad, want die
verschillen zijn er ook om dingen duidelijk te maken, maar we weten allemaal wel dat we
dat doen vanuit hetzelfde uitgangspunt. Of je nu fractievoorzitter bent van de PvdA in de
gemeenteraad of stadsdeelvoorzitter in Oud-West, of je nu SP’er bent in Noord, of VVD'er
in Zuid, we zitten allemaal in de Amsterdamse politiek om de stad sterker te maken. Dat
doen we niet voor ons zelf, maar dat doen we voor Mohammed, voor Lotte, voor Samira;
die jongeren waarvan wij zeggen dat ze recht hebben op een goede toekomst in
Amsterdam. Dat is ook het uitgangspunt geweest voor de motie Asscher/Van der Burg,
waar het ging om Kinderen Eerst. De laatste tijd lijken we dat met elkaar wel eens uit het
oog te verliezen, ik zei het al, er vallen soms harde woorden. De sfeer lijkt soms te

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
12
verslechteren en hen die op subtiliteiten letten is het misschien opgevallen dat ik gisteren
ook licht geïrriteerd reageerde ten opzichte van GroenLinks. Die irritatie is niet geheel
weggenomen kan ik u vertellen, maar u merkte in ieder geval wel dat er lichte irritatie was
bij ons. Maar we moeten met elkaar beseffen dat we elkaar hard nodig hebben in de
meerpartijendemocratie die we zijn in Nederland.
Begin juni is een artikel verschenen waarin het aantal ambtenaren in het land werd
vergeleken. Amsterdam sprong eruit in de zin van de hoeveelheid ambtenaren die de stad
had. Toen vonden PvdA en VVD elkaar meteen, en niet alleen in de artikelen in het begin
van juni. De heer Mulder en mevrouw Ornstein vonden elkaar op 10 juni, en hebben toen
de basis gelegd voor de motie-Mulder die zojuist is ingediend.
(De heer
VAN DER MEER
: Ik begrijp heel goed dat de heer Van der Burg
probeert om GroenLinks uit het hele verhaal te schrappen en de VVD
daar in te plaatsen, maar het blijft het voorstel van de heer Mulder en de
heer Van der Meer, en niet van de VVD en de heer Mulder.)
Zoals ik al zei, is toen de basis gelegd voor de motie-Mulder c.s. die zojuist is
ingediend. Het is een motie met een flink aantal punten waar we ons als VVD in kunnen
vinden, om te beginnen natuurlijk het dekkingsvoorstel. Waar we vorig jaar aangaven dat
er 10 miljoen euro moest worden bezuinigd op het ambtelijk apparaat, kregen we nogal
wat kritiek, uiteraard. Achteraf bleek waarom dat was, want 10 miljoen euro bleek te
weinig te zijn, voor 20 miljoen euro doen we het wel. Daar kunnen we ons natuurlijk
uitermate goed in vinden. Ook als we kijken naar de bestedingsvoorstellen zijn er de
nodige voorstellen die eenieder zal herkennen als VVD-punten en waar we ons ook zeer
sterk voor hebben gemaakt: 3 miljoen euro extra voor veiligheid, 3 miljoen euro extra in de
motie voor het Kunstenplan, waarbij wij nadrukkelijk ook in de discussie die gaat komen
na de zomer, als VVD zullen inzetten op topkwaliteit voor een topstad. Er is ook extra geld
voor de toegankelijkheid, niet alleen voor sport maar ook voor de kunst en het noodfonds,
waarbij we ook nadrukkelijk denken aan de kunstinstellingen. Er is 3 miljoen euro extra
voor bereikbaarheid, met een goed openbaar vervoer, inclusief, wat de VVD betreft, goed
nachtelijk openbaar vervoer. Maar, uiteraard, het was een motie van meerdere partijen,
met ook punten die wij liever anders hadden gezien. De 5 miljoen euro voor het
vereveningsfonds had wat ons betreft op deze manier niet gehoeven. Het moet niet het
begin zijn van een reeks, maar we kunnen ons er zeker in vinden dat het geld nu ook
besteed wordt in het kader van stedelijke vernieuwing. De heer Asscher weet dat, als het
gaat om strategische aankopen die ook in de motie genoemd worden, wij daar altijd wat
kritischer naar zullen kijken en dat we daar soms misschien wel een beetje onrustig van
kunnen worden. Al met al denken wij dat er een goed compromis op tafel is gelegd. En
het proces waarlangs dan vervolgens de motie wordt ingediend? We zullen maar zeggen,
zoals het vorige college als motto had: ‘Alleen het resultaat telt’.
Er is ook een motie van de VVD en de PvdA samen, dat kan ik nu zonder tegenspraak
zeggen, met betrekking tot het cameratoezicht, een coproductie die dankzij een goede
samenwerking tot stand is gekomen en waarbij de gemeenteraad de verantwoordelijkheid
neemt die door anderen niet is genomen en is blijven liggen. De motie zal ik met uw
welnemen zo aan de voorzitter overhandigen.
In de voorjaarsnota zitten ook bepaalde keuzes opgesloten die niet de onze
waren. We hebben gisteren een debat gehad over de jaarrekening. U kunt zich
ongetwijfeld de bijdrage van mevrouw Ornstein herinneren. Wij hadden graag gezien dat
vandaag een andere jaarrekening met een andere input vanuit de rekening 2007 had
voorgelegen maar dat is niet zo. We hebben de discussie verloren, dus is deze nota wat
ons betreft het uitgangspunt. In de nota zit een aantal zaken die we uitermate kunnen

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
13
waarderen. Ik noemde al even eerder de motie-Asscher/Van der Burg over Kinderen
Eerst. Ook daarvoor wordt geld uitgetrokken en uiteraard waren we daar voor, want het
was onze motie. Los daarvan stonden die zaken ook in het programakkoord en dat dient
gewoon uitgevoerd te worden want ook dat is een raadsbesluit. Waar we aandacht voor
vragen bij de heer Asscher is om bij de besteding van deze extra gelden een relatie te
leggen met zijn eigen actie-Frankenstein want we moeten ervoor zorgen dat het geld dat
er nu in zit goed besteed wordt. Het is goed dat er voor de bestrijding van geweld achter
de voordeur extra geld wordt besteed en het is goed dat we voor deze term kiezen en niet
voor de term huiselijk geweld, want er is niets huiselijks aan. Ook aan criminaliteits- en,
overlastbestrijding wordt extra geld uitgegeven met de volledige steun van de VVD,
alsook aan cultureel vastgoed wat we even meepakken in het kader van de discussie die
we gaan krijgen na de zomer. Dit alles moet wel vertaald worden naar de begroting voor
2009. We weten nog niet welke beren er verder op onze weg zullen komen. We hebben al
wat klappen gehad, vandaar dat we continu aandringen op prudent financieel beleid.
Ik zei het u al, onze vier prioriteiten waren veiligheid, mobiliteit, wonen en een
bruisende stad. Veiligheid krijgt ook nu een extra aandachtspunt, want voor het eerst in
vele jaren is de veiligheidsindex gedaald. De stad is vorig jaar onveiliger geworden als
nettoresultaat. En dat is toch iets, of je nu van Groen Links bent of van VVD, waar je je
nooit bij neer kunt leggen. De mobiliteit, de bereikbaarheid, willen we als een van de
prioriteiten in Amsterdam Topstad waarmaken. Als het gaat over het woondossier: de
productie moet echt omhoog, de middengroepen moeten we vasthouden en het
koopwoningenpercentage moet omhoog. Over de bruisende stad zullen we spreken als
het gaat om het culturele budget, het Kunstenplan, wat ons betreft hét punt waarmee
wethouder Carolien Gehrels zich definitief kan neerzetten.
Tot slot, voorzitter, zou ik graag twee moties willen overhandigen, ten eerste de
motie-Ornstein/De Wolf/Van der Garde, die gaat over het veiligheidsbeleid en wel
cameratoezicht. De andere motie is de motie-Nederveen, u wellicht bekend, en die gaat
over extra geld voor het Kunstenplan.
De
VOORZITTER
deelt mee dat zijn ingekomen:
70°
Motie van het raadslid Ornstein c.s. inzake cameratoezicht
Rembrandtplein en Leidseplein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 333).
71°
Motie van het raadslid Nederveen inzake Kunstenplan 2009-2012
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 334).
De moties maken deel uit van de beraadslagingen.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van der Meer.
De heer
VAN DER MEER
: Allereerst kom ik met een kort zinnetje over wat de
voorjaarsnota is. We gaan hier speerpunten van het beleid weergeven richting de
begroting. Dat is precies wat het is en niet meer dan dat. We vechten met z'n allen richting
de begroting aan het einde van dit jaar. Het is wel belangrijk om die speerpunten als
zodanig mee te geven aan het college als het naar het eigen besluitvormingsmoment gaat
aan het einde van de zomer.
Deze voorjaarsnota is anders dan andere jaren. Met name door het historisch
grote tekort op de Noord/Zuidlijn en de financiële problemen met het afvalenergiebedrijf,

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
14
waar inderdaad, mevrouw Van der Garde, wel wordt verbrand maar geen extra energie
wordt opgewekt en dus geen extra geld wordt verdiend, zit het dit jaar voor de gemeente
tegen. Het college heeft dan ook een bescheiden voorjaarsnota gepresenteerd. Gelukkig
heeft het college in ieder geval dat wat is afgesproken in het programakkoord kunnen
vasthouden. Mijn tevredenheid roept vragen op. We zijn eerst toch een beetje
teleurgesteld dat het niet meer kon zijn, maar dat komt door die Noord/Zuidlijn. Daarnaast
worden noodzakelijke besluiten en eerder besloten prioriteiten opgenomen. Daarmee kan
GroenLinks het eens zijn. Het college geeft in zijn overwegingen aan dat het tijdens de
besprekingen is uitgegaan van posten boven de 2 miljoen euro en dat daardoor veel
prioriteitsaanvragen zijn gesneuveld. Deze zijn daarmee niet verdwenen maar zullen,
nemen wij aan, bij de begroting van 2009 weer terugkomen.
Voorzitter, niet alleen is dit een financieel moeilijk jaar vanwege de
Noord/Zuidlijnproblematiek en de problemen met het afvalenergiebedrijf, het meerjarig
perspectief laat ook voor de komende drie jaar weinig structurele en incidentele ruimte
zien. Dat heeft ons er, samen met de PvdA, toe gebracht om te bekijken waar binnen de
gemeente nog een slag kan worden geslagen om de belangrijkste prioriteiten die wij
samen met de PvdA hebben, voor de komende jaren ook daadwerkelijk te kunnen
realiseren. Hoe ziet die operatie eruit? Ik shop een beetje, gezien het gedeelte dat de
heer Mulder al heeft verteld, soms ga ik er snel aan voorbij en leg een accent.
Het gaat eerst om een onafhankelijke overhead value analysis waarbij wordt
gekeken welke taken de gemeente doet en de overhead die daarbij past waaronder de
communicatiekosten en de dubbele toetsing die centraal staat in de stadsdelen. Dit moet
gebeuren door een onafhankelijk team, wat ons betreft een intern onafhankelijk team. Wij
stellen voor dat het college de selectie hiervoor zo snel mogelijk ter hand neemt, opdat de
operatie snel en zonder verder tijdverlies van start kan gaan. Wij kunnen ons voorstellen
dat het werk dat door de commissie-Stadig is gedaan in het kader van de 10%-operatie,
gebruikt kan worden als input voor deze nieuwe operatie in het kader van efficiency.
Verder gaat het om vermindering van de inhuur van externen, waarbij gestreefd
wordt naar substantiële reductie in 2009. Wij willen dat door het college wordt gekeken
naar de inhuur van externen. In 2007 is voor meer dan 50 miljoen euro aan externen
ingehuurd voor het verrichten van taken en het doen van onderzoek binnen en voor de
gemeente. Hier zitten de uitzendkrachten nog niet bij. Wij concentreren ons op het andere
deel. Dit kan wat ons betreft niet langer. Er moeten stappen te maken zijn.
Daarna gaat het om het versterken van de gezamenlijke inkoopfunctie waarbij
stadsregio en stadsdelen of andere gemeenten worden betrokken. Wij beseffen dat op dit
punt al een en ander in gang is gezet, maar schatten in dat het niet alleen een tandje
hoger moet, maar ook een tandje verplichtender. De stad is wat ons betreft hierbij gebaat,
en de angst dat hierbij zou kunnen worden getreden in bevoegdheden van bijvoorbeeld
stadsdelen delen wij niet.
Het gaat ook om het intensiveren van de uithuur van gemeentelijke ambtenaren
aan andere overheden. Er wordt op allerlei niveaus gestreefd naar verdergaande
samenwerking, of het nu de stadsregio is of de Noordvleugel. Hier kan een start worden
gemaakt door op ambtelijk niveau te kijken of niet meer gebruik kan worden gemaakt van
elkaars expertise, zeker daar waar het gaat om zeer specialistische kennis. Als voorbeeld
zou hierbij het Amersfoortse model kunnen dienen. Voor vragen hebben we een
specialist, de heer De Goede.
Ten slotte gaat het om het samenvoegen van gemeentelijke diensten en
bedrijven. Eerlijk gezegd is dit niet de post waar we het meeste van verwachten, maar het
is het bekijken waard, de heer Olij maakte hier net ook al een opmerking over in het kader

