Gemeente Amsterdam
Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
Raadscommissieverslag, 6 juni 2007
VV
1

DEFINTIEF

DEFINTIEF
Vergadering
Openbare vergadering van de Raadscommissie Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten
Vergaderdatum
Verslag vastgesteld op
6 juni 2007 van 13.00 tot 17.35 uur in de Boekmanzaal van het Stadhuis
27 juni 2007
Voorzitter
: de heer Van Drooge (CDA)
Portefeuillehouder:
de heer Herrema
Commissiegriffier:
mevr. Coppen
Verslaglegging:
de heer Bollinger (Notuleerservice Nederland)
Aanwezige commissieleden
: de heer Bakker (SP), mevr. Bergervoet
(PvdA), mevr. Buurma (VVD), de heer Denissen (CDA), de heer Flos (VVD), de
heer Manuel (D66), de heer Van der Meer (GL), mevr. Meijer (SP), de heer
Nederveen (VVD), mevr. Van Pinxteren (GL), mevr. Willemse (PvdA).
Afwezige commissieleden:
De heer Geurts (GL).
Overige aanwezigen:
de heren Kempers, Vegting, Ypma, Benders en
Beffers (DIVV), de heren Egmond en Klandermans (Dienst Wonen), de heer Loef
(BMA/Werelderfgoedlijst).
Algemeen
1.
Opening
De
VOORZITTER
opent de vergadering om 13.00 uur en heet de aanwezigen
welkom.
2.
Mededelingen
De
VOORZITTER
wijst erop dat vanavond de informatiebijeenkomst over de
aanbesteding van het openbaar vervoer plaatsvindt in Amstelveen. Daarbij zullen in ieder
geval mevrouw Van Pinxteren en mevrouw Meijer aanwezig zijn, maar eenieder is
welkom.
Tijdens de volgende commissievergadering wordt de Voorjaarsnota behandeld,
waarvan de kabinetstukken ter inzage liggen bij de griffie, en de wijk aanpak. Bij dit
laatste punt zullen de commissies FEZ en WIJ, almede de portefeuillehouders worden
uitgenodigd. Ook vindt op 27 juni 2007 een besloten deel over de Noord-Zuidlijn plaats.
Op 19 juni 2007 vindt het stadsdebat over de OV-visie plaats.
Mevr.
VAN PINXTEREN
kan daarbij helaas niet aanwezig zijn wegens een
bijeenkomst met de commissie ROW in Zuid.
De
VOORZITTER
zal het nog met de betreffende voorzitter bespreken.
De heer Geurts is vader geworden en een schriftelijke felicitatiewens gaat rond,
ter ondertekening.
Van drie commissieleden is nog steeds geen verslag van de commissiereis
ontvangen.
De heer
BAKKER
vindt het onaangenaam in de Boekmanzaal te vergaderen.
De
VOORZITTER
ziet geen andere mogelijkheid wegens de planning van het

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
2
stadsdeel Centrum, maar volgend seizoen ligt dat anders.
Wethouder
HERREMA
nodigt iedereen uit mee te doen in het debat over de OV-
visie. Bij de Amsterdam Taxi is sprake van een belangrijke fase, waarin de bedoeling is
dat alle betrokken partijen participeren. Dat moet nog voor de zomer duidelijk zijn en als
er andere wegen moeten worden gevonden, zal de wethouder dat melden. Over de proef
voor gratis openbaar vervoer geeft de wethouder aan dat de gemeente zelf er geen geld
bij kan leggen. Ook was de te korte termijn reden dat Amsterdam niet meedoet aan de
eerste ronde. Een aantal experimenten is nu door het Rijk goedgekeurd, en het College
vindt dat structureel geld van het Rijk noodzakelijk is. Dat is een afweging tijdens de
behandelingen van de Voorjaarsnota.
De heer
FLOS
wil het onderwerp vandaag bespreken bij het agendapunt
Actualiteiten.
De
VOORZITTER
geeft aan dat er geen actualiteiten zijn aangemeld.
Mevr.
VAN PINXTEREN
vindt dat men die vooraf moet melden. Men moet het
centraal regelen.
De
VOORZITTER
is het daarmee eens. Hij maakt duidelijk dat de vragen van
mevrouw Meijer reden voor de mededeling van de wethouder waren en die leidt nu weer
tot een actualiteit.
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat na 15 juni a.s. het telefoonnummer voor de
digitale gehandicaptenparkeerkaart in werking komt, en ook is nummer 14020 daarvoor
beschikbaar. Er zijn 4000 aanmeldingen geweest voor de kaart (van de 11.000 GPK-
kaarthouders) en men gaat nog extra informatie verspreiden.
De verordening voor de startersleningen komt na de zomer in de Raad ter sprake,
evenals het concept-uitvoeringsplan jongerenhuisvesting.
De heer
FLOS
is verbaasd dat er geen mededeling is over het Verkeersplan
Oude Stad (VOS). De bijeenkomst op 3 juli 2007 gaat niet door. De presentatie heeft een
ander karakter dan oorspronkelijk de bedoeling was.
Wethouder
HERREMA
maakt duidelijk dat de planning is het op 26 juni 2007 te
doen. De heer Flos heeft gelijk, dat hij het had moeten melden. Er vindt dan een
presentatie plaats en daarnaast is er een stadsdebat, met een gemeenschappelijke
commissievergadering van de deelraden en centrale stad.
3.
Vaststelling agenda
De heer
FLOS
vraagt om een kabinetdeel bij agendapunt 10.
De
VOORZITTER
stelt voor daarover onderling nog te overleggen in de pauze.
De heer Veldhuis van de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling (ARS)
heeft aangegeven dat hij vandaag alleen in de avond aanwezig kan zijn voor de
bespreking van agendapunt 18. Daarom wordt besloten het onderwerp tijdens de
volgende vergadering te agenderen, met aanwezigheid van een lid van de ARS.
4.
Vragenhalfuur publiek
Er zijn geen vragen.
5.
Actualiteiten

