Jaar 2005
Afdeling 1
Nummer 366
Publicatiedatum 6 juli 2005
Onderwerp
 
Financiële prognose 2012 Noord-Zuidlijn.
Amsterdam, 2 juni 2005.
 
Aan de Gemeenteraad
 
Op grond van het hiernavolgende stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen:
 
De Gemeenteraad van Amsterdam,
 
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 23 juni 2005
 
Besluit:
 
I   kennis te nemen van:
a   de Rapportage Financiële Prognose 2012 Noord-Zuidlijn;
b   de voorziene stijging van de risicoprognose van 10 miljoen euro, die binnen de berekende risico-bandbreedte blijft;
 
II geen algemene middelen toe te voegen aan het budget voor de Noord-Zuidlijn.
 
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
 
E. Gerritsen, secretaris M.J. Cohen, burgemeester
   

 
Toelichting (bestuurlijke context)
 
In 2004 zijn de werkzaamheden voor de Noord-Zuidlijn goed gevorderd, ondanks de complexiteit van het werk. Het project moet worden gerealiseerd in een omgeving, die zo weinig mogelijk last wil ondervinden van de werkzaamheden.
De omge ving van het project vraagt derhalve veel aandacht van de projectorganisatie.
In de huidige jaarlijkse doorrekening tot einde project ziet u een aantal afwijkingen in de projectbegroting.
Het meest in het oog springend zijn de hogere VAT kosten van € 2 4,3 mln. Deze kosten zijn noodzakelijk om de bouwkosten en de risico’s beheersbaar te houden. Niet investeren in de VAT kosten zou zich vertalen in vertraging en aanzienlijk hogere bouwkosten. Het rapport van de Commissie Kieft (zie hieronder) bevestigt dit beeld.
 
De totale VAT kosten in dit project komen hiermee uit op € 282,5 mln, dat is 22% ten opzichte van de bouwkosten. Voor het realiseren van een project van deze omvang in een ingewikkelde stedelijke situatie is dit percentage verdedigbaar.
De bouwkostenontw ikkeling laat een grote dynamiek zien. Onverwachte gebeurtenissen, zoals de sterke stijging van de staalprijzen door de grote vraag vanuit China naar staal, hebben kostenverhogend gewerkt voor de Noord-Zuidlijn. Toch is de bouwkostenontwikkeling met per sa ldo een geringe stijging van € 1,7 mln als neutraal te bestempelen. De bouwkostenrisico’s stijgen weliswaar, maar blijven binnen de berekende bandbreedte van de risico’s.
 
De planning van het project loopt als gevolg van de vertraging van de werkzaamheden onder het CS uit van oktober 2011 naar december 2011; deze vertraging is in de prognose meegenomen.
 
Tegenover de kostenstijgingen staan ook lagere kostenramingen, besparingen en opbrengsten. Zo biedt de markt voor infrastructurele werken relatief gunstige vooruitzichten voor de toekomst. Als gevolg daarvan zijn de aanbestedingskansen voor de contracten die in 2005 de markt op gaan in deze prognose meegenomen. De concessieverlening van de parkeergarages, die de Noord-Zuidlijn bouwt, zal de kostenstijging, die resteert, kunnen opvangen. De bouwkosten van de parkeergarages hebben altijd al deel uitgemaakt van de projectbegroting. De garages worden nu tegen marktwaarde gewaardeerd.
 
Onderbouwing gevraagde beslissingen:
1.   De gevolgde systematiek bij de doorrekening
2.   De referenties: Het budgettair kader en het planningskader
3.   Een verslag van de ontwikkeling van het project in het afgelopen jaar en de daarin doorgevoerde bijsturingen
4.   De uitkomsten van de prognose, waarbij zowel de voorziene kosten en opbrengsten van het project als de financiële risico’s en kansen aan de orde zullen komen
5.   De financiële sturingsmogelijkheden in het komend jaar
6.   De financiële dekking
7.  De gevraagde beslissing
 
1.  De financiële systematiek
Het financiële model waarmee het project is doorgerekend is in het afgelopen jaar niet gewijzigd. Het model is in het verleden ontwikkeld met gebruikmaking van de ervaringen en de lessen van de grote rijksprojecten. Kenmerkend is dat het model onderscheid maakt tussen enerzijds de ramingen voor de kosten van het project en anderzijds de risico’s en de kansen. Bij deze risico’s en kansen gaat het om nog onzekere ontwikkelingen, waarvoor een schatting wordt gemaakt van de aard van de ontwikkeling, de kans dat hij zich voordoet en het mogelijk effect.
 