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
15
van zijn voorstel over het Wibautjaar, of op bepaalde overlappende terreinen meer kan
worden samengewerkt door verschillende diensten en afdelingen.
Voorzitter, wij verwachten het meeste van maatregelen die bureaucratie
aanpakken, die efficiency verhogen en ervoor zorgen dat taken niet meer dubbel worden
uitgevoerd. Daarnaast willen wij dat het college bij de begrotingsonderhandelingen met
een gedegen voorstel komt voor het terugdringen van de inhuur van externen. Daarbij zijn
wij ons bewust van het feit dat dit kan betekenen dat door internen bepaalde taken
natuurlijk wel gewoon moeten worden uitgevoerd en dat je het terugdringen van externen
niet 1 op 1 kunt inboeken en we beseffen dat het een hele klus is. Wij denken echter dat
het mogelijk en noodzakelijk is en wij vinden dat deze operatie correct moet worden
uitgevoerd. Hiermee bedoelen wij dat geen geld moet worden uitgegeven dat nog niet is
verdiend. Wij volgen dus hierin het kasritme. Wij willen daarbij streven naar een startpunt
van de operatie in 2010, een stevige maar nuttige en noodzakelijke opgave. Het college
heeft de vrijval in de Algemene Dienst, die ontstaat door een andere
financieringssystematiek nog niet mee kunnen nemen in deze voorjaarsnota, maar wij
willen dat wel doen, natuurlijk met het voorbehoud dat in deze raadsvergadering conform
wordt besloten. Hierdoor ontstaat vervolgens meer ruimte in deze voorjaarsnota. Wij
willen dit bedrag betrekken bij de richtinggevende speerpunten die wij in onze motie met
de PvdA benoemen. Wij kiezen daarmee dus niet voor het behoud van de vrijvallende
som in de stedelijke ontwikkeling maar voor het betrekken van de som bij de algemene
middelen, waardoor de investering in stedelijke ontwikkeling een van de kosten is die
wordt gedekt in de motie gedurende de periode van vier jaar.
Dan noemen we de prioriteiten. Een aantal ervan is al genoemd door de heer
Mulder. Laten we ons concentreren op de voor GroenLinks belangrijkste prioriteiten.
GroenLinks gaat voor kunst, klimaat, arbeid en duurzaamheid. Duurzaamheid is een
speerpunt van GroenLinks, gedurende deze hele periode al, in al de jaren hiervoor
trouwens ook, en waarschijnlijk hierna ook. In het kader van het klimaatprogramma willen
wij streven naar reductie van de energielasten en een beter klimaat in schoolgebouwen
en huizen in Amsterdam, vooral door isolatiemaatregelen. Daarbij kan het opwekken van
duurzame energie een stimulans zijn voor de ontwikkeling van een duurzame stad en een
flinke reductie van de energiekosten voor veel Amsterdammers, zeker in het licht van
stijgende energieprijzen. Aan dit speerpunt koppelen wij, zoals de voorzitter al vermeldde,
2,5 miljoen euro structureel. GroenLinks vindt het hard nodig dat een extra investering
wordt gedaan in de cultuursector, en wel door middel van een aanvulling op het
Kunstenplan, te beginnen met het aankomende Kunstenplan. Dit geeft de broodnodige
impuls aan de sector die afgelopen periodes onderhevig is geweest aan bezuinigingen.
Deze raad heeft een zwaar pakket aan ambities neergelegd voor deze sector waar
voldoende extra middelen voor nodig zijn. Wij denken met een dotatie van 3 miljoen euro
structureel deze aanvulling te doen.
Voorzitter, wethouder Ossel heeft onlangs aangegeven wat ons te wachten staat
met het terugdringen van het aantal ID-banen. Wij willen er samen met de PvdA voor
zorgen dat die organisaties die nu gebruikmaken van ID'ers, een beroep kunnen doen op
een noodfonds dat hen in staat stelt om aan personeelsleden te komen die zij zo hard
nodig hebben om hun instelling draaiend te houden. Dit zal in de praktijk vooral
voorkomen in de welzijns- en cultuursector. Ik wil ook aangeven dat bij kunstinstellingen
kunst tussen haakjes stond, dit is natuurlijk moeilijk uit te spreken. Wij denken dat hiervoor
een structureel bedrag van 2 miljoen euro nodig is, dat incidenteel gemaakt kan worden
om het fonds te vormen. Het is aan het college om hier te komen met de meest effectieve
route. Daartoe is het in de combinatie Ossel/Asscher op dit punt in staat.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
16
Deze raad heeft niet lang geleden een Sport- en Gezondheidsnota door het
college gepresenteerd gekregen. Deze nota gaat zowel over het aan het sporten krijgen
van Amsterdammers, jong en oud, man en vrouw, als ook over het grote probleem van
overgewicht dat ook in Amsterdam, zowel bij volwassenen als bij kinderen bestaat. De in
de nota beschreven maatregelen hebben een nauwe samenhang met de activiteiten in
het kader van de bestrijding van overgewicht die zijn opgenomen in de nota
Volksgezondheid die al is aangenomen door de raad. Wat ons betreft ligt het accent bij de
middelen die we nu structureel hiervoor beschikbaar willen stellen voor de
activeringsmaatregelen bij de gezondheidscomponent die de Amsterdammers in staat
stelt gezond en lekker te leven. Het gaat om een structureel bedrag van 1,5 miljoen euro.
En dan noemen we de stedelijke ontwikkeling. Wij kiezen samen met de PvdA
duidelijk voor een extra stimuleringsimpuls voor stedelijke ontwikkeling. Dit zal ook wel
nodig zijn, al is het alleen maar dat de vooruitzichten voor het behoud van ISV-middelen
niet rooskleurig zijn. Dit zal bijvoorbeeld blijken bij de ontwikkeling van de zuidelijke IJ-
oevers, waar mede op basis van het wel op een bepaald niveau handhaven van de ISV-
middelen langjarige investeringsafspraken zijn gemaakt met steun van deze raad. Dit kan
er dus in de nabije toekomst toe leiden dan vanuit de gemeente alleen al daarvoor veel
extra middelen noodzakelijk zijn. Naast de al door collega Mulder genoemde onderwerpen
kan ik mij verder voorstellen dat ook het college prioriteiten heeft waar het dekking voor
nodig zal hebben. Wat ons betreft, heeft het college die ruimte ook op dit onderwerp.
Voorzitter, tot slot noem ik de operatie waterschapsbelasting Amsterdam-Noord.
Deze operatie kost de gemeente Amsterdam bijna 15 miljoen euro incidenteel, en
0,5 miljoen euro structureel. Dat is een enorm bedrag, waar je eigenlijk gewoon boos over
moet worden. Het waterschap heeft, zo voelen wij dat, ons in een bizarre spagaat
geduwd. Aan de ene kant kunnen wij mensen in Noord niet in de kou laten staan en ze
meer waterschapsbelasting laten betalen dan de andere Amsterdammers. Aan de andere
kant kun je dat niet doen tegen elke kostprijs. Voorzitter, ik las het persbericht van de
PvdA afgelopen maandag, en toen ben ik een beetje aan het rekenen geslagen. Navraag
in Amsterdam-Noord maakte duidelijk dat het gaat om 40.000 huishoudens. Het betekent
een bedrag van 35 euro per jaar voor huurders en 70 euro per jaar voor eigenaren van
woningen. Dat zou betekenen dat deze operatie, als ik het snel bereken, ongeveer
1,8 miljoen per jaar zou kosten als je het extra bedrag neemt dat mensen nu per jaar
betalen. Als ik de som goed heb gemaakt, de wethouder moet me maar corrigeren als het
niet zo is, betekent het dat er nu 1,4 miljoen euro (samen met het stadsdeel) structureel
wordt uitgegeven aan deze operatie, en 15 miljoen euro incidenteel. Volgens mij zijn we
ook nog eens dief van onze eigen portemonnee en hadden we beter vooraf na kunnen
denken om die mensen in Noord die het geld daadwerkelijk nodig hebben gedeeltelijk te
compenseren voor datgene dat de waterschappen meer in rekening brachten. De
wethouder moet mij corrigeren als het anders is, maar wij vinden het enorm veel geld. Het
is een beetje slikken. Wij willen mensen daar niet in de kou laten staan. Het is een bizarre
situatie dat ze meer moeten betalen, maar het is wel slikken met een bijsmaak.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Ivens.
De heer
IVENS
: De voorjaarsnota zou een partij die een linkse lente wil, wel
positief moeten stemmen, maar, helaas voor GroenLinks, echt onderscheidend is deze
voorjaarsnota niet. De VVD bestuurt in grote lijnen gewoon verder. De schaduw van de
VVD hang nog boven het college, immers, de claim van de Noord/Zuidlijn die door de
VVD gewenst was maar door GroenLinks en de SP onverstandig werd geacht, domineert

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
17
deze voorjaarsnota. Inmiddels is er zelfs een evacuatie geweest. Zo verloopt de linkse
lente in summertime blues. De nieuwste overschrijding leidt ertoe dat er per
Amsterdammer 436 euro niet aan goede dingen voor de Amsterdammers gedaan kan
worden. Dan moet u mij eens vertellen wie deze stad bestuurt. Een ding is duidelijk, het
bestuursstokje van de VVD en de PvdA overnemen is geen pretje. De tegenvaller van de
Noord/Zuidlijn moet weer gedekt worden. Dit gebeurt weer door een meerjarige
afschrijving. Wij betreuren het dat de blunder van Amsterdam weer uitgesmeed wordt. Het
was mooier geweest als een goede meevaller, zoals het superdividend van Schiphol, het
mogelijk zou maken de miljoenenoverschrijdingen in een keer voor een flink deel te
kunnen dekken. Waarom laat het college deze optie niet open, aangezien deze forse
meevaller al bijna op onze rekening staat? En hebben we ook niet nog aandelen van
bijvoorbeeld de ArenA in de verkoop, die wellicht een stuk van dit gat kunnen dichten?
Het college concludeerde onlangs voor de tweede maal dat er een tweedeling in
Amsterdam is, en dat armoede een kleur heeft gekregen. Het is helaas een waarheid als
een koe, maar het is toch extra schrikbarend als een verantwoordelijk bestuurder dit zegt.
Zonder blikken en blozen worden deze beschamende constateringen nu overgenomen
door allerlei gemeentelijke instanties. De echte vraag is natuurlijk: wat gaan we hier aan
doen? Ik hoor meer partijen zich deze vraag stellen. Volgens mij is dat de keuze waar we
vandaag de dag voor staan. Om eerlijk te zijn had de SP hierop al met deze voorjaarsnota
een antwoord verwacht. Nadat wethouder Asscher bij de begroting van 2008 deze
conclusie trok, was het toch zaak het roer om te gooien? Waaruit in deze voorjaarsnota
blijkt dit? Amsterdam wordt een stad van winnaars en verliezers. Als je aan de ene kant
van de streep staat, is het nauwelijks mogelijk om aan de andere kant te komen. Die
streep heeft een kleur. De tweedeling lijkt een politiek feit geworden te zijn waartegen
geen beleid ontwikkeld wordt. Natuurlijk is er Koers Nieuw-West en de wijkaanpak van
Vogelaar, maar daar hebben we vooral presentaties van gezien in plaats van prestaties.
Het bedrag dat dit college voor de armoedebestrijding heeft gereserveerd is
absoluut niet genoeg om alleen al de gestegen kosten voor de mensen met een
minimuminkomen te compenseren. Om te voorkomen dat we na dit jaar en na volgend
jaar weer moeten concluderen dat het aantal klanten van de voedselbank is toegenomen,
zullen we fors extra moeten investeren om de gestegen kosten minimaal te compenseren.
Daartoe hebben we een motie.
Wat betreft Kinderen Eerst waarderen wij de inzet van het college waar het de
ondersteuning van scholen in Amsterdam betreft. Wel dient het waakzaam te blijven of
het geld ook daar komt waar de raad het wenselijk acht. Een uitbreiding van het budget
voor de huisbezoeken is wat ons betreft een goede zaak, maar we moeten er wel voor
zorgen dat het geld ook bij de leerkrachten terechtkomt die de huisbezoeken moeten
uitvoeren en niet bij schoolbesturen waarvan een aantal al meer dan genoeg geld op de
plank heeft liggen.
Dan wil ik het hebben over het waterschap. Er is door meerdere mensen op
gewezen: het waterschap weet ons een flinke poot uit te draaien. Het krijgt maar liefst
15 miljoen euro voor de overname van enkele wegen met achterstallig onderhoud. Voor
de bewoners van Noord kunnen wij niet anders dan akkoord gaan, maar toch wil ik u
nogmaals vragen er alles aan te doen om de waterschappen aan te spreken op hun
gedrag. Wellicht kunt u de provincie als toezichthouder van de waterschappen hier ook op
aanspraken. Anders vrees ik dat we weinig keus hebben. Met de PvdA hoop ik dat we
landelijk gezien eindelijk eens afkomen van die hele waterschappen.
Voor het Kunstenplan wordt nu geen extra geld gereserveerd. Dit plan moet nog
besproken worden. Voor de SP is het te vroeg om nu al vast te stellen of het zonder extra

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
18
geld moet, maar we twijfelen er wel sterk aan. Sterker nog, we hebben eigenlijk al
indicatie genoeg om te zeggen: er zou wel wat extra mogen zijn. De discussie over de
instanties gaat nog komen, maar het valt nu al op dat er voor veel buurttheaters maar ook
voor de goedkope publiekstrekkers onvoldoende geld is, zoals ook op het
openluchttheater van het Vondelpark wordt bezuinigd, waardoor de toekomst van dit
mooie echt Amsterdamse theater onzeker is. De SP wil dat kunst en cultuur in Amsterdam
voor alle mensen toegankelijk blijven. Om dit mogelijk te maken en in het algemeen meer
mogelijkheden voor cultuur in de stad te creëren, hebben we een abonnement, compleet
met dekking (dat laatste zeg ik even richting de VVD), specifiek gericht op toegankelijke
kunst en cultuur zodat ook mensen met een smalle beurs hier gebruik van kunnen maken.
Zo pakken wij hier de tweedeling aan. Ons amendement haalt geld weg bij het
programma Topstad. Wethouder Gehrels wil van de 5 miljoen euro voor 2009 maar liefst
de helft bestemmen voor de Olympische Spelen van 2028, waarvan buitengewoon
onzeker is hoe die er uit komen te zien, waar het olympisch dorp komt, welke stadions we
moeten hebben, en wat voor extra infrastructuur noodzakelijk is. Bovendien is het nog te
betwijfelen of het Rijk de kandidatuur van Amsterdam zal steunen. Het ziet de Spelen wel
zitten, maar stelt zich hiervoor niet financieel garant. Amsterdam kan er wel veel geld aan
uitgeven, maar heeft niet in de hand of men dit uiteindelijk wel mag en kan gaan bieden.
Zolang het Rijk hierover de macht heeft, dient het ook de kosten te dragen en kunnen we
de belachelijke concurrentieslag met Rotterdam om de Spelen stoppen. Bovendien, waar
willen we 2,5 miljoen euro aan uitgeven zolang we niet weten wat voor Spelen we willen?
Er valt nu ook weinig te bevorderen. Of willen we met het geld een ordinaire
propagandacampagne starten, omdat we denken dat de Amsterdammers en de regering
niet zelf met gezond verstand kunnen oordelen? Wat ons betreft kan Amsterdam zijn geld
echt wel beter inzetten, gezien de grote uitdagingen waar we nu voor staan.
Verder missen we de aanpak van de reïntegratiechaos. Onlangs hebben we een
voorstel hiervoor ingediend. Het doel was om tegen dezelfde kosten een Amsterdamse
werkcentrale op te richten. Er waren geen extra kosten, maar wel veel voordelen. Ik ben
benieuwd wat het college hiervan vindt. Ik vrees dat we anders nog meer geld moeten
uittrekken om iets aan armoedebestrijding te doen. Juist door mensen aan het werk te
helpen, kunnen we een groot stuk van de tweedeling wegnemen. De weg uit de armoede
is werk, zegt ook het college herhaaldelijk. Ons plan voor de werkcentrale probeert
hiervoor een oplossing aan te dragen. Hierbij aansluitend vinden wij dat het college zich
niet voldoende inspant om de problematiek van de voormalige ID-banen aan te pakken.
Deze banen staan nu op de tocht. Eerder gaf de wethouder aan dat er extra geld bij
moest om deze banen in stand te kunnen houden, maar we zien in deze voorjaarsnota
hiertoe nog geen enkele aanzet. Daarom vragen wij u om in ieder geval de ID-banen voor
mensen boven de 50 jaar in stand te houden. We hebben daartoe ook een motie.
Verder maken we ons zorgen over de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo). In verband daarmee is al een aantal keren een onderbesteding geconstateerd, en
de reserve begint gevuld te raken maar wel met geld dat hard nodig is bij de Wmo. Dan
denken we aan de maaltijdvoorziening, ondersteuning voor mantelzorgers,
ouderenvervoer en de kwaliteit van de thuiszorg. Wij willen graag dat dit geld ingezet
wordt voor de taken die de Wmo moet uitvoeren, en daartoe hebben wij ook een motie.
Tot slot ziet de SP een aantal plekken waar mogelijk te bezuinigen is. De
gemeentelijke organisatie kan volgens ons een stuk efficiënter. Denk aan het
samenvoegen van gemeentelijke diensten en het verminderen of opheffen van
stadsdelen. Door een echte efficiëntieslag is op de middellange termijn veel geld vrij te
maken. Hopelijk ziet het college deze uitdaging, nu het hard nodig is om weer te gaan