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
3
Mevr.
MEIJER
wijst erop dat de staatssecretaris proeven voor gratis openbaar
vervoer toestaat, maar Amsterdam zit er niet bij. Wethouder Asscher wil structureel geld
voor de proef, maar een proef is altijd eindig en dus incidenteel. Wanneer gaat de
gemeente starten met de proef? Hoe staat het met de uitvoering van de motie om
Amsterdam aan te melden bij het ministerie?
De heer
FLOS
vraagt naar het realiteitsgehalte van het voorstel in de
Voorjaarsnota. Gaat het om 10 miljoen euro structureel per jaar van het Rijk? Hoeveel
heeft het Kabinet vrijgemaakt voor extra geld voor openbaar vervoer en hoe reëel is het
door Amsterdam gevraagde bedrag?
Mevr.
BERGERVOET
wijst erop dat de moties zijn aangenomen en die moet men
uitvoeren, ook zonder structureel geld van het Rijk.
De heer
DENISSEN
wacht de beantwoording af, maar merkt op dat de eis van
het College redelijk is.
Wethouder
HERREMA
merkt op dat de motie is aangenomen maar zonder geld
erbij. Amsterdam kon niet voldoen aan de twee eisen van het Rijk: op korte termijn
beginnen met een proef, en het geld op orde hebben. Zelf een proef starten kan, maar
dan blijft onduidelijk wat daarna gebeurt. Het geld daarvoor moet komen uit de eigen
middelen, de OV-budgetten van de gemeente of met ondersteuning door het Rijk. Eerst
moet men zicht hebben op de kans van financiering door het Rijk. Als de proef slaagt,
krijgt deze immers ook een vervolg. Het gaat om 3 (incidenteel) of 10 (structureel) miljoen
euro, en het Rijk moet de experimenten nog vertalen in de begroting.
De heer
FLOS
wijst erop dat het Rijk er nu 100 miljoen euro voor uittrekt.
Wethouder
HERREMA
weet het antwoord nog niet. De 10 miljoen euro kan
wellicht goedkoper, maar het mag niet ten koste gaan van het bestaande
openbaarvervoersbudget. Er moet geld bij.
De heer
MANUEL
geeft de suggestie van een verhoging van de
gemeentebelastingen, al is hij daar zelf niet voor.
Wethouder
HERREMA
is er ook geen voorstander van.
Mevr.
MEIJER
wil antwoord op haar vragen. Het gaat pas om structureel geld
nadat de proef is geslaagd. Men moet uitvoering aan de motie geven.
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat de Raad er in de Voorjaarsnota geld voor
moet vrijmaken, anders heeft een aanmelding in een tweede ronde geen zin.
De heer
MANUEL
vraagt of er een tweede mogelijkheid is voor een beroep op
het geld uit Den Haag. Hij begrijpt dat steun uit Den Haag onontbeerlijk is.
Wethouder
HERREMA
schat die tweede kans erg klein. Hij wil de ervaring van de
andere steden wel gebruiken voor verbetering van de latere proef.
6.
Concept-verslag van de openbare vergadering van de raadscommissie VV d.d.
16 mei 2007 (openbaar deel)
Akkoord.
7.
Openstaande toezeggingen

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
4
Akkoord.
8.
ACAM-rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2006 van diensten en
bedrijven
Behandeld in samenhang met agendapunt 10.
9.
Rondvraag / TKN
Mevr.
VAN PINXTEREN
vraagt naar het gesprek met mevrouw Kohinor over het
openbaar vervoer in West. Van het resultaat wil zij op de hoogte worden gehouden.
Wethouder
HERREMA
maakt duidelijk dat het gesprek morgen plaatsvindt. Alle
adviezen zijn binnen. Er is weinig ruimte voor een oplossing. Voor de volgende
vergadering is er informatie voor de commissie.
Mevr.
VAN PINXTEREN
wil dat onderwerp wellicht dan agenderen, in overleg
met de Voorzitter. De commissie Verkeer van de binnenstad praat binnenkort over de
Rode Loper na de aanleg van de Noord-Zuidlijn, maar dat is ook een zaak voor de
centrale stad en de commissie.
Wethouder
HERREMA
wil ook betrokken zijn bij de Rode Loper. Hij zal de
commissie breder informeren over de plannen en mogelijkheden voor de gemeente.
Daarvoor is de heer Cohen de initiatiefnemer.
De heer
FLOS
merkt op dat het Rokin hoort bij het hoofdnet auto, waar de
aanpak van gevel tot gevel wordt geregeld.
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat het ook gaat om een mooier winkelgebied
en de tramlijnvoering.
Mevr.
MEIJER
heeft klachten ontvangen over de afloop van het concert Toppers
in de Arena. Veel mensen misten de laatste metro en de parkeergarages waren overvol.
Stadstoezicht was na afloop niet aanwezig om de verkeersstroom in goede banen te
leiden. Waarom?
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat het meestal redelijk soepel verloopt. Hij zal
de zaak uitzoeken.
De heer
BAKKER
vraagt over de Parkstad-deal wanneer er informatie komt.
Wethouder
HERREMA
antwoordt dat het onderwerp momenteel in de
stadsdeelraad wordt besproken en na de zomer bij de centrale stad.
Mevr.
BUURMA
vraagt over de short stay naar de stand van zaken. Wil de
wethouder toezien op het proces?
Wethouder
HERREMA
zal erop toezien. Er wordt gewerkt aan een uitvoerbaar en
handhaafbaar systeem.
Mevr.
BUURMA
was verrast over berichten in de pers over de inkomenstoets
voor sociale huurwoningen. Wat vinden de collega’s van de wethouder van zijn plannen?
Hoe reëel is de daarvoor noodzakelijke aanpassing van de Huurwet of komt er een soort
“Amsterdam-wet” voor dit probleem? Wil het plan slagen dan moet men eerst de
woningbouwproductie stimuleren. Zullen door het plan de wachtlijsten voor sociale

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
5
woningen korter worden?
Wethouder
HERREMA
zoekt naar instrumenten voor een betere doorstroming.
Hij is tegen een inkomenstoets van 130% van het minimuminkomen, maar wel zijn meer
prikkels noodzakelijk. In de Woonvisie zal hij de discussie over de noodzakelijke
dynamiek in de woningmarkt aangaan. Ook vanuit een links perspectief is het zinvol te
discussiëren over mensen, die eigenlijk te veel verdienen voor een sociale huurwoning.
Dan kan de gemeente beter de huurprijs verhogen of helpen een andere woning te
vinden.
Mevr.
BUURMA
denkt dat het Kabinet de Huurwet niet zal aanpassen. Waarom
dan toch dit voorstel?
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat nu sprake is van een patstelling in de
woonmarkt, zodat men op zoek moet blijven naar werkbare instrumenten. Bij de
Woonvisie zal de wethouder ook het debat met zijn collega´s aangaan, om eigen
instrumenten te gaan inzetten.
De heer
BAKKER
stelt voor de discussie bij de Woonvisie te voeren. Nu betreft
het geen standpunt van het College.
Mevr.
BUURMA
vindt dit onderwerp een actualiteit voor de volgende vergadering.
De heer
MANUEL
merkt op dat het een persoonlijke mening van de wethouder is.
De
VOORZITTER
stelt vast dat mevrouw Buurma het onderwerp in de volgende
commissievergadering wil bespreken.
Mevr.
VAN PINXTEREN
stelt voor er een gewoon agendapunt van te maken,
over drie weken.
De heer
DENISSEN
vindt dat eerst de Woonvisie duidelijk moet zijn, waarna de
bespreking in de commissie kan plaatsvinden.
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
8.
ACAM-rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2006 van diensten en
bedrijven
10.
Jaarverslag en jaarrekening 2006 commissie VV
De
VOORZITTER
schorst van 14.02 tot 14.04 uur voor overleg over de vraag van
de heer Flos om een kabinetgedeelte bij dit agendapunt.
Na overleg met de heer Flos blijkt dat een kabinetgedeelte vandaag niet nodig is.
Het accountantsrapport over het Schadebureau Noord-Zuidlijn wordt in de
commissie Financiën en Economische Zaken besproken.
Commissie
Mevr.
BERGERVOET
is tevreden over de jaarrekening. Op bladzijde 96
onderaan gaat het om de modal split, waarbij niet veel is veranderd. Wordt de kwaliteit
van het openbaar vervoer daarin ook meegenomen?
Mevr.
WILLEMSE
constateert dat het goed gaat met de Dienst Wonen, maar de
ACAM vraagt zich af of het aantal omzettingen huurwoningen naar koopwoningen correct
tot stand is gekomen. Ook staat er vaak “nee” bij de SiSa-uitkomst. Wat is de inschatting
van de wethouder? Moet de commissie eerder worden geïnformeerd dan 2009? De