Het onderscheid tussen betrekkelijk zekere ramingen èn meer onzekere risico’s en kansen is in het verleden ook doorgevoerd bij de financiering van dit project. Ook hier wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds het projectbudget, bestemd voor de voorbereiding en uitvoering van het werk, en anderzijds het risicofonds, bestemd voor onvoorziene tegenvallers.
 
 
2.   De referenties: Het budgettair kader en het planningskader
Uw Raad stelde bij het uitvoeringsbesluit van de Noord-Zuidlijn in oktober 2002 een budget beschikbaar van (op prijs peil 2002) € 1.389 mln. Op 16 juni 2004 werd dit budget aangevuld met een extra financiële reservering voor het project van (op prijspeil 2003)
€ 92 mln. In deze Financiële Prognose is uitgaan van een budgettair kader ter grootte van de optelsom van beide bedragen, zijnde (op prijspeil 2004) € 1.598 mln.
 
Van het in 2002 gevormde risicofonds was per 1 januari 2004 nog een bedrag van (op prijspeil 2003) € 55,4 mln beschikbaar. Aangezien in het afgelopen jaar geen overboekingen van of naar het fonds hebben plaatsgevonden resteert in het risicofonds hetzelfde bedrag, namelijk (op prijspeil 2004) € 57,5 mln.
 
U besloot in oktober 2002 tot interne verzekering van het project, waarvoor het weerstandsvermogen van de gemeente werd vergroot met een bedrag van (op prijspeil 2003) € 20 mln. Aangezien grote schadeclaims tot nu toe achterwege bleven, zijn de beschikbare middelen binnen het project toereikend. De extra financiële reserve van € 20 mln is nog steeds aanwezig.
 
Bij het besluit tot aanleg van de lijn in 200 2 werden twee bijzondere financiële risico’s gesignaleerd, namelijk het index- en het BTW-risico. Beide risico’s zijn het gevolg van een verschil van inzicht tussen Amsterdam en het Rijk ten aanzien van respectievelijk de vergoeding van loon- en prijsstijgingen en de verrekening van de BTW.
 
De planning van het project is na het uitvoeringsbesluit inmiddels één keer aangepast, namelijk in het begin van 2004. Deze referentieplanning voorziet een oplevering van de Noord-Zuidlijn in oktober 2011.
 
3.  De Noord-Zuidlijn in 2004
In de voorgaande Financiële Prognose werd geconstateerd dat het project in het eerste uitvoeringsjaar te maken kreeg met een aantal onvoorziene omstandigheden en ontwikkelingen. Genoemd werden een groot aantal obstakels in de bodem, technische complicaties bij het werk onder het Centraal Station, problemen bij de afvoer van de grond en vertragingen als gevolg van juridische procedures. Deze ontwikkelingen leidden, samen met gestegen kosten van voorbereiding, administratie en toezicht (VAT) tot een hogere raming van de kosten van het project. Daarbij werden tevens extra uitgaven voorzien voor het verbeteren van de leefbaarheid in de omgeving van de bouwplaatsen en de uitvoering van archeologisch onderzoek.
 
Nu, een jaar later, kunnen we constateren, dat er op een aantal gebieden positief resultaat is geboekt :
 
-   De aanwezige scoperisico’s zijn gereduceerd door besluiten over de
     planontwikkeling in Amsterdam-Noord (verlaging Leeuwarderweg) en
     Amsterdam-Zuid (beëindiging Noord-Zuidlijn op Zuid/WTC).
-   Bij de uitvoering van het werk, de bouw van de diepe stations in de binnenstad en de bouw van de tunnels onder het IJ en het Open Havenfront en Damrak, is goede voortgang geboekt, terwijl bouwtechnische calamiteiten achterwege bleven.
-   De juridische procedures rond de aanleg van de lijn zijn succesvol geweest.
-   De verstandhouding met de bewoners en ondernemers rond de bouwplaatsen is verbeterd, mede door de inzet van de leefbaarheidsmaatregelen waartoe u in november 2004 besloot.
 