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
19
investeren in de mensen. Bij deze efficiëntieslag denk ik natuurlijk ook aan de brief van
wethouder Vos nadat Binnenlands Bestuur had geconstateerd dat Amsterdam de meeste
ambtenaren per inwoner heeft. Deels is dat inderdaad te verklaren omdat we taken zelf
uitvoeren, maar dat neemt niet weg dat de bestuurlijke complexiteit er echt niet altijd voor
zorgt dat het stadsbestuur dicht bij de mensen staat. De SP is ervan overtuigd dat er wel
degelijk inefficiënt gewerkt wordt en zal het toejuichen als hier dan ook iets aan gebeurt.
Ook Pantar kan wat ons betreft wel eens onder de loep genomen worden waar het gaat
over mogelijke bezuinigingen. Het aantal uitvoerende medewerkers is gedaald, maar het
aantal medewerkers in de overhead is gestegen. Zij drukken voor een onevenredig groot
deel op de personeelskosten. Gaat het college hiernaar kijken?
Concluderend is de SP teleurgesteld in deze voorjaarsnota. Er is echt vrijwel niets
te merken van enig links beleid. Er wordt gewoon doorgegaan op de ingezette koers.
Waarschuwingen dat we te maken hebben met een groeiende tweedeling worden
volslagen in de wind geslagen met deze vrijwel beleidsarme voorjaarsnota.
(De heer
VAN DER MEER
: Meneer Ivens, wat mij verbaast in uw hele
verhaal, en met name in het laatste punt, is dat terwijl u volgens mij hebt
ingestemd met het programma, en daarmee de linkse koers van dit
college hebt omarmd, u nu suggereert dat de koers die wordt bestendigd
in deze voorjaarsnota geen links beleid is. We gaan gewoon door met het
programma uit te voren. Waar komt de kritiek vandaan?)
Mag ik hieruit opmaken dat de heer Van der Meer geen enkel probleem heeft met
de constatering dat de tweedeling groeiende is en niet ziet dat daar een extra inspanning
nodig is? Hij zegt dat het beleid dat we twee jaar geleden hebben ingezet nog steeds
voldoende is, ondanks dat de prestaties de andere kant opgaan. Wat de SP betreft ligt het
anders. Er veranderen dingen, en er is ook een nadrukkelijkere noodzaak voor een echt
links en sociaal beleid. Dat is wat wij nu hadden willen zien, zeker nadat bijna een jaar
geleden deze constatering al voor het eerst gedaan is.
(De heer
VAN DER MEER
: Ik constateer hierbij dat de SP mijn punt
bevestigt.)
(De heer
MULDER
: Vindt u bijvoorbeeld het structureel maken van de
armoedegelden door de tekorten die daarvoor indertijd door het Rijk zijn
gegeven, links of rechts?)
Dat beleid is gesteund door de SP, dus het lijkt mij dat we daar niet zo lang over
hoeven te discussiëren, maar het feit blijft dat wij hadden willen zien dat er goed sociaal
beleid was en dat de mensen in Amsterdam er ook echt van zouden profiteren, maar wij
zien dat het de andere kant op ontwikkelt. De realiteit haalt ons in. Het collegeprogramma
dat twee jaar geleden is opgesteld met de werkelijkheid die er toen was, is ingehaald. Dat
concludeert ook uw wethouder. Het lijkt mij mooi als we een gezamenlijke inspanning
leveren om dat aan te pakken.
(De heer
MULDER
: Ook ik zie de weerbarstigheid van de realiteit, maar u
kunt toch niet ontkennen dat het beleid en de inspanning erop gericht zijn
om links sociaal beleid neer te zetten, en dat dat met deze voorjaarsnota
weer gebeurd is, evenals met het programakkoord is gebeurd, zoals de
heer Van der Meer aangaf.)
We zijn hier niet om alleen naar beleid te kijken, we zijn er ook om naar de
effecten van beleid te kijken. We kunnen simpelweg constateren dat het vorig jaar niet
allemaal goed is gegaan We hebben het gisteren nog gehad over de jaarrekening,
waarover de SP niet zo heel tevreden zoals u hebt kunnen horen. Dat is logisch, gezien
ook de constatering van uw eigen partijleider. Als we dan concluderen dat het beleid niet

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
20
deugdelijk is, dan lijkt het voor de hand liggend dat we gezamenlijk moeten zeggen dat we
een extra inspanning gaan leveren. We moeten dan niet zeggen dat we het maar laten
zitten en alleen kijken naar het beleid omdat de inspanningen en intenties van het college
goed zijn. We doen het voor de Amsterdammers en niet voor Papier Hier.
(De heer
MULDER
: Ik wijs u er toch op dat wat u nu ondeugdelijk beleid
noemt, u de termijn hiervoor goed links beleid noemde. Ik blijf in totale
verwarring achter bij deze laatste introductie op dit punt.)
Ondeugdelijk beleid is weer wat anders. Het gaat om onvoldoende beleid. Het is
onvoldoende om de problemen waar we nu als samenleving voor staan, zoals die
groeiende tweedeling, tegen te gaan. U had misschien naar uw fractievoorzitter, die dit
ook aangaf, moeten luisteren. Daartoe dient dan ook mijn laatste motie, want de uitdaging
is er om bij de begroting te laten zien dat er wel degelijk een socialer beleid gevoerd kan
worden. Vooral richting GroenLinks en PvdA adviseer ik daar voor te stemmen, want
anders raakt dit college zijn geuzennaam van links college toch echt kwijt.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Ik was blij verrast dat de visies van de
PvdA en de SP op veel punten overeenkomen, in elk geval in het begin
van uw verhaal. Het eindigt op een bijzondere manier door het college
niet links genoeg te vinden. Linkser kan het volgens mij op dit moment
niet. Tegelijkertijd zouden wij ook graag zien dat we geld binnenhalen.
Het betekent dat je realistisch moet zijn, dat vertelde ik ook in mijn
verhaal. Ik ben heel benieuwd naar uw voorstellen om die tweedeling
tegen te gaan.)
Daar zullen we het over hebben bij de begroting, neem ik aan. Ik heb net enkele
voorstellen gedaan op het gebied van armoedebestrijding, Kinderen Eerst, kunst en
cultuur en op het gebied van re-integratie. Ik geloof dat ik een aantal voorstellen
langsgelopen ben en ik hoop dat u goed geluisterd hebt. U hoort ook dat we daar geld
voor hebben. Uw landelijke partijvoorzitter boekt al geld van het superdividend Schiphol in
voor volgend jaar, uw lokale voorman doet dat nog niet. Ons advies is: boek dat in om de
groeiende problemen met de tweedeling tegen te gaan. Als we dat geld dan ook gewoon
durven gebruiken voor de noden die er zijn in de samenleving, kunnen we bij de begroting
precies met elkaar vaststellen hoe we dat gaan doen.
(De heer
ASSCHER
: De voorstellen komen natuurlijk straks uit het
kopieerapparaat, anders is het moment voorbij. Volgens mij zei u net dat
we dat superdividend moesten uitgeven aan het tekort van de
Noord/Zuidlijn en nu hebt u een nieuwe suggestie. Ik ben benieuwd naar
het meest concrete voorstel om de tweedeling te bestrijden.
Daar hebben we lang over gesproken, het liefst heb je hiervoor structureel geld.
Hier praten we over incidenteel geld. Als we dit geld hadden gebruikt voor de
Noord/Zuidlijn, wat op zich had gekund, dan houden we meer structurele ruimte over
omdat die meerjarige afschrijving die u nu voorstelt, dan niet nodig is. Op die manier zou
het kunnen. Maar we hebben natuurlijk gisteren de jaarrekening al vastgesteld, waarbij uw
voorstel gekozen is, en daarom stel ik dus nu voor dit incidentele geld te gebruiken,
wellicht door een stukje weer structureel te maken, om te gebruiken en zo de problemen
van de tweedeling aan te pakken. Ook binnen de motie krijgt u volledig de ruimte hoe u
dat precies wilt gaan doen, dat zult u nog zien, zodat we er bij de begroting op terug
kunnen komen. Dan zitten we de volgende keer bij de begroting niet met de constatering
dat de tweedeling gegroeid is en dat extra inspanning in het beleid achterwege blijft.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Ik wil terugkomen op de vier voorstellen
die de SP noemde. Inhoudelijk ben ik het er grotendeels mee eens, en

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
21
een aantal zaken is al voorgesteld, maar ik ben juist nieuwsgierig naar de
financiële voorstellen in verband met de voorjaarsnota en straks bij de
begroting. Wat ik nu van u begrijp is dat u vestzak-broekzak wilt doen
want het maakt niet zo heel veel uit wanneer je welk geld gebruikt om de
problemen met de Noord/Zuidlijn te dekken en dat zal toch moeten
gebeuren. Ik wacht op de moties, want die wil ik wel graag even lezen.)
Het gaat natuurlijk ook om een stukje urgentie en daarvan probeer ik de raad te
doordringen. Het betekent dat het geld niet op de plank moet blijven liggen. Het geld van
Schiphol blijft op dit moment op de plank liggen. Ik stel voor dat we dat niet doen. Laten
we het geld inzetten, omdat het op dit moment al nodig is.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Ik ben ervoor pas geld uit te geven als we
het hebben. Dat lijkt me pas echt goed financieel beleid.)
De
VOORZITTER
deelt mee dat zijn ingekomen:
72°
Amendement van het raadslid Ivens c.s. inzake uitbreiding
armoedemiddelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 335).
73°
Amendement van het raadslid Ivens inzake het Kunstenplan
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 336).
74°
Motie van het raadslid Ivens c.s. inzake Behoud ID-Banen 50+
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 337).
75°
Motie van het raadslid Ivens c.s. inzake Wmo-gelden (Gemeenteblad afd.
1, nr. 338).
76°
Motie van het raadslid Ivens inzake het tegengaan van de tweedeling
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 339).
De moties en amendementen maken deel uit van de beraadslaging.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Limmen.
De heer
LIMMEN
: Het zijn geen algemene beschouwingen, dus ik zal een paar
algemene inleidende opmerkingen maken. Daarna zal mijn collega Lex van Drooge
aangeven waar wij het geld naar toe willen schuiven, maar natuurlijk niet zonder nog even
te reageren op het debat dat daarjuist plaatsvond. Ik probeerde te interrumperen, maar
mijn bescheidenheid leidde er toe dat het niet gebeurde. Dus bij dezen doe ik het alsnog.
Ik wil in eerste instantie in de richting van de heer Ivens even aangeven dat hij
gelijk heeft dat het beleid van het college niet zo veel linkser of socialer is geworden als je
het vergelijkt met toen de VVD en het CDA nog meededen met de Partij van de Arbeid.
Het stoort me dan ook als de heer Mulder zegt: “Kijk eens even, we compenseren
structureel de armoedemiddelen.” Dat is ook in het college met CDA, VVD en Partij van
de Arbeid altijd al gebeurd. Wij deden dat incidenteel jaar in jaar uit. Dan kunt u wel trots
zijn dat u kunt zeggen: “We doen het nu structureel en vroeger deden we het altijd
incidenteel”, maar dat is een verschil dat je, denk ik, aan de Amsterdammers niet kunt
uitleggen als de linkse lente. In die zin denk ik dat het goed is dat de heer Ivens in dit huis
gewoon even gelijk krijgt. Dat heeft hij goed gezegd.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
22
(De heer
MULDER
: Zonder hier al te diep op in te willen gaan en zonder
erop in te gaan hoe ik dat wil uitleggen aan de Amsterdammers, moet ik
wel opmerken dat het een verschil is of je iets incidenteel doet of
structureel. Het maakt voor het financiële beslag aanmerkelijk veel uit.)
Dat zult u me nog maar een keer moeten uitleggen als we heel diep duiken in de
financiële technieken, maar of je elk jaar incidenteel besluit om geld uit te geven of dat je
het structureel besluit, per saldo besluit je om het uit te geven, dus ik vind zulk soort
dingen allemaal niet zo overtuigend.
Als je luistert naar het verhaal van mevrouw Van der Garde, dan interrumperen
wij inderdaad niet. Dat deden we niet, omdat wij niet het idee hadden dat we een
algemeen soort verhaal zouden houden. Ik kan het toch niet laten om er een opmerking
over te maken, en dat is de volgende. Valt er iets aan te merken op de rustige en
bescheiden toon van mevrouw Van der Garde? Een heleboel dingen zijn prima en heel
keurig. Er wordt gezegd dat de praktijk weerbarstig is, lastig, en dat er een tweedeling is.
Dat is allemaal waar. Heeft het CDA in een keer het antwoord voor een oplossing? Nee,
toch moet ik, als ik hier zit, wel eens terugdenken aan een aantal jaar geleden. Toen werd
er een heel andere toon aangeslagen, ook in de richting van Den Haag. Nu constateer ik,
zonder er grote woorden aan te wijden, dat waar de PvdA zowel hier als landelijk aan de
macht is, men tot de erkenning komt dat de praktijk zeer weerbarstig is, en het is gepast
om dat hier nog eens nadrukkelijk weer te geven.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Ten eerste is er nu een paar keer
gesproken over algemene beschouwingen ja of nee. Volgens mij hebben
we afgesproken dat wij een verhaal zouden houden. Ieder beslist voor
zichzelf wat hij daar voor invulling aan geeft. Ik had het net als andere
partijen, heel expliciet de SP, over de tweedeling. Ik ben ook blij dat u dat
belangrijk vindt, en ben zeer benieuwd wat het CDA daarover te zeggen
heeft. Als het erover gaat dat we nu zien dat de praktijk weerbarstig is,
vind ik dat een vreemde constatering van een voorganger.)
Laat ik het als volgt zeggen: op een gegeven moment heeft Aboutaleb, de vorige
wethouder van Sociale Zaken, toen het ging over de voedselbankenproblematiek,
nadrukkelijk gezegd dat hij meer geld nodig had om het probleem van de voedselbanken
op te lossen. Als ik naar u luister, valt het me op dat er helemaal niet meer over
gesproken wordt, terwijl er gisteren nog een voedselbank is geopend in het centrum. U
kunt toch niet ontkennen dat er nu met een heel andere toonzetting over gesproken wordt
dan een aantal jaren geleden? Dat kan. Wij waren al eerder tot de conclusie gekomen dat
het niet zomaar opgelost kon worden, maar ik vind het wel relevant om het hier te
benoemen. Het zegt ook iets over de verhouding tot de landelijke politiek. We zullen
vanavond ook nog wel spreken over Voorrang voor een Gezonde Stad en hoe zich dat
verhoudt tot de landelijke politiek. Wij hebben nog een andere vraag die we ook al eerder
gesteld hebben.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: De voedselbank zorgt inderdaad voor een
terugkerend verhaal. Ik kan me herinneren dat het CDA het belangrijk
vond een expertmeeting te houden, maar ik kan me niet herinneren dat er
daarna nog een voorstel is gekomen. Dus volgens mij bent u toen tot de
conclusie gekomen dat het niet zo gemakkelijk is om vanuit de politiek
iets aan een project van de samenleving te doen. Ik ben benieuwd of u
nog met voorstellen komt over voedselbanken.)