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
6
overheidssteun aan de corporaties en het waarborgfonds blijven aandachtspunten.
Waarom is financiële transparantie van de corporaties zo moeilijk? Hier geldt: voor wat,
hoort wat. Spreekster wil in overweging geven Monumenten en Archeologie bij het
resultaatsgebied stedelijke ontwikkeling onder te brengen. Zij mist een te bereiken
resultaat aanpasbare woningen en dat moet men de volgende keer wel doen. Hoe zit het
met de subsidies voor de rolstoelwoningen en Wibo’s? Waarom is daar slechts 50%
uitgegeven? Tevreden is spreekster over de relatie tussen het fysieksociale en
economische aspect, maar vraagt om een visie over de uitwerking. Op bladzijde 164 staat
dat er nog geen betrouwbare gegevens over de productie van woningen zijn. Er is sprake
van een herhuisvestinggat van 500 woningen en daarover moet de wethouder snel met
de corporaties gaan spreken. Het beleid van de corporaties op dat gebied verschilt
onderling sterk. Wat nu gemeld wordt over Monumenten en Archeologie is karig en
spreekster hoopt dat het aandachtgebied vaker wordt besproken in de commissie, na de
presentatie van vandaag.
De heer
FLOS
is tevreden over het resultaatsgebied verkeer en vervoer. Het
gaat beter met de sociale veiligheid in het openbaar vervoer en is er is ook sprake van
beter en meer openbaar vervoer, bijvoorbeeld de goede reissnelheden binnen de A10.
Dat is een goede zaak en ook te danken aan het vorige College. Aandachtspunten zijn de
verkeersveiligheid, wat vraagt om extra inzet vanaf 2008 door een versnelde aanpak van
blackspots en redroutes, en de Noord-Zuidlijn kost meer geld. Een bedrag van 41 miljoen
euro daarvan is nog niet gedekt en de VVD pleit ervoor dat bedrag in één keer te nemen.
Een tweede deel betreft de 87 miljoen euro en die is niet gedekt (de indexrisico’s). De
risico’s in de toekomst reserveert het College wel, maar de oude indexrisico’s worden niet
in het weerstandsvermogen opgenomen, noch eenmalig als post opgenomen. Dat is
onterecht. Wordt het btw-risico van 15 miljoen euro ook niet gedekt? Dat zou betekenen
dat voor 102 miljoen euro geen voorziening wordt getroffen en dat is onverantwoord. De
DIVV heeft vorig jaar een flinke slag gemaakt. De reorganisatie heeft goed uitgewerkt. Dat
biedt hoop voor de toekomst. Op pagina 108 staat dat het Fietsparkeerbedrijf niet is
gerealiseerd, evenals de maaiveldstallingen. Zijn die vertraagd? Komen de
parkeergarages op het Haarlemmerplein en Weteringcircuit er wel?
Mevr.
BUURMA
begrijpt dat het College aandacht wil geven aan starters en
talenten, maar de AHM wordt helaas afgeschaft. Bij de starterslening moet men een
sociale woning achterlaten, terwijl toch ook mensen van buiten de stad een plek moeten
kunnen vinden. De doelgroepen onderwijs, zorg en politie krijgen voorrang bij de sociale
huur, maar dat moet ook voor het kopen van een woning gelden. Is daar ruimte voor?
Positief is spreekster over de woonzorgprojecten. Over O&S heeft zij eerder een motie
ingediend voor een onderzoek naar de resultaten van Bouwen aan de Stad en het
aansluiten bij de vraag naar woningen in Amsterdam. Wat vindt de wethouder daarvan?
Het ACAM-rapport is positief. Op pagina 4 staat dat het onzeker is of de aantallen
omzettingen huurwoningen in koopwoningen correct tot stand zijn gekomen. Hoe zit dat?
Over de afspraken vernieuwing Bijlmermeer vraagt spreekster wie die in de gaten houdt.
Wanneer volgt de eindnotitie van het Bureau Woningbouwregie? Zij vraagt naar de
risicoanalyse rond de overheidssteun en de status van de corporaties.
De heer
NEDERVEEN
is niet voor het wijzigen van het resultaatsgebied erfgoed.
Hij vindt dat het erfgoed thuishoort bij het resultaatsgebied cultuur. Nu ligt het echter bij
deze wethouder, maar een herschikking nu is niet op zijn plaats.
Mevr.
WILLEMSE
vraagt naar inhoudelijke argumenten.
Mevr.
VAN PINXTEREN
vindt de relatie met de cultuur duidelijker dan met
volkshuisvesting.
De heer
NEDERVEEN
wil er nu niet lang over discussiëren. Het erfgoed heeft te
maken met een aantal elementen, zoals ook blijkt uit een notitie van de wethouder van
Cultuur.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
7
Mevr.
VAN PIXTEREN
is blij dat de DIVV nu voldoet aan de eisen van de ACAM.
Zij vraagt naar de beoordeling van de wethouder. De controle moet op een hoog
ambitieniveau blijven. Op pagina 48 gaat het over de herprofilering van de Wibautas,
waarvoor nog een aangepaste projectscope zou worden voorgelegd in 2007. Wanneer
gebeurt dat? In een brief reageert de wethouder op de inhuur van externen. Waar
concentreert zich dat vooral?
De heer
VAN DER MEER
merkt op dat door beperkende voorwaarden in de
BRIM alle Amsterdamse aanvragen zijn afgewezen. Wat was de reactie van het Rijk op
de brief van het College, is er zicht op een oplossing en wat is de stand van zaken? Bij
Zoeklicht is sprake van minder buitendienstonderzoeken. Ook was er sprake van minder
beëindigingbesluiten van gevorderde huurwoningen. Waarom? Op pagina 199 gaat het
om de discussie over mogelijke fusies van de corporaties. Wat is de lijn van het College
daarin? De kosten van de geluidsschermen op de A10-West zijn ingeboekt bij de Dienst
Wonen, namelijk 2,2 miljoen euro. Waarom? Over pagina 84, het aanjagen van de
woningbouwproductie, vraagt spreker of is uitgegeven wat werd verwacht. Over de 3,5
miljoen euro voor de Dienst Wonen in het kader van ISV vraagt hij uitleg.
Mevr.
BUURMA
vraagt naar de mening van GroenLinks over de eis van het
achterlaten van een sociale huurwoning bij de startersleningen. Zij heeft er een goed en
nijpend voorbeeld van. Moet de AMH niet in stand worden gehouden?
De heer
VAN DER MEER
wil de discussie niet overdoen. Hij wil over het
voorbeeld graag meer weten.
De heer
BAKKER
gaat in op de Dienst Wonen, pagina 5. De woningbouwregie is
niet beëindigd maar ondergebracht bij het Ontwikkelingsbedrijf. De Europese steun aan
de corporaties is een aandachtspunt. Amsterdam moet ruimte hebben voor een eigen
sociale grondprijzenpolitiek. Wat is de visie van de wethouder? Het opheffen van Bureau
Parkstad en het geld stoppen in Koers Nieuw West moeten een beslissing van de Raad
zijn.
De heer
DENISSEN
wacht op de OV-visie en Woonvisie en de discussies
daarover. Over de rapporten heeft hij slechts lof.
De heer
MANUEL
vindt dat men goed bezig is geweest. Over de woningproductie
en starterslening moet men later discussiëren. Bij de DIVV is de bedrijfsvoering verbeterd,
maar opvallend is dat men veel expertise moet inhuren. Dat gebeurde eerder bij het OGA
juist niet. Waarom?
Beantwoording
Wethouder
HERREMA
zal de feitelijke vragen schriftelijk beantwoorden. De twee
diensten zijn nu redelijk op orde, al kan het altijd beter, met name het zichtbaar maken
van de afwegingen en het programmatische sturen bij de DIVV. Bij de Dienst Wonen
spelen het GSB-beleid en de SiSa (Single Information Single Audit), waarbij de risico’s
goed in beeld moeten worden gebracht. Het gaat om de certificering van de
informatievoorziening om de ACAM tevreden te stellen in 2007. Op de vraag over de
modal split zal de wethouder schriftelijk antwoorden. De status van de woningcorporaties
is ook een landelijke discussie. Europa kent deze mooie, Nederlandse traditie niet. In
Amsterdam moeten de corporaties de ruimte krijgen hun sociale rol te vervullen.
Mevr.
WILLEMSE
wil inzicht in de eventuele risico´s bij de grondprijs en
overheidssteun.
De heer
EGMOND
(Dienst Wonen) geeft aan dat bij grote bedragen een
landelijke discussie speelt, of een Europese discussie. Maar Amsterdam verstrekt zelf ook