 
 
 
4. Het resultaat van de sturingen, waarvoor Uw Raad op 16 juni 2004 opdracht gaf.
 
a.  Grondafvoer
 
Om te verzekeren dat de grond van de Noord-Zuidlijn efficiënt en tegen minimale kosten kan worden afgevoerd zijn in november 2004 nadere afspraken gemaakt met de projectdirectie Volgermeer en de directie van de Grondbank. Ruim een miljoen m3 grond van de Noord-Zuidlijn zal worden hergebruikt bij het afdekken van de verontreinigde Volgermeer. Daarmee zijn nog niet alle afvoerproblemen opgelost, maar is wel het vorig jaar gesignaleerde risico van tientallen miljoenen euro’s voor extra stortkosten van de baan;
 
b.  Geluidsoverlast
 
Om de geluidsoverlast te beperken is, met hulp van externe adviseurs, in 2004 een scala van maatregelen ontwikkeld, variërend van maatregelen aan de bron (inpakken, afschermen, inzet ander materieel) tot maatregelen in de omgeving (geluidsschermen, voorzetramen enzovoorts).
Met de RAI is in december 2004 overeenstemming bereikt over een aangepaste heimethode om de geluidsoverlast te beperken. Het risico van hoge extra kosten is daarmee sterk afgenomen;
 
c.  Werktijden
 
Extra kosten door nieuwe vertragingen zijn teruggedrongen door vanaf juni 2004 op een aantal bouwplaatsen de werktijden te verruimen. Om de overlast voor de omgeving te beperken is een groot aantal maatregelen getroffen. Zo zijn bij veel woningen voorzetramen geplaatst en kunnen de bewoners gebruik maken van tijdelijke woon- en werkruimte. In uitzonderingsgevallen behoort ook verhuizing als stadsvernieuwingsurgent tot de mogelijkheden. Daarnaast ontvangen de bewoners voor de overlast een financiële compensatie;
 
d.  Coproductie
 
Met het stadsdeel Amsterdam-Noord zijn in oktober 2004 bestuurlijke afspraken gemaakt over het ontwerp van de werkzaamheden in Noord en de verdeling van de kosten en de risico’s. De kans op tegenvallers bij deze complexe werken is daarmee aanzienlijk afgenomen;
 
e.  Opbrengsten
 
Het project kan op enkele locaties, met name waar ondergrondse parkeergarages worden gerealiseerd, substantiële opbrengsten genereren. Deze opbrengsten hebben al deel uitgemaakt van de projectbegroting.
 
 
Gelet op de fase waarin het project zich nu bevindt zijn de netto opbrengsten meegenomen, op basis van de marktwaarde van de parkeergarage.
In december 2004 is een Plan van Aanpak Parkeergarages opgesteld en zijn de te behalen inkomsten uit concessies berekend;
 
 
 
f.  Aanbestedingen
 
In oktober en december 2004 werden enkele kleine bestekken aanbesteed, waarmee positieve resultaten werden bereikt. Gemiddeld lagen de aanneemsommen onder de directieraming en het budget.
 
g.   Doorberekening exploitatieve voorzieningen
 
De mogelijkheid om kosten door te berekenen aan de eindgebruiker van de lijn werd in 2004 nog niet geconcretiseerd. Wel werd gestart met de opstelling van een Exploitatieplan Noord-Zuidlijn, waarin zal worden aangegeven welke kosten voor rekening van toekomstige exploitanten zijn;
 
Van de overige in 2004 vastgestelde bijsturingsmogelijkheden zal de beheersing van de kosten van archeologie pas op wat langere termijn kunnen worden gerealiseerd. Het archeologisch onderzoek op grotere schaal start in 2006 bij de ontgraving van de diepe stations in de binnenstad.
 
Twee bijsturingen waren in 2004 niet succesvol. Het betreft de aanpak van de financiële risico’s van het werk onder het Centraal Station en de beperking van de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht (VAT) voor het project. Een toelichting daarop wordt gegeven in de volgende paragraaf.
 