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
23
Wij hebben nooit gezegd dat we dat probleem konden oplossen. Dat is het grote
verschil. Vanuit uw partij is wel sterk die suggestie gewekt. Sterker nog, ik ben er zelf van
overtuigd dat u zo de verkiezingen hebt gewonnen.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Daar was meer aan de hand. Wij zeiden
dat je niet zomaar voedselbanken kunt opheffen, maar we vinden dat
deze er niet zouden hoeven te zijn. Je moet dan met andere maatregelen
komen. Op dit moment ben ik het zeer eens met de voorstellen van de SP
voor armoedeverlichting. Door ervoor mensen aan werk te helpen, zorg je
ervoor dat voedselbanken niet nodig zijn.)
Ik ben ervan overtuigd dat uw partij de gemeenteraadsverkiezingen heeft
gewonnen mede door de suggestie dat ze de voedselbankproblematiek kon oplossen. Die
discussie zullen we later wel voortzetten, ook in de commissie Werk en Inkomen.
Een ander punt vinden we hier ook relevant. De PvdA zit nu landelijk aan de
knoppen. We hebben in het verleden vaak een andere verhouding gezien. Het is een
groot verschil met hoe dit nu loopt en met toen de PvdA nog niet in de regering zat. Toen
was er vaker sprake van een oppositionele houding ten opzichte van het kabinet. Ik wil
het op geld waarderen. De vraag die ik wil stellen aan het college en al eerder gesteld
heb, maar die schijnbaar niet overkwam, is gerelateerd aan de vragen van de PvdA-
raadsleden Olij en Reuten die ooit aan het college hebben gevraagd hoeveel geld er
vanuit Den Haag naar Amsterdam komt. Nu is de PvdA in Den Haag in de regering. Waar
het mij om gaat, is hoeveel geld het Amsterdam heeft opgeleverd en er concreet is bij
gekomen. Ik zou de wethouder de vragen van de heren Olij en Reuten kunnen laten zien
om mijn vraag te specificeren, maar ik ga ervan uit dat de wethouder die vragen zelf wel
kan vinden.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Ik wil een voorbeeld geven aan de heer
Limmen, omdat we het toch al over armoede hadden. De reden dat wij er
structureel geld bij moeten doen, is dat in het kabinet met onder andere
CDA en VVD Amsterdam is gekort op het armoedegeld. Wij moeten nu
bijleggen voor wat in die tijd is gebeurd.)
Is dat nu hersteld?
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Toen was het heel logisch om oppositie te
voeren. Op dit moment zijn er allerlei voorstellen als het gaat om werk en
armoede die beter zijn dan een aantal jaren geleden.)
Is die misstand van korting op armoedegelden nu landelijk hersteld of niet?
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: De staatssecretaris heeft onlangs meer
geld voor armoede beschikbaar gesteld, dat komt het komende jaar juist
voor kinderen ook naar Amsterdam.)
U begon het debat, dus we maken het nu ook af. U zegt dat de PvdA destijds zo
kwaad was op het kabinet omdat het kabinet een korting op de Amsterdamse
armoedegelden had gemaakt. Dan kunt u mij nu zeker zeggen dat die korting nu
ongedaan is gemaakt door het kabinet. Is dat het geval?
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Nee, dat is niet het geval. Wel is er ander
geld beschikbaar gesteld voor kinderen in armoede, waar we in
Amsterdam van meeprofiteren, omdat de PvdA daar zit, en overigens in
gezamenlijkheid met het CDA.)
Dat is incidenteel geld. Als u tegen mij zegt dat u in het verleden terecht kwaad
was op het kabinet, omdat het een korting neerzette op de armoedegelden van
Amsterdam, terwijl u tegelijkertijd constateert dat het kabinet met de PvdA nog steeds
diezelfde korting heeft, dat begrijp ik het niet. Dat is nu precies wat ik bedoel, precies de

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
24
toon die de PvdA in Amsterdam uitdraagt. Ik heb de stelling dat wanneer de PvdA niet in
de regering had gezeten en die korting op de armoedegelden er nog steeds was geweest,
u er schande van had gesproken, zoals tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Het was
wethouder Aboutaleb die op een gegeven moment heeft gezegd dat ouderen 's nachts
niet eens de kachel aan konden zetten, en dat het de armoede van Balkenende was. Dat
is wat uw partij heeft gedaan, en waarom u de verkiezingen hebt gewonnen.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Als dat zo is, hoop ik dat armoede over
enkele jaren een verkiezingsthema wordt, als we weer tegenover elkaar
staan. U kunt niet zeggen dat iets wat structureel veranderd is in de
begroting van het Rijk, zomaar even gerepareerd kan worden. U weet ook
dat het ontzettend lastig is. Wel doet de PvdA nu in Den Haag op het
gebied van werk en armoede allerlei voorstellen zodat het beter gaat in
gemeenten en men structureel uit de armoede komt. Dat is echt ander
beleid dan enkele jaren geleden.)
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van Drooge.
De heer
VAN DROOGE
: Laat ik beginnen met een relativerende opmerking. In de
voorjaarsnota praten wij over 120 miljoen euro. De totale lasten van de jaarrekening zijn
6 miljard euro, dus laten we vaststellen dat we praten over 2% van de totale bestedingen,
en de overige 98% wat buiten beschouwing zijn. Wethouder, in Engeland kennen ze de
red herring, een stokje wat je rood kleurt en waarmee je tijdens de jacht honden probeert
af te leiden. Is dit ook een red herring?
Over de mogelijkheid van de 98% hebben we het later, nu eerst wat over de 2%.
Ik had wat willen zeggen over de regeling van de waterschapsbelastingen in Amsterdam-
Noord, waar we als CDA zeer tevreden over zijn. Ik kan me beperken tot de constatering
dat het om het resultaat gaat en dat er een einde komt aan jarenlange ongelijkheid. Mijn
vertrouwen in de daadkracht van het college, dat het daar heel moeilijk mee heeft gehad,
is daarmee gestegen.
In de visie van het CDA zou er meer aandacht moeten zijn voor de schrijnende
situatie op de woningmarkt. Nu zegt het college expliciet in de voorjaarsnota niet te willen
investeren in de emancipatiehypotheek. In de visie van het CDA zou dat wel moeten,
want er zijn veel huishoudens in Amsterdam die willen starten op de woningmarkt maar
dat niet kunnen nu de prijzen hoog zijn, hoewel het te horen aan de laatste berichten wel
iets omlaag zou kunnen gaan, maar ze zijn nog steeds hoog. Wij zouden 4,5 miljoen euro
van de incidentele middelen willen reserveren om de emancipatiehypotheek voor
startende Amsterdammers te krijgen. Daarvoor heb ik een motie gemaakt.
Verder geeft de voorjaarsnota in onze visie financieel wat weinig ter verbetering
van de mobiliteit. In de visie van het CDA kan het beste geïnvesteerd worden in beter
openbaar vervoer in de stad, en daarom zullen wij met een motie komen om buslijn 15 te
gaan vertrammen om daarmee meer en beter openbaar vervoer te krijgen. Aan de andere
kant, zoals we al vaak in deze raad gezegd hebben, vinden wij P&R-voorzieningen uiterst
belangrijk. Wij stellen voor om daar in de voorjaarsnota geld voor uit te trekken. Daar kunt
u ook uit afleiden dat wij bij het debat, dat nog komen moet, vinden dat daar te weinig
voor uitgetrokken wordt. In principe zijn wij niet voor het verhogen van de parkeertarieven.
In de motie van de heer Mulder en anderen wordt voor P&R-voorzieningen 2 miljoen euro
uitgetrokken, wij zouden meer willen en hebben daarvoor ook een motie gemaakt.
Nu willen we het hebben over de 98%. Het CDA is van mening dat het
noodzakelijk en mogelijk is om te bezuinigen op de organisatie in Amsterdam. De

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
25
hoofdreden daarvan is dat er bij diensten, zowel op stedelijk als op stadsdeelniveau,
ambtenaren rondlopen die hetzelfde doen. Daar kan de gemeente op bezuinigen door de
taakverdeling te evalueren en te versimpelen. Ik zal daar ook een voorstel voor doen. Het
ligt in lijn met het voorstel dat er al ligt, maar ik zou dat nog iets verder willen
verduidelijken.
Ook denken wij dat er bezuinigd kan worden op inhuur van externen. Ik heb dat al
eerder gezegd. De kosten van de inhuur van externen zijn gestegen naar 110 miljoen
euro, dat is ongeveer 15% van de totale personeelskosten van de gemeente Amsterdam.
Het gaat nota bene via uitzendbureaus, zodat 40 tot 60% van het geld in de kas van
uitzendbureaus vloeit. Dat vinden wij onacceptabel. Wij willen een maximum stellen dat
de gemeente daar jaarlijks aan mag besteden. We willen dat ook doen door een interne
regel binnen Amsterdam waarin bepaald wordt dat uitzendkrachten niet langer dan een
jaar in losse dienst mogen zijn, en anders in vaste dienst moeten komen.
De Rekenkamer concludeert dat een aantal van de kerndoelstellingen waarop het
college afgerekend wenst te worden niet erg betrouwbaar en verifieerbaar is. De top 3 die
worden genoemd door de Rekenkamer zijn Wij Amsterdammers, overlastbestrijding en
Kinderen Eerst. Het college stelt voor om veel in deze sectoren te investeren. Is het
college bereid om de adviezen van de Rekenkamer te volgen en op deze terreinen de
doelstellingen aanmerkelijk te verhelderen, zodat het beter controleerbaar wordt door de
raad?
Voorzitter, afsluitend, de wethouder Financiën benadrukt, zoals elk jaar, de
krachten van de Amsterdamse financiën. Het geeft aanleiding om de wethouder op te
roepen ook naar de structurele uitgaven te kijken. Ik wens het college veel sterkte toe op
weg naar de algemene beschouwingen waar wij er nader over zullen spreken.
De
VOORZITTER
deelt mee dat zijn ingekomen:
77°
Motie van het raadslid Van Drooge inzake de emancipatiehypotheek
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 340).
78°
Motie van het raadslid Van Drooge inzake een extra tramlijn
(gemeenteblad afd. 1, nr. 341).
79°
Motie van het raadslid Van Drooge inzake P&R-voorzieningen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 342).
80°
Motie van het raadslid Van Drooge inzake inefficiënte taakverdeling
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 343).
81°
Motie van het raadslid Van Drooge inzake de inhuur van externen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 344).
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Manuel.
De heer
MANUEL
: Het is wonderlijk, dat je als je met de fractievoorzitters
afspreekt de voorjaarsnota kort te houden je na bijna twee uur aan de zesde partij bezig
bent. Ik probeer niet langer dan tien minuten te spreken. De voorjaarsnota is beknopt en

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
26
overzichtelijk. Zakelijk, financieel zit het de gemeente niet mee. We kennen de grote en
minder grote, maar toch forse, tegenvallers. De vraag is hoe je dergelijke tegenvallers
financiert. Je kunt het uitsmeren over vele jaren, maar daarmee belast je toekomstige
generaties bestuurders en Amsterdammers, terwijl het onze tegenvallers en onze
beslissingen zijn. Daarom vindt D66 ook dat we het nu moeten financieren, en daarvoor
onze reserves moeten aanspreken. Het college doet dat in zeker zin ook door de reserve
van de meerwaarde van afgelopen zomer te laten vrijvallen en dat geld ten dele te
gebruiken voor de Noord/Zuidlijn. De manier waarop dat is gebeurd, is onjuist. Daar heeft
de Rekeningcommissie al het een en ander over gezegd, maar het principe heeft wel
onze steun. We zijn hier en nu verantwoordelijk voor onze tegenvallers, we zullen ons
verlies moeten nemen en de spaarpot moeten omkeren en of het dan gaat om een
superdividend van Schiphol of om aandelen van Nuon of iets anders laten we aan de
wethouder over. We willen deze discussie graag verder voeren met het college en dienen
daarvoor zo meteen een motie in.
Voorzitter, ondanks de financiële krapte kiest het college ervoor om het
programakkoord in zijn geheel uit te voeren. Laat ons dat niet verbazen, het lijkt ook nog
eens net te kunnen. We lezen een keurige opsomming, maar missen hier en daar ook nog
wel wat. Het project 1012 wordt nergens expliciet genoemd. Het staat wel onder
collegebesluiten onder het kopje eerdere besluitvorming. Ik begrijp dat er van de daar
vermelde 1,4 miljoen euro ongeveer 0,5 miljoen euro naar het project 1012 gaat. Maar,
De Rode Loper, passend bij Topstad Amsterdam, functiedifferentiatie en een duurzaam
fraai vorm gegeven openbare ruimte kosten natuurlijk wel wat meer. Het kan zijn dat we
dat terug gaan zien in het verdelingsvoorstel van de ISV-middelen, maar over wat voor
bedrag spreken we dan? Om Project 1012 topstadwaardig en succesvol uit te gaan
voeren is een sterke organisatie en een afdoend budget noodzakelijk. D66 kan zich
voorstellen dat daarvoor, analoog aan de indertijd succesvolle NV-Zeedijk, een NV-1012
wordt opgericht. We horen graag van de wethouder hoe hij daar tegen aankijkt.
De behandeling van de voorjaarsnota is het moment waarop verschillende fracties
kunnen proberen om het college suggesties mee te geven voor het opstellen van de
begroting. De voorjaarsnota laat nog ruimte voor 8 miljoen euro structureel en 17 miljoen
euro incidenteel. Ik weet wel dat het college dat bedrag onderling al meer dan eens
verdeeld heeft, maar laat ik ervan uitgaan dat er nog ruimte is en een aantal suggesties
doen. Wat D66 betreft, zou dit college sterk moeten inzetten op een viertal punten.
Het eerste betreft de nieuwe economie. De kenniseconomie dateert al van een
aantal jaren geleden. Kennis en inventiviteit staan nu aan de basis van het
topstadprogramma en dat is goed, maar we moeten verder denken hoe we onze positie
kunnen versterken en optimaliseren. D66 komt dan uit bij de netwerkeconomie:
ontmoeten en verbinden. Ik wil daar nu niet te veel over zeggen, maar kom er bij de
algemene beschouwingen nog uitgebreid op terug.
Mijn tweede punt is de verbetering van de dienstverlening. Ook daar wordt al veel
aan gedaan: een nummer, een loket, digitale dienstverlening: allemaal structuur, maar
nog geen praktijk. Ik moest deze week bij mijn eigen stadsdeel zijn, een van de betere
werd mij gezegd, voor de verlenging van mijn rijbewijs. Tussen de middag werd ik er door
de receptioniste op gewezen dat er avondopening was. Ik was er om ongeveer twaalf uur
en kon dus vertrekken. Iets over vijf uur was ik weer terug. Het was niet erg druk, twee
van de zes loketten leken bemand te zijn. Ik moest veertig minuten wachten. De
verlenging van een rijbewijs duurt hooguit vijf minuten. Bij geen enkele supermarkt zou je
zo lang moeten wachten als er onbemande kassa's zijn. De man na mij zei dat het
ongelooflijk was hoe de gemeente steeds weer de vooroordelen weet te bevestigen.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
27
College, aan de klantvriendelijkheid van de gemeente valt nog veel te verbeteren. Ik hoop
dat u daar aan zult werken.
Ons derde punt is kunst en cultuur. D66 vindt dat Amsterdam, meer dan nu het
geval is, moet investeren in de kunstensector. We krijgen gelukkig steun van de SP,
opvallend. Ook de Kunstraad maakt zich er zorgen over in zijn advies over het
Kunstenplan. Er is te weinig geld voor alle ambities. Wij snappen als D66 dat er keuzes
gemaakt moeten worden, maar we zijn teleurgesteld dat er in de voorjaarsnota niet voor
gekozen is om meer geld aan deze instellingen te besteden. U weet dat investeringen in
kunst en cultuur een meerwaarde hebben en een positieve invloed hebben op economie,
toerisme, sfeer in de stad en het aantrekken van grote bedrijven. In een netwerkeconomie
spelen kunstinstellingen een centrale rol tussen bewoners, bezoekers en bedrijven.
Daarom dienen wij een motie in als steuntje in de rug voor de wethouder om u op te
roepen meer geld te beschikbaar te krijgen bij de begroting voor de kunstensector.
Het vierde gaat over investeren in milieu en groen. Voorzitter, dit college is
voortvarend aan de slag gegaan met het milieu: een schone bodem, schoon water en
schone lucht. Op milieugebied is het college zo fanatiek aan de slag gegaan dat de
feitelijke onderbouwing soms uit het oog wordt verloren. Over dat laatste komen we
vanavond nog te spreken. Ook op het gebied van het groen laat het college zich niet
onbetuigd, de Westrandscheg, inmiddels omgedoopt tot de Tuinen van West, ontwikkelt
zich weliswaar niet zo snel als D66 had gehoopt, maar in het najaar gaat de wethouder de
commissie daar zelf de voortgang laten zien, zo'n uitnodiging meen ik gezien te hebben.
Ook kleinschalig groen, zoals de postzegelparkjes van mevrouw Willemse, krijgen
aanstaande vrijdag hun kick-off. Wat blijft er te wensen over? Over groen valt nog wel het
een en ander te leren, en het moet ergens ontkiemen. Wij waren verbaasd dat de kassen
van de Hortus, in de Overtuin, niet zijn opgenomen in de voorjaarsnota. Het
aangevraagde bedrag bedraagt 2 miljoen euro. Wij vragen hier niet expliciet om maar
dienen wel een motie in die bedoeld is als steuntje in de rug van de wethouder om hier bij
de begroting het benodigde geld voor te vinden. De Hortus kwam ook terug in de motie
van de PvdA.
Ten slotte, we lijken een college te hebben met als motto: 'Het doel heiligt alle
middelen'. Als burger word ik gecontroleerd achter de voordeur. Op straat word ik
aangehouden om uit te leggen waarom ik niet op school of op mijn werk ben. Via mijn
kenteken worden mijn gangen nagegaan. Bij het uitgaan word ik gecontroleerd op drugs
en bij het naar huis gaan op wapenbezit. Als er dan eindelijk vakantie of reces is, moet ik
op Schiphol aantonen dat het ook echt vakantie is voor alle leden van mijn gezin.
Natuurlijk is dat allemaal enigszins te begrijpen, maar we zijn wel op weg naar een
samenleving die mij niet bevalt, waar elk individu zich altijd en overal de bemoeizucht van
de overheid moet laten welgevallen, waar collectieve waarden en collectieve
schijnveiligheid geen ruimte laten voor individuele vrijheid en privacy. Het zou ons veel
meer zorgen moeten baren dan het nu kennelijk doet. Het feit dat ik er nu over begin,
komt mij van de kant van het college straks vast weer te staan op een typering als
ultraliberaal. Maar is dat een typering voor mij of voor de arrogantie van dit college?
De
VOORZITTER
deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
82°
Motie van het raadslid Manuel c.s. inzake Financiën (Gemeenteblad afd.
1, nr. 345).