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
8
subsidies. Binnen de dienst zijn die zaken zo scherp mogelijk in beeld gebracht.
Wethouder
HERREMA
licht toe dat de subsidiëring vanuit het Rijk sterk is
verminderd. Over de grondprijs kan men wel discussiëren, landelijk. Als daar nieuwe
ontwikkelingen zijn te melden, zal de wethouder dat doen.
De heer
DENISSEN
merkt op dat Europa vaak bezwaar maakt tegen subsidiëring
voor een beperkte groep. Men moet ook voor andere partijen dan de corporaties subsidie
mogelijk maken.
Wethouder
HERREMA
merkt op dat het enthousiasme voor commerciële sociale
woningbouw minder groot is. Daarover wil hij later doorpraten. De monumenten wil de
wethouder vooral in de sector positioneren. Het gaat om het erfgoed en de ruimtelijke
aspecten en gebiedsontwikkeling.
De heer
VAN DER MEER
wil de discussie verbreden naar de cultuurgebouwen.
Wethouder
HERREMA
kijkt ook naar gebouwen met een cultuurfunctie. Dat kan
belangrijk zijn voor de vernieuwing van de wijken. Het aanpasbaar bouwen kan men
voortaan in het resultaat meenemen.
De heer
EGMOND
vult aan dat het meten al plaatsvindt, zeker in het kader van
Bouwen aan de Stad.
Wethouder
HERREMA
zal met de corporaties praten over het vraagstuk van de
herhuisvesting en de stagnatie. Men kan creatiever omgaan met de verkoopoperatie. Op
de vraag over de Wibo’s zal hij schriftelijk antwoorden. De verkeersveiligheid laat
inderdaad een zorgelijk beeld zien, de laatste tijd. Met het intensieve programma gaat
men door en bij de begroting voor 2008 zal de wethouder opnieuw een analyse maken.
De heer
FLOS
vraagt of de vertraging wordt ingelopen.
Wethouder
HERREMA
wil het tempo erin houden. Bij de Noord-Zuidlijn zijn
voorzieningen getroffen het indexrisico niet verder te laten oplopen en de btw-rechtzaak is
door de gemeente gewonnen, zodat daar geen voorziening is getroffen. Over het
indexrisico vinden bestuurlijke gesprekken in Den Haag plaats en daarom is nu geen
afdekking in één keer gerealiseerd. De conclusie volgt in de loop van dit jaar. De garage
op het Haarlemmerplein gaat door, maar voor een Singelgrachtgarage is weinig ruimte. In
VOS kijkt men nog of er ruimte is voor een garage. Zonder geld kan men niet veel
beginnen. Over de AMH en startersleningen is al veel gesproken. In het kader van de
vraag over O&S geeft de wethouder aan, dat hij geen behoefte heeft aan weer een nieuw
onderzoek. In zijn beantwoording op de vragen heeft hij het toezicht op de risico’s in de
Bijlmermeer verhelderd. De eindnotitie over de woningbouwregie is in de maak en komt
ter kennisname naar deze commissie. De inrichting van de Wibautas wil hij na de zomer
bespreken om een aantal zaken wel te realiseren. Op de vraag over de inhuur van
externen zal hij schriftelijk reageren, evenals over de BRIM-regelingen.
De heer
EGMOND
gaat in op Zoeklicht. Er zijn minder buitenonderzoeken
verricht wegens de samenwerking met andere diensten, zoals de Gemeentebelastingen,
het personenregister en GVI. Nu komt men aan de lastige gevallen bij vorderingen toe,
waardoor het tempo lager wordt. De 2,2 miljoen euro heeft vooral te maken met de
geluidsmuur bij Parkstad. De hele administratieve afhandeling daarvan zit bij de Dienst
Wonen. Vroeger zat de woningbouwregie ook bij die dienst en nu bij het OGA.
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat hij niet tegen fusies van de corporaties is,
maar er zijn bepaalde criteria waaraan men moet voldoen, zoals de regionale
woningmarkt, een functie voor het versterken van de wijkaanpak en de herkenbaarheid in
de buurt en voor de huurders.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
9
De heer
VAN DER MEER
stelt daarover een discussie in de commissie voor.
Wethouder
HERREMA
verwijst daarvoor naar de Woonvisie en de uitwerking.
Inderdaad klopt de tekst over de woningbouwregie niet. Het gaat om een andere wijze
van organiseren. Over Parkstad beslist de Raad, maar nu is alvast een voorschot
genomen voor Koers Nieuw West en in het kader van de overeenkomst. Na de zomer
volgt de echte afweging in de Raad.
De heer
BAKKER
vraagt of het besluit over een bureau Nieuw West wordt
voorgelegd aan de Raad.
Wethouder
HERREMA
verwijst daarvoor naar de sociale portefeuille van
wethouder Buyne. Bij het OGA en de expertise ging het om grotere problemen dan bij de
DIVV.
De
VOORZITTER
stelt voor dat de heer Manuel zijn vraag over het OGA elders
stelt.
De commissie gaat akkoord met behandeling in de Gemeenteraad van de
jaarrekening 2006 en neemt kennis van de ACAM rapporten.
De voorzitter schorst de vergadering van 15.16 tot 15.22 uur.
Monumenten
11.
Presentatie Nominatie Werelderfgoedlijst Amsterdamse Binnenstad
De heer
LOEF
(Projectleider Unesco Bureau Monumenten en Archeologie / BMA)
schets de voorgeschiedenis van de werelderfgoedovereenkomst van Unesco. In 1999
stuurde Amsterdam een brief aan de RDMZ ter ondersteuning van de voordracht en van
2003 tot 2007 is het hele dossier opgebouwd, waarbij in 2006 de herbevestiging van de
voordracht door het stadsdeel en de centrale stad volgde. Ook is er de beleidsbrief met
nieuwe eisen van het Rijk, met een gebiedsdocument met afsprakenlijst. In 2007 volgt de
kabinetsbehandeling met een formele indiening voor februari 2008, waarbij wijzigingen of
afwijzing in 2009 kan plaatsvinden. De grachtengordel is een uniek stelsel, met
woonhuizen uit de zeventiende eeuw binnen de Singelgracht, met een kernzone en
bufferzone. De totale binnenstad wordt aangewezen. De bedreigingen zijn minimaal,
omdat er al een monumentenwet bestaat. Het gaat bij de bufferzone om de aanleg van de
Noord-Zuidlijn, de invulling van de openbare ruime, het toerisme, de beeldkwaliteit en
bouwplannen zoals op het Binnengasthuisterrein. Ook zijn er de hoogbouwplannen
Noordwaarts op het Shellterrein. Experts beoordelen de effecten, reële alternatieven en
de internationale discussie over hoogbouw met ambtelijk overleg met de BMA, RACM,
DRO en Noordwaarts. Ook in andere Europese steden spelen vergelijkbare discussies.
Mevr.
WILLEMSE
vraagt of zij het gebiedsdocument mag inzien. Ook over de
buffer- en kernzone vraagt zij schriftelijke informatie.
De heer
BAKKER
vraagt of het aantal monumenten zal toenemen, ook in het
kader van de verhuur ervan.
Mevr.
BUURMA
vraagt naar de effecten voor het parkeer- en woonbotenbeleid.
De heer
DENISSEN
vraagt naar de voordelen van een plaatsing op de lijst van
werelderfgoed. Welke beleidsruimte geeft de gemeente daarmee weg?
De heer
NEDERVEEN
is benieuwd naar de uitkomst van de discussie over de
effecten van hoogbouw in de bufferzone. Wil de heer Loef de commissie daarover

