Aanhangsel van de Handelingen Tweede Kamer Vergaderjaar 2007–2008

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de
regering gegeven antwoorden


2484
Vragen van het lid Roemer (SP) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over uitspraken van een voormalige Amsterdamse wethouder dat het Rijk die stad heeft belazerd met de Noord-Zuidlijn. (Ingezonden 22 april 2008)

1
Wat is uw mening over de uitspraak van de voormalige Amsterdamse wethouder Dales dat het Rijk de gemeente Amsterdam heeft belazerd ten aanzien van de financiële risico’s van de Noord-Zuidlijn?1

2
Deelt u de mening van de voormalig wethouder dat de Noord-Zuidlijn landelijk van groot belang is?

3
Kunt u aangeven waarom er voor gekozen is om het risico van de Noord-Zuidlijn geheel bij de gemeente te leggen? Gebeurt dit bij andere grote infrastructurele werken ook?

4
Aan de hand van welke criteria wordt bekeken wanneer het risico geheel bij een gemeente, stadsregio of provincie komt te liggen?

5
Bent u er van op de hoogte dat de gemeente Amsterdam moeite heeft om de risico’s goed te kunnen inschatten en voorkomen? Speelt dit ook bij andere gemeenten?

6
Bent u bereid gemeenten in dergelijke gevallen te helpen met het risicomanagement? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke voor manier biedt u hulp aan?


1Het Parool, 17 april 2008.

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Huizinga-Heringa (Verkeer en Waterstaat). (Ontvangen 20 mei 2008)

1
Deze uitspraak is niet terecht omdat de risico’s nadrukkelijk met de stadsregio Amsterdam zijn besproken. In de beschikking is bovenop de gebruikelijke 10% onvoorzien een extra bijdrage van 10% (€ 85 miljoen) opgenomen voor de afkoop van alle risico’s. Dit is tot stand gekomen op basis van de inschatting van de risico’s (mogelijke mee- en tegenvallers) en door Amsterdam aanvaard.

2
De NoordZuidlijn is een regionaal/lokaal project. Vanwege de samenhang tussen het decentrale verkeer- en vervoerbeleid en het landelijke verkeer- en vervoerbeleid zijn in het algemeen de grote decentrale projecten mede van belang voor het op landelijk niveau. Dit vormt de motivering voor een rijksbijdrage aan grote regionale/lokale projecten. Dit neemt niet weg dat de verantwoordelijkheid en bijbehorende risico’s voor de projecten bij de decentrale overheden ligt.

3
De verantwoordelijkheid voor de regionale/lokale projecten ligt bij de decentrale overheden. Zij ontwikkelen de projecten en geven leiding aan de uitvoering (inclusief opdrachtgeversfunctie). De regio kan daarmee als enige invloed uitoefenen op de bouw van het project, op mogelijke extra kosten (vanwege duurdere uitvoering of anderszins), en de wijze van aanbesteden en het realisatietempo. De rol van het rijk is beperkt tot mede financier door middel van een vantevoren vastgelegd subsidiebedrag. De beheersing van het saldo van de risico’s (meeen tegenvallers) is aan de decentrale overheid, met de extra bijdrage van € 85 miljoen in de beschikking heeft het Rijk zijn aandeel in de risico’s afgekocht. Ook bij andere grote regionale/ lokale projecten liggen de uitvoeringsrisico’s bij de betreffende opdrachtgever; V&W stelt een vast, lumpsum, bedrag beschikbaar als bijdrage in de aanlegkosten van het project.

4
Zoals bij antwoord 3 al is aangegeven, is voor alle regionale/lokale projecten de betreffende decentrale overheid de opdrachtgever, en daarmee risicodragend. V&W kan voor grote projecten op basis van het Besluit Infrastructuurfonds een vaste bijdrage beschikbaar stellen voor de aanlegkosten, de risico’s liggen daarbij altijd volledig bij de aanvrager van de subsidie. Hiervoor bestaan geen expliciete criteria.

5
De aanleg van de Noord-Zuidlijn is een complex project dat in een complexe omgeving moet worden gerealiseerd. Hiervoor is een aantal innovatieve technieken gekozen, die ieder weer hun eigen risico’s in zich hebben. Na uitgebreid overleg met de stadsregio Amsterdam, en de toevoeging van 10% extra bijdrage als risico-afkoop bovenop de 10% onvoorzien, heeft de regio de risico’s aanvaard. Het is vervolgens aan de opdrachtgever om de risico’s binnen het project te beheersen. De situatie ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor het beheersen van de risico’s in een groot project is in alle regio’s hetzelfde. Als recent voorbeeld kan Randstadrail worden genoemd.

6
Zoals ook bij de Noord-Zuidlijn is gebeurd ben ik te allen tijde bereid de deskundigheid van de Bouwdienst Rijkswaterstaat beschikbaar te stellen om te helpen bij het risicomanagement.