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
28
83°
Motie van het raadslid Hoogerwerf inzake het Kunstenplan
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 346).
84°
Motie van het raadslid Manuel inzake de Hortus (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 347).
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De
VOORZITTER
schorst de vergadering tot 15.15 uur.
De
VOORZITTER
heropent de vergadering om 15.15 uur, waarna de
beantwoording in eerste termijn van de voorjaarsnota plaats vindt.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de wethouder Financiën, de heer Asscher.
Wethouder
ASSCHER
: Ik dank de raad voor de betogen. Of ze nu algemeen
waren of niet, ze waren voor een groot deel zeer herkenbaar en ze voelden hier en daar
ook aan als steun.
We zijn halverwege de periode en het college is trots op de resultaten die bereikt
zijn. Op het gebied van economie, armoedebestrijding en veiligheid worden wel degelijk
resultaten behaald. Is dat genoeg en kunnen we nu achteroverleunen? Nee. De kunst is
elkaar op een reële manier te bevragen en te debatteren over hoe het beter kan. Laat ik
daar meteen bij zeggen, dat het geen kwestie is van geld alleen. Als je kijkt naar het
thema tweedeling – door velen van u terecht tot thema gemaakt van de inleiding – dan
moet je constateren dat in Amsterdam vele tientallen, zo niet honderden miljoenen euro’s
worden uitgegeven om hieraan te besteden, wat toch niet onmiddellijk leidt tot
vermindering van die tweedeling. Moeten we dan maar stoppen met geld uitgeven? Nee.
Is de oplossing gegeven met meer geld? Niet onmiddellijk. Ons onderzoeksysteem in
beeld laat dat ook zien. Het gaat ook om slimmer samenwerken. De aanpak van de
prachtwijken, hoe moeilijk ook op gang gekomen, biedt daar mogelijkheden toe. Het gaat
ook om een krachtige samenwerking tussen verschillende overheden. Wat dat betreft
ervaren wij wel degelijk een heel andere koers vanuit dit kabinet dan vanuit het vorige. Die
dingen samen zullen ervoor moeten zorgen – die wens deelt ons college met uw raad –
dat we wel degelijk succesvoller worden in het bestrijden van die tweedeling. Wie beweert
dat het eenvoudig is, liegt. De heer Limmen zou ik willen uitnodigen om af te stappen van
het almaar analyseren van zijn verkiezingsnederlaag en mee te denken over hoe het wel
zou moeten.
(De heer
LIMMEN
: Dan zou ik u willen uitdagen af te stappen van
eerdere bewoordingen over de situatie met de voedselbanken. Als u daar
nu een debat over wilt voeren, kunnen we dat wat mij betreft hier en nu
doen. Laat ik u deze vraag stellen: kunt u zich voorstellen dat mensen,
gegeven de manier waarop de PvdA de verkiezingscampagne voor de
gemeenteraadsverkiezingen heeft gevoerd, heel nadrukkelijk de indruk
hebben gekregen dat de PvdA de problematiek van de voedselbanken
zou oplossen binnen twee jaar?)
Ik ben ervan overtuigd dat mensen dachten dat we meer aan armoedebestrijding
zouden doen dan u, en dat hebben we ook waargemaakt.
(De heer
LIMMEN
: Dat was niet de vraag. Dat toont dus aan, voorzitter,
het punt dat wij bij herhaling zullen maken. Ik kan u beloven, mijnheer

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
29
Asscher, dat het niet de laatste keer zal zijn. Ik heb dat ook al toegezegd
in de richting van de heer Ünver, wij zullen daar keer op keer op blijven
terugkomen. Wij hebben daar heel duidelijk een bepaalde perceptie van,
en dat nemen we u inderdaad kwalijk.)
Mijnheer de voorzitter, ik geloof niet dat dit een vraag was, dus ik zet mijn betoog
voort.
Het is dus moeilijk, maar nog steeds een opdracht voor ons allen, alle partijen
inbegrepen. Ik denk dat het zinnig is om straks, op weg naar de begroting, te kijken wat
voor alternatieven er nog zijn en hoe we verbeteringen kunnen aanbrengen. Wat dat
betreft, hebben we niet voor niets bij de begroting 2008 die agenda-uitvoering ingezet:
gericht op het juist bereiken van resultaten en van snellere resultaten in de uitvoering,
bijvoorbeeld bij de aanpak van de kwaliteit van zwakke scholen en stadsmariniers die ter
plekke in de moeilijke buurten problemen moeten oplossen. Dat is een belangrijke stap
geweest die uw raad op ons voorstel heeft gezet bij de begroting 2008. Daarmee zijn niet
nu, een half jaar later, alle problemen opgelost, maar daarmee is, wat mij betreft, een heel
persoonlijke stap gezet. Wethouder Ossel is, met het hele college, bezig met het
aanscherpen van de mogelijkheden van wat je nog meer zou moeten doen. Wij zien
ernaar uit om daarover met u te debatteren. Ten laatste maak ik een opmerking over de
licht kritische toon die ik beluisterde bij de heer Ivens.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: Is dat een toezegging van het college dat
we een debat gaan voeren over het resultaat van agenda-uitvoering of
van het oplossen van de tweedeling of van sociale problemen?)
Waarover u een debat voert, bepaalt u zelf.
(Mevrouw
VAN DER GARDE
: U daagt ons uit en wilt graag met ons in
gesprek, dat is wat u zei.)
Heel graag, dat doen we bij de begroting. Daarnaast heeft wethouder Ossel
aangekondigd dat hij bezig is om te bezien wat er verder nog aan voorstellen gemaakt
zou kunnen worden als aanscherping van het beleid dat gericht is op de bestrijding van de
tweedeling.
Ik wil iets zeggen over de in onze ogen licht kritische toon van de heer Ivens op
dit punt. Hij zei, heel streng, dat het niet gaat om beleid of inspanningen maar om
resultaten. Huiverend van enthousiasme bespraken wij net in het kamertje van de
burgemeester de ingediende moties. En wat staat er in de motie van de SP? Ik pak hem
er even bij. Het concrete voorstel van de SP is een maximale inspanning te leveren om de
tweedeling in Amsterdam tegen te gaan. Dat zullen we wat mij betreft graag doen. We
beschouwen dat ook als ondersteuning van het beleid. Maar we verwachten van u dan
toch wel iets beters waar het gaat om het concretiseren van uw voorstellen, gezien de
toon die u aansloeg.
Voorzitter, dan pak ik de motie over de ombuigingsoperatie, waarbij een zeer
brede steun is vanuit de raad. Ik heb het over de motie-Mulder/Van der
Meer/Ornstein/Van Drooge, ik hoop dat ik daarmee niemand tekortdoe. In onze
aanbiedingsbrief hebben we al aangegeven dat de mogelijkheid van bezuinigingen zeker
niet moet worden uitgesloten. Gezien de financiële situatie van de gemeente, gepaard
met de grote ambities van raad en college, zit dat er wel een beetje in. We begrijpen heel
goed de wens en opdracht van de raad, die ongetwijfeld bekrachtigd zal worden in een
stemming later vandaag, om zo'n ombuigingsoperatie in te zetten. We gaan ons best er
voor doen. Ik wil een paar kanttekeningen maken bij de verwachtingen die je er, in elk
geval op korte termijn, van zou kunnen hebben. Ik wil dat doen op een manier die door
mevrouw Ornstein, die de zaal al heeft verlaten, niet als overbodig kan worden

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
30
beschouwd. In de eerste plaats: 2009 komt wat het begrotingsproces betreft al
buitengewoon snel. Tegen iedereen met verwachtingen over grote structurele bedragen in
2009 zou ik willen zeggen: reken uzelf niet te rijk. De heer Olij haalde Wibaut al aan, daar
had hij natuurlijk wel gelijk in. Het tweede punt: onafhankelijke overhead value analysis
lijkt ons zeer interessant en nuttig, maar laat wel duidelijk zijn, ook na de beeldspraak over
kalkoenen, dat wij zelf deze operatie willen gaan uitvoeren. We begrijpen dat de raad ons
adviseert vooral gebruik te maken van externe inhuur, maar wij moeten dat zelf doen, niet
als kalkoen, maar we moeten wel zelf verantwoordelijk blijven voor zo'n
bezuinigingsoperatie.
(De heer
VAN DER MEER
: Mijnheer Asscher, wij hebben specifiek de
woorden intern gebruikt.)
Ik bedoelde extern. Wij stelen het op prijs dat wij daarbij gebruik mogen maken
van externe inhuur, van uw raad.
(De heer
VAN DER MEER
: Nee, intern onafhankelijk.)
Oké, dan is het sowieso gewaarborgd, gezien de onafhankelijke positie van het
concern Financiën.
(De heer
VAN DER MEER
: Dan begrijp ik u beter, dank u wel.)
Vermindering van de inhuur externen waarbij gestreefd wordt naar een
substantiële reductie in 2009: die wens is heel duidelijk, de complexiteit daarvan is ook
wel aan de orde geweest in de commissie van collega Vos. De cijfers, opgeteld tot een
groot bedrag, lijken betrekkelijk eenvoudig te beïnvloeden. Als je verder inzoomt, is het
niet eenvoudig, maar we zullen er in het plan dat we u voorleggen op grond van de motie
vanzelfsprekend op ingaan.
Dan gaan we het hebben over de post incidenteel bij de loonontwikkeling. Wij
kennen niet zo'n post, en waar daadwerkelijk gesuggereerd wordt om periodieken of
salarissen van ambtenaren te bevriezen, lijkt het ons college bij voorbaat geen verstandig
idee, maar we zullen op alle opties ingaan. We verwachten ongelooflijk veel van onze
mensen, juist in het kader van de uitvoering. We zitten in een arbeidsmarkt waar de
gemeente moet concurreren om mensen vast te houden. Als het signaal van deze raad
zou zijn: bevries de lonen, dan zou dat verkeerd zijn. Het lijkt me een noodgreep voor een
heel andere situatie. Voorzitter, ik maak een opmerking over het uitgavenkader dat met
die motie gepaard gaat. Vanzelfsprekend zullen wij proberen bij de begroting ook in te
gaan op de verschillende bestedingsrichtingen die uw raad heeft aangegeven. Ik ben het
met de heer Van der Meer eens dat het op zich een juiste manier is om gebruik te maken
van het instrument voorjaarsnota. Het college biedt een financieel kader en doet daar een
aantal voorstellen voor en de raad geeft een aantal bestedingsrichtingen mee. Ik denk dat
we hiermee goed uit de voeten kunnen. Er is wel een risico aan de manier waarop u dat
doet. Dat risico is tweeledig. Er staan bedragen genoemd waarvan u zelf al aangeeft dat
die eerst met bezuinigingen verdiend moeten worden. Hiermee loop je het gevaar dat je
verwachtingen wekt bij externe partijen. Ik denk dat we daarover heel eerlijk moeten zijn,
en dat je die bedragen voorlopig als in potlood geschreven moet beschouwen. Ze geven
ons wel richting, maar ze zijn er vooralsnog niet. Tweede opmerking: daar waar het gaat
over de vaststelling van de begrotingen voor 2010, 2011 en 2012 geldt het dat er dan
weer een andere situatie kan zijn. Voor 2011 en 2012 kan er zelfs een heel andere
gemeenteraad zijn, hoewel ik op zich geen bezwaar zou hebben tegen eenzelfde
samenstelling als de huidige. Dan heb ik nog een meer specifieke opmerking over het
onderdeel van de motie om advies te vragen over een bepaald bedrag aan de Kunstraad
voorafgaand aan het Kunstenplan. Wij begrijpen de behoefte om daarover advies te
vragen, maar wij willen dat advies vragen na de Baak als wij inzicht hebben hoeveel