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
10
informeren?
De heer
VAN DER MEER
vraagt naar de financiële gevolgen.
De heer
LOEF
zal de informatie toesturen, en later ook het gebiedsdocument. De
bescherming van de bufferzone vindt plaats op nationaal niveau. De beleidsruimte van de
gemeente wordt niet weggegeven. De staat en gemeente verplichten zich tot het goede
beheer van het gebied en dat zal tot maatschappelijke discussies leiden. Maar dat speelt
nu ook al. Hij zal de commissie informeren over de uitkomst van de hoogbouwdiscussie.
Er zijn geen financiële gevolgen, al zal het kwaliteitstoerisme wellicht toenemen.
De heer
VAN DER MEER
merkt op dat men in Nederland maximaal één
aanvraag per jaar voorstaat.
De heer
LOEF
geeft aan dat het een advies aan de minister betreft. Amsterdam
is echter een al lopende voordracht, op een terughoudende en zorgvuldige manier in de
internationale context.
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
12.
Beschikbaar stellen krediet vervanging verkeersregelinginstallaties (VRI’s)
Amstelveenlijn in Amstelveen
Akkoord behandeling in de Gemeenteraad.
13.
Tractie II
Insprekers
- De heer
HAGEMAN
(Stadsvervoerbelang) waarschuwt de commissie voor het
voorstel. Het lijkt een technische zaak maar deze kan in de praktijk slecht uitpakken,
omdat men de ontwikkeling in een bepaalde richting nu vastlegt door misschien geen
bovenleiding meer aan te brengen en dat heeft weer gevolgen voor nieuw materieel, dat
er niet voor geschikt is. Daardoor ontstaat de verplichting de Amstelveenlijn onder de
grond aan te leggen, terwijl die lijn niet erg druk zal zijn. Al komen er een paar huizen bij,
de vervoerswaarde is niet hoog.
Mevr.
MEIJER
vraagt of de derde rail het in de toekomst doortrekken van de lijn
mogelijk maakt, en dat men dan vastzit aan de bouw van een tunnel.
De heer
HAGEMAN
is bang dat het nieuwe materieel alleen geschikt is voor een
derde rail, zodat een tunnel noodzakelijk is en dat is te duur voor een uitbreiding.
- De heer
VAN LAMOEN
(namens Platform Metro/De Bovengrondse) geeft aan
dat het College een keuze maakt voor een derde rail voor het kerntracé van de Noord-
Zuidlijn. De consequenties voor het voortbestaan van tramlijn 5 naar Amstelveen worden
daarbij helaas niet genoemd. Hij pleit voor het in standhouden van de bovenleiding, ook in
het kader van de motie Bijlsma tegen een achteruitgang in het voorzieningenniveau van
de openbaar vervoerlijnvoering. Amstelveen doet nog studie naar de inpassing van de lijn.
Het veiligheidsniveau in de tunnels is zorgwekkend, omdat het safe havenconcept niet
voldoet aan de normen. Verbeteringen zijn noodzakelijk. Het advies van de commissie
Tunnelveiligheid moet worden geagendeerd op de volgende vergadering.
Commissie