 
4.  De prognose tot 2012
 
Bouwkosten
Evenals in de voorgaande prognose is ook dit jaar de stand van zaken bij alle werken in uitvoering geëvalueerd en is een herberekening gemaakt van de verwachte kosten tot 2012. Daarnaast zijn ook de werken die nog moeten starten kritisch onderzocht en zijn per contract herziene ramingen gemaakt. De uitkomst van de raminge n voor alle werken samen is vrijwel identiek aan het eindbedrag van het vorig jaar, namelijk (op prijspeil 2004) € 1.281 mln. Dat is bijna 2 mln hoger dan de vorige raming.
 
Tussen de werken bestaan echter aanzienlijke verschillen. Bij sommige contracten zijn de ramingen verlaagd doordat in de huidige markt een gunstiger prijsvorming wordt verwacht dan eerder is aangenomen. Bij andere is gerekend met een kostenstijging. Daarbij springen vooral de volgende contracten in het oog:
 
a.   Bouw diepe stations binnenstad (Contracten 5, 6 en 7)
 
Bij de start van deze werkzaamheden in 2003 en begin 2004 zijn aanzienlijke vertragingen ontstaan, die niet konden worden ingelopen. Het gevolg daarvan is dat de kostenramingen een sterk opwaartse trend vertonen.
 
Aangezien de hoofdaannemer onvoldoende stuurt op tijd en geld, is gekozen voor een intensieve begeleiding van dit werk met behulp van externe specialisten. In dat kader zijn inmiddels versnellingsmogelijkheden geïnventariseerd, die voor een deel zijn meegenomen in de raming. Het totale kostenbeeld voor dit contract verandert daardoor nauwelijks, de risico’s nemen echter wel aanzienlijk toe.
 
b.   Aanleg tunnel onder het Centraal Station (Contract 3)
 
Het werk aan dit contract stagneert doordat het ontwikkelen en realiseren van een aantal hulpconstructies onder het CS (aanbrengen sandwich- en buispalenwanden, jetgrouting, microtunneling en passage spooremplacement) veel meer tijd kost dan voorzien. Met de aannemerscombinatie is in 2004 intensief overlegd om tot nieuwe afspraken te komen over de toe te passen technieken, de planning en de verrekening van de kosten, maar dit overleg heeft nog niet geleid tot overeenstemming.
 
Op grond van de tot nu toe bereikte resultaten is in de ramingen gerekend met een substantiële stijging van de bouwkosten en een vertraging van tenminste 19 weken, waarvan 11 op het zogenaamde kritieke pad. Daarnaast bestaan er aanzienlijke risico’s op verdere vertraging en (dus) extra uitvoeringskosten. De bewaking van het contract CS verdient in 2005 dan ook de hoogste prioriteit.
 
VAT-kosten
 
Uit de gang van zaken bij de twee bovengenoemde grote contracten blijkt dat de operationele beheersing van het werk in uitvoering absolute voorrang dient te krijgen.
 
Om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de projectbeheersing en in mogelijke verbeteringen is in juli 2004 advies gevraagd aan een commissie van externe deskundigen onder leiding van ir. P. Kieft, oud-directeur van de Rijkswaterstaat. Zijn bevindingen en de daarop gevolgde maatregelen worden u thans aangeboden. De kern van het advies is dat voor de beheersing van de uitvoering extra inzet nodig is van specialisten op het gebied van planning, claim- en risicomanagement. Daarnaast is extra ontwerpcapaciteit vereist om mogelijke ontwerpop timalisaties door te voeren en kansen op versnelling te verzilveren.
 
Met deze extra inzet is in de Financiële Prognose rekening gehouden. Uitgegaan is van een extra capaciteitsinzet vanaf 2004 voor een bedrag van circa € 5 mln per jaar, met een geleidelijke daling na 2006. Totaal is daarmee in de prognose een bedrag gemoeid van (op prijspeil 2004) € 24 mln. Deze extra inspanning moet waarborgen dat de bouw van het project binnen het budget en binnen de planning blijft.
 
Evaluatie in de loop van 2005 zal duidelijk moeten maken wat het effect is van de extra inzet, waarna opnieuw bezien zal worden of en hoe kan worden bijgestuurd. Het onderzoek naar de projectorganisatie in opdracht van Uw Raad zal daarbij mede richtinggevend zijn.
 