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
31
ruimte er is, precies om het gevaar te voorkomen dat je advies vraagt voor 3 miljoen euro
terwijl er misschien een kleiner bedrag is. Dit is ook om instellingen voor wie dat
buitengewoon belangrijk is, niet in een onaangename positie te brengen.
Dan, voorzitter, zal ik kort zijn over een aantal moties. Een aantal collega’s zal
daar nog nader op ingaan. Twee kleine financieel-technische opmerkingen, met name ook
voor de heer Mulder. Ik heb nu nog 25,5 miljoen euro aan uitgaven en 25 miljoen euro
aan inkomsten, maar we schrijven de uitgaven in potlood, dus dat is niet heel ernstig.
Daar waar gesproken wordt over incidentaliseren moet ik uw raad zeggen dat veel van de
reservepotten die we daarvoor gebruiken, inmiddels zijn uitgeput. Het wordt dus in
toenemende mate moeilijk om te schuiven tussen structureel en incidenteel geld.
Dan loop ik kort de moties langs. Over de motie over de ombuigingsoperatie
hebben wij het een en ander gezegd. Wij willen daar graag mee aan het werk. We zien
wel een aantal beperkingen, maar we begrijpen de wens van de raad en zullen er een
plan van maken. De motie over het Wibautjaar van Olij en anderen zal zo door de
burgemeester gepreadviseerd worden. De motie over het cameratoezicht van Ornstein
cum suis preadviseren wij positief. De motie over het Kunstenplan preadviseren wij
negatief, er is geen dekking aangegeven. Het amendement over de armoedemiddelen is
ook negatief, daar zal de heer Ossel zo nog een korte toelichting op geven. Het
amendement over het Kunstenplan preadviseren we negatief, wat ook logisch is omdat wij
een andere afweging hebben gemaakt dan u. De motie over het behoud van ID-banen
valt eveneens negatief uit, daar zal de heer Ossel misschien ook nog heel kort op ingaan.
Dan de motie over de Wmo-gelden, het preadvies is eveneens negatief, daar zal
mevrouw Vos nog op ingaan. Het gaat over de reserves bij de Wmo. De motie-Ivens over
het tegengaan van de tweedeling beschouwen we op zich als een ondersteuning van ons
beleid, met dien verstande dat als er in de overwegingen staat, dat er ruim 100 miljoen
euro aan superdividend beschikbaar is, het niet voor niets in onze aanbiedingsbrief niet is
meegenomen in de ruimte, omdat we niet alleen een aantal meevallers zien, maar ook
een aantal tegenvallers, en er dus voor ons geen aanleiding was om dat op voorhand te
begroten. Maar die maximale inspanning leveren wij thans, en daar willen wij graag mee
doorgaan, dus we hebben geen bezwaar tegen de motie. De motie over de
emancipatiehypotheek is ook negatief, daar zal collega Herrema enige woorden aan
wijden. De motie-Van Drooge over de extra tramlijn is negatief. Zijn motie over P+R-
voorzieningen eveneens. De mogelijkheid om die wens toch ingewilligd te krijgen,
mijnheer van Drooge, krijgt u later vandaag door voor het plan Voorrang voor een
Gezonde Stad te stemmen. De motie over inefficiënte taakverdeling is in onze ogen
overbodig als de motie-Mulder c.s. over de ombuigingsoperatie zou worden aangenomen,
wat zou kunnen aangezien een flink aantal partijen er hun naam onder hebben gezet. De
motie-Van Drooge over inhuur van externen is negatief, dat is wel buitengewoon
drastisch. Het voorstel is om in 2009 60 miljoen te bezuinigen bij de inhuur van externen.
Dat vinden wij een onverstandige motie. We zullen kijken naar de inhuur van externen in
het kader van de motie-Mulder over de ombuigingsoperatie, maar hier gaat u wel heel ver,
en gaat u ook tamelijk ver op de stoel zitten van collega Vos. De motie-Manuel c.s. over
financiën is negatief, op allerlei manieren doen wij u verslag van hoe wij omgaan met
financiële tegenslagen, en daarnaast heeft uw raad een uitgebreid kader aangenomen
over risicomanagement, dus ik denk dat we daarmee aan uw wens voldoen. Om er nu
specifiek Nuon en Schiphol bij te betrekken, voegt wat ons betreft weinig toe. Schiphol is
er al bij betrokken in die zin dat het in onze aanbiedingsbrief staat opgenomen in de reeks
te verwachten meevallers waartegen je verwachte tegenvallers zult moet afspreken. De
motie-Hoogerwerf verzoekt het college op zoek te gaan naar meer financiële ruimte voor

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
32
het Kunstenplan voor 2009. Wij zijn als college ook permanent op zoek naar meer ruimte
voor verschillende doelen die wij hebben, dus dit lijkt ons niet de meest zinnige motie wat
dat betreft. Misschien komt de motie-Mulder c.s. tegemoet aan de wens van D66, die ik na
de vermanende woorden van de heer Manuel zeker niet ultraliberaal zou willen noemen,
hoewel ik hier een prachtige kaart heb van de actie op Schiphol, zeer ludiek en niet
betuttelend. De motie over de Hortus is negatief omdat wij denken dat we dat geld nodig
zullen hebben voor de talloze andere kosten die er zijn. Overigens lijkt de Hortus zich ook
in de warme aandacht van uw collega's te kunnen verheugen, gezien de motie-Mulder c.s.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de burgemeester.
Burgemeester
COHEN
: De Wibautjaarmotie is om twee redenen een mooie
motie: in de eerste plaats om het onderwerp, in de tweede plaats om de raadsbrede
ondertekening. Het college zal die graag uitvoeren. Dan krijgen we de motie van de heer
Ivens over de uitbreiding van armoedemiddelen. Het college is in staat geweest om
armoedebeleid en het budget te continueren, ook met de tegenvallende middelen. Het
belangrijkste is dat we met de dekking van de motie niet gelukkig zijn. De risicoreserve
bedraagt ongeveer 45 miljoen euro. Als je er rekening mee houdt dat je een of twee
slechte conjuncturele jaren kunt krijgen, is het allemaal op, dus om daar geld uit te halen
voor dekking vinden wij niet verstandig en dat raden wij af.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Vos.
Mevrouw
VOS
: Een opmerking over de motie-Ivens/Boelhouwer inzake
onderbesteding Wmo-gelden. Ik lees in de motie dat u zegt overblijvende gelden te
bestemmen voor de Wmo en niet naar de reserve over te hevelen. Als u daarmee
bedoelt: niet naar de Wmo-reserve over te hevelen, dan zijn wij daar negatief over, want
wij hebben die reserve juist om de schommelingen die zich voordoen, te kunnen
opvangen. Het is wel zo dat wanneer er boven die 10% nog middelen overblijven, die
terugvloeien naar de algemene reserve. Is dat wat u bedoelt? Met het oog daarop ben ik
op dit moment bezig om ten behoeve van de begroting van komend jaar inderdaad een
verwachte onderbesteding alvast te bestemmen voor kwaliteitsverbetering op diverse
velden van de Wmo, onder andere kwaliteitsverbetering van het aangepast openbaar
vervoer en enkele andere zaken. In die zin is wat u schrijft in de motie in de richting van
waar wij mee bezig zijn, maar komt de motie eigenlijk iets te vroeg, en zou ik er bij de
begroting graag nader met u over willen spreken.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Herrema.
Wethouder
HERREMA
: De motie-Van Drooge gaat over het vertrammen van lijn
15. We hebben net de ov-visie vastgesteld in Amsterdam, waarin heel veel wensen van
uw raad staan en waarvan de uitvoering heel wat geld zal gaan kosten. Deze staat er
overigens niet bij. Laten we eerst doen, wat we in ieder geval hebben vastgesteld voor we
nieuwe wensenlijstjes indienen. Daarom moet ik u teleurstellen. Over uw motie over de
emancipatiehypotheek, die nog wel anders gaat heten: we onderschrijven het belang van
betaalbaarheid voor middeninkomens van de koopsector. Laat daarover geen discussie
zijn, we hebben de startershypotheek. Maar ik denk dat op basis van de beschikbare
ruimte de collegeprioriteiten de prioriteit hebben gekregen en er geen ruimte is voor
andere keuzes. Bovendien gaat de markt gelukkig meer bewegen, kijk bijvoorbeeld naar

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
33
de verschillende corporaties die ook een koopgarantie in de markt gaan zetten met forse
aantallen, en daarmee is een van de noodzaken om daar zelf op in te gaan minder groot.
We kunnen er bij de Woonvisie nog verdere discussie over voeren.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Ossel.
Wethouder
OSSEL
: De motie van de heer Ivens over ID-banen 50+, een pleidooi
om daar voorstellen voor te doen, raden wij af. De rekening wordt afgebouwd. Criterium is
niet de leeftijd maar de afstand tot de arbeidsmarkt en generieke maatregelen naar
leeftijdsgroep passen daar op dit moment ook niet in, dus we raden de motie af.
De
VOORZITTER
geeft woord aan wethouder Vos.
Wethouder
VOS
: Bij de motie van de heer Van Drooge over de inhuur van
externen zou ik er op willen wijzen dat de kosten die naar uitzendbureaus gaan niet 40-
60% zijn, maar de fees zijn zo'n 12-15%. Ook het uitzendbureau betaalt natuurlijk een
aantal sociale lasten, maar de gemeente ook. Het is dus wel een aanmerkelijk lager
percentage. U stelt verder voor om mensen die langer dan twaalf maanden op
uitzendniveau bij ons werken, bij ons in dienst te nemen. Dat kan sympathiek zijn, maar
het gaat natuurlijk wel ten koste van de flexibiliteit. Wat in dit verband ook belangrijk is: het
is niet goedkoper want voor iedereen die tot schaal 10 ingehuurd wordt door de gemeente
via een uitzendkracht, betaalt de gemeente uiteindelijk meer als zij die mensen in vaste
dienst neemt. Dus het is niet goedkoper voor de gemeente om die groep in vaste dienst te
nemen.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Asscher.
Wethouder
ASSCHER
: Excuus voorzitter. Ik was nog een antwoord schuldig op
die discussie over waterschapslasten in Noord. We hebben daar in de raadscommissie
ettelijke keren over gesproken. Enerzijds is het een duidelijk schrijnend voorbeeld,
anderzijds zit er een hoop techniek in. De suggestie van de heer Van der Meer hebt u
toen ook gedaan. Er zitten twee nadelen aan. Dat zijn ook de redenen dat we daar in ons
voorstel niet voor hebben gekozen. De eerste zijn de uitvoeringskosten voor het specifiek
voor die groep regelen van compensatie, want het brengt nu eenmaal uitvoeringskosten
met zich mee. Het tweede nadeel is dat je dan vast blijft zitten aan het waterschap. Je
kunt alleen instemmen als je reden hebt om aan te nemen dat je over een jaar veel beter
zou onderhandelen, en dat kan, maar ik denk niet dat het zo is, we hebben wat dat betreft
alles uit de hoed gehaald om te proberen het goed te doen vanuit een onaangename
onderhandelingspositie, dat wil ik de heren Ivens en Mulder zeker meegeven. Wij denken
niet dat het veel beter wordt, en gezien de aanhoudende aandacht voor dit inderdaad
schrijnende probleem, waarbij ik complimenten geef aan de verschillende raadsfracties
die daar steeds aandacht voor hebben gevraagd, leek het ons, zelfs in een financieel
moeilijk jaar, beter dit nu eindelijk op te lossen dan om te proberen een jaar later nog een
beter resultaat te halen. Dat is puur mijn inschatting van de kansen van onderhandelingen
met het waterschap. Daarbij komt het feit dat je met die suggestie sowieso weer geld kwijt
bent voor de uitkering.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
34
De
VOORZITTER
: Ik kijk naar de raad of die in de gelegenheid is de tweede
termijn aan te vangen, of dat hij dat liever op een ander moment wil doen. Mevrouw Van
der Garde, tweede termijn?
Mevrouw
VAN DER GARDE
: Dan komt er nog een technisch puntje na, en zou ik
mijn spreektijd willen delen.
De
VOORZITTER
: We beginnen nu dan aan de tweede termijn. Ik geef het woord
aan mevrouw Van der Garde.
Mevrouw
VAN DER GARDE
: Ik bedank het college voor de beantwoording aan
alle partijen. Ik ben blij dat wethouder Asscher ook aangeeft dat het niet alleen gaat om
geld, maar om efficiënter werken en om gezamenlijk te kijken naar de problemen. Dat is
een van de dingen die ik ook zelf noemde. Die agenda-uitvoering van de begroting van
2008 was volgens mij een duidelijke reactie op een debat dat we voeren over de
voorjaarsnota, waar de PvdA had gezegd: zet in op juist die uitvoering en zorg dat we
bepaalde zaken in de stad gaan verbeteren. Die agenda-uitvoering is nu in uitvoering en
we zien al dat het college goed luistert naar de voorstellen binnen de raad. Maar als u ze,
net als ik zojuist, goed hebt doorbladerd, hebt u ongetwijfeld ook gezien dat er niet zo heel
veel grote financiële verschuivingen in zitten. En ook wij als PvdA hebben dat niet kunnen
doen, vandaar de enorm grote – toch 10 à 20 miljoen euro – ombuigingsoperatie die we
vragen.
Kort is gesproken door een aantal partijen over de tweedeling. Ik ben blij te horen
dat we daar een debat over gaan voeren, ik hoop van de SP en andere partijen daar meer
concrete voorstellen over te horen. Als we keuzes maken over het investeren in de
komende tijd, zeker als er wat minder geld is, dan zijn ze toch verschillend. De VVD geeft
aan: mobiliteit, bereikbaarheid, wonen en een bruisende stad. Van GroenLinks hoorde ik
speerpunten als kunst, klimaat en arbeid. Met die laatste kan ik het natuurlijk geheel eens
zijn. De SP vind ik geheel aan onze zijde met de grote zorg om de tweedeling, en van het
CDA en van D66 hoor ik zeer interessante voorstellen, waarbij ik bij het CDA wil
opmerken dat ze soms wat verder gaat in haar moties dan dat wij ze voorstellen, en dat
het daardoor lastig is om ze te steunen. Wat ons lijkt te binden, is dat we allemaal wat
meer willen uitgeven aan kunst en het Kunstenplan. Alleen wordt het voor de meeste
partijen, inclusief onszelf, wat lastig om de kosten te dekken, want waar moet het geld
vandaan komen? De motie van de SP om het geld uit Topstad te halen, zullen wij niet
steunen, want ik heb in mijn bijdrage in de eerste termijn juist aangegeven dat je Topstad
moet bijhouden en stimuleren om ook die onderkant te laten emanciperen. Kunst lijkt ons
te binden. Laat dat ook een start zijn in de discussie over de tweedeling, want als we het
hebben over emanciperen, dan kan kunst zeker meedoen. Voorzitter, ik wil het hier bij
laten, en kort het woord geven aan de heer Mulder over technische zaken van de moties
die wij hebben ingediend.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Mulder.
De heer
MULDER
: Aangaande de onafhankelijke overhead value analysis: wij
gebieden niks. Of u dat intern of extern doet, lijkt me een nadere uitwerking waar we u
volkomen in vertrouwen. Aangaande de bedragen; u hebt ze goed opgeteld, waarbij ik wel
de kanttekening moet maken dat er minimaal 20 miljoen euro staat. Dan kom ik meteen
op het punt dat het inderdaad helder moet zijn – dat staat ook zo in de motie – dat het

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
35
kasritme de mate waarin de ombuiging lukt, volgt. We stellen niet voor bedragen uit te
geven die we niet hebben. Tot slot aangaande het incidentaliseren: volgens mij zit er
voldoende ruimte in de reserves om een paar dingen zoals het ISV-fonds, de Hortus, en
de kwaliteit van de scholen incidenteel te dekken. Ik ben het niet met u eens dat het
principe niet meer zou kunnen, maar daar komen we in nader overleg nog wel op terug.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van der Burg.
De heer
VAN DER BURG
: Eigenlijk heb ik niet zo veel toe te voegen, met dien
verstande dat mevrouw Van der Garde gelijk heeft. De gehele raad lijkt meer geld te
willen uittrekken voor kunst en cultuur. Dat is prettig, in het verleden is het wel anders
geweest. Het is goed dat het nu lijkt te gebeuren. Ik doe een oproep om de motie van de
heer Nederveen te steunen, waarbij het college zegt dat daar geen dekking voor is. In de
voorjaarsnota zit wel de nodige vrije ruimte. Met het aannemen van de motie-Nederveen
wordt de vrije ruimte weliswaar beperkt, maar wordt er geheel tegemoetgekomen aan de
unanieme wens van de gemeenteraad van Amsterdam om meer geld uit te trekken voor
kunst en cultuur.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van der Meer.
De heer
VAN DER MEER
: Ik heb een paar kleine puntjes. Wat ons betreft geldt
voor die post incidenteel ook niet dat je meteen moet gaan hakken in de periodieken et
cetera. Het geld voor het Kunstenplan na de Baak lijkt goed en ook redelijk logisch, want
dan kun je specifiek kijken naar het hele bedrag waar men over kan adviseren. Dan
hebben ze waarschijnlijk wel haast, want dan moet het meteen gebeuren na de Baak. Wij
steunen de motie cameratoezicht vooralsnog niet, want het gaat ons een beetje te snel
om dat zo specifiek te regelen. Het lijkt me goed als de raad eerst eens uitgebreid gaat
debatteren of dat nodig is, en waarom en wat de positie van het stadsdeel daarin is.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Ivens.
De heer
IVENS
: Ik vond het interessant om te horen dat wethouder Asscher
begon met het trots zijn op de resultaten en daarna ook overging op de tweedeling, wat
inderdaad het hoofdonderwerp van het debat is. Daarbij bespeur ik bij de wethouder
enigszins een spagaat tussen het beleid en de uitwerking van het beleid. Dat is precies de
essentie van dit debat. We willen wel de goede kant op en we proberen het wel, maar de
resultaten vallen nog wat tegen. U noemde mijn licht kritische toon, zo mag u dat
opvatten, maar beter nog kunt u het opvatten als een aansporing om echt waar te gaan
maken, wat we volgens mij met elkaar delen. Zo interpreteert u ook de motie over het
tegengaan van de tweedeling, waar inderdaad in de overweging het geld staat. Met
nadruk wordt in de overweging het Schiphol-superdividend genoemd. Zoals u aangeeft,
zijn er nog onzekerheden. Dat het geld er komt, daar twijfel ik niet aan. Ook aan het
bestaan van risico's twijfel ik niet. Maar ik hoop ook dat er wat overblijft, en dat we dat
zullen gaan gebruiken om de tweedeling aan te pakken en een maximale inspanning
zullen leveren om de tweedeling in Amsterdam tegen te gaan, met of zonder dat
Schipholdividend. Ik denk dat het een mooi signaal zou zijn als opdracht richting het
college en richting ons allen om dat debat aan te gaan over hoe de tweedeling met elkaar
aan te pakken. Daarbij kunt u van de SP nog veel meer voorstellen verwachten, zoals we
ook met de Amsterdamse werkcentrale gekomen zijn. Het lijkt me goed om dat signaal af