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
11
Mevr.
BERGERVOET
vraagt de wethouder te reageren op de inbreng van de
heer Van Lamoen. Zij gaat ervan uit dat het materieel wel is aan te passen aan het
gebruik van een bovenleiding. Is er een indicatie te geven van de extra kosten van de lijn
als metro door te trekken?
Mevr.
MEIJER
vraagt zich af of deze keuze ook een tunnel betekent bij het
doortrekking naar de regio. Wat zijn de kosten van een toekomstige keuze over een
doortrekking? Hoe heeft de commissie Tunnelveiligheid gereageerd op de keuze voor de
derde rail?
Mevr.
VAN PINXTEREN
merkt op dat dit besluit gebaseerd is op eerdere
beslissingen. Alle mogelijkheden van een regionale verlenging blijven open voor een
bovenleiding, wat kan leiden tot extra kosten van 2,4 miljoen euro. Nu bespaart men
10 miljoen euro met een derde rail, maar dat lijkt te simpel gesteld. Er is een verschil
tussen de exploitatie van een metro- of tramlijn. Over de brief van Amstelveen vraagt
spreekster om een reactie van de wethouder over het extra vervoerspotentieel voor de
Noord-Zuidlijn. Welke harde garanties zijn aan Amstelveen gevraagd?
De heer
MANUEL
vraagt of men kan rijden met derde rail en bovenleiding
tegelijk.
De heer
DENISSEN
vraagt of de wethouder de lijn niet als tramlijn wil
doortrekken. Is een combinatie van tramlijn 5 en metro te maken op hetzelfde tracé?
Beantwoording
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat het nu gaat om het kerntraject van de
Noord-Zuidlijn, en later valt een beslissing over de verbinding naar Amstelveen op
metroniveau. De derde rail is een goedkopere oplossing dan een bovenleiding. De
tramlijn moet een andere eindhalte krijgen, zoals in 2005 al bekend was. De studie over
de Amstelveenlijn is aan het einde van dit jaar klaar. Er zijn twee opties: een bovenleiding
toevoegen aan de metrolijn, of de derde rail. Bij die oplossing komen later meer kosten
kijken. Het advies over de tunnelveiligheid komt nog, inclusief de afweging derde rail of
bovenleiding. De keuze over het materieel is in voorbereiding en bij het Programma van
Eisen hoort de optie van het wel of niet inbouwen van een bovenleiding. Amstelveen wil
een metrolijn, waarbij wel extra investeringen nodig zijn van die kant om de
vervoerswaarde op te hogen. De brief toont die bereidheid en de wethouder wacht een
uitgebreid plan op korte termijn af.
De heer
BEFFERS
(DIVV) gaat in op de exploitatie op het kerntracé met een
bovenleiding en een metro met derde rail. Er is daarbij 10 miljoen euro voordeel met een
derde rail. Dat is de reden van deze beslissing. Het doortrekken van de Amstelveenlijn
staat los van de beslissing nu. Men wil de bovenleiding voor een eventuele sneltram niet
onmogelijk maken. Het blijft een verantwoorde beslissing.
De commissie heeft de stukken voor kennisgeving aangenomen.
Volkshuisvesting
14.
Beantwoording raadsvragen van de heer Van der Meer van 21 februari 2007
inzake rolstoelwoningen in de stedelijke vernieuwingsgebieden
Dit agendapunt wordt in verband met tijdgebrek tijdens de volgende vergadering
besproken.
15.
Rapport Leefbaarheid

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
12
Commissie
Mevr.
WILLEMSE
ziet een positieve lijn en is tevreden met de rapportage. Geen
van de stadsdelen scoort een onvoldoende. Over de hotspots in de leefbaarheid van de
stedelijke vernieuwingsgebieden vraagt zij welk specifiek beleid er wordt gevoerd, ook in
verband met de stedelijke vernieuwingsnomaden. Zij vraagt naar een stuk daarover,
evenals over het basisniveau op sociaal gebied.
De heer
FLOS
heeft eerder twee notities over de leefbaarheid uitgebracht met
beleidsvoorstellen, waarvan er nog geen een preadvies heeft gekregen. Die sluiten aan
bij de woorden van mevrouw Willemse. De goede rapportage krijgt nu een wel erg late
bespreking en dat moet men versnellen. Spreker pleit voor de aanpak van de
verloedering op de hotspots met behulp van stadsmariniers en een hoge ambtenaar voor
de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek.
Mevr.
WILLEMSE
is benieuwd naar de notities van de heer Flos en vraagt wat hij
bedoelt met een stadsmarinier.
De heer
FLOS
denkt aan een tijdelijke regisseur voor de leefbaarheid.
De heer
BAKKER
vindt het een oorlogszuchtig woord, al is het idee goed. Zeven
stadsdelen scoren nog onvoldoende op het gebied van overlast en vervuiling, al
jarenlang. Waarom is daar niets aan te doen?
De heer
VAN DER MEER
sluit zich daarbij aan. Hij woonde lang in De Baarsjes
en ondervond geen problemen, maar nu op de KNSM-laan wel. Dat lijkt onlogisch maar
vaak blijkt dat de overlast samenhangt met vervelende activiteiten van een paar jongens.
Daarvoor zijn geen algemene oplossingen te vinden, maar wel in de wijken zelf.
De heer
DENISSEN
heeft behoefte aan duiding van de resultaten en de
belangrijkste conclusies met bijbehorende maatregelen.
De heer
MANUEL
vindt het woord marinier te ver gaan, maar wel is hij voor een
leefbare woonomgeving. Bij het idee van de emancipatiemachine hoort een aanpak voor
het verheffen van de bevolking in lastige buurten, bijvoorbeeld met buurtcentra. Dat
aanvalsplan mist hij nu voor de probleemwijken.
Beantwoording
Wethouder
HERREMA
vindt dat men moet oppassen voor een ongenuanceerde
beoordeling van de zogeheten probleemwijken. Veertig wijken in Nederland worden
aanpakt en vijftien buurten zijn hier aangewezen, waarop zwaar wordt ingezet. Het gaat
dan om een gebiedsgerichte aanpak van de hele stad en niet alleen door het stadsdeel
zelf.
De heer
BAKKER
vraagt wat het College wil met de stadsdeelbevoegdheid.
Wethouder
HERREMA
wijst op de centrale verantwoordelijkheid op het gebied
van de leefbaarheid, ook waar wethouder Vos over de aanpak van specifieke wijken gaat.
De heer
FLOS
heeft dat onderwerp meermalen aan de orde gesteld. Een
stedelijke aanpak had toen niet de voorkeur van de PvdA en GroenLinks.
De heer
BAKKER
merkt op dat ook de stadsdelen ertegen waren.
Wethouder
HERREMA
stelt vast dat de wijken van de stad zijn, zeker de nu
aangewezen vijftien buurten. Hij zal een aantal voorstellen opstellen over de wijkaanpak,