Samengevat is het beeld van de zekere/voorziene raming van de VAT-kosten als volgt:

 
EUR mln
Prognose
 
 
zeker/voorzien
 
VAT-kosten
 
 
Adviesbureau Noord-Zuidlijn
 
 
Managementlaag (ondersteuning van de contractmanagers in de uitvoering van de contracten)
                       
7,6
 
Toezichtlaag (versterking toezicht op de bouwplaats)
4,1
 
 
 
Ontwerplaag (om besparingen in het ontwerp te realiseren); aanpassing van het ontwerp door zwaardere omgevingseisen; realiseren aanvullende eisen in het ontwerp)
                   
 
 
10,8
 
Onvoorzien
0,3
 
Totaal Adviesbureau
22,8
 
 
 
 
Overige VAT-kosten
 
 
Projectbureau Noord-Zuidlijn
1,7
 
Strategisch & juridisch advies
0,2
 
Prorail
2,1
 
Totaal overige VAT-kosten
4,0
 
 
 
 
af: indexering budget 2004(+3,5%)
2,5-
 
Totaal VAT-kosten
24,3
 
 
Opbrengsten
 
Tegenover de genoemde relatief zekere bouw- en VAT-kosten staan ook relatief harde opbrengsten. Een belangrijke bron van inkomsten is de concessieverlening voor de te bouwen parkeergarages Rokin en Vijzelgracht. Om te bepalen wat deze opbrengsten zullen zijn is een Plan van Aanpak opgesteld, dat U thans wordt aangeboden. I n dit plan wordt uitgegaan van concessieverlening op marktconforme basis, waarvoor de opbrengsten zijn berekend binnen ruime marges. De ondergrens daarvan ligt bij een netto opbrengst (na aftrek van de stichtingskosten) van tenminste € 26 mln (netto contant op prijspeil 2004).
 
Risico’s
 
Hoewel een aantal eerder gesignaleerde risico’s in 2004 werd gereduceerd, leiden de ontwikkelingen bij de contracten in uitvoering tot aanzienlijke nieuwe risico’s. Deze nog niet zekere risico’s betreffen vooral de kans op extra vertragingen en als gevolg daarvan extra kostenoverschrijdingen bij een aantal werken. Als gevolg daarvan eindigt de raming voor de (gewogen) risico’s op een aanzienlijk hoger niveau dan in 2004, namelijk op een mediaan van € 78,5 mln (prijspeil 2004). Dat is € 21 mln boven het bedrag dat nog resteert in het risicofonds.
 
Kansen
 
Ook tegenover deze onzekere risico’s staan (minder zekere) opbrengstmogelijkheden. Daarbij moet worden gedacht aan extra inkomsten uit de concessieverlening voor de parkeergarages Rokin en Vijzelgracht. De gemaakte berekeningen geven aan dat (na aftrek van de stichtingskosten) een extra opbrengst boven de al genoemde € 26 mln realiseerbaar is van tenminste € 11 mln (netto contant op prijspeil 2004).
 
Daarnaast liggen er, mede door het relatief schadevrije verloop van het werk, kansen voor het alsnog afsluiten van een externe verzekering voor (delen van) de risico’s van het project . Als deze kansen worden benut zal een deel van de reservering in het gemeentelijk weerstandsvermogen kunnen vrijvallen. Met deze extra kans is in de prognose echter nog geen rekening gehouden.
 
Index en BTW
 
Een aanzienlijk bijzonder risico blijft de verrekening met het Rijk van loon- en prijsstijgingen en BTW. Over beide onderwerpen lopen nog gerechtelijke procedures, waarvoor de zitting wordt verwacht in de loop van 2005.
Het indexrisico blijft daarbij een punt van grote zorg.
 
Planning
 
Op het gebied van de planning is de voornaamste wijziging een uitloop van de werken onder het Centraal Station. Zoals al toegelicht wordt in dit contract gerekend met een vertraging op het kritieke pad van 11 weken. Het gevolg daarvan is dat de oplevering van de Noord-Zuidlijn uitloopt van oktober naar december 2011.
 
Mocht het niet lukken om tot een betere beheersing te komen van de contracten 3 (Centraal Station) en 5 t/m 7 (Stations Binnenstad), dan ontstaat een extra planningsrisico van nog eens 7 maanden. In dat geval vertraagt de oplevering van de Noord-Zuidlijn tot juli 2012.
 