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
36
te geven. Wat dat betreft, vinden we elkaar. Ik heb nog geen antwoord gehoord op het
verder kijken in hoeverre aandelenverkoop een bijdrage kan leveren. Ik noemde
bijvoorbeeld al het besluit dat we jaren geleden genomen hebben om aandelen van de
ArenA te verkopen. Maar er zijn nog meer mogelijkheden om toch geld te halen uit wat
geen publieke functie meer heeft. Verder bent u mij nog een antwoord verschuldigd op de
overhead die er zit bij de bestuursorganen. U hebt er wel even op gereageerd, maar ik
ben benieuwd of u toch nog met een plan gaat komen en hoe we dat verder gestalte
kunnen geven. Ik heb daarbij ook gezegd om eens bij Pantar naar die overhead te kijken.
Ik zou het toch waarderen daar helderheid over te krijgen.
Dan komen de moties. Bij de motie over de Wmo-gelden ging het inderdaad om
de tweede interpretatie: geen Wmo-middelen naar de algemene middelen. U hebt ook
gezegd dat dat uw inspanning is. Dat delen we met elkaar en deze motie kan ingetrokken
worden. Dan komt de motie over het behoud van ID-banen. Ik begrijp wat wethouder
Ossel zegt over de ID’ers van 50+. U zegt dat het gaat om de afstand tot de arbeidsmarkt.
Nu zijn het met name mensen die wat ouder zijn met een grotere afstand tot de
arbeidsmarkt. Als u de motie leest en nadenkt over het omzetten in beleid en u komt met
een definitie voor de grootte van de afstand tot de arbeidsmarkt, dan vinden we dat ook
prima als u er op die manier uitvoering aan wilt geven. Ik hoop vooral dat deze motie
aangenomen wordt. U zegt dan dat het gaat om mensen met een grote afstand tot de
arbeidsmarkt, dat is prima, maar wij denken dat het wellicht handig kan zijn om een
leeftijdsgroep op te nemen, omdat dat een makkelijk criterium is. Ik hoop dat we daar wel
steun voor zullen krijgen.
(Wethouder
OSSEL
: Ik wil even een vraag stellen. We hebben recent als
college een brief gestuurd aan de commissie waarin we hebben
aangegeven wat ongeveer de effecten zouden kunnen zijn op diverse
onderdelen van de arbeidsmarkt. Daarover gaan we het hebben in de
commissie. Is dat dan niet het goede moment om het over de
mogelijkheid van dit soort maatregelen te hebben?)
Dat zou mooi zijn, maar dan hebben we de knip al gesloten. We zitten nu bij de
voorjaarsnota, bij het moment dat we moeten vaststellen welke kant we op willen met het
beleid. Om te voorkomen dat we daar gaan zeggen dat de portemonnee dicht is, zeggen
we toch, laten we de motie nu indienen en proberen hem aangenomen te krijgen en
hopen dat iedereen ervan overtuigd is. Dan hebt u ook meer armslag en financiële ruimte
in die commissie. Hoe u het dan precies gaat definiëren, met grote afstand tot de
arbeidsmarkt of 50+ als criterium, is niet de strekking van deze motie. Deze motie gaat
over mensen die moeilijk aan een baan kunnen komen, of mensen die een ID-baan
hebben en moeite hebben om naar een reguliere baan te gaan.
Dan komt het amendement over het Kunstenplan. Ik ben heel tevreden te kunnen
constateren dat iedereen hier het beste voor heeft met het Kunstenplan. Daar heb ik meer
steun voor dan voor Topstad, dus ik ga ervan uit dat wij kunstliefhebbers allemaal voor dit
amendement gaan stemmen, het enige amendement, naast de motie van de heer Mulder
cum suis, dat aangeeft waar wel geld vandaan te halen is voor het Kunstenplan. We
moeten het niet alleen maar bij mooie woorden laten, maar gewoon dit amendement
aannemen.
(De heer
VAN DER MEER
: Een vraag aan de heer Ivens. Uw
amendement heeft het over 2 miljoen euro. Bent u nu eigenlijk gewoon
tevreden met onze motie, of wilt u dit er bovenop?)

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
37
Het is complementair. Zelfs met de twee moties is nog niet eens het hele gat
gedicht dat de kunstsector zegt dat er is. Wij denken dat we dan wel zo veel geld hebben
dat we de behandeling van het Kunstenplan vol vertrouwen tegemoet kunnen zien.
(De heer
VAN DER MEER
: Ik begrijp van de heer Ivens dat hij de motie
voorzag en die op basis daarvan heeft ingediend.)
Dat hebt u juist gezien. Ik voorzie ook de aanneming van de motie van de heer
Mulder en u.
Dan tot slot het amendement over de armoedegelden. Wij vinden het een
belangrijk amendement met betrekking tot het armoedegeld. Wat wethouder Ossel zegt,
begrijpen we. We moeten voldoende geld in reserve houden, maar we horen u ook
constant zeggen dat er juist steeds meer mensen aan het werk komen. Daardoor is die
reservepot wellicht aan de hoge kant aan het worden. U geeft aan er vertrouwen in te
hebben dat er steeds meer mensen aan het werk gaan, dus voor de reservepot is minder
noodzaak. Deze motie maakt duidelijk dat wij aangeven dat er een urgentie is om nu iets
te doen tegen die tweedeling. U kiest de conservatieve lijn, en laat voor de zekerheid alles
maar zo. We moeten nu het probleem oplossen, dat is wat dit amendement zegt. Daarom
denk ik dat als we de tweedeling echt willen aanpakken, we onder andere voor het
amendement stemmen, want daarmee veranderen we iets aan de armoedebestrijding.
De motie-Ivens c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 338), ingetrokken zijnde, maakt
geen onderwerp van behandeling meer uit.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van Drooge.
De heer
VAN DROOGE
: Dank aan het college voor de beantwoording. Het zijn
duidelijke stellingnames. Ik zal even ingaan op de moties die ik heb ingediend. Over de
emancipatiehypotheek heeft wethouder Herrema gezegd die even te laten wachten tot de
Woonvisie. Daar ga ik mee akkoord en ik zal hem dan ook intrekken. De ov-visie blijkt een
zaak te zijn van de gemeente en niet van de stadsregio, dat had ik nog niet begrepen,
vandaar dat ik dacht dat ik de motie hier moest indienen. Ik begrijp dat de wethouder zegt
dat we al veel op ons bordje hebben liggen met de ov-visie, maar daarbij is ook altijd
gezegd dat we het vooral in daden moeten uitdrukken. Een van die daden zou zijn om
buslijn 15, die altijd overbezet is en een te kleine capaciteit heeft, door middel van het
trammen daarvan de capaciteit aanmerkelijk op te voeren. Jammer dat de wethouder daar
nog niet aan wil, ik zal hem dan terugnemen. Over de P+R-voorzieningen zullen we nog
uitvoerig praten, dus ook die laat ik vallen. Dan gaan we naar de inefficiënte
taakverdeling. Wethouder, u zegt dat die motie overbodig is, maar dat is niet helemaal zo.
In de motie van de heer Mulder en vele anderen wordt niet echt gesproken over het stuk
van de dubbelheid van het centrale bestuur en de stadsdelen. Die toevoeging wil ik er
graag bij hebben. Als u mij toezegt dat u dat onder de loep neemt, is de motie inderdaad
overbodig geworden. Zo niet, dan is hij niet overbodig, maar een toevoeging.
(Wethouder
ASSCHER
: Dit zullen wij zeker meenemen, ik zal er in de
tweede termijn naar kijken.)
(De heer
MULDER
: Bovendien staat er wel degelijk in het eerste besluit
dat er ook gekeken moet worden naar de dubbele toetsing bij het
stadsbestuur.)
Mijnheer Mulder, excuus, bij de bespreking hebben we het er niet over gehad en
ik heb er overheen gelezen. Zowel de toezegging van de wethouder als deze lezing
maakt de motie overbodig.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
38
Dan wil ik het hebben over de inhuur van externen. Voorzitter, ik ben toch een
beetje verrast door het antwoord van wethouder Vos. Ten eerste constateer ik dat het
bedrag dat de gemeente het afgelopen jaar aan externen heeft betaald, waanzinnig is
gestegen. Zeker wanneer je niet spreekt over uitzendkrachten maar over het hogere
kader dan praat je over een verhoging van 17 miljoen euro naar 54/55 miljoen euro, dat is
37 miljoen euro meer in een jaar. Als je wilt dat het minder moet, dan moet je er toch eens
naar kijken. Dat is de oproep die ik wil doen, want het is een bijna onbeheersbaar proces
dat daar bezig is. En uit de verklaring van de wethouder die zegt dat het via een
uitzendbureau goedkoper is dan via de gemeente kun je maar twee conclusies trekken.
Of je krijgt goedkopere krachten via het uitzendbureau of het uitzendbureau legt toe op
elke arbeidskracht die geleverd wordt aan de gemeente Amsterdam. Het eerste
charitatieve uitzendbureau moet nog opgericht worden, dat betekent dus dat u via
uitzendbedrijven bezig bent goedkopere mensen in dienst te nemen, en daar zie ik toch
wel enige sociale problemen. Ik kan me niet voorstellen dat u daar zo mee om wilt gaan.
Ik begrijp dat het dictum van 50 miljoen maximaal te besteden dat er nu staat erg stringent
is, maar tussen 2006 en 2007 is er 50 miljoen meer uitgegeven en ik zou toch op willen
roepen om dat heel hard te verminderen. Maar ook dat staat in de motie-Mulder c.s., dus
ik zal haar daarmee intrekken.
De motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 340), ingetrokken zijnde, maakt
geen onderwerp van behandeling meer uit.
De motie-Van Drooge (gemeenteblad afd. 1, nr. 341), ingetrokken zijnde, maakt
geen onderwerp van behandeling meer uit.
De motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 342), ingetrokken zijnde, maakt
geen onderwerp van behandeling meer uit.
De motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 343), ingetrokken zijnde, maakt
geen onderwerp van behandeling meer uit.
De motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 344), ingetrokken zijnde, maakt
geen onderwerp van behandeling meer uit.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Manuel.
De heer
MANUEL
: Mijnheer Van Drooge had wel heel veel tijd en woorden nodig
om zijn vijf moties opnieuw toe te lichten en in te trekken, maar het scheelt misschien
enige tijd met de stemming. Ik dank het college voor de beantwoording. Het is leuk om te
zien hoe gedwee wethouder Asscher is als het om de motie-Mulder c.s. gaat, de
ombuigingsoperatie. Hij ziet natuurlijk de handtekeningen staan, weet dat hij er niet
onderuit kan en geeft maar toe. Dat is een verstandige manier van doen, want dat levert
niet te veel stress op. In uw beantwoording hoorde ik dat u de hele motie naar het college
toe ombuigt, zodat u zelf kunt uitmaken wat u precies gaat doen. Het is eigenlijk een
motie die steeds terugkomt. Toen de heer Reuten nog in deze raad zat, heef hij hem ook
al een keer ingediend. De raad wil van alles, maar de college geeft de raad daar geen
geld voor, en dus haalt de raad het geld maar uit de organisatie. Wij denken dat het af en
toe wel eens goed is, maar niet steeds weer opnieuw, want het ambtenarenapparaat moet
ook eens tot rust kunnen komen en gewoon aan het werk kunnen gaan. Het nu weer met

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
39
zo'n ombuigingsoperatie opzadelen, doen we liever niet op dit moment. Dus D66 zal als
enige partij de motie-Mulder c.s. niet steunen.
Verder hebben wij een drietal moties ingediend, heel vriendelijke, makkelijke en
aardige moties. Laten we nog eens praten over de dekking van grote tegenvallers.
College, wilt u alstublieft nog eens kijken of u meer geld kunt vinden voor het
Kunstenplan. College, denkt u alstublieft aan de Hortus, want die kassen van de Overtuin
zijn zo belangrijk voor de Hortus en de stad. Wethouder Asscher is meedogenloos, want
hij ziet alleen maar de handtekening van D66 staan en heeft ze alle drie ondanks het
vriendelijke karakter negatief gepreadviseerd. Dat geeft een beetje de arrogantie weer
van dit college.
(Wethouder
ASSCHER
: Voordat het Calimero-gedoe te erg wordt, hebt u
ook gezien dat er een aantal positieve preadviezen waren, juist op moties
waar niet al die handtekeningen onder stonden?)
Ik denk dat u vooral naar de handtekeningen van PvdA-mensen kijkt voordat u
moties goedkeurt.
(De heer
ASSCHER
: Dat denkt u, maar het is aardig als u zich baseert op
feiten.)
De feiten staan hier. Wie kan er tegen zijn op het tegengaan van de tweedeling?
Wij gaan trouwens tegenstemmen omdat die motie echt een slag in de lucht is, en daar
hebt u positief op gepreadviseerd. Dat is volgens mij de enige positief gepreadviseerde
motie waar de naam van de PvdA niet onder staat. Het is er een, dat moet ik u toegeven.
Voorzitter, ik had nog een vraag gesteld over project 1012. Ik had gevraagd of het
een idee zou zijn om dat te verpakken als een nv-Zeedijk, zoals we dat indertijd hebben
gedaan, en daar wil ik nog graag een reactie op van de wethouder. Verder zullen we onze
moties handhaven.
De heer
ASSCHER
:Ik zal geen gebruikmaken van de volle tweede termijn, maar
alleen de ene vraag nog beantwoorden die inderdaad nog openstond. Zoals u weet zijn
we nog bezig zijn in het bestuurlijk overleg om de strategienota voor u voor te bereiden,
met daarin een aantal strategieën waar dit zeker deel van zou kunnen uitmaken. Ik stel
voor om bij de bespreking daarvan uw vraag mee te nemen.
(De heer
MANUEL
: Voorzitter, dus als we deze vraag in de vorm van een
motie hadden gegoten, hadden we dan toch een positief preadvies
gekregen?)
Je moet nooit op ‘wat/als’ vragen ingaan, maar daarbij had ik niet gekeken naar
wie de handtekening had gezet.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Vos.
Wethouder
VOS
: Nog heel kort richting de heer Van Drooge over de motie die hij
overigens heeft ingetrokken. De cijfers die u liet zien over de groei van externe inhuur zijn
het college uiteraard bekend. Wij zijn zelf al van mening dat het inderdaad zaak is om hier
wat aan te doen, laat dat duidelijk zijn. Ik heb u er alleen op willen wijzen dat ik over een
aantal cijfers die u noemde een ander idee heb, maar volgens mij gaan we dit bij de
bespreking van de motie-Mulder c.s. nog stevig onderzoeken.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Ossel.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
40
De heer
OSSEL
: Ik wil nog even terugkomen op de reactie van de heer Ivens
over de ID-banen. Als je kijkt naar de rapportage van het college, kun je zien dat wij de
afstand tot de arbeidsmarkt in feite als criterium meenemen bij de aanpak. Ons idee is dat
we voor 2009 op dit moment geen extra middelen hoeven te reserveren voor de
toepassing van de regeling. Over latere jaren zijn we wat minder zeker.
De discussie wordt gesloten.
De
VOORZITTER
: Ik stel voor om over te gaan tot besluitvorming en te stemmen
over de moties en amendementen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Mulder c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr.
331).
De motie-Mulder c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 331) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-Mulder c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr.
331) met de stemmen van D66 tegen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Olij c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr.
332).
De motie-Olij c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 332) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie met algemene stemmen is
aangenomen.
Aan de orde is de stemming over De motie-Ornstein c.s. (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 333).
De motie-Ornstein c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 333) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-Ornstein c.s. (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 333) met de stemmen van SP, GroenLinks en D66 tegen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Ivens c.s. (Gemeenteblad afd.
1, nr. 335).
Het amendement-Ivens c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 335) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De
VOORZITTER
constateert dat het amendement-Ivens c.s. (Gemeenteblad afd.
1, nr. 335) met de stemmen van de SP voor is verworpen.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Ivens (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 336).