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
13
met een basisniveau.
Mevr.
WILLEMSE
vraagt of de criteria van schoon en heel terugkomen in de
wijkaanpak.
Wethouder
HERREMA
antwoordt dat het nadrukkelijk hoort bij de selectie van de
wijken. In de aantallen stadsnomaden van de stadsvernieuwing is meer inzicht nodig.
Spreker is niet voor regisseurs, wel voor meer spelers, een betere uitvoering en
handhaving met het nodige maatwerk. Over de wijkaanpak in de vijftien buurten is het
rapport voor de zomer klaar.
De
VOORZITTER
constateert dat het rapport al geagendeerd staat.
Het Rapport Leefbaarheid wordt voor kennisgeving aangenomen.
De agendapunten 16 en 17 zijn gevoegd behandeld.
16.
Concept-brief met reactie op voorstel Stadsregio inzake spelregels
woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam
17.
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden Willemse en Van der Meer
inzake Experimentenkader woonruimteverdeling
Commissie
De heer
VAN DER MEER
vindt dat de wethouder te aardig voor de regio is. Komt
er meer beleidsruimte voor de gemeenten in de regio? Men moet de problemen samen
willen oplossen. Het experiment met het verloten van duizend woningen moet men eerst
evalueren en dan pas beslissen. Komt de maatwerkregeling van de corporaties, de 5%,
bovenop de lokale beleidsruimte?
Mevr.
WILLEMSE
vindt het een kwestie van geven en nemen. De reactie van de
wethouder is constructief. Afspraken binnen de regio zijn belangrijk.
De heer
VAN DER MEER
vraagt wat de regio afgeeft.
Mevr.
WILLEMSE
antwoordt dat de regio bereid is tot afspraken te komen en
Amsterdam te helpen door hun woningmarkt open te stellen.
De heer
VAN DER MEER
denkt dat Amsterdam meer weggeeft dan de regio.
Mevr.
WILLEMSE
wijst erop dat nu betere afspraken zijn gemaakt om de
doorstroming te realiseren. Ook de Huurdersvereniging staat erachter. Wel blijft de
ongelijkheid tussen huurders uit de sociale en particuliere sector een aandachtspunt.
Eerst wil spreekster de resultaten van de lotingen zien en dan erover beslissen. Ook wil
zij de gemaakte afspraken over experimenten graag ontvangen.
De heer
BAKKER
sluit zich aan bij de vragen van de heer Van der Meer.
Herstructureringskandidaten moeten voorop staan. 5% ruimte voor de corporaties is veel.
Is dat echt nodig?
De heer
MANUEL
vindt het een genuanceerde brief.
Mevr.
BUURMA
is het ook eens met mevrouw Willemse.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
14
De heer
DENISSEN
wijst erop dat de randgemeentes anders zijn dan
Amsterdam. De percentages daar moeten wat hoger zijn. Vijf jaar voor het meenemen
van de woonduur lijkt hem wat lang.
De heer
BAKKER
vraagt of er veel mensen uit Amsterdam naar de regio
verhuizen.
Beantwoording
Wethouder
HERREMA
pleit voor een regionaal woningmarktbeleid. Nu lijkt het
evenwicht
gevonden,
onder
de
voorwaarde
van
voorrang
voor
de
herstructureringskandidaten. Anders moet alles opnieuw worden besproken.
De heer
VAN DER MEER
vraagt of elke kleine wijziging een probleem vormt.
Wethouder
HERREMA
wil de hoofdlijnen overeind houden. De meeste
verhuizingen bij sociale huur vinden inderdaad binnen de stad plaats, zo’n 85%. De 5%
beleidsruimte is nu doorgetrokken naar de regio. Er komt dus niet meer beleidsruimte in
de stad bij.
De heer
KLANDERMANS
(Dienst Wonen) licht toe dat niet de hele 5% wordt
gebruikt wegens allerlei zaken: overlastgevers en specifieke problemen oplossen in de
woningmarkt.
Als de 5% niet wordt gebruikt, gaat de rest gewoon naar andere
woningzoekenden.
Wethouder
HERREMA
maakt duidelijk dat het percentage een soort smeerolie in
de markt is om de problemen op te lossen. Hij zal de afspraken over de experimenten aan
de commissie sturen. De herstructurering is cruciaal voor het plan.
De heer
VAN DER MEER
gaat in op de kleine gemeenten en de 30%. Is er
beleidsvrijheid in de afspraken opgenomen, waardoor bepaalde gemeenten slechte
wijken kunnen gaan aanwijzen?
Wethouder
HERREMA
ontkent dat. Er zijn ook geen signalen in die richting.
Beide stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
18.
Reactie op brief Amsterdamse Raad voor de stadsontwikkeling over Parkstad
Dit agendapunt wordt tijdens de volgende vergadering besproken in
aanwezigheid van een lid van de ARS.
19.
Bespreking Concept Beleidsovereenkomst Wonen 2007-2011
De voorzitter benadrukt dat dit stuk op verzoek van de wethouder alleen ter
bespreking is geagendeerd.
Commissie
Mevr.
WILLEMSE
heeft de resultaten met aandacht gelezen, ook in verband met
de motie. Er ligt nu een constructieve basis. De segregatie wordt aangepakt met een
wijkaanpak waarin de fysieke en sociale pijlers hand in hand gaan. Dat schept vertrouwen
voor de toekomst. Wanneer denkt men die integratie fysiek/sociaal/economie ook
concreet te maken? In de overeenkomst staat niets over de regio en ook mist spreekster
het onderhoud regulier, naast de afspraken over ouderen en een geschillenregeling of iets
dergelijks. Wat is de rol van het Woonlastenfonds? Komt er over de tijdelijke verhuur nog