5.   Aanpak en sturingsmogelijkheden in 2005
 
In het jaar 2005 zal voor het eerst worden gewerkt aan vrijwel het hele Noord-Zuidlijntracé. Er wordt gestart met de bouw van de metrostations Buikslotermeerplein (Noord) en Europaplein (Zuid) terwijl ook wordt gewerkt aan tussengelegen tracés, zoals de Nieuwe Leeuwarderweg. De doorstroming voor het verkeer zal als gevolg daarvan tijdelijk verslechteren. In 2005 wordt ook begonnen met de bouw van de eerste tunnelelementen in het bouwdok bij de Sixhaven. Eén daarvan zal in 2009 worden afgezonken onder het Centraal Station. Hier wordt in 2005 nog gewerkt aan de hulpconstructie die het stationsgebouw boven de metrotunnel zal dragen.
 
In de binnenstad nadert de diepwandfase in 2005 het einde. De diepwanden in de Ferdinand Bolstraat zijn gereed begin mei en ook op het Rokin komt in 2005 een einde aan dit werk. Alleen aan de Vijzelgracht worden in 2006 nog diepwandpanelen gemaakt. Na de bouw van de diepwanden volgt een fase waarin de stations van een dak worden voorzien en uitgegraven.
De overlast voor de omgeving is dan nog niet voorbij, maar neemt wel af. Op het Damrak worden in 2005 de eerste tunnelcaissons pneumatisch afgezonken in de bodem. Daarbij vindt uitgebreid archeologisch onderzoek plaats.
 
Zoals toegelicht in paragraaf 3 za l de absolute prioriteit in 2005 moeten liggen bij de beheersing van het werk in uitvoering. In de prognose is gerekend met een extra inzet van € 24 mln tot het einde van het project. Met behulp van deze extra inspanningen zullen in de eerste helft van 2005 harde afspraken moeten worden gemaakt over de planning en de verrekeningen voor de contracten 3 (Centraal Station) en 5 t/m 7 (Diepe Sta tions binnenstad). Daarmee worden de nu geïnventariseerde risico’s in de sfeer van de bouwkosten aanzienlijk verkleind.
 
Hoewel een direct rekenkundig verband tussen beheersingsmaatregelen en -opbrengsten niet bestaat mag worden aangenomen dat de aanzienlijk hogere bouwkostenrisico’s hiermee beter in de hand kunnen worden gehouden.
 
 
 
 
5.  Financiële dekking
 
SaSamenvattend blijkt uit de prognose, dat de ontwikkeling van de bouwkosten een grote dynamiek laat zien, maar per saldo, met een toen ame van minder dan € 2 mln, vrijwel kostenneutraal verloopt. Bij de VAT-kosten wordt daarentegen een stijging voorzien met € 24 mln om te komen tot een betere beheersing van het werk in uitvoering. Tegenover deze voorziene kostenstijgingen van totaal circa € 26 mln staan (na aftrek van de stichtingskosten) harde opbrengsten uit de concessieverlening voor de parkeergarages Rokin en Vijzelgracht ter grootte van minimaal hetzelfde bedrag.
 
In de sfeer van de kansen en de risico’s signaleert de prognose een toename van het mediane risico met € 21 mln. Daartegenover staat een reële kans op een hogere opbrengst uit de concessieverlening van de parkeergarages van € 11 mln. De kans op vrijval van middelen als gevolg van het (alsnog) afsluiten van een externe verzekering is in de prognose nog niet meegenomen. Als de extra opbrengst uit de parkeerconcessie in mindering wordt gebracht op het toegenomen risico resteert een saldo van € 10 mln, dat valt binnen de berekende (90%) bandbreedte van de risico’s. Dat lijkt bij de voorgestelde extra beheersmaatregelen een acceptabel resultaat. Daarnaast blijft er een bijzonder indexrisico.
 
Bij deze raadsvoordracht worden u de volgende stukken vertrouwelijk ter inzage aangeboden:


·   Financiële Prognose 2012 Noord-Zuidlijn (versie 2005),
·   Rapportage Audit Adviesbureau Noord-Zuidlijn,
·   Voortgangsrapport op projectniveau 4e kwartaal van het Adviesbureau Noord-Zuidlijn d.d. 24-01-2005.