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
41
Het amendement-Ivens (Gemeenteblad afd. 1, nr. 336) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De
VOORZITTER
constateert dat het amendement-Ivens (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 336) met de stemmen van de SP voor is verworpen.
Aan de orde is de stemming over motie-Ivens c.s. (Gemeenteblad afd. 1 nr. 337).
De motie-Ivens c.s. (Gemeenteblad afd. 1 nr. 337) wordt met zitten en opstaan
verworpen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-Ivens c.s. (Gemeenteblad afd. 1 nr.
337) verworpen is met de stemmen van SP en VVD voor.
Aan de orde is de stemming over motie-Nederveen (Gemeenteblad afd. 1, nr.
334).
De motie-Nederveen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 334) wordt met zitten en opstaan
verworpen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-Nederveen (Gemeenteblad afd. 1, nr.
334) is verworpen met de stemmen van SP, D66 en VVD voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ivens (Gemeenteblad afd. 1, nr. 339).
Mevrouw
VAN DER GARDE
(stemverklaring): Wij willen de motie steunen, maar
durven nog geen uitspraak te doen over het superdividend van Schiphol. We steunen het
besluit maar doen nog geen uitspraken over de overweging.
De heer
MANUEL
(stemverklaring): Omdat het superdividend van Schiphol wordt
genoemd, zullen we deze motie niet steunen, omdat we het geld anders besteed willen
zien.
De heer
VAN DER BURG
: (stemverklaring): De VVD legt de motie uit zoals die
ook door de heer Asscher is uitgelegd en we willen hem dus steunen, met uitzondering
van de overweging met betrekking tot het dividend.
De motie-Ivens (Gemeenteblad afd. 1, nr. 339) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De
VOORZITTER
constateert dat de de motie-Ivens (Gemeenteblad afd. 1, nr.
339) met algemene stemmen is aangenomen
Aan de orde is de stemming over motie-Manuel c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr.
345).
De motie-Manuel c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 345) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
42
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-Manuel c.s. (Gemeenteblad afd. 1, nr.
345) is verworpen met de stemmen van D66 voor.
Aan de orde is de stemming over motie-Hoogerwerf (Gemeenteblad afd. 1, nr.
346).
De motie-Hoogerwerf (Gemeenteblad afd. 1, nr. 346) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-Hoogerwerf (Gemeenteblad afd. 1, nr.
346) is verworpen met de stemmen van SP en D66 voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Manuel (Gemeenteblad afd. 1, nr.
347).
De motie-Manuel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 347) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie-Manuel (Gemeenteblad afd. 1, nr.
347) met de stemmen van D66 voor is verworpen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 256 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
11
Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 19 februari
2008 tot kennisneming van het onderzoeksrapport inzake Koninklijk Theater Carré
(Gemeenteblad afd.1, nr. 281).
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Hoogerwerf.
Mevrouw
HOOGERWERF
: D66 waardeert de inspanningen van de wethouder
van Cultuur om de problemen daadkrachtig aan te pakken. Toch vinden wij dat zij daar
soms in doorschiet en vooral kortetermijnoplossingen zoekt, zoals nu bij Carré. De
gemeente Amsterdam en Carré kennen een roerige geschiedenis. Die geschiedenis
getuigt ervan dat het financieel bijna altijd lastig was. Eerst voor Oscar Carré, de oprichter,
en daarna voor zijn opvolgers. Zo was er al in 1919 het idee om Carré te verkopen, en
ook de programmering is nogal eens van veranderd onder invloed van financiële
perikelen. In 1968 kwam ook de exploitatie van Carré in moeilijkheden en werd er
gedreigd met sluiting, maar heel Amsterdam kwam in opstand, want een Amsterdam
zonder Carré bestaat niet. De gemeente bleek bereid het gebouw te verkopen, maar dat
ging niet door en er kwam een huurovereenkomst tot stand. Dan bespreek ik nog niet
eens de periode van wethouder Belliot en de lening waar de gemeenteraad niets van wist.
D66 is sterk voorstander van het zoeken naar nieuwe vormen van financiering bij
kunstinstellingen: sponsoring, mecenaat, publiekprivate samenwerking. Maar ons inziens
moeten we altijd nuchter blijven kijken of het kan, of de instelling in staat is zijn eigen
broek op te houden. Ook in dit geval is deze vraag aan de orde. Zal Carré ondanks ons

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
43
vertrouwen in de directie en raad van commissarissen niet ooit terugkomen met een
nieuwe financiële vraag, en zullen wij dan niet weer als gemeenteraad moeten zeggen:
“Wij hebben het een aantal jaren geleden misschien fout ingeschat?” Laten we realistisch
zijn, en niet weer dezelfde fout maken als we zo vaak hebben gedaan. Nooit is zelden
nooit in Amsterdam, in deze gemeenteraad. En daarom dienen we een motie in om Carré
een escape te bieden als andere inkomsten toch gaan tegenvallen, ondanks alle
inspanningen. Wij vinden het belangrijk dat we als gemeente Amsterdam Carré die
escape bieden, en we moeten zorgen dat we Carré ook in de toekomst blijven behouden.
De
VOORZITTER
deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
85°
Motie van het raadslid Hoogerwerf inzake Carré (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 322).
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Roos.
De heer
ROOS
: Mijn collega Graumans neemt even niet deel aan deze
vergadering omdat zij werkt bij AEF die ook het rapport heeft gemaakt dat onder deze
voordracht ligt. Carré is een passie van de Amsterdammer, en het sterkste merk in cultuur
dat dit land kent. Daarmee denk ik dan dat ik in een heel korte schets heb gezegd hoe
belangrijk Carré is voor Amsterdam en ook voor ons. We hoeven er na die uitgebreide
commissiebehandeling niet uitgebreid over te praten. Carré weet een breed publiek te
trekken met een kwalitatieve programmering.
Het heeft inderdaad een roerig verleden gekend, maar is toch voor slechts 5%
afhankelijk van subsidie. Juist dat geeft ons vertrouwen dat Carré zich ook in de toekomst
zal kunnen handhaven, mits het theater het plan dat nu voorligt op een goede manier
uitvoert. Het feit dat de directie zelf heeft besloten dat Carré op die manier dat plan gaat
uitvoeren geeft ons daar voldoende vertrouwen in. Ik wil nog iets zeggen over de
voordracht zelf. Daar zit voor ons nog een onvolkomenheid in omdat er gesproken wordt
van een bedrag van 4,3 miljoen dat bij de voorjaarsnota betrokken wordt. Volgens ons
kan de wethouder toelichten dat dat net anders zit. Om het kort te maken, wij steunen dit
verhaal en zijn heel blij dat Carré op deze manier gered wordt. Ik denk dat wij daar als
gemeente een mooi gebaar maken.
Ten aanzien van de motie: volgens ons is het tweede deel ervan overbodig. Als
dat op enig moment nog bedacht moet worden, gaan we dat doen. Het eerste deel is zelfs
onwenselijk. We spreken hier af dat Carré nooit meer een aanvraag doet en dan kan het
natuurlijk altijd gebeuren dat er zich iets voordoet, want nooit is heel lang. Dan gaan we
niet zorgen dat Carré toch nog een aanvraag kan doen, maar dan komen we terug bij
onze raad en dan gaan we beslissen wanneer dat eventueel ooit nog zou kunnen. Maar
we moeten niet nu al een reddingsboei uitgooien terwijl de directie heeft gezegd daar
geen behoefte aan te hebben.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van der Meer.
De heer
VAN DER MEER
: Ik zal het kort houden. Ik wil me aansluiten bij de
woorden van de heer Roos. Het is goed dat er nu eindelijk een soort redding is gevonden
voor de problemen van Carré in financieel opzicht. Daarbij heeft Carré zelf de oplossing

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
44
om geen aanvraag in te dienen bij het Kunstenplan geaccepteerd. Wij kunnen ons
voorstellen dat ‘nooit’ een heel lange tijd is, en dat 'nooit' in de toekomst wel eens ter
discussie kan komen te staan, maar vooralsnog lijkt het ons prima dat de zaak is
afgerond, en we hopen dat Carré in de toekomst het sterke merk kan blijven waar de heer
Roos net over sprak.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan de heer Van der Burg.
De heer
VAN DER BURG
: Kortheidshalve kan ik zeggen dat de heer Roos
dusdanige woorden heeft gesproken dat het ook namens de VVD was.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan mevrouw Van der Pligt.
Mevrouw
VAN DER PLIGT
: Ik zal het ook kort houden. We hebben het er in de
commissie uitvoerig over gehad. We kunnen ons vinden in de voordracht die hier nu
voorligt. Wat betreft de motie dat Carré aanvragen voor bijzondere programmering ten
allen tijde moet kunnen doen het volgende. Ik kan me herinneren dat er ook in de
voordracht over gesproken werd dat Carré voor bijzondere programmering altijd nog extra
aanvragen kan doen, dus wat dat betreft lijkt dat me overbodig, maar we kunnen het
gewoon steunen. En dan dat het na 2013 opnieuw bekeken moet worden: ik heb het de
heer De Goede in de commissie ook horen zeggen, het is eigenlijk een soort
herenakkoord dat nu wordt gesloten. Je kunt dus niet zeggen dat we nooit meer geld
geven. Op zich is de motie misschien overbodig, maar we kunnen haar wel gewoon
steunen.
De
VOORZITTER
geeft het woord aan wethouder Gehrels.
Wethouder
GEHRELS
: Ik proef, denk ik, brede steun, met de uitleg over wat
bedoeld is in het artikel dat de heer Roos gaf over de 4,3 miljoen euro. Daar staat
letterlijk: we betrekken de 4,3 miljoen bij de voorjaarsnota, hetgeen betekent dat we
2,1 miljoen euro voorstellen te dekken uit de algemene middelen, 1,7 miljoen euro uit de
frictiepot van het Kunstenplan en 0,5 miljoen euro uit de incidentele middelen die er zijn
voor vastgoed en programmering uit 2008. Dat ter verduidelijking van dat artikel. De
lezing van de heer Roos kan ik dus volgen.
Dan wil ik iets zeggen over de motie van D66. Wat een korte termijn is, is een
goede vraag in dezen. Ik heb veel vertrouwen in de nieuwe raad van commissarissen. Ik
denk dat je nooit nooit moet zeggen, maar ik denk wel dat als deze raad van
commissarissen, net als de directie, zijn vertrouwen uitspreekt in deze oplossing, we dat
als gemeente als een gentlemens agreement kunnen beschouwen. Ik heb er ook alle
vertrouwen in dat hen dat gaat lukken, en ik hoop het niet mee te maken dat het misgaat,
terwijl ik hier niet voor de korte termijn zit.
De
VOORZITTER
vraagt of raad behoefte heeft aan een tweede termijn.
De
VOORZITTER
geeft woord aan mevrouw Hoogerwerf.
Mevrouw
HOOGERWERF
: Ik vind het jammer dat de raad deze motie niet
gewoon steunt. Volgens mij getuigt deze van realiteitszin. Ik vind het vervelend dat wij
voortdurend dingen in de raad aannemen waarvan we zeggen dat het de afspraak is, en

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
45
waar we vervolgens een aantal jaren later op terugkomen. Het lijkt me vrij logisch dat je
na een aantal jaren kijkt of de goede afspraken zijn gemaakt, zeker in het geval van zo'n
sterk merk. We moeten Carré blijven koesteren en ik denk dat we juist door er even goed
naar te kijken, over een aantal jaren kunnen bezien of we echt het goede besluit hebben
genomen. Ik vind het jammer dat ik daar niet in gesteund word, want over vijf of tien jaar
zullen we zeggen: ‘We hebben die discussie gehad.’ En u zegt ook allen: ‘Nooit is nooit
nooit’, en dat klopt inderdaad niet. Dus laten we dat dan gewoon niet afspreken.
De discussie wordt gesloten.
De raad gaat over tot besluitvorming.
Aan de orde is de stemming over de motie.
De motie-Hoogerwerf inzake Carré (Gemeenteblad afd. 1, nr. 322) wordt bij zitten
en opstaan verworpen.
De
VOORZITTER
constateert dat de motie is verworpen met de stemmen van
D66 en SP voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 281 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De
VOORZITTER
schorst de middagvergadering om 16.30 uur.

Jaar
2008
Afdeling
2
Vergaderdatum 26 juni 2008
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Raadsnotulen
R
46
256 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2008 tot
vaststelling van de Voorjaarsnota 2008............................................................................1
281 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 19 februari 2008
tot kennisneming van het onderzoeksrapport inzake Koninklijk Theater Carré .............41
322 Motie van 26 juni van het raadslid Hoogerwerf inzake Carré....................................42
331 Motie van het raadslid Mulder c.s. (AG) op 26 juni 2008 inzake de
ombuigingsoperatie.........................................................................................................10
332 Motie van het raadslid Olij c.s. op 26 juni 2008 inzake het Wibautjaar .....................10
333 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Ornstein c.s. inzake cameratoezicht
Rembrandtplein en Leidseplein ......................................................................................13
334 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Nederveen inzake Kunstenplan 2009-2012
........................................................................................................................................13
335 Amendement van 26 juni 2008 van het raadslid Ivens c.s. inzake uitbreiding
armoedemiddelen ...........................................................................................................21
336 Amendement van 26 juni 2008 van het raadslid Ivens inzake het Kunstenplan.......21
337 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Ivens c.s. inzake Behoud ID-Banen 50+ ...21
338 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Ivens c.s. inzake Wmo-gelden...................21
339 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Ivens inzake het tegengaan van de
tweedeling.......................................................................................................................21
340 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Van Drooge (AP) inzake de
emancipatiehypotheek ....................................................................................................25
341 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Van Drooge (AQ) inzake een extra tramlijn
........................................................................................................................................25
342 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Van Drooge (AR) inzake P&R-voorzieningen
........................................................................................................................................25
343 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Van Drooge (AS) inzake inefficiënte
taakverdeling...................................................................................................................25
344 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Van Drooge (AT) inzake de inhuur van
externen ..........................................................................................................................25
345 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Manuel c.s. inzake Financiën ....................28
346 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Hoogerwerf inzake het Kunstenplan..........28
347 Motie van 26 juni 2008 van het raadslid Manuel inzake de Hortus...........................28