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
15
een periodiek overzicht? En een evaluatie over Van Groot Naar Beter? Financiële
transparantie van de corporaties is noodzakelijk, jaarlijks.
De heer
DENISSEN
vindt het een goed stuk, al ligt er te veel nadruk op de
bestaande huurders. Men moet ook de Vereniging Eigen Huis betrekken bij dit soort
afspraken en de afspraken over het middensegment zijn te beperkt. Daarop komt hij terug
bij de Woonvisie, die te lang op zich laat wachten. Jaarlijkse financiële overzichten van de
corporaties zijn noodzakelijk. Men moet heldere taakverdelingen beter definiëren in het
stuk.
De heer
MANUEL
gaat in op de grote gezinnen en grote woningen. Het gaat om
16.000 gezinnen en het bouwen daarvoor is zeer duur voor de stad. De vraag is of andere
doelen, zoals het middensegment, starters of studenten, urgenter zijn. Bij de aanpak van
onrechtmatige bewoning moet men de eigenschappen van de onderhuurders in beeld
krijgen om deze kenniswerkers aan Amsterdam te kunnen blijven binden. Is daar een
oplossing voor te vinden?
De heer
BAKKER
wijst erop dat veel grote woningen in West helaas worden
gesloopt. Over de goedkope sector zijn twee moties ingediend en de zijne wordt niet
genoemd, al is hij tevreden over het resultaat. Men moet het Woonlastenfonds doen,
wellicht op specifieke groepen gericht. De geschillencommissie is ook nuttig. Bij Van
Groot Naar Beter hoort een regeling voor huurharmonisatie, zoals ook een motie aangaf.
Ook bij woningruil is dat noodzakelijk en het kost niet veel geld. Zorgen heeft spreker over
de politieke invloed op de beleidsvoornemens van de corporaties. Zoals het er nu staat, is
te vaag.
De heer
DENISSEN
merkt op dat er voldoende staat over de verkoop van
woningen in Bouwen aan de Stad.
De heer
BAKKER
wijst op pagina 15, punt 5. Als een stadsdeel zich niet kan
verenigen met een voornemen, kan zij bezwaar aantekenen bij het College. Bij de sloop
en verkoop komt de politiek soms tot andere keuzes dan de corporaties.
De heer
MANUEL
wijst erop dat men zelf een bewuste keuze maakt voor een
groot gezin en daardoor in een probleemsituatie terechtkomt. Waarom moet de overheid
daarvoor extra geld uittrekken?
De heer
BAKKER
vindt het een vreemde bewering dat er geen grote gezinnen in
de stad zouden mogen zijn.
De heer
VAN DER MEER
vraagt of het gaat om een energiebesparing van 20%.
Is dat ambitieus genoeg? Over de rolverdeling tussen de corporaties, stadsdelen en
gemeente wil hij een discussie voeren. Hoe ver mogen de corporaties eigenlijk gaan? Zij
zijn toch vooral verhuurders van woningen? Complimenten maakt spreker over de
afspraken rond goedkope en middenwoningen en studenten- en jongerenwoningen. Hij
vraagt naar de betekenis van een cryptische zin op pagina 18 over het kennisnetwerk als
platform voor participatie en leefbaarheid. Hoe hard zijn sommige afspraken, bijvoorbeeld
over de middenwoningen? Waarom zijn de afspraken over het toewijzen van grotere
woningen veranderd? Mensen met minder kinderen komen daardoor lager op de lijst.
Mevr.
BUURMA
is het eens met de reactie van de wethouder over de
aanscherping. Voor het middensegment moet een doelstelling worden geformuleerd.
Wanneer is die doelstelling er? Ook de controle op wonen en zorg is een punt van
aandacht. Over het splitsen en verkopen en het bewust vertragen van bepaalde
stadsdelen vindt spreekster helaas niets terug in het stuk. De wethouder moet er toezicht
op houden.
Beantwoording

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
16
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat aanscherping nog mogelijk is, al zijn veel
goede punten geformuleerd. De regio zal hij verder uitwerken. De sociale paragraaf is nu
meer uitgewerkt en per gebied wil men komen tot afspraken met de corporaties,
bijvoorbeeld over het groot onderhoud. Een overzicht van tijdelijke verhuur kan één keer
per jaar worden gepresenteerd, met de leegstand van de sociale voorraad erbij. Het
Woonlastenfonds en betaalbaarheid is een belangrijk thema, dat men verder moet
uitwerken. De transparante financiën van de corporaties kan men niet afdwingen en de
gemeente moet daardoor zelf een inschatting blijven maken. Het lijkt de wethouder echter
ook in het belang van de corporaties een neutraal orgaan met die taak te belasten.
De heer
VAN DER MEER
wijst erop dat de corporaties nog praten over de 600
miljoen euro bijdrage van het Rijk en het liberaliseren van de woningmarkt. Verzet de
wethouder zich daartegen?
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat de onderhandelingen nog lopen. Het lijkt
hem niet zinvol de oude discussie over liberalisatie opnieuw aan te gaan. Investeren in de
wijken en de betaalbaarheid zijn voor hem de belangrijkste thema’s.
De heer
DENISSEN
denkt dat een vorm van liberalisatie best mogelijk is naast
andere maatregelen.
Wethouder
HERREMA
denkt zelf niet in die richting.
Mevr.
WILLEMSE
vraagt naar de financiële transparantie van de corporaties. Kan
de wethouder zich niet rechtstreeks wenden tot het Centraal Fonds voor de
Volkshuisvesting?
Wethouder
HERREMA
antwoordt dat beide partijen daarom moeten vragen. De
evaluatie Van Groot Naar Beter komt nog. De nadruk in deze afspraken ligt inderdaad bij
de bestaande huurders. Bouwen aan de Stad er meer voor de nieuwbouw. Ook andere
partijen wil de wethouder bij dit onderwerp betrekken, zoals de makelaars. Er is veel
sociale ellende bij grote gezinnen. Zijn insteek is een oplossing voor dat vraagstuk te
vinden.
De heer
MANUEL
vraagt of hij denkt dat de overlast weggaat door het aanbieden
van grotere woningen.
Wethouder
HERREMA
geeft aan dat fatsoenlijke huisvesting een voorwaarde is,
maar er is meer dan dat probleem. De huurharmonisatie is bespreekbaar voor de
corporaties. Daar ligt een aanknopingspunt, wellicht voor later. Ook de aanpak voor de
grote gezinnen staat opgenomen in een schema van de documenten met alle onderdelen
van de Woonvisie. Dat schema laat de wethouder uitdelen.
De heer
MANUEL
vraagt naar de positie van de onderhuurders. Die discussie wil
hij nog voeren.
Wethouder
HERREMA
is niet voor een voorkeursbehandeling van de
kenniswerkers. De afspraken en spelregels over de verkoop van woningen zijn nu helder.
De stadsdelen nemen daarin het initiatief en bij conflicten is de wethouder aan zet. 20% is
ambitieus in het kader van de duurzame stad. In het Milieubeleidsplan is die ambitie ook
afgesproken. De corporaties hebben ook belang bij betere wijken. De democratie bepaalt
de gang van zaken en heeft partners nodig voor het realiseren van de plannen.
De heer
KLANDERMANS
(Dienst Wonen) licht toe dat 20% een landelijke
afspraak betreft, met een tijdslimiet door Amsterdam zelf, namelijk binnen tien jaar.
Kennisnetwerk is een netwerk van professionals in de wijken, betaald door de
lidmaatschappen van allerlei organisaties.

Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Concept Raadscommissieverslag,
6 juni 2007
VV
17
De heer
VAN DER MEER
wijst erop dat mensen in een sociale huurwoning ten
onrechte anders worden behandeld dan mensen in een koopwoning. Dat maakt een
discussie over de rol van de corporaties noodzakelijk.
De heer
BAKKER
merkt op dat de leefbaarheid niet alleen door de huurders
moet worden betaald maar ook door de kopers.
Wethouder
HERREMA
denkt dat de huurders er ook belang bij hebben dat
ergens een doorbraak wordt geforceerd. Ook de gemeente betaalt daaraan mee. Het
streven moet zijn, dat de huurders ook zelf initiatieven nemen voor een betere
leefbaarheid. De stadsdelen hebben zich gecommitteerd aan de verkoopdoelstelling en
de wethouder gaat ervan uit, dat zij zich daaraan houden. Ook het middensegment is een
doelstelling, die in de Woonvisie tot uiting zal komen.
De
VOORZITTER
dankt de aanwezigen voor hun bijdrage en sluit de vergadering om
17.35 uur.
De commissie heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
LIJST TER KENNISNEMING
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
TKN 1
Project IJsei: Vierde kwartaalrapportage 2006